Onroerende Goederen: Vrij Huis met Tuin. DORLAS' KOFFIE DE GOCDSCHG FRUITIIANIIRl Thalia Garage verhuurt: De eenige Kneedmachine i I Voor Lips' Brandkasten en Slotenfabriek 1 I IS DE AGENT P. BOND Pz.. GOÏÏSA g PMchen in oudheid en middeleeuwen. opdeed' Ons Pluimvee. iotaris J. van Kranenburg Onroerende Goederen Notaris J. van Krananburg PAKHUIS mst BOVENWONING WOONHUIS ZES WOONHUIZEN WOONHUIS WOONHUIS Roomboln* P. G. Teekens, Gouwe 55 Adverteert in dit Blad. „De Joodsche Invalide" is totaal uitverkocht GROOTE GOUDSOHE VERLOTING SO VETTK VARKENS Kleiweg IOI - Tel. 45 zes minuten A. DORTWEGT om met Ptechen een groot vlammend vuur aan te steken. Dit vuur moet het bew(js le veren, dat de lente de overwinning heeft be haald op sneeuw en koude. Dergelijke Pa&schvuren branden voornamelijk in de streek tu*schen Achersleben. Hakberstadt en Goslar, in het dchaakspelerstlorp Stro- beek, te Langela, Waaserleben, EiChstelde, in den Zuidelijken Harz (te Ilfeld) en in en kele deel en van den Middenharz. Gewoonlijk wordt het vuur ontstoken aan den avond van den eersten Paaschdag, na het invallen van de duisternis, maar te Elbengerode, Rothe- hütte en in Rübeland wordt reeds den Zater dag voor Paschen door de jeugd een brand stapel opgericht. Elk gefcin>moet een -tuk hout voor het vuur leveren. Overmoedige jongelieden springen dan door het vuur. Verliefde paartjes wagen samen de sprong. In sommige dorpen maakt men ook fakkels van in den oven georoogd beukenhout. Deze fakkels zwaait jnen aan het vuur boven het hoofd. Hier en daar worden ook brahdende teertonnen van de hellingen afgerold ol stroopoppen, die den winter en den dood be- teekenen, in brand gestoken. Zelfa in onzen tijd, waarin de poëzie in bet leven en in de natuur' waarlijk niet voor allen de hoofdschotel ia, en het nuch tere verstand zoo vaak den' boventoon voert, kan niemand zich onttrekken aan de bekoring, die van het Paaschfeest uitgaat, aan de stemming bü het begin der lente. Paschen, het lentefeest dor oude Germanen, is een feest der overwinning en der verlos sing. Zegevierend gaat de Paaschzon op over de aarde, die gedurende drie manden doodsch en verstijfd gelegen heeft, zp kust de schyndoode wakker, verlost haar uit de boeien van den winter en wekt haar tot nieuw leven, zooals het oude sprookje van Doornroosje het zoo aardig voorstelt Is het wonder, dat in de Middeleeuwen, toen de Germanen nog zooveel dich'er by de natuur stónden en zooveel vreemder wa ren van het kunstmatig loven onzer eeuw, er geen feest was, dat met meer innigheid, met meer vreugde, ook'met meer luiuruch- tighëid werd gevierd dan het Paaschfeest, het feest der wedergeboorte voor allen, voor Christenen en voor Joden, zooals het, ais lentefeest, geweest was voor de heidenen? Wat de heidenen en vanouds de,Israëlieten gevierd hadden als natuurfeest, was onder veranderde omstandigheden overgegaan op de Christenen en na honderden jaren zal, ai zyn dan ook de beschouwingen weer ge heel anders geworden, van dot oude feest der herleving in het voorjaar, nog genoeg zijn overgebleven om het heidensch-Ger- maansche lentefeest er in te herkennen. In het krakende y's, de smeltende sneeuw, de Maartsche vlagen en den huilenden storm die de sarde wakker schudden, zag de Ger maan de ijzeren vuist van Thor of Donor, Diens zytfer was de liefelijke Óktara, die waakte over vrouwen en meisjes en aan wie het Ostara-feest gewijd was. Hoe diep die vereering van Ostnra, de altüd-jeugdige schoone, geworteld was, blykt o.a. hieruit, dat het de kerk nooit gelukt is om het Duit- sche „Ostern" en het EngeWche „Easter" door het oud-testamentische Paschen te doen vervangen. In den t«d van het Ostara-feest schitter den op alle bergen en hoogten de vreugde vuren, die onderhouden wenlen met takken van den heiligen boom van Thor, den eik. De evenzeer aan Thor gewijde bokken wer den met jeugdig groen bekranst rondgevoerd en daarna geofferd. Zooals het geheele Paaschfeest aan dat oud-heidensche lentefeest herinnerde, was het gemakkelijk overeenstemming te vinden tusschen de Ostarabokken en het Joodseh- Christeljjke Paaschlam. Aan Ostara was ook gewijd de blanke berk met zijn teere twygen, zyn zacht groen, zyn witten bast, het beeld der vrouwelijke onschuld. In ouden tijd werd in de dagen van het lentefeest de woning met berkenrijs versierd en eerst veel later is de berk onder den invloed Htt Raadsel. Wy zaten, op een heerlyken zomeravond, te genieten op ons balconnetje. De zon stond laag, en er kwam na den warmen dag een zacht koeltje aangezweefd, dat ons verkwikte. We hadden gasten, en we vorm den een gezellig kringetje van acht perso nen. Alleen m'n vriend Herman zat niet. Hy liep maar heen en weer door de kamer, z'n sigaartje te rooken. Soms kuierde hy den gang door, het tuintje in.' Er werd druk gepraat. Kjjk eens zei ik alles zit buiten. Zie eens aan den overkant, alle balcons zijn bezet. Ja, aan de overzyde van de laan waar ik woon, zaten heele families, heele volksstam men op de balconnetjes, genietend van het zalige avondweer. Niemand blyft binpen! ging ik voort ze willen allemaal een hap friss< he lucht En toch... en toch... Ik tipte de ascn van m'n sigaar. Wat en toch? vroeg Marie m'n vrouws zuster. Zit je weer te wijsgeeren? En toch... zei ik ia het een klein kunstje om door middel van hypnosia ver- andia die menschen van het balcon éf te krygen. Ik zei het zoo ernstig, dat ze me alle maal aankeken. Zelfs Herman luisterde. i -JatJ\dat nou weer voor I»nnekoe- kenphihsofie vroeg hy. Ik bedoel, dat er een soort hypnotisme bestaat, hetwelk op grooten afstand uitge oefend kan worden. Ik zie kans, om van hier uit telkens iemand aan de overzyde te dwingen, om op te staan. AUen lachten. De afstand tot den over kant van de stitoat was ongeveer 20 meter. DE ROOS EN DE MAAN. Men zegt, dat een goed huwelyk Exceptie en een bof is Dat vijf-en-negenug procent Niets dan een reuze-sof is. Vol rozengeur en maneschijn Zegt men, dat het begin is, En dat er dan wil overal üewin naast Heel gemin is. Net huwelijk is een groote kunst, Die nergens gedoceerd wordt, Maar die je leeren moet terwijl Het wittebrood verteerd wordt. Soms gaan aan 't eind %van l eerste jaar De rozen aan 't verleppen; De man gaat weer eens naar ae soos, De vrouw wordt dol op steppen. 't Lijkt of de geur, die er nog nungt, Niet meer op volle kracht is; Er zit een luchtje bij, dat soms Wat min of meer verdacht is. De maan was helder aan 't oegui, Maar gaat allengs aan 't kwijnen} Je ziet zoo successievelijk Haar gouden glans verdwynen. Van roos en geur en maan tn ^cinjn lij ft dan de schijn nog over; Het resultaat van al dat schoons Is waarlijk triest en poover. Zelfs van den schijn blyft op den duur Niet veel meer dan een schyntje, En dat te redden wordt een kunJ, Als kunst voorwaar geen kleintje Komedianten by de vleet In 's huwelijks comedie; Men speelt er met een blij gezicht De droevigste tragedie En altijd bloeit de roos opnieuw, En schijnt de maan zoo heerlijk; De geur en schijn verleiden steeds, En blijven steeds.begeerlijk. van het Christendom met het Pinksterfeest in verband gebracht. Het heilige dier van Ostara was de ha*»; en haar lievelingsoffer het ei. Haas en ei golden als zinnebeelden der vruchtbaar!» id, dfe het voorjaar in de natuur bracht; de haas en het ei zyn nog altyd, al is 't van chocolade of suiker, de paaschgeschenken voor de jeugd. Was het Osturafee.it een vroolyk feest geweest, waar allerlei potsen vertoond wer den, het Paaschfeest der middeleeuwen liet het komische element niet los. En waar hei geen pas gaf den duivel een officieeh? plaats te geven in voorstelling of PaasChoptocht, daar nam de nar of hansworst zijn plaats in, om de toeschouwers vroolyk te stemmen en te zorgen, dat het kerkelyk tooneelspel het publiek niet „te zwaar" weird. t Ging daarfjy wel eens wat al te on- I gegeneerd toe en de bisschoppen en pausen moesten nu en dan tusschenbeide komen. Waar 't volk echter aan zoo iets hangt, laat het zich dat niet ontnemen. Kon het in de kerk niet behouden, wat het sedert den tyd van 't heidendom gehad had, dan zocht het dat daarbuiten en vond vergoe ding hy de Paasch-jaarmarkten en kermis sen, die nog hier en daar bestaaih Te Frank fort a. M. werd in 1443 de eerste olifant vertoond by zulk een voorjaar*- of Paasch- jaarmarkt. Op het platteland, waar de rondreizende goochelaars en tooneelspelers geen publiek trokken, deed men het met marionetten theaters af en het oorspronkelijk spel van „Dr. Faust en de duivel", dat de grondslag was voor Goethe's Faust, herinnert daar aan zoozeer, dat ook de Faustgeschiedenis met Paschen begint. Om toch eenigszins in de lyn te blyven, vertelden de geestelijken in de namiddag- Kodsdienstoefeningen allerlei vroolyke ge schiedenis, waarin steeds de duivel een groote, maar niet benijdenswaardige rol speelde en Ul van verhalen, die nog hier en daar onder het volk voortleven, danken uaaraan hun oorsprong. Nog voor tweehon derd jaar bestond dit gdbruik op sommige plaatsen van Noord-Duitschland. In de mid deleeuwen namen zelfs domheeren en abten _deei aan de feestvreugde buiten de kerk, Herman gierde het uit. Ik zal niets roepen zei ik ik zal niets doen, ik zal alleen maar sterk kyken, op de manier, zoöals dat in de boeken over hypnosia veréndid is voorgeschreven. Wed den? Ze deden het. Er werd gewed om sigaren, om choco lade, om een nieuwe das, om een pond jan hagel en om heel wat meer. Ik begin met het balcon van de fami lie Verbeek zei ik Maar jullie houden Je mond terwtfl ik k(jk. 'k doe niet mee aan die flauwigheid! zei Herman en ging weer (jsberen. Met ernstigen, diepen blik keek ik naar het balcon-Verbeek. Allen zwegen. Na een halve minuut stond er iemand van dat balcon op en ging naar binnen. Ik triomfeerde. Dat is een afspraak! zei m'n tante Bertha. Ook een kunst 1 O zool zei Herman, die weer naderbij was gekomen. Dat zou flauw zyn! antwoordde ik. En bovendien: U moogt zelf zeggen welk bal con nu aan de beurt moet komen. Dat vonden ze goed. Tante Bertha wees het verste balcon aan dat te zien was. Dat is de familie Van Hattem, zei m'n vrouw. Ik keek strak. Binnen een paar minuten stond er iemand op en ging naar binnen. Ieder zat perplex. We probeerden het met alle andere bal connetjes en telkens, op één keer na, ife- lukte het. Geregeld stond ar iemand op, om naar binnen te gaan, en, na eenigen rijd terug t» komen. Merman, die reiaede er on waar zy kegelden of zooak het toen in Duitschland heette: „Brett und Bali" speel den. Hoezeer het Paaschfeest of Ostarafeest (Ostern) in eere was, blykt ook uit het feit, dat tal van plaatsen er naar genoemd zyn: Osterbach, Osterbeck, Osterborn, Osterau. Het is wel opmerkelijk, dat hierin steeds Ostern verbonden wordt met een woord, dat op „water" doelt. Verklaarbaar is dat echter, als men bedenkt, dat in het lente feest ook de reiniging een onmisbaar ele ment was: mensch en vee baaude zich, la ter in min of meer gewyde wateren, om aan den invloed van den duivel te ontkomen. En vaa dat reinigingsproces is zeer waamh(jn- lyk de gewoonte, om met Paschen in 't nieuw Paasch bestte verschynen, een overbiyfsel. De boschanemoon, ook hier bekend, was de Paaschbloem bij uitnemendheid; men at er het eerste groen van op, om voor ziekte bewaard te blyven. ziekten toch werden ook aan den invloed van zijn zwart- majesteit toegeschreven. Is het wonder, dat waar het lentefeest met zooveel opgewektheid gevierd werd, -Ie her innering bleef voortleven tot in den tegen- woordigen tyd. De hazen en de eieren pry- ken voor onze winkels en verhuizen in de handen der kinderen; met Paschen trekt al les uit; de Paaschwei i.s hier en daar nog de verzamelplaats voor jong en oud; de IVasch vuren branden nog aan de oostelyke gren zen en ook w(j hebben niets liever dan een vroolyk, helder Paaschfeest. Zoo zy hetl Internationale regeling van den werktijd. Zooals bekend, werd op de International Arbeidscoöferentie van Washington in 191.) een ontwerp-Verdrag aangenomen tot inter nationale regeling van den werktijd. Dit ontwerp-Verdrag hield in, dat de Staten, welke het zouden bekrachtigen, een wette lijke regeling van den werktyd op de basis van maximum 48 uur per week zouden in voeren. Het bleek echter al spoedig, dat deze bekrachtiging oor de meeste Staten I op onoverkomenlyke bezwaren stuitte, zoo-4 dat than^dan ook slechts enkele en dan nog' I wel industrieel weinig beteekenende landen I dit verdrag hebben geteekend. De groote moeilykheid blykt niet zoo zeer te liggen in het principe, dat in het Verdrag was vastge legd, doch veel meer in de uitwerking, die daaraan voor verschillende bijzondere aan gelegenheden was gegeven. Teneinde de moeilijkheden zoo mogelijk op te heffen, vond in 1926 een bijeenkomst plaats tusschen Ministers van Arbeid vim Engeland, Duitschland, Frankryk en België, waarin de bezwaren werden besproken en men in zekeren zin tot een accoord kwam. Het spreekt echter van zelf, dat een dooi de Int. Arbeidsoonferentie aangenomen Ver drag zoo maar niet gewijzigd op een be- I paaide manier uitgelegd kan worden door I enkele daarbij belanghebbende leden, en en I dat dus het Verdrag zelf bleef, zooals het was. Daarmede waren de bezwaren van En geland dan ook niet opgeheven, zoodat En geland de onderteekening van het Verdrag bleef weigeren, en aangezien verschillende andere landen hun onderteekening afhanke- j lijk hadden gesteld van de Enigelsche, schoot de onderteekening weinig op. In verband daarmede werden dan ook herhaalde stem- I men vernomen om tot een wijziging van het Verdrag over te gaan. Een en ander is thans uitvoerig besproken in de vergadering van dn Baad van Beheer van het Int. Arbeids bureau aan de hand van wijzigingsvoorstel len, die door Engeland waren ingediend. Deze bespreking is echter een volkomen mislukking geworden. Behalve de regeerin gen van Engeland, Britsch-Indië en Zweden, verschillig oVer-te zyn, liep telkens te ys- beeren door de kamer, maar kon toch' tel kens ,zyn belangstelling niet bedwingen en kwam kijken. Toen ik eindelyk het balcon netje, waarmee de proef mislukt was, nóg eens „nam", ging het ook dóór. Ik had over de heele linie gezegevierd. Ik was er zelfs in geslaagd, om bepaalde personen te doen opstaan en naar binnen te doen gaan. B.v. mynheer Van der Drift en het oudste meis je Kareisen. -« Triomfantelijk, gelijk De Ruyter na een gewonnen zeeslag, keek ik rond. En allen geloofden in m'n hypnotische kracht. Ik won de weddenschappen: de sigaren, de chocolade, de janhagel.de das, en zelfs'een paar pantoffels. Maar oom! zei een allerliefst nicht je van me- nu moet u eens eeriyk op biechten. Wat zit er nu eigenlyk achter? Want het is natuuriyk poespas! Tilly zei ik ernstig je weet niet wat je zegt, kind. Ga naar huis en naar bed mplaats van met zulke dingen te spotten. Het is Hypnosia Verandia. Ze lachte me verbaasd uit. Larie, oompje. Zeg u eens eerlijk: wat zit er achter? Vraag aan de lezers. Wat zat er ach ter vroeg het nichtje. Laten onze lezers er ook eens over denken. Wedden dat niemand het raden kan? De volgende week zullen we het antwoord geven. HET GEHEIM Mevrouw snapte d'r nou letterlyk niets van, en eindelyk nam ze het beleende kloeke bealuit van: haring of kuit. Wat er waa J£yk movroaw was #vor Mina, d'r j en de werkgevers, waren alle andere regoe- ringen en de arbeiders tegen wyzigine-, zoo dat de voorsteilen daartoe werden verwor pen. Daarna werden ook de voorstellen an de Poolsche en de Engelsche regeering om de Engelsche wijzigingsvoorstellen naar een commissie te zenden, die een en ander ver der zou betudeeren, zoodat later de discus sie hervat zouden worden, eveneens, zii het dan ook met een zeer geringe meerderheid, verworpen. Zoo blijft dus de zaak, zooals zij vas, en vindt geen herziening van bet Ver drag plaats, zoodat de bezwaren tegen het Verdrag dus ook in geenen deele uit den weg zyn geruimd. Dit is zeer zeker te betreuren, omdat het daardoor voor tal van regeeringen, o.a. ook de Nederlandsche, onmogelijk blijft het Ver drag, waartegen sfj in principe geen bezwa ren hebben, te teekenen. Men had toch zeer zeker veel wijzer gedaan, wanneer men, re kening houdende met de toch voor verschil lende regeeringen gebleken moeilijkheden, enkele wijzigingen had aangebracht. Het principe van een 8-urigen werkdag zou dan toch niet aangetast zyn geworden, slechts was de toepassing iets soepeler geworden en zou men met byaondére omstandigheden hebben kunnen rekening houden. Ook v<-or de|internationa'e sociale wetgeving in het ulgemeen zou dit, aangezien dit Verdrag over den 8-urendag wel het belangryk«te is, dat in den loop dpr jaren is aangenomen, ze ker vhn beteekenis zijn geweest. j Eerste en Tweede. In „De Notenkraker" van 15 Februari j.l. vestigde de medewerker Pen-Arie (achter welk pseudoniem zich een socialistisch Ka merlid verbergt) de aandacht op het feit, dat de afdeeling Beverwyk van de S.D.A.P. had gepleit voor de oprichting, van staats wege, van „tehuizen voor oudpn van dagen" endat de afdeelingNoorddyk de afschaffing der Eerste Kamer voorstelde. Welnu zegt de geachte heer Pen-Arie „ik voel eenige neiging hierby op te merken: wordt op die manier niet door den een (Noord- V, afSebr°ken, wat de ander (Beverwijk) wil opbouwen? Doch dit zou een zeer on gepaste vraag wezen". Welnu: op deze woorden van zyn partijgenoot heeft het lid der Eerste Kamer Henri Polak vlam gevat. Hy schryft in „Het Volk": „Niet zoozeer ongepast, als wel noodlot tig voor 's schryvers bedoeling. Want zoo heel veel ouder dan de leden der Tweede Kamer zyn die van de Eerste niet. Ik heb het namelijk uitgerekend en toen bleek, dat de leden van de Tweede Kamer gemid deld ongeveer 54^, die van de Eerste ge middeld circa 59% jaar oud zyn. Een ver- schrikkeiyk verschil is dat nu toch niet. Het ïsuwel aardig, doch niet juist, het voor stellen, alsof de leden van de Tweede Kamer nog in hun prille jeugd verkoerende mannetjesputters, en die van de Eerste af geleefde en half-idiote grysaards zyn. En ware het niet, dat de Eerste Kamer drie of vier werkelijk oude heeren bevatte, dan zouden de beide gemiddelden vrijwel gelijk luidend wezen. Als men de Eerste Kamer wil afschaffen, is het mij goed. Ik ben waarlijk geen voor stander van deze instelling. Maar de be kende, even afgezaagde als met de waar heid in stryd zijnde moppigheden, zyn ter bereiking van dit doel weinig dienstig en behooren nu maar eens opgeborgen te wor den. Ettelijke jaren geleden zaten eenige Eer ste Kamerleden, ik onder hen, in de koffie kamer bijeen (natuurlijk vóór, niet tijdens, de vergadering) en het gesprek kwam op de afgesleten gyntjes, van de zooeven be handelde soort. Er werd toen óók gerekend en het bleek, dat de gemiddelde lceftyden van Eerste en Tweede Kamerleden destijds slechts ruim 8 jaar verschilden. En toen een der heeren opmerkte, dat men de Eerste Kamer niet alleen het oude hoeren-, doch ook wel het pelsjassen-college noemde, ging men kyken hoevele van iie kledingstukken zich in de vestiaire bevonden. Er bleek één bontjas te hangen en die behoorde aan Van Kol! Waaruit alweer blijkt, dat men nooit te voorzichtig kan zyn." nieuwe meid, heel goed te spreken en daar om had ze Mina verlof gegeven, om d'r blou ses en d r kraagjes in haar nnBvrouw's wasch te doen. Als de fjjne wasco gehaald werd, mochten Mina (Pr btousjes mee; ze kwamen schitterend terug en Mina behoefde a r geen cent voor te betalen. Maar nu van den zomer was er een week, en toen telde mevrouw d'r fyne wasch niet minder dan elf (zegge en herzegget telle en hertelle: elf) lichte blouses. En toen zy aan 't onder zoeken ging, bleek dat er twee (2) by wa ren van de dochter maar zeven (7) van Mina, de meid. Mevrouw stond paf. Maar ze zei niets. Ze veronderstelde, dat Mdna met het mooie weer maar eens heel haar lichte garderobe liet waaschen om wat voorraad te hebben. Veertien dagen later echter, toen mevrouw weer de fijne wasch nazag, telde ze 16 lich te blouses, als volgt verdeeld: Mevrouw drie (8) •;(uze drie (3) Mma de meid negen (9) Totaa! vijftien (15) Mevrouw .stond nog paffer dan paf. Wat moest ze doen Een aanmerking maken Ze was doodsbang, dat Mina ontslag zou ne- men; je moest tegenwoordig oppassen. Maar de blouses werden nachtmerries. Me vrouw begreep er nou letterlyk niets van, wan"V' ook de volgende keeren bleef het aan tal zoo hoog. Mina had steeds veel meer lichte blouses in de wasch dan mevrouw en Suze samerr. 't Kostte heel wat geld, maar bovendien: wat een zonde! Toch moest me vrouw toestemmen, dat er reden voor be stond, want de blouses van Mina imgeii alle inderdaad vuil. Op een dag werd hét te erg. Toen sloeg Mina het record. Met niet min der dan 17 schoone blouses in tweo weken. Mevrouw festoet. Haring kuit. Precies zegt de héér Hans in zUÏT^f mentsfilm in de Vryheid. e" De ervaring, die Henri' Polak hier v™ 1 v '1 T 2egt de lu!er H»»s in d. ..j van allereerste FitoZ gewtid aan de deftige namen, die i„ tijd door de leden der Tweede Kamer Jten gedragen: twee- en drie- en »fer-£ bele namen. Daarin is de klad gekomen Maar a» kwam ook de klad in g,T derobe. De democratie bracht de „,„t "j de pelsjassen en in de kleedkamer „wam™ han^TW°"e winter'iassen en „demi's" En 200 heb ik vroeger al een. moment beschreven, toen er in de mre robe der Kamer 's winters nog -ichts pelsjas hing en tenslotte slechts één Kam» lid per eigen auto naar 't Binnenhof kwam' De auto was van den heer Henri ter HaU de pels was van den heer Jan Duye h"; was dtt wol-de er b(j gevoegd 2 Ilchtelyk-deraocratische pels, een kórte pelsjekker, maar dan toch: ,en ieis 'dit gevoerd, méér dan kapitalistisch, echt e,„ pels voor een proletariër, die in het berd is van pensioenen, verlofs-tractementeè schadeloosstellingen als Kamerlid, presen tie-gelden en wat dies meer zjj Waaruit men riet', dat deze ervaring v,„. k scMpk klopt met die van Henri Polak hü heeft nog meer gelijk. De tijd is v»n, b«, dat men onzen Senaat een college van grijsaards kan noemen. De jeugd is er in doorgedrongen, de meer en minder-demo- cratieche jeugd. Over het geheel gencTl is ci nu werkelijk geen verschil in leeftikl meer. Dat is inderdaad wei eens anders ge weest. Maar het is toch opmerkelijk dat nu er wat socialisten in de Eerste Kamer zitten, de waardeering voor dit college on der de roode broeders is gestegen. Merkt u wel, dat men in later jaren heel wat min- der aanvallen op liet Hoogerhuis te hooien krggt dan vroeger? En waarlijk, nu de téne socialist, uit de Tweede Kamer, zich een onschuldig grapje veroorlooft, komt de andere, die in de Eerste Kamer zitting heeft, en vi»gt hem den mantel uit. Als ik nu op mijn beurt eens ondeugend wilde ziin, zou ik kunnen zoggen, dat ook hieruit weer de liefde van Henri Polak voor oud natuurschoon, voor oude natuur-monumen- ten blijkt: met oud heb ik dan het college als zoodanig op het oog. Intusschen ben ik overtuigd, dat ook vele grappen, die vroe ger op en over de Eerste Kamer werden ten beste gegeven, den goeden smaak van Henri Polak niet hebben bevredigd. Hoe dit zij z'n pelsjassen-argument is volkomen juist. Hendrik de Man heeft in z'n vermaarde w' boek over de psychologie van het socialisme geschreven, dat, als de arbeider tot iets beter doen komt, tot jets meer welvaart, hü zich dezelfde levensvreugde en levens- vermaken verschaft en dezelfde levensge woonten aanneemt ais de zoo felbestreden bourgeoisie. Inderdaad. Dit verklaart ook het verschijnsel der pelsjassen en galamaaltü'den onder de ver trouwens-mannen der proletariërs. Geeft u ze ongelijk BELASTINGEN. Balsem voor angstige harten. Het vragen vari inlichtingen aan be- la.stingschuldig«-n. Moet men per soonlijk verschijnen? len aanzien van onze verplichtingen als belastingschuldigen tot het geven van in lichtingen aan- of tot het toestaan van een boekenonderzoek door den Fiscus, bestaat onder het publöek nog groote verwarring. Het mag bekend worden verondersteld, dat de inspecteur het recht heeft aan de belas tingplichtigen inlichtingen te vragen be tref fene de ingediende aangifte of reclame. Evenwel, heeft d| inspecteur ook het recht te eischen, dat men persoonlijk ter inspectie' verschijnt tot het geven van toelichting op die reclame Inderdaad is dit een vraag, die voor velen van gewicht is. Wy herinneren Mina, zei ze, op een toon van aardbeien met-slagroom, Mina, meid, niet dat ik er iets van zeggen wil, maar... zou je me eens willen verklaren hoe het komt, dat er zoo veel blouses van je in de fyne wasch zyn? 't Is wel zomer en de tyd voor licht, maar zóóveel, nee... Suze heeft er veel minder dan jy. Is dat nu wel noodjg, meisje? Mina kreeg eerst een kleur. Toen werd ze bleek. Dan kwamen de tranen in d'r oogen En spoedig werd het een stortregen. Ze snikte hevig. Mevrouw schrok, want ze dacht aan een verschrikkeliyflc geheim. Aan fraude! Zon Mina inderdaad blouses van anderen in ie wasch doen Van d'r vriendinnen De gedachte was al eens by mevrouw op gekomen, doch ze had die niet durven uit spreken. Maar toeh ze Mina zoo zag schreien, begon haar booze vermoeden ze-fi kerheid'te worden. Haar goede hart kwam boven. Ze klopte Mina op d'r schouder en zei: Vertel het me maar. Ik zal het je ver geven. Van wie zijn die blouses? Van je vriendinnen Mina keek op. k Van m'n vriendinnen? riep ze. Wat. denkt u wel van me? Ik ben geen bedrieg ster. As je me nou...! Maar wat is het dan vroeg mevrouw, hoogeiyk verwonderd en uiterst nieuwsgie rig i Even zweeg Mina. Dan zei ze zachtjes: Ik loop... met... een schoorsteenveger. Ik moet iederen avond een schoone blouse aandoen! Mievrouw, eerst stom van verbazing, barsste dadelrijk daarop in schaterlach uit. Mina, zei mevrouw, laat-ie voortaan z'n handen beter wasschen, hoort fe ging giltofld weg. ons, zoo schrijft een medewerker Utrechtsch Dagblad, althans een teur die op zyn zetel zat, als God Thor in eigen persoon, iedere aardsche sterveling, die voor zyn troon moest verschynen, drei gend met gevang en boeten. Tevens weten we nog dat menigeen iiever zyn geweten be zwaarde door het voorwenden van ziekte of ongesteldheid, dan te moeten verschynen voor Zyne Toornigheid. Gaan we daarom aan de hand van de wet eens na hoever onze rechten en verplichtin gen in deze gaan,, ons daarbij bepalend tot de inkomstenbelasting. In art. 70 der wet op de inkomstenbela; ting wordt vermeld, dat de Inspecteur iedei die een aangifte heeft gedaan, kan uitnoodi- gen tot het geven van mondelin ge of schriftelijke inlichtingen. Bovendien zyn diè aangevers, die ver plicht zijn boek te houden, d.z. dus koop- lieden, bankiers, assuradeurs e.d., gehouden aan den Inspecteur of door hem aangewezen ambtenaren, inzage te verleenen van boe ken of andere bescheiden, die tot staving der aangifte of beweringen, kunnen dienen. Hieruit vait dus af te leiden, dat niet-koop- lieden niet gehouden z(jn inzage van hur. boekhouding te verleenen; evenmin behoe ven kooplieden inzage te geven van even tueele boekhouding betreffende privéaange- legenheden. Men lette er echter wel op, dat deze ver plichtingen alléén voorgeschreven zijn tot regeling van den primitieven aanslag. Want indien men na ontvangst van dien aanslag hier tegen reclameert omdat men hem te hoog vindt, dan worden de verplichtingen ook voor niet-kooplieden uitgebreid. Do Verplichtingen na ingediende reclame worden opgesomd in art. 74 der wet op de Inkomstenbelasting; o.m. wordt daar ge zegd, ()at de reclamant ambtshalve kan wor den opgeroepen tot het verstrekken van in lichtingen of om de overwegingen te verne men, die by de vaststelling van den aanslag hebben gegolden. Alle oproepingen worden gedaan op een termijn van tenminste 6 da gen. De reclamant kan zich echter ook door een gemachtigd», bijv. een accountant of ad vocaat, doen vertegenwoordigen, doch de In specteur kan om geldige redenen de verte genwoordiging door een bepaalde gemach tigde weigeren. Bovendien heeft de Inspec teur het recht te vorderen, dat de reclamant den gemachtigde vergezel'.. Tenslotte is iedere reclamant, dus ook een particulier, gehouden aan den Inspecteur of door dezen aangewezen ambtenaar inzage te verleenen van 'hoeken of andere bescheiden, dienende tot staving zijner beweringen. Het spreekt vanzelf, dat de fiscus anctie heeft gesteld op het niet voldoen aan de in de wet genoemde verplichtingen; deze bestaat nu hierin, dat indien de vereischte aangifte niet is gedaan of wanneer niet vol ledig voldaan is aan de verplichtingen ver meld in de art. 70 en 74, de aanslag wordt gehandhaafd, zoo niet is gebleken dat hü onjuist is. Zulks wil dus zeggen, dat byv. het niet overleggen van boeken of andere bescheiden, steeds een handhaving van den aanslag tengevolge heeft, wül immers slechts uit de boeken of bescheiden de on juistheid van den aanslag zou kunnen blü- ken. Doch daarmede is de kwestie nog niet ten einde, want indien men naar aanleiding van den aanslag door den Inspecteur, in booger beroep gaat bü den Baad van Beroep, wordt ook daar wegens het niet voldoen aan dé ■'■ettelijke verplichtingen, de aanslag ge handhaafd, zoo den Raad niet is gebleken, (lat hü onjuist was. Deze bepaling legt dus den reclamant, die zün boeken niet ter in speette ter inzage wilde geven, den bewys last op, den Raad te moeten aantoonen, dat de aanslag te hoog werd opgelegd, terwijl in die gevallen, dat de reclamant wel aan de wet voldeed, de bewijslast grootendeels op den inspecteur rust. Men behoeft dus niet over veel fantasie te beschikken om in te zien, dat de omgekeerde bewyslast een wa pen in de handen van den fiscus vormt, dat uitermate geschikt is om de illusies van den reclamant ten opzichte van vermindering van den aanslag, te vernietigen. Na deze uitvoerige uiteenzetting nerhalen wü thans de vraag, gesteld aan het begin van dit artikelMoet men na ontvangen op- roëping peraoonlyk verschynen tot het ge- tjpr van toelichtingen, op straffe van hand having van den aanalag, indien men niet aan de oproeping voldoet? Het antwoord op die vraag werd door den Hoogen Raad gegeven in verband met de volgende procedure: Zekere belastingschul dige werd opgeroepen om ter inspectie te renschynen tot het geven van toelichtingen op zyn bezwaarschrift, doch onze vriend had geen moed hieraan gevolg te geven. De In specteur, du haut de sa grandeur, handhaaf de dus den aanslag, aangezien z.i. reclamant niet volledig voldaan had aan het bepaalde m art. 74. Ook in hooger beroep voor den «aad van Beroep, werd hy in het ongelyk ëtsteld, daar de omgekeerde bewijslast zwaarder bleek dan zyn argumenten, waar door deze laatsten zeer in het gedrang kwa- -men. Als koppige Hollander Het hy de zaak echter niet rusten, doch ging in cassatie b den Hoogen Raad. Blykbaar geschiedde zulks niet op een Vrydag, want hy had liet 8«lulc te zien uitgemaakt, dat het niet vol doen aan de oproeping van den Inspecteur, niet meebrenSt dat de sancties betref- lende de omkeering van den bewyslast wor den toegerust. de verlangde inlichtingen achriftedyk te ver strekken, zonder dat zy beangst behoeven te zyn voor verdere gevolgen. MEDISCH PRAATJE. Schoonheid en gezondheid. Voor het veikrygen van een mooie tint moet men niets op het gelaat doen, noch blanketsel, noch goldcream» Alleen als het lichaam blootgesteld wordt aan scherpe of felle zonnestralen, is het goed een beetje vaseline of goldcream met poudre de riz te gebruiken om de huid te beschermen. Blanketsel, onontbeerlyk op het toe neel, is overigens volkomen onnoodig, vooral over dag. Vergeten mag niet worden dat blanket sel vaak gevaariyk is, niet alleen voer zachte opperhuid van net gelaat, maar ook voor het geheele organisme, daar het meer malen vergiftigde stoffen bevat als bismuth, arsenicum en vooral lood. Als men last heeft van roode vlekken puis&jes, bloedzweren, moet nien de huid niet uitwendig behandelen, doch is inwendi ge behandeling noodzakelyk. Voor bedoelde aandoeningen, die veelal bij de jeugd voorkomen, worden allerlei mid deltjes te goeder trouw rloor vrienden en kennissen aanbevolen, doch meestal ver ergeren deze de kwaal in plaats van ze te bestrijden. Dikwyls is het voldoende een reinigings- kuur te ondergaan, hetzy door vele afwas- schingen met warm water, alcohol of aether of zich te onderwerpen aan een ^malk) groentendieet gedurende eenige weken. Men mag niet vergeten dat de voeding veel invloed heeft op de schoonheid van het gelaat; alleen by algemeeme goede gezond heid kan men een goede tint behouden. Menschen die vlug eten en vee) thee drinken hebben een bleek-roode kleur. Om een mooie teint te hebben moet men offers weten te brengen, 4oor zien te ont houden van lekker eten zoo nu en dan om het bloed te zuiveren. Men moet niet aarze len zich aan een dieet te onderwerpen of zich ten minste eenige voedingsmiddelen onthouden zooals vlc-esch, chocola-Ie, spek, evenals Likeuren. Vooral in de lente als ons organisme zich moet aanpassen aan de nieuwe atmosfeer, stryden moet tegen de plot«elinge afwisse ling tusschen warm en koud, moet men goed voor zyn lichaam zovg dragen. De lent< een gevaariyk jaargetyde, Waarin men blootgesteld is aan verschillend»; epidemi sche ziekten als mazelen, roodvonk, water pokken, kinkhoest, oni niet te spreken van griep, verkoudheid en bronchitis. Om te stryden tegen deze seizoenziekteyuj is het raadzaam dat ons lichaam krachtig en bestand is tegen de millioenen microben, en daarom moet een tegengif tegen deze ge vormd worden in ons organisme. Een wel begrepen vermindering in de voeding is een der beste voorzorgsmaatregelen tegen de ziekten. Daarentegen is een sterke ondervoeding voor kinderen en de jeugd dagelyks een groot gevaar om deze ziekten te krijgéh. toegepast. De H. R. zegt n.L, dat de Raad van Be roep ten onrechte heeft aangenomen, dat in a". 74 den reclamant de verplichting wor# opgelegd aan de oproeping tot het verstrek ken van inlichtingen te voldoen e n stelt te- ven* ya&. dat de sancties in dit art. 74 ge noemd, betrekking hebben op het niet vol- n aan den ei sch van verleenmg van in- t hart st**d> dat z(j voortaan volstaan mat Een lichte rui der productieve jonge hennen. De normale ruiperiode onzer hoenders valt in het najaar, wanneer ze hun versle ten zomertenue laten vallen om Jaar voor een dik winterpak terug te ontvangen waarvan ze deze winter wel pleizier hebben gehad. Maar behalve deze normale ruipe riode kennen we ook nog een abnormale, welke evenwel by de moderne productieve hoenders zoo dikwyls voorkomt, dat men dit verschynsel langzamerhand als nor maal is gaan beschouwen, alhoewel zulks niet te verdedigen is, daar er wel degelyk iets tegen te doen is, evenals aan het ver schynsel van eene verlamming in de poo- ten der productieve jonge hennen, dat ook omstreeks dezen tyd van het jaar voor komt en precies dezelfde oorzaak heeft, zoo als wy hieronder zullen uiteenzetten,. Er wordt wel eens een vergelyking gemaakt tusschen onze moderne leghen en een eiermachine. Hoe beter de afstamming is, des te volkomener die stain zich aan de be- dryfsomstandigheden heeft weten aan te passen, naast een op het juiste tydstip broeden, een goeden opfok en een prima huisvesting en verzorging, des te meer die vergelyking van een moderne leghen met een perfect loopende eiermachine opgaat. Maar laten we toch ook indachtig biyven 't geen Barend, de bloemist-meesterknecht uit „Camera Obscura" zoo knap wij«geerig heeft gezegd: „Je kent het wel dwingen, maar dwingen en dwingen is twee; als je een ding dwingt, dat nou eigenlyk niet gedwongen kan worden, wat heb je dan? Dan plaag je je zelve. „Wanneer we onze hennen laten leggen in een tyd, welke iyn- recht tegenover den natuurlyken legtyd staat, dan is dat knap werk hetwelk we als kippenfokkers en houders hebben ver licht. We hebben uit de voederstoffen wel ke we den dieren hebben voorgezet zoo veel gehaald als slechts mogelyk was, ze via de hoenders in eieren weten om te zetten, maar hoe knap wp dit ook doen, het ia een onmogelykheid en zal het dit ook wel altyd. blyven, dit zoo precies af te mikken, d At we niet meer van de hun toegediende '/on derstoffen afnemen, dan voor het le*/eren van de wintereieren juist noodig is. I> t prak- tyk heeft namelyk geleerd, dat na con stanten winterleg de vitaliteit, d.o „pep", de fut der dieren dermate heefy jgeleden, dat de kiemkracht der eieren daaronder ia verminderd, meer of minder naarmate men zyn dieren een minder of meer ge- eigende voedersamensteiling heeft gegeven. Dit is een omstandigheid, Weüke allen broeders voldoende bekend is. Zoodra er nu een ongunstige wyaiging in de hoenders omringende omstandigheden g aat voordoen, als een strenge vorst, verandering van stal of van voeding, dan zuilen, zy den leg sta ken «1 zelfs in een lfehten, ,rmi vallen, welke EvontjM lachen. Bezuiniging. Pat en zyn vrouw kochten voor de goed koopte een klein vaatje bier. Zy waren ge wend by het avondeten een pint to drinken, die hun dertig cent kostte, en door een vaatje in te slaan, aldus hadden zy uitge rekend, kwam hun het pintje op een kwart je. Toen het vaatje bier was gearriveerd, gebruikten zy de eerste pint en toen Pat's vrouw haar deel op had, zei ze: „Wel Pat, we hebben een stuiver gespaard, hè l „Dat is ook zoo", zei Pat. „We moes ten er nog maar een nemen, dan sparen we een dubbeltje!" Kinderlogica. Twee kinderen met hun moeder komen langs een groote fabriek. De 4-jarige Frits: „Moeder kyk eens, hoe die groote schoorsteen rookt!" De 3-jarige Lotje: „Waarom rookt die kleine schoorsteen niet?" 0 Frits: „Wat ben je toch dom, Lotje, die is immers nog te klein, die mag nog niet rooken." De menschen op de maan. „Vader", vroeg Maxie, „wonen er men schen op de maan?" „Ja jongen", zei z'n vader met geduld. „Vader", ging Maxie verder, „wonen en véél menschen op de maan?" „Ja, jongen!" snauwde zyn vader wat humeurig. „Vader", besloot toen Maxie, na een kort beraad, „wat zal het dan een gedrang wezen als het halve maan is". hen lang van den leg «al houden, omdat dan weer een gedeelte van het voeder noodig is oin er de nieuwe veeren te doen ingroeien en er voor eene eierproductie niets 'over blijft. Dat verschynsel doet zich ieder faar voor, doch niet overal en niet steeds in de zelfde mate, doch in dit.ianjre winterseizoen tamelyk verspreid. Hetzelfde geldt even eens voor de pootveriamming, welke ge- woonlyk in Maart optreedt en dit jaar al iets vroeger werd gesignaleerd. Het zou te ver voeren om op dit vraagstuk diep in te gaan. Zulks gaat beter in een vakblad en liet is nog maar enkele weken geleden, dat in het bekende blad „De Pluimveebode" over dat onderwerp een uitstekende verhan deling verscheen. Maar toch vinden w(j het wel gewenscht er hier ook iets over te zeg gen, omdat men gewoonlijk de oorzaak van dit bekende varsqhynael ergens anders zoekt. Men zoekt het dan namelyk in ver kleumde pooben en zet de dieren dan apart, liefst lekker warm en zoowaar het helpt ook, wat echter gemakflcelyk te verklaren is. De zaak is deze: Ieder normaal samenge steld ei bevat bepaalde stoffen, welke ook voor een iichaamsfunctionneering noodig zyn. Ontbreken die -stoffen, dan treedt er een zenuwverlamming by de hoenders op, zich demonstreerend in krampachtig samen getrokken voeten en erti verlamming dp pooten. De naam voor deze ziekte is Avita minose. Nu zitten die stoffen wel in het voer dat men ze geeft, doch niet voldoende. De aanvulling daarvoor zit in jong versch groen, ook in levert raah, terwyl er recht- streeksch zonlicht aan te pas komt om die stoffen werkzaam te maken, hetwelk voor levertraan echter minder noodzakélyk is, zoodat men levertraan wel eefls „gebottelde zonneschyn" noemt. Door een straffen win terleg raakt de in den zomer en Herfst ver gaarde hoeveelheid dier stoffen op, aanvoer vindt niet meer plaats en wordt de leg niet gestopt, dan komen die verlammingen. Zet men de dieren nu apart, dan stopt de leg en de kwaal verbeterd daar door, dus niet door feb „lekker warm" houden. Echter kan men disk waal voorkomen, door de dieren 1^1 2 procent levertraan door het voer jte verstrek ken. Als men dit des mor|gens düor het har de voer werict is het des avonds voldoende in het graan getrokken, om zoo door de kip pen te worden opgenomen. iDR is de zeer beknopte verklaring van het jwnoemde ver schijnsel. ADVERTENTIEN. te Gouda, zal op DINSDAG 2 APRIL 1929 des avonds half acht uur, in ho tel „de Zalm" a. d. Markt aldaar, publiek verkoopen de fplfende alle te Gouda gelegen We 50 Het HEEHBSHUIS en erf aan de Crabettistraat no. 5. Vi'ii Van huur. 1 Het WOONHUIS erf aan de Stéinkade no. 5. Vr\j van huur. Het WOONHUIS n erf aan de Kannemetoloot 149. 'dit de hand verkoclU. Het WOONHUIS en erf Achter de Vischmarkt no. 25. Vrij van huur. Het WOONHUIS en erf aan de Wilhelminastuaat 24. Per week verhuurd voor 4.50. Vijf WOONHUIZEN en erven aan de WiRwJminastraat nos. 26/28/30/82/34. Per week ver huurd no. 30 en 32 voor f 2.50. no. 34 voor f 2.40 en de overige elk voor f 2. De perceelen zijn te aanvaarden op den betaaldag der kooppenningen 1 Mei a.s. en te bezichtigen de laatste 3 werkdagen vóór en op-den verkoop dag van 10 tot 12 en 2 tot 4 uur. Breder bü notities, gratis bu den notaris verkrijgbaar. re GOUDA, zal op Maandag 8 April 1929 des avonds half 8 uur, in Hotel ,,De Zalm" aan de Markt al daar, publlak verkoopen de volgende alle te Gouda gelegen Cappenersteeg 26. Per week verhuurd: boven voor f5.— en beneden veor f2.—. Cornelis Ketelstraat 73 met vrije poort. Vrij van huur. Vierde Kade 100, 102, 104, 106, 108, 110. Per week verhuurd elk voor f 6.45. Vierde Kade 46. Vrij van huur. Heerenstraat 143 (hoek Boschweg). Vrij van huur. De Perceelen zijn te bezichtigen de laatste 3 werkdagen voor en op den verkoopdag van 10 tot 12 en 2 tot 4 uur. Zij zijn te aanvaarden op den betaaldag der koopsommen 8 Mei a.s. Breeder bij notities, gratis bij den notaris verkrijgbaar. De Fijnproevers geven de voorkeur aan Hollandia's 10 machinaal ingepakt 1.12 peir pond, Kaas- en Boterhandel. Dit i« om mark 40 Talafoon 66. Voor buitenmenschen zeer billijk een BURGERWOONHUIS TE HUUR, bij eventueele koèp is slechts f 1000.— noodig. m Te bevragen J. v. d. BERG, Zwarteweg, Huize Marjo. Telf. 809 Wij hebben gedurende nog slechts enkele dagen loten van de ten bate van een Ziekenhuis aan den Graaf Florisweg. Goedgekeurd bij Koninkl. Besluit van 17 Dec. 1928, No, 925 Hoofdprijs: 2e prijs VIKR BESTE KOEIEN 20.000 Loten Prlj» per lot f2 Piano, Radiotoestel, Trapnaaimachine, 15 Naaimachines, 15 Rijwielen, 15 goudea Heeren- en 25 gauden Dames armbandhorloges, 25 nikkelen Koffleserviezen, 100 Thee serviezen. 100 gouden Vulpennen, 100 Carbid Fiets lantaarns, 100 elkenlwuten Bloemtafels, 100 nikkelen Heerenhorloges, 100 k6peren Bloempotten en 100 koperen Rookstellen. Totaal 8Q0 prachtige prijzen. TREKKING ZONDER UITSTEL ©PMS APRIL A.S. 1 lot f2.— plus porto en trekkingslijst f 2.2o 2 loten i f2 f 4.25 3 loten i f2.- „4 f 6.25 5 loten i f2 f 10.10 10 loten 5 f2.—f 20. LOTEN OVERAL VERKRIJGBAAR te Gouda bij C. MOONS, Graaf Florisweg 83, Postrekening No. 146228. Cadillac, Buick en ine«rdere moderne Automobielen tegen de nog steeds geldende lage tarieven - die in een deeg van 100 K.G. meel bereidt Vraagt ons steeds prijsopgave voor Uwe machi nes en benoodigdheden voor bakkerij en winkel Concernerend adres voor WINKEUNSTALLATIES Bakkerij- en Hotel-lnstallatiebureau Boteraloot 54, ROTTERDAM. Tel. 53060 Firma Wad A. Rlatvald. LANQE TIENDEWEO 27 BLAUWE DRUIVBN. SINAASAPPELEN CITROENEN MANDARIJNEN TAPELPEREN TAFELAPPBLEN BANANEN KAAPSCHE PRUIMEN TELEF 313 hooft ia voerrooi NIEUWE VIJGEN DOOSJES TUNISDADBLS POMPELMOES. I STUDENTEN HAVER VRUCHTEN IN BLIK VRUCHTEN IN GLAS DIVERSE SOORTEN NOTEN BUSGROENTEN (merk Stoutels)

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1929 | | pagina 2