an
)P
II
dan 6500 gezinnen in Gouda en Omgeving
m meer
DG.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
Deze Courant komt
Zaterdag 13 April 1929
BOSKOOP,
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op 'Zon- en Feestdagen
Bahlmann
Gouda
EERSTE BLAD.
Wij toonen U in elke afdeeling een enorme verscheidenheid
No. 17044
FEUILLETON.
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GDUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN. ZEVENHUIZEN, eni.
REGENMANTELS
BBOOax
Dit nummer bestaat uit twee bladen
25
75
89
89
29
nu
nu
10
bijzonder fyne stof maar met vlekken erop
1.25
49
49
nu
49
39
HOOFDSTUK XX.
sn slecht mi-
idérgeschikte
nu
nu
nu
roor
29
59
1.15
tal
We
Aparte Dames- en Kinderkleeding
Hoeden en Stoffen.
vóór de plaatsing aan het
zijn.
HN
nu
.IR
nu
nu
nu
este
nu
d,
nu
oplag'
68* Jaargang
HET PROCRUSTES-BED
Uit het EngeJsch van
ALICE en CLAUDE ASKEW.
(Nadruk verboden.)
nu
nder!
39
1.75
2.75
59
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring)
15 regels 1.30, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring:
1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20
bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels 2.25, elke regel meer 0.50. Op
de voorpagina 50 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bij contract tot zeer gereduceerden -
prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soiiede Boekhande
laren, Advertentiebureaux en onze agenten en moeten daags u“
Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te
in
en
loopen met visch langs de huizen,
drie functies waardoor ze gees<
vooruit komen.
Ze zijn alle zwaar-orthodox in geloofsleer;
Katholieken zijn er zoo goed als niet en van
overgangen van de eene naar de andere
kerk hebben wij nooit gehoord. Zij zijn in
hun idee ook in dit opzicht zeer vasthou
dend. Een lid van een andere kerk, al is
die maar een schakeering van het hervorm
de, is in hun gedachten een heel ander in
dividu en de kerkelyke kibbelarijen hebben
in de Scheveningsche huisjes heel wat ruzie
en geschil gewekt.
Ook in hun opvattingen te dien aanzien
blijven zy conservatief. Toen eenige jaren
geleden een nieuw kerkgebouw werd ge-
nu
azenvan
nu 69
nodellen,
Zelfkennis-
Hier en daar vindt in Europa de Ameri-
kaansche bouwtrant der wolkenkrabbers
navolging. De afbeeldingen, welke we van
deze torenhooge huistgevaarten in de il
lustraties vinden verplaatsen ons onwille
keurig in de oudheid, die geen mindere lief
de voor reusachtige bouwwerken bezat, ge
tuige enkele der Zeven Wereldwonderen.
Talrijk zijn de ruïnes van deze gigantische
bouwiwerken. Ze dwingen bewondering af
voor een geslacht, dat op technisch gebied
zooveel minder geoutilleerd was en nochtans
zulke monumentale steenen gevaarten wibt
tot stand te brengen.
In den ouden Bybel, waarin, hoe men ook
overigens over dit gewijde boek moge den
ken, talryke lessen ook voor het practische
leven der menschen gevonden worden, tref
fen we een en andermaal iets aan over het
bouwen van torens, waarmede waarschijn
lijk niet bedoeld worden torens, gelijk wy
die vinden bijvoorbeeld bij onze kerken,
maar groote producten van 'bouwkunst. De
eerste maal, dat van zulk een toren gespro
ken wordt is heel aan het begin. Daar wordt
verteld van mensdhen. die gaarne bij elkan
der wilden blijven, instede van verstrooid te
worden en die bovendien gaarne beroemd
wilden worden tot by het verre nageslacht
en daarom een hoogen toren wilden bouwen.
Aahgezien echter dit plan inging tegen het
groote scheppingsplan, hetwelk eischte, dat
de wereld bevolkt zou worden, kwam van
den boren niet heel veel terecht en de onbe
raden bouwers werden toch verstrooid.
Vandaar dat we nu nog spreken van een
toren van Babel, omdat het woord Babel
verwarring beteekent. In hun ander opzet
zyn ze echter geslaagd. Immers, ze hebben
zich een blyvenden naam verworven. Nu
nog wordt over hen gesproken. Het andere
woord, waarin over toren-bouwen gewaagd
wordt, is afkomstig van Jezus, waarin Jezus
t“gen overmoed waarschuwt en spreekt
ever iemand, die, wanneer hij een toren
bouwen wil, eerst moet gaan overwegen de
kosten, welke dit bouwwerk medebrengen
zal, opdat hij bijtijds weet of hij het werk
zal kunnen volbrengen. Anders toch wordt
hij uitgelachen, wanneer de menschen den
halifvoltooiden toren ziende, quasi medelij
dend, spreken over den dlwaas, diè begon te
bouwen en het niet kon volbrengen.
Beide verhalen zyn al oud. Ze hebben ech-
De idealist ziet, wanneer hij in geest
drift geraakt, gouden bergen; de mate
rialist geraakt in geestdrift, wanneer hij
bergen gaud ziet.
van afkomst, in den Haag of elders ver
dwaald tengevolge van haar huwelijk, aan
haar oude tradities vasthoudt. Maar op
Scheveningen heet zy dan ook een afvallige
en de man die haar als zyn bruid wegvoer
de, heeft weinig of geen kans op sympathie
bij zijn schoon-familie.
Het familie-Ieven is nog heel sterk in de
kringen der visschersbevolking, ouderwetsch
in vele uitingen. De familie leeft met el-
kaar’s lot zeer innig mede en deelt in vreug
de en leed. Over gestorven leden tot in
verre graad van bloedverwantschap wordt
gerouwd en menig gezin komt slechts spo
radisch uit de rouwkleeren, want er is in
die groote families altijd wel een lid dat be
treurd moet worden. Tot zelfs de kleine
kinderen stopt men in het rouwzwart, hoe
bespottelijk dat in den regel staat. Het is
echter de traditie en die laat men niet los;
men zet ze tot in de finesses door, er hei
ligschennis in ziende als men er in tekort
kwam.
Heel Scheveningen is één groote familie,
want men is er door vele eeuwen heen al
tijd maar weer onder elkander getrouwd.
Dat dit aan de physieke kracht dier bevol
king niet is ten goede gekomen, is te be
grijpen. Het is dan ook een zwak volk en
vooral geestelijk staat het niet hoog. Nooit
hoorden wij van een Scheveninger die het
wat verder bracht in de wereld. Zoolang
ze trouwens in het milieu blijven, is daarop
de kans zeer gering want de jongens gaan
het bedrijf of het beroep van den vader
de meisjes werken thuis, indienst of
in, geen van
istelijk veel
ook niet?
Ze veranderde alweer van gesprek, een
karakteristieke trek van haar. Eindelijk,
toen het uitgebieide diner was afgeioopeu
stond ze op en verliet het gezelschap om
haar moeder op te zoeken. Lord Raynour
bracht de twee jongelieden naar hun ka
mers door het trappenhuis, waarvan aan het
einde de schilderijengalerij lag.
Hij wees op een deur. Dit is mijn kamer,
zei hij, en ahs U sonu iéts noodig mocht heb
ben, weet jullie waar je me vinden kunt. Ik
lijd aan slapeloosheid en zit soms heele
nachten op maar ik amuseer my uitstekend
met mijn boeken en men kan beter studee-
rên als alles stil is.
Ze gingen door de schilderijengalerij, ver
licht zooals alle kamers in het huis.
Dit is de beroemde Godfrey! Lord Ray
nour bleef staan voer de beeltenis van een
donkere man, slank en knap, ondanks zijn
somber uiterlijk. Hij droeg de typische klee-
ding uit het Tudor tijdperk.
Hy ziet er niet uit om ruzie mee te ma-
ken> niet waar? vervolgde Lord Raynour.
Wat ook zyn zonden geweest mogen zyn, hij
heeft er zwaar voor geboet. Er wordt ge
zegd dat zyn geest in deze galerij rond
waart, maar ik kan niet zeggen ooit iets
verdachts gezien of gehoord te hebben en
evenmin heb ik ooit iets erover van de be
dienden vernomen.
Ze lieten Harry bij zyn kamerdeur en
gingen toen verder tot Philip’s kamer. Hier
wenschte Lord Raynour zyn gast goeden
nacht. (Wordt vervolgd.)
18
Ze zijn geen bijzonder eervol ras ge
weest, lachte Greta, daarom geloof ik niet
dat het iets hindert, dat het nu uitgestor
ven is. Mij interesseert wilde Barbara niet
veel meer, ze is zoo’n verschrikkelijke oude
heks en heeft zoo’n sfeer van geheimzinnig
heid om zich heen. Ik heb me vaak afge
vraagd, wat haar geschiedenis wel zou zyn.
0, daar schiet me iets te binnen, viel
Lord Raynour haar in de rede, zijn thee
kopje neerzettend. Je wilde me dat sieraad
nog geven dat je opgeraapt hebt bij Torren
Pound, Philip, opdat ik de eigenares zou
kunnen opsporen. Je dacht immers dat het
van wilde Barbara was? Ik kan het me
haast niet voorstellen.
Hij staarde in zijn kopje toen hij sprak.
Een sieraad; heeft u een sieraad ge
vonden bij Torren Pound, Mr. Arkwright?
Wat interessant, riep Greta. Haar donkere
oogen keken Philip aan.
Ik denk niet dat het van veel waarde
is, antwoordde Philip, en ik had het al hee-
lemaal vergeten. Het vreemdste was alleen
dat het gewikkeld was in een zakdoek van
Dien avond bij het diner was Philip ge
noodzaakt te bekennen dat hij op een
of andere manier het kleinood was kwijt
geraakt. Hy had het nergens kunnen vin
den. het zat in de jas die hij aan de vluch
teling had gegeven. Nu was het ding ver
moedelijk zonder waarde en zonder belang,
maar het incident irriteerde hem toch. Hij
had een hekei eraan om onwaarheid te spre
ken en toch was het onmogelijk Lord Ray
nour de waarheid te vertellen.
t— Ik schijn altijd iets te moeten verlie
zen, zei hij met een lach, en ik vermoed
dat, toen ik myn zakdoek of iets anders uit
mijn zak haalde, het eruit gevallen is.
Het hindert niets, zei Lord Raynour
vriéndelijk. Misschien wordt het wel weer
opgeraapt, ik zou er mij maar niets van
aantrekken.
Hy veranderde van onderwerp, kiesch,
omdat hy merkte dat zyn gast zich de zaak
aantrok. Ik heb bericht gekregen uit de
herberg, dat het goed gaat met de patiënte
van Dr. Cummings, zoo goed als maar
eenigszins te verwachten is. Ze is weer bij
bewustzijn maar heeft tot dusvere nog geen
woord gesproken. Ze zit overeind op het
bed en strekt op een eigenaardige, mede
lijdende manier haar handen uit en ze kijkt'
rond alsof ze in doodsangst verkeert. Het
kost de grootste moeite om haar te bewegen
wat voedsel te gebruiken. Ik zal zien dat
Ik haar morgen hier laat brengen, met een
van de meisjes van Marden om haar op te
passen. We hoeven deze geschiedenis niet
in de kranten te hebben, alleen al voor het
meisje zelf; we kunnen dan later wel uit
vinden wie ze is.
Het is bijzonder vriendelyk van u om
zoo goed voor haar te zorgen, zei Philip,
het zal me benieuwen of het mysterie van
haar verschijning ooit opgelost zal worden.
Er is alleen een ding dat mij buitengewoon
treft, voegde hij erbij, en dat is dat het
bed van Procrustes zijn reputatie op zulk
een vreemde manier gelogenstraft heeft.
Ik stel veel belang in het bed van
Procustes, antwoordde Lord Raynour, en
ik zal niets onbeproefd laten om het bed,
evenals het andere meubilair uit die kamer
van Silas Marden over te nemen en ik denk
en Lord Raynour lachte hartelijk, dat na de
gebeurtenissen van den afgeloopen nacht
onze vriend Marden, behalve die paar meu
bels, wel zyn heele herberg weg zal willen
doen.
Gedurende het uitgebreide, welverzorgde
lilHIlSIIIE (III HIM.
die me afkomstig schenen van bloed.
Philip doorzocht zyn zakken, maar her
innerde zich plotseling dat de broche met
de zakdoek in de jas waren dien hij' dien
morgen gedragen had en aan den vluchte
ling op het moeras gegeven had.
Hij bloosde in zyn onzekerheid wat voor
uitvlucht hy zou zoeken. Hy was zich be
wust dat de scherpe oogen van Greta en
haar vader op hem gevestigd waren.
Ik merk dat ik het niet meer in myn
zak heb, ik denk dat ik het boven heb laten
liggen.
weken te voren op die dagen hopen. Onder
hen zijn ook de zeer velen die op Zondagen
niet wilden uitgaan en nu den tweeden
Pagschdag eens kunnen genieten.
In het visschersmflieu op Scheveningen
is het bijvoorbeeld de gewoonte dat allen op
dien Maandag gaan wandelen met het
nieuwe zomergoed aan. Men rekent er
zoo’n beetje op dat het al warm weer is en
dat het wintergoed opgeborgen kan worden.
Nu is het in den regel niet zulk fraai weer
dat men dien overgang al kan doormaken
doch tegen een beetje luchtigheid ziet men
niet op, als het gaat om de pronkzucht met
de nieuwe kleeren bij de vrouwen.
De Scheveningsche meisjes zyn niet vry
van ijdelheid en zij weten dat de kleurige
dracht flatteert, vooral als de zon schynt.
In den loop der jaren is er aan de tradi
ties niet veel veranderd. Alleen de Scheve
ningsche kermis is verdwenen. Ze duurde
maar een of twee dagen en in den regel
stond een deel der kermistenten op het
strand. Waarom dit vermaak aan de vis
schersbevolking is ontnomen, weten we
niet. Het was geen hartverheffend vermaak
maar het paste nog zoo typisch bij den aard
der bevolking. Nu zoekt men weer andere
uitspanning, zit in café’s en lunch-rooms
en het is de vraag of dat nu zooveel beter
is. Met Pinksteren is er weer een andere
traditie; dan trekt alles naar den Haag,
naar de markt, die juist op Pinkster-drie
valt en de café’s in den omtrek daarvan
maken goede zaken. Als het tenminste goed
weer is.
Door alle eeuwen heen heeft de typische
kleeding zich gehandhaafd. Ze heeft wel
eens periodes doorgemaakt waarin het leek
alsof ze zou verdwijnen maar daarop volg
de weer een opleving. In de oorlogsjaren
was er een inzinking omdat over het alge
meen d$ze kleed ij duur is én in die jaren
waren dé gewenschte stoffen niet altyd te
krijgen. Toen later alles weer volop in de
winkels voorhanden was, kwam het oude
verlangen weer boven en thans ziet men de
„dracht” weer algemeen. Natuurlijk zyn er
onder de jongeren, die afvallig worden; als
een meisje zin krijgt in een jongen-uit-de-
stad, is er groote kans dat zij op een goe
den dag in „stadskleeren” verschijnt, want
men ziet het nooit dat een Scheveningsche
diner, waar slechts vier personen aanzaten,
daar Lady Raynour op haar kamer bleef,
onderhield Lord Raynour zich met Harry
over oude meubelen en curiositeiten, waar
van zy beiden groote liefhebbers waren.
Greta en Philip hadden het over Greta’s
verblijf op Grosvenor Square en de vriend
schap die ze met Dora gesloten had.
We kunnen zoo goed opschieten en ik
hoop dat ik Uw zuster dikwijls zal ontmoe
ten. Dora was eerst erg verlegen, maar ik
lachte haar uit. Het is een aardig meisje en
iedereen is vol bewondering voor haar. Ze
zag er ook erg aardig uit op het bal, ze
droeg... maar daar zal ik maar niet over
praten want dat interesseert mannen toch
nooit. Ze veranderde plotseling van onder
werp. Vindt U het niet jammer van Lady
Kenards groenen diamant? Ze verloor hem
op dien avond van het bal en ze weet zeker
nat ze hem nog had toen de laatste gasten
goeden avond wenschte. Ze kwam nog in
mijn kamer, voor ze naar bed ging en ik ben
haast zeker dat ze hem toen ook nog aan
had.Maar toen ze in haar eigen kamer kwam,
was hij verdwenen, en hy is nergens te vin
den. Heeft Uw zuster U er niet over ge
schreven in haar brief? Ik meen dat U be
richt van haar had gehad?
Zij vertelde mij er niet zooveel van al-s
U, miss Frankiyn, gaf Philip ten antwoord,
ze schreef alleen van het veriies van den
diamant.
Ik denk dat hij wel teruggevonden
wordt, vervolgde het meisje, het is niet
waarschijnlijk dat hij gestolen is, denkt U
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
CMLXV.
De Paaschdagen hebben ons leelyk teleur
gesteld. Het was weer eens winter in plaats
van lente en aan tal van verwachtingen is
een droevig einde gemaakt; tal van plan
nen zyn mislukt. De goede Vrijdag had de
hoop verlevendigd dat wij een zonnige Pa-
schen zouden krijgen, maar het is anders
geworden. We zullen er niet te lang om
treuren maar het is en blijft altijd zielig
voor hen, die weinig vry-af hebben en die
bij de ruïne van zyn eigen teven. Hij heeft
in jonge dagen misschien gedroomd veel te
zullen worden in de wereld, maar het is I
hem gegaan als menigeen in het droomen-
land: de droom overschreed de werkelijk
heid verre; zoo ver, dat de d^oom zelfs be-
lacbeJyik werd. Door welke oplstandighcden
dan ook heeft hij het wellicht ook ver ge
bracht, maar te ver voor zijn krachten. De
plaats, waarop hij ten laatst#géste*d weid,
bleek zijn krachten te bovenfte gaan. Hoe
menig goed politicus bleek
nister. Hoe menig bekwaam
bleek een onbekwaam patroc
Nu laten we hier de uitwendige dingen
rusten. Ofschoon in onze dagen ook menig
een in zijn uitwendige verachyining te gaar
ne meer wil wezen dan hy inderdaad is.
Het resultaat is poover, zoowel die met hem
op één lyn staan als degenen, die meer zyn,
l.'.chen om hen. Ook aan de aridere zijde van
het weidehek blijft een koe een koe.
Al deze dingen moesten tot nadenken
stemmen. Men kan nog zulife mooie plan
nen maken, wanneer deze plannen niet in
de werkelijkheid des levens .omgezet kun
nen worden, is de plannenmaker een voor
werp van spot. Dit is de eföch, welke tot
ieder komt, dat hij in geem enkel opzicht
moet trachten meer te doen dan hij kan en
meer te schijnen dan hij is. Zèlfkennis, door
de oude Grieken als een dqjt levensfunda
menten geprezen, is de eerste voorwaarde
voor een tevreden en gelukkig leven. Wien
deze kennis ontbreekt, die n&’et tenslotte
zitten biji een onivoltooiden toren en waar de
wereld onbarmhartig is, daar heeft hij naast
het verdriet ook nog den spot te oogsten.
Wie zich bewust is van eigen kennen en
kunnen, die maakt zyn plannen en over
weegt of hij in staat wezen zal ze te vol
brengen. Weet hij dat, dan vangt hij aan en
zet door en volbrengt. Daardoor wordt zijn
levensblijheid en vrede verhoogd. Eerst dus
nederzitten en berekenen en dan bouwen.
Een oude les, maar een, die nog niets van
haar waarde verloor.
ter nog niets verloren van hun waarde en ue
leerling, welke er van uit kan gaan op de
genen, die de les ter harte willen nemen, is
inderdaad groot. Nu is die leering velerlei
en we zullen derhalve genoodzaakt wezen
iets slechts daarvan te nemen. i
In beide woorden wordt uitdrukking ge
geven aan het algemeen menschelyk ver
langen om meer te zyn dan men is; om al
thans meer te schijnen dan men inderdaad
is. Daarvan is de wereld onzer dagen aan
alle kanten letterlijk overvol, gelijk de
markt overvoerd kan wezen van een be
paald artikel*. Dan vermindert daarvan de
waarde sterk en zoo is ook de waarde van
aanzien en grootheid onder ons sterk gede
precieerd. De kinderen spelen hun spel,
daarby dient één de leiding te hebben, an
ders loopt het spel dooreen. Hoe vaak nu
geschiedt het, dat een hunner zich als spel
leider opwenpt, terwijl hy de kwaliteiten
mist om leiding te kunnen geven Hij deed
alsof hy inderdaad meer was dan zyn speel
genootjes, maar de praktijk wees uit, dat
hy hooger dacht van zichzelf dan hem be
taamde. In het kinderspel ruischt het men-
schenleven. Hoeveel menschen geven zich
voor meer uit dan ze zyn. Leven in alle mo-
geliykie opzichten feitelijk 'boven hun stand,
in de uitiyendige dingen des levens, maar
niet minder geestelijk genomen. Vergissen
we ons niet, dat vertelt de Engelsche schrij
ver Jerome K. Jerome van een gezelschap,
dat verdwaald was in een doolhof. Een van
4e verdoolden deed of hij den weg wist, men
volgde hem gewillig in de hoop den uit
gang te zullen bereiken, maar hij wist den
weg evenmin als de anderen, met het ge
volg, dat men eerst over hem lachte en later
op hem vertoornd werd. Ook een beeld uit
het menschenleven. Hoeveel van die beel
den zouden we niet uit boeken, maar uit
het menschenwereldje om ons heen kunnen
nemen, welke bewijzen, dat er heel wat
torenbouwers zijn, die de fundamenten ge
legd hebben in hun eigen verbeelding, maar
die, zoo ze het al verder brengen, toch al te
spoedig geopenbaard worden als degenen,
die niet eerst nedergezeten waren om te
overwegen of ze in staat waren door hun
capaciteiten te volbrengen hetgeen ze zich
als doel hadden voorgesteld.
Men vindt in de landen der oudheid
van ruï'nes van groote bouwwerken,
nemen aan, dat die in volle glorie van het
voltooide bouwwerk eens geprijkt hebben.
Indien we de waarheid wisten, hoe vaak zou
misschien ook hier van toepassing zijn: wel
begonnen, maar niet voltooid. Menigeen zit
mil2'/2
nu 29
nu 49
nu 1.95
n kwart
nu 29
tvulling,
oor 29
in igla-
nu
CNT
oor
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 2.25, per week 17 cent, met Zondagblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt.
Franco per post per kwartaal 3.15, met Zondagsblad 3 80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
bij onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zy’n dagelijks geopend van 96 uur. Administratie Telef. Interc. 82-
Redactie Telef. 83. Postrekening 48400.