-1
I
Blad.
op dil lbo
ara
NDÊN
99|a
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
Zaterdag II
«o. 18840
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
ekbank
EEUILLETON.
i
I
Marie Antoinette.
EERSTE BLAD.
UW-
uwzwakte
uwhoofdpjn;
fl
NG’S
AMINI
iTTEN
luj,ü«tua 192»
BERGAMBACHT, BERKENW0UDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUW1JK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
50 143C
Den Haag.
HOORWEG.
HAGENAAR.
X
MODBPRAATJE.
42
(Wordt vervolgd).
2 flessohen 21.—.
«n.
100.-
Koningin en martelares.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
t.|
Rotterdam
tin, Breukband»
rljacourant grill,
670?
ENINGEN
Of TMW—rde oplag» eieo »x.
87*Jaargang
«(punt van den
in het eerste, zal
__>voideren dan den
vrede. Naarmate ecliter het zwaartepunt
verplaatst wondt naaf het tweede, zullen
de godsdiensten meer in dienst komen te
staan van het vredosideaal. En het is niet te
ontkennen, dat het op de conferentie door
de belijders van verschillende godsdiensten
(gesprokene, bewijst, dat eene beweging in
de goede richting gaande is. iDtae beweging
aan-
orliggen, smetten a
jjrand-, any- en ver-
rhanden en voeten, n-
ive huid, huidveriehll- j
en, zweren, open bee
nde in en uitwendig
nen met Wortelboert
.•ia Wortelboer.
cent bij de verkoop»*
tiJMlan. 9M tl
ligt in de beginselen vpn .waarheid, liefde en
rechtvaardigheid, die, liggen op den bodem
van de menachelijke kiel. Engten aanzien
van deze beginselen is er vrijwel overeen
stemming.
Zoolang nu het zi
godsdienst gezocht v
hy den oorlog meer
i dat alles komt van
weren moeten, zijn
Van daar dan die
spoedige vermoeid
en zwaar Itfden; en
de zenuwen te ver
zender uitzondering voortleven alsoi
er iiiooit een einde moest kernen aan
dit bestaan. Wij zien hondlerden tijd-
genopten om ons been vallen en toch
beseffen wij niet, dan bij vluchtige
ogenblikken, dat ook onze ure een
maal zal slaan. Ook die uwe zal een
maal komen, mijn kind. Draag zorg
zoo te leven, dlat g j haar zonder vrees
zonder wroeging tegemoet kunt zien.
Gij zult bij uz«lve zeggen, dat ik de
laatste ben om zulk een raad te geven.
Ik ben integendeel die eerste., wiens
p.icht dat is want ik gevoel thans,
beter dan eenig ander, wat hot zegt
op den drempel delr Eeuwigheid! terug
te moeten blikken op eén onwaardig,
een schuldig verleden.”
„O, grootvader.”
,.Val mij nielt in de rede mijn tijd
is kort en ik heb nog veel te zeggen.
Het is wonder hoe helderziend men
op eejftmaal wordt, als men zichaelveu
verloren weet Misschien scheurt de
hand deg Doods een slwer weg, die
ons bl nddoékte- Marie Antoinette,
hoor mij aan Ik ver'oed vorstinnen,
die in de plaats van haar gemaal wil
len heersohen maar hier wordt dat
een noodzakelijkheid. Berry is zwak
en wankelend van karakter, er steekt
geen koning in hem.; hij had een
voorbeeldig monnik kunnen worden.
Het zal uw plichlt zijn, onthoud dat
wel, uw dure plicht, ai uw invloed op
helm te gebruiken, om dan van hem
te verkrijgen diat hij mijn werk onge-
Het leven is een geruisch, zóó mach
tig, dat het belet, de schreden van den
dood te bemerken.
boeken van mijn tijd. Hoe, de den
kende, ontwikkelde imensch afhanke
lijk van een Opperwezen Hij was
zijn eigen meester, de schepper van
zijn lot, geroepen tot alleenheerschen,
tot glimlachen over de oude sprook
jes van het bijgeloof, zich vrij te ma
ken van eiken dwang, niet naar een
denkbeeldig geweten, maar naar de
stem van het allesomvattend vei stand
te luisteren. En ik wetrd zulk een al-
leenheersciher”, riep de koning met
een ontzettende*! lach. Slechts pm
(het voorbeeld te geven aan dedjomme
menigte, die een muilkorf noodig had,
nam ik nog voor Itei uiterlijk mijne
godsdienstplichten waar. In werkelijk
heid rukte ik mij vrij van alle banden
Gij ziet aan mii/J 'wat dé gevolgen dlaar
van zijn. Satani werd van een engel
de vorst dér Duisternis, nadat hij had
gesproken: „Ik zal niet gehoorza
men’. Lodewijk die Welbeminde werd
door zijn hoogmoed niet minder dan
een verrader voor zip volk; want ik
heb de vijanden van Ontucht, Armoe
de en Rebellie het land binnenge
voerd. Maine Antoinette, uw werk moet
zijn allereerst mijne misgrepen door
bodewijk XVI te doen herstellen. Ik
kan ze u niet afzonderlijk opnoemen,
mijne krachten schieten, daartoe te
kortinaar laat hem al zijne krach
ten inspannen dalörtoe en help hem
daarin met de ifwe. Het zal een reu-
zetaak zijn. Vernielfen gaat zoo ge
makkelijk. Het kostte mij slecht» een
loen zich te
len als het
erzwakt is;
n algeheele
zal dar
.ebben.
>ist*Tamine
zijn in hun
g bijzonder
laar zij het
>men zuive-
icele zenuw-
iden krach-
De vitami-
z. heilzaam
beer een <Joo.->
zenuwgestel
/onderdadigo
t, betalen wij
enig na ont-
ledige doos
in doozen van
n 5 Z.SO bljde
Apotheker» cn
isten
HOLLANDSCHE
INDUSTRIE MIJ
.Ycast Vll»”l
- Den Hu|
menschen nog te veel aantrekt, waardoor
zij te veel aan reiskosten uitgeven, te veel
tijd aan de reis zelf besteden en zy het
goedkooper en beter dichtbij hadden kun
nen vinden. Maar daarin zal wel op den
duur verandering komen. Het feit dat
iedereen er thans op uittrekt, is op zich izelf
al verheugend.
Met eenige zuinigheid is altyd wel iets
over te leggen dat voor dit goede doel be
steed kan worden.
Van zuinigheid gesproken, ons werd dezer
dagen een geval meegedeeld dat weer een
aardig licht werpt op de zuinigheid der
overheid. Den Haag bezit eenige noodscho
ten. Dat zyn houten barakken, die daar wor
den opgeslagen waar gebrek aan school
ruimte bestaat. Het is wel een duur zaakje
dat verplaatsen van die barakken maar het
is gemakkelyk. Een dier noodschoten stond
al een tydje op een zelfde plaats en zij werd
kort geleden keurig opgeschilderd. Nauwe
lijks was dit gebeurd of de school werd af
gebroken om verplaatst te worden. Natuur
lijk was het met de keurige beschildering
daardoor afgeloopen. Dit is zoo’n typisch
staaltje van de bureaucratie. Het onder
houd van deze gebouwen ressorteert gelyk
te begrijpen is onder een andere afdeeling
dan het beheer dier gebouwen. Samenwer
king 'bestaat er in den regel tusschen zulke
afdeelingen niet en de gevolgen zijn dan
ook dat noodeloos geld wordt uitgegeven.
Het passen op de kleintjes is nu eenmaal
een deugd die in overheidsbureaux niet al
tebest bekend is.
Een ander staaltje. De secretaris van een
examen-commissie zendt zijn oproepings
brieven rond maar vergeet dat stadsport
maar vyf cent is. Op alle brieven die hij in
den Haag voor de stad zelf verzond was
toch zeven en een halve cent geplakt. De
bewuste secretaris was uiteen provincie
stadje afkomstig waar misschien van dat
stadsport weinig of geen gebruik gemaakt
wordt.
1 Zyn maar kleinigheden, doch bij par
ticulieren komen die dingen niet voor.
Onlangs heeft het niet onvermakelijk
geval zich voorgedaan dat een rondschry*-
ven van het gemeentebestuur aan al zyn
afdeelingen om toch vooral het unifonm-
formaat papier te gebruiken, juist werd
•gedrukt op een abnormaal formaat. Het ge
val werd in de pers gesignaleerd, niet zon
der hilariteit. De verklaring kwam echter:
er was nog voorraad abnormaal formaat
en men bezigde dat by voorkeur voor bi-
zondere gelegenheden, waartoe ook deze
omzendbrief gerekend werd.
Overigens houdt men niet zoo strikt de
hand er aan dat het normaal formaat wordt
gebruikt. Nog heel dikwijls ziet men brie
ven met een paar regels op een heel groot
vel. Dan wordt die brief in een groote en
veloppe gestoken. Veel bezuiniging levert
dit alles waarschynlyk niet op, maar als
gevoeld.
BRIEVEN UIT OE HOFSTAD.
cMxixn.
Na al de wederwaardigheden van congres
sen en tentoonstellingen die wie in het laatst
van Juli hebben gehad, is thans de rust in
getreden, dfe rust van d». groote vacantie.
Een groot deel van de Hagenaars is op reis
en een ander deel hteft loge’s, waarmede
zy de openbare venhakelykheden van de
stad aftippelen. In sommige huizen heeft
men het wissed-systee0 nog toegepast: zelf
is men ergens in Gelderland in een woon
huis en de Gelderschen zitten in den Haag.
Veel opgang heeft dit ruiten niet gemaakt
omdat het niet in het voordeel van de huis
vrouw is, die haar huishouden houdt en dus
niet ten volle kah^he^ genieten van de
vacantie.
vJuist voor de huismoeders is het noodig
en aangenaam dat zy eens in het jaar eens
een poosje uit haar gedoe zyn. Zij zyn im
mers altyd in touw en kennen heel weinig
rust. Met het ruil-systeem waren zfij echter
nooit vry want zy behouden daarbij de be
slommeringen van het huishoudeïyk leven.
Het eenige wat van dit stelsel het voordeel
is, is het goedkoope. Alleen de reiskosten
komen er by maar anders gaat het gewone
teven door. Wie duis over een groot gezin
en een kleine beurs beschikt, is het stelsel
nog aan te bevelen, maar het gaat dan ten
koste van het genoegen van de vrouw des
huizes.
Over het algemeen heeft men tegenwoor
dig voor reizen heel wat meer geld over
dan vroeger en in vete gezinnen wordt ge
regeld gespaard om er ’s zomers een poosje
uit te kunnen. Dat is een) gelukkig verschijn
sel want niets doet zoo goed als een tijdje
los te zijn"van aïles, van je werk en je om
geving, je buren en je vrienden. Het groote
gemak van het reizen heeft gemaakt dat
ieder er aan mee kan doen en dat voor
iedere beurs wel een reisje is te vinden.
Jammer is wel dat het verre reizen de
Vrede door Religie.
In de afgeloopen week werd in Den Haag
een congres gehouden, uitgaande van den
wereldbond der Kerken en gewy’d aan de
vraag, in hoeverre de godsdiensten kunnen
medewerken tot bestrydiing van den oorlog.
Het komt ons voor, dat d'it congres voor
de oplossing van het waagstuk van de
vrede van de grootste beteekenig is. Van de
volken en niet van de regeeningen is ten
slotte die oplossing alleen te verwachten.
En op de houding der volken in dazen kan
de godsdienst een grooten invloed uitoefe
nen.
Het ligt niet in onze bedoeling 'n overzicht
te. geven van de talryke redevoeringen, die
OP dit congres door personen van verschil
lenden landaard en van verschillende gods
dienstige overtuiging zyn gehouden. By een
tweetal sprekers wenschen wy alleen stil te
staan.
De eerste is Mej. Nic. Braining te ’s Gra-
venhage, die in hare rede over „Opoffe-
ringsmoed” enkele o.i. zeer juiste opmer
kingen maakte over de ontwapening der
kleine volken als gevolg van de prediking
der ontwapening. Wie meent door die ont
wapening de kleine volken buiten de oor
logsellende te houden, zullen het naar de
spreekster meent, waanschynlyk mis heb-
ibep. Zy wenscht zich echter niet te laten
telden door mogelyike resultaten, maar door
de absolute, wet, die ons teven moet beheer-
schen. Wij weten alleen, dat het onze taak
is in de wereld God’s bedoelingen eeniger-
mate te verwezenlijken. De geloofshelden
tobben dit steeds getracht en a] zyn zy er
zelf door ten onder gegaan, toch is de
wereld door hen een stapje dichter tot het
groote ideaal gekomen. De mensch moet
durven te leven naar zijn innerlyken gees
telijken drang. Niet alleen voor den mensch
echter geldt dit, maar ook voor een voik.
Ook voor een volk is het beter onrecht te
lijden dan onrecht te doen. Opofferingsimoed
is voor den mensch en voor een volk noo
dig. Men moet desnoods zijn leven durven
geven. Dikwijls is dit misbruikt in den oor-
log, meent de spreekster. Men zegt dan, dat
het opofferingsmoed is in den oorlog te
gaan en zyn leven te geven, doch dit is niet
waar. Men gaat niet in den oorlog om zich
zelf te offeren, maar om anderen te offeren
en er zoo mogelijk zelf goeid af te komen.
Nu mag men denken over de wenschelyk-
heid der eenzijdige ontwapening door kleine
volken, zooals men wil, toch komt het ons
voor, dat de opmerkingen van Mej. Brai
ning er toe kunnen medewerken, het vraag
stuk zuiverder te stellen dan op politieke
vergaderingen gewoonlyk geschiedt.
Eene tweede rede, waarover wy iets wil
len zeggen te die van den Buigemeester
van Den Haag, Mr. Patyn. Gy hebt aldus
richtte deze zich tot het congues aan uwe
conferentie den naam gegeven „vrede door
religie”. De verbinding van deze beide ge
dachten noemde de spreker buitengewoon
suggestief; zy bevat als het ware een pro
gram. Zal intusschen de menschheid gehoor
geven aan dien op roep Geeft de geschiede
nis het recht tot optimisme in dit opzicht?
De heer Patyn meent, dat deze laatste
vraag niet bevestigend kan worden beant- - werd ongetwijfeld door -MO1’- Patyn ook
woord. De geschiedenis leert ons niet, dat
de godsdienst strekt tot het doen heerschen
van den vrede onder de menschen. De oude
heidensche godsdiensten hadden al hun oor
logsgoden, maar een God voor den vrede
hadden zij niet. De God der joden te een
heer der heirscharen. En het christendom
heeft allerminst den vrede gebracht onder
de chnistenvolken. Frankiryk heeft zijn acht
godsdienstoorlogen gehad: en zeer talrijk
zijn de oorlogen, waarin godsdienstige
tegenstellingen den adhtengrond van het
conflict vormden. En heeft nog niet onlangs
Lloyd Geoige, blijkens de bladen, aan de
kerken verweten, niets te hebben gedaan
ten gunste van den vrede
Al stemt d|it allies niet optimistisch en
zullen zij, die zilch een wedstrijd der gods
diensten in de bestaande kerken voorstellen
tot het wegnemen der duizend tegenstellin
gen van politieken en economischen aard,
teleurgesteld worden, toch acht Mr. Patyn
het beroep, dat de conferentie doet op de
religie, geen illusie. Dit beroep geldt, naar
hij meent, niet zoozeer de kerken als wel
het religieuse gevoel, dat op den bodem van
e'.ke menschelijke ziel liigt en dat op zyn
beurt een universeele moraal draagt, die
niet behoort aan een enkelen godsdienst of
aan een enkele kerk. Deize moraal wil niet,
kan niet willen, dat de menschen elkaar
dooden. Het is op haar, dat de conferentie
een beroep doet en dit beroep zal, meent
de heer Patijn, op den duur niet vmgeefsch
kunnen zijn.
Mr. Patijn heeft hier ongetwijfeld het
punt aangeroerd, dat de verhouding van de
godsdiensten tot den oorlog grootendeels
bepaalt.
De verschillen tusschen de godsdiensten
betreffen hoofdzakelijk hun dogma’s
en de verklaring, welke zij geven van het
wereldraadsel. Hier ligt o.i. echter niet het
eigenlyke wezen van den godsdienst. Dit
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring)
1—5 regete 1.80, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring.
1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.80. Advertentifa in het Zaterdagnummer 20
bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentita de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1-4 regels 2.06, elke regel meer 040 Op
de voorpagina 50 hooger.
Gewone advertenti&j en ingezonden mededeeüngen bij contract tot zeer gereduceerde^
prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiün kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van eoliede Boekhande
laren, Advertentiebureaux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan bet
Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te xQu.
ZomersclioeiseL
Ofschoon er oogenschijmtlyk niet zooveel
verschil in het schoeisel te bespeuren vailt,
zal een goede opmerkster wel degelyk con-
stateeren, dat de zomer vete veranderingen
meebracht.
Voor de gekleede genres wordt het schoen
tje immers hoe langer hoe lichter van kleur
en bewerking, voor de sport daarentegen
wordt het schoeisel steviger, donkerder en
steeds meer gericht op practilsch gebruik.
Nog altijd wonden voor namiddagdracht
de fijne schoentjes van hagedissen- en slan-
gertleer gedragen, afgewisseld door de beige
peau-de-suède en box-calf handschoentjes
en pumps.
Nu we een werkelyke zomer genieten
hebben de lichte zand tinten de voorkeur en
strekt deze voorkeur zidh uit naar het zeer
eenvoudige gladde model, dat het beste den
stryd voert tegen droogte, en stof.
In het model der schoentjes is maar wei
nig verandering gekomen. Iets langerd
neus, iets meerdere ronding en verder de
„Neen' antwoordde hij, „e«n van
zijne radertjes mocht eens in de ver
warring zoek raken. Als ik morgen
nog leef, zal ik eien schnotevel lateni
koopem, onr het hem als een laatste
geschenk aan te bieden. Dat aal een
waardig aandenken zijn en hem ze
ker te pas komeni. O, dht zijn vader
sterven moestdat ik die kroon niet
in diens handen kan achter laten. Maar
God was rechtvaardig. Hij strafte iir.j
in miijne kinderen. Ik heb de meeaten
Hunner overleefd.”
Een snik verscheurde zijn borst en
groote tranen rolden hem over de
wangen.
Grootvader”, riep de Dauiphine.
diep bewogen door de droefheid van
dien man dien zij altijd als volkomen
harteloos had bteschouwd.
,.Ik ben hier niet oin over mijzel-
Ven te spreken hernami hij, zichzelf
geweld aandoende, om wedieir zijne
uiterlijike kalmte te h£irwi)nine|n. „Toi-
ntoïi. het is ons ongeluk, dlat wij bijna
daan maakt..
,,O, Sire, ik bid u..»” stamelde de
Dauphine.
„Giij wilt mij tegenspreken? Welnu,
zie mij m de oogen, (techier der groo
te keizerin, en durf het mij toeroe
pen Gij vergist U gij zijt n trouw
rentmeester geweestuwe regeering
was Frankrijk tot zegen.
Do jonge vrouw sloeg <te oogen ne
der. Zij kon geen onwaarheid zeggen,
zelfs niet om een stervende te bevre
digen;.
„Ik dank u voor uwe oprechtheid,
kind1”, hernam de koning zacht. „Al
doet zij pijn, caij is mij welkom, na p'
de leugens en het gevlei, dat ik van
mijne jeugd) af heb aangehoogd. Ik
ben geen opgeblazen diwaas. Ik wept
thans walt ik gedaian heb. Frankrijk
werd) door mij aan dien zoomi van een
gapenden afigrond gevoerd. Dat het
daarin nog niet nedersitortte, is een
wonder en zeOr zeker niet mi jn sdiuld
O. als ik mij herinner met welke hei
lige voornemens ik eenmaal den troon
beklom. Geen jonge vorst heeft ooit
Zoo vurig kunnen wenschen een vader
voor z jn volk te zijn, de grootheid
van zijn rijk te bevestigen en alles
ging goed, tot den dag, waarop ik,
(teer hoogmoed verblind), het buiten
God meende te kunnen stellen. Ik ook
hald boeken geiefcen. gefen romianinetj^s
zooals gij, dat zijn maar kleine adder
tjes die het geluk döoden. Ik -greep
naar de hydra van het ongeloof, de
onderdeel daarvan en als prikkel om altijd
zuinig te zyn, kan het vasthouden daaraan
geen kwaad.
Het proces over het beklag op het depar
tement van buitenlandsche zaken en het
Rylcs-archief heeft het resultaat gehad dat
wy verwachtten. Een ministerie laat een
dergelyk geval niet doorgaan als het niet
weet goed in zyn bewyzen te zitten. Trou
wens het geval was nogal mal en het is
maar gelukkig dat het dezen afloop heeft
gehad want anders had men licht een her
haling ervan gezien. Misschien geeft dit
geval de Regeering eens aanleiding om de
kwestie van beslaglegging teherzien. Het
Ijjkt ons dat alleen de overheid dit recht
moet hebben en dat het niet aan onderge
schikte menschen als deurwaarders moet
worden overgielaten. Deurwaarders nemen
altyd slechts zeer eenzydig kennis van zakeA
en handelen op bevel van één party zonder
overleg met de tegenparty. Over het al|ge-
meen heeft het optreden van een deurwaar
der niets te beduiden dan wat bangmakerij.
Maar het is dan ook gewenscht, dat zy met
hun middelen niet verder dan dit effect
moeten kunnen gaan.
Voor de groote steden vooral was een
centraal lichaam ter bestryding van wan
betaling dringend noodig, want dit kwaad
woekert hier weilig, bevorderd door de
grootte der stad, die maakt dat de wanbeta
lers telkens naar een anderen hoek van dC'
stad verhuizen en daar opnieuw met him
praktyken beginnen. Door het huurkoop-
stelsel is de wanbetaling zeer bevorderd en
het lijkt ons dat het allen plicht der over
heid was daaraan eens paal en perk te stel
len.
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2..90, per week 22 cent, overal waar de tezorging per looper geschiedt.
Franco per poet per kwartaal 3.15, met Zondagsblad 310.
Abonnementen worden dageiyks aangenomen aan ons Bui eau: MARK1 31, GOUDA,
bjj onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zyn dageiyks geopend van 96 uur. Administratie Tetef. Interc. 82;
Redactie Telef. 88. Postrekening 48400.
pennestreek en nu eia dan en ik werd
er voor beloond cteor den glimlach
eener vrouw maar o. de moeite van
hel wekter ophouwen Ik laat u eene
sombere erfenis na. mijne kinderen.
Zondler u zou Berry dien omtenaars-
last onmogelijk kunnen dragen. Steun
hem in zijn zwakke uren. En nu, goe
den nacht. To'non. Ik stoorde u in
uwe lectuur, om u te laten lezen in
een boek, dlat tot opschrift draagt
„Een verspeeld leven Het bitterste
is wel, dlat onschiufldigen er onder moe
ten lijdien, gij in de toekomst, veie
anderen' in het verledtenmaar bo
vena? die heilige, die zioolange jare«i
aan mijne* zijde stond. Lodewijk XV
maakte zijne vroutv. de schoone Mar-
garetha van Schotland, zoo rampzalig,
dat zij op haar sterfbed urtiriep: „Fi
de la' wie. Qu’on ne n’en parleplus.
Ik gaf Mar a LOczinska alle relden met
dlenztelfden kroot van die aardle te ver
dwijnen maar zelfs bij haar heen
gaan klaagde zij mij niet aan en toch
was haar bestaiau slechte eene lange
foltering, Zoo heb ik1 elke bloém, die
voor mijne schrede» ontlook, vertre
den. Dat wordt er van den mensch,
die eigen leven zonder hulp van bo
ven besturen wil. Bid zoo straks voor
mij ik ga trachten de vergiffenis te
ontvangen van den God, dien ik zoo
lang verloochende.
GO I INIIE COURANT.