Boekhandel VAN BURK Balt. A. de Jong nlm 8.1 Puil, Mm 12 Punch, Rum, Cognac, Wijnen en Likeuren, uitsluitend prima quanten J. L. BRUNS HOEDEN Firma G. LIUEIIIK M. J. OOSTERLING ZONEN £5Üda TRANSVAL1A IbmiiKii V ip I id ANTHRACIET DOMANIALE Firma D. G. van Vreumingen m J. A. VERHOEFF, Confiseur Dames- en Meisjesmantels Kindermantels III III Formaminttabletten ANTON COOPS Kerstboomen Hulst RADIO Hoestmiddelen. MULDER OOMS Verhoeff's zwaargevulde Kerstkransen, bekend als de fijnste mmms^sm—rnam GOUPSCHE COURANT - ZATERDAG 22 DEC. 1928 - TWEEDE BLAD Vpj diverse soorten AMSTERDAM TURFMARKT, hoek Gouwe. Kerst-Etalage KLFIWEG 39 TELEF. 287 Kantooragenda's Zakagenda's Kerstkaarten Nieuwjaarskaarten tegen griep flacons a f 1.— bij of Explosl* J. L. A. BRAAK, Maakt| .Uw Kuis met de Kerstdagen gezellig Kerstversieringen Kleiweg 36-38, Tel. 611 III J OosthaveD 29 - Telt 118 Fa. P. J. Revet en Zonen De hoogste prijzen I Verzakeringsn Jph. Bel| IEDEREEN STOOKT Joh. Dessing Co. sigaren an Import slgarottan Kerstmisgeschenk Al Uw Schemerlamp Hoogstraat 23 35 Tel. KERSTMIS. igt 01 OUD EN GERENOMMEERD ADRES VIJFTIGJARIGE REPUTATIE Hoogstraat 20 Telefoon 64 76 2688 Extra voordeellge aanbieding voor Spotprijzen. KOMT ZIEN ONZE SPECIALE daar vindt U een ruime keuze GRAMOPHONES, PLATEN, CITHERS, HARMONICA'S, MANDOLINES, VIOLEN, enz. enz. Nergens vind men zoo'n ruime sorteering als in de 11 LANGE TIENDEWEG 11 GOUDA Beleefd aanbevelend, C. S- Bouter Drogist Wijdstraat 31 - Tel. 328. 40 Wilt gij veiligheid in huis En geen Qas>UCht Stook dan Kolen thuis 2715 RONDE RANDEN (Nieuwste model). Boekhouden - Handelstekenen Handelskennis Handelsrecht Opleiding voor practljk en examen Lurnr M. 0. Burg. Martensalng—I ast Parf. Toiletartikelen Scheerbenoodlgdhsden f 2.per week. GEHEEL COM PLEET GEPLAATST 125.—. HAPPEL, Snoystraat 69, GOUDA. Schilders, Oosthaven 65, Tel. 280 - GOUDA. Groote sorteering 10 worden betaald voor HAZEN- enKONIJNEN VELLEN, LOMPEN en METALEN door J. Scharrenoerg, 8scldcmnkapcnt.es 4—7. H. VAN DER GRAAFF Blauwstrsat 19 Tel. 763 op elk gebied STEENHOUWERIJ A. ROODBOL HARDSTEEN fcANDSTEEN SCHOORSTEENMANTELS GRAFWERKEN. ACHTER DE KERK - GOUDA. ,Radio Eieetr. Techn. Bureau Blauwstraat 12 Tel. 66 H. BROUWER DE KONING Spieringstraat 153 Gouda. Ons brood werd bekroond: Arnbem 1923, 'i-Bo«ch 1924, R'dam 1924, Dordrecht en Utrecht 1927. Alleenverkoop voor Gouda en Omstreken. Kantoor: OOST-HAVEN 24. CM IN DE VAN OUiDS BEKENDE TABAK EN SIGARENWINKEL VAN DE WIJDSTRAAT 20 TELEF. 198, is een ruime keuze van prima zeer geschikt voor Vraagt LA VENTA onze 8 cta sigaar met 10 ets gualiteit eigen fabrikaat en onze CABINET TABAK 45 ct. per doosje, de allerfijnste rooktabak. 40 WIJNHANDEL Drinkt „OOMS" SCHILLETJE, VOORBURG, COGNAC, PUNCH, MUSCATO, PEDRO (zoete Spaanache Wün). Elke kooper ontvangt GRATIS één POTLOOD, KALENDER of KURKETRF.KK RH. By aankoop 1 3.één mooie COURANTENHANGER, i IL- één DOUBLE SIGARETTENKOKER (ietB aparts). 40 AAM TE yLUITEM DE BETERE TOE/TEULErt^- ALLE VOEDIMGAPPAR.ATEN inQEBOUWD Sedert eenige jaren plaatsen we onze radioapparaten over geheel Neder land; Sedert eenige weken maken we ook werk van Gouda; We openden een gehoorzaal; Sedert dien zijn ook vele stadgenooten tot de gelukkige bezitter* van een G. R. installatie te rekenen; Het aantal groeit dagelijks, DANK ZIJ: de voortreffelijke eigenschappen onzer toestellen» en luidsprekers, de coulante bediening, de deugdelijke garantie, de soliditeit onzer sedert 1872 gevestigde firma, de vakkundige aanleg van antennes (in Gouda gratis), de uitgebreide instructies en bedieningsvoorschriften bij ieder apparaat verstrekt, de groote keuze in standaardmodellen (vijf), de groote keuze in kasten (twintig), waardoor het mogelijk is 100 diverse uitvoeringen te leven naar ieders smaak en verlangen, de aanpassing aan ieders beurs, de rekbaarheid van het crediet (huurkoop). We noodigen tot luisteren uit iedereen, die die goede radio wil hooren. Bediening k la minute. In de meeste gevallen worden installaties die 's morgens besteld zijn den zelfden avond geplaatst. 9. 10. 11. GOUDA HOFLEVERANCIER TELEFOON 46. Als de dagen donker zijn en koud en Ijzige misten de steden en dorpen verhullen, dat de huiverende menschen wegschuilen in hun warme huizen, dan ontsteken we in onze duistere kamers de lichten van den Ksrstboom en zingen het „vrede op aarde, in de menschen een welbehagen" ter herin kindje in Bethlehem's beestenstal. Hoe lang het nu al geleden, dat die v redeszang voor het eerst weerklonk boven Efrata's velden? Het klonk als het inluiden van een nieuwe verwachting, een nieuwe hoop, als wee epn ander, een ongekend licht over de wereld opgegaan. En sindsdien wacht de geplaagde menschheid nog altijd op de ver- vulling dier verwachting. Zy zingt het Kerstlied van den vrede en ontsteekt aan de Kerstboomen de glinsterende lichten. Maar h het niet soms, of ze de beteekenis ervan vergeten was? De Kerstboomen worden talrijker van jaar tot jaar en de goud appels schitterender en de uitdeeling aan de armen ruimer. Maar de arme vrede dwaalt rond over de aarde, naakt en koud, en niemand, die naar haar omziet. En wan neer zy zich soms een oogenblik zet dicht bij het huis, waar door de ramen de schit tering van den Kerstboom schynt en glim lacht, wanneer het „vrede op aarde, in de menschen een welbehagen" uit de kinder monden naar buiten klinkt, dan vlucht ze het volgend oogenblik verschrikt op, wan neer bitse woorden heftig ruzieën, dat het Kerstgezang nauw hoorbaar meer is in de stilte van den nacht. Dan dwaalt ze weer weg, ver weg over de aarde, in haar lichte kleed, in haar tengere hand den buigenden palm en in haar glimlachende oogen nog de droom der zaligheid. Zij gaat door de uteden met haar geweldig straatrumoer, Aaar wufte vermaken en zinnelijke genie tingen, door de dorpen met hun onderling krakeel en heimelijke vijandelijkheid en door de kleine, stille stadjes, die te droo- men schynen in de rust der oude grachtjes en pleintjes, maar waar kwaadsprekende tongen lasteren en venijnige jaloersche blikken loeren. Zij gaat langs de paleizen der vorsten en koningen, langs de schitte rende gevels, waarachter schitterende luch ters branden in rykgemeubelde zalen en aan welvoorziene disschen, glinsterend van kristal en kleurig van veel bloemen, het zachte vleesch van gedeflecteerde dames biankt en in het kapsel diamanten flonkeien, maar waar achter glimlachende oogen, wanneer teere handen het glas heffen ter eere van het Kerstfeest, de afgunst brandt en de haat en de begeerte. Zy gaat langs simpele, nederige huisjes, waar wrok om veel geleden onrecht en armoede de gemoe deren verbittert. En overal tusschen de menschen, die feestvieren ter eere van het Jezuskindje en van den vrede, dien zyn geboorte beduidde en de menschen die geen geld hebben om feest te vieren, maar hui verend samen hokken in hun armoedige kamers, zoekt zy, de vrede vergeefs naar een plek, waar ze rustig zitten en glim lachen kan en luisteren. Tot ze eindeJyk ergens in een stille kamer een eenzame man ziet, die niet denkt aan het Kerstfeest, maar zich buigt over een boek en glim lacht; of een vrouw, die het b'.onde hoofd streelt van een klein kindje, terwyi in haar oogen gelukzaligheid droomt. Dan zet zy, de vrede, zich geruischloos neer in het stille vertrek en glimlacht. En de man kykt op' wonderglimlach van vrede droomt om zyn nog strakkén mond. Hy begry.pt niet waar om, maar het is hem zoo wonderlyk te moede, als had hy een zeldzaam geluk ge vonden. En ginds naast het blonde kindje wordt de vrouw plotseling stil en haar handen rusten in haar schoot. Zij glimlacht ook en knikt, als knikte zy de stille kamer toe, waarin haar geluk droomt. En de vrede glimlacht ook en knikt tevreden, nu zij ein delijk de plek gevonden heeft, waar ze een oogenblik rusten mag. Het is hier in de eenzaamheid, waar het leven vergeten schynt. Maar overal daarbuiten tusschen de menschen, overal waar menschen samen zyn, is de nyd en de haat en de begeerte. Ook wanneer zy het Kerstlied zingen van den vrede en van het Jezuskindje. Is het niet tragisch? Maar nietwaar? het .Kerstfeest is ook het feest der verwachting. Uit de donkerte der dagen klimmen we omhoog naar het licht. En in ons hart blijft de hoop, die het Kerstfeest wekt. Eens... eens- misschien. Het Kerstlied zal toch niet om niet gezon gen zyn. Vrede op aarde, in de een welbehagen." W&*><><*OOQOOOOOOOO<XXXX>000000000<XXXXXXXX>00000000<XXXX>0000 DE STER DER WIJZEN. Nog is 't geen tijd van rusten,' Wij zijn nog ver van 't doel. Komt, voort naar gindsche kusten, Door 's werelds bont gewoelf Wie moed'loos neer mocht zinken. Heff' weer den blik omhoog! Daar blijft een starre blinken, Wier licht ons nooit bedroog. Zij blijft in schoonheid stralen En wijst ook ons het spoor, Waar wij in neev'len dwalen. Gaat zij ons lichtend voor. Zij leert ons voorwaarts schrijden Met koninklijken moed; Zij leert ons 't zwaarste lijden En offren goed en bloed. f. A. BöHRINQER ■<XXXXXXXXXXXXXXXXXXX>QOOOOOOOO OOOOOOOOOOOCxXKXXXXXXX; Ons Kerstideaal Wederom is het feest aangebroken, dat de Christenheid over de gansche wereid steeds als hoogtepunt van haar vierdagen heeft beschouwd. Alom valt men in aanbid ding voor het Licht, dat Tuim negentien eeuwen geleden opgmg over de wereld. En alom leeft dezelfde gedachte, hetzelfde ver langen, dezelfde hoop en dezelfde bede het v redes ideaal. Het Keivtideaai I De wereld ziet en voelt haar idealen; zy verlangt, zy hijgt er naar. Wij weten, dat een ideaal nooit werkelijkheid kan zyn. Ook ons Kerstideaal, dat den in- en uitwendig'-» vrede tot inhoud heeft, kan nimmer ten volle worden verwezenlijkt. Maar toch, ais het Kerstmis is, staan we weer even stil, slaan we weer den blik omhoog waarin een bede van geloof en vertrouwen in ons ideaal. Het Kerstideaal reikt veel verder, veel dieper dan de volkeren strijd alleen. Wan: zou de gewapende oorlog inderdaad al tot het yerleden behooren, die andere strijd: de economische, blyft voortbestaan. Burgers van denzelfden staat blijven, zuiver om ma- terieele motieven, vijandig tegenover eikan der staan. Wanneer de Schepper aller din gen zyn blik laat rondwaren over de aarde, hoe bedroefd moet het Hem dan stemmen, dat al die menschen, die ieder op zichzelf o zoo gaarne het goede, het schoone zouden willen nastreven, in strijd naast elkander blijven voortleven. Aan de verwezenlijking vanjiet ideaal in een andere, betere wereid wanhopen wy niet; wèl echter aan die van het ideaal, dat op aarde nogeens algeheele vrede zal heerschen, waardoor de Goddelijke gedachte in ons aardsch bestaan tot vol ledige ontplooiing kan komen. Met Kerstmis echter koestert het ver'.os- sings-mysterie van Christus' geboorte onze harten, en verkwikt het onze gedachten. Dan overpeinzen we weer den weliswaar zoo uiterst langzamen vooruitgang van het vredesideaal, maar spreken toch ons geloof uit: ééns zal het komen. Want de wereld, waarin zoo ontzaglijk veel stroomingen woelen en bruisen, zoekt naar verlossing. Er is een geweldige worsteling om te komen tot een nieuwen tyd, tot een betere samen leving, maar alles wat de wereld hunkerend zoekt is tenslotte: vrede. Vréde tusschen de volkeren, vrede tusschen de menschen, vrede op staatkundig, politiek en economisch ter rein, vrede ook voor de eigen ziel. Het Kerstideaal! De aloude Kerstgedachte doet weer onz«m blik hopend verwijlen in een vene toekomst. Onze huizen zyn weer vervuld van de oude vreugde en de oude zangen, onze harten zijn opnieuw vol van de woorden van Nicolaas Beets: Daar is uit 's werelds duistre wolken Een licht der lichten opgegaan. Komt tot zijn schijnsel, alle volken! En gij, mijn ziele, bidt het aan! Het komt de schaduwen beschijnen, De zwarte schaduw van den dood; De nacht der zonde zal verdwijnen, Genade spreidt haar morgenrood. Kerstliederen. Het Sinterklaas en het Kerstfeest heb ben hun eigen liederen; in den huiseiykcn kring wordt wellicht nooit zooveel gedon gen als op den vijfden en en vyf-en-twin- tigsten December. Vol spanning en ver wachting en blijdschap klinkt het op den avond van den bisschop, plechtig moet het klinken, als de Kerstboom zijn teeder kaar- seinlicht uitstraalt op den geboortedag van hem, die het licht der wereld geweest ia. Eigenaardig dat juist dit geboortefee 4 zoo tot zingen dringt; er zouden in oude boeken natuurlijk wel Paasch- en Pinkster liederen te vinden zyn, doch aan het zingen ÖOOOOOOOOOOOOOOOOOObOOOOOOöOObOOOOOOOOOOOOdOOObö NAGALM. „Vrede op aardel In menschen welbe hagen O, verrukkend eng'lenlied, Dat, door tal van eeuwen voortgedragen, Ook nog ons vertroosting biedtl Blijf gedurig in ons hart weerklinken, Doe er 't licht van d' open hemel blinken, Wek in ons, bij ieder lot, 't Eindloos dankbaar,fier zij God." PH. R. HUQENHOLTZ. ^CtOOOOOOO^XXXtOOOOOOOOOC <XKXK><X><X><XX><XKKKXX><X><X><><X><Xk><>00000£ thuis wordt op die dagen zelden gedacht. Trouwens, als het weer het maar even ti^ iaat, gaan wy met de Paasch- en Pinkster dagen de stad uit, naar buiten, terwyi het Kerstfeest zoo in den barren winter als vanzelf tot huiselijkheid dwingt, tot de in timiteit van het onder-ons, in de rust, die na maanden van ingespaiinen arbeid voor allen zoo weldadig is. Natuurlijk dat dan de piano opengaat; dat er gespeeld en gezon gen wordt door Moeder, door zuster of door üe jongeren. Het doet er niet toe wie met de uitvoering van de muziekstukken belast zyn, als er maar gezongen wordt, en in die plechtige stemming gebeurt het zoo vaak dat de muziek ontroert, zelfs al is de wyze van uitvoering niet eens zoo heel mooi. Ja, een oud Kerstliedje, dat ik mij uit het ouder lijk huis herinner, kan me wonderlyk tref fen, ook ai vertelt een of andere moderne, jonge musicus, dat het nogal een prullig liedje is. Want ieder jaar weer, als het op het Kerstfeest gezongen wórdt, denken wy terug aan het ouderlyk huis, waar Moeder het immers zong en wy allen met haar. Wie Kerstliederen wil, weet den gemak- kelyken weg: hij neme eenvoudig den wel bekenden bundel „Kun je nog zuigen, zing dan mee" en allicht zal hij iets van zijn gading vinden. Toch, groot is de keus niet; gewoonlyk blijft het by het welbekende „Stille Nacht, heii ge Nacht" of by het zeer schoone „Es ist ein Reis entprungen". De ouderen van dagen herinneren zich na- tuurlyk het „Minuit, Chretiens, van Adoiphe Adam, dat zich in de blakende gunst van onze grootouders verheugde en dat bejaar de tantes nu nog wel doet zeggen dat het toch zoo mooi was, en dat zij niet begrijpen, waarom of wy dat nu niet meer willen- zingen... Te weinig gezongen wórdt leen mooi Kerstliedje, dat in den bundel Kinderliede ren van den te vroeg gestorven Philip laroU- te vinden is: ,,Nu zingen Gods Eng'len in heiligen nachteen waarlyk religieus ge stemd, melodisch liedje, dat door oud en jong gezongen kan worden. Voor huisgezin nen, waar de oudste zuster zangles genoten heeft en waar een ander lid van de fami.ic niet tegen een matig-moeilijke piano-bege leiding behoeft op te zien, voor die huisge zinnen is de bundel „Weihnachts-lieder" van Peter Cornelius bestemd, fraaie liede ren die in staat zijn de intieme stemming v^n het Kerstfeest te verhoogen. Het eerste .ied van den Kerstboom in allerliefst, het tweede van de herders in het veld, met het bekoorlijke schalmei-motief, treft het muzi kale gemoed even gemakkelijk, als het derde van de drie Koningen, waarin het koraal' ,.Wie schön leuchtet der Morgenstern" zoo vol effect bewerkt is; dan komt nog de geestdriftige zang van den ouden Simeon. die in vrede gaan wil, nu het hem gege\en geweest is den Heiland aan te zien. Natuur lijk zijn dit geen liederen, die men zoo maar even zingen en spelen kan; zy moeten be studeerd worden, maar liggen toch binnen het bereik van den goeden dilettant. Hulst en Vogellijm. Misschien kent ge de misstel lijster? Ik vind dit een der siciiykste, een der aardig ste van onze vogels. Met name de borst ver toont veel aantrekkelijk schoons, omdat deze prachtig-rykelyk is gevlekt met don kere waaiervormige figuurtjes. De zang van den vogel is mede voortreffelijk, maar bovenal de naam wyst reeds in deze rich ting is de vogel bekend wegens zyn rela ties met een plant: de misletoe, een ingebur gerd Engelsch woord, waarvoor we de equi valenten „maretakken' of „vogellijm" be zitten. De betrekkingen tusschen vogels en planten zyn trouwens van algemeen beken den aard en men weet, dat de zaden van tal van bessen, die door vogels worden gegeten, weer onverteerd het lichaam verlaten en soms op grooten afstand van de plaats, waar de maaltijd werd genoten, worden ge deponeerd. Daar groeien de zaden, die kiem- krachtig zyn gebleven, tot een plant. Op deze wyze dragen de vogels by tot de ver spreiding der planten. Het is nu de miste .lijster, turdus viscivo- rus, die zich pleegt te goed te doen aan het vruchtvleesch van de vogellymplant, die een der traditioneele Kerstplanten is geworden en in mythologie en oud volksgeloof tel kens en telkens weer voorkomt. Viscus album L' zooals de wetenschappelijke naam van de misletoe luidt, is stellig een inte ressante en curieuse plant, die iets eigen aardigs heeft; allereerst valt die uitgebrei de gaffelvertakking der ronde stengels op. De leerachtige bladeren, die eenigszins den lepelvorm hebben, blyven wel-is-waar het Wat het Kerstmannetje vertelt DE ROP. Ze lag op haar knieën voor de lata fel, met de oude, be vende handen, die een menschenleven lang hard gewerkt liadden en waarvan het vel rimpelig was, met de kleur van ivoor, door zocht ze voorzichtig de leden. Oude lappen bracht ze aan het lichte roen, bruin, zwart, paars van al lerlei kleur, verschil lende van stof en ongelyk van grootte. Voor ieder ander zouden ze zonder beteeke nis zijn geweest, en de koopman in vodden zou er nawelyks een bod hebben gedaan Ze hadden geen waarde, behalve voor Moe ke; elite lap, elik sniper was een stukje van wat haar oogen langzaam haden zien ver slijten, van wat was voorbijgegaan; een stukje herinnering; en als ze het langzaam, byna eerbiedig, openvouwde en er met haar dorre vingers de plooien uit wilde strijken, zag zy in haar verbeelding het kleedlng- stuk waarvan het was overgeschoten en wie dit gedragen had. Veel er van herinnerde aan haar man, maar t" meeste aan haar dochter. Een groen lapje was een stukje katoen van een schort, dat Geesje droeg toen ze nog school ging; deze puntige snip- Per grijze zyde was van haar trouwjapon, die by haar blonde haren zoo goed paste. Zoo had vader ze nog mogen zien. Kort daarop was hy van Moeke weggenomen, en een jaar na zyn dood, bij de geboorte van j Anneke, volgde Geesje hem. 't Eenige wat Moeke restte was de oor zaak van Geesjes dood; voor het kleine wicht was ze, by al haar verdriet, dankbaar geweest. Want toen ze het kind in de armen nam en het in de oogen keek, was het nieu we leven haar opeens heel vertrouwd ge worden, scheen het alsof geen twintig jaren waren voorbijgegaan tusschen de geboorte van haar dochter en die van haar kleinkind. Ze had weer een taak; het verzorgen van de kleine en het regelen van het werk, dat op de hoeve te doen viel. Ze deed het heel goed en daarom viel het haar dubbel hard toen de dag aanbrak, waarop Barend een andere vrouw in zyn huis voerde, een vroujv, die in niets overeenstemde met Geesje, die niets van haar zacht, vriendelijk karakter en haar blijmoedigheid had. De tweede vrouw van Barend was groot en donker, struisch en vol temperament, voor wie de somberste dag in haar leven die wa3 geweest, waarop Barend met Geesje trouw de; voor haar, eenige dochter van ryke ouders, was dit de grootste teleurstelling. De schaduw van dien dag was gebleven en de herinnering aan de machtelooze, ver beten woede, verliet haar nooit geheel. Tel kens laaide deze weer op wanneer ze Iets zag of hoorde, dat haar aan deze beleedi- ging herinnerde. Toen zy de tweede vrouw van Barend geworden was, bande zy alles uit het huis wat maar aan haar voorgang ster kon denken. En zooals ze Geesje haatte toen deze leefde, zoo haatte zy thans Moeke, die met kleine Aimie haar telkens weer aan het verleden jprinnerde. Van het kind wist ze, dat Barend dat ais een klein wonder lief had; aan die vereering dorst ze niet raken. Daarom probeerde ze het kind, dat ca ar aanvakelijk schuw ontweek, voor zich te winnen en het tegelyk van de grootmoeder te vervreemden. Dat was voor Moeke heel pynlyk geweest, na alles wat zy "van de vreemde vrouw had moeten verduren. De liefde van haar kleinkind, was het eenige wat ze aan dierbaars bezat; en in de hoop, de vrouw milder te stemmen, was ze heen gegaan, had ze de hoeve, haar eigen hoeve, verlaten, om met eenige oude meubeltjes een klein huisje buiten het dorp te betrek ken. Ze had niets van haar schoonzoon wil len aannemen, hem alleen gevraagd nu en dan het kind eens te mogen zien. En tel kens als ze kwam, de kleine Anneke, met haar groote blauwe oogen en haar zonnig gezichtje, dan was de stille woning van Moeke vol gejubel, dan scheen zij eens zoo ruim en vol zon. Moeke moest iets voor haar Anneke ma ken, want Kerstmis naderde. En ze had lang nagedacht, want ze was nu heel arm, veel armer, dan haar schoonzoon vermoedde. Toch had zy iets gevonden; een pop zou ze maken, een pop in boeftenkleeren, vah aller lei helkleurige lappen. Moeite zou het haar stellig kosten, want haar oogen werden slecht. Maar ze stelde zich voor hoe ver baasd Anneke kyken zou en hoe 2e dan met z'n drieën, de pop middenin, de kleine ka mer zouden ronddansen; 0, ze l*on nog best een pop maken als ze wilde. Terwyi zy de lappen sorteerde, diep in ge dachte met een glimlach om den ingevallen mond, ging de deur open en de stiefmoeder van haar kleinkind stond op den drempel. Neen, ga gerust je gang, zei ze, toen Moeke wilde opstaan. Ik zal je niet storen, ik kom even met de sjees om te zeggen, dat Anneke deze week niet kan komen. Ze hoest wat... Moeke was al opgestaan. Is ze... ze is toch niet ziek? vroeg ze angstig. Ach wel neen. 't Is alleen beter dat ze thuis blyft. De oude vrouw knikte. Het was of de kleine, gebogen figuur moeilijker liep, toen ze naar de deur ging en die sloot. Ga even zitten, zei ze. r Neen, daarvoor heb ik geen tyd. Wat is er? De oude vrouw stamelde meer dan ze sprak. Ikhad zoo graag gewild, dat ze op Kerstdag kwam. Als ze nu eens goed warm aangekleed was, en in de sjees, zou dat niet kunnen? Ik wou haar zoo graag wat geven met Kerstmis. Toe, doe het maas, als 't kan. Ze heeft niets noodig. Krijgt ze van ons niet genoeg? Ze heeft alles wat een kind maar wenschen kan. Wat wou jy ze dan nog geven? Moeke aarzelde. Toen wees ze, ietwat ver legen, naar de lappen op den grond, voor de geopendt lade. Ik wou ze een pop geven, een eigen gemaakte pop. Die-heeft ze nog niet. Kerst mis zal zoo vreemd en zoo stil voor me ztfn, als ik niemand iets geven kan; 't is mii#- schien voor my het laatste jaar. De andere vrouw glimlachte; een harde plooi trok daarbij langs haar mond. Nou, we zullen dan wel zien! zei ze; meteen draaide zy zich om en een oogenblik later reed zij weg. Moeke zat urenlang te naaien aan den romp, de armen, de beenen en het hoofd van de pop. 't Was moeilijker voor haar dan ze gedacht had. Haar arme oogen staken somi, zoodat zy ze met een zucht sloot en haar hoofd vermoeid op den rand van haar rieten leunstoel liet zinken. En haar magere, rim pelige vingers werden dikwijls in de toppen gevoelloos, en dan gleed de haald uit haar hand. Telkens begon ze weer van voren af aan. Meer en meer naderde Kerstmis. Om op tyd de pop gereed te hebben, zat Moeke uren later op dan ze gewend was en werkte by het matte licht van haar olielamp. Met een stille glimlach om haar lieven ouden mond knipte zy stukjes herinnering; maar als zy aan het naaiwerk bezig *was gleden tranen langs de rimpels van het verschlrom- peld gezicht. Het was al byna s Heel den somberen winterdag hadden Moeke en de kleine pop gewacht op Anne ke. Moeke begon er angstig en verdrietig onder te worden, ze kon het bijna niet meer in huis uithouden. Gisteren was Ba rend nog geweest en die had het haar toch vast beloofd, toen ze de pop liet zien. Eindelyk hoorde ze in de verte het rate len van wielen. Moeke liep naar de deur en opende die. De fijne sneeuwjacht stoof naar Het rijtuig naderde en... reed Maar even later hoorde ze het hinneken van een paard en ze herkende er de oude brudn aan. Geluid van de wielen had ze niet gehoord, omdat de sneeuw al vry dik lag.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1928 | | pagina 3