9?. 7.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
bergambacht, berkenwoude, bodegraven, boskoop,
nieuwerkerk, ouderkerk, oudewater, reeuwuk, schi
Donderdag 7 Maart 1929
No. 17044
97a Jaargang
kbank
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
:wakts.
i
FEUILLETON.
Itljd
eid
10UDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
INHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, ena.
Het Fihnsch-Belgisch verdrag.
Hit Mjstirii ni Bilnir-Niuim
i
I
OORWEG
21.-.
Haag.
boot
het
waarvoor
(Wordt vervolgd)
ie
leven ge
svertering
loeidheid
an eetlust.
ren.
nakc-
om
W'fe slechte daden lean beletten en het
niet doet, is er zelf medeplichtig aan
iertoe
haam
ver-
jfelc
snel
voor-
van
De Utrechteche publicaties.
Een verklaring van Or P. H. Ritter Jr.
Frank Heine op vrije voeten gesteld
Al of niet.
Uit het Engelsch
van
BEN BOLT.
reikt, dat een beroep op den heer Ritter niet
zou hebben gebaat. Spr. bleef het echter be
treuren, dat een dérgel'jj'ke poging door be
middeling van het Kringbestuur niet is ge
daan. Uit een mededeeling van den minister
van justitie, die het onderhoud bij woonde,
bleek sipr. dat die ook thans nog bereid is tot
het instellen van een onderzoek.
Spr. besloot met te verklaren, dat het niet
op den weg van het Kringbestuur ligt
dat daarvoor trouwen de bevoegdheid mist
om uit te maken, of de documenten echt
of valsch zjjn, maar wèl heeft het liet recht
en den plicht, op onderzoek door bevoegden
aan te dringen en na te gaan, of bij de pu
blicatie goede en zuivere journalistieke
methoden zijn gevolgd. (Instemming).
Een verklaring in die geest werd vastge-
legd.
toch tot een grooter aantal leden dan tot nu
toe gebruikelijk was. De Raadsvoorzitter
zou voor ieder geval moeten bepalen, welke
ledén van den Raad in het comité zitting I
nemen.
Stresemann verlangde verder opheffing
van de uitsluiting van de raadsleden, die
direct bij een petitie betrokken zijn, van de
commissies van onderzoek. Hij betoogde
verder de wenscheïijkheid, de garanties van
den Volkenbond ten opzichte van de minder
heden buiten de petities om te doen bestu-
dteeren en de principieele zijde van het min
derhedenvraagstuk beter te doen uitkomen.
Ook het denkbeeld van Beelaerts van
blokland tot instelling van een permanente
ndndenheden-commis.sie is volgens Strese
mann de moeite waard om ernstig in over
weging te worden genomen.
Sir Austen Chamberlain viel met Briand
het door Stresemann ingenomen standpunt
aan. Chamberlain verklaarde dat de min-
derheden-rechten zjjn vastgelegd in de min
derhedenverdragen, waaraan de Raad niets
kan veranderen. Hij nam daarop de Raad-
comité’s van drie en de minderhedenafdee-
ling vanhet Volkenbondssecretariaat in be
scherming. Op grond vah veeljarige erva
ring getuigde spr. dat de comité’s hun
plicht hebben gedaan. Het bewjjs daarvoor
ziet hij in het feit, dat nimmer een
staat aanleiding heeft gevonden een quaes-
tie,.die door een der comité’s was afgedaan,
voor den Raad te brengen.
De Finsche minister van buitenlandsche
zaken, Procope, nam het voor de minder
heden op. Hij wees op de belangstelling die
het minderheden-vraagstuk in alle staten,
leden van den Volkenbond, heeft verwekt.
Briand betoogde, dat de minderhedenbe
scherming door den Volkenbond is aange
tast door het souvereiniteitsbeginsel, dat
de heele werking van den Bond beheerscht.
Spr. ontkende, evenals Chamberlain, dat de
Raad in zijn taak ten opzichte van de min
derheden tekort zou zijn geschoten. Briand
verzette zich niet tegen bepaalde verbete
ringen in de minderhedenprocedure, maar
waarschuwde tegen de vorming van een
soort van rechtbank, waar de minderheden
regeeringen zouden komen aanklagen.
Ook sloot Briand zich aan by de idee
eener studiecommissie.
Nadat de Canadees Dandurand nog en
kele leemten in de minderheden-procedure
had aangewezen, werd de rapporteur Adatd
uitgenoodigd in de Raadszitting van heden
een ontwerpresolutie aan den Raad voor
te leggen. Uit al deze discussies is duide
lijk te zien, dat van het denkbeeld van den
heer Beelaerts van Blokland, tot het vor
men van een permanente minderhedencom
missie vooreerst niets komt.
way; daar zullen we waarschijnlijk de bende
van Shottelius vinden.
Allemachtig! In Godsnaam, kerel, ver
tel me toch gauw allies. Wat heb ik een be
roerden t\jd gehad seoert je weg bent.
Dat kan ik je aanzien, vond' Tracy. En
ik heb een hoop beleefd. Toen ik gisteren
van Euston vertrok, was ik op het spoor van
dien langen kerel die we in Christmas
Common onwergereden hebben.
Dat dacht ik al voordat je tweede tele
gram kwam.
Tracy knikte. Ik zag hem in een taxi toen
ik naar de Lloyds reed en nog al erg aan
gekomen is, want hij lie.p met twee stokken,
maar hij is om dte weerlicht nog niet on-
schadeljjk, want later vocht hij als een tjj-
ger. Maar laat ik niet op de dingen voor uit
loopen. Hij had een jonge vrouw bij zich
met prachtige oogen
—O, die héb ik al eens gezien. Dat is die
vrouw die dien middag in Medici bij Shot-
telius «i zijn secretaris zat en die dat ge
heimzinnige briefje liet brengen.
Gisteravond bij dat spoorwegongeluk heb
ik haar gered, anders was ze lévend ver
brand. En ik heb van de gedegenheid gebruik
gemaakt om haar tasch mee te nemen. Je
kunt er een enthousiast verslag van lezen
in een van de ochtendbladen met het op
schrift „Heldhaftige redding” en die senti
menteels jongeling van een verslaggever
vindt dat ze me de Albert medaille moeten
geven...
Daarom deed ik het niet, en de peis
weet het nog niet en de politie evenmin Die
tasch viel van haar arm toen ik haar hielp
om haar uit een brandende wagon te tille.i.
Ik nam het ding op, stak het in mijn zak,
en dacht er niet meer aan. Nóg goed da1 ik
het gedaan -héb, wane een poos later, toen
het weer tot me doordrong, waarvoor ik
eigelijk in dien trein was gegaan, maakte
ik hem open, en toen vond ik tussche.. een
paar bankbiljetten iwee dingen dia me bui
tengewoon interesseerden. Het eene was een
minnebrief van T jny Berrington.
Groote goedheid!
Ja. ik dacht wel cat je paf zoudt staan,
ik wist ook niet wat k zag! In ieder geval,
wat Tony ook zijn m ig. hij h**:t een goeden
smaak.
En het tweede ding
Alleen maar ^en spoorkaartje eerste
klas naar een Idem plaatsje in Galloway
in het graafschap Kirkcudbright. Hier heb
je het! Dat schoont Gord heet Kirkquanzeon.
Daar moest het edele paartje dtos blijkbaar
heen.
Waar zjjn ze nu
Weet ik hetDe vent is misschien wel
dood. H)j was juist bezig te probeeren om
me uit den trein te gooien toen de botsing
plaats had, maar hy kwam er het slechtst
af. Hjj zag er uit als een lijk toen we hem
er uit gesjeuwd hadden. De vrouw heb ik
nog gezocht, maarte was verdwenen en ik
vermoed dat ze nu ergens in den trein zit
en in Kirkgunzeon uitstapt. Daarom laat ik
de „buts” in orde maken. Dan zjjn we er
gauwer, en je weet wel, Dick, waar het
aas ligt, komen de gieren op af. Ergens in
Galloway, tusschen de Nith en de Dee, daar
zullen we Miss Berrington vinden. Nu heb
op, dat
minder
den
omdat zij wrijvingen tusschen
bevolkingsgroepen willen
dat
ADVERTENTIEPRIJS; Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring)
1—5 regels 1.80, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring:
1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20
bijslag op den prjjs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN; 1—4 regels 2.25, elke regel meer 0.50. Op
de voorpagina 50 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen by contract tot zeer gereduceerden
prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boekhande
laren, Advertentiebureaux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan bet
Bureau rijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zjjn.
GOllimiE (1)1lilVI.
He* vraagstuk der minderheden te Geneve.
Dr. Stresemann aan het woord. Vooreerst geen minderheden-commissie.
Dinsdagmiddag zou de Volkenbondsraad
te Genève vergaderen om over het vraag
stuk der minderheden van gedachten te wis
selen. Tot ieders verrassing werd deze ver
gadering uitgesteld. Waren er technische
bezwaren of lagen aan deze opschorting po
litieke beweegredenen ten grondslag? Het
werd niet onmogelijk geacht, dat Zaleski,
de Poolsche minister van buitenlandsche
zaken, hierbij een rol heeft gespeeld. Deze
heeft zich tevoren met Chamberlain, zjjn
Engelschen collega, in verbinding gesteld.
Omtrent dit onderhoud is geen communiqué
verstrekt, maar men kan toch wel uit de
mededeelingen, die Chamberlain naderhand
aan de pers heeft verstrekt, opmaken,
waarover beider gesprek heeft geloopen.
Ghamberlain meende, dat de leden van
den Volkenbond algemeen van gevoelen wa
ren, dat men het vraagstuk der minderhe
den door en door moet bestudeeren. Tevens
hoopte de Engelsche minister, dat dit
vraagstuk, hoe belangrijk ook, door de
openbare meening niet zou worden over
schat en dat men eraan zou denken, dat er
ook andere belangrijke kwesties bestaan,
In de gisteren gehouden vergadering heeft
voor een stampvolle zaal gisteren te Ge
nève Dr. Stresemann zjjn rede, over de
minderheden uitgesproken. Hij ging daarin
uitvoerig na, of dé Volkenbond in de eerste
tien jaar van zjjn bestaan zijn taak ten op
zichte Van de minderheden had vervuld, en
bestreed de z«g. assimilatie-theorie, die in
1925 door Mello Franco in den Raad is ver
dedigd.
Stresemann légde er den nadruk
zjj, die voor betere rechten van de
heden pleiten, dé ware vrienden van
vrede zijn,
v erschillende
\ooricomen. Voorts betoogde hjj, dat de
ininderheden-bescherming geen tijde! yke,
irtaar een permanente taak ’’■an den Volken
bond is.
Stresemann kwam tot de conclusie, dat
liet wenscheljj'k is, de Volkenbonds-garanties
teïi opzichte van de minderheden aan een
grondige studie te onderwerpen. Hij drong
in tie eerste plaats aan op verbetering van
de procedure bij de behandeling der min
derheden-petities. De Raadscommissies van
drie zouden voortaan aan den Raad rapport
moeten uitbrengen, terwjjl een zekere mate
van openbaarheid aan haar beschouwingen
gegeven zou moeten worden Voorts moet
ten minderheid eenige mededeeling krijgen
van hetgeen er met haar petitie gebeurt en
de gelegenheid moet geboden worden, dat
de minderheid desgewenscht enkele inlich
tingen aan de commissie van onderzoek
geeft.
De commissie van drie zouden uitgebreid
moeten worden, zooalniet tot veertien, dan
tion dat op het kaartje staat moet toch dicht
by hun plaats van samenkomst liggen en
daar zullen we zeker wel het een of ander
te weten kunnen komen. Boerenmenschen en
plattelands-stationspersoneel zjjn aitjjd het
nieuwsgierig naai menschen van stand o.
die ze er voor aan zien. Shotteuius is geen
man dien ze over het hoofd zien en als die
donkere vrouw, die jy gered hebt, daar öok
nog heen gaat, dan hebben ze haar ook we
opgemerkt, want die trekt nogal de aan
dacht.
Ja, daar heb je wel geljjk in, stemde
Tracy lachend toe. Maar we hebben -nu lang
genoeg geplaat. Hoe eerder we in de „Low
lands" zjjn hoe beter; maar ik moet noodig
een bad nemen en me scheren en dan moet
ik een reuzen ontbijt hebben. Het schijnt
dat je er ergen honger van krjjgt als je
voor held speelt.
Opgewekt ging hy de deur uit.
Dick Singleton bestudeerde het spoor
kaartje dat Tracy zoo toeivalllig in handen
had gekregen. De eigenares ervan had hem
op dien bewusten middag een waarschuwing
gezonden, wat hjj toenheel vreemd had ge
vonden en aan diezelfde vrouw had Tony
Berrington een minnebrief geschreven. Hij
trachtte den samenliang tusschen deze fei
ten te doorgronden en vroeg zich af of die
vrouw, hoewel ze n.ct Shottelius onder een
hoedje speelde, Tony of diens zuster werke
lijk vijandig gezind was, of dat ze het in
stilte misschien heel goed met hem meende.
De Utrechtsche publicaties en de
Nederlandsche Journalistenkring.
Gisteravond is het Bestuur van den Ne-
derlandsehen Joumalisten-Kring in spoed
vergadering bijeengeweest,, ter bespreking
van de l'trechtsche publicities. Aanwezig
wéren allfe bestuursleden, qule afgevaardig
den der aangesloten vereenigingen, bene
vens de eere-voorzitter mr.'L. J. Plemp van
Duivel and.
De heer mg. P. H. Ritter Sr., uitganooaigd
de vergadering bij te won<n, had bericht
wegens een spreekbeurt ttóHarderwijk ver
hinderd te zijn."
De voorzitter, de heer Dl Hans betreurde
zeer, dat dr. Ritter het velzoek - - ook een
tweede, herhaald verzoekWm een onderzoek
toe te staan geheel onglMdoend^ heeft be
antwoord.
Vervolgens herinnerde5d4 lieer Hans aan
de regeeringis-venklaring,middags doer
den minister-president aigjéiegd. In die
verklaring had spr. één lift zeer sterk ge
troffen: de mededeeling, 'Alt de regeering
de publicatie zeer betreur®, maar geen po
ging had gedaan om ha* te verhinderen,
aangezien dit tóch niet zou zjjn gelukt.
Naar aanleiding van dezettnei
spr. vrijheid gevonden deir n
dent om nadere inlicntiMgn t(
mocht hjj een onderhomfexet
in hat KameiW»bA*‘ Wh
Een verklaring van het U. D.
Naar aanleiding van deze door het ber
stuur van den Nederlandschen Journalis
tenkring genomen resolutie, verklaart de
hoofdredactie van het „Utrechtsch Dagbl.”
het volgende:
le. dat zjj bereid is, en van het eerste
oogenblik waarop zjj hare publicaties aan
ving bereid is geweest, voor zoover dat
maar eenigszins in haar vermogen ligt,
hare medewerking te verleenen tot een on
derzoek naar het door haar gepubliceerde
doeumont, waarvan de echtheid voor haar
vaststaat, maar waarvan de echtheid door
anderen betwijfeld is;
2e. dat zjj echter vóór de vergadering
van het Kringbestuur werd gehouden,
ambtshalve kennis droeg van den inhoud
der Nederlandsche Regeeringsverklaring,
waarin werd medegedeeld, dat de Regee-
ring van de zaak op de hoogte was, en van
de door den heer D. J. van Beuningen, den
verwerver van het stuk, in de „Nieuwe Dot-
terdamsche Cóurant” gepubliceerde verkla
ring, waarbjj deze zich bereid verklaarde
tot het medewerken aan een onpartydig on
derzoek, waartoe hjj en de Hoofdredactie
met hem, meent dat overleg met de Regee-
ring noodig is
3e. dat zij de meening is toegedaan, dat
nu de mogelijkheid tot een onderzoek bjj de
hoogste instantie is opengesteld, het niet
alleen een onjuiste weg zou wezen, indien
er zich thans eenige andere instantie mede
bemoeide, maar het zelfs van een gemis
van deferentie tegenover de bevoegde over
heid zou getuigen, deze zaak bjj eenige an
dere instantie voor te brengen.
4e. dat zij om deze reden zich niet ge
rechtigd achtte, aan de uitnoodiging van
het Kringbestuur gevolg te geven, en zich
daartoe ook thans niet gerechtigd acht
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 2.25, per weelf 17 cent, met Zondagblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt.
Franco per post per kwartaal f 3.15, met Zondagsblad 3 80.
Abonnementen worden dageljjks aangenomen aan ons Bureau: MaRKT 31. GOUDA,
by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zjjn dageljjks geopend van 96 uur. Administratie Telef. Interc. 82-
Redactie Telef. 83. Postrekening 48400.
ïdedeeling had
minister-presi-
te vragen en
t hem hebben
heeft den» mU
nister gievraagd1, welke gronden hy had om
aan te nemen, dat de»’poibliicatie niet voor
komen had kunnen worden. Zoowel tijdens
als na den oorlog heeft dé regeering zich
herhaaldéljjk tot het Kringbestuur gewend
om inzake belangrijke aangelegenheden be-
paaflde publicatie^ al dan niet te doen plaats
hebben. Steeds heeft zoo bracht spr. den
minister-president in herinnering het
Kringbestuur die bemiddeling gaarne ver
leend en altijd hebben de bladen h^t advies
inzake een eventueele niet-publicatie volko
men opgevolgd.
Indien de regeering ook thans met een
beroep op het landsbelang de bemiddeling
van het Kringbestuur had ingeroepen, zou
spr. met al het gezag, waarover de Kring
beschikt, gepoogd hebben, de publicatie te
voorkomen en hij vleit zich dat dit zou zjjn
gelukt. Spr. wees den minister op dé merle-
deélling van den heer Ritter dat hjj als
de regeering het gevraagd had - de pu-
blicaitie zou hebben nagelaten, al vélt er
veel te zeggen voor het standpunt dat mr.
Ritter zich ook zélf en uit eigen beweging
tot de regeering had moeten wenden. De
minister herhaalde, dat de regeering d'e
rotsvaste overtuiging bezat, die ook steun
de op een mededeeling, welke haar had be-
64 -
Maar wacht nog even eerst moet ik
nog voor iets anders zorgen. Hjj ging naar
de telefoon en gaf een nummer op dat
Singfleton zeer verbaase; déarna hoorde hjj
zjjïi vriend instructies geven, die hem dedtn
branden van nieuwsgierigheid.
Spreek ik met Simmonds? Ja? Luister
goed wat je doen moet. Je moet de „bus’’ in
orde maken en de tank met benzine vullen.
Alles moet kant en klaar zijn om binnen
twee uur te vliegen. Begrepen? Best! Dan
laat ik alles verder aan jou over. Wat zeg
je? Nee, nee, jij hoeft niet meer. Er gaat
een vriend van mjj mee. Maar ik bel nu af
want ik ga nu ontbijten. Tot ziens!
Hjj hing den hoorn op en toen hjj zich
omkeerde barstte Singleton uit:
Wat beteekent dat, Aleck?
i'ioet je de gebruiken?
Tracy lachte opgewonden.
Omdat we daar vanmorgen met z’n
beiden mee naar Schotlénd moeiten vliegen.
- Naar Schotland?
Ja, naar een afgelegen nest in Gallo-
5e. dat zjj met verwondering heeft ken
nis genomen van de zinsnede, waarin het
Kringbestuur afkeuring omtrent hare hou
ding tegenover het bestuur harer organisa
tie te kennen geett.
6e. dat zy, evenals het Kringbestuur,
van oordeel is dat het uitbannen van alle
kiem van internationaal wantrouwen nood
zakelijk is, maar zy juist uit dien hoofde,
ten einde de internationale sfeer van ge
heime bedreigingen te zuiveren, hare pu
blicatie heeft ondernomen.
De Regeeringsverklaring.
In het Ochtenblad van het Utrechtsch
Dagblad bespreekt Dr. Ritter de Regee-
ringsverklaring, afgelegd naar aanleiding
van de opmerking van het blad, dat de Ne
derlandsche regeering volkomen by machte
is geweest, de publicatie van heMdocument
te voorkomen, door (hetzjj langs officieu-
sesn, hetzjj langs officieeien weg), de
Hoofdredactie in het bizonder of de pers in
het algemeen een wenk te geven, dat zy de
publicatie niet achtte in 's lands belang.
Het verweer, dat de Regeering tegen
onze simpele opmerking heeft gevoerd,
blijkt, zoo zegt het blad, te bestaan uit me-
dedeelingen, die een volledige bevestiging
inhouden van onze opmerking.
De volgende, door ons beweerde feiten,
erkent de Regeering thans als juist:
1. Dat de Regeering reeds weken vóór
de publicatie in het bezit was van een af
schrift van het document, dat haar boven
dien im original! was vertoond, en dat de
Regeering aanstonds een deskundig onder
zoek naar de echtheid heeft gelaat.
2. Dat de Regeering voor de publicatie
tijdig genoêg geweten heeft dat afschrif
ten van dit document ter publicatie aan de
Nederlandsche bladen werdeit aangeboden,
en dat als het „Utrechtsch Dagblad" voor
nemens was, het document openbaar te
maken, Regeenngsingrjjpen mogelyk ware
geweest.
Zeer opvallend is, dat de Regeering in
haar verklaring met geen enkel woord te
kennen geeft, dat hare deskundigen het
document valsch hebben geoordeeld, noch
dat zjj in haar oordeel van dat harer des
kundigen afweek
Ten slotte deelt de Regeering thans voor
het eerst, als nieuw feit mede, dat de Mi
nister-President en de Minister van Buiten
landsche Zaken de publicatie in hooge mate
betreurden en dat zjj van die publicatie een
schadelijke werking verwachtte.
Wat heeft de Regeering gedaan, zoo
vraagt het Nederlandsche volk, om die
schadelijke werking te voorkomen? Niets.
Wat had zy, zoo gaat Mr. Ritter voort,
nen doen, om die schadeljjke werking te
voorkomen? Gebruik maken van de juist
daartoe te harer beschikking gestelde or
ganen. Immers, aan het Ministerie van Bu;-
tenlandsche Zaken is een bizondere pers-
afdeeling, waarvoor de Volksvertegenwoor
diging aan de Regeering jaarljjks de noo-
dige gelden ter beschikking stelt. Het doel
dier afdeeling is o. a. juist contact te
ik eens een goeden inval gehad; en een heei
goeden ook. Je zud zien, het komt uit. Daér
ergens zit Misa Berrington opgesloten. liet
is een prachtige streek om iemand te ver
stoppen. Shottelius had haar toch ook n^-it
goed mee naar Zuid-Af rika’ kunnen mee
nemen...
Hjj is hefeemaai niet met de
mee!
Allemachtig! Is 't waar?
Ja, dat berichtje diende alleen om on
zand in de oogen :e strooien. Na dat tele
gram van je heb ik het uitgevonden...
Dan is hjj daar ook ergens in
graafschap, riep Tracy opgewonden.
Heel waarschjjnl’jjk. Maar nu moet ik
je nog iets anders vertellen, Aleck. Wjj
weten de zaak nu niet meer alleen.
Hoe zoo Is er dan iets gébeurd
Singleton vertelde hem van zjjn gesprek
van den vorigen avond met inspecteur La<-
vers.
En heb je nog iet® van Laven- ge
hoord? vroeg Tracy dadelijk, nadat Dirk
met zjjn verhaal klaar was.
Nog niets.
Dan heeft hij zeker nog niet met den
hoofdtommisisaris gesproken of die weet nog
niet hoe hjj de zaak moet inpakken. In iedei
geval hebben we nu een voorsprong on du>
kans om het heeie geval zelf te behandelen.
Als we maar eerst op weg zijn, zijn we bin
nen zes uur in het graafschap en voordat
het avond is weten we waar de bend-
Het zal nog een heele teer zjjn om er pre
cies achter te komen waar ze zitten.
Waarom? viel Singleton in. Dat sta-
80
50