m WH DORLAS' THEE 'iWj.r a hjn m m m m m m mm m lm m rm m w m De Centrale Administratie. ■Wü- SPAARBANK H TV, J - Raadsels voor de Jeugd. li mmH iaiaa8il iw> mm 13jk zelf wel bedenken. Ven do zijde van do eigenaars is Ine* zeer groot») voordeel aan dit stelsel verbonden dat alle betaliu gen onmiddellijk k oontaut geschieden eu daarJjooir heeft dit bedrijf een voorsprong op a#e andere die niet onderschat moet. woorden. Hat is niet alleen de zekerheid dat liet geld binnenkomt -'men zegt dat \eio winkeliers 10 k 12 pot kwade sohuld lierekjenen - maar zij hebben het gdld ook veel eerder irt de kas zoodat een groot be' drag aian kiaegrild diet noolig is Op één „geheim" \ian deze instellingen wiljjon we tor leering van alle winkeliers nog eens wujzen n.l. op de goode en stipte expeditie van het verkochte. Over het al gemeen laat do tMMorgllng door de winkels van hetgeen door do menschon gekocht is, zeer veel to wensohen over. Mbn heeft voor dat werk hot mooet ongestehlklc per soneel dat men zidh denken kan n.l. jon gens. Een jongen die loopjongen wordt in een winkel, is eigenlijk eon mislukkeling. Hij heeft geen vak geleerd en zak het ook nooit gaan leeren Daarom zqokt hij eon beirekking waarin absoluut geen vakkennis noodig is on onder de zeer weinige van dergelijk© functies is die van loopjongen oen dor gemakkelijkst barAkbare. Er is altijd behoefte aan want al» die Jongens eirgens anders een kwartje per week meer kunnen verdienen, laten zij hun baas on middellijk in dien stook. Alle begrip van verantwoorde! ij khead missen zo en in de zaken rust op lien juist een belangrijke taak. Wlio iet» gekocht hooft - en betaald ook - maar het niet op tijd thuis bezorgd krijgt, wordt vast en zeker nijdig. Daarom is het zoo'n verstandige daad van de groote magazijnen dat zij mannen jn dienst namwn voor die expeditie «n het transport-(Het is natuurlij k vdel duurder maar het staat wel vast dat deze kosten er uit gehaald wotrJian, al was het alleen neieda door de overlast die men' zeif onder vindt van het aantal klachten welke over de jongens plegen binnen te kojnen We /Ijn met oinzen Ijdlof lueoleinadt op een zijspoor geraakt en hadden eigenlijk wil ton Vertélen hoe gezellig het was op dieft wi kelavond. Do mensclien die je ziet, zijn alle ook in een goeie bui en zo hebben allemaal wat gold in de zak dat er aan gelooven moet. Gplegonlveid daartoe Is er genoeg want do winkels zijn alle 'overvol al valt het ons op dat veef nieuwigheden tct meer aan de markt gebracht worden- Het monsohelijk vernuft schijnt uitgeput te zijn Maar het is en blijft een genoegen al dat schoons weer eens in oogonsohouw te nemen en je zou zeker wenséiov nog eens heel jong te zijn om de emoties door te mik en die oen kind te gemeten krijgt bij dit vele mooie. Het was een gezellige, genotvolle avond, één waarbij je allo beelomtmoringen van den dag vergeet en nog weer eens vol-op jong kunt zijn mé de jongeren. HAGENAAR. MODEPRAATJE. Nieuwtjes voor de Auto. „De Mode" die de hand heeft in vele din gen, heeft ook allerlei nieuwtjes gedecre teerd voor de auto, die door de elegante autorijdster» moeten worden gedragen of aangeschaft, willen zij aanspraak maken op den titel van „modieuse vrouwen". Een speciale losse mantel van obergele wollenstof is het eerste wat wy van deze voorgeschreven autokleeding te zien krij gen. Hij is ruim, klokkend en met bont ge voerd. Hij laat zich ook als pelerine om de schouders slaan, waarbij het juist de „chic" is, dat de mouwen er als levenlooze dingen bijhangen. Ook de pelerine-jas is weer in de mode en wordt in *t bijzonder „voor den auto" gelanceerd. De jas zelf is van stevig café- au-lait kleurig tweed, recht van model met groote 'opgestikte zakken, die van boven eindigep in een paar breede patten. Zijn pelerine h ^an den. linkerkant zéér kort. Daar bedekt \y nauwelijks den mouw, ter wijl hij naar rechts in schuine richting lan ger wordt en naar achter toe steeds meer klokkende lengte krijgt, zoodat hij tenslotte afhangt tot aan de heup. Een mooie col van vossebont maakt deze jas tot een werkelijk elegant type. Het spankapje met afgeslagen oorklep, dat het hoofd bedekt, de met bont gevoerde nappa mousquetaires, de Russische laarsjes, die hem completeeren, maken met hem een even zwierig als gezocht auto-geheel uit. Prachtig is ook een pelerine-mante^ van snobe-grijs laken met bontkraag van vosse- vacht in dezelfde tint. Deze mantel heeft een slanken vorm, zijn pelerine is recht en hoekig en is van achteren in twee vleugels verdeeld. Het grijze muts-hoedje, de grijze slobkousen en schoentjes van slangevel ma ken ook dit toilet weer tot een ensemble van groote distinctie. Natuurlijk worden in de groote luxe auto's ook luxueuse ensembles gedragen. Madame moet zóó kunnen overstappen in het groote hotel of in de dancingzaal en zij draagt daarvoor een vieux-rose mantel van apart snit, die met een lange shawlkraag en manchetten van zwart bont gagarneerd is. Daaronder draagt zij een toiletje van zwart crêpe-de-chine met een vieux-rose halsgar- neering en vieux-rose zakken, die met goud opgewerkt zijn. Ook voor de auto-kleeding van het jonge meisje is gezorgd. Dat draagt een pastel blauw ensemble, waarvan de mantel van fyn-geweven Yersey met goudstreepjes ge- lameerd is. Naar boven loopt de pastelkleur tot lichtblauw uit en op de hoogte van een empiècement is de stof in zig-zag vorm overgestikt, zoodat het net is of er goud- flitsen over den mantel schieten. Het gelameerde casaquelijfje is ook van licht tot donker genuanceerd en is beves tigd op een geplisseerd Jersey rokje. Een E«n Gezaghebbend oordeel- groote roodvos dient in naturelvorm als lange kraag en maakt dit toiletje tot een wonder van gracieuse harmonie. Voor jonge dames ziet men ook liet korte met bont omzoomde jasje van trieotstof, dat met het aardig geplooide rokje een fraai complet uitmaakt voor de auto. Een ronde babymuts met flinken. bontrand maakt het tot een pittig geheel. Zooals de mode in alles zoekt naar assor timent tegenwoordig, zoo wil zy ook alles assorteeren wat tot de auto-uitrusting be hoort. Zij ziet graag een in beige uitge doste dame in een beige-gestoffeerde auto, een grü'ze rydster in een grb'zenauto De kleur van den mantel, zoo mogeiyk ook zyn stof, moeten in harmonie zyn met die der autokussens, We kussens moeten harmo nieeren met den shawl der dame, met haar hoed, hare tasch, hare schoenen en hand schoenen. In alles is er groote weelde en veel variatie, daar de dame uit de haute volée natuurlyk verscheidene wagens bezit, die voor verscheidene doeleinden van tel- keifB ander kaliber zy'n. Sommige vrouwen drijven de chic zoover dat ook het poppetje dat als fetisch voor het auto-kykgat hangt, in overeenstemming is met haar toilet en met het interieur van haar auto. Gelukkig zyn dit voor het meerendeel nieuwtjes die in Parys opgang maken, zoo dat het mogelyk een heele tyd duren kan, alvorens ze in ons degelyke landje geac cepteerd worden. GRACE ALLAN. Bahoud onzer welvaart. Het is gebeurd in het laatste reisseizoen, aldus vertelt de redactie van „Nederlandse!» Fabrikaat", toen een Nederlandsche familie naar Karlsbad was getogen om te genieten van de grootsche natuur en Pa in een schoenwinkel een paar pracht laarzen niet Engelsch merk had ontdekt. Thuis geko men werd nog vol lof gewaagd van het Engelsche kunstproduct, dat zoo uitstekend te pas gekomen was by de klimpartyen, en werd met veel ophef verteld dat zulke schoenen toch maar niet in Holland te kry- gen waren. Totdat een vriend, die biykbaar meer ervaring op dit gebied had opgedaan, de binnenzyde van het lipje der schoenen aan de onzichtbaarheid onttrok en las: van Schyndel, Waalwyk! Dit vermakelyk voorval doet er ons weer eens aan denken, dat wy voor ons vader- landsch fabrikaat wel wat meer respect mogen toonen dan gewoonlyk geschiedt. En het doet ons tevens opnieuw beseffen, dat onze welvaart ten nauwste samenhangt met onze handelspolitiek. Want mede aan onze tegenwoordige politiek van vry handel, wel ke de grenzen niet tot kunstmatige slag- boomen maakt, is het te danken dat ook 1928 weer een bevredigende toename van den uitvoer en een vermindering van den invoer doet zien. Een en ander wordt ver oorzaakt door onzen handel met het bui tenland, welke van kwartaal tot kwartaal stygend kan worden genoemd. In de laatste jaren neemt Nederland gelukkig weer ge stadig in bloei toen en begint zich de vroe gere welvaart wat meer te accentueeren; dit valt in onze groote steden en zelfs in vele kleinere gemeenten op te merken, waar ver schillende ondernemingen tot een uitbrei ding durven over te gaan. De allergrootste uitbreiding hebben in- tusschen wel ondergaan de ondernemingen, die vrywel uitsluitend voor de internatio nale markt werken. Een schoolkind weet u te vertellen van de Philips-fabrieken, de kunstzyde-industrie, de raargarine-fabrica- tie en de Calvé-fabrieken, die byna geheel op de export-industrie zyn aangewezen. Wy mogen er niet aan denken welk een ramp het zou beteekenen, wanneer deze indus trieën onder den druk van tariefsbelemme ringen van het buitenland, die zouden zyn uitgelokt door eigen beschermende maat regelen, tot inkrimping van het bedryf of tot gedeeltelyke stopzetting zouden moeten overgaan. Niet alleen het lot van de vele duizenden, rechtstreeks by deze export-in dustrieën betrokken, staat op het spel, doch dp welvaart van ons geheele land, want wy weten wat het beteekent, wanneer zooals vier jaren geleden onze handelsbalans een minus van byna 50 millioen aanwyst. Wy hebben onze eigen welvaart dus voor een deel in eigen hand by de te volgen handels politiek, en het herstel van Nederland dat thans gelukkig waarneembaar is, bewyst dat wy onze oude beproefde handelspoli tiek, die van den vryhandel, onverzwakt moeten handhaven! ONDERWIJS. Drs. J. J. L. Duyvendak. Benoemd tot professor aan de Co lumbia Universiteit te New-York. Drs. J. J. L. Duyvendak, lector in het Chl- neesch aan de Leidsche Universiteit, die, zooals reeds gemeld, half Januari naar Amerika zal vertrekken, om op uitnood* ging van de Columbia University te New- York, gedurende een half iaar aldaar een reeks colleges te geven, is door deze Univer siteit benoemd tot professor. Hy blyft ech ter aan de Leidsche Universiteit verbonden. Op den 21sten dezer, zal de heer Du vendak aan de Leidsche Universiteit promoveeren tot doctor in de letteren en wysbegeerte op een proefschrift: „The boek of Lord Chang, a classic of the Chinese school of law." Als zyn promotor zal optreden prof. dr. M. W. de Visser. Er bestaat voor deze promotie belang stelling. By de algemeene beschouwingen over de Gemeentebegrooting 1929 is door Mr. de Witt Wynen herinnerd aan de door hem geopperde wetteiyke bezwaren tegen de door B. en W. in November ingediende voorstellen tot het instellen van een cen trale administratie, welke wettelyke be zwaren toen door den wethouder Van Staal Indien de ontvanger boeken moet doen houden en de rekening moet doen opmaken by een anderen dienst onder zyn verant- woordelykheid, dan moet de consequentie zyn, dat de ontvanger de man is, die de lakens uitdeelt. Maar is de directeur van den anderen dienst tevens verantwoordeiyk voor de gecentraliseerde en voor de gede- £1 zondei gelijk» gebrui f In 7 1 by- tingeii en diens adviseurs niet als juist zyn erkend I centraliseerde administratie, dan zou deze (j^ jjagg moeten zyn. Een conflict zou in zoodanig geval al heel moeiiyk te vermyden wezen. Het werken zou onmogelyk worden. De gedachte aan centralisatie heeft hier de voorstellers te ver gevoerd. Centralisa tie van kasbeheer Kan heel wel ten kantore van den ontvanger plaats hebben, zonder dat daarvoor een algeheele reorganisatie noodig is, zooals werd voorgesteld. Wy hebben zoodanige centralisatie o. a. bespro ken in de hoofdartikelen in onze nos. 3622, 8778 en 3835. De meening van den rapporteur, dat het niet juist is, dat ten kantore van den ont vanger kasbeheer met administratie is ge combineerd, kunnen wy niet deelen. Wel wordt steeds gepleit voor scheiding van kas en boekhouding, maar dan wordt bedoeld een boekhouding van bezittingen en schul den en niet enkel een administratie betref fende het kasbeheer. Het kasbeheer behoort aan den ontvanger. En by dit kasbeheer sluiten het byhouden der grootboeken en het opmaken der rekening geheel aan; boe ken en rekening vermelden de ontvangen en uitgegeven bedragen en geven alleen een nadere rangschikking naar aangegeven bron en aard. Zy betreffen het kasbeheer zelf en gaan niet verder, zooals by een z.g. com- mercieele boekhouding. Ook in dit opzicht heerscht o. i. in het voorstel vermenging van begüppen. In de stukken en t&dens de beraadslaging in den Raad is gewezen op art. 13a der boekhoudvoorschriften voor Zuid-Holland, luidende: „In byzondere gevallen kan by besluit van ons college, behoudens Koninkiyke goedkeuring, machtiging worden verleend tot afwyking van het bepaalde in een of meer artikelen dezer voorschriften." Er is dus afwyking van de boekhoud voorschriften mogelyk, maar dit kan toch nooit betreffen afwyking van de by de wet aan den ontvanger opgelegde verplichting tot geregeld boeken en tot het doen van rekening. De bedoeling dezer bepaling zal dan ook niet kunnen zyn om een regeling mogelyk te maken, zooals in Gouda werd voorgesteld. Ten slotte nog een enkel woord omtrent een bepaling der by het voorstel behoorende verordening voor den gemeenteiyken op haal- en stortingsdienst, annex spaarbank. In bedoelde verordening werd voorgesteld, dat Burgemeester en Wethouders ten be hoeve van de ontvangsten en betalingen door den ontvanger te bewerkstelligen een rekening kunnen openen by het girokan toor der gemeente Amsterdam, by den post- chèque- en girodienst of by een particu liere bankinstelling. Daarop volgt dan de bepaling, dat ingeval van inning of beta ling door middel van overschryving door den ontvanger geen kwytingsbewyzen wor den gevorderd of gegeven en dat hy' als dan kan' volstaan met de kennisgevingen van debiteering of crediteering in rekening- courant. Indien mocht zyn bedoeld, dat dit ook zou moeten gelden krachtens een veror dening voor betalingen door gemeente of hedryven verschuldigd, dan meenen wy, dat slechts mag worden toegelaten, dat overschryving by het girokantoor van Am sterdam of by een particuliere bankinstel ling als kwyting mag worden aangenomen, indien biykt, dat het bedrag aan de reke ning van den crediteur is ten goede geko men. Enkel een kennisgeving van debitee ring door het Amsterdamsche girokantoor of door een particuliere bankinstelling geeft geen bewys, dat het verschuldigde aati den crediteur en aan niemand anders is vol daan. De rapporteur zegt nog, dat volgens het voorstel de ontvanger eerst met recht kas sier der gemeente wordt en dat door het bewerkstelligen der ontvangsten on beta lingen in giro, het kantoor van den ontvan ger feiteiyk een modern girokantoor wordt. Het geheele voorstel geeft den indruk, dat het instellen van een girokantoor de ge dachte te veel heeft beheerscht." van nul en geener waarde zyn be schouwd. Hoewel Mr. de Witt Wynen reeds steun voor zyn opvattingen heeft gevonden in uitspraken van Mr. van Poelje, is thans ook het gezaghebbend orgaan „De Gemeente stem", de juridische bezwaren van Mr. de Witt Wynen nog eens komen onderstreepen. Na vermelding van den inhoud der voor stellen, geeft thans „De Gemeentestem" haar oordeel aldus- „Ons eerste bezwaar is, dat hier het wette- lyk voorschrift van art. 115 der gemeente wet met voeten wordt getreden. By' deze bepaling is aan den ontvanger, en aan hem alleen, opgedragen om van de door hem voor de gemeente ontvangen inkomsten en gedane uitgaven geregeld boek te houden en jaarlyks rekening te doen aan Burge meester en Wethouders. Boekhouding en rekening van den ontvanger moeten voorts volgens art. 115 worden ingericht volgens voorschriften, door Ged. Staten, onder Ko ninkiyke goedkeuring, te geven. Een bepaling in de instructie van dén ontvanger, dat hy zyn grootboeken en zyn rekening moet doen houden door een ande ren dienst, is hiermede ïynrecht in stryd. Terecht wordt in het standaardwerk „Het Nederlandsch Gemeenterecht" (1) gezegd, dat innen en betalen en anders niets volgens de bestaande wet des ontvangers taak is, en dat zy wordt gecompleteerd met de ver plichting die uit haar rechtstreeks voort vloeit: geregeld boek te houden van de door hem ontvangen inkomsten en gedane uit gaven en jaarlyks aan Burgemeester en Wethouders rekening te doen. Alleen de ge meentewet, wordt voorts in dit werk ge zegd, is de grondslag voor des ontvangers rekenplichtigheid (2). Geen enkele bepaling der instructie van den ontvanger kan tekort doen aan zyn plicht en zyn recht om zyn boeken by te houden en zyn rekening op te maken. De ontvanger zou een dergel yke bepaling ter zyde kunnert leggen en rustig kunnen door gaan met het werk, dat de wet hem op draagt. Indien een andere dienst tevens grootboeken zou byhouden en een rekening zou opmaken, zou dus dit werk dubbel ge schieden. De ontvanger zou terecht kunnen weigeren zyn handteekening te plaatsen onder een rekening, welke niet door hem is opgemaakt. De woorden van de wet zyn zoo duidelyk ten opzichte vqn dit punt, dat een afwy king, zooals hfër werd voorgesteld, ontoe laatbaar is. Wy behoevei/daarom ten op zichte van dit wettelyk bezwaar, dat ook in de raadsvergadering naar voren is ge bracht, niet verder in beschouwing te tre den. Het is ons niet duidelyk hoe men er toe is kunnen komen om te trachten het wette lyk voorschrift op zyde te schuiven. Wel spreekt het voorstel er van, dat de ontvan ger grootboeken en rekening onder zyn ver- antwoordeiykheid door de centrale admini stratie zal doen houden, maar dit brengt de zaak niet in het rechte spoor. De ontvanger kan alleen vrywillig en geheel op eigen verantwoording een deel van het hem by de wet opgedragen werk door een ander doen verrichten. Dwingen kan hem daartoe niemand. Dit alles doet ons de voorgestelde bepa ling in de instructie van den ontvanger verwerpen. Maar er is ook nog een prac- tisch bezwaar. De voorgestelde bepaling zegt in de eer ste plaats, dat de centrale administratie onder verantwoordelykheid van den ontvan ger de grootboeken en de rekening zal hou den. In het laatste lid wordt evenwel be paald, dat de directeur van den dienst der centrale administratie verantwoordelijk is voor het administratief-technische deel der gecentraliseerde en gedecentraliseerde lx»ek- houding. Wij vragen ons af, wie nu feiteiyk vol gens die bepalingen niet volgens de wet, want deze is duidelyk genoeg vernnt- woordelyk zou zyn. Zou de directeur van de centrale administratie ook nog verantwoor- deiyk zyn voor de ten kantore van den ont vanger gedecentraliseerde administratie Het komt ons voor, dat hier by de ontwer pers ook de scheiding van de verantwoor delykheid geheel uit het oog is verloren. 1) Oppenheim-v. d. Pot, „Het Neder landsch Gemeenterecht", vyfde geheel her ziene druk, deel II, blz. 399. 2) t. a. p. deel II, blz. 402. De Electrische verwarmingeinstallatie in de St. Janskerk Het is nog pas van recenten datum, dal men verwarmingstechniek als een afzonder- Lyk vak is gaan beschouwen. Vroeger was het algemeen en heden komt het nog vaak Ivoor, wanneer men een lokaliteit wilde verwarmen, dait een kachel, in den vorm zooals wy die voor bepaalde doeleinden kennen, werd geplaatst. Het vuur in deze kachels werd onderhouden, afhankelyk van doel en vorm met groote blokken hout, cokes of anthraciet. Waren de lokalen van groote afmetingen dan was een kachel niet meer voldoende. Deze verwarming kenmerkte zich niet alleen daarin, dat de zoogenaamde kamertemperatuur dis varieert van 1820° C., niet kon worden bereikt, maar ook door het feit dat zy, die wat ver van de kachel verwyderd zaMi, onvoldoende of in het ge heel niet verwarmd werden. Was men ech ter, door plaatsgebrek, gedwongen een plaats te kiezen meer naby de kachel dan kookte men zoowat gaar. Dikwyis stond dan nog da kachelrand gloeiend en verkool de de stofdeeltjes zoodat van hygiënische warmte geen sprake was. ndere verwarmingssystemen zyn dan ook in de laatste jaren dienstbaar gemaakt, zooals centrale verwarming, heete luchtver- warming en gewone verwarming door mid del van gas en combinaties daarvan. leder kent tegenwoordig wel het systeem van centrale verwarming. Voor groote loka liteiten worden dan radiotoren, die ik een- voudigheidshalve als verwarmiiigslichamea zal aanduiden, onder de vensters geplaatst en deze zyn aan een buizennet aangesloten. In den kelder plaats men gewoonlyk den ketel waarvan het buizennet en de verwar mingslichamen gevoed wordt met stoom. Doordat de warmte aan de verwarmings elementen uitstraalde kreeg men een meer verdeelde warmte-afgifte en verkreeg men een gelykmatiger i homo-gen er) verwar ming dan met gewone kachels was te be reiken. Het vuur in den ketel moet echter onder houden worden, stoomdruk en waterpeil hebben niet weinig aandacht noodig zoodat ir, dikwyis deskundig toezicht een der- gelyke installatie niet mag en kan worden ibruikt. ziekenhuizen, restaurants e.d. inrich tingen waar men ca. 4 maanden van het juar aanhoudend de verwarmingsinstallatie dienstbaar kan maken verdient de toepas sing daarvan aanbeveling. Maar wanneer men maar eenige uren op één dag per week de verwarming noodig heeft dan is de toe- I passing van een centrale verwarming niet zoo gemakkelyk en duur. De heete-luchtverwarming berust hirtop dat een ventilator de buitenlucht ioor> kanalen, vuur of ve rWarmingsl ichimen laat passeeren en zoo in de te verwarmen ruimte perst. Hoewol de ingevoerde lucht eerst gereinigd wordt is het nog niet gelukt stofvrye lucht in te voeren terwyl de tem peratuur van de intredende lucht zeer hoog moet zyn. De steeds tydens het gebruik van de installatie, draaiende ventilator ei3chk eveneens zyn onderhoud. De gasverwarming heeft daardoor ook ir, de laatste jaren meer veld gewonnen. Men heeft in een dergel yke installatie geen be wegende deelen. Wel heeft iedere kacttettcen schoorsteen noodig vaagden- 'e afvoergas sen moeten kunnen ontyijkeu. Voor wonin gen en bedryf sruimterf' i «r.e verf arming zeer goed toe te passen Er zyn nog andere ;Sy3teh. n' welke hier niet genoemd zyn. Welk s steem zou nu het üeat kunnen dienen tot verwarming van de St. Janskerk Om de(n) lezeres of lezer duidelyk ie maken hoe groot de moeilykheid is om een ruimte zooals de St. Janskerk met haar vele glazen en hoog middenschip te brengen op ten temperatuur van ca. 17° O., herinner ik U het jaar 1900. Het jaar waarin de kor- kelyke huwelyksinzegening plaats had Van Koningin Wilhelmina met Prins Hendrik in de Nieuwe Kerk te Amsteitfan^, Die kerk moest worden (vqrwarmd. Men plaatste een groot aantal kachels in die kerk. Het vuur in die kachels werd gedurende een maand dag en nacht onderhouden om op den dag der inzegening een dragel yke temperatuur te verkrjjgpn. Ik zie in myn verbeelding de vlytige huis moeders al cyferen hoeyeel Nederlandsche guldens door de kerkeiyke schoor.steenen m rook zyn opgegaan. Maar staak Uw cyfer- kunst, want daar zat muziek in, behalve m het kerkorgel van de in 1900 te Amsterdam verwarmde kerk. Uit de natuurkunde lessen weten wy dat warme lucht soortelyk lich ter is dan gelyksoortige lucht van lager») temperatuur m.a.w. toen het in de Anister- damsche kerk op de Degane grond een dra- gelyke temperatuur was verkregen was de temperatuur onder de kap zoo hoog geste gen dat het orgel in den werkelyken zin dea woords ontstemd was. Ruim twintigduizend gulden was noodig] om dat ontstemde orgel weer stem te geven. De kerkvaderen bleven vermoedelijk lun ger ontstemd dan het orgel, al zal de volks feestvreugde van toen den ontstemmings- tyd wel wat bekort hebben. De Goudsche kerkvoogden wenschten het zeldzaam fraaie orgei niet voor dergelijke ontstemmings-experimentOT besénkbftë/W^ stellen. En toch bleef in het bestuur der St. Janskerk het verlangen leven een verwar mingsinstallatie te doen maken welke wel de voordeelen had maar waarin niet de ons bekende nadeelen kleven, f Het alziend oog der bestuur#ren, richtte zich naar den acquisitiedienst van het Am sterdamsche electriciteitsbedryf. Want upriori wenschte men toch geen nieuwighe den. De behulpzame hand werd het kerkbe* stuur vanuit Amsterdam toegestoken. Plan nen, teekeningen berekeningen enz. werden gemaakt en thans is men bezig de laatste hand aan het werk te leggen. Nu kan ik een en ander van de nieuwe installatie ver tellen. Aan de trekstangen, welke tusechen de togen, juist boven de kapiteelen der kolom men ,zyn in totaal 92 electrische verwar" mingalichamen opgehangen, op een gemid delde hoogte van 6 M. uit den vloer. De warmte straalt dius in 't vervolg van boven op ons neer. Dit verachynsé is ons in de St. Janskerk wel niet vreemd. De eer waarde sprekers op den kansel staan steens hooger dan de zitplaats der toehoorders, maar thans bedoel ik een andere bestraling dan die welke van den kansel komt. Wy zyn reeds voldoende vertrouwd mei de hedendaagsche electrische toestellen, dat ik niet meer behoef te zeggen dat de ge heele verwarmingsinstallatie met één hand beweging in dienst kan worden gesteld. Maar, wilt U nu vragen, hoeveel weken, dagen of uren moeten de verwarmings lichamen vóór den aanvang van den dienst worden ingeschakeld om een dragelyke tem peratuur te verkrygen. De van boven ko mende warmte is een momentwerking in dea dubbelen zin des woords. Ook hier dus. Hot is voldoende de installatie in dienst te stel len by den aanvang van den dienst. De aangename invloed der warmtestralen Je zeer spoedig, na de inschakeling, merkbaar. Vraagt U naar het totaal vermogen van deze electrische kachels die gezamenlijk zoo'n groote warmte-capaciteit hebben Myn antwoord is „maar" 190 kilowatt of gemiddeld 2 K.W. per kachel. De uitdrukking 190 K.W. zegt den niet- technische lezera niet veel. Ik zal U helpen. Heeft U in Uw woonka mer b.v. een gloeilamp welke een lichtsterk te geeft van 100 kaarsen, dan is voor een lamp in bepaalde uitvoering 75 Watt ver mogen noodig om van de lamp de volle licht-uitstraling te verkrygen. 190 K-W. is geiyk aan 190.000 Watt Dit vermogen is dan ook geschikt voor de voor ziening van 2533 gioeilampen van 75 Watt te voeden. Rekent men dit oan voor de t.g- half Watt lampen dan kan met 190 K.W. een lichtsterkte verkregen worden welke overeenkomt met het lichteffect van 380-000 kaarsen. Ik hoor U al mompelen van „dat zal wat kosten". Ik zal U echter maar direct gerust stellen. Alvorens ik echter aanvang met die geruststelling zullen wy gezamenlijk een wandeling ondernemen naar de Goudsche Electrische Centrale. Neen, blyft U maar zitten, het is een denkbeeldige wandeling. Wy zullen onze denkbeeldige schreden maar direct naar de machinehal richten. Van het ketelhuis, pompenruimte en schakelruimten blyven wy af. Vooral afblyven van het laat ste. Want wanneer U met 10.000 Volt in aanraking komt zou de heerlyka straalver- warming der St. Janskerk op U geen gun stigen invloed meer hebben. Veilljg komen we aan in de machinehal en hooren daar die groote machines gonzen. De om vang dezer machines doet ons nu begrypen waarom het mogelyk is Gouda en omstre ken van zooveel electrische enérgie te voor zien als de behoefte der bevolking vpr- ei&clik Zondag zyn echter de machines in de «iitrale onderbela^t en verkoopt de kauf- mënnische directie der Stedelijke Lichtbe- dryven de electriciteit onder dfcn normaaf- prUs. De lichtbedryven krygeiö hiermede op ZonógB^ILg^^.-S^égebjld dan men op Zonaüg- terwyl kerkbezoe kers zi4p v<yi» prylsjlpn de warm testralen kynjtt^\^;^|tèren. It i Wy keSrtn te m de St.lJJariskerk. Het gebouw fcffgftppett ons jAeeds en her haald bezoek bréngt daarin tieen verandc-j ring. Het doet dhs daarom asfllgepaam aan te kunnen vaststellen, dat de ierwarmings- lichamen het interieur der keilt niet stoort. Dit was dan ook één der velfe tnoeielyke vraagstukken welke moesten worden opge lost. Want niet alleen de |rerwarmlngs-£ lichamen, maar ook de electr^ gen moesten zoodanig worder dat. het interiéur dqr kerk werd. j j •De leidinge kab^l verwi draad voor de KG. noodig. wat dat wil king Uw eleci I zyn alle in f kt. allien jeleidlngfn wa| )he gdeldln- aangebracht [et gestoord Vorm ikoper-, [in totaal 550 g dJn 1 "beM-yijen (eggen, noem if aislvér* •ische geteidi is, djt gepote materiaal-kwantum ln monumentale gebouw te verwerkèn zon- het interiéur daarvan te Hebben ge- U Ie (fcdra^d welke in Üw woonhuis voor verliehlSBig i» aange legd. Deze dnjiad zou, wat kopergewicht be treft, dan deflÉilenjgte moeten hebbén van ruim' 40.00WJM|teli'. Neemt men hi'érby 21 schakel- pjlëferirigkasten, dan moet wor-i, den erkend dab het den makers volkoéien jre- lukt dit monumen' der het Btoord. Met deze inattalAatie is, in de Zondagseh-ï winterdieftsten de warmte in de St. Jans kerk verzlekeré. Dpartoe hebben allen hun kennen en kunnen bygedragen met een sa menwerking welke in en buiten Gouda ars voorbeeld dienen kan. jN. Daar da onbakendsta >n hoogst! toppan aan Cantraal-Aziï De aanstaande derde expeditie van het echtpaar VisserHooft. vnn de HANDELS EN LANDB0UWBANK Saldo inleg 1 Juli 1927 1.981.153— Saldo inleg 1 Jan. 1928 2.175.925—, RENTEVERGOEDING 4 251920 waar men hoog op de pralende sneeuw toppen het dichtst tot de sterren nadert. Doel, duut-, beteekenis. Ons gesprek, hoe gezellig pok, is héél ver van de sterren; want mijn Vriend Visser vertelt me van moeilykhedeÜ die overwon nen moeten worden vóór de*'Vxpeditie reis vaardig is. Hn vertelt ook, Üat het aantal deelnemers beferkt moet blijvfen, omdat an ders de Britscjh-Indi.sche réaeering zeker geen toeraemming voor dajexpeditir zou geven, drah in het te doortrekken gebied slechts zlpijr geringe hoeveelheden voedsel aanwezig ^jn, terwyl ook het aantal dra gers, waaróver men kan beschikken, zeer beperkt is. E* zyn anders liefhebbers ge noeg, die me| wiLlen. Alleiqaal SjefJ van Dongetjes in biedingen W tanten!... Medcwaai té begr kele schynt t en dop' Alleraardigst op avq^fcuut ^beluste sptlici- alflepn, dat get* r begrypen welke enormé^i ten aan het ihedenemen van ook maa^ één persoon pxtra verbonde zyn! „Maa ieder g^val züll^n wy zorgen, dat w$ een bekwamen topograaf en geoloog mede jliry- gen, want op geologisch gebied liggen df al lerbelangrijkste problemen op hun oploédj te wqphten, en hoe bezwa^rlylc het ook v<X my zou zijn, ik zóu bereid tin zelf dó kt| ten te dragen als ik nipt déj noodigen n om bed zyn en De heer en mevrouw VisserHooft, toen zij met de „Prinses Juliana" te Am sterdam terugkeerden van hun tweede tocht naar de Karakorum. In de Kampioen vertelt Jhr. Jan l eith van den a.s. tocht van het echtpaar Visser- Hooft naar Centraal-Azië. Onder 'n Haagsch mondain thee-uurtje heeft Jan JFeith met de heer en mevrouw Ph. Visser-Hooft, die voor enkele dagen uit Stockholm naar ons land zyn gekomen, ge praat over hun aanstaande expeditie, welke heide voorafgaande, volgens opzet, ook m helangrykheid en duur, moet overtreffen. De ambitie van onzen ondernemenden landgenoot is, zoo vertelt hy, slechts deze, geen half werk verrichten, want nadat reeds een deel van het Karakoroem-gebiea, vroeger als witte plek op den wereld-atlas voorkomend ,in kaart werd gebracht, moet nu andermaal do zware en lange tocht wor den ondernomen, teneinde door middel vun een aantal nieuwe terrein- en gletscher- onderzeekingen, daarnaast door biologische e» botanische waarnemingen, den eenmaal ondernomen exploratie-arbeid zooveel mo gelijk te voltooien. Ik stel m'n vragen; de antwoorden komen beurtelings van den heer of van mevrouw Visser. We tippen aan ons kopje thee; laten den 8igarettenrook naar het plafond cirkelen, vanwaar de exotische afbeeldingen van 0W- neesche wyizen, gevat in hun ïyst van ge- styleerden „dierenriem", onze gedachten wet ón-aardsche wysgeerigheid een weg w^j- wn naar de hoogste toppen van China, daar nancieleen steun zfou ontv de personen te kujnnen meei "De expeditie-kostL. Omdat de heer Visser zèl; i heeft gebracht op dit belanjfc-yk omtti van zyn aanstaande expeditie, den ïira, lüieelen opzet en de raming dér kosteji |epn reis van ongeveer twee jaar ndar hi jgindsche, slechts met overwinning van grootste moeilykheden bereikbaar hoog gebergte van Azië, vraag ik nader. Na eenig aarzelen dan, dan zonder terug houdendheid „Wy zyn natuurlyk erkentelijk voor even- tueele subsidies, zoowel van wetenschappe lijke genootschappen als van andere zyde; doch ik leg er den nadruk op, dat ik voor onze exploratie-reizen nimmer by iemand heb willen bedelen. Met de grootste erkente- ly'kheid herinner ik me den steun ons des- tyds verleend, en hoa byvoorbeeld onze vo rige expeditie byna geheel kosteloos werd uitg-eruët door de meeat hartelijke aanbie dingen van Nederlandsche firma's, die er prys op stelden, van haar belangstelling te doen blyken door ons volledig te voorzien, van levensmiddelen en equipementen; otn' een gedeelte onzer winter-uitrusting niet te vergeten! En dan de breede geste van enke le onzer groote reedt-ryen, die ons, op byna vorstelyke wyze, passage van en naar En- gelsch-Indië aanboden." Hy roerde in z'n theekopje, dat mevrouw Visser weer had ingeschonken, croquant koekje daarby: „Maar daarmee zyn we er nog niet! Voor de financiering van onze derde expeditie zyn enorme bedragen noodig. En om dit by elkaar te krygen, reis ik heel Europa af. Juist keer ik uit Tsjeeho-Slowakye terug, na avond-aan-avond lezingen te hebben ge houden. In het afgeloopen jaar byna twee honderd voordrachten! Niet silechts overal belangstelling wekkend voor onze onderzoe kingen in het Aziatisch alpenland, doch tevens om tot een basis te komen der kosten, verbonden aan zulk een nieuwe expeditie." Samenstelling der expeditie. Ik vroeg hem naar de samenstelling van zoo'n tweejarige voetreis door, van elke gemeenschap en ondersteuning op weken- en maandeniage trajecten afgesloten berg gebieden. Hy stelde me vlug zyn tableau- de-la-troupe voor: „M'n vrouw en ik, plus een geoloog. Als eerste gids gaat tot ons groot genoegen weer mee onze Zwitsersche vriend Franz Loohmatter! En dan hopen wy, dat onze vriend Khan Sahib, die zich by onze vorige expeditie zoo bizonder verdienstelyk maak te, zoowel als kaart-teekenaar en tolk, we derom van de party zal zyn. Verder maak ik voor ditmaal m'n berekening voor min stens 'n honderdtal dragers van onze levens middelen en tenten, onze toestellen en vel schillende benoodigdheden, omdat myn plan is, ditmaal ongeveer twee jaar onafgebro ken in ons exploratie-gebied te verblyven." Hy dacht even na, alsof hy reeds zijn medereizigers inspecteerde: gidsen, geleer den, dragers, die hem en zyn vroflto zouden vergezellen op den verren, langen tocht, zich uitstrekkend door een gebied, ongeveer ter grootte van Duitschland, en daar wer kend en overwinterend op een hoogte tus- schen 4 en 7000 meter. Mevrouw Visser vulde zyn gedachten aan: „Natuurlyk vergezelt Pati&la ons!" De expeditie-hond gaat weer meer Pati&la, een der heiden, al was hy slechts 'n viervoetige, uit de beroemde Karako- roem-beschry vingen van het echtpaar VisserHooft! Pati&la! Meegekomen uit Stockholm naar Den Haagi Omdat die trouwe Patifiia eigen- lyk altyd hiet zyn meester en meesters mee-reist. De heer Visser vertelde nog hoe hü den zeldzamen reisgenoot ten geschenke kreeg van den Maharadja van Pati&la, een der uitgestrekste onderdooien van Indië, eb hoe verrast deze vorst ziah had getoond, toen hy bemerkte, dat de heer en mevrouw Vis ser zyn geschenk niet beschouwden als een daad van louter hoffelijkheid, doch den hond op hun moeilyke expeditie meenamen, om Patiöla later ook mee te nemen naar Europa en hem daar te laten deelen in de gulle triomfen van zyn meesters. Zoo vertelde hij»: ,*Kort geleden waren we in Berlyn. Muak- ten er onze opwachting by denzelfden In- dischen Maharadja. Natuurlyk waren myn vrouw en ik in gezelschap van onzen trou wen Pati&la. En de verrassing, maar o»k de oprechte blydschap van onzen Indischen vriend! Dadelyk riep h\j uit: ,^Maar dat is Pati&la!" En toen wy hem meedeelden, dat de trouwe makker deel zou uitmaken ook van onze derde expeditie, konden we bemer ken hoeveel genoegen het heni deed, dat wy zyn vroeger geschenk zoozeer naar waarde hadden geschat!" jy Daar is de derde Visser-expeditie nnur Centraal-Azië dus byna weer reisvaardig. In Januari gaan de heer en mevrouw Visser (m^t Pati&la) te Rotterdam aan boord van een rustige vrachtboot der Holland Britsch-IwHë-Lyn, om na alle voorafgaande voorbereiding»-beslommeringen en dit zyn er zoowat voojr 'n tweejarige expeditie naar een ondoorvorschte wereld van sneeuw- en-ys ojj de zee-reis naar Bombay zich te sterken voor de wachtende inspanning en vermoeienjs. '8-Gravqnhage, begin December '28. ter van bracht VyftienBj over Universi hain Weizmann. Gh. Weizmann, de voorzit- stische Wereldorganisatie, week een bezoek aan Neder- lebreeówsch| ons' óprechi i d| jjand 4 rbinden, toch zyin verloopen sinds Prof. jn eerste officieele rede hieiijf tirw van een Hebreeuw» Jerusalem. ^r .„_r het jihans ook strjpven, ons volk <jlen ploeg En bet»metszyn j>rond té verbind» t ééne <lu| lelijk, wij,^ iyi|eenmaHl .,Volk van met Boel wapen is onze «est en erstfrking en het gereed- vapeft ter vetovering van. onze plicht. De Umversi-y iateiyke dreadnought zyr., itere successen zouden be-* deren "met hun legers en dezen geest; [di houden van di een beter lev» teit zou onze waarmee wy halen d^n de vlooten. In Palestina sten en hoogsl in de niet-jooi de vrhiag opgenoi Wanneer de loppe wordt fnj buitènkant hie Prijsvraag. g«-- men allés in den mooi- vorm vinden, wat men ook :he wereld vindt. Dan zal het land aantrekkingskracht hebben en zul len zelfs die krachten naar ons toestroo- men, waarvan wy thans niét eens durven te droomen. De cultureele kolonisatie van Pa lestina kan en zal een factor worden ter bereiking van ons grootsche doel, een fac tor, wiens waarde by de économische kolo nisatie niet ten achter zal ïhoeten staan". Pit is een fragment vaif een rede, dJe Prof. Dr. Oh. Weizmann1 heeft gehouden tydens het elfde zionistische congres te Weenen in 1913. Voor het eerst werd hiermede het denk beeld eener Hebreeuwsche Universiteit in Palestina officieel concreet te berde bracht. In 1902 gaven de ook hier te lande door zyn voordrachten en zyn werken over het Classidisme bekende Dr. Martin Buber, Dr. Berthold Feiwel en Prof. dr. Weizmann een brochure uit: „Die jüdisohe Hochschulc waarin zy de beteekenis van het denkbeeld der Hoogeschool nader uiteenzetten. Deze brochure had echter geen verder; gevolgen, totdat Prof. Weizmann op bet elfde congres der Zionisten in 1913 zyn eerste groote redevoering hield over de Hebreeuwsche Universiteit, waaraan wU bovenstaand fragment ontleenden. Prof. Weizmann wist intusschen Baron Edmond de Rotschild voor zyn loevelings- idee de Universiteit te ihteresseeren en na vele voorbereidingen is inderdaad in Palestina als symbool van vrede en vryheid, die er na de bevrijding van het Turkscbe juk zouden heerschen, de grondsteen ge- eg d voor den Tempel der Wetenschap, die in het oude Jodenland zou verryzen. 24 Juli 1918 werd door Prof. l)r. Weizmann op dtn Scopus te Jeruzalem de eerste steen gelegü voor de Hebreeuwsche Universitei, onder onbeschryfeiyk enthousiasme der bevolking, die, na de doorstane ellende en de ondra- gelyke folteringen, welke het régime-Dje- mail Pasja (de Turksche opperbevelhebber) hen bezorgd had, het binnenrukken der En gelsche troepen tydens het lnwydingsfeesz 1917 met geestdrift begroet had, nadat op 2 November 191? de Engelsche Regeering de bekende „BalfouHDeclaration" had gepu bliceerd, waarin den Joden het stichten van een Joodsch, Nationaal Tehuis werd beloofd, hetgeen dus de bereiking van het politieke doel van het bovengenoemde Bazeler Pro gram van 1897 beteekende. Het was een onvergetelijk moment, een plechtigheid, ontroerend door haar eenvoua en aangrijpend voor wie besefte de machtig- grootsche idee, welke hierdoor werkelyk- heid werd. Voor het eerst stichtten de Joden hun eigen Universiteit. Hiermee werd het forum geschapen, waar de Joodeche on maatschappelijke studie in haren hoogsten vorm in één instituut vereenigd werd. De Hebreuwsche Universiteit is in de eer ste plaats voor Joden bestemd, maar het spreekt vanzelf, dat zy ook ieder ander har- teiyk welkom zal heeten binnen hare poor ten, orp daardoor het profetenwoord van Jesaja in vervulling te doen gaan: „Want Myn Huis zal het bedehuis aler Volken ge noemd worden." In 1925 heeft de zoo vurig begeerde Hoogeschool haar poorten geopend voor dorstigen naar leer en wetenschap. De man die dit heeft weten tot stand te PRIJSVRAAG-HOEKJE PRIJSVRAAG no. 2. deze ruibriek wordt éénmaal in 'eertien dagen een nieuWe prijs- tndlngei^ er env. den, m vai de Redactie ndeerd worden. Alleen a bonne's kunnen dace prijsvraag meedoen. Voor het geestigst onderschrift onder deze teekening, wordt een prijs toegekend ter waarde van 2.60, welk bedrag moet worden besteed in een der winkels, welke in de Goudsche Courant adverteeren, in de» Van 14 dagen na heden. sdag 19 Dactmber. brenijen, en wiens beeltenis Hierboven is af gebeld, is by zyn bezoek aan Den Haag en Amsterdam met groote hartelijkheid ont vang! In lie Ver. zalen van Belletje in Amster^ dam heeft Prof. Weizmann net woord ge boerd en hy vertelde dat deken winter 609 joodsch© gezinnen zich voor het eerst weer ifa de crisisjaren op het land zullen neer- i petten. (i Ondanks de fouten, die gemaakt zyn, is 'Ar in de kolonisatie vooruitgang te bespeu len. Ongerept zijn 3chier gebleven de akker- tiwuw, de industrieele en handelsontwikke- 'ling, altemaal grondvesten voor een goede kolonisatie. Als z(jn diepgevoelde overtui ging sprak prof. Weizmann hef uit, dat men betere tyden tegemoet gaat. Oplossing van de raadsels van vorige week. 1. Een stekelvarken. 2. Een paddestoel. 3. Een handschoen. 4. De pit van een kaars. 5. Aard-appeltje, 6. Een hagelsteen. De prys viel by loting ten deel aan FRANCINA VAN DAM, St. Josephstraat 43. De pryswinster mag haar prys Maandag aan ons Bureau Markt 31 komen afhalen. Nieuwe Raadsels. 1. Vertel me gauw, Wanneer valt wit uit grauw? 2. Wat heeft vyf vingers en toch geen hand? 3. Welk kussen ligt op geen enkel bed en wordt voortdurend met scherpe dingen gestoken 4. Wat stEWt hier: stek, teer, f? Het is een feestdag. 5. Welk spreekwoord is dit: ebne 6. Met a een visch. Met b een speelgoed. Met d geen hoogte. Met h een deel van eën huis. Ter eere van het Kerstfeest loven wy volgende week weer twee pry zen uit. Een extra-prys voor de oplossing die 't eerste by ons Bureau Markt 31 in de bus wordt gedaan. Goed opgelet dus. Leeftyd opgeven hoor. Wie het wint krygt een heel mooi jongens- of meisjesboek. Oplossingen inzenden aan ons Bureau Redactie Goudsche Courant, Markt 31. Het Soer. Hbl. vertelt: „Hoe men in Bandjermasin wordt begraven.' „Het Bandjermasinsche vies móeras. Kan de fami talen, dan wordt in die gegraven, aan de vier zyden planken, daar het i weer instort. Tydens de begrafenis wordt *dan, alweer met extra kosten, een soort brandslang in den kuil gelaten en door middel van een pomp, op korten afstand opgesteld en door koelies bediend, woidt getracht de groeve, althans tydens de plechtigheid, droog te Is het wonder, dat allot aanwezigen zich droef ergeren, als hun tydens hét spreken van den gèestelyke en het neerdalen der kist, de treiterende geluiden in' de ooren klinken van de piepende pompen en het wegstroomen van een armdikJcen water straal? Toch is dit nog een „nette" begrafenis' Want wie geen geld hééft voor besohoelen en pompen, vindt by zyn komst o»p het kenc- hof een kuil, tot den rand met water gevuld; een plas dus, waar een groeve zyn, moest! Een dan wordt, o walging, de lijkkist in dien plas gezet en de koelies trachten dan door duwen en met kluiten modder, die dryvende doodkist tot zinken te brengen. En dat alles, terwyl de familie dit treurige schouwspel moet gadeslaan. Is het niet stuitend en walgingsrwekkend, als men zóó zyn vrouw of kind ter aarde moet zien bestellen? Zou men zich niet schamen, aan de familie-betrekkingen in Europa van zulk een plechtigheid een waar heidsgetrouw verslag tie doen? Eindeiyk, nu Bandjermasin als zelfstan1- dige gemeente byna tien jaar bestaat, zal men eens gaan „zoeken" naar een ander terrein! Waarom de zaak niet radicaler aangepakt en op een willekeurige plek aan den Oelinweg een uit. baksteen of beton op getrokken, bovengrondsche begraafplaats neergezet?" DAM RUBRIEK Onder redactie van de Damclub „Gouda", Secretaris K. Tiendewag 28, lokaal der club Markt 49. Probleem No. 605. orlyk be- een graf hoeid met rmiidelyk gfcMIIMM"'rcivi Zwart schyven op: 8, 6/10, 12, 16, 38, dam op 5, 47. Wit schyvert op: 14, 20, 22, 26/29, 33, 34, 36, 39'42, 48, 49. g Probleem No, 506. Iedere handeling van zoo'n droeve plech tigheid wordt onderbroken door hinderlijk lawaai van koelies, die pompen; van een mandoer, die met roepen en arm-ziwaaien het pompen telkens doet ophouden en weer voortzetten, zoodra er na enkele seconden weer water in den kuil staat. W*- y-w 'fA f M Sit iilll Se Zwart schyven op: 11, 12, 19/27, 30, 35. Wit schyven op: 33, 36/39, 41/43, 45, 47/60. Oplossing van probleem No. 601. Wit speelt: 80—24, 40—34, 17—12, 11 :85. Oplossing van probleem No. 602. Wit speelt: 34—30, 15—10, 24—20, 19 28, 45 84, 18 11.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1928 | | pagina 2