1
m
«r
■L
DORLAS'
THEE
m
m
ipy
%mM
Uit den Carnavalstijd.
S» t X'
..sr"'AjSS
J-r 'YfrTr
SPAARBANK
Raadsels voor de
Voor kleine tuinen.
A
N
IK
MM
m
r- rns*. -----
^voorTTde? tjSmTC
hulpmiddel ia on> den zang over te bren
gen. Wie het lied niet kent en de tekst niet
volgt aan de hand van het programma zal
nooit we durven gerust te zeggen nooit
den inhoud van het lied kunnen leeren
kennen tijdens den zang. De vocale kunst
staat daarom geheel en al naast de woord
kunst pn heeft er niets mee gemeen. We
zeggen dit eefts uitdrukkelijk omdat er
len zyn die meenen dat de zang eigenlijk
de volmaking is van het gedicht
Een oogenbiik hebben w(j de aandacht
voor deze kunst willen vragen onder den
indruk als wij z(jn van het magistrale fes
tVjn van het woord dat wy genoten hebben
- avond ter herdenking van Vondel.
,nd in ons land die voor de ver
zeil van Vondel zóó alle talent van stem en
taal en actie heeft als Albert Vogel. Hy
heeft ons Vondel gebracht op een wijze die
niet te overtreffen zal zyn.
Maar buiten zijn kunst is hij de onver
moeide kampioen voor het gesproken woord
door zyn colleges aan de LeWsche Universi
teit en door zijn maatschappij voor woord
kunst,, die in alie kringen tracht de sla
pende belangstelling voor deze kunst, die
wij alle dagelijks hebben toe te passen, die
wy alle in pieer of mindere mate moesten
hevorderen, maar jlie in. ons land op de
■•chromelykste *vyze verwaarloosd wordt.
We zonden genieën als Vondel kunnen
eeren dooneerbied en liefde te toonen voor
het woord.j Dan eerst zouden wy toonen
hem waarcgg te zyn.
HAGENAAR.
sa-
■uiiiua»
MOOKPKAATJK.
Wal de kinderen dragen.
Eiegt."(:e tn de kmderkleeduig iö t*én der
tharma zijden van onze modernen tyd.
Z(j hee L ten doel de oekoorlij kneden d*r
kleintjes in het licht te stellen, en die der
grootere meisjes te versterken, door
fraaie en passende omlyating. Daarom
wordt aan de kinderlyke modelletjes nieor
dan gewone zorg besteed. Zy worden spe
ciaal voor hun ontworpen en in overeen
stemming gebracht mei de liefste, tie eeir-
\oudigste en meest kinderlyke der stofjes.
Reeds nu ziet men voor het kind de nou-
veauté's opdagen, die natuurlijk weer een
verre afspiegeling zyn van wat de groote
•lames dragen. De lyn volgt dan ook de al
gemeen gangbare, maar is wél zeer getem
perd, vooral in het klokkende genre, omdat
de groote losheid der klokmode. met hare
ongelijke lendevalling en ohsymetrische
zoomen voor het kind al te eigenwijs zoude
staan. Daarom wordt meer gewerkt met
opgezette, klokkende strooken, met plissé-
st ronken, met schulpen en uittandingen en
met in vorm gelegde platte biais. Allemaal
garneeringen die de ldnderkleeding byzon-
der ten jjoede komen.
De manteltjes passen zich aan aan den
ulgemeen heerschenden smaak. Vooral al
lerlei vormen van koordstiksels worden in
de stoffen aangebracht, hetzij groepsge
wijze, hetzy afzonderlijk over de lengte of
in de modieu.se püntige driehoeksvormen.
Ook de fraaie tegendraadsche inlegsels
der damesmantels vindt men op dit der
kleine meisjes terug, alsmede applicaties,
die meestal uit biezen met eene aurdige af
werking bestaan.
Voor de gekleede jurkjes wordt eenvou
dig bedrukt fluweel gedragen. Daar wor
den zeer kinderlijke ruiten in gebracht, nu
en dan met een klein gebloemd patroontje
afgewisseld. Tot laat in het voorjaar- zul
len deze jurkjes gedragen worden, want uit
modieuse fluweel is zóó dun, dat het des-
juiods als jsomerdraclit geaccepteerd zou
kunnen worden.
Ook de kinderen dragen erèpe-satin voor
avondjurken, maar dan worden deze hoogst
eenvoudig gemuakt. Een klokkende strook
op het rokje, een even blousend lijfje, een
afgebiesd rond halsje en wat ruimte aan
den gebloemdeu schouder, ïb alles wat een
mouwloos jurkje noodig heeft om kinder
lijk-elegant te zyn.
De styljurkjes van taffetas, effen en ge
bloemd, zyn nog altijd even gewild. Het
rtrakke puntige lijfje, het -wijde rokje met
een paar uithangende puntpandjes, een
strik of wat slippen geeft gemakkelijk suc
ces.
Het crêpe de chine biedt nog He meeste
mogelijkheden. Daarin ziet men de ge
maakte jurkjes, de met plisséstrookjes bo-
jiekte rokjes, de beurtelins. met effen en
"pHsségroepen afgewisselde rokdeelen.
Het wollen meisjes jurk je, al dan niet van
jerseystof, omvat de grootste categorie.
Daar crépe-stoffen van „een fraaie zedige
wolsoort weer in de mode zijft, maakt men
.er ideaal fraaie kinderkleding van. By dit
genre domineert de rephte lyn. Ook de ver-
dering is recht eh hoekig gehouden. Biezen
In tegengestelde kleuren^ijn veel geziene
gatttberingen. Zij passeereu e|kaar en loo-
pen dóór tot onder gdn den rokzoorn. Brec
de geschulpte kragen eh manchetten, soms
met opgestikte moezen versierd, brengen
het décoratief element aah. Ceintuurtjes
garneeren het middel, breede en smalle hals
linten maken de kraagjes af.
In jersey-de-laine is er allerlei moois.
Biesjes en nog eens biesjes, recht, dwars,
diagonaal opgezet, vormen de kleurige gar
neefingen. Ook ingeweven streepen zyn
nieuw en deze bevinden zich vooral aan den
rand van den jumper, terwyl ze terugkee-
ren by den rokzoorn en ook de V-vormige
hals oh de 'manchetjes verfraaien,
f*. CRA'T AM AN.
j£.
Een beeld uit de Carnavalsdagén in Ni cc in liet Zuiden van Frankrijk.
Aan het heimwee naar den gouden tijd
van onschuld en vrede, naar de ideale toe
standen van liet Paradijs, heeft het oud-
liomeinsche feest der Saturnaliën zyn ont
staan te danken. Voor eenige dagen wilde
men de ruwe werkelykheid vergeten, om
in vry, los spel in het rijk der fantasiën te
dwalen.
Sedert omstreeks öOO jaar "óór Christus
werd den 17en December en langzamerhand
later het Salnrnusfeest gevierd. Dan
heerscht er overal vreugde en vrede, er zyn
geen hoeren en slaven meer, geen goeden,
geen bonzen, do gevangenen worden van
hun ketens bevrijd, de slaven zitten aan de
tafels hunner meesters, die hen bedienen
De rijken houden open tafel, ieder is wel
kom, met myrtenkransen zyn de feestvie
renden gekroond en men gee^l elkander
k'eine geschenken. Vermomde gestalten
trekken rond in vaak kwaadvvill ge scherts,
he' makker is toch het bes'e middel om
zich boven de alledaagsche werkelijkheid te
verheffen en zich in een andere wereld te
verplaatsen. Groote wedrennen o.i kampge
vechten hadden plaats, dansmuziek en feest-
vrt vervulde de stad, die tegen het
einde der Saturnaliën weer tot de oude
stunge orde terugkeerde.
Toen het Christendom de aan vormen
n- rijke volksgodsdiensten der ou-ie we-
i jl-ü had overwonnen, en in de vierde eeuw
•a C hristus, sedert Constantijn de Croote,
Ie staatskerk vosmde, moest het met de
d-epgew. rtelde neigingen van ht' volk re
kening houden. En zoo werden deze hei-
densche feesten in christelijke veranderd,
h-*t viool ij ks te der feesten, Kerstmis, viel
eerst, met Nieuwjaar samen; latei werd de
Nu uw jaarsdag verschoven; de waardigheid
an hti feest kwam niet overeen met de
dolle pret der Saturnaliën, dus .verden deze
a Kerstmis bepaald. In Venetië begon
eel laiei op den 2en Kerstdag het Garna
al. op de meeste andere plaatsen daaren
tegen met Driekoningen, den den Januari.
J.angzamerhand schooi' het feest meer en
eer op. In Rome zyn het nog e'f dagen;
in het Rynland en ook overal elders drie
dagen vóór Aschwoensdag, dat de Carna-
valspret duurt. (Carnevale: Vleesch! vaar
wel).
Hiermee sluit de vroolyke vvereldsche
tijd; met vasten en gebed bereidt de vrome
christen zich tot het hoogfeest van Paschen
oor.
Het oude Italiaansche carnaval schijnt
zich niet veel van de Romeinsche Satur
naliën te hebben onderscheiden. Verkleedo
mannen haalden allerlei ondeugende grap
pen uit en bootsten vooral gaarne met ge
baren en gang de jonge meisjes na. Eerst
in de renaissance kreeg het carnaval een
hoogere beteekenis. Niemand minder dan
Lorenzo il Magnifieo, de vorst van Floren
ce, nam het op zich, het carnuvgl tot een
grootsch, kunstzinnig feest te verheffen.
Een groote gemaskerde optocht werd alle
jaren naar een bepaald plan gehouden; de
grootste kunstenaars teekenden er de cos-
tuums voor en Jjorenzo zelf dichtte daar
voor zyn uitgelaten, dikwijls dubbelzinnige
carnavalsliederen.
Het beroemdste is het gedicht ter eerc
van de bruiloft van Bacchus en Ariadne.
Door de nauwe straten van Florence trekt
de triomfwagen ïuet het goddelijke paar.
Faunen met bokkepooten, schoone nimfen,
dansen vol uitgelatenheid er omheen. De
dronken Silepus waggelt als een gevuld vat
en rondom hem de Bacchantische schare
zingt een wild, meesleepend lied. Hier is
niemand zeker.
Later heeft de monnik Savanarola de
Medicis verdreven en een streng geestelijk
bestuur aan de stad geschonken. Alle we-
reldsche vermaken waren verbannen; ook
liet carnaval werd een aangiypende boet-
predicatie; een triomf van den dood ver
ving den Bacchusstoet, een boetgezang en
berouwvol beantwoordde het volk met vro
me liederen.
Dit was echter slechte een episode. In
de Italiaansche steden werd het carnaval
steeds opgerekt gevierd, sedert den tijd
der renaissance, in Rome zyn alle vensters
van het Cori/o met tapyten en bonten doe
ken behangen, zoodat de lange straat een
feestzaal gelijkt. De gemaskerde» dringen
zich tusschen de ry tuigen en voeren hun
duns verder uit. De harlekijns met de nar
renkap kiezen zich een koning en voeren
hem in tromf rond. Toovenaars laten hun
kunsten bewonderen. Advocaten houden
redevoeringen. Schoone bedelaressen weren
met rietjes indringers af en plagen de
voorbijgangers, 's Avonds heeft de wedren
"an paarden zonder voerlieden plaats. Dins
dags wordt alles geïllumineerd.
Italic bleef ook in de 17e eeuw het klas-
sieke land van het carnaval; wel heeft Ro
me, nu het 'een groote stad geworden is,
veel verloren van wat eens de grootste aan
trekkelijkheid van het carnaval uitmaakte.
Maar in vele plaatsen, ook in Napels en
Yenetia, heeft het feest zyn oorspronkelijk
karakter bewaard en is het nog steeds een
\olksfeest in den waren zin van het woord.
Oud en jong, arm en ryk, voornaam en ge
ring, neemt er deel aan en vergeet in den
algemeene jubel alle scheidsmuren.
Zoo is het ook in de oude Romeinsche
lauden. Zelfs de Spanjaard iegt in aeze da
gen zyn waardigheid af en laat de dwaas
heid regeeren. Madrid, Sevilla en Cadix zyn
de steden, uie de grootste maskerades en
feesten aanleggen.
In Frankryk speelde vroeger het Pary-
sche carnaval een hoofdrol, de maskerades
uit den tyd der koningen vonden hun ge-
lyken niet in pracht en vroolijkheid. Sedert
de revolutie is het feest burgerlijker ge
worden; een vette os met vergulde hoornen
werd onder groot volksgejubel door de stra
ten geleid, dan geslacht en aan het spit ge
braden. Sedert 1870 is het carnaval in Pa
rijs het feest der waschvrouwen geworden.
Iedere wasschery versiert een feestwagen,
waarop het mooiste waschmeisje troont. De
schoonste harer wordt de koningin der ko
ninginnen, die met blauwen, met leliën ver
sierden mantel en gouden kroon versierd,
door de stad wordt rondgereden. De presi
dent, de gemeenteraad e.a. zenden geschen
ken, die de koninginnen onder elkaar ver
deden.
De voorname wereld neemt aan dit feest
geen deel; zy guat naar Nice als zij carna
val wil vieren, waar op dien tijd een schit
terend gezelschap uit alle landen samen
komt en naast andere feestelijkheden, het
Wereldberoemde bloemencorso plaats heeft.
In de Germaansche landen had het car
naval nooit die beteekenis, welke het in de
zuidelijke staten had. De oude Germanen
vierden den terugkeer der zon midden in
den winter met gezang en zwelgpdrtye»;
de stryd tusschen zomer en winter werd
\oorgesteld door een groenen beukeboom
en de winter door een stroopop, die ten
slotte verbrand werd.
Later werden op Vastenavond geestelijke
looneelspelen opgevoerd, die vaak scherpe
satires bevatten. Alles werd dan gehekeld,
geen stand bleef gespaard voor de vaak
meedoogenlooze critiek. De 30-jarige oor
log maakte aan deze vroolyke spelen een
einde en eerst gedurende den revolutietijd
voerden de Franschen die het Italiaansche
carnaval hadden leeren kennen, het weer
in het Rijnland en Zuid-Duitschland in. Se
dert dien tyd zyn vooral Keulen en Mün-
chen om hun carnavalsfeesten beroemd; in
andere steden heeft de vastenavondpret
zich niet geheel kunnen inburgeren. Alleen
de gemaskerde bals hebben in dien tijd
overal plaats en deze zyn dan ook de eenige
teekenen in ons land, die de feestvreugde
van het carnaval verraden, uitgenomen dan
enkele steden in het Zuiden, waar prins
Carnaval nog heerschappij voert.
Al etend met Mgr Nolens.
Hoc Hans den Katholieken leider
interviewde.
Ti. zyn „Yaderiandsche Interviews" ver
telt de heer D. Hans in „het Vaderland"
hoe hy een „interview" met mgr. Nolen<-
gehad heeft onder de meest gunstige om
standigheden. We ontleenen er het volgen
de aan:
,Er had eigenlijk boven dit nrtikel moe
ten staan:
bij Zijn Excellentie Monseigneur Profes
sor Meester Doctor W. H. Nolens, Minister
van Staat.
Ik bedacht mij echter tijdig- zóóveel van
die_ kapitale letters zyn er vermoedlyk op
Het Vaderland niet. Want welk blad is nu
ngericht op een interview met iemand, die
zooveel titels heeft als deze Roomsch-Ki -
holieke staatsman? Een „gewono" koning
erschynt bij plechtige gelegenheden mek
•jen statig gevolg achter zich; deze po-
itieke vorst heeft zijn persoonlijke hofhou
ding vóór zich; een heeie reeks titels,
de een al mooier dan de ander, en daarom
heb ik mij in het opschrift bepaald tot dien
•-enen, waarmee hy altijd wordt aangespro
ken.
Want men noemt hem immer „Monseig
neur". Z'n geestverwanten, z'rt vrienden,
alle Kamerleden, de ministers, de diploma-
,en. de zusters in het gesticht, de boden in
het parlement, de barbier, enfin, u zoekt
het maar uit; iedereen zegt „Monseigneur".
Nolens, de knappe kop, de Ongeëvenaarde
tacticus, is een mrichtig man h» ons vader
land.
Dat weet hy. Wat heeft hy' dan noodig
véél te spreken? Wie veel zegt moet veel
verantwoorden en... legt zich vast.
Ik heb hem, in een vroegere schets, ge
hoemd: de groote souffleur.
Dat is hy.
Ik denk aan zoo menig moment in de
Kamer. Het spant. Er is een heftige strijd
aan den gang. De itegeering zit in een
moeilijke poéitie. Hoor, daar kletteren de
interrupties als hagelsteenen op eer dak fel
en venijnig. De stemming nadert. De Re
geering moet over haar houding beslissen.
En dan, als by intuïtie, dan wéét ik het,
clan voél ik het, dan is Monseigneur bezig
zijn stille spel te spelen vhn den Grooten
Souffleur. In de drukte ziet men hem niet
en hoort hem nog veel minder. Cherchez
Nolens. Bn daar staat hij, bij de regeerings-
tnfel. Zonder eenig opzien, zonder in het
oog te vallen, is hy er heen geschoven, on
schuldig als een lammetje. Maar hy weet
wat hij wil en wat hy doel en wat hy' te
bereiken wenscht. Houdt hem in de gaten
en ge ziet hoe hij den minister een advies
feeft. Een paar woordjes soms. Maar ge
noeg.
En als het te veel opzien zou baren
het den minister te doen, wel, dan blijft hij
aan het eind van de regeeringstafel staan
en zegt wat tegen een vertrouwde. Die
brengt het d*n wel over. Reken maar van
yes. En als de zending van Mgr. is afge-
loopen hy stond er zoo doodnuchter bij
de regeeringstafel of h\j het over het weer
had, of over den prijs van de capucijners.
nieuwe oogst, of over een binnenbrandje
dan schuift hy weer even ongemerkt naar
z'n bankje.
Of er wordt in de Kamer gestreden over
de regeling van werkzaamheden. Ook dan
kan het hoog en warm loopen. Ook dan:
cherchez Nolens. Men ziet hem bijna niet,
maar hij staat bij den president. Eén woord
je Twee woordjes. Drie woordjes. Dan
schuift hij weer zachtjes door de kijvende
menigte en even later zit hij op de achter
ste rij rechts, in z'n bankje. Stel dat men
hem op den man af zou vragen, wat hy bij
den president gedaan heeft. Ik? Gedaan?
Bij den voorzitter? O, niets. Hij vindt het
mooi weer en ik ook.
En dan: de invloed in de kabinetten der
ministers. Op de bureaux. De telefoontjes.
De wenkjes. De adviesjes. En: het contact
met de diplomaten. Want overal, overal is
Nolens thuis. Overal. En zelden treedt hy
in het parlement zélf op, maar hy regis
seert er zooveel te meer: hy laat optre
den. En hoevele malen zullen grooten in den
lande by hem hebben aangeklopt, om zyn
steun te vragen? Die ten eenenmale onmis
baar was?
De Groote Souffleur.
En wat een werk kan deze man verzet
ten! Hoeveel leidende functies vervult hij
op sociaal gebied, in alle mogelijke raden
en commissies. Hoe vertegenwoordigt hy,
met eer en talent, ons land op internatio
nale conferenties. Een groote figuur, dat
ia hy.
Maar interviews? Neen. Deze Willem de
Zwijger spreekt alleen als het absoluut
noodzakelijk is. Doch hij trekt aan alle Mo
gelijke touwtjes.
Ik wist dus: geen interview. Maar vrn
MIJN LIEFSTE WENSCH
't Lièfstê wat Ik wel mr wezeh
Dat is dichter, echt poeet,
Zoo een, die zijn diepste roers'len
In smaragden verzen smeedt.
Zingen zou ik van de zuchten,
Die ontsnappen aan mijn ziel.
Langzaam en gestadig als de
Lucht uit een kapot ventiel.
Zingen van de wönder-wotken.
Die er zweefden boven zee,
Toen ik op een na-den-middag
In 'het duin een dutje dec.
Zingen van het helle-kwellen,
Dat ontstaat uit wereld-smart.
Die beslist ook wel zal komen,
Prangend om mijn dichtershart
Zingen van mijn liefste's oogen,
Waarin 's hemels glunze blauwt,
Ook at ben ik twintig jaren
Reeds in eer en deugd getrouwd.
Zingen van de wilde passie,
Die mijn ziele wreed door-woelt,
Die ik twintig jaar geleden
Naastenbij ook heb gevoeld.
Zingen Ach, ik kan slechts zagen
Op een tweedehandsche lier:
Af-en-toe zaag ik een liedje
Louter maar voor m\jn plezier.
Dichter? 'k Heb 't getracht te worden
k Droeg een zyën flodderdas,
Vette, ongeknipte haren
En een vaal-fluweelen jas.
'k Trachtte ook iets te ver maag'ren,
'k Trok een zuur-benepen snuit,
Maar de heinelsche inspiratie
Bleef ondanks dat alles uit.
Zachtjes zaag ik nu mijn zangen,
Met geen dichtersvuur behept,
In de hoop, dat hier of daar toch
Iemand er plezier hi schept.
gen zou ik het. Voorbygaan wilde ik hem
niet, in deze Vaderlandsche beeldengalerij
van vaderlandsche grojofcr mannen, liy hóórt
er immers bij Dus vroeg ik het hem in
December ai. Het verwachte antwoord
kwam. Het ging niet. Heusch niet. ik doe
het nooit. Heb het al eens meer geweigerd.
Interviews Brrr! U neemt toch niet kw«
lijk? Mooi zoo. Want ik oedoel het goed.
Kort daarop kwain de tweede helft van
het antwoord, en een by zonder charmante:
of ik lust had eens by Monseigneur te ko
men eten. Een buitenkansje, dat ik met han
den en voeten greep.
En zoo ben ik dan onlangs by Monseig
neur wezen eten. lnpiaats van een interview
een keurig en smakeiyk maal. Maai nu zou
ik toch al een byzonder slecht journalist
moeten zyn, als ik daór geen brokje copje
uit sloeg. Monseigneur weet er niets van,iU-«
en ik zie z'n verbaasde gezicht al, wan
neer hij dit blad ontvangt, maar denkt u,
dat hy het my kwalyk zal nemen? Dan
kent u hen» niet. Onze katholieke landge
nooten zijn over het algemeen toch al jo
viale menschen, en ze zyn er, politiek go-
sproken, als de kippen bij wanneer er iéts
voor hen „te halen valt", zoodat ook Mon
seigneur het my niet euvel zal duiden, wan
neer ik van deze charmante invitatie iets
maak.
Een nonnetje doet me opep. Neen, dat is
misschien de goede naam niet. Laat ik zeg
gen: een zuster. Want zoo spreek ik haar
toch ook aan.
De heer Nolens woont op de Prinsegracht,
in het huis der „Liefdezusters van den Hei
ligen Carolus Borromeus". Daar heeft hij
zyn kamers, rustig in het stille gesticht.
Monseigneur wacht u! -- Een zachte
stem. Ik ga in de ruime gang.
Ze gaat me vóór.
Dan ben ik bij m'n charmante» gastheer,
in z'n ruime kamers. Ik kijk even beduusd
om me heen. In de kamer waar ik ben, en
in een andere, waar ik kan zien: niets dan
boeken. Hoog opgestapeld, opgebouwd, op
geworpen: boeken. Groote kasten, langs de
muren, en daarin duizenden boeken, boeken,
boeken. Monseigneur ziet m'n oogen gaan:
ook z' bureau ligt vol, allerlei tafeltjes lig
gen vol. Boeken.
Dit heb ik voor het reces in voorraad!
zegt de staatsman.
Hij toont my een stapeltje „versche
waar". Onopengesneden nog. In allerlei ta
len. Politiek. Economie. Literatuur. Reces-
studie.
Hij glimlachte over m'n verbazing: waar
vindt hij, bij al z'n werk, den tijd voor?
Daar staat hij tusschen zfo'n boeken: ge
zond en sterk. Blozend zelfs. Het type,
zoo'n beetje van een deftigen heerenboer,
maar neen, dat is een oppervlakkige indruk,
want daar is de kop te scherp voor, en in
dien kop de pientere oogen, waarin telkens
iets van een verholen lach komt. Hij maakt,
ook m z'n spreken, den indruk van een
sterk-bedwongen kracht. Een persoonlijk
heid, die zichzelf in de hand heeft. Hij moet
een geweldige zelfbeheersching hebben. In
al die jaren heb ik hein hoogst, hoogst zei-
den werkelijk kwaad gezien of „opgewon-*-
den", maar hy remt zichzelf, daar ben ik
zeker van. Alleen: wie hem goed gadeslaat,
ook in het parlement, ziet af en toe een
veelzeggend fragmentje mimiek, een hand
gebaar, een trek op het gezicht, het even
bruusk verschuiven van een boek ja
daar smeult by Nolens heel wat onder de
asch, en daar is in dié uiterlijke nuchter
heid en koelheid een flinke dosis zelfbe
dwang. En zooals hij daar tusschen z'n boe
ken staat, sterk en kloek, lijkt hy een goeie
Vijftiger. Maar hij wordt dit jaar al 69. On
gelooflijk.
Willen we gaan?
Toen we aan tafel zaten (we waren met
z'n vieren) heb ik Nolens kunnen gadealaan
in een mij geheel nieuwe gedaante, en het
is niet het minat daarvoor, dat ik de on
echte ibis van dit interview vertoon. Ik heb
hém voornamelijk bewonderd als opschep
per len vóórsnijdbr
Had ik ooit kunnen droomen in trou-
verrassingen en de journalistiekde frap-
pantste primeurs had ik ooit kunnen
droomen, dat Zyn Excellentie Monseigneur
Professor Meester Doctor W. H. Nolens,
Minister van Staat, voor mij nog eens een
bordje soep zou opscheppenHad ik ooit
in m'n oogenblikken van de ongebreidelst"
fantasie mij voorgesteld, dat deze geheime
kamerheer met kap en degen van Zyn Hei
ligheid den Paus voor mij een sappig brok
zou snijden uit den molligen rug Yan een
welvarenden haas en my daarbij nü een
bordje blanke Hollandsche zuurkool zou
aanreiken? Om van de andere cullinaire
genietingen nu maar te zwijgen?
Zwijgen? Och laat ik dit nog zeggen:
zelfs de lievelingsspijs uit m n kinderjaren,
tot-heden-toe één der aardsche verrukkin
gen voor mij gebleven, chocoladepudding
met schuimpjes, mocht ik ontvangen uit
handen van dezen grooten vaderlander.
't Ging zoo;
een zuster kwam binnen, en zette de soep
terrine neer, en Monseigneur schepte ons
op; en ze zette den haas neer, en Monseig
neur sneed vóór en deelde uit; en ze bracht
de zuurkool, met een prachtig goudbruin
korstje gestoofd en Monseigneur lepelde
een portie op ons bord; en zoo bediende hy
ons, den ganschen heerlyken avond. Heer-
ïyk: ik zeg niets te veel. Heerlijk, èn pi
kant, vond ik het, den staatsman, dien ik
een kwarteeuw van z'n politieke en sociale
zijde had gezien èn bewonderd, hier in deze
zeer bijzondere gedaante te aanschouwen
als Staatsman-Opschepper. Heerlijk èn pi
kant, om uren lang te genieten van een ge
sprek over allerlei onderwerpen, ook be
langrijk-politieke, maar waarvan ik natuur
lijk niets mag en wil publiceeren, want dat
zou nu werkelijk onbescheidenheid zyn.
Ja: dit was een avond van geestelijk en
materieel genot beide.
Da werkloosheid in den landbouw
Dezer dagen is door dé Sub commissie
uit de Commissie voor de Economische Poli
tiek, welke tot taak neeft een onderzoek in
te stellen naar de omstandigheoen, welke
verschillende takken van ons volksbestaan
ongunstig beïnvloeden en daarbij na te gacin
m welke mate deze de bestaande werkloos
heid aantasten of uitbreiding daarvan
legenhooaen, een rapport uitgebracht over
den stand der werkloosheid in den land
bouw. Na een uitvoerig onderzoek wordt de
conclusie getrokken, dat men eigenlijk in
de streken met betrekkelijk groote bedrij
ven, waarin akkerbouw op de zeeklei een
belangrijke rol spee't, niet van werkloos
heid kan .-preken, behalve dan de .-eizoen-
werkloosheid in den winter. Ook in de
weidestreken op de zeèklei, op de rivierklei
en in den tuinbouw komt zeer weinig werk
loosheid voor. De laatste is door de te-ne
ming der glasculturen sedert 1914 nog -terk
ul'genomen. In de zandstreken ontbreekt een
eigeniyk gezegde landarbeidersstand.
lntusschen is in de streken, waar werk
loosheid voorkomt, deze sedert 1914 wel toe
genomen. Daarvoor zyn verschillende oor
zaken, bijvoorbeeld de slechte bedryfsuit-
këmsten en de betrekkelijk hooge loonen,
waardoor de werkgevers zooveel mogelijk
op arbeidsloon willen bezuinigen. Verder
het gebruik van machines, vooral van de
dorschmachine. Het ophouden van den tijde-
lijken trek naar Duitschland is in sommige
stïeken ook van beteekenis, terwijl onige-
keeftl het tewerkstellen van Belgische arbei-
défci in Noord-Holland ongunstig beoordeeld
wordt. De omzetting van bouw- in weiland
wordt speciaal in Z.-O. Friesland als een
«oFzaak van werkloosheid genoemd, terwyl
tenslotte de uitbreiding der bevolking uiter
aard ook van beteekenis is. Daarnaast staat,
dut de uitbreiding en de intensi vee ring van
den tuinbouw en de gelegenheid om buiten
«len landbouw werk te vinden, bijvoorbeeld
in de. industrie, in de havens en in de mynen,
de werkloosheid in den landbouw verminde
ren. Ook worden ten deze nog genoemd de
hooge landprijzen, die aanzetten tot ont
ginning.
Op de vraag in hoeverre de arbeid van de
gehuwde vrouw tot werkloosheid der man
nelijke arbeiders bijdraagt, is in het alge
meen geantwoord, dat deze niet leidt tot
vermindering van de arbeidsgelègenheid
voor de mannen, aangezien het alleen werk
zaamheden betreffen, die voorkomen in tij
den, waarin toch reeds harlden tekort ko
men. Voor zoover het loonarbeid betreft, is
•leze arbeid van de gehuwde vrouw sedert
1914 intusschen afgenomen. Ook de trek van
de landarbeiders naar andere streken om
daar tydelyk te gaan werken is niet meer
zoo groot als in 1914, hetgeen eensdeels
komt door liet meer in gebruik komen van
machines voor de hooibewerking, aan den
anderen kant door het feit, dat, zooals wij
reeds zeiden, de trek naar Duitschland ls
verminderd.
De welvaart der landarbeiders is sedert
1914 opgetwyfeld toegenomen. Deze groo-
tej-e welvaart openbaart zich in de leefwijze
eit wordt eensdeels verklaard door het feit,
dat de loonen meer zyn gestegen dan de
kosten van het leven, anderdeels door de
toeneming van het grondgebruik. Men moet
echter daarbij in aanmerking nemen, dat
over het algemeen de loonen der arbeiders
een dergelijke styging hebben ondergaan en
dat deze styging voor de arbeiders in de in
dustrie waarschijnlijk nog grooter is dan
die in den landbouw, zoodat, vergeleken met
de arbeiders in de industrie, de landarbei
ders in een minder gunstige positie zyn ge
komen. Bovendien heeft de toenemende
werkloosheid waarschijnlijk de loonsverhoo-
ging voor sommigen waardeloos gemaakt.
IJzeren pannen.
IJzeren pannen schuurt man roet aafln an
tand, spoelt ze af en legt ze op een warme
kachel. De binnenkant van ijzeren pannen
wordt apiegelbtaik als men hem met heet
zout wrijft
Prijtvraag No. 6
Voor het geestigste onderschrift onder
deze teekening, wordt een bon uitgeloofd
ter waarde van 2.50, welk bedrag moet
worden besteed in een der winkels, welke
in de Goudsche Courant adverteeren, in /ie
periode van 14 dagen na heden.
Op de enveloppe op den buitenkant ver
melden: „Prijsvraag".
Alleen abonné's op de Goudsche Courant
kunnen aan deze prijsvraag meedoen.
ONZE KOLONIËN.
Mr. Duys naar Indië.
Wat de/.e advocaat cr precies gaat doen.
De „Loc." vvydt een artikel aan de komst
van mr. Duys naar Ned. Indië. De juiste
aanleiding van diens komst is al bekend ge
worden; het blad geeft daarover de volgen
de bijzonderheden:
Geschorst zijn, zooals men weet, de zelf-
bestuurders van Taboekan, Tahoena en
Siaoe; Radja Willem Sarapii, Radja Ch.
Ponto'h, oud-lid van den Volksraad en Radja
Lodewijk Kansil. Tydenw hun atwezighêid
nam men de boeken der zelfbesturen in be
slag en verzegelde de stukken. Bij het boe
kenonderzoek werd een deficit geconsta
teerd.
Op voorstel van controleur De Boer vun
Tahoena werden deze zelfbestuurders door
den wd. resident, den heer Fachingei Auer,
geschorst en onder politietoezicht naar Me-
nado gezonden. Tegelyk werd conservatoir
beslag gelegd op hunne bezittingen. Het
politietoezicht is later ongehever.; een justi
tieel onderzoek volgde.
Tegen dit alles wordt nu van de zyde der
zelfbestuurders ingebracht, dat: het onder
zoek in stryd met de rechten der zelfbe
stuurders geschiedde; dat het conservatoir
beslag eveneens streed met die rechten; dat
het vervoer onder politiegeleide noodeloos
krenkend en in stryd met hunne privilegiën
alt volkshoofden geschiedde; dat op het
aanbod om ongeacht het onderzoek alles
aan te zuiveren niet werd ingegaan en voor
al: dat de tekorten ontstonden door onregel
matige boekhouding, maar dat van fraude
of baatzucht geen sprake was, omdat men
de tekorten precies kan verantwoorden.
Deze protesten zyn in een uitvoerig schrij
ven aan den goüverneur-generaai gericht.
Tot zoover betreft het hier dus een zui
ver locale zaak, waar niets anders is ge
beurd, dan dat een onderzoek werd inge
steld naar de kassen der landschappen; dat
daarbij tekorten aan den dag kwamen; dat
het bestuur de betrokkenen wegvoerde en
dat de zelfbestuurders hun onschuld betui
gen en tegen deze behandeling protesteeien.
Het is hier niet de plaats om te beoordee-
len, of de verantwoording van de tekorten
de juiste is. Vooropgesteld echter worde,
dat richtige bestuursvoering in ae buiten
gewesten wel zoozeer verzekerd is, dat voor
zelfbestuurders, mochten zy in hun rechten
tekort zyn gedaan, recht en volledig recht
te krygen is. Onze indruk is, dat de zaak
beter administratief behandeld had kunnen
zyn; dat zy althans anders geëntameerd had
kunnen worden. Maar dit zal nu bij liet ver
der onderzoek wel biyken. De zelfbestuur
ders zelf zyn daar gerust op.
Maar wie zou kunnen vermoeden, Jat deze
zaak zooals de regeering van ieder 'and er
jaarlijks vele op tê 'ossen he?ft, het décor
zou gaan vormen voor een geheel nieuw
tooneel in de Indische revue van <ic S. D.
A. P.? Wie zou gelooven, dat daar op het
verre Sangihe aan de uiterste Oostgrens van
onzen archipel aanstonds de comedic opge
voerd zou worden van een sociaal-democra
tisch parlementslid als advocaat voor vor
sten? En dan nog wel voor zelfbestuurders
die, indien al mogelijk blijkt, dat zy alleen
maar een grenzenloos slordige administra
tie der landschapsgelden voerden, hunne
rechten veilig weten?
Nochtans staat dit te geschieden. Kr is
namelijk, nadat de zelfbestuurders vertrok
ken waren, een vo'kscomité gesticht door
sommigen hunner onderdanen, en nu behoort
tot de goede vrienden van den Radja Sara
pii een Nederlander met goede relaties in
de S. D. A. P.-kringen in Nederland. Dies
seinde het comité naar Nederland een lang
telegram vol beschuldigingen cn met een
beroep op de Tweede Kamer. Men weet: de
liefde voor requesten en adressen zit er
diep in, daar aan die zijde van den archipel.
En ziet: men mocht de voldoening smaken
cm een mooi telegram terug te ontvangen:
„recht zal geschieden stop zaak in handen
van mr. Duys stop weest sterk".
Telegrafisch antwoordden dc onderdanen
van Tahoena daarop: „verzoeke Overkomst
Duys". Er kwam toen een telegram terug,
luidende: „Accoord mr. Duys Januari naar
Irtdië zend zes mille posten".
Zes mille leek den eenvoudige» zielen van
het verre eiland weliswaar hoog, omdat men
er de tarieven der politieke advocatuur niet
zoo goed kent, maar na eenig aandringen
van „zekere zijde" wist men toch de familie
van één der radja's te overtuigen. De zes
mille zijn verzonden en mr. Duys komt
kijken. Wat hy daar en elders zien zal, doet
er nu verder weinig toe; want de rol van
cher nraitre in een nieuwe Indische cause
célèbre zal daar zeker niet voor hem te
vinden zijn. Maar het Indische spektakelstuk
der S. D. A. P. zal er straks bij de verkie
zingen niet minder bont om zyn. Den i«>zer
in Indië zal overigens het kijkje achter de
schermen vóór de opvoering voldoende zijn,
meent ten slotte de ,,Loc.'\
Een administrateur vermoord.
Een nieuw ondernemings-drama.
Aneta seint uit Medah:
Javaansche koelies hebben met by len en
parangs den waarnemend administrateur J.
F. C. Waller van de rubberondememing
Damar Sipoet gelegen in het Langeasche
(Gouv. Atjeh) vermoord. De hem vergezel
lende assistenten C. Ligthart en Tekelen-
burg traden de moordenaars ongewapend
tegemoet en trachtten hen tegen te houden.
De heer Waller vluchtte in een pondok. waar
hij werd afgemaakt.
De oorzaak lig^ vermoedelijk in het feit,
dut de heer Waller meer Werkprestaties van
de zijde der koelies verlangde.
De Onderneming behoort aan de V(er-
eenigde I(ndische) C(ultuur) Ondernemin
gen).
KKiHTZAftKN.
(.ascoi rujttie.
oor het Arnhero.'*;ho',gfem.-hUhoI werden
gi-neren twee zaken wnuudeld, waarin als
ve-nhichten owl gosdi recteurai wegens het
auiinemen van steekpenningen zich hadden
te verantwoorden.
Vooreerst stond terecht de ,ö5-jarige oud-
dlreetour van de gernoeilte-gentabr 1 ek te
Hardervvijk, wegens het aannemen ui
rt eek penningen, door de rechtbank te Zwol
le veroordeeld tot f zOO boete subs, 30 da
gen heohteonis.
De president merkte op, dat het verledej
ian den directeur overigeins vlekkeloos
was wegens vergevorderdeu leeftijd waa
'ita r. indertijd op verzoek, eervol o it-dng
verleendZelfs was hem een gouden me
lkt il Ie van verdienste toegekend.
Ue procureur-generaal nxr.- Cnopiu» merk
te in zijn iw{uisütoir op, dat feitelijk allen,
dn zioh aan gaocorruptki schuldig maak
ten, over één kam dienden te worden ge
sel-oren. Toon indertijd de corruptie van
d. Stel aan het lioht was gebracht,
werd deze Dtirecleur tot gevangenisstTat
veroordeeld, doch toén naderhand bleek,
dat het usance was om retouroomlniseie te
innen, werden de volgende gasdirecteuren,
die betrapt waren, op mildere wijze be
recht. Men nam zelfa een standaard-straf
aan. eeu prix fixe van f 200 of Jaaro •-
Irent. Whnneer men echter even nagaitt,
wat dezo directeuren hebben binnengehaald
dan komt men «oi oen heeÜ wat booger be
drag.
I'roe.-gen. eischte ten slotte bevestiging
van het vonnis der Zwolache rechlbanK
Dc verdediger nir. «tenfert Kroese uit
Zwolle wees op liet buitengewoon gunstige
verleden van den verdaohfe en op het feit,
dat hij onmiddellijk het totale bedrag aan
steekpenningen heeft gerestitueerd.
!>o tweedis zaak betrof den geme/*n Ui
mrteur der gasfabriek te N ij kerkwegens
een zelfde feit, door de rechtbank te Zwol
le tot een maand gevangenisstraf veroor
deeld. Verdachte was als gasfitter olj het
gasbedrijf te Nijkdrk in dienst gekomen en
langzamerhand tot dhef opgeklommen. Een
aanstelling tót directeur heeft hij ooit
ontvangen Verdachte verklaarde, dat waar
het aannemen van steekpenningen sance
was, lrij er gew kwaed in zag d\e gelden
aan te nemrn.
De procureur-generaal mr. Cnopius wees
er op, dat wel van ee« prlxfbce in zaken
als deze is geöproken, maar er zijn uit
zonderingen, zooals in dit geval.
Spr. oischte bevestiging van liet vonnis)
der Zwolsche rechtbank.
Do veirlodiger. mr. h. Stadig uit Amers
foort, achtte het wëttig bewijs (ter corrup
tie niet geleverd Pl v*»reooht oplegging
van geldboete.
Na het pleidooi w]«i nog voorlezing ge-
daan van <vn vwH«rfng vnn *11 taT*v-
VAN Dl
HAN0ELS ENLANDBOUWBANK
Saldo inleg: 1 Juli 1927
1.981.153.
Saldo inleg l Jan. 1928
2.175.925
RENTEVERGOEDING 4
251920
mieaster vati Nijkerk, waarin verdachte
hoogst oftbetrouwliaar word genoemd Ver
dacht o schrojf die verklaring toe aan oen
persoonlijke veete.
Do president verklaarde dat hij oen der
gelijke opmerking van den verlachte niet
kon todatffl».
Uitspraken 21 Februari.
Oplossingen van da raadsels v
t, vórigs Week.
1. DottV
A n n I
HkiK Dahlia
Lui K
1 s E Winkel.
A r a L
2. Hooge boomen vangen reel wind
8.
Het snoeien van heester* en rozen.
Over het algemeen wordt er veel te veel
gesnoeid of geschoren aan onze heesters. In
heel veel tuinen ziet men die leelyke heester
bolletjes, waaraan men vuuk niet kon zien
wat voor soort het is. Ze hebben geen eigen
groeiwijze meer, velen bloeien nooit, omdat
elk jaar weer' systematisch het eenjurige
bloemhout wordt weggesneden. Natuurlijk
moeten we niet in een ander uiterste verval
len door nooit meer een snoeimes of schaar
te gebruiken, zoodat alles wild door elkaar
groeit en de heerster stikt. Dan doet zich
steeds meer dood^iout voor. Hot snoeten
toch dient om lichf en lucht in de heesters
door te laten dringen en om de natuurlyke
groeiwijze te bevorderen.
Tuaschen de behandeling van bloemhee.-»-
ters en bladheesters bestaat eenig verschil
Alvorens men met het snoeien der bloem-
heesters begint, moet men weten, waaneer
ze bloeien en op welk hout. Want niet
alleen moet het bloemdragend hout gespaard
worden, maar door oordeelkundig snoeien
heeft men het in de hand om meer dergelijk
hout te doen vormen. Er zijn z.g. winter-
bioeiers onder de heersters die 's winters on
in 't vroege voorjaar zonder blad bloeien.
Hiertoe behooren: Tooverhazelaar, Winttr-
jasmyn, Magnolia, Chineesch kiokje, Kor
noelje, Peperboompje, enz. Al deze heesters
snoeit men heel weinig en dan nog alleen na
den bloei. Slechts wat uitdunnen, uood hout
wegnemen of een tuk, die dwars door de
heesters heen groeit, wegsnyden en verder
zorgen dat er evenwicht blijft in den groei
van den heester.
By heesters die bloeien aan het uiteinde
der twygen, het vorig jaar gemaakt, spreekt
het vanzelf, dat we voor den bloei niet
snoeien, bijv. Seringen, Rhododendrons,
Azalea's, enz. Na den bloei nemen we hier
de bloemen weg, omdat er anders veel kracht
aan de vruchtvorming verloren zou gaan.
Overigens in gevallen waarin het noodig ia
te snoeien, als bij de winterbloeiers en de
worteluitloopers, die bij seringen veel ont
staan, tot in den grond wegsteken. Hees
ters waarvan de vruchten behouden moeten
blyven om hun sierwaarde, zooals Lijster
bes, Vlier, Cotonea8ters en Wilde Rozen
worden alleen in den winter, als het noodig
is wat uitgedund en als de winterbloeiers
behandeld.
Heesters die bloeien op meerjarig hout of
op spoortjes op dit hout, behandelt men on
geveer als onze vruchtboomen (zie vorige
verhandeling). Alleen om licht en lucht in
de struik te laten doordringen mag men een
flinken tak wegnemen, maar niet te onbarm
hartig, want veel kan bloemhout worden.
Tot deze bloemheesters behooren o.a.: de
Sierappels en Japansche Kwee.
Heesters, die bloeien op het hout, in het
vorig jaar gemaakt, snoeit men pas na den
bloei en wel tot op de aan den voet der bloel-
twijgen gelegen nieuwe scheuten. Deze
scheuten hebben dan gelegenheid in den zo-
mer nog weer flink te groeien, om dan het
volgend jaar weer bloem op te leveren. Spi
raea's, Ribes, Prunus Trileba, Deuizia, Boe-
renjasmijn. Boerenjasmijn en Deutzia 9noeit
men niet te veel. Oude takken kan men in
zjjn geheel wegnemen, want anders maken
ze te zwaar eenjarig hout en bloeien dan
niet.
Indien de rozen in het voorjaar worden
geplant, moet men de plant een handbreed
boven den grond afsnoeien. Het jaarlijks
snoeien der rozen moet in ons land na den
winter gebeuren, op zyn laatst eind April.
Hoe l^er men snoeit, des te later komen de
bloenreh. Het doel van het snoeien der rozen
is een ryken bloei te verkrijgen en tevens
alle bloemen volkomen tot ontwikkeling te
laten komen.
Sommige soorten rozen, bijv. winterharde
klimrozen, bloeien maar één keer in het
jaar, meest m den voorzomer, dus op het
oude hout. Men dunt by deze soort slechts
het f(jne hout uit, alsmede de dorre takken,
terwijl men van het zware hout zooveel
overlaat, dat dit ongeveer 15 c.M. uit elkaar
staat.
De doorbloeiende of remontrant-rozen
snoeit men korter.
Ook hierbij dunt men eerst het fijne hout
uit, totdat men 87 krachtige scheuten
overhoudt. Deze snoeit men dan niet even
lang, maar byv. twee op twee oogen, twee
wat langer (opvier oogen) en twee op zes
oogen, en dan zoo, dat de korte en lange
scheuten mooi over de struik verdeeld zijn.
Over het algemeen doet men goed om
sterk groeiende scheuten lang te snoeien,
terwyl men zwakgroeiende scheuten kort
snoeit. De Polyantha rozen worden in den
regel kort gesnoeid. Rozen in het najaar
geplant, behandelt men alsof ze al langer
stonden.
4. Sint, er, Klaas. Sinterklaas,
Lijster, musch, spreeuw, vink, arend.
6. Kerstboom.
I>e prijs viel by loting ten deel aan
FRANS BKSTEEN, Zoutmansetraat 80,
Gouda.
Nieuwe raadsels.
1. Wat gaat altijd verder en staat nooit
stil?
2. Welk blik is geen metaal en duurt
slechts kort.
3. Wat is klein in Parijs en groot in Schie
dam?
4. Hoe schrijf je Amsterdam met 7 let
ters?
Mijn geheel is «en blaadje van 10 let
ters, dat jullie vaak zoekt omdat het
soms geluk brengt
139—8 is een hoofd soms.
in 7310 ga je 'a Zaterdagsavonds.
456 zie je als j« op een uitkijk
toren staat.
29 een deel van eeu meubelstuk.
6. Welke boom maakt ge uit dese letters
Staan jek.
Oplossingen inzenden aan de redactie vaa
•ie Goudsche Courant, Markt 81.
Mjysjes en jongens moeten vooral op
geven hoe oud zij zijn.
WBTENSCHAPPELIJK NIEUWS.
Kankerbestrijding door bestraling.
Op de te Mtinchen gehouden vergadering
vun de-Bayerische Gesel 1 schaft fuer Ge-
burtshilfe und Frauenheilkunde hebben prof.
Boltz en geheimrat Doederlein uit Mlimhen,
de eenige Duitsche geleerden, die deal uit
maken van de radiologische commipsie van
oen Volkenbond, unn de hand van statistie
ken bewezen, dat by de behandeling van
kanker gunstiger resultaten door bestraling
dan door operatie zyn bereikt.
In het eerste stadium konden 50.2 der
patiënten door bestraling herstellen, tegen
over slechts 36.6 door operatie; lf>.4 pCt. der
zieken, die door de geneesheeren reeds wa
ren opgegeven, konden door bestraling nog
worden gered. Te Erlangen heeft men door
Röntgenbehandeling van borstkas eveneens
uitstekende resultaten bereikt.
Nuttige Wenken.
Vlekken.
Vlekken vau plantaardigs stoffen kan
iaën niet met benzine, maar met behulp van
absoluten alcohol verwijderen.
Gli m plekken.
Donkere wollen stoffen, die glimplekken
vertoonen, moet men wreven met schoon
water, waaraan een scheut ammoniak te
toegevoegd.
Als het pak weer is opgeperst, zullen dc
piegelende deelsn verdwenen zijn.
DAMRUBRIEK
Onder redactie van de Damclub „Gouda",
Secretaris K. Tiendeweg 28, lokaa) der dak
Markt 41.
Probleem No. 61Ö.
»"B
i
M
4, 8/11, 14, 15, 17,
18, 21/28, 27, 40.
Wit schijven op: 24, 25, 31, 82, 34, 38/88,
42, 43. 45, 47/49.
Probleem No. 616.
Zwart schijven op: 2, 7/11, 19, 26, 30.
Wit schijven op: 27, 28, 81, 36/38, 40, 41,
46.
Beiden van B. Thesingh, Gouda.
Oplossing van Probleem No. 611.
Wit pgeelt: 42—37, 87—32, 39:28,
2420, 20 16, 19—11, 112.
Oplossing van Probleem No. £12.
Wit speelt: 42—37, 15:10, 10:9,
16 18, 39 28, 24 15, 26—21, 21 1.