Boekhandel VAN BURK
Balt. A. de Jong
nlm 8.1 Puil, Mm 12
Punch, Rum, Cognac, Wijnen en Likeuren, uitsluitend prima quanten
J. L. BRUNS
HOEDEN
Firma G. LIUEIIIK
M. J. OOSTERLING ZONEN £5Üda
TRANSVAL1A
IbmiiKii V ip I id
ANTHRACIET
DOMANIALE
Firma D. G. van Vreumingen
m
J. A. VERHOEFF, Confiseur
Dames- en
Meisjesmantels
Kindermantels
III III
Formaminttabletten
ANTON COOPS
Kerstboomen
Hulst
RADIO
Hoestmiddelen.
MULDER OOMS
Verhoeff's zwaargevulde Kerstkransen,
bekend als de fijnste mmms^sm—rnam
GOUPSCHE COURANT - ZATERDAG 22 DEC. 1928 - TWEEDE BLAD
Vpj
diverse soorten
AMSTERDAM
TURFMARKT, hoek Gouwe.
Kerst-Etalage
KLFIWEG 39 TELEF. 287
Kantooragenda's
Zakagenda's
Kerstkaarten Nieuwjaarskaarten
tegen griep
flacons a f 1.— bij
of Explosl*
J. L. A. BRAAK,
Maakt| .Uw Kuis met
de Kerstdagen
gezellig
Kerstversieringen
Kleiweg 36-38, Tel. 611
III J
OosthaveD 29 - Telt 118
Fa. P. J. Revet en Zonen
De hoogste prijzen
I
Verzakeringsn
Jph. Bel|
IEDEREEN STOOKT
Joh. Dessing Co.
sigaren an Import slgarottan
Kerstmisgeschenk
Al Uw
Schemerlamp
Hoogstraat 23 35 Tel.
KERSTMIS.
igt 01
OUD EN GERENOMMEERD ADRES
VIJFTIGJARIGE REPUTATIE
Hoogstraat 20 Telefoon 64
76 2688
Extra voordeellge aanbieding
voor Spotprijzen.
KOMT ZIEN ONZE SPECIALE
daar vindt U een ruime keuze GRAMOPHONES, PLATEN, CITHERS,
HARMONICA'S, MANDOLINES, VIOLEN, enz. enz.
Nergens vind men zoo'n ruime sorteering als in de
11 LANGE TIENDEWEG 11 GOUDA
Beleefd aanbevelend,
C. S- Bouter
Drogist
Wijdstraat 31 - Tel. 328.
40
Wilt gij veiligheid in huis
En geen Qas>UCht
Stook dan Kolen thuis
2715
RONDE RANDEN
(Nieuwste model).
Boekhouden - Handelstekenen
Handelskennis Handelsrecht
Opleiding voor practljk en examen
Lurnr M. 0.
Burg. Martensalng—I ast
Parf. Toiletartikelen
Scheerbenoodlgdhsden
f 2.per week. GEHEEL COM
PLEET GEPLAATST 125.—.
HAPPEL, Snoystraat 69, GOUDA.
Schilders, Oosthaven 65, Tel. 280
- GOUDA.
Groote sorteering 10
worden betaald voor HAZEN-
enKONIJNEN VELLEN,
LOMPEN en METALEN door
J. Scharrenoerg,
8scldcmnkapcnt.es 4—7.
H. VAN DER GRAAFF
Blauwstrsat 19 Tel. 763
op elk gebied
STEENHOUWERIJ
A. ROODBOL
HARDSTEEN fcANDSTEEN
SCHOORSTEENMANTELS
GRAFWERKEN.
ACHTER DE KERK - GOUDA.
,Radio Eieetr. Techn. Bureau
Blauwstraat 12 Tel. 66
H. BROUWER DE KONING
Spieringstraat 153 Gouda.
Ons brood werd bekroond:
Arnbem 1923, 'i-Bo«ch 1924, R'dam 1924,
Dordrecht en Utrecht 1927.
Alleenverkoop voor Gouda en Omstreken.
Kantoor: OOST-HAVEN 24. CM
IN DE VAN OUiDS BEKENDE TABAK EN SIGARENWINKEL VAN DE
WIJDSTRAAT 20 TELEF. 198,
is een ruime keuze van prima
zeer geschikt voor
Vraagt LA VENTA onze 8 cta sigaar met 10 ets gualiteit eigen fabrikaat
en onze CABINET TABAK 45 ct. per doosje, de allerfijnste rooktabak.
40
WIJNHANDEL
Drinkt „OOMS" SCHILLETJE, VOORBURG, COGNAC, PUNCH, MUSCATO,
PEDRO (zoete Spaanache Wün).
Elke kooper ontvangt GRATIS één POTLOOD, KALENDER of KURKETRF.KK RH.
By aankoop 1 3.één mooie COURANTENHANGER,
i IL- één DOUBLE SIGARETTENKOKER (ietB aparts).
40
AAM TE yLUITEM
DE BETERE TOE/TEULErt^-
ALLE VOEDIMGAPPAR.ATEN
inQEBOUWD
Sedert eenige jaren plaatsen we onze radioapparaten over geheel Neder
land;
Sedert eenige weken maken we ook werk van Gouda;
We openden een gehoorzaal;
Sedert dien zijn ook vele stadgenooten tot de gelukkige bezitter* van een
G. R. installatie te rekenen;
Het aantal groeit dagelijks,
DANK ZIJ:
de voortreffelijke eigenschappen onzer toestellen» en luidsprekers,
de coulante bediening,
de deugdelijke garantie,
de soliditeit onzer sedert 1872 gevestigde firma,
de vakkundige aanleg van antennes (in Gouda gratis),
de uitgebreide instructies en bedieningsvoorschriften bij ieder apparaat
verstrekt,
de groote keuze in standaardmodellen (vijf),
de groote keuze in kasten (twintig),
waardoor het mogelijk is 100 diverse uitvoeringen te leven naar ieders
smaak en verlangen,
de aanpassing aan ieders beurs,
de rekbaarheid van het crediet (huurkoop).
We noodigen tot luisteren uit iedereen, die die goede radio wil hooren.
Bediening k la minute.
In de meeste gevallen worden installaties die 's morgens besteld zijn den
zelfden avond geplaatst.
9.
10.
11.
GOUDA
HOFLEVERANCIER
TELEFOON 46.
Als de dagen donker zijn en koud en Ijzige
misten de steden en dorpen verhullen, dat
de huiverende menschen wegschuilen in
hun warme huizen, dan ontsteken we in
onze duistere kamers de lichten van den
Ksrstboom en zingen het „vrede op aarde,
in de menschen een welbehagen" ter herin
kindje in Bethlehem's beestenstal. Hoe lang
het nu al geleden, dat die v redeszang
voor het eerst weerklonk boven Efrata's
velden? Het klonk als het inluiden van een
nieuwe verwachting, een nieuwe hoop, als
wee epn ander, een ongekend licht over de
wereld opgegaan. En sindsdien wacht de
geplaagde menschheid nog altijd op de ver-
vulling dier verwachting. Zy zingt het
Kerstlied van den vrede en ontsteekt aan de
Kerstboomen de glinsterende lichten. Maar
h het niet soms, of ze de beteekenis ervan
vergeten was? De Kerstboomen worden
talrijker van jaar tot jaar en de goud
appels schitterender en de uitdeeling aan de
armen ruimer. Maar de arme vrede
dwaalt rond over de aarde, naakt en koud,
en niemand, die naar haar omziet. En wan
neer zy zich soms een oogenblik zet dicht
bij het huis, waar door de ramen de schit
tering van den Kerstboom schynt en glim
lacht, wanneer het „vrede op aarde, in de
menschen een welbehagen" uit de kinder
monden naar buiten klinkt, dan vlucht ze
het volgend oogenblik verschrikt op, wan
neer bitse woorden heftig ruzieën, dat het
Kerstgezang nauw hoorbaar meer is in de
stilte van den nacht. Dan dwaalt ze weer
weg, ver weg over de aarde, in haar lichte
kleed, in haar tengere hand den buigenden
palm en in haar glimlachende oogen nog
de droom der zaligheid. Zij gaat door de
uteden met haar geweldig straatrumoer,
Aaar wufte vermaken en zinnelijke genie
tingen, door de dorpen met hun onderling
krakeel en heimelijke vijandelijkheid en
door de kleine, stille stadjes, die te droo-
men schynen in de rust der oude grachtjes
en pleintjes, maar waar kwaadsprekende
tongen lasteren en venijnige jaloersche
blikken loeren. Zij gaat langs de paleizen
der vorsten en koningen, langs de schitte
rende gevels, waarachter schitterende luch
ters branden in rykgemeubelde zalen en
aan welvoorziene disschen, glinsterend van
kristal en kleurig van veel bloemen, het
zachte vleesch van gedeflecteerde dames
biankt en in het kapsel diamanten flonkeien,
maar waar achter glimlachende oogen,
wanneer teere handen het glas heffen ter
eere van het Kerstfeest, de afgunst brandt
en de haat en de begeerte. Zy gaat langs
simpele, nederige huisjes, waar wrok om
veel geleden onrecht en armoede de gemoe
deren verbittert. En overal tusschen de
menschen, die feestvieren ter eere van het
Jezuskindje en van den vrede, dien zyn
geboorte beduidde en de menschen die geen
geld hebben om feest te vieren, maar hui
verend samen hokken in hun armoedige
kamers, zoekt zy, de vrede vergeefs naar
een plek, waar ze rustig zitten en glim
lachen kan en luisteren. Tot ze eindeJyk
ergens in een stille kamer een eenzame
man ziet, die niet denkt aan het Kerstfeest,
maar zich buigt over een boek en glim
lacht; of een vrouw, die het b'.onde hoofd
streelt van een klein kindje, terwyi in haar
oogen gelukzaligheid droomt. Dan zet zy,
de vrede, zich geruischloos neer in het stille
vertrek en glimlacht. En de man kykt op'
wonderglimlach van vrede droomt om zyn
nog strakkén mond. Hy begry.pt niet waar
om, maar het is hem zoo wonderlyk te
moede, als had hy een zeldzaam geluk ge
vonden. En ginds naast het blonde kindje
wordt de vrouw plotseling stil en haar
handen rusten in haar schoot. Zij glimlacht
ook en knikt, als knikte zy de stille kamer
toe, waarin haar geluk droomt. En de vrede
glimlacht ook en knikt tevreden, nu zij ein
delijk de plek gevonden heeft, waar ze een
oogenblik rusten mag. Het is hier in de
eenzaamheid, waar het leven vergeten
schynt. Maar overal daarbuiten tusschen
de menschen, overal waar menschen samen
zyn, is de nyd en de haat en de begeerte.
Ook wanneer zy het Kerstlied zingen van
den vrede en van het Jezuskindje.
Is het niet tragisch?
Maar nietwaar? het .Kerstfeest is ook
het feest der verwachting. Uit de donkerte
der dagen klimmen we omhoog naar het
licht. En in ons hart blijft de hoop, die het
Kerstfeest wekt. Eens... eens- misschien.
Het Kerstlied zal toch niet om niet gezon
gen zyn. Vrede op aarde, in de
een welbehagen."
W&*><><*OOQOOOOOOOO<XXXX>000000000<XXXXXXXX>00000000<XXXX>0000
DE STER DER WIJZEN.
Nog is 't geen tijd van rusten,'
Wij zijn nog ver van 't doel.
Komt, voort naar gindsche kusten,
Door 's werelds bont gewoelf
Wie moed'loos neer mocht zinken.
Heff' weer den blik omhoog!
Daar blijft een starre blinken,
Wier licht ons nooit bedroog.
Zij blijft in schoonheid stralen
En wijst ook ons het spoor,
Waar wij in neev'len dwalen.
Gaat zij ons lichtend voor.
Zij leert ons voorwaarts schrijden
Met koninklijken moed;
Zij leert ons 't zwaarste lijden
En offren goed en bloed.
f. A. BöHRINQER
■<XXXXXXXXXXXXXXXXXXX>QOOOOOOOO OOOOOOOOOOOCxXKXXXXXXX;
Ons Kerstideaal
Wederom is het feest aangebroken, dat
de Christenheid over de gansche wereid
steeds als hoogtepunt van haar vierdagen
heeft beschouwd. Alom valt men in aanbid
ding voor het Licht, dat Tuim negentien
eeuwen geleden opgmg over de wereld. En
alom leeft dezelfde gedachte, hetzelfde ver
langen, dezelfde hoop en dezelfde bede het
v redes ideaal. Het Keivtideaai I
De wereld ziet en voelt haar idealen; zy
verlangt, zy hijgt er naar. Wij weten, dat
een ideaal nooit werkelijkheid kan zyn. Ook
ons Kerstideaal, dat den in- en uitwendig'-»
vrede tot inhoud heeft, kan nimmer ten
volle worden verwezenlijkt. Maar toch, ais
het Kerstmis is, staan we weer even stil,
slaan we weer den blik omhoog waarin een
bede van geloof en vertrouwen in ons ideaal.
Het Kerstideaal reikt veel verder, veel
dieper dan de volkeren strijd alleen. Wan:
zou de gewapende oorlog inderdaad al tot
het yerleden behooren, die andere strijd: de
economische, blyft voortbestaan. Burgers
van denzelfden staat blijven, zuiver om ma-
terieele motieven, vijandig tegenover eikan
der staan. Wanneer de Schepper aller din
gen zyn blik laat rondwaren over de aarde,
hoe bedroefd moet het Hem dan stemmen,
dat al die menschen, die ieder op zichzelf o
zoo gaarne het goede, het schoone zouden
willen nastreven, in strijd naast elkander
blijven voortleven. Aan de verwezenlijking
vanjiet ideaal in een andere, betere wereid
wanhopen wy niet; wèl echter aan die van
het ideaal, dat op aarde nogeens algeheele
vrede zal heerschen, waardoor de Goddelijke
gedachte in ons aardsch bestaan tot vol
ledige ontplooiing kan komen.
Met Kerstmis echter koestert het ver'.os-
sings-mysterie van Christus' geboorte onze
harten, en verkwikt het onze gedachten.
Dan overpeinzen we weer den weliswaar
zoo uiterst langzamen vooruitgang van het
vredesideaal, maar spreken toch ons geloof
uit: ééns zal het komen. Want de wereld,
waarin zoo ontzaglijk veel stroomingen
woelen en bruisen, zoekt naar verlossing. Er
is een geweldige worsteling om te komen
tot een nieuwen tyd, tot een betere samen
leving, maar alles wat de wereld hunkerend
zoekt is tenslotte: vrede. Vréde tusschen de
volkeren, vrede tusschen de menschen, vrede
op staatkundig, politiek en economisch ter
rein, vrede ook voor de eigen ziel. Het
Kerstideaal!
De aloude Kerstgedachte doet weer onz«m
blik hopend verwijlen in een vene toekomst.
Onze huizen zyn weer vervuld van de oude
vreugde en de oude zangen, onze harten zijn
opnieuw vol van de woorden van Nicolaas
Beets:
Daar is uit 's werelds duistre wolken
Een licht der lichten opgegaan.
Komt tot zijn schijnsel, alle volken!
En gij, mijn ziele, bidt het aan!
Het komt de schaduwen beschijnen,
De zwarte schaduw van den dood;
De nacht der zonde zal verdwijnen,
Genade spreidt haar morgenrood.
Kerstliederen.
Het Sinterklaas en het Kerstfeest heb
ben hun eigen liederen; in den huiseiykcn
kring wordt wellicht nooit zooveel gedon
gen als op den vijfden en en vyf-en-twin-
tigsten December. Vol spanning en ver
wachting en blijdschap klinkt het op den
avond van den bisschop, plechtig moet het
klinken, als de Kerstboom zijn teeder kaar-
seinlicht uitstraalt op den geboortedag van
hem, die het licht der wereld geweest ia.
Eigenaardig dat juist dit geboortefee 4
zoo tot zingen dringt; er zouden in oude
boeken natuurlijk wel Paasch- en Pinkster
liederen te vinden zyn, doch aan het zingen
ÖOOOOOOOOOOOOOOOOOObOOOOOOöOObOOOOOOOOOOOOdOOObö
NAGALM.
„Vrede op aardel In menschen welbe
hagen
O, verrukkend eng'lenlied,
Dat, door tal van eeuwen voortgedragen,
Ook nog ons vertroosting biedtl
Blijf gedurig in ons hart weerklinken,
Doe er 't licht van d' open hemel blinken,
Wek in ons, bij ieder lot,
't Eindloos dankbaar,fier zij God."
PH. R. HUQENHOLTZ.
^CtOOOOOOO^XXXtOOOOOOOOOC <XKXK><X><X><XX><XKKKXX><X><X><><X><Xk><>00000£
thuis wordt op die dagen zelden gedacht.
Trouwens, als het weer het maar even ti^
iaat, gaan wy met de Paasch- en Pinkster
dagen de stad uit, naar buiten, terwyi het
Kerstfeest zoo in den barren winter als
vanzelf tot huiselijkheid dwingt, tot de in
timiteit van het onder-ons, in de rust, die
na maanden van ingespaiinen arbeid voor
allen zoo weldadig is. Natuurlijk dat dan de
piano opengaat; dat er gespeeld en gezon
gen wordt door Moeder, door zuster of door
üe jongeren. Het doet er niet toe wie met
de uitvoering van de muziekstukken belast
zyn, als er maar gezongen wordt, en in die
plechtige stemming gebeurt het zoo vaak
dat de muziek ontroert, zelfs al is de wyze
van uitvoering niet eens zoo heel mooi. Ja,
een oud Kerstliedje, dat ik mij uit het ouder
lijk huis herinner, kan me wonderlyk tref
fen, ook ai vertelt een of andere moderne,
jonge musicus, dat het nogal een prullig
liedje is. Want ieder jaar weer, als het op
het Kerstfeest gezongen wórdt, denken wy
terug aan het ouderlyk huis, waar Moeder
het immers zong en wy allen met haar.
Wie Kerstliederen wil, weet den gemak-
kelyken weg: hij neme eenvoudig den wel
bekenden bundel „Kun je nog zuigen, zing
dan mee" en allicht zal hij iets van zijn
gading vinden. Toch, groot is de keus niet;
gewoonlyk blijft het by het welbekende
„Stille Nacht, heii ge Nacht" of by het
zeer schoone „Es ist ein Reis entprungen".
De ouderen van dagen herinneren zich na-
tuurlyk het „Minuit, Chretiens, van Adoiphe
Adam, dat zich in de blakende gunst van
onze grootouders verheugde en dat bejaar
de tantes nu nog wel doet zeggen dat het
toch zoo mooi was, en dat zij niet begrijpen,
waarom of wy dat nu niet meer willen-
zingen...
Te weinig gezongen wórdt leen mooi
Kerstliedje, dat in den bundel Kinderliede
ren van den te vroeg gestorven Philip laroU-
te vinden is: ,,Nu zingen Gods Eng'len in
heiligen nachteen waarlyk religieus ge
stemd, melodisch liedje, dat door oud en
jong gezongen kan worden. Voor huisgezin
nen, waar de oudste zuster zangles genoten
heeft en waar een ander lid van de fami.ic
niet tegen een matig-moeilijke piano-bege
leiding behoeft op te zien, voor die huisge
zinnen is de bundel „Weihnachts-lieder"
van Peter Cornelius bestemd, fraaie liede
ren die in staat zijn de intieme stemming
v^n het Kerstfeest te verhoogen. Het eerste
.ied van den Kerstboom in allerliefst, het
tweede van de herders in het veld, met het
bekoorlijke schalmei-motief, treft het muzi
kale gemoed even gemakkelijk, als het derde
van de drie Koningen, waarin het koraal'
,.Wie schön leuchtet der Morgenstern" zoo
vol effect bewerkt is; dan komt nog de
geestdriftige zang van den ouden Simeon.
die in vrede gaan wil, nu het hem gege\en
geweest is den Heiland aan te zien. Natuur
lijk zijn dit geen liederen, die men zoo maar
even zingen en spelen kan; zy moeten be
studeerd worden, maar liggen toch binnen
het bereik van den goeden dilettant.
Hulst en Vogellijm.
Misschien kent ge de misstel lijster? Ik
vind dit een der siciiykste, een der aardig
ste van onze vogels. Met name de borst ver
toont veel aantrekkelijk schoons, omdat
deze prachtig-rykelyk is gevlekt met don
kere waaiervormige figuurtjes. De zang
van den vogel is mede voortreffelijk, maar
bovenal de naam wyst reeds in deze rich
ting is de vogel bekend wegens zyn rela
ties met een plant: de misletoe, een ingebur
gerd Engelsch woord, waarvoor we de equi
valenten „maretakken' of „vogellijm" be
zitten. De betrekkingen tusschen vogels en
planten zyn trouwens van algemeen beken
den aard en men weet, dat de zaden van tal
van bessen, die door vogels worden gegeten,
weer onverteerd het lichaam verlaten en
soms op grooten afstand van de plaats,
waar de maaltijd werd genoten, worden ge
deponeerd. Daar groeien de zaden, die kiem-
krachtig zyn gebleven, tot een plant. Op
deze wyze dragen de vogels by tot de ver
spreiding der planten.
Het is nu de miste .lijster, turdus viscivo-
rus, die zich pleegt te goed te doen aan het
vruchtvleesch van de vogellymplant, die een
der traditioneele Kerstplanten is geworden
en in mythologie en oud volksgeloof tel
kens en telkens weer voorkomt. Viscus
album L' zooals de wetenschappelijke naam
van de misletoe luidt, is stellig een inte
ressante en curieuse plant, die iets eigen
aardigs heeft; allereerst valt die uitgebrei
de gaffelvertakking der ronde stengels op.
De leerachtige bladeren, die eenigszins den
lepelvorm hebben, blyven wel-is-waar het
Wat het Kerstmannetje vertelt
DE ROP.
Ze lag op haar
knieën voor de lata
fel, met de oude, be
vende handen, die een
menschenleven lang
hard gewerkt liadden
en waarvan het vel
rimpelig was, met de
kleur van ivoor, door
zocht ze voorzichtig
de leden. Oude lappen
bracht ze aan het
lichte roen, bruin,
zwart, paars van al
lerlei kleur, verschil
lende van stof en
ongelyk van grootte.
Voor ieder ander zouden ze zonder beteeke
nis zijn geweest, en de koopman in vodden
zou er nawelyks een bod hebben gedaan
Ze hadden geen waarde, behalve voor Moe
ke; elite lap, elik sniper was een stukje van
wat haar oogen langzaam haden zien ver
slijten, van wat was voorbijgegaan; een
stukje herinnering; en als ze het langzaam,
byna eerbiedig, openvouwde en er met haar
dorre vingers de plooien uit wilde strijken,
zag zy in haar verbeelding het kleedlng-
stuk waarvan het was overgeschoten en wie
dit gedragen had. Veel er van herinnerde
aan haar man, maar t" meeste aan haar
dochter. Een groen lapje was een stukje
katoen van een schort, dat Geesje droeg
toen ze nog school ging; deze puntige snip-
Per grijze zyde was van haar trouwjapon,
die by haar blonde haren zoo goed paste.
Zoo had vader ze nog mogen zien. Kort
daarop was hy van Moeke weggenomen, en
een jaar na zyn dood, bij de geboorte van
j Anneke, volgde Geesje hem.
't Eenige wat Moeke restte was de oor
zaak van Geesjes dood; voor het kleine
wicht was ze, by al haar verdriet, dankbaar
geweest. Want toen ze het kind in de armen
nam en het in de oogen keek, was het nieu
we leven haar opeens heel vertrouwd ge
worden, scheen het alsof geen twintig jaren
waren voorbijgegaan tusschen de geboorte
van haar dochter en die van haar kleinkind.
Ze had weer een taak; het verzorgen van
de kleine en het regelen van het werk, dat
op de hoeve te doen viel. Ze deed het heel
goed en daarom viel het haar dubbel hard
toen de dag aanbrak, waarop Barend een
andere vrouw in zyn huis voerde, een
vroujv, die in niets overeenstemde met
Geesje, die niets van haar zacht, vriendelijk
karakter en haar blijmoedigheid had. De
tweede vrouw van Barend was groot en
donker, struisch en vol temperament, voor
wie de somberste dag in haar leven die wa3
geweest, waarop Barend met Geesje trouw
de; voor haar, eenige dochter van ryke
ouders, was dit de grootste teleurstelling.
De schaduw van dien dag was gebleven en
de herinnering aan de machtelooze, ver
beten woede, verliet haar nooit geheel. Tel
kens laaide deze weer op wanneer ze Iets
zag of hoorde, dat haar aan deze beleedi-
ging herinnerde. Toen zy de tweede vrouw
van Barend geworden was, bande zy alles
uit het huis wat maar aan haar voorgang
ster kon denken. En zooals ze Geesje haatte
toen deze leefde, zoo haatte zy thans Moeke,
die met kleine Aimie haar telkens weer aan
het verleden jprinnerde. Van het kind wist
ze, dat Barend dat ais een klein wonder lief
had; aan die vereering dorst ze niet raken.
Daarom probeerde ze het kind, dat ca ar
aanvakelijk schuw ontweek, voor zich te
winnen en het tegelyk van de grootmoeder
te vervreemden. Dat was voor Moeke heel
pynlyk geweest, na alles wat zy "van de
vreemde vrouw had moeten verduren. De
liefde van haar kleinkind, was het eenige
wat ze aan dierbaars bezat; en in de hoop,
de vrouw milder te stemmen, was ze heen
gegaan, had ze de hoeve, haar eigen hoeve,
verlaten, om met eenige oude meubeltjes
een klein huisje buiten het dorp te betrek
ken. Ze had niets van haar schoonzoon wil
len aannemen, hem alleen gevraagd nu en
dan het kind eens te mogen zien. En tel
kens als ze kwam, de kleine Anneke, met
haar groote blauwe oogen en haar zonnig
gezichtje, dan was de stille woning van
Moeke vol gejubel, dan scheen zij eens zoo
ruim en vol zon.
Moeke moest iets voor haar Anneke ma
ken, want Kerstmis naderde. En ze had lang
nagedacht, want ze was nu heel arm, veel
armer, dan haar schoonzoon vermoedde.
Toch had zy iets gevonden; een pop zou ze
maken, een pop in boeftenkleeren, vah aller
lei helkleurige lappen. Moeite zou het haar
stellig kosten, want haar oogen werden
slecht. Maar ze stelde zich voor hoe ver
baasd Anneke kyken zou en hoe 2e dan met
z'n drieën, de pop middenin, de kleine ka
mer zouden ronddansen; 0, ze l*on nog best
een pop maken als ze wilde.
Terwyi zy de lappen sorteerde, diep in ge
dachte met een glimlach om den ingevallen
mond, ging de deur open en de stiefmoeder
van haar kleinkind stond op den drempel.
Neen, ga gerust je gang, zei ze, toen
Moeke wilde opstaan. Ik zal je niet storen,
ik kom even met de sjees om te zeggen, dat
Anneke deze week niet kan komen. Ze
hoest wat...
Moeke was al opgestaan.
Is ze... ze is toch niet ziek? vroeg ze
angstig.
Ach wel neen. 't Is alleen beter dat ze
thuis blyft.
De oude vrouw knikte. Het was of de
kleine, gebogen figuur moeilijker liep, toen
ze naar de deur ging en die sloot.
Ga even zitten, zei ze.
r Neen, daarvoor heb ik geen tyd. Wat
is er?
De oude vrouw stamelde meer dan ze
sprak.
Ikhad zoo graag gewild, dat ze
op Kerstdag kwam. Als ze nu eens goed
warm aangekleed was, en in de sjees, zou
dat niet kunnen? Ik wou haar zoo graag
wat geven met Kerstmis. Toe, doe het maas,
als 't kan.
Ze heeft niets noodig. Krijgt ze van
ons niet genoeg? Ze heeft alles wat een
kind maar wenschen kan. Wat wou jy ze
dan nog geven?
Moeke aarzelde. Toen wees ze, ietwat ver
legen, naar de lappen op den grond, voor de
geopendt lade.
Ik wou ze een pop geven, een eigen
gemaakte pop. Die-heeft ze nog niet. Kerst
mis zal zoo vreemd en zoo stil voor me ztfn,
als ik niemand iets geven kan; 't is mii#-
schien voor my het laatste jaar.
De andere vrouw glimlachte; een harde
plooi trok daarbij langs haar mond.
Nou, we zullen dan wel zien! zei ze;
meteen draaide zy zich om en een oogenblik
later reed zij weg.
Moeke zat urenlang te naaien aan den
romp, de armen, de beenen en het hoofd van
de pop. 't Was moeilijker voor haar dan ze
gedacht had. Haar arme oogen staken somi,
zoodat zy ze met een zucht sloot en haar
hoofd vermoeid op den rand van haar rieten
leunstoel liet zinken. En haar magere, rim
pelige vingers werden dikwijls in de toppen
gevoelloos, en dan gleed de haald uit haar
hand. Telkens begon ze weer van voren af
aan. Meer en meer naderde Kerstmis. Om
op tyd de pop gereed te hebben, zat Moeke
uren later op dan ze gewend was en werkte
by het matte licht van haar olielamp. Met
een stille glimlach om haar lieven ouden
mond knipte zy stukjes herinnering; maar
als zy aan het naaiwerk bezig *was gleden
tranen langs de rimpels van het verschlrom-
peld gezicht.
Het was al byna s
Heel den somberen winterdag hadden
Moeke en de kleine pop gewacht op Anne
ke. Moeke begon er angstig en verdrietig
onder te worden, ze kon het bijna niet
meer in huis uithouden. Gisteren was Ba
rend nog geweest en die had het haar toch
vast beloofd, toen ze de pop liet zien.
Eindelyk hoorde ze in de verte het rate
len van wielen. Moeke liep naar de deur en
opende die. De fijne sneeuwjacht stoof naar
Het rijtuig naderde en... reed
Maar even later hoorde ze het hinneken
van een paard en ze herkende er de oude
brudn aan. Geluid van de wielen had ze niet
gehoord, omdat de sneeuw al vry dik lag.