9?. 7. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN bergambacht, berkenwoude, bodegraven, boskoop, nieuwerkerk, ouderkerk, oudewater, reeuwuk, schi Donderdag 7 Maart 1929 No. 17044 97a Jaargang kbank Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen :wakts. i FEUILLETON. Itljd eid 10UDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, INHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, ena. Het Fihnsch-Belgisch verdrag. Hit Mjstirii ni Bilnir-Niuim i I OORWEG 21.-. Haag. boot het waarvoor (Wordt vervolgd) ie leven ge svertering loeidheid an eetlust. ren. nakc- om W'fe slechte daden lean beletten en het niet doet, is er zelf medeplichtig aan iertoe haam ver- jfelc snel voor- van De Utrechteche publicaties. Een verklaring van Or P. H. Ritter Jr. Frank Heine op vrije voeten gesteld Al of niet. Uit het Engelsch van BEN BOLT. reikt, dat een beroep op den heer Ritter niet zou hebben gebaat. Spr. bleef het echter be treuren, dat een dérgel'jj'ke poging door be middeling van het Kringbestuur niet is ge daan. Uit een mededeeling van den minister van justitie, die het onderhoud bij woonde, bleek sipr. dat die ook thans nog bereid is tot het instellen van een onderzoek. Spr. besloot met te verklaren, dat het niet op den weg van het Kringbestuur ligt dat daarvoor trouwen de bevoegdheid mist om uit te maken, of de documenten echt of valsch zjjn, maar wèl heeft het liet recht en den plicht, op onderzoek door bevoegden aan te dringen en na te gaan, of bij de pu blicatie goede en zuivere journalistieke methoden zijn gevolgd. (Instemming). Een verklaring in die geest werd vastge- legd. toch tot een grooter aantal leden dan tot nu toe gebruikelijk was. De Raadsvoorzitter zou voor ieder geval moeten bepalen, welke ledén van den Raad in het comité zitting I nemen. Stresemann verlangde verder opheffing van de uitsluiting van de raadsleden, die direct bij een petitie betrokken zijn, van de commissies van onderzoek. Hij betoogde verder de wenscheïijkheid, de garanties van den Volkenbond ten opzichte van de minder heden buiten de petities om te doen bestu- dteeren en de principieele zijde van het min derhedenvraagstuk beter te doen uitkomen. Ook het denkbeeld van Beelaerts van blokland tot instelling van een permanente ndndenheden-commis.sie is volgens Strese mann de moeite waard om ernstig in over weging te worden genomen. Sir Austen Chamberlain viel met Briand het door Stresemann ingenomen standpunt aan. Chamberlain verklaarde dat de min- derheden-rechten zjjn vastgelegd in de min derhedenverdragen, waaraan de Raad niets kan veranderen. Hij nam daarop de Raad- comité’s van drie en de minderhedenafdee- ling vanhet Volkenbondssecretariaat in be scherming. Op grond vah veeljarige erva ring getuigde spr. dat de comité’s hun plicht hebben gedaan. Het bewjjs daarvoor ziet hij in het feit, dat nimmer een staat aanleiding heeft gevonden een quaes- tie,.die door een der comité’s was afgedaan, voor den Raad te brengen. De Finsche minister van buitenlandsche zaken, Procope, nam het voor de minder heden op. Hij wees op de belangstelling die het minderheden-vraagstuk in alle staten, leden van den Volkenbond, heeft verwekt. Briand betoogde, dat de minderhedenbe scherming door den Volkenbond is aange tast door het souvereiniteitsbeginsel, dat de heele werking van den Bond beheerscht. Spr. ontkende, evenals Chamberlain, dat de Raad in zijn taak ten opzichte van de min derheden tekort zou zijn geschoten. Briand verzette zich niet tegen bepaalde verbete ringen in de minderhedenprocedure, maar waarschuwde tegen de vorming van een soort van rechtbank, waar de minderheden regeeringen zouden komen aanklagen. Ook sloot Briand zich aan by de idee eener studiecommissie. Nadat de Canadees Dandurand nog en kele leemten in de minderheden-procedure had aangewezen, werd de rapporteur Adatd uitgenoodigd in de Raadszitting van heden een ontwerpresolutie aan den Raad voor te leggen. Uit al deze discussies is duide lijk te zien, dat van het denkbeeld van den heer Beelaerts van Blokland, tot het vor men van een permanente minderhedencom missie vooreerst niets komt. way; daar zullen we waarschijnlijk de bende van Shottelius vinden. Allemachtig! In Godsnaam, kerel, ver tel me toch gauw allies. Wat heb ik een be roerden t\jd gehad seoert je weg bent. Dat kan ik je aanzien, vond' Tracy. En ik heb een hoop beleefd. Toen ik gisteren van Euston vertrok, was ik op het spoor van dien langen kerel die we in Christmas Common onwergereden hebben. Dat dacht ik al voordat je tweede tele gram kwam. Tracy knikte. Ik zag hem in een taxi toen ik naar de Lloyds reed en nog al erg aan gekomen is, want hij lie.p met twee stokken, maar hij is om dte weerlicht nog niet on- schadeljjk, want later vocht hij als een tjj- ger. Maar laat ik niet op de dingen voor uit loopen. Hij had een jonge vrouw bij zich met prachtige oogen —O, die héb ik al eens gezien. Dat is die vrouw die dien middag in Medici bij Shot- telius «i zijn secretaris zat en die dat ge heimzinnige briefje liet brengen. Gisteravond bij dat spoorwegongeluk heb ik haar gered, anders was ze lévend ver brand. En ik heb van de gedegenheid gebruik gemaakt om haar tasch mee te nemen. Je kunt er een enthousiast verslag van lezen in een van de ochtendbladen met het op schrift „Heldhaftige redding” en die senti menteels jongeling van een verslaggever vindt dat ze me de Albert medaille moeten geven... Daarom deed ik het niet, en de peis weet het nog niet en de politie evenmin Die tasch viel van haar arm toen ik haar hielp om haar uit een brandende wagon te tille.i. Ik nam het ding op, stak het in mijn zak, en dacht er niet meer aan. Nóg goed da1 ik het gedaan -héb, wane een poos later, toen het weer tot me doordrong, waarvoor ik eigelijk in dien trein was gegaan, maakte ik hem open, en toen vond ik tussche.. een paar bankbiljetten iwee dingen dia me bui tengewoon interesseerden. Het eene was een minnebrief van T jny Berrington. Groote goedheid! Ja. ik dacht wel cat je paf zoudt staan, ik wist ook niet wat k zag! In ieder geval, wat Tony ook zijn m ig. hij h**:t een goeden smaak. En het tweede ding Alleen maar ^en spoorkaartje eerste klas naar een Idem plaatsje in Galloway in het graafschap Kirkcudbright. Hier heb je het! Dat schoont Gord heet Kirkquanzeon. Daar moest het edele paartje dtos blijkbaar heen. Waar zjjn ze nu Weet ik hetDe vent is misschien wel dood. H)j was juist bezig te probeeren om me uit den trein te gooien toen de botsing plaats had, maar hy kwam er het slechtst af. Hjj zag er uit als een lijk toen we hem er uit gesjeuwd hadden. De vrouw heb ik nog gezocht, maarte was verdwenen en ik vermoed dat ze nu ergens in den trein zit en in Kirkgunzeon uitstapt. Daarom laat ik de „buts” in orde maken. Dan zjjn we er gauwer, en je weet wel, Dick, waar het aas ligt, komen de gieren op af. Ergens in Galloway, tusschen de Nith en de Dee, daar zullen we Miss Berrington vinden. Nu heb op, dat minder den omdat zij wrijvingen tusschen bevolkingsgroepen willen dat ADVERTENTIEPRIJS; Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring) 1—5 regels 1.80, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20 bijslag op den prjjs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN; 1—4 regels 2.25, elke regel meer 0.50. Op de voorpagina 50 hooger. Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen by contract tot zeer gereduceerden prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boekhande laren, Advertentiebureaux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan bet Bureau rijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zjjn. GOllimiE (1)1lilVI. He* vraagstuk der minderheden te Geneve. Dr. Stresemann aan het woord. Vooreerst geen minderheden-commissie. Dinsdagmiddag zou de Volkenbondsraad te Genève vergaderen om over het vraag stuk der minderheden van gedachten te wis selen. Tot ieders verrassing werd deze ver gadering uitgesteld. Waren er technische bezwaren of lagen aan deze opschorting po litieke beweegredenen ten grondslag? Het werd niet onmogelijk geacht, dat Zaleski, de Poolsche minister van buitenlandsche zaken, hierbij een rol heeft gespeeld. Deze heeft zich tevoren met Chamberlain, zjjn Engelschen collega, in verbinding gesteld. Omtrent dit onderhoud is geen communiqué verstrekt, maar men kan toch wel uit de mededeelingen, die Chamberlain naderhand aan de pers heeft verstrekt, opmaken, waarover beider gesprek heeft geloopen. Ghamberlain meende, dat de leden van den Volkenbond algemeen van gevoelen wa ren, dat men het vraagstuk der minderhe den door en door moet bestudeeren. Tevens hoopte de Engelsche minister, dat dit vraagstuk, hoe belangrijk ook, door de openbare meening niet zou worden over schat en dat men eraan zou denken, dat er ook andere belangrijke kwesties bestaan, In de gisteren gehouden vergadering heeft voor een stampvolle zaal gisteren te Ge nève Dr. Stresemann zjjn rede, over de minderheden uitgesproken. Hij ging daarin uitvoerig na, of dé Volkenbond in de eerste tien jaar van zjjn bestaan zijn taak ten op zichte Van de minderheden had vervuld, en bestreed de z«g. assimilatie-theorie, die in 1925 door Mello Franco in den Raad is ver dedigd. Stresemann légde er den nadruk zjj, die voor betere rechten van de heden pleiten, dé ware vrienden van vrede zijn, v erschillende \ooricomen. Voorts betoogde hjj, dat de ininderheden-bescherming geen tijde! yke, irtaar een permanente taak ’’■an den Volken bond is. Stresemann kwam tot de conclusie, dat liet wenscheljj'k is, de Volkenbonds-garanties teïi opzichte van de minderheden aan een grondige studie te onderwerpen. Hij drong in tie eerste plaats aan op verbetering van de procedure bij de behandeling der min derheden-petities. De Raadscommissies van drie zouden voortaan aan den Raad rapport moeten uitbrengen, terwjjl een zekere mate van openbaarheid aan haar beschouwingen gegeven zou moeten worden Voorts moet ten minderheid eenige mededeeling krijgen van hetgeen er met haar petitie gebeurt en de gelegenheid moet geboden worden, dat de minderheid desgewenscht enkele inlich tingen aan de commissie van onderzoek geeft. De commissie van drie zouden uitgebreid moeten worden, zooalniet tot veertien, dan tion dat op het kaartje staat moet toch dicht by hun plaats van samenkomst liggen en daar zullen we zeker wel het een of ander te weten kunnen komen. Boerenmenschen en plattelands-stationspersoneel zjjn aitjjd het nieuwsgierig naai menschen van stand o. die ze er voor aan zien. Shotteuius is geen man dien ze over het hoofd zien en als die donkere vrouw, die jy gered hebt, daar öok nog heen gaat, dan hebben ze haar ook we opgemerkt, want die trekt nogal de aan dacht. Ja, daar heb je wel geljjk in, stemde Tracy lachend toe. Maar we hebben -nu lang genoeg geplaat. Hoe eerder we in de „Low lands" zjjn hoe beter; maar ik moet noodig een bad nemen en me scheren en dan moet ik een reuzen ontbijt hebben. Het schijnt dat je er ergen honger van krjjgt als je voor held speelt. Opgewekt ging hy de deur uit. Dick Singleton bestudeerde het spoor kaartje dat Tracy zoo toeivalllig in handen had gekregen. De eigenares ervan had hem op dien bewusten middag een waarschuwing gezonden, wat hjj toenheel vreemd had ge vonden en aan diezelfde vrouw had Tony Berrington een minnebrief geschreven. Hij trachtte den samenliang tusschen deze fei ten te doorgronden en vroeg zich af of die vrouw, hoewel ze n.ct Shottelius onder een hoedje speelde, Tony of diens zuster werke lijk vijandig gezind was, of dat ze het in stilte misschien heel goed met hem meende. De Utrechtsche publicaties en de Nederlandsche Journalistenkring. Gisteravond is het Bestuur van den Ne- derlandsehen Joumalisten-Kring in spoed vergadering bijeengeweest,, ter bespreking van de l'trechtsche publicities. Aanwezig wéren allfe bestuursleden, qule afgevaardig den der aangesloten vereenigingen, bene vens de eere-voorzitter mr.'L. J. Plemp van Duivel and. De heer mg. P. H. Ritter Sr., uitganooaigd de vergadering bij te won<n, had bericht wegens een spreekbeurt ttóHarderwijk ver hinderd te zijn." De voorzitter, de heer Dl Hans betreurde zeer, dat dr. Ritter het velzoek - - ook een tweede, herhaald verzoekWm een onderzoek toe te staan geheel onglMdoend^ heeft be antwoord. Vervolgens herinnerde5d4 lieer Hans aan de regeeringis-venklaring,middags doer den minister-president aigjéiegd. In die verklaring had spr. één lift zeer sterk ge troffen: de mededeeling, 'Alt de regeering de publicatie zeer betreur®, maar geen po ging had gedaan om ha* te verhinderen, aangezien dit tóch niet zou zjjn gelukt. Naar aanleiding van dezettnei spr. vrijheid gevonden deir n dent om nadere inlicntiMgn t( mocht hjj een onderhomfexet in hat KameiW»bA*‘ Wh Een verklaring van het U. D. Naar aanleiding van deze door het ber stuur van den Nederlandschen Journalis tenkring genomen resolutie, verklaart de hoofdredactie van het „Utrechtsch Dagbl.” het volgende: le. dat zjj bereid is, en van het eerste oogenblik waarop zjj hare publicaties aan ving bereid is geweest, voor zoover dat maar eenigszins in haar vermogen ligt, hare medewerking te verleenen tot een on derzoek naar het door haar gepubliceerde doeumont, waarvan de echtheid voor haar vaststaat, maar waarvan de echtheid door anderen betwijfeld is; 2e. dat zjj echter vóór de vergadering van het Kringbestuur werd gehouden, ambtshalve kennis droeg van den inhoud der Nederlandsche Regeeringsverklaring, waarin werd medegedeeld, dat de Regee- ring van de zaak op de hoogte was, en van de door den heer D. J. van Beuningen, den verwerver van het stuk, in de „Nieuwe Dot- terdamsche Cóurant” gepubliceerde verkla ring, waarbjj deze zich bereid verklaarde tot het medewerken aan een onpartydig on derzoek, waartoe hjj en de Hoofdredactie met hem, meent dat overleg met de Regee- ring noodig is 3e. dat zij de meening is toegedaan, dat nu de mogelijkheid tot een onderzoek bjj de hoogste instantie is opengesteld, het niet alleen een onjuiste weg zou wezen, indien er zich thans eenige andere instantie mede bemoeide, maar het zelfs van een gemis van deferentie tegenover de bevoegde over heid zou getuigen, deze zaak bjj eenige an dere instantie voor te brengen. 4e. dat zij om deze reden zich niet ge rechtigd achtte, aan de uitnoodiging van het Kringbestuur gevolg te geven, en zich daartoe ook thans niet gerechtigd acht ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 2.25, per weelf 17 cent, met Zondagblad per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt. Franco per post per kwartaal f 3.15, met Zondagsblad 3 80. Abonnementen worden dageljjks aangenomen aan ons Bureau: MaRKT 31. GOUDA, by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zjjn dageljjks geopend van 96 uur. Administratie Telef. Interc. 82- Redactie Telef. 83. Postrekening 48400. ïdedeeling had minister-presi- te vragen en t hem hebben heeft den» mU nister gievraagd1, welke gronden hy had om aan te nemen, dat de»’poibliicatie niet voor komen had kunnen worden. Zoowel tijdens als na den oorlog heeft dé regeering zich herhaaldéljjk tot het Kringbestuur gewend om inzake belangrijke aangelegenheden be- paaflde publicatie^ al dan niet te doen plaats hebben. Steeds heeft zoo bracht spr. den minister-president in herinnering het Kringbestuur die bemiddeling gaarne ver leend en altijd hebben de bladen h^t advies inzake een eventueele niet-publicatie volko men opgevolgd. Indien de regeering ook thans met een beroep op het landsbelang de bemiddeling van het Kringbestuur had ingeroepen, zou spr. met al het gezag, waarover de Kring beschikt, gepoogd hebben, de publicatie te voorkomen en hij vleit zich dat dit zou zjjn gelukt. Spr. wees den minister op dé merle- deélling van den heer Ritter dat hjj als de regeering het gevraagd had - de pu- blicaitie zou hebben nagelaten, al vélt er veel te zeggen voor het standpunt dat mr. Ritter zich ook zélf en uit eigen beweging tot de regeering had moeten wenden. De minister herhaalde, dat de regeering d'e rotsvaste overtuiging bezat, die ook steun de op een mededeeling, welke haar had be- 64 - Maar wacht nog even eerst moet ik nog voor iets anders zorgen. Hjj ging naar de telefoon en gaf een nummer op dat Singfleton zeer verbaase; déarna hoorde hjj zjjïi vriend instructies geven, die hem dedtn branden van nieuwsgierigheid. Spreek ik met Simmonds? Ja? Luister goed wat je doen moet. Je moet de „bus’’ in orde maken en de tank met benzine vullen. Alles moet kant en klaar zijn om binnen twee uur te vliegen. Begrepen? Best! Dan laat ik alles verder aan jou over. Wat zeg je? Nee, nee, jij hoeft niet meer. Er gaat een vriend van mjj mee. Maar ik bel nu af want ik ga nu ontbijten. Tot ziens! Hjj hing den hoorn op en toen hjj zich omkeerde barstte Singleton uit: Wat beteekent dat, Aleck? i'ioet je de gebruiken? Tracy lachte opgewonden. Omdat we daar vanmorgen met z’n beiden mee naar Schotlénd moeiten vliegen. - Naar Schotland? Ja, naar een afgelegen nest in Gallo- 5e. dat zjj met verwondering heeft ken nis genomen van de zinsnede, waarin het Kringbestuur afkeuring omtrent hare hou ding tegenover het bestuur harer organisa tie te kennen geett. 6e. dat zy, evenals het Kringbestuur, van oordeel is dat het uitbannen van alle kiem van internationaal wantrouwen nood zakelijk is, maar zy juist uit dien hoofde, ten einde de internationale sfeer van ge heime bedreigingen te zuiveren, hare pu blicatie heeft ondernomen. De Regeeringsverklaring. In het Ochtenblad van het Utrechtsch Dagblad bespreekt Dr. Ritter de Regee- ringsverklaring, afgelegd naar aanleiding van de opmerking van het blad, dat de Ne derlandsche regeering volkomen by machte is geweest, de publicatie van heMdocument te voorkomen, door (hetzjj langs officieu- sesn, hetzjj langs officieeien weg), de Hoofdredactie in het bizonder of de pers in het algemeen een wenk te geven, dat zy de publicatie niet achtte in 's lands belang. Het verweer, dat de Regeering tegen onze simpele opmerking heeft gevoerd, blijkt, zoo zegt het blad, te bestaan uit me- dedeelingen, die een volledige bevestiging inhouden van onze opmerking. De volgende, door ons beweerde feiten, erkent de Regeering thans als juist: 1. Dat de Regeering reeds weken vóór de publicatie in het bezit was van een af schrift van het document, dat haar boven dien im original! was vertoond, en dat de Regeering aanstonds een deskundig onder zoek naar de echtheid heeft gelaat. 2. Dat de Regeering voor de publicatie tijdig genoêg geweten heeft dat afschrif ten van dit document ter publicatie aan de Nederlandsche bladen werdeit aangeboden, en dat als het „Utrechtsch Dagblad" voor nemens was, het document openbaar te maken, Regeenngsingrjjpen mogelyk ware geweest. Zeer opvallend is, dat de Regeering in haar verklaring met geen enkel woord te kennen geeft, dat hare deskundigen het document valsch hebben geoordeeld, noch dat zjj in haar oordeel van dat harer des kundigen afweek Ten slotte deelt de Regeering thans voor het eerst, als nieuw feit mede, dat de Mi nister-President en de Minister van Buiten landsche Zaken de publicatie in hooge mate betreurden en dat zjj van die publicatie een schadelijke werking verwachtte. Wat heeft de Regeering gedaan, zoo vraagt het Nederlandsche volk, om die schadelijke werking te voorkomen? Niets. Wat had zy, zoo gaat Mr. Ritter voort, nen doen, om die schadeljjke werking te voorkomen? Gebruik maken van de juist daartoe te harer beschikking gestelde or ganen. Immers, aan het Ministerie van Bu;- tenlandsche Zaken is een bizondere pers- afdeeling, waarvoor de Volksvertegenwoor diging aan de Regeering jaarljjks de noo- dige gelden ter beschikking stelt. Het doel dier afdeeling is o. a. juist contact te ik eens een goeden inval gehad; en een heei goeden ook. Je zud zien, het komt uit. Daér ergens zit Misa Berrington opgesloten. liet is een prachtige streek om iemand te ver stoppen. Shottelius had haar toch ook n^-it goed mee naar Zuid-Af rika’ kunnen mee nemen... Hjj is hefeemaai niet met de mee! Allemachtig! Is 't waar? Ja, dat berichtje diende alleen om on zand in de oogen :e strooien. Na dat tele gram van je heb ik het uitgevonden... Dan is hjj daar ook ergens in graafschap, riep Tracy opgewonden. Heel waarschjjnl’jjk. Maar nu moet ik je nog iets anders vertellen, Aleck. Wjj weten de zaak nu niet meer alleen. Hoe zoo Is er dan iets gébeurd Singleton vertelde hem van zjjn gesprek van den vorigen avond met inspecteur La<- vers. En heb je nog iet® van Laven- ge hoord? vroeg Tracy dadelijk, nadat Dirk met zjjn verhaal klaar was. Nog niets. Dan heeft hij zeker nog niet met den hoofdtommisisaris gesproken of die weet nog niet hoe hjj de zaak moet inpakken. In iedei geval hebben we nu een voorsprong on du> kans om het heeie geval zelf te behandelen. Als we maar eerst op weg zijn, zijn we bin nen zes uur in het graafschap en voordat het avond is weten we waar de bend- Het zal nog een heele teer zjjn om er pre cies achter te komen waar ze zitten. Waarom? viel Singleton in. Dat sta- 80 50

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1929 | | pagina 1