Raadsels voor de Jeugd. BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. CMlfXXXVI. De internationale stralenkrans heeft den Haag weer afgezet, wij zijn weer het dood- gewonene Haagje geworden. Dat neemt niet weg, dat wij zeer In onze nopjes zijn over de eer en het geluk ohb te beurt gevallen, vooral nu wat wjjj natuurlijk niet kunnen helpen het resultaat der conferentie zoo groot is. Het is natuurlijk voor onzen naam indirect van veel beteekenis dat die verbon den is aan een sucfses. De Haagsche confe rentie zal altijd niet opgewektheid worden genoemd en het supces daarvan straalt al licht op onze stad af- Zooals den onheils bode geen welkojnsgroet wacht, zoo veel vreugde en eer valt degene te beurt die met goede tijding komt. Op het binnenhof is de aarsvaderlijke ruat weergekeerd en het kan daar nu nog even tot aigemeene berusting komen eer in ma jestueuze stoet de Jfoningin *er zal versriiij- ufn om de Karaef te openen. Onze hinneij- landeche politiek heeft nog niet veel be langstelling gehad .omdat haar glorie taan de naast die van (Je groote wereldmannen, maar nu gaan wij ze weer geregeld bekijken We zullen eerst mlaar afwachten wat voor menu het nieuwe kgbinet ons zal voorzetten Daarvan zal het afhangen wat wij in de naaste toekomst te wachten hebben. De dagen die ons nu nog scheiden van dien groote dag, laten wij de heeren rustig op hun departementen zitten om zich in de zaken in te werken, Er zal gelegenheid ge noeg zijn om nader met hun kennis te ma ken. Ook in ander opzich keert de rust in de stad weer want eindelijk zijn ajle vacan- ties afgeloopen. Zelfs de H.B.S 'en en gym nasiums zijn weer begonnen en we weten dat het dan heelemaal uit is Alle scholen zijn dus weer aan den gang en daardoor is een groot deel der gezinnen weer tot thuisWijveh gebonden. In Septem ber wordt nog wel vac&ntie genomen maar dat zijn de kinderloozen en de vrijgezellen. Zoo kwaad zijn die daarmee nog niet af want het is dan overal heel wat rustiger De groote hordeu zijn voorbij en de rustige echte toerist betreurt dat alleminst. Wie waarlijk rust zoekt i en genoegen moet met een zeer klein clubjó op reis gaan, waarvan hij weet dat het.gelijk is in zijn wenschen èn Opvattingen. Die groote groepen gaan alleen voor vermaak, en het doel van de reig is eigenlijk verder onverschillig. In het blad De Mdtorkainpioen heeft daar over een interssarjte beschouwing gestaan met betrekking tot het auto-toerisme. De auto is een pracht vervoermiddel om te rei zen, men kan lands mooie wegen snel het einddoel bereiken, j maar de geweldige op tocht van auto's heeft vrijwel alle genot daaraan ontnomen. Het gaat nu zeer lang zaam en ook hier isl het een georganiseerde horde geworden, wparbij alle induvidueele genot is uitgesloten. Wie waarlijk genieten wil ontvliedt de massa en de drukte. Het is curieus dat de autorijders juist de massa en de drukte zoeken iïet rijden op zich zelf schijnt hun genoegen te zijn, het „mooi"- rijden van hun wagen is hun trots precies zooals bij een grootl deel der radio-maniac- oen de werking vart het toestel boven het genot gaat van hetgjen het toestel eigenlijk beoogt te brengen. Dat doet ons ook één hijzaakje Daarvoor was een sj ht en dat weer eens denken aan de groote conferentie ideciaal postkantoor inge- oor had een eigen stem pel. Alle postzegelverzamelaars zijn dol op zoo'n stempeltje en naar men zegt zijn tien tal duizenden van deze stempelafdrukken uitgegeven om al dia verzamelaars het genot van het bezit te geven. Ganselie series post zegels zijn alleen riiaar gestempeld zonder dat zij als zegel dienst hebben gedaan. Na tuurlijk is nu dat stempel volkomen waarde loos geworden want er zijn er veel te veel. Wat het nut is begrijpt een buiti postzegel ve r za mei a i draai in zijn hersem zoo iets. Een kinderhand vuld l Het Schevenini een einde; nog een dergelijke stempeltjes taander niet maar epn heeft een bizonderen waardoor hij blij is met nu eenmaal gauw ge- seizoen loopt ook op •kje en officieel sluit het. Het zal nu wel een goed jaar geweest zijn als gevolg van de conferentie en wat als nasleep daaraan verbonden was Het aantal vreemdelingen, dat naar den Haag is geko men om de kans te krijgen de kopstukken uit de wereldpolitiek van aangezicht tot aan gezicht te aan8chouwpn. is niet gering ge weest. Veel succes zullen zij in den regel niet gehad hebben want het kansje was ge ring dat wen hen zag. Zij reden snel aan en weer even snel af als de vfergadering be ëindigd was. In dit opzicht hadden wij ook de taak voor de gedelegeerden graag wat gemakkelijker gezienzij hadden dan de ge legenheid gehad zich meer in het openbaar te vertoonen. al zijn ze daarvoor niet naar den Haag gekomen. Zij leefden echter voor hun arbeid en zij hebben zich zeer weinig ontspanning gegund. Daarbij leefden zij al zeer eenvoudig zoodat geen groote en schit terende glans van hen afstraalde. Wij zijn zoo van zelf weer op de confe rentie teruggekomen Dat kan ook niet an ders want zij is een maand lang het onder werp van den dag geweest en dat raak je zoo opeens niet weer kwijt, 't Zijn bovendien dagen van spanning geweest, beter dan me nig dubbeltjes-roman ze weet te geven. Altijd was er verschil en als er sjjanni er weer-arlïeJhöop Op eert van die echte optftnirieti die tan den begii af beweerden dat er hier wat bereikt zou worden. Redeloos optimisme maar dat nu toevallig goed is uitgekomen en triomphan- telijk roepen zij nu uit. dat ze het altijd wel gezegd hebben en dat het nu eenmaal niet anders kon gaan Gelukkige menschen zijn dat, dia optimisten. Zij, die nader bekend waren met den gang van zaken waren heele maal niet optimistisch gestemd en het is hun veeleer een verrasing geweest dat het einde zóó is geworden. Z^ven jaar geleden bij de conferentie met den Rus is het na ze» wéken leelijk misgeloopen maar dat was men allang vergeten. Deze conferentie zal nu echter heugen »n in onze vaderlandsche geschiedenis zal er zelfs wel melding van gemaakt worden. Amsterdam ziet groen van jaloezie over dit bofje van den Haag en vooral omdat de buitenlandsche bladen maar steeds den Hang de hoofdstad van Nederland blijven noemen. Wie begrijpt er ook zoo n situatie als hier nu eenmaal bestaat' HAGENAAR. ie gctcn. muju ining was,, was I einde.,Er ziii an den begin ire MODEPRAATJE. Amsteidamsche Modeshow. Gisteren Maison de Vries, eerder reeds Hirsch Cie en vandaag magazijn „De Bijenkorf". Zoo luiden de groote modehui zen het herfstseizoen in en gieten een stroom van Fransche nouveauté's over het hoofdstedelijk publiek uit. De nieuwe herfstmode brengt verrassin gen, zoo van stoffen als van nfodel. Alles is van een élégante weelderigheid, van een* 3choone en rijke kwaliteit, en dezen rijkdom is in overvloed toegepast, er is geen stof aan gespaard" zouden onze grootmoeders zeggen. Want de japonnen zijn een heel stuk langer geworden, sommige daler, tot den enkel af, en er hangen punten bij, die bij het leopên genoeglijk over den grond Men betiteld deze japonnen met den naam „diner- of namiddagjaponnen", en vergeet dat „men" ook op dien tijd van den dag erop uit moet, dat zulke lange kleeding geenszins past bij het drukke jachtige hedendgagsche leven, dat ze, voor wie te voet uit gaat, heel niet strookt met de eischen en behoeften van een haastig mo dern verkeer. Gelukkig zijn de stoffen licht, luchtig en soepel en brengen de ruim vallende klok- etrooken, de vele apart-ingezette godets, de uitwaaierende plissépanden niet al te veel zwaarte aan. Ze zyn wel gracieus, deze lang-slanke toiletten, ze zijn statig en élé gant en geven de vrouw eene gestalte als van eene ranke nimf, omdat de lijfjes, strak gehouden om het normale middel en om de heupen, pas op kniehoogte uitfladdering van soepele strooken en panden krijgen. Voor avonddracht voldoet deze langere rokkertlijn al bijzonder goed. Daar de lijf jes met normale taille, korter lijken dan ze zijn, toonen ook de rokken langer dan in derdaad het .geval is en geven de vrouw door hunnen zwierigen pessival en het losse tippende effect hunner vele punten een air van by zonder-voorname statigheid. Prachtig zijn de kleuren; hel en donker dahliapaars, wijnrood, zeegroen. Dan is er een overvloed van zwart; van crèpe-de- chine, Georgette tulle en moiré, vooral moiré-antique dofzwart met eene grillige, overvloedige watering, daarnaast heerlijk helrose moiré, ook met ryke wateringen, en wel in twee nuancen, ten overvloede nog met kostelijke roodbruine bloemtoeven be drukt. >hmj op effen-donkere forufe. ggjg hond, die- gedqreydp den ganschem *|iheur-gewfpk^^«n tom-'itfcrloos óp voorpunt van het sieriyke deux-pieces van kasha; vaartuigje was blijven staan, hemelhoog Schitterend komen de zwierige japon- ljjnen uit in de robes van soepel glkns- fluweel, vooral van zulk dat met enorme bloemvlakken bedrukt is en waarvan de tusschenvakken met een roomigen weer schijn overtogen zijn. Soepelheid en glans gaat ook uit van de effen velours-pannes, in eene warme Ame thist en eene lieflijke fleschgroene kleur, welke verwerkt tot strakke princesse- robes, al den rijkdom van hun edel mate riaal doen bewonderen. Ook de lamés zijn van kostelijk gehalte en behoeven slechts den eenvoud van eene strakke tailleloos-geknipte robe om hun warrelend kleurenspel ten volle te doen uit komen. Maar er is ook kleeding voor alledag! Eenvoudige Jetites-robes, trotteurtjes van f\jne tweedailoffen, van Engelsche fan- tasiestoffen, die fyn-gestippelde patroon tjes hebben op effen-donk?re i01 Ze ky. v'. aan deL kasha dat nieuwe, symetrische patronen vertoont op een lichtgrijze een havanna- bruine, een beige ondergrond. Mantelpakjes zijn er ook van fijnere en grovere tweed-stoffen. Vele zijn van zibe- ILnelaken en hebben, driekwart lange, slan ke mantels met inlegfiguren en een enkele maal met een ietwat klokkend effect, alléén in den rug. De mantels zijn dege lijk en practisch! Ze zyn lekker warm van stof, want van zwaar en grof aandoend tweed, geweven in breede diagonaal stre pen, in los nicker-bocker effect en in half gebroken witjes. Ze hebben stemmige bont garnituren, breede en ingeplooide shawlk-a- gen, hooge buidelmanchetten en soms, ten overvloede, nog een breeden bontrand. De gekleede mantels zyn van duvetine of van laken. De meesten zyn recht van mo del. Donkerblauw, zwart, een warm roestig bruinrood!, een lichter steenrood en een zacht-ernstig fleaschengroen, zyn de mode kleuren. De bontgarneeringen zyn meestal afstekend in kleur en hun gehalte is zoo danig, dat men gerust van „echt bont" durft te spreken. GRACE ALLAN. Een bezoek aan een eendenkooi te Oietboorn. II. We waren dan gekomen aan het terrein, waar de kooi zich bevond, en stapten aan wal. 't Allereerste wat me trof, was- de roerlooze stilte, die me omgaf. Niets hoor de je,' bij 't aan wal stappen om ons heen, dan het monotoon gekoer van een tortel, die vlak by de landingsplaats in het kreu pelhout zyn nest had gebouwd, een paar voet boven den beganen grond. Maar dat was dan ook 't eenige geluid, dat ik hoofde en als vanzelf begon ik op fluisterenden toon tegen m'n geleider te praten, 't Was, alsof een inwendige drang me bewoog, die stilte niet te verstoren, "t zou me op dat oogenblik zelfs onmogelijk geweest zijn, op luiden toon te gpreken. Ja, die roerlooze stilte had zelfs iets beklemmends, en ik was blij, dat een poosje liter, toen de eerste indruk eenigszins verflauwd was, die be klemming me verliet. M'n gids liep vooraan ik trad in z'n voetstappen. We passeerden al gauw een bord, waarop met groote let ters te lezen stond: Verboden toegang; hier liggen voetangels en klemmen en geladen schietgeweren." Angstig keek ik naar m'n voeten, want het stond me niet aan, met zulk moordtuig in aanraking te komen, doch m'n tochtgenoot stelde me geiust. 't liep met die schrikaanjagende dingen wel los, 't was meer een soort bangmakerij dan ernst. Toch, vertelde de man me, mag in de omgeving van een eendenkooi, met een straal van 1000 A 1200 M. geen geraas worden gemaakt; in geen geval geschoten worden; dat is het wettelijk gewaarborgde kooirecht, en een ieder die dat verbod over treedt, begaat een strafbaar feit. We liepen verder door een slingerend pad, en hier en daar over een vonder langs allerlei opgaand hout, veel elzen en wilgen, maar ook lijster bes en sporkenhout, bramen en kamperfoe lie met veel bloeiend onkruid er tusschen, tot we by 't kooihuisje kwamen; een stee- nen schuurtje, met riet gedekt en van bin nen door de zorgende hand van de vrouw des kooikers, helder gewit. En paar kleine raampjes gaven slechts weinig licht en ik merkte geen ander meubilair op dan een paar lage banken aan twee zijden van het huisje, die blijkbaar nog een ander doel hadden, dan er op te gaan zitten; de eige naar sloeg de bovenste plank op, en toen bleken het tevens kisten te zijn, waarin zich een groote hoeveelheid eendenvoeder be vond, voornamelijk gerst en mais. De man haalde van een spijker een zeildoeken tasch, sloeg dien met een band om 't lichaam, vulde ze ten deele met de voederkorrels, en ging toen verder, me toefluisterende, dat we nu spoedig den kolk, en daarmede het centrum van de kooi zouden bereiken en me tevens verzoekend, geen onnoodig geluid te maken. Iets, wat vrij overbodig was, want de gansche omgeving dwong onwillekeurig tot stilte, 'k Heb tot nog toe niet verteld, dat we nog een derden reisgenoot hadden, die al voor de kooiker zelf in de punter vas gestapt en de heele tocht had meegemaakt, zonder eenig geluid te geven. Die derde was het kooihondje, een onmisbaar iets by de eendenvangst. Onderweg had de baas geprezen. Hij had al verscheidene kooihon- den gehad, maar nog nooit zoo'n beste, 't Was een langharig, geelkleurig beest, een conglomeraat van allerlei rassen, en als tentoonstellingsexemplaar totaal onge schikt, maar zooals me later bleek uitste kend afgericht voor het werk, dat van hem gevraagd werd. 't Kwam uit zooals de kooiker me bad toegefluisterd: we naderden het hart van de kooi, en ik hoorde een aanhoudend ge plas en geploeter van een groot aantal een den: de stal van den kooier, zooals hy ze noemde: Naar 's mans zeggen, bestond die stal uit ongeveer 1000 eenden en waren die beesten half tam, half verwilderd. Maar dat merkte ik terstond, ze waren voor ons drietal, den hond inbegrepen, heelemaal niet schuw: integendeel, ze wisten blijkbaar dat er eten op de komst was, want ze zwommen naar den wal, bleven daar rustig wachten of kropen tegen den kant op en keken vol verlangen naar m'n reisgezel, die af en toe een paar handenvol korrels in 't water en op den wallekant wierp. Langs dien slootkant, onder een hoek van plus minus 50° stonden op afstanden van zoo wat een meter, hooge rietmatten, die ons aan het oog van het wild, dat ik evenwel nog steeds niet bespeurde, moesten ont trekken. De voorste maat, d:e dwars voor den vyver of kolk was geplaatst, had een paar gaatjes, zooals het gordijn in een schouwburg, en steeds fluisterend noodigde de kooiker me uit, een blik te werpen op den waterplas, die achter de rietmat zich bevend. Daar zwommen zeker wel vijfhon derd eenden bedryvig heen en weer, en in 't midden op een hoog beboscht eilandje, stonden twee blauwe reigers roerloos te kij ken. Ze hadden zeker den buik vol, want 't leken wel opgezette exemplaren, die een kwartier later, toen ik nogmaals m'n blik ken over de kolk liet dwalen, in- precies de zelfde houding stonden als waarin ik ze te voren had gezien. M'n geleider maakte me opmerkzaam op enkele eenden, die afge scheiden van den grooten troep, zich angst vallig van den waterkant afkeerden en door hem als „wilde eenden" werden beti teld. 't Was half Augustus, toen ik het bezoek aan Giethoorn bracht, en de kooi- vangst werd eerst in het begin van Sep tember geopend, 't Was dus nog geen jacht tijd, maar de eigenaar van de kooi zou me toch een demonstratie geven van het kooiersbedryf. Alleen zou hy de gevangen eenden weer laten vliegen, en hy heeft dit ook trouw gedaan. Hoe nu dat vangen in zyn werk ging, en welk aandeel het hondje daarbij had, hoop ik U iy een slotartikel te vertellen. Aan den Beneden-Neckar. (Van onzen specialen medewerker.) Het fraaiste zydal van den Rijn is het dal van den Neckar. Vooral de streek tus schen Heidelberg en Heilbron is overrjjk aan natuurschoon. Aan den oèver van de rivier vindt men romantische steden, oude kasteelen, burchten en ruïnes. Hei'delberg, de „romantische Duitsche stad" oefent het allereerst een sterken indruk op den be zoeker uit door zyn fraaie gevels en straat jes en torens en zyn prachtige Slot, dat zich boven den Neckar verheft. Trekt men verder, dan ziet men weldra Neekargmiind opduiken uit het groene dal. Hier zijn de straten smal, vol kleurige met wingerd be groeide huisjes. Het stadhuis is een zeld zaamheid. Het was namelyk oorspronkelijk een kerk, werd echter in de achttiende tot stadhuis verbouwd. Een paar honderd meter voorbij Neekargmiind maakt de Nee- kar een bocht om den voet van den Dilg. berg. Boven op den platten top van dezen berg ligt bet dorpje Dilsberg. Van de overzijde van de rivier groet Nec- karsteinach. Vier burchten beschermen dit stadje naar alle windrichtingen. Van een hunner, het „Zwaluwnest", heeft men het heerlijkste uitzicht over het gansche dal van den Neckar. Het stadje heeft een haast zuidelijk karakter. Groote, hooge bruggen zyn over de Steinach gebouwd. In het dich te bosch vindt de wandelaar plotseling slechts gescheiden door den stroom, een stuk onvervalschte middeleeuwen voor zich. Aan elkaar leunen huizen in vakwerk. Aan den voet van de met bosschen begroeide bergen ligt de stad Hirschhorn. Zij wordt, aan den oever, beschermd door een muur' dié tevens dient qls fundament der hanger gelegen huizen. Door het groen dep, beamen door ziet men het Slot, een wit gebouw in Renaissance-stjjl. Half-weg ligt de Gothi- sche kloosterkerk. Prachtig is het uitzicht, dat men hier van het breede terras heeft De Marktkerk levert een bewys van het economische inzicht van de ryke ridders van Hirschhorn. Aan een van de beide stads poorten hebben zy namelyk in het jaar 1630 eenvoudig een kerk-schip aangebouwd. De poort werd klokketoren, maar bleef als stadspoort dienst doen en nog heden loopt de hoofdstraat van Hirschhorn als het ware door de kerk. Zoowel de automobielen als de rustige wandelaars, zy allen moeten door de poort. Men ziet van hier iets schitteren boven de boomen, die zich aan de overzijde van den Neckar verheffen. Het is de rui ter, die op het dak staat van de kapel van Ersheim, de oudste kapel van het Neckar- dal. Het dorp Ersheim dagteekent uit de achtste eeuw, uit het Fransche tijdperk. Nu wordt Eberbach zichtbaar, met de massieve roode zandsteenen torens van zyn hoofdkerk. Een kronkelige weg brengt u naar de overblijfselen van den Keizerpalts: Mkchtige muren op een stijlen vooruitsprin genden berg. De „Katzenbuckel", de hoog ste berg van het Odenwald, bevat de ge heimzinnige „Wolfsschlucht". Hier is het, dat de „Vrijschutter" zijn kogels goot. Het is, als klinke de ouverture van het onster felijke werk van Karl Maria von Wet»r door het ruischen van het donkere woui Aan den uitgang van de ravyn ligt Slot Zwingenberg, de grootste en best geconser veerd eburcht van het Neckardal. Het Slot bestaat uit een aantal uit verschillende tijd perken dagteekenende kleurige gebouwen. Aan den oever vah de Elz vinden wij Nec- karelz met zyn met rozen begroeide kerk. Rozen bloeien aan de hooge onregelmatige' vensters .slingeren om de barok-figureh van bruggen en terrassen, geuren in de smalle wegen van den kerktuin. Het eene fraaie beeld volgt hier op het andere. Wij komen voorbij Gundelsheim met zijn Slot, gewezen zetel der „Deutschher- ren". Neckarzimmern bekroond door den burcht Homberg. In de vensternissen hulzen zwaluwen en de bronnen op de binnenplaats van den burcht vertellen van Götz von Ber- lichingen met de ijzeren hand, die hier de laatste jaren van zijn strijdersleven door bracht. De indrukwekkende silhouette van Wimp- fen teekent zich aan den helderen herfst hemel. De voorovergebogen, vervallen huis jes staan in de kronkelige straten, die berg op, berg-af loopen en vaak ongelooflijk smal en klein zyn. Uit elke scheur van de muren en de gevels spruit echter groen le ven en elk dak is bedekt met groen fluweel. Tusschen de zuilengangen van den Keizer palts staande gevels van eenvoudige boe renhuizen. Kippen springen door de roman tische boogvensters, waardoor eens, in lang vervlogen tijden, edelvrouwen naar den Neckar staarden. De torenvan Heilbronn, waarin Gotz von Berlichingen gevangen zat, staart ook heden nog zoo dreigend en somber in het vriende lijke landschap, als ten tijde van de boeren oorlogen. Staat men op de binnenplaats van het gewezen Slot der „Deutschherren", dan waant men zich in een Italiaansch paleis. Katchen, de dochter van den wapensmid van Heilbronn, heeft den naam van deze stad alom bekend gemaakt. Twee huizen, waarin zy woonde worden nog aan den vreemdeling getoond: Een oud, hoog hoe - huis op de Markt. Een sierlijk klein huisje, dat verborgen ligt in een zjj straat. Araminta. Araminta was nog slechts zeventien jaar, „een onschuldige zeventienjarige", zooals men dien bekoorlijken leeftijd vroeger plachtte te noemen. De tijden zyn echter veranderd, en tegenwoordig weet een jong meisje van dien leeftyd gewoonlijk iets meer dan haar grootmoeder toen ze in het huwelijk trad. Tenminste Araminta had reeds meer dan ondervinding genoeg. Zy was namelyk al driemaal verliefd geweest, en had nu aan Ernie Ix>veday beloofd met hem te zullen trouwen, zoo gauw als hij salarisverhooging zou hebben gekregen. Dit verzekerde ze den bewusten Jongen man dan ook dezen avond weer voor den zoovcelsten keer, toen ze samen in de huis kamer by haar moeder waren gezeten. Moe der was echter niet aanwezig, zoodat het tweetal het rjjk alleen had. Ik vind dat lange wachten afschuwe lijk, zei Loveday zuchtend. Maar er is nu eenmaal niets aan te veranderen, en we moeten maar op betere tijden blijven hopen. Araminta streek met haar hoofdje lief- koozend tegen hem aan. Plotseling sloeg het zeven uur, waarna Araminta hem verschrikt losliet Wat is er aan de hand, Mint? vroeg Ernie verbaasd. Nu, je weet toch dat mama ieder oogenblik binnen kan komen en dan begint zjj onmiddellijk weer met al haar bezwaren, omdat ik nog zoo jong ben. Maak nu maar gauw, dat je wegkomt. Na een innige omhelzing haastte Ernie zich weg. Araminta stond hem vanuit het raam nog na te zien en wuifde zoover als ze maar kon. Hierdoor had ze niet bemerkt, dat een jónge man van tegenovergestelden kant, de richting naar net huis opliep. De vreemdeling hield voor de deur stil en be keek het huis van onderen tot boven. Toen Araminta hem bemerkte, vroeg ze zich ver baasd af, wie deze man in '3 hemelsnaam zijn kon. Voor zoover zy zich herinneren kon^ had ze bera nooit vroeger gezien. Ze konmiet nalaten zyn knappe, aristocratische voorkomen te bewonderen. Voordat het- meisje dan. ook de voordeur had kunnen openen, was Araminta er reeds op haar tee- nen heengeslopen en had dit al gedaan. De vreemdeling keek haar met eenigszins ver baasde, doch bewonderende blikken aan. Het meisje had op haar liefste, innemendste manier tegen hem geglimlacht. Neemt u mij niet kwalijk, begon hij. Woont hier mevrouw Arundel? Ja, antwoordde Araminta, maar moe der is op het oogenblik niet thuis, hoewel ik haar ieder oogenblik verwacht. Wilt u misschien binnenkomen voegde ze er vrien delijk aan toe. Heel graag, antwoordde de vreemde ling, terwyl hij het jonge meisje volgde. Als ik u vragen mag... is u de doch ter van mevrouw Arundel? begon de jonge man nadat hy plaats had genomen. Ja, antwoordde Araminta, ik ben haar eenig kind en ik heet Araminta. Dat is een heel mooie naam, merkte hy op. Deze naam doet me denken aan la vendel en brocade. U moet weten, dat ik eerst kort geleden van uit Nieuw-Zeeland ben teruggekeerd en ik kom uw moeder een brief overhandigen van haar oom John, die een week, voordat ik afreisde gestorven is. Heeft u uw moeder ooit hooren spreken over een zekeren John Spalding? Nadenkend bleef het jonge meisje eenige «ogenblikken voor zich uitstaren. John Spalding? herhaalde zy. Is moe der niet in haar jeugd met hem geënga geerd geweest? Ja, dat geloof ik wel, luidde het ant woord. Maar wat nog veel sterker is: zijn geheele leven lang bleef hy haar trouw, daar hy nooit getrouwd is. Wat een domme man, riep Araminta lachend uit. De bezoeker keek haar verwonderd aan, want hy kon zich niet voorstellen, daar hij pas uit Nieuw-Zeeland was gekomen, dat heel jonge meisjes dergelijke sarcastische opmerkingen maken konden. Dus u vindt hem dom, omdat hij niet ge trouwd is? Natuurlijk, antwoordde zij. D»t is toch I iets, wat de meeste mannen doen, is het niet zoo? Maar er bestaan ook nog wel mannen, merkte de bezoeker op, die wanneer ze erg veel van een vrouw hebben gehouden, en een groote teleurstelling in hun leven heb ben gehad, trouw blijven aan hun eerste liefde. Dat is juist het domme van de ge schiedenis..., zei Araminta. Plotseling viel zij echter zichzelf in de rede en zei tot haar bezoeker: Daar komt moeder al: ik hoor, hoe ze de sleutel in het slot steekt. Neemt u me niet kwalijk, maar hoe zei u ool( weer, dót uw naam was?.. 4- Arthur Arbutnot, antwoorddé'hij. John Spalding was de broer van mijn moeder. Op hetzelfde oogenblik werd de deur ge opend en verscheen Mevrouw Arundel op den drempel. Heb je bezoek, Araminta? vroeg haar moeder op eenigszins gestrengen toon, waarop het jonge meisje onmiddellijk ant woordde: Ik niet, mama, maar deze heer komt u bezoeken. Het is mijnheer Arbutnot van Nieuw-Zeeland, de neef van iemand, die u in uw jeugd gekend hebt... John Spalding. 3ij het hooren van dien naam kwam er een eigenaardige uitdrukking over mevrouw Arundel's gelaat... Toen ze eenigen tijd later den brief, dien John Spalding voor haar had medegegeven, had geopend, las zy: „Lieve Bessie. Hierbij ingesloten doe ik je myn testament toekomen, en vermaak ik jou alles als herinnering aan onze oude liefde. Myn neef Arthur zal je een en w" der overhandigen en verzoek ik je heel vriendelijk voor hem te willen zyn, daar hy een goede jongen is. Tot het laatste toe je John Spalding." Arme John, zei haar moeder, terwy dikke tranen in haar oogen sprongen. Maar het is veel te veel geld, wat hy me nalaat- lk kan dat onmogelijk allemaal aannemen. De jonpemaij maakte een afwerend ge- bair met de hanctgn. O, hiévroüW, Tk zötref nteróveT"®n- ken: ik ben zelf zoo rijk, dat ik niet wee, wat met mijn geld te doen. Zou ik het ge noegen mogen hebben u morgen weer komen bezoeken? Toen de jonge man wegging, stond at minta hem op dezelfde wijze na te zien ze enkele uren te voren dit den gedaan had, met wien ze wilde trouwen... Toen Arnie Loveday vijf dagen later, de wolken van blijdschap, Araminta tellen wilde, dat hij de zoo vurig beg*e" verhooging van salaris gekregen had, hy tot zijn stomme verbazing van haar der te hooren, dat haar dochter den vorig dag getrouwd was met den heer Arb en met hem naar Nieuw-Zeeland vertro Marktplein met het oude stadhuis, de ge weldige Kiliaanskerk uit grijze zandsteen, de „Heilsbronnen", die haar naam aan de stad schonk zij vormen een indrukwek kend geheel van middeleeuwsche kuituur. Prijsvraag No. 19 Ruilbureau voor bona en plaatjes. We willen thans in de eerste plaats die genen onzen hattelftken dank' betuigen, die in de afgeloopen week ons bureau een schenking deden. Waren er maar meer, die aldus onze ru briek gedachten. We kunnen van alles ge bruiken. Wat een massa bons en plaatjes gaan er niet verloren, die dankbaar door ons geaccepteerd zouden worden en waar mede we tientallen gelukkig konden maken. Mogen we de dames en heeren niet ver zamelaars nog eens beleefd verzoeken hun pa pieren voorraad terdege na te zien en mochten hieronder bons en plaatjes schuilèn1; ie da*1 aan ote-i toe te zenden J .1 EiWotWRg allee in eén enveloppe, er op ge schreven „Ruilbureau Goudsche Courant", Schenking, en het komt gewis in orde. Willen we nog eens opsommen welke soor ten we ruilen? Het zyn: Verkade's Kamer planten, Van Houten's bons, Koffie Hag bons en wapenzegels, Sunlight-, Vim-, Kinso- en Lux bons, Klaverbladplaatjes, Tieleman en Dros' molenplaatjes en bons, Viruly's linnenkastbons, Donszelmann's bons, Droste's bons en plaatjes, Van Nelle's achteretiketten, Van Leupen's bons en plaatjes en Pelikanen. Laat een ieder z'n geheimen eens nazien, het loopt tegen de z.g. „uithaal" en wat dan in den weg ligt, gaat naar den vuilnis man. Mogen wij dan de bons en plaatje* van U ontvangen. Ze hebben .voor ons waarde. Waar kunnen we een flinke party Pelika nen van tegemoet zien? Men ziet dagelyks reikhalzend uit naar de po^t of deze niet brengt een envelop van het ruilbureau met ccn zending Pelikanen. Joop L. wacht reeds larg, hy krygt een mededinger in C. B. te Gouda, voor wien we weer 140 Pelikanen boekten. Kom wie helpt deze verzamelaars Geen aantal te groot. Jan K. te Gouda staat genoteerd voor 2? Lever's bons. M. E. K. te Gouda voor 81 stuks. Dit valt mee, nietwaar. U rekende op 19 stuks. molenbons hebben thans dezelfde waarde als 1/1 bons. Reeds meidden we dit in onze rubriek d.d. 20-7-'29. Dirk S. te Gouda: U 67 Kamerplanten gezonden. Th. H. N. te Moordrecht: U 62 Kamer planten gezonden en 68 Koffie Hag bons en wapenzegels genoteerd. Volgen spoedig. Nog 6, dan zyn we aan het U toekomende. Ph. J. I. te Gouda: Voor U genoteerd 17 Lever's bons. Zend U vóór a.s. Woensdag de ontbrekende 10 cents postzegel, dan wordt dit aantal 35. T. M. de H. te Gouda: Nog één vódfl l en dan gaun we beginnen te sparen voor Uw 42 Lever's bons. Duurt ditmaal lang Mevr. E. W. te Gouda: U 125 Kamerplan ten gezonden. IJke den U. te Gouda: Aan U 87 Droste's bons, J. C. W. te Gouda: Voor U 37 linnenkast bons genoteerd en 3 Donszelmann's bons verzonden. L. B. te Gouda: Voor U 45 Lever's bons geboekt. E. W. te Gouda: Voor U 39. Mej. A. B. te Gouda: 52 linnenkastbons genoteerd. Mej. G. C. v. Z. te Gouda: U had goed gerekend, 110 Klaverbladplaatjes zyn voor U genoteerd. Mevr. J. M. te Gouda: Aan U 50 Lever's bons verzonden. Een ieder kan zien, dat er weer een groot aantal is genoteerd, wy verzenden maar liever. Laar de a.s. week nu eens zijn een ricordweek van aanbiedingen en vooral van d-ï bons en .plaatjes, die veel gevraagd wor den. Het z\jn (met daarachter de ruil waarde) Klaverbladplaatjes (6), Koffie Hag bons er. wapenzegels (lij, Viruly's linnenkast bons (8), Pelikanen (3%), Sunlight-, Vim-, Lux- en Rinsobons of wel de Lever's bons Van Leupen's bons en plaatjes. We hebben voldoende aan te bieden. Leert ons aanbod aandachtig. 716 Verkade's Ka merplanten (8), 25 Van Houten's bons (70). (elke bon geeft recht op een maandabonne ment van het door genoemde firma uitge geven „Ons eigen tijdschrift"), 12 bons be- noodigd voor een jaarabonnement. Waar blijven de liefhebbers? 66 plaatjes en bons voor Tieleman en Dros/ molenalbum (16). 294 Van Nelle's achtvretiketten (20). Zeker haden we gedacht dat deze bons populair der^ zouden zyn. 40 stuks geven recht op een mooi leesboek. Ifl dit niet iets voor do a.s. St. Nicolaascadeaux? Zeer zeker vlie gen ze straks weg. De boeken bevatten keu rige verixalen voor jongelui. Verder nog 64 Donszelmann's bons 15K, Liefhebbers worden aangeraden spoedig aan te vragen. Men vecht er straks om. Rest ons nog aan te bieden 14 Droste s bons (18). KET ÏTUTLRIJREATL, SPORT EN WEDSTRIJDEN. VOETBAL. Programma voor Zondag 15 September. N. V. B Afd. I late klasse. Amsterdam: Ajax—D.F.C. Den Haag A.D.O Hilversum. RotterdamSpartaExcelsior. Den Haag: H.B.8.—Haarlem Haarlem. R.C.H -V 8 V. 3e klasse D Alphen— Alphen—Zeist. Utrecht: Utrecht-Holland. CulemborgCulemborg— Amsvorde. Zeist: Z.N.C.—Leerdam. Utrecht: Voorwaarts—D.O.B Afd. II 1ste klasse. IJmuidenStormvogel»H.V.V Zaandam: Z F.C.-V.U.C. Voor het geestigste onderschrift onderdeze teekening, wordt een bon uitgeloofd ter waarde van 2.50, welk bedrag moet worden besteed in een der winkels, welke in de Goudsche Courant adverteeren, in de periode van 14 dagen na heden. Op de enveloppe op den buitenkant ver-melden: „Prysvraag". Alleen abonné's op de Goudsche Courant kunnen aan deze prysvraag meedoen. Hilversum 't GoTT^lïïau^Wl^™,,™, 2e klasse B. Gouda. Gouda—Xerxes. Utrecht: U V.V.—V.O.C. Dordrecht: O.D.S.—Steeds Hooger. VlaardingenFortuna— Neptunus Gorinchem: Unitas—V.D.L. 3e klasse A. Den Haag Laakkwartier-U.V.S. Hillegom: Hillinen—Rijswijk. Leiden: L F C Alphia. 3e klaese B RotterdamD.C.L.-O.N.A SchoonhovenSchoonhoven—Olympia. Rotterdam Transvalia—Si. Volharden. Rotterdam: U.D.I.—de Musschen. Res. 2e klasse B. Rotterdam Sparta 3- Gouda 2. Res. 3e klasse A. Delft: B.E.C. 2-R.V.C. 2. t Den Haag A.D O. 3-Bodegraven 2. Leiden: U.V.8. 2-Alphen 2. Res. 3e klaae C. Gouda: G.8.V. 2—Overmaas 2. Gouda: O.N.A. 2-D.C.L. 2. Rotterdam Feijenoord 4—Transvalia 2 Schiedam: S.V.V. 3—Excelsior 3. Rotterdam R.F.C. 2-V.OX1 3. Afd III 1ste klasse. Apeldoorn: Rob. et Velocitas—Enschedé. WageningenWageningen—Tubantia. Zwolle- P.E.C.—Go Ahead. ArnhemVitesse—Z.A.C. Almelo: Heracles—A G.O.V V. Afd. IV 1ste klasse. Tilburg: N OA.D.—Roermond Eindhoven- Eindhoven-L.ON.G.A. Afd. V late klasse. LeeuwardenFriesland- W.V.V. Leeuwarden: Frisia—G.VA V. G roningenVelocitas—Veeudam AssenAchilleB-Alcides. G. V. B. Ie klasse. Waddinxveen 1—Haastrecht 1 Gouderak 1—Olympia 3. O N A. 3—Gouda 3. 11 uur. 2e klasse. Haastrecht 2-G.S.V. 3. Moordrecht 2-Waddinxveen 2. Zevenhuizen 1—Gouda 4. 3e klasse A. G.8.V 4—Olympia 4, 12 uur Bodegraven 3—Waddinxveen 3. Lekkerkerk 3-Gouda 6, 12 uur. 3e klasse B. Lekkerkerk 2—Nieuwerkerk 1. Zevenhuizen 2Gouderak 2, 12 uur. Gouda 5Moordrecht 3.. 12 uur. Overzicht. Alle hands aan dek. Belangstelling voor de verrichtingen der Goudsche clubs. Met het officieele voetbal wordt morgen weer een begin gemaakt! Nog kerschversch liggen ons de laafste competitiewedstrijden van het vorig seizoen in het geheugen. Over wa^ deze tot resultaat hebben gehad, hetzij een kampioenschap met of zonder promotie, hetzij degradatie of ternauwernood den dans ontsprongen, alle vreugde en leed maakt plaats voor een en hetzelfde enthousiasme: in de nieuwe reeks wedstrijden trachten een trapje hooger te komen Van de eerste klasse tot de meest onbe- teekenende reserve derde klasser toe is of wordt het aantal te spelen wedstrijden op achttien gesteld. Voor de meest klassen zul len daarom wekelijks vijf wedstrijden Wor den gespeeld, zoodat dit de spanning ten goede komt. In afd. I valt allereerst de plaatselijke ontmoeting Sp&rt&r-Excelsior op, kampioen tegen hekkealuiter, de clubs, die Zondag jl. de finale om den Zilveren Bal hebben ge speeld. In den Haag'makkt H&arlefn haar debuut tegen HiB.6., terwijl Ajax, A.DÖ. én R.C H. met een niet onbelangrijken thuis wedstrijd de competitie inzetten In afd. II zijn de ontmoetingen eveneens van dien aard om bij de jnzet van het seizoen reeds alle belangstelling op te vorderen. Groote belangstelling gaat natuurlijk ook uit naar de verrichtingen der Goudsche clubs en naar die uit de omgeving De vereenigin- gen in de Pijpenstad, die in een nieuw home zijn gehuisvest, zullen natuurlijk met extra enthousiasme haar eerste seizoen inzet ten. Gouda—Xerxes zal het geheele rood witte kamp in vuur en vlam zetten. De Goudsche schenkt veel vertrouwen weliswaar, maar de aangebrachte wijziging is toch met verdeelde instemming ontvan gen. We bedoelen de opneming in het elftal van Woerlee, die de opengevallen plaats van van der Hooft inneemt. Uit het feit, dat geen jonge kracht disponibel is om met auc- TêTTirTëcnTsïïflclcpTaanrTpTjëzëTTên^aTTê verdediging van Woerlee, die vaak al te stoer is, nog even een vraagteeken zijn. Mis- sohlen dat 't nog meevalt. Tegen Xerxes, de tweede klaakampioen, krijgen de rood- wltten geen gemakkelijke beurt, trouwens voorloopig staat een heel rijtje van derge lijke ontmoetingen op het program. Maar aan den anderen kant zal Gouda zich too nen tegen menig lid van den troep te zijn opgewassen. We hopen, dat dit morgen tegen de sterke Rotterdamsche club zal blijken. O.N.A. gaat D.C.L. bekampen, een club. die in eigen hol niet meevalt. De roocf-iwar- ien hebben een goede combinatie en vooral Sterk als linksbuiten komt den aanval ten goede' Overigens is het elftal weinig veran derd en we vertrouwen, dat van meet goed wordt aangepakt, en de gelijke spelen zoo juin mogelijk zullen zijn. Met Olympia zal 't dit seizoen ook wel crescendo gaan. Met Mallon in den aanval is er activiteit op beide vleugels gekomen °n 't zou van de beide derde klassers al heri erg tegenvallen als niet voor een Goudech kampioenschap wordt gezorgd. Schoonhoven —Olympia zal pen spannend partijtje wor den, waajbij de Gouwenaars de rtaeest» kan sen tot de overwin ning hebben. Alphen begint met een thuiswedstrijd te gen Zeist, terwijl Alphia in Leiden L.F.C. op gaat zoeken. Beide Alphensctie clubs ko men tegen niet te onderschatten tegenstan ders en zullen dus al voor een mooi succes zorg kunnen dragen. De reserves, behalve Olympia, komen alle in actie en van hen wordt al veel gevergd. G. V. B. Een stroef begin. Schoonhoven 2 weer in de eerste klasse? G. S. V. 5 neemt deel aan de competitie. Hoe een vlot verloop gewaarborgd ia. In den G. V. B. kan alles nog niet op volle kracht draaien. De elftallen der Alphenscho clubs zijn ook bij Leiden ingedeeld en dus moet eerst de beslisging alkomen of Alphen a. d. Rijn al of niet bij den G.V.B. zaJ be- hooren. Schoonhoven heeft aangevraagd de degradatie van het tweede elftal teniet te doen (waardoor dus ook Olympia 4 eventu eel niet zou degradeeren), hetgeen allerminst epn vlot begin bevordert. Door de toetreding van G.S.V. 5 tot de derde klasse mogelijk zullen er nog enkele vereemgingen volgen -- zullen de beide der de klassen een niet onaanzienlijke uitbrei ding ondergaan. Met vorige seizoenen ah voorbeeld, valt reeds te voorzien, dat het einde ver in 't seizoen valt. En juist nu het volgend jaar de G.V.B. jubileert, zal een tijdige" afwerking van de „competitie op prijs worden gesteld. We verwachten natuurlijk dat door.den Bond dit feest met grooten luis ter zal worden gevierd en dat op de eerste plaats de G V B -ers er van zullen genieten. Aan eventueele jubileum wedstrijden kan dan tijdig worden begonnen. Er zal echter vqoral van bestuurszijde een flinke actie moeten worden ontwikkeld. Als de competitie volgens eenig systeem wordt geleid, dan kunnen de eerste en twee de klasse bijtijds klaar zijn. De laagste klas sen komen door de vele 12 uur-wedstrijden, welke zeer vaak doar afkeuring der terrei nen steeds opnieuw moeten worden vastge steld, als regel achteraan, 't Zou aanbeve ling verdienen een derde 3e klasse er bij te voegen, daar de gelegenheid een vierd klas se te vormen voorbij is laten gaan. De derde klassen kunnen als volgt samengesteld wor den A Waddinxveen 3, Olympia 4, G.S.V. 4 Nieuwerkerk 2, Lekkerkerk 2. Zevenhuizen 2; B. Lekkerkerk 3, Gouderak 2, Moordrecht 3, Nieuwerkerk 1, Schppphftypq C kirtddk 6, Bodegraven 3, 0,}TA. 5, ,G.£- V. '6, Alphia 4 en Woerden eventueel. Tien wedstrijden per afdeeling is zeker voldoende. Groote reizen worden zooveel mogelijk ondervangen en men houdt de lief hebberij onder de jeugdige voetballers gaan de, hetgeen een voorname factor ia. De G. V. B. toone zich eens van goeden wil! Wijziging van den strafschopregel. Bjj een penalty moet de keeper „on beweeglijk" op z(jn doellijn staan. Door den International Board zijn eenige spelregelwijzigingen vastgesteld, welke thans door den N.V.B. overgenomen en heden iu werking zijn getreden. Regel 17 inzake den strafschop ia thans zoo gewijzigd, dat de kee per der tegenpartij op zijn doellijn moet blijven staan totdat de bal getrapt is Hij mag absoluut zijn voeten niet verplaatsen en zoo hij dit doet vóór de bal getrapt ia en de strafschop naast het doel ia gegaan, dan moet de schop worden overgenomen. Was Oplossingen van de Raadsels van vorige week. 1. Door by t woordje „iets" een n te voe gen, krygt men „niets". 2. 't Woordje „en". 8. De letter „e". 4. Jaar (ja-ar). 5. Inktkoker. 6. Kar-pet. De prjjs viel by loting ten deel aan WIL LY v. d. VLIST, Raadhuisstraat 236, Allen d. Kyn. Nieuwe Raadaela. 1. Welke Friesche plaatsnaam maakt ge uit deze twee woorden: „oven-Star"? 2. Ik ben klein en rond, Ben midden in den grond, Ook midden in de koe, Zónder mj) was niemand moe. 3. 'Met s soms moeilyk. Met g kleverig. Met d niet knap. Met k om een vloeistof in te doen. 4. Welke appelen groeien niet aan boomen en kan men niet rauw eten? 5. Waarom loopt een kraai en huppelt een musch? (Een fop-raadsel, denk er om!) Ik besta uit vier letters, mag nooit stil staan, geen dag en geen nacht, piaat altyd even hard of zacht. Neem m(jn tweede letter weg en ik zorg voor het eten koken! Oplossingen inzenden aan de redactie van de Goudsche Courant, Markt 31, Gouda. het ieder in de goal terecht gekomen, dan wordt natuurlijk een doelpunt toegekend. De taak van den scheidsrechter is er niet gemakkelijker op geworden,, want de overige spelers toch moeten minstens 9 meter van hrt strafscboppunt verwijderd blijven. Het beste is de huip van de onpartijdig(grens rechter in te roepen. De Goudsche voetbalbond dient toch de zen gewijuigden regel ook over te nemen en geve den scheidsrechters zoo spoedig moge lijk opdracht opdat onnoodige protesten achterwege blijven GKMEftiGDK HLH1CHTEN. Avontuur van een schijhdoode. Marcel Roux, een vier-en-twintigjarige bankbediende in Parijs, wanddlde op eeu der heete dagen langs een der beroemde Oevers van de Seine. Aangezien hij er wel voor voelde zich wat te verkoeleu in het wa ter, stapte hij in een bootje dat onbeheerd dobberde en sprong na een poosje geroeid te hebben over boord. Een paar minuten bad iiij gezwommen toen hij onwel werd en in de diepte verdween. Twee matrozen, die het zagen gebeuren, sprongen den drenkeling na en brachten hem aan land. Kort daarop kwam een dokter, die probeerde de levens geesten op te wekken, maar zonder resul taat. Men bracht Roux naar het St. Denis- ziekenhuis, waar men den bewustelooze twee injecties gaf. Maar het leven keerde niet terug. Men giug nu over tot een drastischen maatregel en sneed hem in een gevoelige plek van zijn lichaam en toen ook dit zon der uitwerking bleef, stelde men den dood vast- en werd het levenlooze lichaam naar het lijkenhuis gebracht. Aangezien er zich geen bloedverwanten aanmeldden, stelde de geneesheer het lichaam ter beschikking vin het Anatomische Instituut. Iu het lijkenhuis werd het ontzielde lichaam onder een douche gelegd en gewas- sehen. Tijdens deze behandeling werd Je kneaht aan de telefoon geroepen en voerde een gesprek van c.a. een half uur lang. Toen hij tot zijn werk terugkeerde zag hij tot zijn ontzetting, dat het „lijk" zijn oogen opsloeg, zich oprichtte en met een vreeselij- ken gil van de tafel sprong. Er scheelde hem niets, hy verlangde zijn kleeren en wou het lijkenhuis verlaten. De knecht wilde hem echter onder '-'geen voor waarde laten gaanbij was verantwóordelijk voor de lijken, waarvan nauwkeurig boek ge houden werd, en als Roux wegging zou er een ontbreken en hij beschuldigd kunnen worden het le hebben verdonkeremaand en verkocht. Roux voelde begrijpelijkerwijze niet* voor dit argument en weigerde ook nog maar een kwartier in de lugubere omge ving te blijven. Het einde was*een heftig dispuut en een paar flinke klappen van een „doode" aan den bediende. Roux vluchtte weg, pakte enkele kledingstukken welke hij in het voorportaal vond en rende uiterst gebrekkig gekleed de straa* op. Buiten verwekte de halfnaakte man een oploop. Hij werd onmiddellijk gearresteerd als aanrander der eerbaarheid en naar een politiebureau gebracht. Daa schonk men geen geloof aan zijn ver haal ovér het ontsnappen uit het lijkenhuis. De commissaris dacht met een krankzinnige te doen te hebben en b'eval een onderzoek door den politiedokter naar 's mans geest vermogens. De ongelukkige Roux moest een nacht in de cel doorbrengen en werd eerst den volgenden dag op vrije voeten gesteld, nadat de knecht van het ziekenhuis al een klacht tegeu hem had ingediend, wegeus het stoeÜreifgeai vait.zw««r lichainelijk1 létsël. 'Dé .vdobd®'1''bflett op zijn betttft eefï kfachj iftge-' ateld tegen den dokter, die zijn „lijk" had weggeschonken aan de snijkamer. Amgrikaansch! Duizend dollar voor haarknippen. Een welgesteld aannemer uit New York, William Kenny, die een bezoek brengt aan Europa, kon noch in Engeland noch in Frankryk een kappei; vinden in staat zyn haar te knippen zooals hij dat wilde. Dies wjj zeiden reeds dat hy Amerikaan en welgesteld is seinde hij naar New York aan zijn gewonen kapper dat deze naar Londen moest komen om zijn haar te knip pen. Deze adoniseering koet hem het baga tel van duizend dollar, waarvan de helft voor den kapper is; de andere helft gaat weg aan reis- en verblijfkosten.t Men zou dit ten hoogste een kostbare gril noemen ware het niet dat er naar de „Manchester Guardian" onthult vertoo- gen zyn gericht tot het Britache miniaterie van Arbeid dat dit een geval is dat valt onder de wet welke het landen van vreem delingen verbiedt die aangenomen werk ko men verrichten dat evengoed door een En gel sch man kan worden gedaan. Misschien zal er, meent het blad, een compromis wor den getroffen daarvoor is men nu een maal in Engeland - in dien zin dat een En- golscli kapper als aaaistent optreedt en het gebruikelijke Engelsche honorarium op strijkt. Dat zal do heer Kenny er nog wel bij kunnen betalen. Ais een dokter haast heeft Een dokter te Chicago, op weg «aar een ernstige zieke aldus bericht het Nederl. Tijdschrift v. Geneesk. werd door een politieagent aangehouden, omdat hij te hard reed, en ongeveer 25 minuten opgehouden. De patient was inmiddels overleden of kort da#*op gestorvenj De dokter1 zottd den poli tiedienaar een uitnoodiging tot de begrafe nis. Ondanks deze beleefdheid werd hij toch gedagvaard en veroordeeld tot 25 dollars boete. De rechter was van oordeel dat de politie geen uitzondering kon maken op de veiligheidsvoorschriften. Mis^qhien had deze rechter wel den in druk gekregen, dat het niet zooveel tijd uit haalt, op een rit tusschen twee visile's in, als men sneller" rijdt daa een ander. Stel, dat men 2 K.M. moet afleggen, en dat men met 30 K.M. snelheid mag rijden dan ia men er in 4 minuten. Maar als men mi 5 K.M. sneller rijdt, anderen voorbij en zoo doende gevaar kan teweeg brengen,, dan la men er 34 seconden eerder! De rechter zal hebben geineend, dat, als het op 34 seconden taiïkómt, er toch niets aan te doeu is en dat een dokter ook tusschen en bjj zijn visi tes nog wel eens 34 seconden „verdoet". KERKNIEUWS. Zuid-Hol land-sche Predikante». Over het ouder worden. Onder leiding van dr. J. Riemens heb ben de Zuid-Hollandsche predikanten te Dtn Haag vergaderd. Na het openings woord van den voorzitter en de afdoening van eenige huishoudelijke aangelegenheden, vtrkroeg dr. P. Glas, van Boskoop, het woord over: „Levenskunst is ouder worden". üpr. gaf eeti uitvoerig en gedocumenteerd betoog over het onderwerp m het algemeen, en kwam daarna op het godsdienstig type van den ouder geworden mensch. Men kan hier moeilyk verder komen dan üet mggen van een zeker accent, het aangeven van een verhouding, het opmerken van een overeen komst of verschil. Sommigen z(jn daarin uiterst vèr gegaan. Spr. noemt R. H. Lotze, die gepoogd heeft de vier tydperken in hot leven van een mensch met de vier tempera menten, hét languinUche, het melancholi sche, het cholerische en het flegmatische in overeenstemming te brengen, wat dan ook op de soort godsdienstigheid der onder scheiden personen van invloed zou zijn. Voorts Goethe, die meende dat een bepaal de philosofie, achtereenvolgens het realis me, het idealisme, het scepticisme e;. het mysticisme, beantwoordt aan iederen leef tyd. Ten slotte Du Buy, die betoogd heeft, dat verschillende religies, het Confucianis me, het Mohammedanisme, het Christen dom, het Buddhisme en het Brahmanisme het best passen bjj de verschillende leeftij den. Spr. wil de betrekkelijke waarde van al dergelijke onderscheidingen niet ontken nen, maar houdt zich toch liever aan be schrijvingen als die van P. D. Chantepie de la Saussaye („Het Christelijk Leven" II) en H. T. de Graaf (Om het Eeuwig Goed), die ons den ouder geworden mensch, ideali ter genomen, teekenen als losser vin de wereld, met een sterker Godsvertrouwen en eer. dieper afhankelykheidsbesef nan te voren. Spr. doet voorts uitkomen, i:*t de godsdienst van de jongeren een «terken pro- fetiachen kant heeft, terwijl die van de ouderen een overwegend priester'jjke zjjde vertoont. Nog steeds, als ze m de dagen van Maleachi, is het moeilyk die beide, spontane en traditioneels religiositeit elkan der te doen verstaan, het hart der vaderen te brengen tot ue kinderen, en omgekeerd. Spr. roerde nog de hygiëne van den ouder dom aan,, de vraag hoe men oud wordt, en keerde ten slotte tot zjjn iMtg»ngap*uit terug, de vraag, wat het ouder worden eigenlijk is. Hy besprak daarbjj twee ge dachten uit het N. T.f aan 2 Kor. 4 16: „Hoewel onze uitwendige mensch verdorven wordt, zoo wordt nochtans de inwendige vernieuwd van dag tot dag", en vooral aan Jch. 3 30: „Christus moet wassen, maar ik minder wor?len". Spr. eindigde met de voorlezing van Duco Vorster's vers „Het vliedende leven", uit zjjn bundel „Op uwen drempei", waarin deze gedachten op schoo- ne wyze zjjn vertolkt De bestemming der vorstelijke gift. Niet lang geleden heeft dr. W. G. Har- renstein te Amsterdam van iemand, die on bekend vypnwht te bijjven, een gift van 11)1.222 ontvangeq, piet de bepaling er by, dat 5d.it geld 4'enen moest .tui,» u ma inn. artxiid op Midden-Java. .1 Wjj lezen thans in het Zendingsb'.ad, dat dit geld na aftrek van 10 pCt. voor de ge nerale kas, welke van alle zendingrinkom- sten 'in de geneyale zendingskas gestort wordt, verdeeld zal worden tusschen de üeref. Kerk van Amsterdam en die van Delft, en wel voor wat Amsterdam betreft teneinde nieuwen zendingsatheid te begin- ifcn in Wonósazi, de Zuid-Oostelijke helft van de residentie Djocjakarta, een nage noeg geheel heidenser, dun bevolkt gebied, en voor wat Delft betreft teneinde qieuwen arbeid te beginnen in Wonogisi, een uitge strekt deel van de residentie Soerakarta; ook dit gebied ia nog sterk Heidenseh er. telt weinig Mohammedanen. Naar men weet zjjn Djocja en Solo twee zeer belangrijke centra van den zendinga arheid der Gereformeerde kerken. De be teekenis dezer zendlngscentTa zal nu nog belangrijk grooter worden.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1929 | | pagina 2