Onroerende Goederen:
Vrij Huis met Tuin.
DORLAS'
KOFFIE
DE GOCDSCHG FRUITIIANIIRl
Thalia Garage verhuurt:
De eenige Kneedmachine
i
I Voor Lips' Brandkasten en Slotenfabriek 1
I IS DE AGENT P. BOND Pz.. GOÏÏSA g
PMchen in oudheid en
middeleeuwen.
opdeed'
Ons Pluimvee.
iotaris J. van Kranenburg
Onroerende Goederen
Notaris J. van Krananburg
PAKHUIS
mst BOVENWONING
WOONHUIS
ZES WOONHUIZEN
WOONHUIS
WOONHUIS
Roomboln*
P. G. Teekens, Gouwe 55
Adverteert in dit Blad.
„De Joodsche Invalide" is totaal uitverkocht
GROOTE GOUDSOHE VERLOTING
SO VETTK VARKENS
Kleiweg IOI - Tel. 45
zes minuten
A. DORTWEGT
om met Ptechen een groot vlammend vuur
aan te steken. Dit vuur moet het bew(js le
veren, dat de lente de overwinning heeft be
haald op sneeuw en koude. Dergelijke
Pa&schvuren branden voornamelijk in de
streek tu*schen Achersleben. Hakberstadt
en Goslar, in het dchaakspelerstlorp Stro-
beek, te Langela, Waaserleben, EiChstelde,
in den Zuidelijken Harz (te Ilfeld) en in en
kele deel en van den Middenharz. Gewoonlijk
wordt het vuur ontstoken aan den avond van
den eersten Paaschdag, na het invallen van
de duisternis, maar te Elbengerode, Rothe-
hütte en in Rübeland wordt reeds den Zater
dag voor Paschen door de jeugd een brand
stapel opgericht. Elk gefcin>moet een -tuk
hout voor het vuur leveren. Overmoedige
jongelieden springen dan door het vuur.
Verliefde paartjes wagen samen de sprong.
In sommige dorpen maakt men ook fakkels
van in den oven georoogd beukenhout. Deze
fakkels zwaait jnen aan het vuur boven het
hoofd. Hier en daar worden ook brahdende
teertonnen van de hellingen afgerold ol
stroopoppen, die den winter en den dood be-
teekenen, in brand gestoken.
Zelfa in onzen tijd, waarin de poëzie in
bet leven en in de natuur' waarlijk niet
voor allen de hoofdschotel ia, en het nuch
tere verstand zoo vaak den' boventoon
voert, kan niemand zich onttrekken aan de
bekoring, die van het Paaschfeest uitgaat,
aan de stemming bü het begin der lente.
Paschen, het lentefeest dor oude Germanen,
is een feest der overwinning en der verlos
sing. Zegevierend gaat de Paaschzon op
over de aarde, die gedurende drie manden
doodsch en verstijfd gelegen heeft, zp kust
de schyndoode wakker, verlost haar uit de
boeien van den winter en wekt haar tot
nieuw leven, zooals het oude sprookje van
Doornroosje het zoo aardig voorstelt
Is het wonder, dat in de Middeleeuwen,
toen de Germanen nog zooveel dich'er by
de natuur stónden en zooveel vreemder wa
ren van het kunstmatig loven onzer eeuw,
er geen feest was, dat met meer innigheid,
met meer vreugde, ook'met meer luiuruch-
tighëid werd gevierd dan het Paaschfeest,
het feest der wedergeboorte voor allen, voor
Christenen en voor Joden, zooals het, ais
lentefeest, geweest was voor de heidenen?
Wat de heidenen en vanouds de,Israëlieten
gevierd hadden als natuurfeest, was onder
veranderde omstandigheden overgegaan op
de Christenen en na honderden jaren zal, ai
zyn dan ook de beschouwingen weer ge
heel anders geworden, van dot oude feest
der herleving in het voorjaar, nog genoeg
zijn overgebleven om het heidensch-Ger-
maansche lentefeest er in te herkennen.
In het krakende y's, de smeltende sneeuw,
de Maartsche vlagen en den huilenden storm
die de sarde wakker schudden, zag de Ger
maan de ijzeren vuist van Thor of Donor,
Diens zytfer was de liefelijke Óktara, die
waakte over vrouwen en meisjes en aan
wie het Ostara-feest gewijd was. Hoe diep
die vereering van Ostnra, de altüd-jeugdige
schoone, geworteld was, blykt o.a. hieruit,
dat het de kerk nooit gelukt is om het Duit-
sche „Ostern" en het EngeWche „Easter"
door het oud-testamentische Paschen te
doen vervangen.
In den t«d van het Ostara-feest schitter
den op alle bergen en hoogten de vreugde
vuren, die onderhouden wenlen met takken
van den heiligen boom van Thor, den eik.
De evenzeer aan Thor gewijde bokken wer
den met jeugdig groen bekranst rondgevoerd
en daarna geofferd.
Zooals het geheele Paaschfeest aan dat
oud-heidensche lentefeest herinnerde, was
het gemakkelijk overeenstemming te vinden
tusschen de Ostarabokken en het Joodseh-
Christeljjke Paaschlam. Aan Ostara was
ook gewijd de blanke berk met zijn teere
twygen, zyn zacht groen, zyn witten bast,
het beeld der vrouwelijke onschuld. In ouden
tijd werd in de dagen van het lentefeest de
woning met berkenrijs versierd en eerst
veel later is de berk onder den invloed
Htt Raadsel.
Wy zaten, op een heerlyken zomeravond,
te genieten op ons balconnetje. De zon
stond laag, en er kwam na den warmen
dag een zacht koeltje aangezweefd, dat ons
verkwikte. We hadden gasten, en we vorm
den een gezellig kringetje van acht perso
nen. Alleen m'n vriend Herman zat niet.
Hy liep maar heen en weer door de kamer,
z'n sigaartje te rooken. Soms kuierde hy
den gang door, het tuintje in.'
Er werd druk gepraat.
Kjjk eens zei ik alles zit buiten.
Zie eens aan den overkant, alle balcons zijn
bezet.
Ja, aan de overzyde van de laan waar ik
woon, zaten heele families, heele volksstam
men op de balconnetjes, genietend van het
zalige avondweer.
Niemand blyft binpen! ging ik voort
ze willen allemaal een hap friss< he lucht
En toch... en toch...
Ik tipte de ascn van m'n sigaar.
Wat en toch? vroeg Marie m'n vrouws
zuster. Zit je weer te wijsgeeren?
En toch... zei ik ia het een klein
kunstje om door middel van hypnosia ver-
andia die menschen van het balcon éf te
krygen.
Ik zei het zoo ernstig, dat ze me alle
maal aankeken.
Zelfs Herman luisterde.
i -JatJ\dat nou weer voor I»nnekoe-
kenphihsofie vroeg hy.
Ik bedoel, dat er een soort hypnotisme
bestaat, hetwelk op grooten afstand uitge
oefend kan worden. Ik zie kans, om van
hier uit telkens iemand aan de overzyde te
dwingen, om op te staan.
AUen lachten. De afstand tot den over
kant van de stitoat was ongeveer 20 meter.
DE ROOS EN DE MAAN.
Men zegt, dat een goed huwelyk
Exceptie en een bof is
Dat vijf-en-negenug procent
Niets dan een reuze-sof is.
Vol rozengeur en maneschijn
Zegt men, dat het begin is,
En dat er dan wil overal
üewin naast Heel gemin is.
Net huwelijk is een groote kunst,
Die nergens gedoceerd wordt,
Maar die je leeren moet terwijl
Het wittebrood verteerd wordt.
Soms gaan aan 't eind %van l eerste jaar
De rozen aan 't verleppen;
De man gaat weer eens naar ae soos,
De vrouw wordt dol op steppen.
't Lijkt of de geur, die er nog nungt,
Niet meer op volle kracht is;
Er zit een luchtje bij, dat soms
Wat min of meer verdacht is.
De maan was helder aan 't oegui,
Maar gaat allengs aan 't kwijnen}
Je ziet zoo successievelijk
Haar gouden glans verdwynen.
Van roos en geur en maan tn ^cinjn
lij ft dan de schijn nog over;
Het resultaat van al dat schoons
Is waarlijk triest en poover.
Zelfs van den schijn blyft op den duur
Niet veel meer dan een schyntje,
En dat te redden wordt een kunJ,
Als kunst voorwaar geen kleintje
Komedianten by de vleet
In 's huwelijks comedie;
Men speelt er met een blij gezicht
De droevigste tragedie
En altijd bloeit de roos opnieuw,
En schijnt de maan zoo heerlijk;
De geur en schijn verleiden steeds,
En blijven steeds.begeerlijk.
van het Christendom met het Pinksterfeest
in verband gebracht.
Het heilige dier van Ostara was de ha*»;
en haar lievelingsoffer het ei. Haas en ei
golden als zinnebeelden der vruchtbaar!» id,
dfe het voorjaar in de natuur bracht; de
haas en het ei zyn nog altyd, al is 't van
chocolade of suiker, de paaschgeschenken
voor de jeugd.
Was het Osturafee.it een vroolyk feest
geweest, waar allerlei potsen vertoond wer
den, het Paaschfeest der middeleeuwen liet
het komische element niet los. En waar hei
geen pas gaf den duivel een officieeh? plaats
te geven in voorstelling of PaasChoptocht,
daar nam de nar of hansworst zijn plaats in,
om de toeschouwers vroolyk te stemmen en
te zorgen, dat het kerkelyk tooneelspel het
publiek niet „te zwaar" weird.
t Ging daarfjy wel eens wat al te on- I
gegeneerd toe en de bisschoppen en pausen
moesten nu en dan tusschenbeide komen.
Waar 't volk echter aan zoo iets hangt,
laat het zich dat niet ontnemen. Kon het
in de kerk niet behouden, wat het sedert
den tyd van 't heidendom gehad had, dan
zocht het dat daarbuiten en vond vergoe
ding hy de Paasch-jaarmarkten en kermis
sen, die nog hier en daar bestaaih Te Frank
fort a. M. werd in 1443 de eerste olifant
vertoond by zulk een voorjaar*- of Paasch-
jaarmarkt.
Op het platteland, waar de rondreizende
goochelaars en tooneelspelers geen publiek
trokken, deed men het met marionetten
theaters af en het oorspronkelijk spel van
„Dr. Faust en de duivel", dat de grondslag
was voor Goethe's Faust, herinnert daar
aan zoozeer, dat ook de Faustgeschiedenis
met Paschen begint.
Om toch eenigszins in de lyn te blyven,
vertelden de geestelijken in de namiddag-
Kodsdienstoefeningen allerlei vroolyke ge
schiedenis, waarin steeds de duivel een
groote, maar niet benijdenswaardige rol
speelde en Ul van verhalen, die nog hier en
daar onder het volk voortleven, danken
uaaraan hun oorsprong. Nog voor tweehon
derd jaar bestond dit gdbruik op sommige
plaatsen van Noord-Duitschland. In de mid
deleeuwen namen zelfs domheeren en abten
_deei aan de feestvreugde buiten de kerk,
Herman gierde het uit.
Ik zal niets roepen zei ik ik zal
niets doen, ik zal alleen maar sterk kyken,
op de manier, zoöals dat in de boeken over
hypnosia veréndid is voorgeschreven. Wed
den?
Ze deden het.
Er werd gewed om sigaren, om choco
lade, om een nieuwe das, om een pond jan
hagel en om heel wat meer.
Ik begin met het balcon van de fami
lie Verbeek zei ik Maar jullie houden
Je mond terwtfl ik k(jk.
'k doe niet mee aan die flauwigheid!
zei Herman en ging weer (jsberen.
Met ernstigen, diepen blik keek ik naar
het balcon-Verbeek.
Allen zwegen.
Na een halve minuut stond er iemand van
dat balcon op en ging naar binnen.
Ik triomfeerde.
Dat is een afspraak! zei m'n tante
Bertha. Ook een kunst 1
O zool zei Herman, die weer naderbij
was gekomen.
Dat zou flauw zyn! antwoordde ik. En
bovendien: U moogt zelf zeggen welk bal
con nu aan de beurt moet komen.
Dat vonden ze goed.
Tante Bertha wees het verste balcon aan
dat te zien was.
Dat is de familie Van Hattem, zei
m'n vrouw.
Ik keek strak.
Binnen een paar minuten stond er iemand
op en ging naar binnen.
Ieder zat perplex.
We probeerden het met alle andere bal
connetjes en telkens, op één keer na, ife-
lukte het. Geregeld stond ar iemand op, om
naar binnen te gaan, en, na eenigen rijd
terug t» komen. Merman, die reiaede er on
waar zy kegelden of zooak het toen in
Duitschland heette: „Brett und Bali" speel
den.
Hoezeer het Paaschfeest of Ostarafeest
(Ostern) in eere was, blykt ook uit het feit,
dat tal van plaatsen er naar genoemd zyn:
Osterbach, Osterbeck, Osterborn, Osterau.
Het is wel opmerkelijk, dat hierin steeds
Ostern verbonden wordt met een woord,
dat op „water" doelt. Verklaarbaar is dat
echter, als men bedenkt, dat in het lente
feest ook de reiniging een onmisbaar ele
ment was: mensch en vee baaude zich, la
ter in min of meer gewyde wateren, om aan
den invloed van den duivel te ontkomen. En
vaa dat reinigingsproces is zeer waamh(jn-
lyk de gewoonte, om met Paschen in
't nieuw Paasch bestte verschynen, een
overbiyfsel.
De boschanemoon, ook hier bekend, was
de Paaschbloem bij uitnemendheid; men at
er het eerste groen van op, om voor ziekte
bewaard te blyven. ziekten toch werden ook
aan den invloed van zijn zwart- majesteit
toegeschreven.
Is het wonder, dat waar het lentefeest met
zooveel opgewektheid gevierd werd, -Ie her
innering bleef voortleven tot in den tegen-
woordigen tyd. De hazen en de eieren pry-
ken voor onze winkels en verhuizen in de
handen der kinderen; met Paschen trekt al
les uit; de Paaschwei i.s hier en daar nog de
verzamelplaats voor jong en oud; de IVasch
vuren branden nog aan de oostelyke gren
zen en ook w(j hebben niets liever dan een
vroolyk, helder Paaschfeest.
Zoo zy hetl
Internationale regeling van
den werktijd.
Zooals bekend, werd op de International
Arbeidscoöferentie van Washington in 191.)
een ontwerp-Verdrag aangenomen tot inter
nationale regeling van den werktijd. Dit
ontwerp-Verdrag hield in, dat de Staten,
welke het zouden bekrachtigen, een wette
lijke regeling van den werktyd op de basis
van maximum 48 uur per week zouden in
voeren. Het bleek echter al spoedig, dat
deze bekrachtiging oor de meeste Staten I
op onoverkomenlyke bezwaren stuitte, zoo-4
dat than^dan ook slechts enkele en dan nog' I
wel industrieel weinig beteekenende landen I
dit verdrag hebben geteekend. De groote
moeilykheid blykt niet zoo zeer te liggen in
het principe, dat in het Verdrag was vastge
legd, doch veel meer in de uitwerking, die
daaraan voor verschillende bijzondere aan
gelegenheden was gegeven.
Teneinde de moeilijkheden zoo mogelijk
op te heffen, vond in 1926 een bijeenkomst
plaats tusschen Ministers van Arbeid vim
Engeland, Duitschland, Frankryk en België,
waarin de bezwaren werden besproken en
men in zekeren zin tot een accoord kwam.
Het spreekt echter van zelf, dat een dooi
de Int. Arbeidsoonferentie aangenomen Ver
drag zoo maar niet gewijzigd op een be- I
paaide manier uitgelegd kan worden door I
enkele daarbij belanghebbende leden, en en I
dat dus het Verdrag zelf bleef, zooals het
was. Daarmede waren de bezwaren van En
geland dan ook niet opgeheven, zoodat En
geland de onderteekening van het Verdrag
bleef weigeren, en aangezien verschillende
andere landen hun onderteekening afhanke- j
lijk hadden gesteld van de Enigelsche, schoot
de onderteekening weinig op. In verband
daarmede werden dan ook herhaalde stem- I
men vernomen om tot een wijziging van het
Verdrag over te gaan. Een en ander is thans
uitvoerig besproken in de vergadering van
dn Baad van Beheer van het Int. Arbeids
bureau aan de hand van wijzigingsvoorstel
len, die door Engeland waren ingediend.
Deze bespreking is echter een volkomen
mislukking geworden. Behalve de regeerin
gen van Engeland, Britsch-Indië en Zweden,
verschillig oVer-te zyn, liep telkens te ys-
beeren door de kamer, maar kon toch' tel
kens ,zyn belangstelling niet bedwingen en
kwam kijken. Toen ik eindelyk het balcon
netje, waarmee de proef mislukt was, nóg
eens „nam", ging het ook dóór. Ik had over
de heele linie gezegevierd. Ik was er zelfs
in geslaagd, om bepaalde personen te doen
opstaan en naar binnen te doen gaan. B.v.
mynheer Van der Drift en het oudste meis
je Kareisen. -«
Triomfantelijk, gelijk De Ruyter na een
gewonnen zeeslag, keek ik rond. En allen
geloofden in m'n hypnotische kracht. Ik
won de weddenschappen: de sigaren, de
chocolade, de janhagel.de das, en zelfs'een
paar pantoffels.
Maar oom! zei een allerliefst nicht
je van me- nu moet u eens eeriyk op
biechten. Wat zit er nu eigenlyk achter?
Want het is natuuriyk poespas!
Tilly zei ik ernstig je weet niet
wat je zegt, kind. Ga naar huis en naar bed
mplaats van met zulke dingen te spotten.
Het is Hypnosia Verandia.
Ze lachte me verbaasd uit.
Larie, oompje. Zeg u eens eerlijk: wat
zit er achter?
Vraag aan de lezers. Wat zat er ach
ter vroeg het nichtje. Laten onze lezers er
ook eens over denken. Wedden dat niemand
het raden kan?
De volgende week zullen we het antwoord
geven.
HET GEHEIM
Mevrouw snapte d'r nou letterlyk niets
van, en eindelyk nam ze het beleende kloeke
bealuit van: haring of kuit.
Wat er waa
J£yk movroaw was #vor Mina, d'r j
en de werkgevers, waren alle andere regoe-
ringen en de arbeiders tegen wyzigine-, zoo
dat de voorsteilen daartoe werden verwor
pen. Daarna werden ook de voorstellen an
de Poolsche en de Engelsche regeering om
de Engelsche wijzigingsvoorstellen naar een
commissie te zenden, die een en ander ver
der zou betudeeren, zoodat later de discus
sie hervat zouden worden, eveneens, zii het
dan ook met een zeer geringe meerderheid,
verworpen. Zoo blijft dus de zaak, zooals zij
vas, en vindt geen herziening van bet Ver
drag plaats, zoodat de bezwaren tegen het
Verdrag dus ook in geenen deele uit den
weg zyn geruimd.
Dit is zeer zeker te betreuren, omdat het
daardoor voor tal van regeeringen, o.a. ook
de Nederlandsche, onmogelijk blijft het Ver
drag, waartegen sfj in principe geen bezwa
ren hebben, te teekenen. Men had toch zeer
zeker veel wijzer gedaan, wanneer men, re
kening houdende met de toch voor verschil
lende regeeringen gebleken moeilijkheden,
enkele wijzigingen had aangebracht. Het
principe van een 8-urigen werkdag zou dan
toch niet aangetast zyn geworden, slechts
was de toepassing iets soepeler geworden en
zou men met byaondére omstandigheden
hebben kunnen rekening houden. Ook v<-or
de|internationa'e sociale wetgeving in het
ulgemeen zou dit, aangezien dit Verdrag
over den 8-urendag wel het belangryk«te is,
dat in den loop dpr jaren is aangenomen, ze
ker vhn beteekenis zijn geweest. j
Eerste en Tweede.
In „De Notenkraker" van 15 Februari j.l.
vestigde de medewerker Pen-Arie (achter
welk pseudoniem zich een socialistisch Ka
merlid verbergt) de aandacht op het feit,
dat de afdeeling Beverwyk van de S.D.A.P.
had gepleit voor de oprichting, van staats
wege, van „tehuizen voor oudpn van dagen"
endat de afdeelingNoorddyk de afschaffing
der Eerste Kamer voorstelde. Welnu
zegt de geachte heer Pen-Arie „ik voel
eenige neiging hierby op te merken: wordt
op die manier niet door den een (Noord-
V, afSebr°ken, wat de ander (Beverwijk)
wil opbouwen? Doch dit zou een zeer on
gepaste vraag wezen".
Welnu:
op deze woorden van zyn partijgenoot
heeft het lid der Eerste Kamer Henri Polak
vlam gevat. Hy schryft in „Het Volk":
„Niet zoozeer ongepast, als wel noodlot
tig voor 's schryvers bedoeling. Want zoo
heel veel ouder dan de leden der Tweede
Kamer zyn die van de Eerste niet. Ik heb
het namelijk uitgerekend en toen bleek,
dat de leden van de Tweede Kamer gemid
deld ongeveer 54^, die van de Eerste ge
middeld circa 59% jaar oud zyn. Een ver-
schrikkeiyk verschil is dat nu toch niet.
Het ïsuwel aardig, doch niet juist, het voor
stellen, alsof de leden van de Tweede
Kamer nog in hun prille jeugd verkoerende
mannetjesputters, en die van de Eerste af
geleefde en half-idiote grysaards zyn. En
ware het niet, dat de Eerste Kamer drie of
vier werkelijk oude heeren bevatte, dan
zouden de beide gemiddelden vrijwel gelijk
luidend wezen.
Als men de Eerste Kamer wil afschaffen,
is het mij goed. Ik ben waarlijk geen voor
stander van deze instelling. Maar de be
kende, even afgezaagde als met de waar
heid in stryd zijnde moppigheden, zyn ter
bereiking van dit doel weinig dienstig en
behooren nu maar eens opgeborgen te wor
den.
Ettelijke jaren geleden zaten eenige Eer
ste Kamerleden, ik onder hen, in de koffie
kamer bijeen (natuurlijk vóór, niet tijdens,
de vergadering) en het gesprek kwam op
de afgesleten gyntjes, van de zooeven be
handelde soort. Er werd toen óók gerekend
en het bleek, dat de gemiddelde lceftyden
van Eerste en Tweede Kamerleden destijds
slechts ruim 8 jaar verschilden. En toen een
der heeren opmerkte, dat men de Eerste
Kamer niet alleen het oude hoeren-, doch
ook wel het pelsjassen-college noemde, ging
men kyken hoevele van iie kledingstukken
zich in de vestiaire bevonden. Er bleek één
bontjas te hangen en die behoorde aan
Van Kol! Waaruit alweer blijkt, dat men
nooit te voorzichtig kan zyn."
nieuwe meid, heel goed te spreken en daar
om had ze Mina verlof gegeven, om d'r blou
ses en d r kraagjes in haar nnBvrouw's
wasch te doen. Als de fjjne wasco gehaald
werd, mochten Mina (Pr btousjes mee; ze
kwamen schitterend terug en Mina behoefde
a r geen cent voor te betalen. Maar nu van
den zomer was er een week, en toen telde
mevrouw d'r fyne wasch niet minder dan
elf (zegge en herzegget telle en hertelle:
elf) lichte blouses. En toen zy aan 't onder
zoeken ging, bleek dat er twee (2) by wa
ren van de dochter maar zeven (7) van
Mina, de meid.
Mevrouw stond paf. Maar ze zei niets. Ze
veronderstelde, dat Mdna met het mooie
weer maar eens heel haar lichte garderobe
liet waaschen om wat voorraad te hebben.
Veertien dagen later echter, toen mevrouw
weer de fijne wasch nazag, telde ze 16 lich
te blouses, als volgt verdeeld:
Mevrouw drie (8)
•;(uze drie (3)
Mma de meid negen (9)
Totaa! vijftien (15)
Mevrouw .stond nog paffer dan paf. Wat
moest ze doen Een aanmerking maken Ze
was doodsbang, dat Mina ontslag zou ne-
men; je moest tegenwoordig oppassen.
Maar de blouses werden nachtmerries. Me
vrouw begreep er nou letterlyk niets van,
wan"V' ook de volgende keeren bleef het aan
tal zoo hoog. Mina had steeds veel meer
lichte blouses in de wasch dan mevrouw en
Suze samerr. 't Kostte heel wat geld, maar
bovendien: wat een zonde! Toch moest me
vrouw toestemmen, dat er reden voor be
stond, want de blouses van Mina imgeii alle
inderdaad vuil. Op een dag werd hét te erg.
Toen sloeg Mina het record. Met niet min
der dan 17 schoone blouses in tweo weken.
Mevrouw festoet. Haring kuit.
Precies zegt de héér Hans in zUÏT^f
mentsfilm in de Vryheid. e"
De ervaring, die Henri' Polak hier v™ 1
v '1 T 2egt de lu!er H»»s in d.
..j van allereerste FitoZ
gewtid aan de deftige namen, die i„
tijd door de leden der Tweede Kamer
Jten gedragen: twee- en drie- en »fer-£
bele namen. Daarin is de klad gekomen
Maar a» kwam ook de klad in g,T
derobe. De democratie bracht de „,„t "j
de pelsjassen en in de kleedkamer „wam™
han^TW°"e winter'iassen en „demi's"
En 200 heb ik vroeger al een.
moment beschreven, toen er in de mre
robe der Kamer 's winters nog -ichts
pelsjas hing en tenslotte slechts één Kam»
lid per eigen auto naar 't Binnenhof kwam'
De auto was van den heer Henri ter HaU
de pels was van den heer Jan Duye h";
was dtt wol-de er b(j gevoegd 2
Ilchtelyk-deraocratische pels, een kórte
pelsjekker, maar dan toch: ,en ieis 'dit
gevoerd, méér dan kapitalistisch, echt e,„
pels voor een proletariër, die in het berd
is van pensioenen, verlofs-tractementeè
schadeloosstellingen als Kamerlid, presen
tie-gelden en wat dies meer zjj
Waaruit men riet', dat deze ervaring v,„. k
scMpk klopt met die van Henri Polak
hü heeft nog meer gelijk. De tijd is v»n,
b«, dat men onzen Senaat een college van
grijsaards kan noemen. De jeugd is er in
doorgedrongen, de meer en minder-demo-
cratieche jeugd. Over het geheel gencTl
is ci nu werkelijk geen verschil in leeftikl
meer. Dat is inderdaad wei eens anders ge
weest. Maar het is toch opmerkelijk dat
nu er wat socialisten in de Eerste Kamer
zitten, de waardeering voor dit college on
der de roode broeders is gestegen. Merkt u
wel, dat men in later jaren heel wat min-
der aanvallen op liet Hoogerhuis te hooien
krggt dan vroeger? En waarlijk, nu de
téne socialist, uit de Tweede Kamer, zich
een onschuldig grapje veroorlooft, komt de
andere, die in de Eerste Kamer zitting
heeft, en vi»gt hem den mantel uit. Als
ik nu op mijn beurt eens ondeugend wilde
ziin, zou ik kunnen zoggen, dat ook hieruit
weer de liefde van Henri Polak voor oud
natuurschoon, voor oude natuur-monumen-
ten blijkt: met oud heb ik dan het college
als zoodanig op het oog. Intusschen ben ik
overtuigd, dat ook vele grappen, die vroe
ger op en over de Eerste Kamer werden
ten beste gegeven, den goeden smaak van
Henri Polak niet hebben bevredigd.
Hoe dit zij z'n pelsjassen-argument is
volkomen juist.
Hendrik de Man heeft in z'n vermaarde w'
boek over de psychologie van het socialisme
geschreven, dat, als de arbeider tot iets
beter doen komt, tot jets meer welvaart,
hü zich dezelfde levensvreugde en levens-
vermaken verschaft en dezelfde levensge
woonten aanneemt ais de zoo felbestreden
bourgeoisie.
Inderdaad.
Dit verklaart ook het verschijnsel der
pelsjassen en galamaaltü'den onder de ver
trouwens-mannen der proletariërs.
Geeft u ze ongelijk
BELASTINGEN.
Balsem voor angstige harten.
Het vragen vari inlichtingen aan be-
la.stingschuldig«-n. Moet men per
soonlijk verschijnen?
len aanzien van onze verplichtingen als
belastingschuldigen tot het geven van in
lichtingen aan- of tot het toestaan van een
boekenonderzoek door den Fiscus, bestaat
onder het publöek nog groote verwarring.
Het mag bekend worden verondersteld, dat
de inspecteur het recht heeft aan de belas
tingplichtigen inlichtingen te vragen be
tref fene de ingediende aangifte of reclame.
Evenwel, heeft d| inspecteur ook het recht
te eischen, dat men persoonlijk ter inspectie'
verschijnt tot het geven van toelichting op
die reclame Inderdaad is dit een vraag, die
voor velen van gewicht is. Wy herinneren
Mina, zei ze, op een toon van aardbeien
met-slagroom, Mina, meid, niet dat ik er
iets van zeggen wil, maar... zou je me eens
willen verklaren hoe het komt, dat er zoo
veel blouses van je in de fyne wasch zyn?
't Is wel zomer en de tyd voor licht, maar
zóóveel, nee... Suze heeft er veel minder
dan jy. Is dat nu wel noodjg, meisje?
Mina kreeg eerst een kleur. Toen werd ze
bleek. Dan kwamen de tranen in d'r oogen
En spoedig werd het een stortregen.
Ze snikte hevig.
Mevrouw schrok, want ze dacht aan een
verschrikkeliyflc geheim. Aan fraude! Zon
Mina inderdaad blouses van anderen in ie
wasch doen Van d'r vriendinnen
De gedachte was al eens by mevrouw op
gekomen, doch ze had die niet durven uit
spreken. Maar toeh ze Mina zoo zag
schreien, begon haar booze vermoeden ze-fi
kerheid'te worden. Haar goede hart kwam
boven. Ze klopte Mina op d'r schouder en
zei:
Vertel het me maar. Ik zal het je ver
geven. Van wie zijn die blouses? Van je
vriendinnen
Mina keek op. k
Van m'n vriendinnen? riep ze. Wat.
denkt u wel van me? Ik ben geen bedrieg
ster. As je me nou...!
Maar wat is het dan vroeg mevrouw,
hoogeiyk verwonderd en uiterst nieuwsgie
rig i
Even zweeg Mina.
Dan zei ze zachtjes: Ik loop... met... een
schoorsteenveger. Ik moet iederen avond
een schoone blouse aandoen!
Mievrouw, eerst stom van verbazing,
barsste dadelrijk daarop in schaterlach uit.
Mina, zei mevrouw, laat-ie voortaan
z'n handen beter wasschen, hoort
fe ging giltofld weg.
ons, zoo schrijft een medewerker
Utrechtsch Dagblad, althans een
teur die op zyn zetel zat, als God Thor in
eigen persoon, iedere aardsche sterveling,
die voor zyn troon moest verschynen, drei
gend met gevang en boeten. Tevens weten
we nog dat menigeen iiever zyn geweten be
zwaarde door het voorwenden van ziekte of
ongesteldheid, dan te moeten verschynen
voor Zyne Toornigheid.
Gaan we daarom aan de hand van de wet
eens na hoever onze rechten en verplichtin
gen in deze gaan,, ons daarbij bepalend tot
de inkomstenbelasting.
In art. 70 der wet op de inkomstenbela;
ting wordt vermeld, dat de Inspecteur iedei
die een aangifte heeft gedaan, kan uitnoodi-
gen tot het geven van mondelin ge of
schriftelijke inlichtingen.
Bovendien zyn diè aangevers, die ver
plicht zijn boek te houden, d.z. dus koop-
lieden, bankiers, assuradeurs e.d., gehouden
aan den Inspecteur of door hem aangewezen
ambtenaren, inzage te verleenen van boe
ken of andere bescheiden, die tot staving der
aangifte of beweringen, kunnen dienen.
Hieruit vait dus af te leiden, dat niet-koop-
lieden niet gehouden z(jn inzage van hur.
boekhouding te verleenen; evenmin behoe
ven kooplieden inzage te geven van even
tueele boekhouding betreffende privéaange-
legenheden.
Men lette er echter wel op, dat deze ver
plichtingen alléén voorgeschreven zijn tot
regeling van den primitieven aanslag. Want
indien men na ontvangst van dien aanslag
hier tegen reclameert omdat men hem te
hoog vindt, dan worden de verplichtingen
ook voor niet-kooplieden uitgebreid.
Do Verplichtingen na ingediende reclame
worden opgesomd in art. 74 der wet op de
Inkomstenbelasting; o.m. wordt daar ge
zegd, ()at de reclamant ambtshalve kan wor
den opgeroepen tot het verstrekken van in
lichtingen of om de overwegingen te verne
men, die by de vaststelling van den aanslag
hebben gegolden. Alle oproepingen worden
gedaan op een termijn van tenminste 6 da
gen. De reclamant kan zich echter ook door
een gemachtigd», bijv. een accountant of ad
vocaat, doen vertegenwoordigen, doch de In
specteur kan om geldige redenen de verte
genwoordiging door een bepaalde gemach
tigde weigeren. Bovendien heeft de Inspec
teur het recht te vorderen, dat de reclamant
den gemachtigde vergezel'..
Tenslotte is iedere reclamant, dus ook een
particulier, gehouden aan den Inspecteur of
door dezen aangewezen ambtenaar inzage te
verleenen van 'hoeken of andere bescheiden,
dienende tot staving zijner beweringen.
Het spreekt vanzelf, dat de fiscus
anctie heeft gesteld op het niet voldoen aan
de in de wet genoemde verplichtingen; deze
bestaat nu hierin, dat indien de vereischte
aangifte niet is gedaan of wanneer niet vol
ledig voldaan is aan de verplichtingen ver
meld in de art. 70 en 74, de aanslag wordt
gehandhaafd, zoo niet is gebleken dat hü
onjuist is. Zulks wil dus zeggen, dat byv.
het niet overleggen van boeken of andere
bescheiden, steeds een handhaving van den
aanslag tengevolge heeft, wül immers
slechts uit de boeken of bescheiden de on
juistheid van den aanslag zou kunnen blü-
ken.
Doch daarmede is de kwestie nog niet ten
einde, want indien men naar aanleiding van
den aanslag door den Inspecteur, in booger
beroep gaat bü den Baad van Beroep, wordt
ook daar wegens het niet voldoen aan dé
■'■ettelijke verplichtingen, de aanslag ge
handhaafd, zoo den Raad niet is gebleken,
(lat hü onjuist was. Deze bepaling legt dus
den reclamant, die zün boeken niet ter in
speette ter inzage wilde geven, den bewys
last op, den Raad te moeten aantoonen, dat
de aanslag te hoog werd opgelegd, terwijl in
die gevallen, dat de reclamant wel aan de
wet voldeed, de bewijslast grootendeels op
den inspecteur rust. Men behoeft dus niet
over veel fantasie te beschikken om in te
zien, dat de omgekeerde bewyslast een wa
pen in de handen van den fiscus vormt, dat
uitermate geschikt is om de illusies van den
reclamant ten opzichte van vermindering
van den aanslag, te vernietigen.
Na deze uitvoerige uiteenzetting nerhalen
wü thans de vraag, gesteld aan het begin
van dit artikelMoet men na ontvangen op-
roëping peraoonlyk verschynen tot het ge-
tjpr van toelichtingen, op straffe van hand
having van den aanalag, indien men niet
aan de oproeping voldoet?
Het antwoord op die vraag werd door den
Hoogen Raad gegeven in verband met de
volgende procedure: Zekere belastingschul
dige werd opgeroepen om ter inspectie te
renschynen tot het geven van toelichtingen
op zyn bezwaarschrift, doch onze vriend had
geen moed hieraan gevolg te geven. De In
specteur, du haut de sa grandeur, handhaaf
de dus den aanslag, aangezien z.i. reclamant
niet volledig voldaan had aan het bepaalde
m art. 74. Ook in hooger beroep voor den
«aad van Beroep, werd hy in het ongelyk
ëtsteld, daar de omgekeerde bewijslast
zwaarder bleek dan zyn argumenten, waar
door deze laatsten zeer in het gedrang kwa-
-men. Als koppige Hollander Het hy de zaak
echter niet rusten, doch ging in cassatie b
den Hoogen Raad. Blykbaar geschiedde
zulks niet op een Vrydag, want hy had liet
8«lulc te zien uitgemaakt, dat het niet vol
doen aan de oproeping van den Inspecteur,
niet meebrenSt dat de sancties betref-
lende de omkeering van den bewyslast wor
den toegerust.
de verlangde inlichtingen achriftedyk te ver
strekken, zonder dat zy beangst behoeven te
zyn voor verdere gevolgen.
MEDISCH PRAATJE.
Schoonheid en gezondheid.
Voor het veikrygen van een mooie tint
moet men niets op het gelaat doen, noch
blanketsel, noch goldcream» Alleen als het
lichaam blootgesteld wordt aan scherpe of
felle zonnestralen, is het goed een beetje
vaseline of goldcream met poudre de riz te
gebruiken om de huid te beschermen.
Blanketsel, onontbeerlyk op het toe neel,
is overigens volkomen onnoodig, vooral over
dag. Vergeten mag niet worden dat blanket
sel vaak gevaariyk is, niet alleen voer
zachte opperhuid van net gelaat, maar ook
voor het geheele organisme, daar het meer
malen vergiftigde stoffen bevat als bismuth,
arsenicum en vooral lood.
Als men last heeft van roode vlekken
puis&jes, bloedzweren, moet nien de huid
niet uitwendig behandelen, doch is inwendi
ge behandeling noodzakelyk.
Voor bedoelde aandoeningen, die veelal
bij de jeugd voorkomen, worden allerlei mid
deltjes te goeder trouw rloor vrienden en
kennissen aanbevolen, doch meestal ver
ergeren deze de kwaal in plaats van ze te
bestrijden.
Dikwyls is het voldoende een reinigings-
kuur te ondergaan, hetzy door vele afwas-
schingen met warm water, alcohol of aether
of zich te onderwerpen aan een ^malk)
groentendieet gedurende eenige weken.
Men mag niet vergeten dat de voeding
veel invloed heeft op de schoonheid van het
gelaat; alleen by algemeeme goede gezond
heid kan men een goede tint behouden.
Menschen die vlug eten en vee) thee drinken
hebben een bleek-roode kleur.
Om een mooie teint te hebben moet men
offers weten te brengen, 4oor zien te ont
houden van lekker eten zoo nu en dan om
het bloed te zuiveren. Men moet niet aarze
len zich aan een dieet te onderwerpen of
zich ten minste eenige voedingsmiddelen
onthouden zooals vlc-esch, chocola-Ie, spek,
evenals Likeuren.
Vooral in de lente als ons organisme zich
moet aanpassen aan de nieuwe atmosfeer,
stryden moet tegen de plot«elinge afwisse
ling tusschen warm en koud, moet men goed
voor zyn lichaam zovg dragen. De lent<
een gevaariyk jaargetyde, Waarin men
blootgesteld is aan verschillend»; epidemi
sche ziekten als mazelen, roodvonk, water
pokken, kinkhoest, oni niet te spreken van
griep, verkoudheid en bronchitis.
Om te stryden tegen deze seizoenziekteyuj
is het raadzaam dat ons lichaam krachtig
en bestand is tegen de millioenen microben,
en daarom moet een tegengif tegen deze ge
vormd worden in ons organisme. Een wel
begrepen vermindering in de voeding is een
der beste voorzorgsmaatregelen tegen de
ziekten.
Daarentegen is een sterke ondervoeding
voor kinderen en de jeugd dagelyks een
groot gevaar om deze ziekten te krijgéh.
toegepast.
De H. R. zegt n.L, dat de Raad van Be
roep ten onrechte heeft aangenomen, dat in
a". 74 den reclamant de verplichting wor#
opgelegd aan de oproeping tot het verstrek
ken van inlichtingen te voldoen e n stelt te-
ven* ya&. dat de sancties in dit art. 74 ge
noemd, betrekking hebben op het niet vol-
n aan den ei sch van verleenmg van in-
t hart
st**d> dat z(j voortaan
volstaan mat
Een lichte rui der productieve jonge
hennen.
De normale ruiperiode onzer hoenders
valt in het najaar, wanneer ze hun versle
ten zomertenue laten vallen om Jaar voor
een dik winterpak terug te ontvangen
waarvan ze deze winter wel pleizier hebben
gehad. Maar behalve deze normale ruipe
riode kennen we ook nog een abnormale,
welke evenwel by de moderne productieve
hoenders zoo dikwyls voorkomt, dat men
dit verschynsel langzamerhand als nor
maal is gaan beschouwen, alhoewel zulks
niet te verdedigen is, daar er wel degelyk
iets tegen te doen is, evenals aan het ver
schynsel van eene verlamming in de poo-
ten der productieve jonge hennen, dat ook
omstreeks dezen tyd van het jaar voor
komt en precies dezelfde oorzaak heeft, zoo
als wy hieronder zullen uiteenzetten,. Er
wordt wel eens een vergelyking gemaakt
tusschen onze moderne leghen en een
eiermachine. Hoe beter de afstamming is,
des te volkomener die stain zich aan de be-
dryfsomstandigheden heeft weten aan te
passen, naast een op het juiste tydstip
broeden, een goeden opfok en een prima
huisvesting en verzorging, des te meer die
vergelyking van een moderne leghen met
een perfect loopende eiermachine opgaat.
Maar laten we toch ook indachtig biyven
't geen Barend, de bloemist-meesterknecht
uit „Camera Obscura" zoo knap wij«geerig
heeft gezegd: „Je kent het wel dwingen,
maar dwingen en dwingen is twee; als je
een ding dwingt, dat nou eigenlyk niet
gedwongen kan worden, wat heb je dan?
Dan plaag je je zelve. „Wanneer we onze
hennen laten leggen in een tyd, welke iyn-
recht tegenover den natuurlyken legtyd
staat, dan is dat knap werk hetwelk we
als kippenfokkers en houders hebben ver
licht. We hebben uit de voederstoffen wel
ke we den dieren hebben voorgezet zoo veel
gehaald als slechts mogelyk was, ze via de
hoenders in eieren weten om te zetten,
maar hoe knap wp dit ook doen, het ia een
onmogelykheid en zal het dit ook wel altyd.
blyven, dit zoo precies af te mikken, d At
we niet meer van de hun toegediende '/on
derstoffen afnemen, dan voor het le*/eren
van de wintereieren juist noodig is. I> t prak-
tyk heeft namelyk geleerd, dat na con
stanten winterleg de vitaliteit, d.o „pep",
de fut der dieren dermate heefy jgeleden,
dat de kiemkracht der eieren daaronder ia
verminderd, meer of minder naarmate men
zyn dieren een minder of meer ge-
eigende voedersamensteiling heeft gegeven.
Dit is een omstandigheid, Weüke allen
broeders voldoende bekend is. Zoodra er nu
een ongunstige wyaiging in de hoenders
omringende omstandigheden g aat voordoen,
als een strenge vorst, verandering van stal
of van voeding, dan zuilen, zy den leg sta
ken «1 zelfs in een lfehten, ,rmi vallen, welke
EvontjM lachen.
Bezuiniging.
Pat en zyn vrouw kochten voor de goed
koopte een klein vaatje bier. Zy waren ge
wend by het avondeten een pint to drinken,
die hun dertig cent kostte, en door een
vaatje in te slaan, aldus hadden zy uitge
rekend, kwam hun het pintje op een kwart
je. Toen het vaatje bier was gearriveerd,
gebruikten zy de eerste pint en toen Pat's
vrouw haar deel op had, zei ze: „Wel Pat,
we hebben een stuiver gespaard, hè l
„Dat is ook zoo", zei Pat. „We moes
ten er nog maar een nemen, dan sparen we
een dubbeltje!"
Kinderlogica.
Twee kinderen met hun moeder komen
langs een groote fabriek.
De 4-jarige Frits: „Moeder kyk eens,
hoe die groote schoorsteen rookt!"
De 3-jarige Lotje: „Waarom rookt die
kleine schoorsteen niet?" 0
Frits: „Wat ben je toch dom, Lotje,
die is immers nog te klein, die mag nog
niet rooken."
De menschen op de maan.
„Vader", vroeg Maxie, „wonen er men
schen op de maan?"
„Ja jongen", zei z'n vader met geduld.
„Vader", ging Maxie verder, „wonen
en véél menschen op de maan?"
„Ja, jongen!" snauwde zyn vader wat
humeurig.
„Vader", besloot toen Maxie, na een
kort beraad, „wat zal het dan een gedrang
wezen als het halve maan is".
hen lang van den leg «al houden, omdat dan
weer een gedeelte van het voeder noodig is
oin er de nieuwe veeren te doen ingroeien
en er voor eene eierproductie niets 'over
blijft. Dat verschynsel doet zich ieder faar
voor, doch niet overal en niet steeds in de
zelfde mate, doch in dit.ianjre winterseizoen
tamelyk verspreid. Hetzelfde geldt even
eens voor de pootveriamming, welke ge-
woonlyk in Maart optreedt en dit jaar
al iets vroeger werd gesignaleerd. Het zou
te ver voeren om op dit vraagstuk diep in
te gaan. Zulks gaat beter in een vakblad en
liet is nog maar enkele weken geleden, dat
in het bekende blad „De Pluimveebode"
over dat onderwerp een uitstekende verhan
deling verscheen. Maar toch vinden w(j het
wel gewenscht er hier ook iets over te zeg
gen, omdat men gewoonlijk de oorzaak van
dit bekende varsqhynael ergens anders
zoekt. Men zoekt het dan namelyk in ver
kleumde pooben en zet de dieren dan apart,
liefst lekker warm en zoowaar het helpt
ook, wat echter gemakflcelyk te verklaren is.
De zaak is deze: Ieder normaal samenge
steld ei bevat bepaalde stoffen, welke ook
voor een iichaamsfunctionneering noodig
zyn. Ontbreken die -stoffen, dan treedt er
een zenuwverlamming by de hoenders op,
zich demonstreerend in krampachtig samen
getrokken voeten en erti verlamming dp
pooten. De naam voor deze ziekte is Avita
minose. Nu zitten die stoffen wel in het
voer dat men ze geeft, doch niet voldoende.
De aanvulling daarvoor zit in jong versch
groen, ook in levert raah, terwyl er recht-
streeksch zonlicht aan te pas komt om die
stoffen werkzaam te maken, hetwelk voor
levertraan echter minder noodzakélyk is,
zoodat men levertraan wel eefls „gebottelde
zonneschyn" noemt. Door een straffen win
terleg raakt de in den zomer en Herfst ver
gaarde hoeveelheid dier stoffen op, aanvoer
vindt niet meer plaats en wordt de leg niet
gestopt, dan komen die verlammingen. Zet
men de dieren nu apart, dan stopt de leg en
de kwaal verbeterd daar door, dus niet door
feb „lekker warm" houden. Echter kan men
disk waal voorkomen, door de dieren 1^1 2
procent levertraan door het voer jte verstrek
ken. Als men dit des mor|gens düor het har
de voer werict is het des avonds voldoende
in het graan getrokken, om zoo door de kip
pen te worden opgenomen. iDR is de zeer
beknopte verklaring van het jwnoemde ver
schijnsel.
ADVERTENTIEN.
te Gouda, zal op DINSDAG 2 APRIL
1929 des avonds half acht uur, in ho
tel „de Zalm" a. d. Markt aldaar,
publiek verkoopen de fplfende alle te
Gouda gelegen We 50
Het HEEHBSHUIS
en erf aan de Crabettistraat no. 5.
Vi'ii Van huur.
1 Het WOONHUIS
erf aan de Stéinkade no. 5.
Vr\j van huur.
Het WOONHUIS
n erf aan de Kannemetoloot 149.
'dit de hand verkoclU.
Het WOONHUIS
en erf Achter de Vischmarkt no. 25.
Vrij van huur.
Het WOONHUIS
en erf aan de Wilhelminastuaat 24.
Per week verhuurd voor 4.50.
Vijf WOONHUIZEN
en erven aan de WiRwJminastraat
nos. 26/28/30/82/34. Per week ver
huurd no. 30 en 32 voor f 2.50. no.
34 voor f 2.40 en de overige elk voor f 2.
De perceelen zijn te aanvaarden op
den betaaldag der kooppenningen 1
Mei a.s. en te bezichtigen de laatste 3
werkdagen vóór en op-den verkoop
dag van 10 tot 12 en 2 tot 4 uur.
Breder bü notities, gratis bu den
notaris verkrijgbaar.
re GOUDA, zal op Maandag 8
April 1929 des avonds half 8 uur, in
Hotel ,,De Zalm" aan de Markt al
daar, publlak verkoopen
de volgende alle te Gouda gelegen
Cappenersteeg 26. Per week verhuurd:
boven voor f5.— en beneden
veor f2.—.
Cornelis Ketelstraat 73 met vrije poort.
Vrij van huur.
Vierde Kade 100, 102, 104, 106, 108,
110. Per week verhuurd elk
voor f 6.45.
Vierde Kade 46. Vrij van huur.
Heerenstraat 143 (hoek Boschweg).
Vrij van huur.
De Perceelen zijn te bezichtigen de
laatste 3 werkdagen voor en op den
verkoopdag van 10 tot 12 en 2 tot 4
uur. Zij zijn te aanvaarden op den
betaaldag der koopsommen 8 Mei a.s.
Breeder bij notities, gratis bij den
notaris verkrijgbaar.
De Fijnproevers geven de voorkeur
aan Hollandia's 10
machinaal ingepakt
1.12 peir pond,
Kaas- en Boterhandel.
Dit i« om mark
40
Talafoon 66.
Voor buitenmenschen zeer billijk een BURGERWOONHUIS TE
HUUR, bij eventueele koèp is slechts f 1000.— noodig. m
Te bevragen J. v. d. BERG, Zwarteweg, Huize Marjo. Telf. 809
Wij hebben gedurende nog slechts enkele dagen loten van de
ten bate van een Ziekenhuis aan den Graaf Florisweg.
Goedgekeurd bij Koninkl. Besluit van 17 Dec. 1928, No, 925
Hoofdprijs:
2e prijs VIKR BESTE KOEIEN
20.000 Loten Prlj» per lot f2
Piano, Radiotoestel, Trapnaaimachine, 15 Naaimachines,
15 Rijwielen, 15 goudea Heeren- en 25 gauden Dames
armbandhorloges, 25 nikkelen Koffleserviezen, 100 Thee
serviezen. 100 gouden Vulpennen, 100 Carbid Fiets
lantaarns, 100 elkenlwuten Bloemtafels, 100 nikkelen
Heerenhorloges, 100 k6peren Bloempotten en 100 koperen
Rookstellen. Totaal 8Q0 prachtige prijzen.
TREKKING ZONDER UITSTEL ©PMS APRIL A.S.
1 lot f2.— plus porto en trekkingslijst f 2.2o
2 loten i f2 f 4.25
3 loten i f2.- „4 f 6.25
5 loten i f2 f 10.10
10 loten 5 f2.—f 20.
LOTEN OVERAL VERKRIJGBAAR te Gouda bij C. MOONS,
Graaf Florisweg 83, Postrekening No. 146228.
Cadillac, Buick en ine«rdere moderne Automobielen
tegen de nog steeds geldende lage tarieven -
die in
een deeg van 100 K.G. meel bereidt
Vraagt ons steeds prijsopgave voor Uwe machi
nes en benoodigdheden voor bakkerij en winkel
Concernerend adres voor WINKEUNSTALLATIES
Bakkerij- en Hotel-lnstallatiebureau
Boteraloot 54, ROTTERDAM. Tel. 53060
Firma Wad A. Rlatvald.
LANQE TIENDEWEO 27
BLAUWE DRUIVBN.
SINAASAPPELEN
CITROENEN
MANDARIJNEN
TAPELPEREN
TAFELAPPBLEN
BANANEN
KAAPSCHE PRUIMEN
TELEF 313
hooft ia voerrooi
NIEUWE VIJGEN
DOOSJES TUNISDADBLS
POMPELMOES.
I STUDENTEN HAVER
VRUCHTEN IN BLIK
VRUCHTEN IN GLAS
DIVERSE SOORTEN NOTEN
BUSGROENTEN (merk Stoutels)