1 BAHLMANN - GOUDA n blaas EN LEKIS lerkzaam dat iciteitamiddel ring is dan de HE van de NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD f VOOR GOUDA EN OMSTREKEN 1 H«. I702B iOÖRAHT I, ZEVENHUIZEN, eni. I •w FEUILLETON. 9 Elegante Dames en Kinderkleeding Schittersnde modellen en stoffen voor het a.s seizoen 67» Jaargang BEItKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, Mlannen n Woensdag 20 Maart 1829 lil Mjitirii nn Bilvsir-Miniiint N1EUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, I ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 2.25, ERKOOPI ERHUUR IDIN f 0.12%, miti 40 in I 4 J. Den Haag. A 75 80 r het annon- agen en aan bevat een verweerschrift die in den breede dvleesch. Iheid. vóór de plaatsing aan het zjjn. ar deze soort speciaal tarief van 1 —8 g•- LRKT 31 ▼oor ZATER- uur. van aanvra gen van SONEEL bloed, versterkt nsopgewekthéid. 6 fl. I!.— Get pr^js. DE OPLAGE >500 EX A s Zaterdagmiddag half 3 opening dar nieuwe etalages, tevens EXPOSITIE het land in den oorlog! Ook heeft de regeering ht (illlllSLHE (OIKAVl. Uw tijd, gij kunt terug krijgen door •n uit plantenextrac- lyk zijn. t bewijzen aan den «middelen zelf, den G. DAMMAN, aan BLLÏé (afd. E 85) lam. delijk aan ta gaven .brochure voor elke Vandervelde aan het woord. dende was, in deze dagen, ment afwezig was, bezweek, i uit planten* gij lijdt, man den uitvoerige e zenden aan medicijnen, bij die U alle teling, met de Dat is het echte kenfeeken der wijs heid, duldzaamheid aan den dag te leg- w- 141. - Uit het Engelsch f* van BEN BOLT. ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 2.25, per week 17 cent, met Zondagblad per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt. Franco per post per kwartaal 3.15, met Zondagsblad 3 80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31. GOUDA, bij onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Telef. Interc. 82- Redactie Telef. 83. Postrekening 48400. i iniiiv ricjitt; jiij gjvj ui iimani gv stoken. dien avond ontmoeten. Ik denk, dat Tony hem iets over Shottelius wilde vertellen, maar dien zelfden dag sprak Shottelius zelf met Tony en droeg hem op om Sou L- well te vermoorden toen wist ik nog niet dat Shottelius Tony’s kwade genius was. HÜ liet me vragen om stilletjes bij hem te komen. Hij vertelde me toen iets van nl zijn ellende en zei dat zijn leven in gevaar was; hij wist dat ze er achter waren geko men, dat hij Southwell had willen spreken en daarom hadden ze hem nu juist opge dragen om hem te vermoorden, ook natuur lijk omdat Mr. Southwell een groot gevaar was voor hun organisatie. Maar Tony wi'de het niet. Hij gaf me een sleutel die Mr. Southwell hem gestuurd had als hij soms mocht komen op een oogenblik dat South- well uit was: en Tony vroeg mij of ik hem wilde gaan waarschuwen. Ik ging, maar vergiste me in de kamer, wat ik niet da delijk merkte. Het was er te donker; er was niemand en ik wachtte een poosje zon der het licht op te draaien, totdat ik hoor de dat er iemand zachtjes de deur voorbU- sloop De moordenaar! riep Lavers uit. (Slot volgt.) Dit blad verschijnt dagelijks behalve on Zon- en Feestdagen ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring): -*17Wk 15 regels 1.30, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnummer 2Q bijslag op den prijs. Liefdadigheids>-advertentiën de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEEI.INGEN14 regels 2.25, elke regel meer 0.50. Op de voorpagina 50 hooger. ewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bij contract tot zeer gereduceerde^ „3. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boekhande laren, Advertentiebureau* en onze agenten en moeten daags Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te Je weet toch wel dat ik je van „De ptaf’ verteld heb? Het is zjjn vliegtuig dat je daar hoort. Ik vermoed dat Shottelius er ook in is... Alle chiivels! Lavers staarde beteuterd i» de ondoordringbare duisternis beven zijn hoofd, toen riep hij uit: Maar hij komt nooit weg in die mist. Dat kan onmogelyk! Hij moet verongeluk ken Ik help het je wenschen maar reken er maar niet al te vast op, in spec beur, viel Tracy hem in de rede. „De DuiF-’ was een van de gewiekste en vermetelste vliegers dien ik in den oorlog heb gekend; en u kunt Nederland en België. Een interpellatie in de Belgische Kamer. Een verweerschrift van Ward Hermans. klaard werd, dat de chef van den Generalen Staf geen kennis heeft gehad van het Bel- g'sche document, dat Frank desnoods vrij gesproken werd door de rechtbank na een openbaar debat. De indruk wordt gewekt, dat Frank in vrijheid is gestéld, zoodra ge->. bleken was, dat de openbare veiligheid op ernstige wyze in de zaak betrokken was, on na de redevoeringen van Hymans en Van Cauwelaert moest nochtans worden ge vraagd, dat de zaak grondig onderzocht zou worden. Louis Piêrard, die in plaats van Soudan als tweede interpellant optrad, wees op de rol, die de pers in internationale aangele genheden ten gunste van den vrede kan ver vullen. Hij sprak inzonderheid van de hou ding van de Nederlandsche pers inzake de falsificatie van Utrecht en kon die houding niet begrijpen of goedkeuren. Nadat de socialist Hubin nog had gespro ken over de nutteloosheid van spionnage- en contrespionnagediensten en over de werking van particuliere politieorganisaties, kwam op verzoek van den oud-minster Vandervekle de eerste-minister Jaspar aan het woord. Samenwerking met Nederland voor een onderzoek. Jaspar zeide, dat de regeering het voile iicht over de Utrechtsche falsificatie heeft gewenscht Aan den wenscl\ van. Van Cau welaert, dat Nederland eveneens een onder zoek zou instellen, kon geen gevolg worden gegeven, omdat Nederland op eigen grond gebied meester is. Doch de Haagsche regee ring is van het verlangen van Van Cauwe laert in kennis gesteld. De Nederlandsche regeering antwoordde dat een rechterlijke instructie niet kon worden geopend, maar dat de politie een onderzoek zou instellen. Daarop heeft de Belgische regeering dade lijk de nauwkeurige feiten doen kennen die den Nederlandschen rchter volkomen over de zaak zou inlichten. Jaspar wenschte da: het ingesteld onderzoek zou worden voort gezet en goede vruchten afleveren. De Bel gische regeering zou in geen geval iets doen, dat de ontdekking der waarheid in Ne derland in den weg zou staan. Dat Frank door den militairen veiligheid— dienst in bescherming zou zyn genomen, spreekt Min. Jaspar beslist tegen. De magi straten zouden zich aan zulke bescherming niet hebben gestoord, zoodat de rechterlijke beschikking, ook indien zij juridisch ver keerd ware, door den rechter in diens volle onafhankelijkheid werd genomen. Maar nu ga ik zelfs verder, zeide Jaspar; ik wil onderzoeken of de rechter terecht heeft geoordeeld, dat ter zake geen bedrie- I gelijke oogmerken voorhanden waren. De vervalsching was bekend bij de agenten der militaire veiligheid, zoodat Frank kon ge- looven dat wat hij deed niet strafbaar was. De beambten die van de vervalsching op de hoogte waren en toegelaten hebben dat Frank gebruik van valsche stukken maakte, hebben een fout begaan. Al had de regeering vernomen dat samenwerking tusschen haar beambten en Frank bestond, heeft de regee ring niettemin een vervolging doen instellen, omdat de eer van het land van grooter be lang is dan de belangen van den dienst en zelfs het bestaan der regeering. Vreemdelingen en Spionnage. Wat betreft de verscherping van het toe- l er van op aan, dat zyn machine van de allernieuwste constructie is. De inspecteur gaf zyn diepe teleurstel ling lucht door een hoogst on parlementai ren vloek; daarop keek hij naar het huis Ze zijn zeker allemaal weg? Neen! Ik geloof dat die kerel, die Southwell vermoord Iteeft, er nog in is zei Singleton. Shottelius heeft toegegeven dat hij het geweest is. Hy was gisteravond bij dat spoorwegongeluk, en ik denk dat hij er heel slecht aan toe is. Hij... De inspecteur luisterde reeds niet meer, holde het huis in; en met Nerica in zijn ar men, ging Dick hem na. In de kamer, waar hij Shottelius met do mannen had hooren praten toen hij met Nerica ontvluchtte, vond hij een geopende veldflesch vol Benedictine, hiervan goot hij het meisje eenige droppels van in den mond, waardoor ze weer bij kwam. Na enkele minuten zat ze reeds over eind en, niet zoodra had ze Dick gezien, of haar oogen begonnen te stralen en nog wan kelend stond ze weer op haar voeten. Lieveling! nep hij. Lieveling! en hij ving haar in zijn armen. Een daarop volgend snikken bewees hoe overspannen haar zenuwen waren, en op- Neen! Dood! gromde de inspecteur. Het is erg vervelend, want misschien had den we nog wel iets uit hem gekregen over Shottelius-Steinmetz. Toen keek hy Nerica aan. En hoe staat het met uw broer Dit huis is van hem, nietwaar! Heeft u hem gezien? Nerica schudde het hoofd. Neen! zei ze met verwonderlijke kalmte. Die vreese- lyke man wilde Tony weer in handen zien te krijgen, maar Tony wilde niet- meer met hem te maken hebben, en daarom heeft Shottelius mij vastgehouden. Ik wist niet dat Tony in zijn strikken zat. Ja, viel de inspecteur in. Dat begrijp ik wel; en misschien behoeft uw broer heelemaal niet meer ongerust te zijn, ah hij ons alles wil vertellen wat hy weet van Shottelius of van Steinmetz! Maar een ding zou ik nu toch graag van u willen weten, en dat is, wat u dien avond in Belvoir Man sions gedaan heeft, toen Southwell ver moord werd. Het meisje huiverde bij de herinnering en haar stem beefde een beetje toen ze ant woordde Ik ging er heen om meneer Southwell te waarschuwen. Tony en hy zouden elkaar gewekt zei hy: Wees rustig, liefste. Je hoeft nu ner-> gene meer bang voor te zijn. Je bent hee lemaal veilig. De politie is hier. De politie! Ze dnjkte zich vaster tegen hem aan toen ze die woorden her haalde. r En Tony, waar Wees maar niet bang. Die is ook in veiligheid hier of daar. Dte vrouw met de. donkere oogen die in het restaurant zat, je weet wel, die is bij hem; en die zal hem er wel weer bovenop helpen of ik moet me wel erg vergissen. Ze heeft mij los ge maakt want ze hadden me vastgebonden en ze heeft me de sleutel van jouw kamer ge geven. Ze houdt van Tony. Dat heeft ze me verteld. Ze is heel vriendelijk voor me ge weest. Laat Tony dan maar by haar blijven. Noem zyn naam niet, en als ze je wat vra gen is het in Tony’s belang het beste dat je maar net doet of je niets weet. Be grijp je? Ja, fluisterde zy, toen zy iemand op de trap hoorde aankomen. Lavers trad bin nen. Zijnpietere oogen keken verdrietig. Weg? riep Singleton. De oud-minister Vandervelde, die daarna het woord voerde, erkende, dat de regeering te goeder trouw had gehandeld toen zij Frank liet aanhouden. Desniettemin ver baasde het iedereen, dat de falsaris (lade- i lijk weer in vryheid werd gesteld. Frgnk heeft nochtans een misdaad bedreven gestraft had moet worden. Toch houdt Van dervelde zich overtuigd, dat de rechters in volle onafhankelijkheid hebben beslist en dat de chef van den Generalen Staf niet be kend was met het bestaan van het vervalsch- te stuk. Gaarne vernam hij echter of Frank inderdaad tegen een maandelijksch salaris van K00 francs in dienst van den Militairen Veiligheidsdienst stond. De Brocqueville ontkende dit. Vandervelde vroeg ook of Frank connec ties had met het nationalistisch dagblad, dat hem den raad gaf zich tot den Militai ren Veiligheidsdienst te wenden. Hij vraagt zich af, welk oogmerk Frank heeft gehad toen hij het valsche stuk in handen heeft gespeeld van een activist, die gemeend heeft nu een prachtige gelegenheid te hebben ge vonden om de Belgische regeering in discr< - diet te brengen en zoo naïef is geweest hot document aan een NederlftmLch dagblad ter publicatie te overhandigen. Het antwoord blijft spreker echter schuldig. Ook Jaspas zvvygt, doch ten besluite wenscht Vandervelde hem er gt-luk mee, dat er sancties ten aanzien van de schuldig-* ambtenaren zyn genomen) Anders zou de regeering in staat van beschuldiging gesteld moeten worden .terwijl thans het incident als gesloten mag worden beschouwd. Een verweerschrift van Ward Her mans. S De „N.R.Ct.” vanW'ard Hermans, die in den breede eenigbsjgunten behandelt, welke reeds vroe' ger te beFde zijn gebracht. Omtrent de verhouding van Frank Heine tot den overleden generaal Mahieu vinden wij in Hermans’ verweerschrift het vol gende Ward Hermans vertelt dat Frank Heine zeide het document van generaal Mahieu voor enkele dagen ter inzage te hebben ge kregen voor het boek, dat hij wilde schrij ven. „Al de belangrijke documenten fdaarin vervat hield hij voor uiteenzettingen van hoogere militairen. Op de vraag aan F. II. om my het document te laten copieeren ter publicatie, lachte hy me cynisch in t gelaat en vertelde mij, dat hy het expresse naar Duitschland zond. Ik keek verbluft op. Ver deren uitleg verschafte hy toen niet. Van dat oogenblik af meen de ik definitief af te breken met hem, om dat ik vervuld werd van weerzien voor hem, overtuigd zijnde, dat hij hier het vertrou wen van zijn vriend generaal Mahieu, op schandelijke wijze misbruikte. Doch de ge dachte aan het groote eindelooze belang van dit document, voor Vlaanderen, voor Nederland, en ja, voor dat deel der niensch- heid dat in de eerstkomende tijden onder dit koelbloedig militairi^kisch opzet zou te lijden hebben en te gronde gaan, deed mij De overige documenten, die F. H. be weerde meegebracht te hebben van by zyn bezoek ten huize van den afgestorven ge neraal, beweerde hij weggenomen te heb ben, op het oogenblik dat twee officieren, waaronder ten minste een hooger officier, dien hij me noemde, bezig waren aan het schiften der documenten ten huize van hun voormaligen bevelhebber. Frank Heine had een reuzen hoeveelheid documenten ontvreemd, waaronder enkel twee belang hadden voor onze doeleinden. Zyn rijke voorraad hield van alles in, tal van technische militaire stukken, tot zelf^ ge brui ks-aanwy zingen van gemoderniseerde wapens, en meer dergelijke. Ja zelfs stukken over de gewone bewa pening en alles wat een soldaat met zich zou te dragen hebben by een veldtocht, als. verbetering of verlichting voor .ie heweeg lykheid van den infanterist, bevonden zich onder deze documenten. En het was Frank Heine zoo duidelijk, dat het my, noch mijne vrienden om spionnage te doen was, dat hy me niet eens deze stukken te koop aanboo-l. De beide andere daarentegen wel. „Het eene document gaf een variante van den aanval op Hollandsch Limburg, lo- caliseerde en concentreerde dien aanval meer rond Maastricht, daar men deze stad niet onveroverd begeerde in den rug te hou den bij een voorwaartsche beweging der franco-Belgische troepen. Deze variant- was het gevolg van de opmerkingen der g'> raadpleegde generaals en een gevolg van de 'onzekerheid omtrent de Britsche deelne ming, waarvan in document III gezegd werd dat zij onzeker bleef, gezien de technische uccopnlen niet geratificeerd waren door de Brit.-che legeering, en de Britsche woord voerder van dezeSijde voor de tweede maal raeds, sedert de onderhandelingen begonnen waren, om uitstel van die ratificatie had verzocht, tot namelyk in 1930. „Tal van bijzonderheden, die in dit docu ment voorkiwamen, gaven mij de overtui ging, dat onder de tegenstanders der schen ding- van Hollandsch Limburg, ook generaal Mathieu behoorde. De heer Ward Hermans werpt ver vaa zich, dat hij, zooals Frank Heine beweerd heeft, in betrekking .-tond tot Heine's tpion- nage voor Duitschland en komt voorts tot een bijkomstige vraag, die z.i. toch noodie is tot meer opheldering van de gansche zaak. „Heeft Frank Heine, reeds by den aan vang der onderhandelingen over de docu menten, het inzicht gehad, alles te verklik ken en het spel van minister Jaspar te spe len, waartegen hij me weken vroeger waarschuwd had De ensceneering van de aanhouding van Frank Heine noemt hij grof in mekaar ge- Geen Utrechtsche maar een Bru-- selsthe falsificatie. Na Vandervelde, lie dus no,g eischte dat het volle licht over de falsificatie zou wor den gebracht, kwam de frontist Vos aan het woord die zeide, dat het verkeerd was, vun een Utrechtsche falsificatie te spreken, daar het toch een Bimsselsche falsificatie geldt. In die falsificatie hebben Belgische ambte naren de hand gehad en wie maar eenig be sef heeft van jdie zaken, erkent dat Frank Heine niets dan een agent provocateur is geweest. Nadat nog verschillende sprekers het woord hadden gevoerd werden een tweetal moties ingediend waarover heden zal wor den gestemd. De eerste motie ingediend door de soc.- democraten luidt aldus De kamer acte nemend van de verklarin gen van de regeering en van haar beslui ten de noodige sanctiemaatregelen te tref fen, gaat over tot de agenda. De tweede motie ingediend door den li beralen oud-minister Neujean »*n den ka tholieken minister van staat Vandervijveie, luidde: De kamer acte nemend van ie verklarin gen van de regeering gaat over tot de agenda. zicht op de vreemdelingen kon het parle ment gerust zyn, het asylrecht zal niet wor den gekrenkt. Wat de spionnagewet aangaat werd het oordeel van de proCUteurs-generaal ge vraagd. Het doel der regeering is te beletten dat l wordt betrokken, laar plicht gedaan. dien weerzin verbergen. Het treffende toeval wilde nu, dut gene raal Mahieu, die geruimen tyd reeds lij- dat het djocu- wat al de vrienden, bij dit geval betrokken, erg Ver ontruste, omdat men de ergste dipgen vreesde. Bij een hernieuwd bezoek, korten tijd na dien, toonde F. H. mij een rouwkaart je van mevr, weduwe Mahieu, waarin <ij F. H. als den trouwen warmen vriend van haar man bedankte om zijn rouwbetuigingen; meteen liet zy hem weten dat haar gemaal nog een aantal papieren voor hem. F. H. nagelaten had. Het kaartje was in *het Fransch ge steld. Later bleken die papieren de „Memoires" te zyn van den generaal, waarin, volgens het zeggen van F. H., een getuigenis van generaal Mahieu voorkwam over de be schieting van een manifestatie der Vlaam- sche frontsoldaten in 1917 te Pollinchov, en waarvoor generaal Mahieu de verant woordelijkheid loochent en ze legt op gene raal Bernheim. De waarheid van dit laatste heb ik niet kunnen controleeren, maar wel ke papieren mocht generaal Mahieu aan F. H. anders wel nagelaten hebben? In de Befciche Kamer kwam gisteren aan de orde de behandeling van de interpellatie van de soc.-democratische Kamerleden Mathieu en Soudan over de Utrechtsche do cumenten en de sanctiemaatregelen, welke naar aanleiding daarvan door de regeering werden of zijn genomen. Voor deze Kamerzitting was, zooaLs be grijpelijk, meer dan gewone belangselling. De socialist Mathieu \oerde het eerst het woord. Hij betoogde, dat de vervalsching van het stuk een binnenlandsche aangele genheid was en dat hy dus recht had inlich tingen van de regeering te vragen. Hij wenschte te vernemen, welke medewerking de militaire veiligheid tot de venaardiging van het valscüie stuk had verleend en inzon derheid of het waar was, dat de chef van den militairen Staf het stuk had geamen deerd en verbeterd. Verder wees spr. op de ongeloofelijke stilzwijgendheid van de mili taire veiligheid tusschen den dag van de publicatie van het -»tuk in het „U. D." en den dag, waarop Frank Heine werd gear resteerd. Hij begreep niet, dat Hymans, de Minister van Buitenlandse he Zaken Van dervelde en Van Cauwelaert hebben kunnen ■•preken zooals zij gedaan hebben, zonder dat de militaire veiligheid, die van het val sche stuk kennis had, de regeering op de hoogte van den toestand heeft gebracht, maar steeds bleef zwijgen. Spr. vroeg, of men hoopte, dat Frank Heine ook zou heb ben gezwegen. Ten derde zeide spr. niet te begrijpen, dat de militaire veiligheid, die wist dat sedert lang te Mühlheim een Duit- sche spionnagedienst bestond, de Belgische regeering, die te Locarno en Genève ver tegenwoordigd is, daarvan niet op de hoog te heeft gesteld. Mathieu verbaasde er zioh tenslotte over, dat de regeering niet heeft gewenscht den Generalen Staf te vragen naar den oor sprong van het document en ook niet heeft gewenscht iets te vernemen over den spion agedienst te Mühlheim. Hy vroeg zfch af, of deze dienst niet moest dienen als schrik beeld ten dienste van de militaire politiek 'an De Brocqueville, die steeds met Duit- .-che gevaren schermt in het belang van de uitbreiding der leger-organisatie. Het sriiynt wel, zeide spr., dat de veiligheids dienst ook heeft getracht na te gaan, wat de activisten in het .-.child voerden en hy vroeg zich af, wat de militaire autoriteiten niet deze binnenlandsche quaestie te maken hkdden, een (juaestie, die eerder het parket aangaat. Tot slot vroeg spr., welke sancties en wel ke hervormingen nu in het uitzicht gesteld worden. Hij hoopte dat die hervormingen grondig zullen zijn en ook, dat de aange- kondigde verscherping van het toezicht op de vreemdelingen achterwege zal blijven, want met de Utrechtsche publicatie hebben de vreemdelingen toch niets te maken ge had. Frank en Hermans zijn Belgen, en vooral op de Belgen zal inzake de spionnage toezicht moeten worden gehouden. Vóór een verscherping van de wet op de spionnage verklaarde zich eindelijk spr., mits die wet echter niet een wet wordt tegen de vrijheid »-an nieening. Wat thans een vryheid is, wekt in het land ergernis en liever z.ou hij daarom zien, in plaats dat by een rechterlijk stuk ver-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1929 | | pagina 1