-1 I Blad. op dil lbo ara NDÊN 99|a NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN Zaterdag II «o. 18840 Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen ekbank EEUILLETON. i I Marie Antoinette. EERSTE BLAD. UW- uwzwakte uwhoofdpjn; fl NG’S AMINI iTTEN luj,ü«tua 192» BERGAMBACHT, BERKENW0UDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUW1JK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. 50 143C Den Haag. HOORWEG. HAGENAAR. X MODBPRAATJE. 42 (Wordt vervolgd). 2 flessohen 21.—. «n. 100.- Koningin en martelares. Dit nummer bestaat uit twee bladen. t.| Rotterdam tin, Breukband» rljacourant grill, 670? ENINGEN Of TMW—rde oplag» eieo »x. 87*Jaargang «(punt van den in het eerste, zal __>voideren dan den vrede. Naarmate ecliter het zwaartepunt verplaatst wondt naaf het tweede, zullen de godsdiensten meer in dienst komen te staan van het vredosideaal. En het is niet te ontkennen, dat het op de conferentie door de belijders van verschillende godsdiensten (gesprokene, bewijst, dat eene beweging in de goede richting gaande is. iDtae beweging aan- orliggen, smetten a jjrand-, any- en ver- rhanden en voeten, n- ive huid, huidveriehll- j en, zweren, open bee nde in en uitwendig nen met Wortelboert .•ia Wortelboer. cent bij de verkoop»* tiJMlan. 9M tl ligt in de beginselen vpn .waarheid, liefde en rechtvaardigheid, die, liggen op den bodem van de menachelijke kiel. Engten aanzien van deze beginselen is er vrijwel overeen stemming. Zoolang nu het zi godsdienst gezocht v hy den oorlog meer i dat alles komt van weren moeten, zijn Van daar dan die spoedige vermoeid en zwaar Itfden; en de zenuwen te ver zender uitzondering voortleven alsoi er iiiooit een einde moest kernen aan dit bestaan. Wij zien hondlerden tijd- genopten om ons been vallen en toch beseffen wij niet, dan bij vluchtige ogenblikken, dat ook onze ure een maal zal slaan. Ook die uwe zal een maal komen, mijn kind. Draag zorg zoo te leven, dlat g j haar zonder vrees zonder wroeging tegemoet kunt zien. Gij zult bij uz«lve zeggen, dat ik de laatste ben om zulk een raad te geven. Ik ben integendeel die eerste., wiens p.icht dat is want ik gevoel thans, beter dan eenig ander, wat hot zegt op den drempel delr Eeuwigheid! terug te moeten blikken op eén onwaardig, een schuldig verleden.” „O, grootvader.” ,.Val mij nielt in de rede mijn tijd is kort en ik heb nog veel te zeggen. Het is wonder hoe helderziend men op eejftmaal wordt, als men zichaelveu verloren weet Misschien scheurt de hand deg Doods een slwer weg, die ons bl nddoékte- Marie Antoinette, hoor mij aan Ik ver'oed vorstinnen, die in de plaats van haar gemaal wil len heersohen maar hier wordt dat een noodzakelijkheid. Berry is zwak en wankelend van karakter, er steekt geen koning in hem.; hij had een voorbeeldig monnik kunnen worden. Het zal uw plichlt zijn, onthoud dat wel, uw dure plicht, ai uw invloed op helm te gebruiken, om dan van hem te verkrijgen diat hij mijn werk onge- Het leven is een geruisch, zóó mach tig, dat het belet, de schreden van den dood te bemerken. boeken van mijn tijd. Hoe, de den kende, ontwikkelde imensch afhanke lijk van een Opperwezen Hij was zijn eigen meester, de schepper van zijn lot, geroepen tot alleenheerschen, tot glimlachen over de oude sprook jes van het bijgeloof, zich vrij te ma ken van eiken dwang, niet naar een denkbeeldig geweten, maar naar de stem van het allesomvattend vei stand te luisteren. En ik wetrd zulk een al- leenheersciher”, riep de koning met een ontzettende*! lach. Slechts pm (het voorbeeld te geven aan dedjomme menigte, die een muilkorf noodig had, nam ik nog voor Itei uiterlijk mijne godsdienstplichten waar. In werkelijk heid rukte ik mij vrij van alle banden Gij ziet aan mii/J 'wat dé gevolgen dlaar van zijn. Satani werd van een engel de vorst dér Duisternis, nadat hij had gesproken: „Ik zal niet gehoorza men’. Lodewijk die Welbeminde werd door zijn hoogmoed niet minder dan een verrader voor zip volk; want ik heb de vijanden van Ontucht, Armoe de en Rebellie het land binnenge voerd. Maine Antoinette, uw werk moet zijn allereerst mijne misgrepen door bodewijk XVI te doen herstellen. Ik kan ze u niet afzonderlijk opnoemen, mijne krachten schieten, daartoe te kortinaar laat hem al zijne krach ten inspannen dalörtoe en help hem daarin met de ifwe. Het zal een reu- zetaak zijn. Vernielfen gaat zoo ge makkelijk. Het kostte mij slecht» een loen zich te len als het erzwakt is; n algeheele zal dar .ebben. >ist*Tamine zijn in hun g bijzonder laar zij het >men zuive- icele zenuw- iden krach- De vitami- z. heilzaam beer een <Joo.-> zenuwgestel /onderdadigo t, betalen wij enig na ont- ledige doos in doozen van n 5 Z.SO bljde Apotheker» cn isten HOLLANDSCHE INDUSTRIE MIJ .Ycast Vll»”l - Den Hu| menschen nog te veel aantrekt, waardoor zij te veel aan reiskosten uitgeven, te veel tijd aan de reis zelf besteden en zy het goedkooper en beter dichtbij hadden kun nen vinden. Maar daarin zal wel op den duur verandering komen. Het feit dat iedereen er thans op uittrekt, is op zich izelf al verheugend. Met eenige zuinigheid is altyd wel iets over te leggen dat voor dit goede doel be steed kan worden. Van zuinigheid gesproken, ons werd dezer dagen een geval meegedeeld dat weer een aardig licht werpt op de zuinigheid der overheid. Den Haag bezit eenige noodscho ten. Dat zyn houten barakken, die daar wor den opgeslagen waar gebrek aan school ruimte bestaat. Het is wel een duur zaakje dat verplaatsen van die barakken maar het is gemakkelyk. Een dier noodschoten stond al een tydje op een zelfde plaats en zij werd kort geleden keurig opgeschilderd. Nauwe lijks was dit gebeurd of de school werd af gebroken om verplaatst te worden. Natuur lijk was het met de keurige beschildering daardoor afgeloopen. Dit is zoo’n typisch staaltje van de bureaucratie. Het onder houd van deze gebouwen ressorteert gelyk te begrijpen is onder een andere afdeeling dan het beheer dier gebouwen. Samenwer king 'bestaat er in den regel tusschen zulke afdeelingen niet en de gevolgen zijn dan ook dat noodeloos geld wordt uitgegeven. Het passen op de kleintjes is nu eenmaal een deugd die in overheidsbureaux niet al tebest bekend is. Een ander staaltje. De secretaris van een examen-commissie zendt zijn oproepings brieven rond maar vergeet dat stadsport maar vyf cent is. Op alle brieven die hij in den Haag voor de stad zelf verzond was toch zeven en een halve cent geplakt. De bewuste secretaris was uiteen provincie stadje afkomstig waar misschien van dat stadsport weinig of geen gebruik gemaakt wordt. 1 Zyn maar kleinigheden, doch bij par ticulieren komen die dingen niet voor. Onlangs heeft het niet onvermakelijk geval zich voorgedaan dat een rondschry*- ven van het gemeentebestuur aan al zyn afdeelingen om toch vooral het unifonm- formaat papier te gebruiken, juist werd •gedrukt op een abnormaal formaat. Het ge val werd in de pers gesignaleerd, niet zon der hilariteit. De verklaring kwam echter: er was nog voorraad abnormaal formaat en men bezigde dat by voorkeur voor bi- zondere gelegenheden, waartoe ook deze omzendbrief gerekend werd. Overigens houdt men niet zoo strikt de hand er aan dat het normaal formaat wordt gebruikt. Nog heel dikwijls ziet men brie ven met een paar regels op een heel groot vel. Dan wordt die brief in een groote en veloppe gestoken. Veel bezuiniging levert dit alles waarschynlyk niet op, maar als gevoeld. BRIEVEN UIT OE HOFSTAD. cMxixn. Na al de wederwaardigheden van congres sen en tentoonstellingen die wie in het laatst van Juli hebben gehad, is thans de rust in getreden, dfe rust van d». groote vacantie. Een groot deel van de Hagenaars is op reis en een ander deel hteft loge’s, waarmede zy de openbare venhakelykheden van de stad aftippelen. In sommige huizen heeft men het wissed-systee0 nog toegepast: zelf is men ergens in Gelderland in een woon huis en de Gelderschen zitten in den Haag. Veel opgang heeft dit ruiten niet gemaakt omdat het niet in het voordeel van de huis vrouw is, die haar huishouden houdt en dus niet ten volle kah^he^ genieten van de vacantie. vJuist voor de huismoeders is het noodig en aangenaam dat zy eens in het jaar eens een poosje uit haar gedoe zyn. Zij zyn im mers altyd in touw en kennen heel weinig rust. Met het ruil-systeem waren zfij echter nooit vry want zy behouden daarbij de be slommeringen van het huishoudeïyk leven. Het eenige wat van dit stelsel het voordeel is, is het goedkoope. Alleen de reiskosten komen er by maar anders gaat het gewone teven door. Wie duis over een groot gezin en een kleine beurs beschikt, is het stelsel nog aan te bevelen, maar het gaat dan ten koste van het genoegen van de vrouw des huizes. Over het algemeen heeft men tegenwoor dig voor reizen heel wat meer geld over dan vroeger en in vete gezinnen wordt ge regeld gespaard om er ’s zomers een poosje uit te kunnen. Dat is een) gelukkig verschijn sel want niets doet zoo goed als een tijdje los te zijn"van aïles, van je werk en je om geving, je buren en je vrienden. Het groote gemak van het reizen heeft gemaakt dat ieder er aan mee kan doen en dat voor iedere beurs wel een reisje is te vinden. Jammer is wel dat het verre reizen de Vrede door Religie. In de afgeloopen week werd in Den Haag een congres gehouden, uitgaande van den wereldbond der Kerken en gewy’d aan de vraag, in hoeverre de godsdiensten kunnen medewerken tot bestrydiing van den oorlog. Het komt ons voor, dat d'it congres voor de oplossing van het waagstuk van de vrede van de grootste beteekenig is. Van de volken en niet van de regeeningen is ten slotte die oplossing alleen te verwachten. En op de houding der volken in dazen kan de godsdienst een grooten invloed uitoefe nen. Het ligt niet in onze bedoeling 'n overzicht te. geven van de talryke redevoeringen, die OP dit congres door personen van verschil lenden landaard en van verschillende gods dienstige overtuiging zyn gehouden. By een tweetal sprekers wenschen wy alleen stil te staan. De eerste is Mej. Nic. Braining te ’s Gra- venhage, die in hare rede over „Opoffe- ringsmoed” enkele o.i. zeer juiste opmer kingen maakte over de ontwapening der kleine volken als gevolg van de prediking der ontwapening. Wie meent door die ont wapening de kleine volken buiten de oor logsellende te houden, zullen het naar de spreekster meent, waanschynlyk mis heb- ibep. Zy wenscht zich echter niet te laten telden door mogelyike resultaten, maar door de absolute, wet, die ons teven moet beheer- schen. Wij weten alleen, dat het onze taak is in de wereld God’s bedoelingen eeniger- mate te verwezenlijken. De geloofshelden tobben dit steeds getracht en a] zyn zy er zelf door ten onder gegaan, toch is de wereld door hen een stapje dichter tot het groote ideaal gekomen. De mensch moet durven te leven naar zijn innerlyken gees telijken drang. Niet alleen voor den mensch echter geldt dit, maar ook voor een voik. Ook voor een volk is het beter onrecht te lijden dan onrecht te doen. Opofferingsimoed is voor den mensch en voor een volk noo dig. Men moet desnoods zijn leven durven geven. Dikwijls is dit misbruikt in den oor- log, meent de spreekster. Men zegt dan, dat het opofferingsmoed is in den oorlog te gaan en zyn leven te geven, doch dit is niet waar. Men gaat niet in den oorlog om zich zelf te offeren, maar om anderen te offeren en er zoo mogelijk zelf goeid af te komen. Nu mag men denken over de wenschelyk- heid der eenzijdige ontwapening door kleine volken, zooals men wil, toch komt het ons voor, dat de opmerkingen van Mej. Brai ning er toe kunnen medewerken, het vraag stuk zuiverder te stellen dan op politieke vergaderingen gewoonlyk geschiedt. Eene tweede rede, waarover wy iets wil len zeggen te die van den Buigemeester van Den Haag, Mr. Patyn. Gy hebt aldus richtte deze zich tot het congues aan uwe conferentie den naam gegeven „vrede door religie”. De verbinding van deze beide ge dachten noemde de spreker buitengewoon suggestief; zy bevat als het ware een pro gram. Zal intusschen de menschheid gehoor geven aan dien op roep Geeft de geschiede nis het recht tot optimisme in dit opzicht? De heer Patyn meent, dat deze laatste vraag niet bevestigend kan worden beant- - werd ongetwijfeld door -MO1’- Patyn ook woord. De geschiedenis leert ons niet, dat de godsdienst strekt tot het doen heerschen van den vrede onder de menschen. De oude heidensche godsdiensten hadden al hun oor logsgoden, maar een God voor den vrede hadden zij niet. De God der joden te een heer der heirscharen. En het christendom heeft allerminst den vrede gebracht onder de chnistenvolken. Frankiryk heeft zijn acht godsdienstoorlogen gehad: en zeer talrijk zijn de oorlogen, waarin godsdienstige tegenstellingen den adhtengrond van het conflict vormden. En heeft nog niet onlangs Lloyd Geoige, blijkens de bladen, aan de kerken verweten, niets te hebben gedaan ten gunste van den vrede Al stemt d|it allies niet optimistisch en zullen zij, die zilch een wedstrijd der gods diensten in de bestaande kerken voorstellen tot het wegnemen der duizend tegenstellin gen van politieken en economischen aard, teleurgesteld worden, toch acht Mr. Patyn het beroep, dat de conferentie doet op de religie, geen illusie. Dit beroep geldt, naar hij meent, niet zoozeer de kerken als wel het religieuse gevoel, dat op den bodem van e'.ke menschelijke ziel liigt en dat op zyn beurt een universeele moraal draagt, die niet behoort aan een enkelen godsdienst of aan een enkele kerk. Deize moraal wil niet, kan niet willen, dat de menschen elkaar dooden. Het is op haar, dat de conferentie een beroep doet en dit beroep zal, meent de heer Patijn, op den duur niet vmgeefsch kunnen zijn. Mr. Patijn heeft hier ongetwijfeld het punt aangeroerd, dat de verhouding van de godsdiensten tot den oorlog grootendeels bepaalt. De verschillen tusschen de godsdiensten betreffen hoofdzakelijk hun dogma’s en de verklaring, welke zij geven van het wereldraadsel. Hier ligt o.i. echter niet het eigenlyke wezen van den godsdienst. Dit ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring) 1—5 regete 1.80, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring. 1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.80. Advertentifa in het Zaterdagnummer 20 bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentita de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1-4 regels 2.06, elke regel meer 040 Op de voorpagina 50 hooger. Gewone advertenti&j en ingezonden mededeeüngen bij contract tot zeer gereduceerde^ prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiün kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van eoliede Boekhande laren, Advertentiebureaux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan bet Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te xQu. ZomersclioeiseL Ofschoon er oogenschijmtlyk niet zooveel verschil in het schoeisel te bespeuren vailt, zal een goede opmerkster wel degelyk con- stateeren, dat de zomer vete veranderingen meebracht. Voor de gekleede genres wordt het schoen tje immers hoe langer hoe lichter van kleur en bewerking, voor de sport daarentegen wordt het schoeisel steviger, donkerder en steeds meer gericht op practilsch gebruik. Nog altijd wonden voor namiddagdracht de fijne schoentjes van hagedissen- en slan- gertleer gedragen, afgewisseld door de beige peau-de-suède en box-calf handschoentjes en pumps. Nu we een werkelyke zomer genieten hebben de lichte zand tinten de voorkeur en strekt deze voorkeur zidh uit naar het zeer eenvoudige gladde model, dat het beste den stryd voert tegen droogte, en stof. In het model der schoentjes is maar wei nig verandering gekomen. Iets langerd neus, iets meerdere ronding en verder de „Neen' antwoordde hij, „e«n van zijne radertjes mocht eens in de ver warring zoek raken. Als ik morgen nog leef, zal ik eien schnotevel lateni koopem, onr het hem als een laatste geschenk aan te bieden. Dat aal een waardig aandenken zijn en hem ze ker te pas komeni. O, dht zijn vader sterven moestdat ik die kroon niet in diens handen kan achter laten. Maar God was rechtvaardig. Hij strafte iir.j in miijne kinderen. Ik heb de meeaten Hunner overleefd.” Een snik verscheurde zijn borst en groote tranen rolden hem over de wangen. Grootvader”, riep de Dauiphine. diep bewogen door de droefheid van dien man dien zij altijd als volkomen harteloos had bteschouwd. ,.Ik ben hier niet oin over mijzel- Ven te spreken hernami hij, zichzelf geweld aandoende, om wedieir zijne uiterlijike kalmte te h£irwi)nine|n. „Toi- ntoïi. het is ons ongeluk, dlat wij bijna daan maakt.. ,,O, Sire, ik bid u..»” stamelde de Dauphine. „Giij wilt mij tegenspreken? Welnu, zie mij m de oogen, (techier der groo te keizerin, en durf het mij toeroe pen Gij vergist U gij zijt n trouw rentmeester geweestuwe regeering was Frankrijk tot zegen. Do jonge vrouw sloeg <te oogen ne der. Zij kon geen onwaarheid zeggen, zelfs niet om een stervende te bevre digen;. „Ik dank u voor uwe oprechtheid, kind1”, hernam de koning zacht. „Al doet zij pijn, caij is mij welkom, na p' de leugens en het gevlei, dat ik van mijne jeugd) af heb aangehoogd. Ik ben geen opgeblazen diwaas. Ik wept thans walt ik gedaian heb. Frankrijk werd) door mij aan dien zoomi van een gapenden afigrond gevoerd. Dat het daarin nog niet nedersitortte, is een wonder en zeOr zeker niet mi jn sdiuld O. als ik mij herinner met welke hei lige voornemens ik eenmaal den troon beklom. Geen jonge vorst heeft ooit Zoo vurig kunnen wenschen een vader voor z jn volk te zijn, de grootheid van zijn rijk te bevestigen en alles ging goed, tot den dag, waarop ik, (teer hoogmoed verblind), het buiten God meende te kunnen stellen. Ik ook hald boeken geiefcen. gefen romianinetj^s zooals gij, dat zijn maar kleine adder tjes die het geluk döoden. Ik -greep naar de hydra van het ongeloof, de onderdeel daarvan en als prikkel om altijd zuinig te zyn, kan het vasthouden daaraan geen kwaad. Het proces over het beklag op het depar tement van buitenlandsche zaken en het Rylcs-archief heeft het resultaat gehad dat wy verwachtten. Een ministerie laat een dergelyk geval niet doorgaan als het niet weet goed in zyn bewyzen te zitten. Trou wens het geval was nogal mal en het is maar gelukkig dat het dezen afloop heeft gehad want anders had men licht een her haling ervan gezien. Misschien geeft dit geval de Regeering eens aanleiding om de kwestie van beslaglegging teherzien. Het Ijjkt ons dat alleen de overheid dit recht moet hebben en dat het niet aan onderge schikte menschen als deurwaarders moet worden overgielaten. Deurwaarders nemen altyd slechts zeer eenzydig kennis van zakeA en handelen op bevel van één party zonder overleg met de tegenparty. Over het al|ge- meen heeft het optreden van een deurwaar der niets te beduiden dan wat bangmakerij. Maar het is dan ook gewenscht, dat zy met hun middelen niet verder dan dit effect moeten kunnen gaan. Voor de groote steden vooral was een centraal lichaam ter bestryding van wan betaling dringend noodig, want dit kwaad woekert hier weilig, bevorderd door de grootte der stad, die maakt dat de wanbeta lers telkens naar een anderen hoek van dC' stad verhuizen en daar opnieuw met him praktyken beginnen. Door het huurkoop- stelsel is de wanbetaling zeer bevorderd en het lijkt ons dat het allen plicht der over heid was daaraan eens paal en perk te stel len. ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2..90, per week 22 cent, overal waar de tezorging per looper geschiedt. Franco per poet per kwartaal 3.15, met Zondagsblad 310. Abonnementen worden dageiyks aangenomen aan ons Bui eau: MARK1 31, GOUDA, bjj onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zyn dageiyks geopend van 96 uur. Administratie Tetef. Interc. 82; Redactie Telef. 88. Postrekening 48400. pennestreek en nu eia dan en ik werd er voor beloond cteor den glimlach eener vrouw maar o. de moeite van hel wekter ophouwen Ik laat u eene sombere erfenis na. mijne kinderen. Zondler u zou Berry dien omtenaars- last onmogelijk kunnen dragen. Steun hem in zijn zwakke uren. En nu, goe den nacht. To'non. Ik stoorde u in uwe lectuur, om u te laten lezen in een boek, dlat tot opschrift draagt „Een verspeeld leven Het bitterste is wel, dlat onschiufldigen er onder moe ten lijdien, gij in de toekomst, veie anderen' in het verledtenmaar bo vena? die heilige, die zioolange jare«i aan mijne* zijde stond. Lodewijk XV maakte zijne vroutv. de schoone Mar- garetha van Schotland, zoo rampzalig, dat zij op haar sterfbed urtiriep: „Fi de la' wie. Qu’on ne n’en parleplus. Ik gaf Mar a LOczinska alle relden met dlenztelfden kroot van die aardle te ver dwijnen maar zelfs bij haar heen gaan klaagde zij mij niet aan en toch was haar bestaiau slechte eene lange foltering, Zoo heb ik1 elke bloém, die voor mijne schrede» ontlook, vertre den. Dat wordt er van den mensch, die eigen leven zonder hulp van bo ven besturen wil. Bid zoo straks voor mij ik ga trachten de vergiffenis te ontvangen van den God, dien ik zoo lang verloochende. GO I INIIE COURANT.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1928 | | pagina 1