eo machines fornuizen Kachels o’k 7. Kllilt Mij. ikbank 997. Deze Courant komt dan 6500 gezinnen in Gouda en Omgeving in meer NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN s No. 17056 Zaterdag 27 April 1829 n in Huur. Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen HA, Bahlmann Gouda EERSTE BLAD. BOSKOOP. GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, FEUILLETON. Kaar logst Asthma ti genezing .lour uiuu- uit plantenextracten, .ttesl: BERGAMBACHT, BERKENWOUDE. BODEGRAVEN. I-- - ---- ---------- NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, BEEIWUk' SCHOONHOVEN, 8TOLWDK"WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, en*. ideweg 54, ge- Dit nummer bestaat uit twee bladen. n t korting 30 trouw O o HOORWEG (Wordt vervolgd.) **WBR*RC Extra voordaeliga aanbieding uit onze schitterende Collectie uames- en Kindermantels, Japonnen, Kinderjurken en Hoeden 2697 40 het dat i komen Igens de town van waarom vóór de plaatsing aan het rijn. LEVENSVREUGDE. Wat Is een dag? gegarandeerde oplag* 6BOO 68" Jaargang Onze afdeellngen worden geregeld met de laatste Nouveautés bijgevuld Bijzonder voordeeiiue aanbieding van ZWABTE- eo MihlUE jlikttU. ille malen in JAPON- en MANTELSTOFFEN brengen wij «en enorme sorteering Prachtvolle collectie Zijde voor Mantels per kwartaal 2.25, r week 22 cent, overal waar 'artaal 3.15, met Zondagsblad 8 80. Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen by contract tot zeer gereduceerden prys. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boekhande laren, Advertentiebureau* en onze agenten en moeten daags Bureau zyn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te BOIME <01R 4 XT. weekbladen heeft een t feminisme ons handen genomen hier ter plaatse DO.- ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring): 15 regels 1.30, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20 bijslag op den prys. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prys. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels 2.25, elke regel meer 0.50. Op de voorpagina 50 hooger. V Gew< prys. dien waanzin was v wat vertellen Philip pen. Wilde Barbara, zooals je haar gelieft te noemen, was mijn vrouw. Philip sprong op. Deze sensationele ont hulling wierp een nieuw en geheel onver wacht licht op de geschiedenis. Sprak Mor ley werkelijk de waarheid? Uw vrouw Philip keek Paul Morley stom-verbaasd aan. O, U moet U zeker ver gissen, ze was een verwaarloosd schepsel uit het moerasland. Ik kan me het niet voor- Het matelooze in de genieting brengt telden het geluk... en de kleine mensch tracht maar steeds naar het matelooze. HET PROCfiUSTES-BED. Uit het Engedsch van ALICE en CLAUDE ASKEW. (Nadruk verboden.) HOOFDSTUK XXXII. Wie Wilde Barbara is! Een vrouw gaf haar leven voor UI Philip begon te begrijpen wat zyn metge zel bedoelde. U beschouwt den dood van wilde Bar bara toch niet ais een misdaad van Uzelf? Ze was niet volkomen normaal en wat zy <leed was de daad van een krankzinnige. Maar waar is het, dat zij Uw leven gered heeft? En denk je dat er geen systeem in roeg Mbrley. Ik za! je en je zult het begrij- Wat Is een dag? We leerden in onze jeugd, dat een dag vier en twintig uren heeft en op school kregen we enorme hoe veelheden seconden te herleiden tot minu ten, uren, dagen enz. We wegen een dag in ons leven gewoonlyk niet zwaar; we tellen een dag haast niet, of het moest een dag wezen, waarop van toepassing is het woord dus dichters: de dagen, de tragen, zy willen niet gaan. Dan voelen we het gansche ge wicht der vier en twintig uren; dón scnynt het alsof de wyzers op de«klok niet vooruit willen gaan, alsof ze juist dien dag met hun beiden saamgespannen hebben om hun weg zoo traag mogelyk af te leggen. Maar wan neer er geen spanning in ons leven is, och, wat tellen we dan een dag maar weinig. De eene dag is ons als de andere en het is alsof we den grootsten haast hebben om vooruit te komen in het levensbestek, dat ons werd toebedeeld. We herinneren ons later dikwijls zeer goed, soms nog na vele jaren, den dag, waarop dit geschiedde of dat, maar dat zyn dan ook weer van die dagen, welke zich in de vlakte van ons leven verhieven. Doch hoe weinig zyn betrekkelyk die dagen in ons leven. Het grootste deel hunner gaat kleurloos voorbij. Kleurloos. We staan des morgens op en maken ons gereed om onze dagtaak te vol brengen. We doen ons werk en als het ver richt is, besteden we onzen tyd, gelijk dat ons het aangenaamst of het nuttigst voor komt. Daarna komt de nacht. Voor velen zijn die dagen van betrekkelyk weinig waarde, omdat ze niet gedragen worden door het besef, dat het een goed en koste lijk ding is arbeid te mogen verrichten, een plaats in de wereld, welke dan ook, te mo gen vervullen. Kleurloos is de dag slechts voor, degenen, die daaraan geen eigen kleur, hun eigen kleur weten te geven. Wie dat echter we! doet, die aanvaardt iederen dag als een gave hem geschonken om er iets van te maken, iets goeds, iets, dat vruchten vóórtbrengen kan en zal. Zy zyn het, die hun levensdag bij kleine beetjes genieten, die er zich in verlustigen, dat hun het leven geschonken werd, die het iederen dag weer op hun gemak genieten. Hoeveel menschen ontbreekt het aan die rust in hun leven. Rust is heel iets anders dan traagheid. Traagheid is een benaderen van dien stilstand, welke achteruitgang is. 1 ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 2.25, per week 17 cent, met Zondagblad per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt. Franco per post per kwartaal 3.15, met Zondagsblad 8 80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA, by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zyn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Telef. Interc. 82- Redactie Telef. 83. Postrekening 48400. tot wanhoop en razernij. De broers... het waren er twee... waren me nooit bijzonder vriendschappelijk gezind geweest. Ze had den met hun zuster in een huis in de buurt van Wendlesham gewoond, een sinister, een zaam gelegen huis. Het was daar, dat ik Helen voor het eerst ontmoette... ze heette Helen... en ik trouwde met haar tegen de zin van haar broers, die me toen al schenen te beschouwen als iemand, die met fatale zekerheid in moeilijkheden moest raken. Het waren een paar zure, schijnheilige Schotten en mijn vlotte levenswijze was hun in hooge mate antipathiek. Terugkomend uit de gevangenis in mijn huis in Londen, vond ik een brief van Helen, waarin ze me schreef dat ze me nooit mefer wilde terug zien, omdat ik schande had ge bracht over mijn eigen naam en den haren. Ze zou naar het buitenland gaan met haar jongsten broer, met een van de twee by wien ze gewoond had, en alles was uit tus- schen ons. Ze zou zich voortaan niet meer Tarrant noemen, maar haar meisjesnaam weer aannemen. Ik schreef haar herhaaldelyk naar eenige adres, waar ik kon vermoeden mijn brieven haar zouden bereiken, naar het huis in Devonshire. Ik zwoer haar bij de liefde, die ze toch eens voor me gevoeld had terug te komen, maar mijn brieven bleven onbeantwoord. In mijn wanhoop ging ik toen zelf naar Devonshire en met veel moei te verkreeg ik een onderhoud met mijn zwagers. Ze waren beiden thuis en vertel den mij dat myn vrouw in het buitenland een toevlucht in een klooster had gezocht W gaat hij, 1 e door hoesten eplaagde man; laar waarom neemt 1 ij ook geen \RESWAL- SIROOP beproefde, goed- ndcRaver-producl? J ...«J behandeling sedert 0 k hoest minder, haal I mij krachtiger. Toch aangetast, want ik p last van 3 genees even. De minste bewe- oden, doch in die vyf geheel ander mensch wjj feministen en toe doen, onderwerpen die ons meer Naaisters 1 O p r o o tal ongevallen in onze stad. In 1928 is het cijfer weer met vijftien procent gestegen en het is nu in vyf jaar tyd meer dan verdub beld. Het cyfer bedroeg nu niet minder dan 2886 waarvan 286 met doodelijken of zeer emstigen afloop. Op zichzelf is deze toene ming al heel belangrijk maar er zijn nog bizonderheden bij, die het nog erger maken. In de nauwe middenstad waar het verkeer zeer scherp geregeld is en op de gevaarlijke punten voortdurend toezicht wordt gehou den door de verkeerspolitie neemt het aan tal in veel geringere mat® toe dan in de buitenwijken. In die wyken is hgkfcantai thans driemaal zoo groot als in 1923. Hieruit blijkt dus, dat het toezicht een goed effect heeft maar tevens dat daar waar het ni®t is, het gevaar zeer groot begint te worden.. Vim de verwachting der politie^dat de beperking der snelheid een gunstigen invloed zou heb ben op het aantal ongevallen is niet veel uitgekomen. Het aantal is stellig met hoo ger percentage toegenomen dan het verkeer en de stijging in de onbewaakte buiten wijken bewyst dat de snelheidsbeperking op zich zelf niet het gewenschte effect heeft. Opmerkelyk is dat Rotterdam zooveel gunstiger er voor siaat dan den Haag. Op 1000 inwoners komen daar maar 9.4 motor rijtuigen voor tegen 18.5 in den Haag. Het gevolg is dan ook dat het aantal ongelukken er veel minder is en veel minder toeneemt. De toeneming bedraagt in vyf jaar tyds in Rotterdam slechts 55 in den Haag 110 in Amsterdam 115 De conclusie die voor de hand ligt is deze dat in de buitenwijken roekeloos gereden wordt en dat op den duur ook daar de controle scherper zal moeten worden. In den Haag komen dus acht ongelukken per dag voor met vrijwel geregeld één met doodelijken of emstigen afloop. Het is ook onze indruk dat in de buitenwijken nog maar steeds te veel raak gereden wordt. De hoeken worden op roekelooze wijze gemaakt er wordt niet voldoende aanduiding gegeven van de bochten die men wil maken en er wordt maar op goed geluk gereden. Her haaldelyk hebben wy gezien dat op hoeken en dat het ten eenen male onmogelyk voor mij zou zijn om haar weer te zien. Ze had me uit eigen, vrijen ‘wil verlaten; wat immers voldoende bleek uit haar eigen handig geschreven brief. Het is een wonder dat ik die twee ellen delingen niet neergeschoten heb. Ze waren veel ouder dan myn vrouw, ongenietbare, verzuurde kerels, die nergens op hun plaats waren, behalve misschien in hun eigen Sehotsche moerassen. Ik heb nooit geweten wat ze ertoe gebracht heeft om naar De vonshire te komen en met hun zuster in het eenzame huis aan den weg naar Lydford te gaan wonen. Ik moet je in dit verband nog vertellen dat zoowel myn ontmoeting met Helen als ons huwelijk allemaal heimelijk plaats hadden. En toch was ik Spencer Tar rant van Wendlesham, een man met een stamboom, die metde beste in het land kon wedijveren en in die dagen iemand van geld en positie! Ik zou waarachtig achteraf gaan gelooven dat die twee naarlingen van broers het tweede gezicht hebben gehad! Wel, om op tnyn onderhoud met die twee heeren terug te komen, ik verdacht ze er min of meer van, dat zy mijn vrouw van my hadden weggetroggeld, maar na veel praten slaagden ze erin mij in den waan te brengen, dat het waar was wat ze beweer den... dwaas, driedubbele dwaas die ik was, dat ik ooit aan de liefde van mijn vrouw getwijfeld heb -, want ze is nooit naar het buitenland geweest, Philip. Dat ben ik pas een paar dagen geleden gewaar geworden; ze was al dien tyd in het huis verborgen, schreiend, weeklagend en vruchtelooze po- bevoorrechting was, waarby wij dan nog maar in het midden zullen laten of de be trokkene belangrijk werk of niet heeft ver richt. Maar dat deze feministe dit geval als nummer één van niet bevoorrechting noemt, tcont wel hoe slecht zij op de hoogte is. Als ze dan ook ons verwyt dat wy met een be slagen joumalistieken bril kyken, rijst toch heusch de vraag of dat nog niet te verkiezen is boven volslagen blindheid, waaraan zij zich schuldig maakt. Plotseling is zij het met my eens toen wy constateerden dat particulieren ieder geval van een vrouw die na het huwelijk in functie wil blijiven afzonde) ijk beoordeelen, omdat zjj in staat zijn dit te doen terwijl de over heid objectieve maatstaven vaststejt en dus aitijtrachtéröp is. Juichend roept ze uit dat die particuliere maatstaf in het overheids bedrijf een zegen zou zyn. En vooral ook oir. de ambtenaren naar wier heengaan wordt gesnakt en die men maar niet kwy’t kan, te loozen. Zelfs in de hoogste rangen die weg-gewenschte ambtenaren volg schrijfster voor. Het stelsel is fout, beoogt ze dan, maar de vrouw mag daarbij niet het loodje leggen. Hier wordt nu alles door elkaar gehaspeld. Wanneer er hooge ambte naressen zijn die men graag kwijt wil dan pleit dit tegen het promotie-stelsel. Wan neer er in het algemeen personen zyn die men wil loozen dan is dat toch altijd een klein percentage van het aantal. Een verge lijking met de vraag of het mogelijk is ge huwde vrouw en ambtenares tegelijk te zyn, gaat heelemaal niet op. Wanneer de erva ring leert, dat als regel die combinatie niet mogelyk is, dan dient de regel te zijn dat ze niet wordt toegelaten. En het staat naar onze meening vast dat die regel is komen vast te staan. Meer zullen wij er niet van zeggen: debatteeren ongaarne met fem””’"*'' zullen er dus verder het zwijgen Er zijn andere onderwerpen die aantrekken. We willen bijvoorbeeld eens wyzcn op de wederom gebleken toeneming van het aan- BKIEVEN UIT DE HOFSTAD. CMLXVUI. In en der groote der voorvechters van het weinig minzaam onder 1 over hetgeen wy onlangs schreven over de ambtenaren in hei alge meen en de gehuwde ambtenares in het bij zonder. Na eerst als te doen gebruikelijk schijnt een deel uit zyn verband gerukt te hebben komt het feministische aapje uil den mouw. Wij hadden geconstateerd, dat een enkele ambtenares die in het huwelijk trad noch in dienst bleef maar dat aan be voorrechting die daaruit dikwyls voorkwam een einde is gemaakt. Van zoodanige bevoorrechting heeft de geachte voorvechtster nooit iets bespeurd en in haar ijver noemt ze eenige namen van bekende gehuwde ambtenaressen omtrent wie zij nooit iets van bevoorrechting heeft gehoord. Nu wil het ongeluk dat de eerste van die drie juist de naam is van degene die op de allerergste wijze bevoorrecht is, die vrijheid kreeg om niet op het bureau te ko men maar thuis haar werk te doen op tijden die haar het best convenieerde. Er heeft over dit geval altyd de grootste ontstem- ming bestaan omdat het meer dan ergerlijke Rust is het evfenwicht des levens, dat vonden wordt in den vrede met zichzelf, met het eigen leven, met God en met de menschen. Uit dien vrede wordt de rust geboren, welke gansch het leven draagt en steunt. Heel iets anders dan traagheid. Wie die rust bezitten mag, die haast niet door het leven heen; die woelt niet om verande ring; die aanvaardt iederen dag met de daarvoor weggelegde taak. Hij verricht die met toewijding en met blijdschap, omdat hy leven en taak beziet onder hooger licht. Hoe weinig wordt dit genieten van oen levensdag, van ieder onderdeel, hetwelk daarvan door den tyd afgeplukt wordt, in onze dagen gewaardeerd. Doör allerlei om standigheden toch, welke zich voordoen in het leven van iederen mensch en in de wereld om ons heen, wordt dit genieten ons schier onmogelyk gemaakt, omdat deze om standigheden de rast van het leven bedrei gen en stilaan ondergraven. Dan, we leeren de dingen des levens bezien niet stuk voor stuk, maar in het groote verband van heel het leven zelf. Daardoor verliezen ten on rechte de kleine dingen des tevens en daarom ook de enkele dagen hun eigen beteekenis, zooals ook de waarde van den enkelen mensch verloren gegaan is, omdat op het groote getal, op de massa alle nadruk ge legd werd. Het is verkeerd om den enkelen dag niet te genieteii. Juist het leven bij kleine beetjes als liet ware te nemen, schenkt een genot, dat niet genoeg gewaardeerd kan worden. Nu zegt misschien iemand, dat zou gansch verkeerde levenspolitiek wezen. Im mers we moeten, verder zien dan den dag van heden. Ook voor den toekomenden lijd moet gezorgd worden. Inderdaad is ook dit laatste waar, maar het één behoeft het ander nog niet uit te sluiten. We kunnen iederen dag des levens wel genieten zonder nog de eischen van den ganschen levensdag te veronachtzamen, gelijk iemand wel ver trouwen kan op een Hoogere Macht, die alle dingen in zyn leven bestuurt en tege lijk verzekeringen sluit tegen de bezwaren van den ouderdom, van ziekte of brand. Hêt één sluit ’t ander niet uit. Er is een groote verschil tusschen onbezorgd en zorgeloos. Zoo is er een groot onderscheid tusschen het genieten van iederen dag des levens en wat de menschen noemen van het leven ge meten. Daarin ligt de gedachte van de zor geloosheid opgesloten. De goede bezorgheid omtrent ons leven openbaart zich juist daarin, dat we iederen dag, welke ons ge schonken wordt, aanvaarden als uit de hand van Hem, die eens de aarde deed worden, gingen aanwendende om mij te bereiken. Ik ging heen, bitter ontgoocheld door wat ik het verraad van mijn vrouw noemde. Het kon me verder niet schelen wat er met me gebeurde en ik denk dat het de onverschil lige wanhoop, die in mijn hart was geslopen, is geweest, die me dreef tot den aanslag, waarvoor ik voor den tweeden keer werd ge arresteerd en kort daarna tot levenslange dwangarbeid werd veroordeeld. Maar ook de beide broers ontliepen hun straf niet zoodat ik me daar hartelyk over verheugde, ofschoon ik toen nog geen idee had van den onrvang van hun gemeenheid. Toen ik een paar maanden in de Prince- gevangenis gezeten had, hoorde ik een nieuw-aangekomen gevangene hij veroordeeld was. Hij had ergens ingebroken, vertelde hij, in een eenzaamlig- gend huis in de streek van mijn zwagers moest zyn. Hy had weten weg te komen met een rijken buit en zyn vlucht was ver haast door de plotselinge verschijning van een vrouw, waarvan hij vermoedde dat ze niet wel bij ’t hoofd was. Hij had de deur van een kamer geforceerd en die vrouw was naar buiten gerend. Van hem had ze nauwe lijks notitie genomen; ze was naar buiten- geglipt en verdwenen in het moerasland. Het was mijn vrouw geweest, die hy, zon der het te willen, de vrijheid had gegeven, maar ik had toen geen vermoeden van de waarheid. Ik dacht niet anders dan dat hy het over de oude huishoudster had, die sinds hun komst in Devonshire, bij mijn zwagers in betrekking was. j Seraing (België)”, net bewijzen aan den ismiddelen zelf, den an G. DAMMAN, aan ABILló (afd. 1* 83) srdam. IIEKTE DUIDELIJK ant er is een speciale akte. opdat daarop de mensch <ien goede woon- stee hebben zou. Wie dat doet, die genietvvan iederen dag, juist omdat deze voor heniïeen gave is. Een gave heeft haar bestaansrecht juist in het genot, hetwelk ze schenkt. Maar ook, een gave moet gewaardeerd Worden, niet zoo zeer om datgene wat af is, maar om dat gene, wat ze bedoelt te** wezen. Het is dus niet de vraag, wat iedere dag ons schenkt, hetzy licht of zonneschijn, maar of we den dag aanvaarden als een geschenk, dat iets tot ons te zeggen heeft, omdat een be doe- ling daaraan ten grondslag ligt. Dit is de bedoeling, dat we iederen dag zullen leven waardig de roeping, waarmede we geroepen zijn om in deze wereld licht en kracht te verspreiden, gelijk de brandende kaars en het zout licht en kracht verspreiden. Dat doen deze niet opzettelijk, ze doen het auto matisch, omdat ze niet anders kunnen, gelyk zon, maan en sterren licht versprei den, omdat ze eenvoudig met anders kun nen. Wanneer wy onze dagen genieten, voor zichtig bij kleine beetjes nemend, opdat ze toch niet zóó vlug zullen voorbijgaan, dat we onze levenstaak niet kunnen volbrengen, dan eerst genietgn we yan Irft leven, omdat iedere dag ons dan een gave Wordt uit hoo gere regionen, gegeven om onze roeping als menschenkinderen, als lichtdragers in deze wereld te verhullen. -u stellen dat zij dan een vrouw van beschaving i<? geweest. Uw vrouw! Toch is het zoo, zei Morley. Ik zal je vertellen hoe ik achter de waarheid geko men ben. Maar eerst wil ik je een en ander over haar vertellen. Hij wachtte even en vervolgde: We waren twee jaar getrouwd, toen mijn moeilijkheden begonnen. Ze was een Sehotsche en hoewel het je nu vreemd zal schynen, omdat jy niets anders gekend hebt, dan dat wilde wezen uit het moeras, was zij in die dagen heel mooi. We hielden dolveel van elkaar en ik was overtuigd, dat, wat er ook gebeuren mocht zij mij zou blyven. En zoo scheen het tenminste ook in het eerst. Ze bleef opgewekt onder alle tegenspoeden, en zei dat ze even geluk kig met me zou zijn of ik arm was of rijk. Toen kwamen kwade dagen en ik werd ge arresteerd. Ik zat maar betrekkelijk kort in de gevangenis en werd toen vrijgelaten op borgstelling. Ze ontdekten pas later den vollen omvang van wat ik gedaan had en het was nog voor ik dien moordaanslag had gepleegd waarvoor ik zoo zwaar gestraft ben. Zooals ik je verteld heb, verliet myn vrouw my, ging Morley voort, nadat hy een poos in gedachten voor zich uit had zitten staren. Toen ik uit de gervangenis kwam was ze verdwenen en haar broers vertelden me dat ze absoluut niet bereid was om weer bij me terug te komen. Dat was zoo’n vreemde verandering opeens, dat ik het me niet van haar kon begrijpen. Ik was, zooals je je kunt voorstellen, in een zenuwachtigen toe stand in dien tijd en het dreef me vrywel 80

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1929 | | pagina 1