m
WH
DORLAS'
THEE
'iWj.r
a hjn m m
m m m m
mm m
lm m
rm m w m
De Centrale Administratie.
■Wü-
SPAARBANK
H
TV,
J -
Raadsels voor de Jeugd.
li mmH
iaiaa8il
iw> mm
13jk zelf wel bedenken. Ven do zijde van
do eigenaars is Ine* zeer groot») voordeel
aan dit stelsel verbonden dat alle betaliu
gen onmiddellijk k oontaut geschieden eu
daarJjooir heeft dit bedrijf een voorsprong
op a#e andere die niet onderschat moet.
woorden. Hat is niet alleen de zekerheid
dat liet geld binnenkomt -'men zegt dat
\eio winkeliers 10 k 12 pot kwade sohuld
lierekjenen - maar zij hebben het gdld ook
veel eerder irt de kas zoodat een groot be'
drag aian kiaegrild diet noolig is
Op één „geheim" \ian deze instellingen
wiljjon we tor leering van alle winkeliers
nog eens wujzen n.l. op de goode en stipte
expeditie van het verkochte. Over het al
gemeen laat do tMMorgllng door de winkels
van hetgeen door do menschon gekocht is,
zeer veel to wensohen over. Mbn heeft
voor dat werk hot mooet ongestehlklc per
soneel dat men zidh denken kan n.l. jon
gens. Een jongen die loopjongen wordt in
een winkel, is eigenlijk eon mislukkeling.
Hij heeft geen vak geleerd en zak het ook
nooit gaan leeren Daarom zqokt hij eon
beirekking waarin absoluut geen vakkennis
noodig is on onder de zeer weinige van
dergelijk© functies is die van loopjongen
oen dor gemakkelijkst barAkbare. Er is
altijd behoefte aan want al» die Jongens
eirgens anders een kwartje per week meer
kunnen verdienen, laten zij hun baas on
middellijk in dien stook. Alle begrip van
verantwoorde! ij khead missen zo en in de
zaken rust op lien juist een belangrijke
taak. Wlio iet» gekocht hooft - en betaald
ook - maar het niet op tijd thuis bezorgd
krijgt, wordt vast en zeker nijdig.
Daarom is het zoo'n verstandige daad
van de groote magazijnen dat zij mannen
jn dienst namwn voor die expeditie «n het
transport-(Het is natuurlij k vdel duurder
maar het staat wel vast dat deze kosten er
uit gehaald wotrJian, al was het alleen
neieda door de overlast die men' zeif onder
vindt van het aantal klachten welke over
de jongens plegen binnen te kojnen
We /Ijn met oinzen Ijdlof lueoleinadt op een
zijspoor geraakt en hadden eigenlijk wil
ton Vertélen hoe gezellig het was op dieft
wi kelavond. Do mensclien die je ziet, zijn
alle ook in een goeie bui en zo hebben
allemaal wat gold in de zak dat er aan
gelooven moet. Gplegonlveid daartoe Is er
genoeg want do winkels zijn alle 'overvol
al valt het ons op dat veef nieuwigheden
tct meer aan de markt gebracht worden-
Het monsohelijk vernuft schijnt uitgeput te
zijn Maar het is en blijft een genoegen
al dat schoons weer eens in oogonsohouw
te nemen en je zou zeker wenséiov nog
eens heel jong te zijn om de emoties door
te mik en die oen kind te gemeten krijgt
bij dit vele mooie.
Het was een gezellige, genotvolle avond,
één waarbij je allo beelomtmoringen van
den dag vergeet en nog weer eens vol-op
jong kunt zijn mé de jongeren.
HAGENAAR.
MODEPRAATJE.
Nieuwtjes voor de Auto.
„De Mode" die de hand heeft in vele din
gen, heeft ook allerlei nieuwtjes gedecre
teerd voor de auto, die door de elegante
autorijdster» moeten worden gedragen of
aangeschaft, willen zij aanspraak maken op
den titel van „modieuse vrouwen".
Een speciale losse mantel van obergele
wollenstof is het eerste wat wy van deze
voorgeschreven autokleeding te zien krij
gen. Hij is ruim, klokkend en met bont ge
voerd. Hij laat zich ook als pelerine om
de schouders slaan, waarbij het juist de
„chic" is, dat de mouwen er als levenlooze
dingen bijhangen.
Ook de pelerine-jas is weer in de mode
en wordt in *t bijzonder „voor den auto"
gelanceerd. De jas zelf is van stevig café-
au-lait kleurig tweed, recht van model met
groote 'opgestikte zakken, die van boven
eindigep in een paar breede patten. Zijn
pelerine h ^an den. linkerkant zéér kort.
Daar bedekt \y nauwelijks den mouw, ter
wijl hij naar rechts in schuine richting lan
ger wordt en naar achter toe steeds meer
klokkende lengte krijgt, zoodat hij tenslotte
afhangt tot aan de heup.
Een mooie col van vossebont maakt deze
jas tot een werkelijk elegant type. Het
spankapje met afgeslagen oorklep, dat het
hoofd bedekt, de met bont gevoerde nappa
mousquetaires, de Russische laarsjes, die
hem completeeren, maken met hem een even
zwierig als gezocht auto-geheel uit.
Prachtig is ook een pelerine-mante^ van
snobe-grijs laken met bontkraag van vosse-
vacht in dezelfde tint. Deze mantel heeft
een slanken vorm, zijn pelerine is recht en
hoekig en is van achteren in twee vleugels
verdeeld. Het grijze muts-hoedje, de grijze
slobkousen en schoentjes van slangevel ma
ken ook dit toilet weer tot een ensemble
van groote distinctie.
Natuurlijk worden in de groote luxe
auto's ook luxueuse ensembles gedragen.
Madame moet zóó kunnen overstappen in
het groote hotel of in de dancingzaal en zij
draagt daarvoor een vieux-rose mantel van
apart snit, die met een lange shawlkraag en
manchetten van zwart bont gagarneerd is.
Daaronder draagt zij een toiletje van zwart
crêpe-de-chine met een vieux-rose halsgar-
neering en vieux-rose zakken, die met goud
opgewerkt zijn.
Ook voor de auto-kleeding van het jonge
meisje is gezorgd. Dat draagt een pastel
blauw ensemble, waarvan de mantel van
fyn-geweven Yersey met goudstreepjes ge-
lameerd is. Naar boven loopt de pastelkleur
tot lichtblauw uit en op de hoogte van een
empiècement is de stof in zig-zag vorm
overgestikt, zoodat het net is of er goud-
flitsen over den mantel schieten.
Het gelameerde casaquelijfje is ook van
licht tot donker genuanceerd en is beves
tigd op een geplisseerd Jersey rokje. Een
E«n Gezaghebbend oordeel-
groote roodvos dient in naturelvorm als
lange kraag en maakt dit toiletje tot een
wonder van gracieuse harmonie.
Voor jonge dames ziet men ook liet korte
met bont omzoomde jasje van trieotstof,
dat met het aardig geplooide rokje een
fraai complet uitmaakt voor de auto. Een
ronde babymuts met flinken. bontrand maakt
het tot een pittig geheel.
Zooals de mode in alles zoekt naar assor
timent tegenwoordig, zoo wil zy ook alles
assorteeren wat tot de auto-uitrusting be
hoort. Zij ziet graag een in beige uitge
doste dame in een beige-gestoffeerde auto,
een grü'ze rydster in een grb'zenauto De
kleur van den mantel, zoo mogeiyk ook zyn
stof, moeten in harmonie zyn met die der
autokussens, We kussens moeten harmo
nieeren met den shawl der dame, met haar
hoed, hare tasch, hare schoenen en hand
schoenen. In alles is er groote weelde en
veel variatie, daar de dame uit de haute
volée natuurlyk verscheidene wagens bezit,
die voor verscheidene doeleinden van tel-
keifB ander kaliber zy'n.
Sommige vrouwen drijven de chic zoover
dat ook het poppetje dat als fetisch voor
het auto-kykgat hangt, in overeenstemming
is met haar toilet en met het interieur van
haar auto.
Gelukkig zyn dit voor het meerendeel
nieuwtjes die in Parys opgang maken, zoo
dat het mogelyk een heele tyd duren kan,
alvorens ze in ons degelyke landje geac
cepteerd worden.
GRACE ALLAN.
Bahoud onzer welvaart.
Het is gebeurd in het laatste reisseizoen,
aldus vertelt de redactie van „Nederlandse!»
Fabrikaat", toen een Nederlandsche familie
naar Karlsbad was getogen om te genieten
van de grootsche natuur en Pa in een
schoenwinkel een paar pracht laarzen niet
Engelsch merk had ontdekt. Thuis geko
men werd nog vol lof gewaagd van het
Engelsche kunstproduct, dat zoo uitstekend
te pas gekomen was by de klimpartyen, en
werd met veel ophef verteld dat zulke
schoenen toch maar niet in Holland te kry-
gen waren. Totdat een vriend, die biykbaar
meer ervaring op dit gebied had opgedaan,
de binnenzyde van het lipje der schoenen
aan de onzichtbaarheid onttrok en las: van
Schyndel, Waalwyk!
Dit vermakelyk voorval doet er ons weer
eens aan denken, dat wy voor ons vader-
landsch fabrikaat wel wat meer respect
mogen toonen dan gewoonlyk geschiedt. En
het doet ons tevens opnieuw beseffen, dat
onze welvaart ten nauwste samenhangt met
onze handelspolitiek. Want mede aan onze
tegenwoordige politiek van vry handel, wel
ke de grenzen niet tot kunstmatige slag-
boomen maakt, is het te danken dat ook
1928 weer een bevredigende toename van
den uitvoer en een vermindering van den
invoer doet zien. Een en ander wordt ver
oorzaakt door onzen handel met het bui
tenland, welke van kwartaal tot kwartaal
stygend kan worden genoemd. In de laatste
jaren neemt Nederland gelukkig weer ge
stadig in bloei toen en begint zich de vroe
gere welvaart wat meer te accentueeren; dit
valt in onze groote steden en zelfs in vele
kleinere gemeenten op te merken, waar ver
schillende ondernemingen tot een uitbrei
ding durven over te gaan.
De allergrootste uitbreiding hebben in-
tusschen wel ondergaan de ondernemingen,
die vrywel uitsluitend voor de internatio
nale markt werken. Een schoolkind weet u
te vertellen van de Philips-fabrieken, de
kunstzyde-industrie, de raargarine-fabrica-
tie en de Calvé-fabrieken, die byna geheel
op de export-industrie zyn aangewezen. Wy
mogen er niet aan denken welk een ramp
het zou beteekenen, wanneer deze indus
trieën onder den druk van tariefsbelemme
ringen van het buitenland, die zouden zyn
uitgelokt door eigen beschermende maat
regelen, tot inkrimping van het bedryf of
tot gedeeltelyke stopzetting zouden moeten
overgaan. Niet alleen het lot van de vele
duizenden, rechtstreeks by deze export-in
dustrieën betrokken, staat op het spel, doch
dp welvaart van ons geheele land, want wy
weten wat het beteekent, wanneer zooals
vier jaren geleden onze handelsbalans een
minus van byna 50 millioen aanwyst. Wy
hebben onze eigen welvaart dus voor een
deel in eigen hand by de te volgen handels
politiek, en het herstel van Nederland dat
thans gelukkig waarneembaar is, bewyst
dat wy onze oude beproefde handelspoli
tiek, die van den vryhandel, onverzwakt
moeten handhaven!
ONDERWIJS.
Drs. J. J. L. Duyvendak.
Benoemd tot professor aan de Co
lumbia Universiteit te New-York.
Drs. J. J. L. Duyvendak, lector in het Chl-
neesch aan de Leidsche Universiteit, die,
zooals reeds gemeld, half Januari naar
Amerika zal vertrekken, om op uitnood*
ging van de Columbia University te New-
York, gedurende een half iaar aldaar een
reeks colleges te geven, is door deze Univer
siteit benoemd tot professor. Hy blyft ech
ter aan de Leidsche Universiteit verbonden.
Op den 21sten dezer, zal de heer Du vendak
aan de Leidsche Universiteit promoveeren
tot doctor in de letteren en wysbegeerte op
een proefschrift: „The boek of Lord Chang,
a classic of the Chinese school of law."
Als zyn promotor zal optreden prof. dr.
M. W. de Visser.
Er bestaat voor deze promotie belang
stelling.
By de algemeene beschouwingen over de
Gemeentebegrooting 1929 is door Mr. de
Witt Wynen herinnerd aan de door hem
geopperde wetteiyke bezwaren tegen de
door B. en W. in November ingediende
voorstellen tot het instellen van een cen
trale administratie, welke wettelyke be
zwaren toen door den wethouder Van Staal
Indien de ontvanger boeken moet doen
houden en de rekening moet doen opmaken
by een anderen dienst onder zyn verant-
woordelykheid, dan moet de consequentie
zyn, dat de ontvanger de man is, die de
lakens uitdeelt. Maar is de directeur van
den anderen dienst tevens verantwoordeiyk
voor de gecentraliseerde en voor de gede-
£1 zondei
gelijk»
gebrui
f In 7
1 by- tingeii
en diens adviseurs niet als juist zyn erkend I centraliseerde administratie, dan zou deze
(j^ jjagg moeten zyn. Een conflict zou in
zoodanig geval al heel moeiiyk te vermyden
wezen. Het werken zou onmogelyk worden.
De gedachte aan centralisatie heeft hier
de voorstellers te ver gevoerd. Centralisa
tie van kasbeheer Kan heel wel ten kantore
van den ontvanger plaats hebben, zonder
dat daarvoor een algeheele reorganisatie
noodig is, zooals werd voorgesteld. Wy
hebben zoodanige centralisatie o. a. bespro
ken in de hoofdartikelen in onze nos. 3622,
8778 en 3835.
De meening van den rapporteur, dat het
niet juist is, dat ten kantore van den ont
vanger kasbeheer met administratie is ge
combineerd, kunnen wy niet deelen. Wel
wordt steeds gepleit voor scheiding van kas
en boekhouding, maar dan wordt bedoeld
een boekhouding van bezittingen en schul
den en niet enkel een administratie betref
fende het kasbeheer. Het kasbeheer behoort
aan den ontvanger. En by dit kasbeheer
sluiten het byhouden der grootboeken en
het opmaken der rekening geheel aan; boe
ken en rekening vermelden de ontvangen
en uitgegeven bedragen en geven alleen een
nadere rangschikking naar aangegeven bron
en aard. Zy betreffen het kasbeheer zelf en
gaan niet verder, zooals by een z.g. com-
mercieele boekhouding. Ook in dit opzicht
heerscht o. i. in het voorstel vermenging
van begüppen.
In de stukken en t&dens de beraadslaging
in den Raad is gewezen op art. 13a der
boekhoudvoorschriften voor Zuid-Holland,
luidende:
„In byzondere gevallen kan by besluit
van ons college, behoudens Koninkiyke
goedkeuring, machtiging worden verleend
tot afwyking van het bepaalde in een of
meer artikelen dezer voorschriften."
Er is dus afwyking van de boekhoud
voorschriften mogelyk, maar dit kan toch
nooit betreffen afwyking van de by de wet
aan den ontvanger opgelegde verplichting
tot geregeld boeken en tot het doen van
rekening. De bedoeling dezer bepaling zal
dan ook niet kunnen zyn om een regeling
mogelyk te maken, zooals in Gouda werd
voorgesteld.
Ten slotte nog een enkel woord omtrent
een bepaling der by het voorstel behoorende
verordening voor den gemeenteiyken op
haal- en stortingsdienst, annex spaarbank.
In bedoelde verordening werd voorgesteld,
dat Burgemeester en Wethouders ten be
hoeve van de ontvangsten en betalingen
door den ontvanger te bewerkstelligen een
rekening kunnen openen by het girokan
toor der gemeente Amsterdam, by den post-
chèque- en girodienst of by een particu
liere bankinstelling. Daarop volgt dan de
bepaling, dat ingeval van inning of beta
ling door middel van overschryving door
den ontvanger geen kwytingsbewyzen wor
den gevorderd of gegeven en dat hy' als
dan kan' volstaan met de kennisgevingen
van debiteering of crediteering in rekening-
courant.
Indien mocht zyn bedoeld, dat dit ook
zou moeten gelden krachtens een veror
dening voor betalingen door gemeente
of hedryven verschuldigd, dan meenen wy,
dat slechts mag worden toegelaten, dat
overschryving by het girokantoor van Am
sterdam of by een particuliere bankinstel
ling als kwyting mag worden aangenomen,
indien biykt, dat het bedrag aan de reke
ning van den crediteur is ten goede geko
men. Enkel een kennisgeving van debitee
ring door het Amsterdamsche girokantoor
of door een particuliere bankinstelling geeft
geen bewys, dat het verschuldigde aati den
crediteur en aan niemand anders is vol
daan.
De rapporteur zegt nog, dat volgens het
voorstel de ontvanger eerst met recht kas
sier der gemeente wordt en dat door het
bewerkstelligen der ontvangsten on beta
lingen in giro, het kantoor van den ontvan
ger feiteiyk een modern girokantoor wordt.
Het geheele voorstel geeft den indruk, dat
het instellen van een girokantoor de ge
dachte te veel heeft beheerscht."
van nul en geener waarde zyn be
schouwd.
Hoewel Mr. de Witt Wynen reeds steun
voor zyn opvattingen heeft gevonden in
uitspraken van Mr. van Poelje, is thans ook
het gezaghebbend orgaan „De Gemeente
stem", de juridische bezwaren van Mr. de
Witt Wynen nog eens komen onderstreepen.
Na vermelding van den inhoud der voor
stellen, geeft thans „De Gemeentestem"
haar oordeel aldus-
„Ons eerste bezwaar is, dat hier het wette-
lyk voorschrift van art. 115 der gemeente
wet met voeten wordt getreden. By' deze
bepaling is aan den ontvanger, en aan hem
alleen, opgedragen om van de door hem
voor de gemeente ontvangen inkomsten en
gedane uitgaven geregeld boek te houden
en jaarlyks rekening te doen aan Burge
meester en Wethouders. Boekhouding en
rekening van den ontvanger moeten voorts
volgens art. 115 worden ingericht volgens
voorschriften, door Ged. Staten, onder Ko
ninkiyke goedkeuring, te geven.
Een bepaling in de instructie van dén
ontvanger, dat hy zyn grootboeken en zyn
rekening moet doen houden door een ande
ren dienst, is hiermede ïynrecht in stryd.
Terecht wordt in het standaardwerk „Het
Nederlandsch Gemeenterecht" (1) gezegd,
dat innen en betalen en anders niets volgens
de bestaande wet des ontvangers taak is,
en dat zy wordt gecompleteerd met de ver
plichting die uit haar rechtstreeks voort
vloeit: geregeld boek te houden van de door
hem ontvangen inkomsten en gedane uit
gaven en jaarlyks aan Burgemeester en
Wethouders rekening te doen. Alleen de ge
meentewet, wordt voorts in dit werk ge
zegd, is de grondslag voor des ontvangers
rekenplichtigheid (2).
Geen enkele bepaling der instructie van
den ontvanger kan tekort doen aan zyn
plicht en zyn recht om zyn boeken by te
houden en zyn rekening op te maken. De
ontvanger zou een dergel yke bepaling ter
zyde kunnert leggen en rustig kunnen door
gaan met het werk, dat de wet hem op
draagt. Indien een andere dienst tevens
grootboeken zou byhouden en een rekening
zou opmaken, zou dus dit werk dubbel ge
schieden. De ontvanger zou terecht kunnen
weigeren zyn handteekening te plaatsen
onder een rekening, welke niet door hem
is opgemaakt.
De woorden van de wet zyn zoo duidelyk
ten opzichte vqn dit punt, dat een afwy
king, zooals hfër werd voorgesteld, ontoe
laatbaar is. Wy behoevei/daarom ten op
zichte van dit wettelyk bezwaar, dat ook
in de raadsvergadering naar voren is ge
bracht, niet verder in beschouwing te tre
den.
Het is ons niet duidelyk hoe men er toe
is kunnen komen om te trachten het wette
lyk voorschrift op zyde te schuiven. Wel
spreekt het voorstel er van, dat de ontvan
ger grootboeken en rekening onder zyn ver-
antwoordeiykheid door de centrale admini
stratie zal doen houden, maar dit brengt de
zaak niet in het rechte spoor. De ontvanger
kan alleen vrywillig en geheel op eigen
verantwoording een deel van het hem by
de wet opgedragen werk door een ander
doen verrichten. Dwingen kan hem daartoe
niemand.
Dit alles doet ons de voorgestelde bepa
ling in de instructie van den ontvanger
verwerpen. Maar er is ook nog een prac-
tisch bezwaar.
De voorgestelde bepaling zegt in de eer
ste plaats, dat de centrale administratie
onder verantwoordelykheid van den ontvan
ger de grootboeken en de rekening zal hou
den. In het laatste lid wordt evenwel be
paald, dat de directeur van den dienst der
centrale administratie verantwoordelijk is
voor het administratief-technische deel der
gecentraliseerde en gedecentraliseerde lx»ek-
houding.
Wij vragen ons af, wie nu feiteiyk vol
gens die bepalingen niet volgens de wet,
want deze is duidelyk genoeg vernnt-
woordelyk zou zyn. Zou de directeur van de
centrale administratie ook nog verantwoor-
deiyk zyn voor de ten kantore van den ont
vanger gedecentraliseerde administratie
Het komt ons voor, dat hier by de ontwer
pers ook de scheiding van de verantwoor
delykheid geheel uit het oog is verloren.
1) Oppenheim-v. d. Pot, „Het Neder
landsch Gemeenterecht", vyfde geheel her
ziene druk, deel II, blz. 399.
2) t. a. p. deel II, blz. 402.
De Electrische verwarmingeinstallatie in de St. Janskerk
Het is nog pas van recenten datum, dal
men verwarmingstechniek als een afzonder-
Lyk vak is gaan beschouwen. Vroeger was
het algemeen en heden komt het nog vaak
Ivoor, wanneer men een lokaliteit wilde
verwarmen, dait een kachel, in den vorm
zooals wy die voor bepaalde doeleinden
kennen, werd geplaatst. Het vuur in deze
kachels werd onderhouden, afhankelyk van
doel en vorm met groote blokken hout, cokes
of anthraciet. Waren de lokalen van groote
afmetingen dan was een kachel niet meer
voldoende. Deze verwarming kenmerkte
zich niet alleen daarin, dat de zoogenaamde
kamertemperatuur dis varieert van 1820°
C., niet kon worden bereikt, maar ook door
het feit dat zy, die wat ver van de kachel
verwyderd zaMi, onvoldoende of in het ge
heel niet verwarmd werden. Was men ech
ter, door plaatsgebrek, gedwongen een
plaats te kiezen meer naby de kachel dan
kookte men zoowat gaar. Dikwyis stond
dan nog da kachelrand gloeiend en verkool
de de stofdeeltjes zoodat van hygiënische
warmte geen sprake was.
ndere verwarmingssystemen zyn dan
ook in de laatste jaren dienstbaar gemaakt,
zooals centrale verwarming, heete luchtver-
warming en gewone verwarming door mid
del van gas en combinaties daarvan.
leder kent tegenwoordig wel het systeem
van centrale verwarming. Voor groote loka
liteiten worden dan radiotoren, die ik een-
voudigheidshalve als verwarmiiigslichamea
zal aanduiden, onder de vensters geplaatst
en deze zyn aan een buizennet aangesloten.
In den kelder plaats men gewoonlyk den
ketel waarvan het buizennet en de verwar
mingslichamen gevoed wordt met stoom.
Doordat de warmte aan de verwarmings
elementen uitstraalde kreeg men een meer
verdeelde warmte-afgifte en verkreeg men
een gelykmatiger i homo-gen er) verwar
ming dan met gewone kachels was te be
reiken.
Het vuur in den ketel moet echter onder
houden worden, stoomdruk en waterpeil
hebben niet weinig aandacht noodig zoodat
ir, dikwyis deskundig toezicht een der-
gelyke installatie niet mag en kan worden
ibruikt.
ziekenhuizen, restaurants e.d. inrich
tingen waar men ca. 4 maanden van het juar
aanhoudend de verwarmingsinstallatie
dienstbaar kan maken verdient de toepas
sing daarvan aanbeveling. Maar wanneer
men maar eenige uren op één dag per week
de verwarming noodig heeft dan is de toe-
I passing van een centrale verwarming niet
zoo gemakkelyk en duur.
De heete-luchtverwarming berust hirtop
dat een ventilator de buitenlucht ioor>
kanalen, vuur of ve rWarmingsl ichimen
laat passeeren en zoo in de te verwarmen
ruimte perst. Hoewol de ingevoerde lucht
eerst gereinigd wordt is het nog niet gelukt
stofvrye lucht in te voeren terwyl de tem
peratuur van de intredende lucht zeer hoog
moet zyn. De steeds tydens het gebruik van
de installatie, draaiende ventilator ei3chk
eveneens zyn onderhoud.
De gasverwarming heeft daardoor ook ir,
de laatste jaren meer veld gewonnen. Men
heeft in een dergel yke installatie geen be
wegende deelen. Wel heeft iedere kacttettcen
schoorsteen noodig vaagden- 'e afvoergas
sen moeten kunnen ontyijkeu. Voor wonin
gen en bedryf sruimterf' i «r.e verf arming
zeer goed toe te passen
Er zyn nog andere ;Sy3teh. n' welke hier
niet genoemd zyn.
Welk s steem zou nu het üeat kunnen
dienen tot verwarming van de St. Janskerk
Om de(n) lezeres of lezer duidelyk ie
maken hoe groot de moeilykheid is om een
ruimte zooals de St. Janskerk met haar vele
glazen en hoog middenschip te brengen op
ten temperatuur van ca. 17° O., herinner ik
U het jaar 1900. Het jaar waarin de kor-
kelyke huwelyksinzegening plaats had Van
Koningin Wilhelmina met Prins Hendrik
in de Nieuwe Kerk te Amsteitfan^,
Die kerk moest worden (vqrwarmd.
Men plaatste een groot aantal kachels
in die kerk. Het vuur in die kachels
werd gedurende een maand dag en nacht
onderhouden om op den dag der inzegening
een dragel yke temperatuur te verkrjjgpn.
Ik zie in myn verbeelding de vlytige huis
moeders al cyferen hoeyeel Nederlandsche
guldens door de kerkeiyke schoor.steenen m
rook zyn opgegaan. Maar staak Uw cyfer-
kunst, want daar zat muziek in, behalve m
het kerkorgel van de in 1900 te Amsterdam
verwarmde kerk. Uit de natuurkunde lessen
weten wy dat warme lucht soortelyk lich
ter is dan gelyksoortige lucht van lager»)
temperatuur m.a.w. toen het in de Anister-
damsche kerk op de Degane grond een dra-
gelyke temperatuur was verkregen was de
temperatuur onder de kap zoo hoog geste
gen dat het orgel in den werkelyken zin dea
woords ontstemd was.
Ruim twintigduizend gulden was noodig]
om dat ontstemde orgel weer stem te geven.
De kerkvaderen bleven vermoedelijk lun
ger ontstemd dan het orgel, al zal de volks
feestvreugde van toen den ontstemmings-
tyd wel wat bekort hebben.
De Goudsche kerkvoogden wenschten het
zeldzaam fraaie orgei niet voor dergelijke
ontstemmings-experimentOT besénkbftë/W^
stellen. En toch bleef in het bestuur der St.
Janskerk het verlangen leven een verwar
mingsinstallatie te doen maken welke wel
de voordeelen had maar waarin niet de
ons bekende nadeelen kleven, f
Het alziend oog der bestuur#ren, richtte
zich naar den acquisitiedienst van het Am
sterdamsche electriciteitsbedryf. Want
upriori wenschte men toch geen nieuwighe
den.
De behulpzame hand werd het kerkbe*
stuur vanuit Amsterdam toegestoken. Plan
nen, teekeningen berekeningen enz. werden
gemaakt en thans is men bezig de laatste
hand aan het werk te leggen. Nu kan ik
een en ander van de nieuwe installatie ver
tellen.
Aan de trekstangen, welke tusechen de
togen, juist boven de kapiteelen der kolom
men ,zyn in totaal 92 electrische verwar"
mingalichamen opgehangen, op een gemid
delde hoogte van 6 M. uit den vloer. De
warmte straalt dius in 't vervolg van
boven op ons neer. Dit verachynsé is ons
in de St. Janskerk wel niet vreemd. De eer
waarde sprekers op den kansel staan steens
hooger dan de zitplaats der toehoorders,
maar thans bedoel ik een andere bestraling
dan die welke van den kansel komt.
Wy zyn reeds voldoende vertrouwd mei
de hedendaagsche electrische toestellen, dat
ik niet meer behoef te zeggen dat de ge
heele verwarmingsinstallatie met één hand
beweging in dienst kan worden gesteld.
Maar, wilt U nu vragen, hoeveel weken,
dagen of uren moeten de verwarmings
lichamen vóór den aanvang van den dienst
worden ingeschakeld om een dragelyke tem
peratuur te verkrygen. De van boven ko
mende warmte is een momentwerking in dea
dubbelen zin des woords. Ook hier dus. Hot
is voldoende de installatie in dienst te stel
len by den aanvang van den dienst. De
aangename invloed der warmtestralen Je
zeer spoedig, na de inschakeling, merkbaar.
Vraagt U naar het totaal vermogen van
deze electrische kachels die gezamenlijk
zoo'n groote warmte-capaciteit hebben
Myn antwoord is „maar" 190 kilowatt of
gemiddeld 2 K.W. per kachel.
De uitdrukking 190 K.W. zegt den niet-
technische lezera niet veel.
Ik zal U helpen. Heeft U in Uw woonka
mer b.v. een gloeilamp welke een lichtsterk
te geeft van 100 kaarsen, dan is voor een
lamp in bepaalde uitvoering 75 Watt ver
mogen noodig om van de lamp de volle
licht-uitstraling te verkrygen.
190 K-W. is geiyk aan 190.000 Watt Dit
vermogen is dan ook geschikt voor de voor
ziening van 2533 gioeilampen van 75 Watt
te voeden. Rekent men dit oan voor de t.g-
half Watt lampen dan kan met 190 K.W.
een lichtsterkte verkregen worden welke
overeenkomt met het lichteffect van 380-000
kaarsen.
Ik hoor U al mompelen van „dat zal wat
kosten". Ik zal U echter maar direct gerust
stellen. Alvorens ik echter aanvang met die
geruststelling zullen wy gezamenlijk een
wandeling ondernemen naar de Goudsche
Electrische Centrale. Neen, blyft U maar
zitten, het is een denkbeeldige wandeling.
Wy zullen onze denkbeeldige schreden maar
direct naar de machinehal richten. Van het
ketelhuis, pompenruimte en schakelruimten
blyven wy af. Vooral afblyven van het laat
ste. Want wanneer U met 10.000 Volt in
aanraking komt zou de heerlyka straalver-
warming der St. Janskerk op U geen gun
stigen invloed meer hebben. Veilljg
komen we aan in de machinehal en hooren
daar die groote machines gonzen. De om
vang dezer machines doet ons nu begrypen
waarom het mogelyk is Gouda en omstre
ken van zooveel electrische enérgie te voor
zien als de behoefte der bevolking vpr-
ei&clik
Zondag zyn echter de machines in de
«iitrale onderbela^t en verkoopt de kauf-
mënnische directie der Stedelijke Lichtbe-
dryven de electriciteit onder dfcn normaaf-
prUs. De lichtbedryven krygeiö hiermede op
ZonógB^ILg^^.-S^égebjld dan men
op Zonaüg- terwyl kerkbezoe
kers zi4p v<yi» prylsjlpn de warm
testralen kynjtt^\^;^|tèren. It i
Wy keSrtn te m de St.lJJariskerk.
Het gebouw fcffgftppett ons jAeeds en her
haald bezoek bréngt daarin tieen verandc-j
ring. Het doet dhs daarom asfllgepaam aan
te kunnen vaststellen, dat de ierwarmings-
lichamen het interieur der keilt niet stoort.
Dit was dan ook één der velfe tnoeielyke
vraagstukken welke moesten worden opge
lost. Want niet alleen de |rerwarmlngs-£
lichamen, maar ook de electr^
gen moesten zoodanig worder
dat. het interiéur dqr kerk
werd. j j
•De leidinge
kab^l verwi
draad voor de
KG. noodig.
wat dat wil
king Uw eleci
I zyn alle in f
kt. allien
jeleidlngfn wa|
)he gdeldln-
aangebracht
[et gestoord
Vorm
ikoper-,
[in totaal 550 g
dJn 1 "beM-yijen
(eggen, noem if aislvér*
•ische geteidi
is, djt gepote materiaal-kwantum ln
monumentale gebouw te verwerkèn zon-
het interiéur daarvan te Hebben ge-
U Ie
(fcdra^d welke
in Üw woonhuis voor verliehlSBig i» aange
legd. Deze dnjiad zou, wat kopergewicht be
treft, dan deflÉilenjgte moeten hebbén van
ruim' 40.00WJM|teli'. Neemt men hi'érby 21
schakel- pjlëferirigkasten, dan moet wor-i,
den erkend dab het den makers volkoéien jre-
lukt
dit monumen'
der het
Btoord.
Met deze inattalAatie is, in de Zondagseh-ï
winterdieftsten de warmte in de St. Jans
kerk verzlekeré. Dpartoe hebben allen hun
kennen en kunnen bygedragen met een sa
menwerking welke in en buiten Gouda ars
voorbeeld dienen kan.
jN.
Daar da onbakendsta >n hoogst!
toppan aan Cantraal-Aziï
De aanstaande derde expeditie van het
echtpaar VisserHooft.
vnn de
HANDELS EN LANDB0UWBANK
Saldo inleg 1 Juli 1927
1.981.153—
Saldo inleg 1 Jan. 1928
2.175.925—,
RENTEVERGOEDING 4
251920
waar men hoog op de pralende sneeuw
toppen het dichtst tot de sterren nadert.
Doel, duut-, beteekenis.
Ons gesprek, hoe gezellig pok, is héél ver
van de sterren; want mijn Vriend Visser
vertelt me van moeilykhedeÜ die overwon
nen moeten worden vóór de*'Vxpeditie reis
vaardig is. Hn vertelt ook, Üat het aantal
deelnemers beferkt moet blijvfen, omdat an
ders de Britscjh-Indi.sche réaeering zeker
geen toeraemming voor dajexpeditir zou
geven, drah in het te doortrekken gebied
slechts zlpijr geringe hoeveelheden voedsel
aanwezig ^jn, terwyl ook het aantal dra
gers, waaróver men kan beschikken, zeer
beperkt is. E* zyn anders liefhebbers ge
noeg, die me| wiLlen. Alleiqaal SjefJ van
Dongetjes in
biedingen W
tanten!... Medcwaai
té begr
kele schynt t
en dop' Alleraardigst
op avq^fcuut ^beluste sptlici-
alflepn, dat get* r
begrypen welke enormé^i
ten aan het ihedenemen van ook maa^ één
persoon pxtra verbonde
zyn! „Maa
ieder g^val züll^n wy zorgen, dat w$ een
bekwamen topograaf en geoloog mede jliry-
gen, want op geologisch gebied liggen df al
lerbelangrijkste problemen op hun oploédj
te wqphten, en hoe bezwa^rlylc het ook v<X
my zou zijn, ik zóu bereid tin zelf dó kt|
ten te dragen als ik nipt déj
noodigen
n om bed
zyn en
De heer en mevrouw VisserHooft,
toen zij met de „Prinses Juliana" te Am
sterdam terugkeerden van hun tweede
tocht naar de Karakorum.
In de Kampioen vertelt Jhr. Jan l eith
van den a.s. tocht van het echtpaar Visser-
Hooft naar Centraal-Azië.
Onder 'n Haagsch mondain thee-uurtje
heeft Jan JFeith met de heer en mevrouw
Ph. Visser-Hooft, die voor enkele dagen uit
Stockholm naar ons land zyn gekomen, ge
praat over hun aanstaande expeditie, welke
heide voorafgaande, volgens opzet, ook m
helangrykheid en duur, moet overtreffen.
De ambitie van onzen ondernemenden
landgenoot is, zoo vertelt hy, slechts deze,
geen half werk verrichten, want nadat
reeds een deel van het Karakoroem-gebiea,
vroeger als witte plek op den wereld-atlas
voorkomend ,in kaart werd gebracht, moet
nu andermaal do zware en lange tocht wor
den ondernomen, teneinde door middel vun
een aantal nieuwe terrein- en gletscher-
onderzeekingen, daarnaast door biologische
e» botanische waarnemingen, den eenmaal
ondernomen exploratie-arbeid zooveel mo
gelijk te voltooien.
Ik stel m'n vragen; de antwoorden komen
beurtelings van den heer of van mevrouw
Visser.
We tippen aan ons kopje thee; laten den
8igarettenrook naar het plafond cirkelen,
vanwaar de exotische afbeeldingen van 0W-
neesche wyizen, gevat in hun ïyst van ge-
styleerden „dierenriem", onze gedachten
wet ón-aardsche wysgeerigheid een weg w^j-
wn naar de hoogste toppen van China, daar
nancieleen steun zfou ontv
de personen te kujnnen meei
"De expeditie-kostL.
Omdat de heer Visser zèl;
i heeft gebracht op dit belanjfc-yk omtti
van zyn aanstaande expeditie, den ïira,
lüieelen opzet en de raming dér kosteji
|epn reis van ongeveer twee jaar ndar hi
jgindsche, slechts met overwinning van
grootste moeilykheden bereikbaar hoog
gebergte van Azië, vraag ik nader.
Na eenig aarzelen dan, dan zonder terug
houdendheid
„Wy zyn natuurlyk erkentelijk voor even-
tueele subsidies, zoowel van wetenschappe
lijke genootschappen als van andere zyde;
doch ik leg er den nadruk op, dat ik voor
onze exploratie-reizen nimmer by iemand
heb willen bedelen. Met de grootste erkente-
ly'kheid herinner ik me den steun ons des-
tyds verleend, en hoa byvoorbeeld onze vo
rige expeditie byna geheel kosteloos werd
uitg-eruët door de meeat hartelijke aanbie
dingen van Nederlandsche firma's, die er
prys op stelden, van haar belangstelling te
doen blyken door ons volledig te voorzien,
van levensmiddelen en equipementen; otn'
een gedeelte onzer winter-uitrusting niet te
vergeten! En dan de breede geste van enke
le onzer groote reedt-ryen, die ons, op byna
vorstelyke wyze, passage van en naar En-
gelsch-Indië aanboden."
Hy roerde in z'n theekopje, dat mevrouw
Visser weer had ingeschonken, croquant
koekje daarby:
„Maar daarmee zyn we er nog niet! Voor
de financiering van onze derde expeditie
zyn enorme bedragen noodig. En om dit by
elkaar te krygen, reis ik heel Europa af.
Juist keer ik uit Tsjeeho-Slowakye terug,
na avond-aan-avond lezingen te hebben ge
houden. In het afgeloopen jaar byna twee
honderd voordrachten! Niet silechts overal
belangstelling wekkend voor onze onderzoe
kingen in het Aziatisch alpenland, doch
tevens om tot een basis te komen der kosten,
verbonden aan zulk een nieuwe expeditie."
Samenstelling der expeditie.
Ik vroeg hem naar de samenstelling van
zoo'n tweejarige voetreis door, van elke
gemeenschap en ondersteuning op weken-
en maandeniage trajecten afgesloten berg
gebieden. Hy stelde me vlug zyn tableau-
de-la-troupe voor:
„M'n vrouw en ik, plus een geoloog. Als
eerste gids gaat tot ons groot genoegen
weer mee onze Zwitsersche vriend Franz
Loohmatter! En dan hopen wy, dat onze
vriend Khan Sahib, die zich by onze vorige
expeditie zoo bizonder verdienstelyk maak
te, zoowel als kaart-teekenaar en tolk, we
derom van de party zal zyn. Verder maak
ik voor ditmaal m'n berekening voor min
stens 'n honderdtal dragers van onze levens
middelen en tenten, onze toestellen en vel
schillende benoodigdheden, omdat myn plan
is, ditmaal ongeveer twee jaar onafgebro
ken in ons exploratie-gebied te verblyven."
Hy dacht even na, alsof hy reeds zijn
medereizigers inspecteerde: gidsen, geleer
den, dragers, die hem en zyn vroflto zouden
vergezellen op den verren, langen tocht,
zich uitstrekkend door een gebied, ongeveer
ter grootte van Duitschland, en daar wer
kend en overwinterend op een hoogte tus-
schen 4 en 7000 meter.
Mevrouw Visser vulde zyn gedachten aan:
„Natuurlyk vergezelt Pati&la ons!"
De expeditie-hond gaat weer meer
Pati&la, een der heiden, al was hy slechts
'n viervoetige, uit de beroemde Karako-
roem-beschry vingen van het echtpaar
VisserHooft!
Pati&la! Meegekomen uit Stockholm naar
Den Haagi Omdat die trouwe Patifiia eigen-
lyk altyd hiet zyn meester en meesters
mee-reist.
De heer Visser vertelde nog hoe hü den
zeldzamen reisgenoot ten geschenke kreeg
van den Maharadja van Pati&la, een der
uitgestrekste onderdooien van Indië, eb hoe
verrast deze vorst ziah had getoond, toen
hy bemerkte, dat de heer en mevrouw Vis
ser zyn geschenk niet beschouwden als een
daad van louter hoffelijkheid, doch den
hond op hun moeilyke expeditie meenamen,
om Patiöla later ook mee te nemen naar
Europa en hem daar te laten deelen in de
gulle triomfen van zyn meesters.
Zoo vertelde hij»:
,*Kort geleden waren we in Berlyn. Muak-
ten er onze opwachting by denzelfden In-
dischen Maharadja. Natuurlyk waren myn
vrouw en ik in gezelschap van onzen trou
wen Pati&la. En de verrassing, maar o»k
de oprechte blydschap van onzen Indischen
vriend! Dadelyk riep h\j uit: ,^Maar dat is
Pati&la!" En toen wy hem meedeelden, dat
de trouwe makker deel zou uitmaken ook
van onze derde expeditie, konden we bemer
ken hoeveel genoegen het heni deed, dat wy
zyn vroeger geschenk zoozeer naar waarde
hadden geschat!" jy
Daar is de derde Visser-expeditie nnur
Centraal-Azië dus byna weer reisvaardig.
In Januari gaan de heer en mevrouw Visser
(m^t Pati&la) te Rotterdam aan boord van
een rustige vrachtboot der Holland
Britsch-IwHë-Lyn, om na alle voorafgaande
voorbereiding»-beslommeringen en dit
zyn er zoowat voojr 'n tweejarige expeditie
naar een ondoorvorschte wereld van sneeuw-
en-ys ojj de zee-reis naar Bombay zich te
sterken voor de wachtende inspanning en
vermoeienjs.
'8-Gravqnhage, begin December '28.
ter van
bracht
VyftienBj
over
Universi
hain Weizmann.
Gh. Weizmann, de voorzit-
stische Wereldorganisatie,
week een bezoek aan Neder-
lebreeówsch|
ons' óprechi
i d| jjand 4
rbinden, toch
zyin verloopen sinds Prof.
jn eerste officieele rede hieiijf
tirw van een Hebreeuw»
Jerusalem.
^r .„_r het jihans ook
strjpven, ons volk <jlen ploeg
En bet»metszyn j>rond té verbind»
t ééne <lu| lelijk, wij,^ iyi|eenmaHl
.,Volk van met Boel
wapen is onze «est en
erstfrking en het gereed-
vapeft ter vetovering van.
onze plicht. De Umversi-y
iateiyke dreadnought zyr.,
itere successen zouden be-*
deren "met hun legers en
dezen geest; [di
houden van di
een beter lev»
teit zou onze
waarmee wy
halen d^n de
vlooten.
In Palestina
sten en hoogsl
in de niet-jooi
de
vrhiag opgenoi
Wanneer de
loppe wordt fnj
buitènkant hie
Prijsvraag.
g«--
men allés in den mooi-
vorm vinden, wat men ook
:he wereld vindt. Dan zal
het land aantrekkingskracht hebben en zul
len zelfs die krachten naar ons toestroo-
men, waarvan wy thans niét eens durven te
droomen. De cultureele kolonisatie van Pa
lestina kan en zal een factor worden ter
bereiking van ons grootsche doel, een fac
tor, wiens waarde by de économische kolo
nisatie niet ten achter zal ïhoeten staan".
Pit is een fragment vaif een rede, dJe
Prof. Dr. Oh. Weizmann1 heeft gehouden
tydens het elfde zionistische congres te
Weenen in 1913.
Voor het eerst werd hiermede het denk
beeld eener Hebreeuwsche Universiteit in
Palestina officieel concreet te berde
bracht.
In 1902 gaven de ook hier te lande door
zyn voordrachten en zyn werken over het
Classidisme bekende Dr. Martin Buber, Dr.
Berthold Feiwel en Prof. dr. Weizmann een
brochure uit: „Die jüdisohe Hochschulc
waarin zy de beteekenis van het denkbeeld
der Hoogeschool nader uiteenzetten.
Deze brochure had echter geen verder;
gevolgen, totdat Prof. Weizmann op bet
elfde congres der Zionisten in 1913 zyn
eerste groote redevoering hield over de
Hebreeuwsche Universiteit, waaraan wU
bovenstaand fragment ontleenden.
Prof. Weizmann wist intusschen Baron
Edmond de Rotschild voor zyn loevelings-
idee de Universiteit te ihteresseeren
en na vele voorbereidingen is inderdaad in
Palestina als symbool van vrede en vryheid,
die er na de bevrijding van het Turkscbe
juk zouden heerschen, de grondsteen ge-
eg d voor den Tempel der Wetenschap, die
in het oude Jodenland zou verryzen. 24 Juli
1918 werd door Prof. l)r. Weizmann op dtn
Scopus te Jeruzalem de eerste steen gelegü
voor de Hebreeuwsche Universitei, onder
onbeschryfeiyk enthousiasme der bevolking,
die, na de doorstane ellende en de ondra-
gelyke folteringen, welke het régime-Dje-
mail Pasja (de Turksche opperbevelhebber)
hen bezorgd had, het binnenrukken der En
gelsche troepen tydens het lnwydingsfeesz
1917 met geestdrift begroet had, nadat op 2
November 191? de Engelsche Regeering de
bekende „BalfouHDeclaration" had gepu
bliceerd, waarin den Joden het stichten van
een Joodsch, Nationaal Tehuis werd beloofd,
hetgeen dus de bereiking van het politieke
doel van het bovengenoemde Bazeler Pro
gram van 1897 beteekende.
Het was een onvergetelijk moment, een
plechtigheid, ontroerend door haar eenvoua
en aangrijpend voor wie besefte de machtig-
grootsche idee, welke hierdoor werkelyk-
heid werd. Voor het eerst stichtten de Joden
hun eigen Universiteit. Hiermee werd het
forum geschapen, waar de Joodeche on
maatschappelijke studie in haren hoogsten
vorm in één instituut vereenigd werd.
De Hebreuwsche Universiteit is in de eer
ste plaats voor Joden bestemd, maar het
spreekt vanzelf, dat zy ook ieder ander har-
teiyk welkom zal heeten binnen hare poor
ten, orp daardoor het profetenwoord van
Jesaja in vervulling te doen gaan: „Want
Myn Huis zal het bedehuis aler Volken ge
noemd worden."
In 1925 heeft de zoo vurig begeerde
Hoogeschool haar poorten geopend voor
dorstigen naar leer en wetenschap.
De man die dit heeft weten tot stand te
PRIJSVRAAG-HOEKJE
PRIJSVRAAG no. 2.
deze ruibriek wordt éénmaal in
'eertien dagen een nieuWe prijs-
tndlngei^
er env.
den, m
vai de Redactie
ndeerd worden.
Alleen a bonne's kunnen
dace
prijsvraag meedoen.
Voor het geestigst onderschrift
onder deze teekening, wordt een prijs
toegekend ter waarde van 2.60, welk
bedrag moet worden besteed in een
der winkels, welke in de Goudsche
Courant adverteeren, in de»
Van 14 dagen na heden.
sdag 19 Dactmber.
brenijen, en wiens beeltenis Hierboven is af
gebeld, is by zyn bezoek aan Den Haag en
Amsterdam met groote hartelijkheid ont
vang!
In lie Ver. zalen van Belletje in Amster^
dam heeft Prof. Weizmann net woord ge
boerd en hy vertelde dat deken winter 609
joodsch© gezinnen zich voor het eerst weer
ifa de crisisjaren op het land zullen neer-
i petten.
(i Ondanks de fouten, die gemaakt zyn, is
'Ar in de kolonisatie vooruitgang te bespeu
len. Ongerept zijn 3chier gebleven de akker-
tiwuw, de industrieele en handelsontwikke-
'ling, altemaal grondvesten voor een goede
kolonisatie. Als z(jn diepgevoelde overtui
ging sprak prof. Weizmann hef uit, dat
men betere tyden tegemoet gaat.
Oplossing van de raadsels van vorige week.
1. Een stekelvarken.
2. Een paddestoel.
3. Een handschoen.
4. De pit van een kaars.
5. Aard-appeltje,
6. Een hagelsteen.
De prys viel by loting ten deel aan
FRANCINA VAN DAM, St. Josephstraat
43. De pryswinster mag haar prys Maandag
aan ons Bureau Markt 31 komen afhalen.
Nieuwe Raadsels.
1. Vertel me gauw,
Wanneer valt wit uit grauw?
2. Wat heeft vyf vingers en toch geen
hand?
3. Welk kussen ligt op geen enkel bed en
wordt voortdurend met scherpe dingen
gestoken
4. Wat stEWt hier: stek, teer, f?
Het is een feestdag.
5. Welk spreekwoord is dit: ebne
6. Met a een visch.
Met b een speelgoed.
Met d geen hoogte.
Met h een deel van eën huis.
Ter eere van het Kerstfeest loven wy
volgende week weer twee pry zen uit. Een
extra-prys voor de oplossing die 't eerste
by ons Bureau Markt 31 in de bus wordt
gedaan. Goed opgelet dus. Leeftyd opgeven
hoor. Wie het wint krygt een heel mooi
jongens- of meisjesboek.
Oplossingen inzenden aan ons Bureau
Redactie Goudsche Courant, Markt 31.
Het Soer. Hbl. vertelt: „Hoe men in
Bandjermasin wordt begraven.'
„Het Bandjermasinsche
vies móeras. Kan de fami
talen, dan wordt in die
gegraven, aan de vier zyden
planken, daar het i
weer instort.
Tydens de begrafenis wordt *dan, alweer
met extra kosten, een soort brandslang in
den kuil gelaten en door middel van een
pomp, op korten afstand opgesteld en door
koelies bediend, woidt getracht de groeve,
althans tydens de plechtigheid, droog te
Is het wonder, dat allot aanwezigen zich
droef ergeren, als hun tydens hét spreken
van den gèestelyke en het neerdalen der
kist, de treiterende geluiden in' de ooren
klinken van de piepende pompen en het
wegstroomen van een armdikJcen water
straal?
Toch is dit nog een „nette" begrafenis'
Want wie geen geld hééft voor besohoelen
en pompen, vindt by zyn komst o»p het kenc-
hof een kuil, tot den rand met water gevuld;
een plas dus, waar een groeve zyn, moest!
Een dan wordt, o walging, de lijkkist in
dien plas gezet en de koelies trachten dan
door duwen en met kluiten modder, die
dryvende doodkist tot zinken te brengen.
En dat alles, terwyl de familie dit treurige
schouwspel moet gadeslaan.
Is het niet stuitend en walgingsrwekkend,
als men zóó zyn vrouw of kind ter aarde
moet zien bestellen? Zou men zich niet
schamen, aan de familie-betrekkingen in
Europa van zulk een plechtigheid een waar
heidsgetrouw verslag tie doen?
Eindeiyk, nu Bandjermasin als zelfstan1-
dige gemeente byna tien jaar bestaat, zal
men eens gaan „zoeken" naar een ander
terrein! Waarom de zaak niet radicaler
aangepakt en op een willekeurige plek aan
den Oelinweg een uit. baksteen of beton op
getrokken, bovengrondsche begraafplaats
neergezet?"
DAM RUBRIEK
Onder redactie van de Damclub „Gouda",
Secretaris K. Tiendewag 28, lokaal der club
Markt 49.
Probleem No. 605.
orlyk be-
een graf
hoeid met
rmiidelyk
gfcMIIMM"'rcivi
Zwart schyven op: 8, 6/10, 12, 16, 38, dam
op 5, 47.
Wit schyvert op: 14, 20, 22, 26/29, 33, 34,
36, 39'42, 48, 49. g
Probleem No, 506.
Iedere handeling van zoo'n droeve plech
tigheid wordt onderbroken door hinderlijk
lawaai van koelies, die pompen; van een
mandoer, die met roepen en arm-ziwaaien
het pompen telkens doet ophouden en weer
voortzetten, zoodra er na enkele seconden
weer water in den kuil staat.
W*- y-w 'fA
f M Sit iilll Se
Zwart schyven op: 11, 12, 19/27, 30, 35.
Wit schyven op: 33, 36/39, 41/43, 45,
47/60.
Oplossing van probleem No. 601.
Wit speelt: 80—24, 40—34, 17—12,
11 :85.
Oplossing van probleem No. 602.
Wit speelt: 34—30, 15—10, 24—20,
19 28, 45 84, 18 11.