Raadsels voor de Jeugd.
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
CMlfXXXVI.
De internationale stralenkrans heeft den
Haag weer afgezet, wij zijn weer het dood-
gewonene Haagje geworden. Dat neemt niet
weg, dat wij zeer In onze nopjes zijn over
de eer en het geluk ohb te beurt gevallen,
vooral nu wat wjjj natuurlijk niet kunnen
helpen het resultaat der conferentie zoo
groot is. Het is natuurlijk voor onzen naam
indirect van veel beteekenis dat die verbon
den is aan een sucfses. De Haagsche confe
rentie zal altijd niet opgewektheid worden
genoemd en het supces daarvan straalt al
licht op onze stad af- Zooals den onheils
bode geen welkojnsgroet wacht, zoo veel
vreugde en eer valt degene te beurt die met
goede tijding komt.
Op het binnenhof is de aarsvaderlijke ruat
weergekeerd en het kan daar nu nog even
tot aigemeene berusting komen eer in ma
jestueuze stoet de Jfoningin *er zal versriiij-
ufn om de Karaef te openen. Onze hinneij-
landeche politiek heeft nog niet veel be
langstelling gehad .omdat haar glorie taan
de naast die van (Je groote wereldmannen,
maar nu gaan wij ze weer geregeld bekijken
We zullen eerst mlaar afwachten wat voor
menu het nieuwe kgbinet ons zal voorzetten
Daarvan zal het afhangen wat wij in de
naaste toekomst te wachten hebben.
De dagen die ons nu nog scheiden van
dien groote dag, laten wij de heeren rustig
op hun departementen zitten om zich in de
zaken in te werken, Er zal gelegenheid ge
noeg zijn om nader met hun kennis te ma
ken.
Ook in ander opzich keert de rust in
de stad weer want eindelijk zijn ajle vacan-
ties afgeloopen. Zelfs de H.B.S 'en en gym
nasiums zijn weer begonnen en we weten
dat het dan heelemaal uit is
Alle scholen zijn dus weer aan den gang
en daardoor is een groot deel der gezinnen
weer tot thuisWijveh gebonden. In Septem
ber wordt nog wel vac&ntie genomen maar
dat zijn de kinderloozen en de vrijgezellen.
Zoo kwaad zijn die daarmee nog niet af want
het is dan overal heel wat rustiger
De groote hordeu zijn voorbij en de rustige
echte toerist betreurt dat alleminst. Wie
waarlijk rust zoekt i en genoegen moet met
een zeer klein clubjó op reis gaan, waarvan
hij weet dat het.gelijk is in zijn wenschen
èn Opvattingen. Die groote groepen gaan
alleen voor vermaak, en het doel van de reig
is eigenlijk verder onverschillig.
In het blad De Mdtorkainpioen heeft daar
over een interssarjte beschouwing gestaan
met betrekking tot het auto-toerisme. De
auto is een pracht vervoermiddel om te rei
zen, men kan lands mooie wegen snel het
einddoel bereiken, j maar de geweldige op
tocht van auto's heeft vrijwel alle genot
daaraan ontnomen. Het gaat nu zeer lang
zaam en ook hier isl het een georganiseerde
horde geworden, wparbij alle induvidueele
genot is uitgesloten.
Wie waarlijk genieten
wil ontvliedt de massa en de drukte. Het is
curieus dat de autorijders juist de massa en
de drukte zoeken iïet rijden op zich zelf
schijnt hun genoegen te zijn, het „mooi"-
rijden van hun wagen is hun trots precies
zooals bij een grootl deel der radio-maniac-
oen de werking vart het toestel boven het
genot gaat van hetgjen het toestel eigenlijk
beoogt te brengen.
Dat doet ons ook
één hijzaakje
Daarvoor was een sj
ht en dat
weer eens denken aan
de groote conferentie
ideciaal postkantoor inge-
oor had een eigen stem
pel. Alle postzegelverzamelaars zijn dol op
zoo'n stempeltje en naar men zegt zijn tien
tal duizenden van deze stempelafdrukken
uitgegeven om al dia verzamelaars het genot
van het bezit te geven. Ganselie series post
zegels zijn alleen riiaar gestempeld zonder
dat zij als zegel dienst hebben gedaan. Na
tuurlijk is nu dat stempel volkomen waarde
loos geworden want er zijn er veel te veel.
Wat het nut is
begrijpt een buiti
postzegel ve r za mei a i
draai in zijn hersem
zoo iets.
Een kinderhand
vuld l
Het Schevenini
een einde; nog een
dergelijke stempeltjes
taander niet maar epn
heeft een bizonderen
waardoor hij blij is met
nu eenmaal gauw ge-
seizoen loopt ook op
•kje en officieel sluit
het. Het zal nu wel een goed jaar geweest
zijn als gevolg van de conferentie en wat als
nasleep daaraan verbonden was Het aantal
vreemdelingen, dat naar den Haag is geko
men om de kans te krijgen de kopstukken
uit de wereldpolitiek van aangezicht tot aan
gezicht te aan8chouwpn. is niet gering ge
weest. Veel succes zullen zij in den regel
niet gehad hebben want het kansje was ge
ring dat wen hen zag. Zij reden snel aan
en weer even snel af als de vfergadering be
ëindigd was. In dit opzicht hadden wij ook
de taak voor de gedelegeerden graag wat
gemakkelijker gezienzij hadden dan de ge
legenheid gehad zich meer in het openbaar
te vertoonen. al zijn ze daarvoor niet naar
den Haag gekomen. Zij leefden echter voor
hun arbeid en zij hebben zich zeer weinig
ontspanning gegund. Daarbij leefden zij al
zeer eenvoudig zoodat geen groote en schit
terende glans van hen afstraalde.
Wij zijn zoo van zelf weer op de confe
rentie teruggekomen Dat kan ook niet an
ders want zij is een maand lang het onder
werp van den dag geweest en dat raak je
zoo opeens niet weer kwijt, 't Zijn bovendien
dagen van spanning geweest, beter dan me
nig dubbeltjes-roman ze weet te geven. Altijd
was er verschil en als er sjjanni
er weer-arlïeJhöop Op eert
van die echte optftnirieti die tan den begii
af beweerden dat er hier wat bereikt zou
worden. Redeloos optimisme maar dat nu
toevallig goed is uitgekomen en triomphan-
telijk roepen zij nu uit. dat ze het altijd wel
gezegd hebben en dat het nu eenmaal niet
anders kon gaan Gelukkige menschen zijn
dat, dia optimisten. Zij, die nader bekend
waren met den gang van zaken waren heele
maal niet optimistisch gestemd en het is
hun veeleer een verrasing geweest dat het
einde zóó is geworden. Z^ven jaar geleden
bij de conferentie met den Rus is het na ze»
wéken leelijk misgeloopen maar dat was
men allang vergeten.
Deze conferentie zal nu echter heugen »n
in onze vaderlandsche geschiedenis zal er
zelfs wel melding van gemaakt worden.
Amsterdam ziet groen van jaloezie over
dit bofje van den Haag en vooral omdat de
buitenlandsche bladen maar steeds den
Hang de hoofdstad van Nederland blijven
noemen. Wie begrijpt er ook zoo n situatie
als hier nu eenmaal bestaat'
HAGENAAR.
ie gctcn. muju
ining was,, was
I einde.,Er ziii
an den begin ire
MODEPRAATJE.
Amsteidamsche Modeshow.
Gisteren Maison de Vries, eerder reeds
Hirsch Cie en vandaag magazijn „De
Bijenkorf". Zoo luiden de groote modehui
zen het herfstseizoen in en gieten een
stroom van Fransche nouveauté's over het
hoofdstedelijk publiek uit.
De nieuwe herfstmode brengt verrassin
gen, zoo van stoffen als van nfodel. Alles
is van een élégante weelderigheid, van een*
3choone en rijke kwaliteit, en dezen rijkdom
is in overvloed toegepast, er is geen stof
aan gespaard" zouden onze grootmoeders
zeggen. Want de japonnen zijn een heel
stuk langer geworden, sommige daler, tot
den enkel af, en er hangen punten bij, die
bij het leopên genoeglijk over den grond
Men betiteld deze japonnen met den
naam „diner- of namiddagjaponnen", en
vergeet dat „men" ook op dien tijd van den
dag erop uit moet, dat zulke lange kleeding
geenszins past bij het drukke jachtige
hedendgagsche leven, dat ze, voor wie te
voet uit gaat, heel niet strookt met de
eischen en behoeften van een haastig mo
dern verkeer.
Gelukkig zijn de stoffen licht, luchtig en
soepel en brengen de ruim vallende klok-
etrooken, de vele apart-ingezette godets, de
uitwaaierende plissépanden niet al te veel
zwaarte aan. Ze zyn wel gracieus, deze
lang-slanke toiletten, ze zijn statig en élé
gant en geven de vrouw eene gestalte als
van eene ranke nimf, omdat de lijfjes, strak
gehouden om het normale middel en om de
heupen, pas op kniehoogte uitfladdering
van soepele strooken en panden krijgen.
Voor avonddracht voldoet deze langere
rokkertlijn al bijzonder goed. Daar de lijf
jes met normale taille, korter lijken dan ze
zijn, toonen ook de rokken langer dan in
derdaad het .geval is en geven de vrouw
door hunnen zwierigen pessival en het losse
tippende effect hunner vele punten een air
van by zonder-voorname statigheid.
Prachtig zijn de kleuren; hel en donker
dahliapaars, wijnrood, zeegroen. Dan is er
een overvloed van zwart; van crèpe-de-
chine, Georgette tulle en moiré, vooral
moiré-antique dofzwart met eene grillige,
overvloedige watering, daarnaast heerlijk
helrose moiré, ook met ryke wateringen, en
wel in twee nuancen, ten overvloede nog
met kostelijke roodbruine bloemtoeven be
drukt.
>hmj op effen-donkere forufe. ggjg hond, die- gedqreydp den ganschem
*|iheur-gewfpk^^«n tom-'itfcrloos óp voorpunt van het
sieriyke deux-pieces van kasha; vaartuigje was blijven staan, hemelhoog
Schitterend komen de zwierige japon-
ljjnen uit in de robes van soepel glkns-
fluweel, vooral van zulk dat met enorme
bloemvlakken bedrukt is en waarvan de
tusschenvakken met een roomigen weer
schijn overtogen zijn.
Soepelheid en glans gaat ook uit van de
effen velours-pannes, in eene warme Ame
thist en eene lieflijke fleschgroene kleur,
welke verwerkt tot strakke princesse-
robes, al den rijkdom van hun edel mate
riaal doen bewonderen.
Ook de lamés zijn van kostelijk gehalte
en behoeven slechts den eenvoud van eene
strakke tailleloos-geknipte robe om hun
warrelend kleurenspel ten volle te doen uit
komen.
Maar er is ook kleeding voor alledag!
Eenvoudige Jetites-robes, trotteurtjes
van f\jne tweedailoffen, van Engelsche fan-
tasiestoffen, die fyn-gestippelde patroon
tjes hebben op effen-donk?re i01
Ze ky. v'.
aan deL
kasha dat nieuwe, symetrische patronen
vertoont op een lichtgrijze een havanna-
bruine, een beige ondergrond.
Mantelpakjes zijn er ook van fijnere en
grovere tweed-stoffen. Vele zijn van zibe-
ILnelaken en hebben, driekwart lange, slan
ke mantels met inlegfiguren en een enkele
maal met een ietwat klokkend effect,
alléén in den rug. De mantels zijn dege
lijk en practisch! Ze zyn lekker warm van
stof, want van zwaar en grof aandoend
tweed, geweven in breede diagonaal stre
pen, in los nicker-bocker effect en in half
gebroken witjes. Ze hebben stemmige bont
garnituren, breede en ingeplooide shawlk-a-
gen, hooge buidelmanchetten en soms, ten
overvloede, nog een breeden bontrand.
De gekleede mantels zyn van duvetine of
van laken. De meesten zyn recht van mo
del. Donkerblauw, zwart, een warm roestig
bruinrood!, een lichter steenrood en een
zacht-ernstig fleaschengroen, zyn de mode
kleuren. De bontgarneeringen zyn meestal
afstekend in kleur en hun gehalte is zoo
danig, dat men gerust van „echt bont"
durft te spreken.
GRACE ALLAN.
Een bezoek aan een eendenkooi
te Oietboorn.
II.
We waren dan gekomen aan het terrein,
waar de kooi zich bevond, en stapten aan
wal. 't Allereerste wat me trof, was- de
roerlooze stilte, die me omgaf. Niets hoor
de je,' bij 't aan wal stappen om ons heen,
dan het monotoon gekoer van een tortel,
die vlak by de landingsplaats in het kreu
pelhout zyn nest had gebouwd, een paar
voet boven den beganen grond. Maar dat
was dan ook 't eenige geluid, dat ik hoofde
en als vanzelf begon ik op fluisterenden
toon tegen m'n geleider te praten, 't Was,
alsof een inwendige drang me bewoog, die
stilte niet te verstoren, "t zou me op dat
oogenblik zelfs onmogelijk geweest zijn,
op luiden toon te gpreken. Ja, die roerlooze
stilte had zelfs iets beklemmends, en ik
was blij, dat een poosje liter, toen de eerste
indruk eenigszins verflauwd was, die be
klemming me verliet. M'n gids liep vooraan
ik trad in z'n voetstappen. We passeerden
al gauw een bord, waarop met groote let
ters te lezen stond: Verboden toegang; hier
liggen voetangels en klemmen en geladen
schietgeweren." Angstig keek ik naar m'n
voeten, want het stond me niet aan, met
zulk moordtuig in aanraking te komen,
doch m'n tochtgenoot stelde me geiust.
't liep met die schrikaanjagende dingen
wel los, 't was meer een soort bangmakerij
dan ernst. Toch, vertelde de man me, mag
in de omgeving van een eendenkooi, met
een straal van 1000 A 1200 M. geen geraas
worden gemaakt; in geen geval geschoten
worden; dat is het wettelijk gewaarborgde
kooirecht, en een ieder die dat verbod over
treedt, begaat een strafbaar feit. We liepen
verder door een slingerend pad, en hier en
daar over een vonder langs allerlei opgaand
hout, veel elzen en wilgen, maar ook lijster
bes en sporkenhout, bramen en kamperfoe
lie met veel bloeiend onkruid er tusschen,
tot we by 't kooihuisje kwamen; een stee-
nen schuurtje, met riet gedekt en van bin
nen door de zorgende hand van de vrouw
des kooikers, helder gewit. En paar kleine
raampjes gaven slechts weinig licht en ik
merkte geen ander meubilair op dan een
paar lage banken aan twee zijden van het
huisje, die blijkbaar nog een ander doel
hadden, dan er op te gaan zitten; de eige
naar sloeg de bovenste plank op, en toen
bleken het tevens kisten te zijn, waarin zich
een groote hoeveelheid eendenvoeder be
vond, voornamelijk gerst en mais. De man
haalde van een spijker een zeildoeken tasch,
sloeg dien met een band om 't lichaam,
vulde ze ten deele met de voederkorrels, en
ging toen verder, me toefluisterende, dat
we nu spoedig den kolk, en daarmede het
centrum van de kooi zouden bereiken en me
tevens verzoekend, geen onnoodig geluid te
maken. Iets, wat vrij overbodig was, want
de gansche omgeving dwong onwillekeurig
tot stilte, 'k Heb tot nog toe niet verteld,
dat we nog een derden reisgenoot hadden,
die al voor de kooiker zelf in de punter vas
gestapt en de heele tocht had meegemaakt,
zonder eenig geluid te geven. Die derde
was het kooihondje, een onmisbaar iets by
de eendenvangst. Onderweg had de baas
geprezen. Hij had al verscheidene kooihon-
den gehad, maar nog nooit zoo'n beste,
't Was een langharig, geelkleurig beest,
een conglomeraat van allerlei rassen, en als
tentoonstellingsexemplaar totaal onge
schikt, maar zooals me later bleek uitste
kend afgericht voor het werk, dat van hem
gevraagd werd.
't Kwam uit zooals de kooiker me bad
toegefluisterd: we naderden het hart van
de kooi, en ik hoorde een aanhoudend ge
plas en geploeter van een groot aantal een
den: de stal van den kooier, zooals hy ze
noemde: Naar 's mans zeggen, bestond die
stal uit ongeveer 1000 eenden en waren die
beesten half tam, half verwilderd. Maar
dat merkte ik terstond, ze waren voor ons
drietal, den hond inbegrepen, heelemaal
niet schuw: integendeel, ze wisten blijkbaar
dat er eten op de komst was, want ze
zwommen naar den wal, bleven daar rustig
wachten of kropen tegen den kant op en
keken vol verlangen naar m'n reisgezel, die
af en toe een paar handenvol korrels in
't water en op den wallekant wierp. Langs
dien slootkant, onder een hoek van plus
minus 50° stonden op afstanden van zoo
wat een meter, hooge rietmatten, die ons
aan het oog van het wild, dat ik evenwel
nog steeds niet bespeurde, moesten ont
trekken. De voorste maat, d:e dwars voor
den vyver of kolk was geplaatst, had een
paar gaatjes, zooals het gordijn in een
schouwburg, en steeds fluisterend noodigde
de kooiker me uit, een blik te werpen op
den waterplas, die achter de rietmat zich
bevend. Daar zwommen zeker wel vijfhon
derd eenden bedryvig heen en weer, en in
't midden op een hoog beboscht eilandje,
stonden twee blauwe reigers roerloos te kij
ken. Ze hadden zeker den buik vol, want
't leken wel opgezette exemplaren, die een
kwartier later, toen ik nogmaals m'n blik
ken over de kolk liet dwalen, in- precies de
zelfde houding stonden als waarin ik ze te
voren had gezien. M'n geleider maakte me
opmerkzaam op enkele eenden, die afge
scheiden van den grooten troep, zich angst
vallig van den waterkant afkeerden en
door hem als „wilde eenden" werden beti
teld. 't Was half Augustus, toen ik het
bezoek aan Giethoorn bracht, en de kooi-
vangst werd eerst in het begin van Sep
tember geopend, 't Was dus nog geen jacht
tijd, maar de eigenaar van de kooi zou me
toch een demonstratie geven van het
kooiersbedryf. Alleen zou hy de gevangen
eenden weer laten vliegen, en hy heeft dit
ook trouw gedaan. Hoe nu dat vangen in
zyn werk ging, en welk aandeel het hondje
daarbij had, hoop ik U iy een slotartikel te
vertellen.
Aan den Beneden-Neckar.
(Van onzen specialen medewerker.)
Het fraaiste zydal van den Rijn is het
dal van den Neckar. Vooral de streek tus
schen Heidelberg en Heilbron is overrjjk
aan natuurschoon. Aan den oèver van de
rivier vindt men romantische steden, oude
kasteelen, burchten en ruïnes. Hei'delberg,
de „romantische Duitsche stad" oefent het
allereerst een sterken indruk op den be
zoeker uit door zyn fraaie gevels en straat
jes en torens en zyn prachtige Slot, dat
zich boven den Neckar verheft. Trekt men
verder, dan ziet men weldra Neekargmiind
opduiken uit het groene dal. Hier zijn de
straten smal, vol kleurige met wingerd be
groeide huisjes. Het stadhuis is een zeld
zaamheid. Het was namelyk oorspronkelijk
een kerk, werd echter in de achttiende
tot stadhuis verbouwd. Een paar honderd
meter voorbij Neekargmiind maakt de Nee-
kar een bocht om den voet van den Dilg.
berg. Boven op den platten top van dezen
berg ligt bet dorpje Dilsberg.
Van de overzijde van de rivier groet Nec-
karsteinach. Vier burchten beschermen dit
stadje naar alle windrichtingen. Van een
hunner, het „Zwaluwnest", heeft men het
heerlijkste uitzicht over het gansche dal
van den Neckar. Het stadje heeft een haast
zuidelijk karakter. Groote, hooge bruggen
zyn over de Steinach gebouwd. In het dich
te bosch vindt de wandelaar plotseling
slechts gescheiden door den stroom, een
stuk onvervalschte middeleeuwen voor zich.
Aan elkaar leunen huizen in vakwerk. Aan
den voet van de met bosschen begroeide
bergen ligt de stad Hirschhorn. Zij wordt,
aan den oever, beschermd door een muur'
dié tevens dient qls fundament der hanger
gelegen huizen. Door het groen dep, beamen
door ziet men het Slot, een wit gebouw in
Renaissance-stjjl. Half-weg ligt de Gothi-
sche kloosterkerk. Prachtig is het uitzicht,
dat men hier van het breede terras heeft
De Marktkerk levert een bewys van het
economische inzicht van de ryke ridders van
Hirschhorn. Aan een van de beide stads
poorten hebben zy namelyk in het jaar 1630
eenvoudig een kerk-schip aangebouwd. De
poort werd klokketoren, maar bleef als
stadspoort dienst doen en nog heden loopt
de hoofdstraat van Hirschhorn als het ware
door de kerk. Zoowel de automobielen als
de rustige wandelaars, zy allen moeten door
de poort. Men ziet van hier iets schitteren
boven de boomen, die zich aan de overzijde
van den Neckar verheffen. Het is de rui
ter, die op het dak staat van de kapel van
Ersheim, de oudste kapel van het Neckar-
dal. Het dorp Ersheim dagteekent uit de
achtste eeuw, uit het Fransche tijdperk.
Nu wordt Eberbach zichtbaar, met de
massieve roode zandsteenen torens van zyn
hoofdkerk. Een kronkelige weg brengt u
naar de overblijfselen van den Keizerpalts:
Mkchtige muren op een stijlen vooruitsprin
genden berg. De „Katzenbuckel", de hoog
ste berg van het Odenwald, bevat de ge
heimzinnige „Wolfsschlucht". Hier is het,
dat de „Vrijschutter" zijn kogels goot. Het
is, als klinke de ouverture van het onster
felijke werk van Karl Maria von Wet»r
door het ruischen van het donkere woui
Aan den uitgang van de ravyn ligt Slot
Zwingenberg, de grootste en best geconser
veerd eburcht van het Neckardal. Het Slot
bestaat uit een aantal uit verschillende tijd
perken dagteekenende kleurige gebouwen.
Aan den oever vah de Elz vinden wij Nec-
karelz met zyn met rozen begroeide kerk.
Rozen bloeien aan de hooge onregelmatige'
vensters .slingeren om de barok-figureh
van bruggen en terrassen, geuren in de
smalle wegen van den kerktuin.
Het eene fraaie beeld volgt hier op het
andere. Wij komen voorbij Gundelsheim met
zijn Slot, gewezen zetel der „Deutschher-
ren". Neckarzimmern bekroond door den
burcht Homberg. In de vensternissen hulzen
zwaluwen en de bronnen op de binnenplaats
van den burcht vertellen van Götz von Ber-
lichingen met de ijzeren hand, die hier de
laatste jaren van zijn strijdersleven door
bracht.
De indrukwekkende silhouette van Wimp-
fen teekent zich aan den helderen herfst
hemel. De voorovergebogen, vervallen huis
jes staan in de kronkelige straten, die berg
op, berg-af loopen en vaak ongelooflijk
smal en klein zyn. Uit elke scheur van de
muren en de gevels spruit echter groen le
ven en elk dak is bedekt met groen fluweel.
Tusschen de zuilengangen van den Keizer
palts staande gevels van eenvoudige boe
renhuizen. Kippen springen door de roman
tische boogvensters, waardoor eens, in lang
vervlogen tijden, edelvrouwen naar den
Neckar staarden.
De torenvan Heilbronn, waarin Gotz von
Berlichingen gevangen zat, staart ook heden
nog zoo dreigend en somber in het vriende
lijke landschap, als ten tijde van de boeren
oorlogen. Staat men op de binnenplaats van
het gewezen Slot der „Deutschherren", dan
waant men zich in een Italiaansch paleis.
Katchen, de dochter van den wapensmid
van Heilbronn, heeft den naam van deze
stad alom bekend gemaakt. Twee huizen,
waarin zy woonde worden nog aan den
vreemdeling getoond: Een oud, hoog hoe -
huis op de Markt. Een sierlijk klein huisje,
dat verborgen ligt in een zjj straat.
Araminta.
Araminta was nog slechts zeventien jaar,
„een onschuldige zeventienjarige", zooals
men dien bekoorlijken leeftijd vroeger
plachtte te noemen. De tijden zyn echter
veranderd, en tegenwoordig weet een jong
meisje van dien leeftyd gewoonlijk iets
meer dan haar grootmoeder toen ze in het
huwelijk trad.
Tenminste Araminta had reeds meer dan
ondervinding genoeg. Zy was namelyk al
driemaal verliefd geweest, en had nu aan
Ernie Ix>veday beloofd met hem te zullen
trouwen, zoo gauw als hij salarisverhooging
zou hebben gekregen.
Dit verzekerde ze den bewusten Jongen
man dan ook dezen avond weer voor den
zoovcelsten keer, toen ze samen in de huis
kamer by haar moeder waren gezeten. Moe
der was echter niet aanwezig, zoodat het
tweetal het rjjk alleen had.
Ik vind dat lange wachten afschuwe
lijk, zei Loveday zuchtend. Maar er is nu
eenmaal niets aan te veranderen, en we
moeten maar op betere tijden blijven hopen.
Araminta streek met haar hoofdje lief-
koozend tegen hem aan. Plotseling sloeg het
zeven uur, waarna Araminta hem verschrikt
losliet
Wat is er aan de hand, Mint? vroeg
Ernie verbaasd.
Nu, je weet toch dat mama ieder
oogenblik binnen kan komen en dan begint
zjj onmiddellijk weer met al haar bezwaren,
omdat ik nog zoo jong ben. Maak nu maar
gauw, dat je wegkomt.
Na een innige omhelzing haastte Ernie
zich weg. Araminta stond hem vanuit het
raam nog na te zien en wuifde zoover als
ze maar kon. Hierdoor had ze niet bemerkt,
dat een jónge man van tegenovergestelden
kant, de richting naar net huis opliep. De
vreemdeling hield voor de deur stil en be
keek het huis van onderen tot boven. Toen
Araminta hem bemerkte, vroeg ze zich ver
baasd af, wie deze man in '3 hemelsnaam
zijn kon. Voor zoover zy zich herinneren
kon^ had ze bera nooit vroeger gezien. Ze
konmiet nalaten zyn knappe, aristocratische
voorkomen te bewonderen. Voordat het-
meisje dan. ook de voordeur had kunnen
openen, was Araminta er reeds op haar tee-
nen heengeslopen en had dit al gedaan. De
vreemdeling keek haar met eenigszins ver
baasde, doch bewonderende blikken aan. Het
meisje had op haar liefste, innemendste
manier tegen hem geglimlacht.
Neemt u mij niet kwalijk, begon hij.
Woont hier mevrouw Arundel?
Ja, antwoordde Araminta, maar moe
der is op het oogenblik niet thuis, hoewel
ik haar ieder oogenblik verwacht. Wilt u
misschien binnenkomen voegde ze er vrien
delijk aan toe.
Heel graag, antwoordde de vreemde
ling, terwyl hij het jonge meisje volgde.
Als ik u vragen mag... is u de doch
ter van mevrouw Arundel? begon de jonge
man nadat hy plaats had genomen.
Ja, antwoordde Araminta, ik ben haar
eenig kind en ik heet Araminta.
Dat is een heel mooie naam, merkte
hy op. Deze naam doet me denken aan la
vendel en brocade. U moet weten, dat ik
eerst kort geleden van uit Nieuw-Zeeland
ben teruggekeerd en ik kom uw moeder een
brief overhandigen van haar oom John, die
een week, voordat ik afreisde gestorven is.
Heeft u uw moeder ooit hooren spreken
over een zekeren John Spalding?
Nadenkend bleef het jonge meisje eenige
«ogenblikken voor zich uitstaren.
John Spalding? herhaalde zy. Is moe
der niet in haar jeugd met hem geënga
geerd geweest?
Ja, dat geloof ik wel, luidde het ant
woord. Maar wat nog veel sterker is: zijn
geheele leven lang bleef hy haar trouw,
daar hy nooit getrouwd is.
Wat een domme man, riep Araminta
lachend uit.
De bezoeker keek haar verwonderd aan,
want hy kon zich niet voorstellen, daar hij
pas uit Nieuw-Zeeland was gekomen, dat
heel jonge meisjes dergelijke sarcastische
opmerkingen maken konden.
Dus u vindt hem dom, omdat hij niet ge
trouwd is?
Natuurlijk, antwoordde zij. D»t is toch
I iets, wat de meeste mannen doen, is het niet
zoo?
Maar er bestaan ook nog wel mannen,
merkte de bezoeker op, die wanneer ze erg
veel van een vrouw hebben gehouden, en
een groote teleurstelling in hun leven heb
ben gehad, trouw blijven aan hun eerste
liefde.
Dat is juist het domme van de ge
schiedenis..., zei Araminta. Plotseling viel
zij echter zichzelf in de rede en zei tot
haar bezoeker: Daar komt moeder al:
ik hoor, hoe ze de sleutel in het slot steekt.
Neemt u me niet kwalijk, maar hoe zei u
ool( weer, dót uw naam was?..
4- Arthur Arbutnot, antwoorddé'hij. John
Spalding was de broer van mijn moeder.
Op hetzelfde oogenblik werd de deur ge
opend en verscheen Mevrouw Arundel op
den drempel.
Heb je bezoek, Araminta? vroeg haar
moeder op eenigszins gestrengen toon,
waarop het jonge meisje onmiddellijk ant
woordde:
Ik niet, mama, maar deze heer komt
u bezoeken. Het is mijnheer Arbutnot van
Nieuw-Zeeland, de neef van iemand, die u
in uw jeugd gekend hebt... John Spalding.
3ij het hooren van dien naam kwam er
een eigenaardige uitdrukking over mevrouw
Arundel's gelaat...
Toen ze eenigen tijd later den brief, dien
John Spalding voor haar had medegegeven,
had geopend, las zy:
„Lieve Bessie. Hierbij ingesloten doe ik
je myn testament toekomen, en vermaak
ik jou alles als herinnering aan onze oude
liefde. Myn neef Arthur zal je een en w"
der overhandigen en verzoek ik je heel
vriendelijk voor hem te willen zyn, daar
hy een goede jongen is. Tot het laatste toe
je John Spalding."
Arme John, zei haar moeder, terwy
dikke tranen in haar oogen sprongen. Maar
het is veel te veel geld, wat hy me nalaat-
lk kan dat onmogelijk allemaal aannemen.
De jonpemaij maakte een afwerend ge-
bair met de hanctgn.
O, hiévroüW, Tk zötref nteróveT"®n-
ken: ik ben zelf zoo rijk, dat ik niet wee,
wat met mijn geld te doen. Zou ik het ge
noegen mogen hebben u morgen weer
komen bezoeken?
Toen de jonge man wegging, stond at
minta hem op dezelfde wijze na te zien
ze enkele uren te voren dit den
gedaan had, met wien ze wilde trouwen...
Toen Arnie Loveday vijf dagen later,
de wolken van blijdschap, Araminta
tellen wilde, dat hij de zoo vurig beg*e"
verhooging van salaris gekregen had,
hy tot zijn stomme verbazing van haar
der te hooren, dat haar dochter den vorig
dag getrouwd was met den heer Arb
en met hem naar Nieuw-Zeeland vertro
Marktplein met het oude stadhuis, de ge
weldige Kiliaanskerk uit grijze zandsteen,
de „Heilsbronnen", die haar naam aan de
stad schonk zij vormen een indrukwek
kend geheel van middeleeuwsche kuituur.
Prijsvraag No. 19
Ruilbureau voor bona en plaatjes.
We willen thans in de eerste plaats die
genen onzen hattelftken dank' betuigen, die
in de afgeloopen week ons bureau een
schenking deden.
Waren er maar meer, die aldus onze ru
briek gedachten. We kunnen van alles ge
bruiken. Wat een massa bons en plaatjes
gaan er niet verloren, die dankbaar door
ons geaccepteerd zouden worden en waar
mede we tientallen gelukkig konden maken.
Mogen we de dames en heeren niet ver
zamelaars nog eens beleefd verzoeken
hun pa pieren voorraad terdege na te zien
en mochten hieronder bons en plaatjes
schuilèn1; ie da*1 aan ote-i toe te zenden J
.1 EiWotWRg allee in eén enveloppe, er op ge
schreven „Ruilbureau Goudsche Courant",
Schenking, en het komt gewis in orde.
Willen we nog eens opsommen welke soor
ten we ruilen? Het zyn: Verkade's Kamer
planten, Van Houten's bons, Koffie Hag
bons en wapenzegels, Sunlight-, Vim-,
Kinso- en Lux bons, Klaverbladplaatjes,
Tieleman en Dros' molenplaatjes en bons,
Viruly's linnenkastbons, Donszelmann's
bons, Droste's bons en plaatjes, Van Nelle's
achteretiketten, Van Leupen's bons en
plaatjes en Pelikanen.
Laat een ieder z'n geheimen eens nazien,
het loopt tegen de z.g. „uithaal" en wat
dan in den weg ligt, gaat naar den vuilnis
man. Mogen wij dan de bons en plaatje*
van U ontvangen. Ze hebben .voor ons
waarde.
Waar kunnen we een flinke party Pelika
nen van tegemoet zien? Men ziet dagelyks
reikhalzend uit naar de po^t of deze niet
brengt een envelop van het ruilbureau met
ccn zending Pelikanen. Joop L. wacht reeds
larg, hy krygt een mededinger in C. B. te
Gouda, voor wien we weer 140 Pelikanen
boekten. Kom wie helpt deze verzamelaars
Geen aantal te groot.
Jan K. te Gouda staat genoteerd voor 2?
Lever's bons.
M. E. K. te Gouda voor 81 stuks. Dit valt
mee, nietwaar. U rekende op 19 stuks.
molenbons hebben thans dezelfde waarde
als 1/1 bons. Reeds meidden we dit in onze
rubriek d.d. 20-7-'29.
Dirk S. te Gouda: U 67 Kamerplanten
gezonden.
Th. H. N. te Moordrecht: U 62 Kamer
planten gezonden en 68 Koffie Hag bons
en wapenzegels genoteerd. Volgen spoedig.
Nog 6, dan zyn we aan het U toekomende.
Ph. J. I. te Gouda: Voor U genoteerd 17
Lever's bons. Zend U vóór a.s. Woensdag
de ontbrekende 10 cents postzegel, dan
wordt dit aantal 35.
T. M. de H. te Gouda: Nog één vódfl l
en dan gaun we beginnen te sparen voor
Uw 42 Lever's bons. Duurt ditmaal lang
Mevr. E. W. te Gouda: U 125 Kamerplan
ten gezonden.
IJke den U. te Gouda: Aan U 87 Droste's
bons,
J. C. W. te Gouda: Voor U 37 linnenkast
bons genoteerd en 3 Donszelmann's bons
verzonden.
L. B. te Gouda: Voor U 45 Lever's bons
geboekt.
E. W. te Gouda: Voor U 39.
Mej. A. B. te Gouda: 52 linnenkastbons
genoteerd.
Mej. G. C. v. Z. te Gouda: U had goed
gerekend, 110 Klaverbladplaatjes zyn voor
U genoteerd.
Mevr. J. M. te Gouda: Aan U 50 Lever's
bons verzonden.
Een ieder kan zien, dat er weer een groot
aantal is genoteerd, wy verzenden maar
liever. Laar de a.s. week nu eens zijn een
ricordweek van aanbiedingen en vooral van
d-ï bons en .plaatjes, die veel gevraagd wor
den. Het z\jn (met daarachter de ruil
waarde)
Klaverbladplaatjes (6), Koffie Hag bons
er. wapenzegels (lij, Viruly's linnenkast
bons (8), Pelikanen (3%), Sunlight-, Vim-,
Lux- en Rinsobons of wel de Lever's bons
Van Leupen's bons en plaatjes.
We hebben voldoende aan te bieden. Leert
ons aanbod aandachtig. 716 Verkade's Ka
merplanten (8), 25 Van Houten's bons (70).
(elke bon geeft recht op een maandabonne
ment van het door genoemde firma uitge
geven „Ons eigen tijdschrift"), 12 bons be-
noodigd voor een jaarabonnement. Waar
blijven de liefhebbers? 66 plaatjes en bons
voor Tieleman en Dros/ molenalbum (16).
294 Van Nelle's achtvretiketten (20). Zeker
haden we gedacht dat deze bons populair
der^ zouden zyn. 40 stuks geven recht op
een mooi leesboek. Ifl dit niet iets voor do
a.s. St. Nicolaascadeaux? Zeer zeker vlie
gen ze straks weg. De boeken bevatten keu
rige verixalen voor jongelui.
Verder nog 64 Donszelmann's bons 15K,
Liefhebbers worden aangeraden spoedig
aan te vragen. Men vecht er straks om.
Rest ons nog aan te bieden 14 Droste s
bons (18).
KET ÏTUTLRIJREATL,
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
VOETBAL.
Programma voor Zondag 15 September.
N. V. B
Afd. I late klasse.
Amsterdam: Ajax—D.F.C.
Den Haag A.D.O Hilversum.
RotterdamSpartaExcelsior.
Den Haag: H.B.8.—Haarlem
Haarlem. R.C.H -V 8 V.
3e klasse D
Alphen— Alphen—Zeist.
Utrecht: Utrecht-Holland.
CulemborgCulemborg— Amsvorde.
Zeist: Z.N.C.—Leerdam.
Utrecht: Voorwaarts—D.O.B
Afd. II 1ste klasse.
IJmuidenStormvogel»H.V.V
Zaandam: Z F.C.-V.U.C.
Voor het geestigste onderschrift onderdeze teekening, wordt een bon uitgeloofd
ter waarde van 2.50, welk bedrag moet worden besteed in een der winkels, welke
in de Goudsche Courant adverteeren, in de periode van 14 dagen na heden.
Op de enveloppe op den buitenkant ver-melden: „Prysvraag".
Alleen abonné's op de Goudsche Courant kunnen aan deze prysvraag meedoen.
Hilversum 't GoTT^lïïau^Wl^™,,™,
2e klasse B.
Gouda. Gouda—Xerxes.
Utrecht: U V.V.—V.O.C.
Dordrecht: O.D.S.—Steeds Hooger.
VlaardingenFortuna— Neptunus
Gorinchem: Unitas—V.D.L.
3e klasse A.
Den Haag Laakkwartier-U.V.S.
Hillegom: Hillinen—Rijswijk.
Leiden: L F C Alphia.
3e klaese B
RotterdamD.C.L.-O.N.A
SchoonhovenSchoonhoven—Olympia.
Rotterdam Transvalia—Si. Volharden.
Rotterdam: U.D.I.—de Musschen.
Res. 2e klasse B.
Rotterdam Sparta 3- Gouda 2.
Res. 3e klasse A.
Delft: B.E.C. 2-R.V.C. 2. t
Den Haag A.D O. 3-Bodegraven 2.
Leiden: U.V.8. 2-Alphen 2.
Res. 3e klaae C.
Gouda: G.8.V. 2—Overmaas 2.
Gouda: O.N.A. 2-D.C.L. 2.
Rotterdam Feijenoord 4—Transvalia 2
Schiedam: S.V.V. 3—Excelsior 3.
Rotterdam R.F.C. 2-V.OX1 3.
Afd III 1ste klasse.
Apeldoorn: Rob. et Velocitas—Enschedé.
WageningenWageningen—Tubantia.
Zwolle- P.E.C.—Go Ahead.
ArnhemVitesse—Z.A.C.
Almelo: Heracles—A G.O.V V.
Afd. IV 1ste klasse.
Tilburg: N OA.D.—Roermond
Eindhoven- Eindhoven-L.ON.G.A.
Afd. V late klasse.
LeeuwardenFriesland- W.V.V.
Leeuwarden: Frisia—G.VA V.
G roningenVelocitas—Veeudam
AssenAchilleB-Alcides.
G. V. B.
Ie klasse.
Waddinxveen 1—Haastrecht 1
Gouderak 1—Olympia 3.
O N A. 3—Gouda 3. 11 uur.
2e klasse.
Haastrecht 2-G.S.V. 3.
Moordrecht 2-Waddinxveen 2.
Zevenhuizen 1—Gouda 4.
3e klasse A.
G.8.V 4—Olympia 4, 12 uur
Bodegraven 3—Waddinxveen 3.
Lekkerkerk 3-Gouda 6, 12 uur.
3e klasse B.
Lekkerkerk 2—Nieuwerkerk 1.
Zevenhuizen 2Gouderak 2, 12 uur.
Gouda 5Moordrecht 3.. 12 uur.
Overzicht.
Alle hands aan dek. Belangstelling
voor de verrichtingen der Goudsche
clubs.
Met het officieele voetbal wordt morgen
weer een begin gemaakt! Nog kerschversch
liggen ons de laafste competitiewedstrijden
van het vorig seizoen in het geheugen. Over
wa^ deze tot resultaat hebben gehad, hetzij
een kampioenschap met of zonder promotie,
hetzij degradatie of ternauwernood den dans
ontsprongen, alle vreugde en leed maakt
plaats voor een en hetzelfde enthousiasme:
in de nieuwe reeks wedstrijden trachten een
trapje hooger te komen
Van de eerste klasse tot de meest onbe-
teekenende reserve derde klasser toe is of
wordt het aantal te spelen wedstrijden op
achttien gesteld. Voor de meest klassen zul
len daarom wekelijks vijf wedstrijden Wor
den gespeeld, zoodat dit de spanning ten
goede komt.
In afd. I valt allereerst de plaatselijke
ontmoeting Sp&rt&r-Excelsior op, kampioen
tegen hekkealuiter, de clubs, die Zondag jl.
de finale om den Zilveren Bal hebben ge
speeld. In den Haag'makkt H&arlefn haar
debuut tegen HiB.6., terwijl Ajax, A.DÖ. én
R.C H. met een niet onbelangrijken thuis
wedstrijd de competitie inzetten In afd. II
zijn de ontmoetingen eveneens van dien aard
om bij de jnzet van het seizoen reeds alle
belangstelling op te vorderen.
Groote belangstelling gaat natuurlijk ook
uit naar de verrichtingen der Goudsche clubs
en naar die uit de omgeving De vereenigin-
gen in de Pijpenstad, die in een nieuw
home zijn gehuisvest, zullen natuurlijk met
extra enthousiasme haar eerste seizoen inzet
ten. Gouda—Xerxes zal het geheele rood
witte kamp in vuur en vlam zetten. De
Goudsche schenkt veel vertrouwen
weliswaar, maar de aangebrachte wijziging
is toch met verdeelde instemming ontvan
gen. We bedoelen de opneming in het elftal
van Woerlee, die de opengevallen plaats van
van der Hooft inneemt. Uit het feit, dat
geen jonge kracht disponibel is om met auc-
TêTTirTëcnTsïïflclcpTaanrTpTjëzëTTên^aTTê
verdediging van Woerlee, die vaak al te
stoer is, nog even een vraagteeken zijn. Mis-
sohlen dat 't nog meevalt. Tegen Xerxes,
de tweede klaakampioen, krijgen de rood-
wltten geen gemakkelijke beurt, trouwens
voorloopig staat een heel rijtje van derge
lijke ontmoetingen op het program. Maar
aan den anderen kant zal Gouda zich too
nen tegen menig lid van den troep te zijn
opgewassen. We hopen, dat dit morgen tegen
de sterke Rotterdamsche club zal blijken.
O.N.A. gaat D.C.L. bekampen, een club.
die in eigen hol niet meevalt. De roocf-iwar-
ien hebben een goede combinatie en vooral
Sterk als linksbuiten komt den aanval ten
goede' Overigens is het elftal weinig veran
derd en we vertrouwen, dat van meet goed
wordt aangepakt, en de gelijke spelen zoo
juin mogelijk zullen zijn.
Met Olympia zal 't dit seizoen ook wel
crescendo gaan. Met Mallon in den aanval
is er activiteit op beide vleugels gekomen °n
't zou van de beide derde klassers al heri
erg tegenvallen als niet voor een Goudech
kampioenschap wordt gezorgd. Schoonhoven
—Olympia zal pen spannend partijtje wor
den, waajbij de Gouwenaars de rtaeest» kan
sen tot de overwin ning hebben.
Alphen begint met een thuiswedstrijd te
gen Zeist, terwijl Alphia in Leiden L.F.C.
op gaat zoeken. Beide Alphensctie clubs ko
men tegen niet te onderschatten tegenstan
ders en zullen dus al voor een mooi succes
zorg kunnen dragen.
De reserves, behalve Olympia, komen alle
in actie en van hen wordt al veel gevergd.
G. V. B.
Een stroef begin. Schoonhoven 2
weer in de eerste klasse? G. S.
V. 5 neemt deel aan de competitie.
Hoe een vlot verloop gewaarborgd
ia.
In den G. V. B. kan alles nog niet op volle
kracht draaien. De elftallen der Alphenscho
clubs zijn ook bij Leiden ingedeeld en dus
moet eerst de beslisging alkomen of Alphen
a. d. Rijn al of niet bij den G.V.B. zaJ be-
hooren. Schoonhoven heeft aangevraagd de
degradatie van het tweede elftal teniet te
doen (waardoor dus ook Olympia 4 eventu
eel niet zou degradeeren), hetgeen allerminst
epn vlot begin bevordert.
Door de toetreding van G.S.V. 5 tot de
derde klasse mogelijk zullen er nog enkele
vereemgingen volgen -- zullen de beide der
de klassen een niet onaanzienlijke uitbrei
ding ondergaan. Met vorige seizoenen ah
voorbeeld, valt reeds te voorzien, dat het
einde ver in 't seizoen valt. En juist nu het
volgend jaar de G.V.B. jubileert, zal een
tijdige" afwerking van de „competitie op prijs
worden gesteld. We verwachten natuurlijk
dat door.den Bond dit feest met grooten luis
ter zal worden gevierd en dat op de eerste
plaats de G V B -ers er van zullen genieten.
Aan eventueele jubileum wedstrijden kan dan
tijdig worden begonnen. Er zal echter vqoral
van bestuurszijde een flinke actie moeten
worden ontwikkeld.
Als de competitie volgens eenig systeem
wordt geleid, dan kunnen de eerste en twee
de klasse bijtijds klaar zijn. De laagste klas
sen komen door de vele 12 uur-wedstrijden,
welke zeer vaak doar afkeuring der terrei
nen steeds opnieuw moeten worden vastge
steld, als regel achteraan, 't Zou aanbeve
ling verdienen een derde 3e klasse er bij te
voegen, daar de gelegenheid een vierd klas
se te vormen voorbij is laten gaan. De derde
klassen kunnen als volgt samengesteld wor
den A Waddinxveen 3, Olympia 4, G.S.V. 4
Nieuwerkerk 2, Lekkerkerk 2. Zevenhuizen
2; B. Lekkerkerk 3, Gouderak 2, Moordrecht
3, Nieuwerkerk 1, Schppphftypq
C kirtddk 6, Bodegraven 3, 0,}TA. 5, ,G.£-
V. '6, Alphia 4 en Woerden eventueel.
Tien wedstrijden per afdeeling is zeker
voldoende. Groote reizen worden zooveel
mogelijk ondervangen en men houdt de lief
hebberij onder de jeugdige voetballers gaan
de, hetgeen een voorname factor ia. De G.
V. B. toone zich eens van goeden wil!
Wijziging van den strafschopregel.
Bjj een penalty moet de keeper „on
beweeglijk" op z(jn doellijn staan.
Door den International Board zijn eenige
spelregelwijzigingen vastgesteld, welke thans
door den N.V.B. overgenomen en heden iu
werking zijn getreden. Regel 17 inzake den
strafschop ia thans zoo gewijzigd, dat de kee
per der tegenpartij op zijn doellijn moet
blijven staan totdat de bal getrapt is Hij
mag absoluut zijn voeten niet verplaatsen
en zoo hij dit doet vóór de bal getrapt ia en
de strafschop naast het doel ia gegaan, dan
moet de schop worden overgenomen. Was
Oplossingen van de Raadsels van
vorige week.
1. Door by t woordje „iets" een n te voe
gen, krygt men „niets".
2. 't Woordje „en".
8. De letter „e".
4. Jaar (ja-ar).
5. Inktkoker.
6. Kar-pet.
De prjjs viel by loting ten deel aan WIL
LY v. d. VLIST, Raadhuisstraat 236, Allen
d. Kyn.
Nieuwe Raadaela.
1. Welke Friesche plaatsnaam maakt ge
uit deze twee woorden: „oven-Star"?
2. Ik ben klein en rond,
Ben midden in den grond,
Ook midden in de koe,
Zónder mj) was niemand moe.
3. 'Met s soms moeilyk.
Met g kleverig.
Met d niet knap.
Met k om een vloeistof in te doen.
4. Welke appelen groeien niet aan boomen
en kan men niet rauw eten?
5. Waarom loopt een kraai en huppelt een
musch? (Een fop-raadsel, denk er om!)
Ik besta uit vier letters, mag nooit stil
staan, geen dag en geen nacht, piaat
altyd even hard of zacht. Neem m(jn
tweede letter weg en ik zorg voor het
eten koken!
Oplossingen inzenden aan de redactie van
de Goudsche Courant, Markt 31, Gouda.
het ieder in de goal terecht gekomen, dan
wordt natuurlijk een doelpunt toegekend.
De taak van den scheidsrechter is er niet
gemakkelijker op geworden,, want de overige
spelers toch moeten minstens 9 meter van
hrt strafscboppunt verwijderd blijven. Het
beste is de huip van de onpartijdig(grens
rechter in te roepen.
De Goudsche voetbalbond dient toch de
zen gewijuigden regel ook over te nemen en
geve den scheidsrechters zoo spoedig moge
lijk opdracht opdat onnoodige protesten
achterwege blijven
GKMEftiGDK HLH1CHTEN.
Avontuur van een schijhdoode.
Marcel Roux, een vier-en-twintigjarige
bankbediende in Parijs, wanddlde op eeu
der heete dagen langs een der beroemde
Oevers van de Seine. Aangezien hij er wel
voor voelde zich wat te verkoeleu in het wa
ter, stapte hij in een bootje dat onbeheerd
dobberde en sprong na een poosje geroeid
te hebben over boord. Een paar minuten
bad iiij gezwommen toen hij onwel werd en
in de diepte verdween. Twee matrozen, die
het zagen gebeuren, sprongen den drenkeling
na en brachten hem aan land. Kort daarop
kwam een dokter, die probeerde de levens
geesten op te wekken, maar zonder resul
taat. Men bracht Roux naar het St. Denis-
ziekenhuis, waar men den bewustelooze twee
injecties gaf. Maar het leven keerde niet
terug. Men giug nu over tot een drastischen
maatregel en sneed hem in een gevoelige
plek van zijn lichaam en toen ook dit zon
der uitwerking bleef, stelde men den dood
vast- en werd het levenlooze lichaam naar
het lijkenhuis gebracht. Aangezien er zich
geen bloedverwanten aanmeldden, stelde de
geneesheer het lichaam ter beschikking vin
het Anatomische Instituut.
Iu het lijkenhuis werd het ontzielde
lichaam onder een douche gelegd en gewas-
sehen. Tijdens deze behandeling werd Je
kneaht aan de telefoon geroepen en voerde
een gesprek van c.a. een half uur lang.
Toen hij tot zijn werk terugkeerde zag hij
tot zijn ontzetting, dat het „lijk" zijn oogen
opsloeg, zich oprichtte en met een vreeselij-
ken gil van de tafel sprong.
Er scheelde hem niets, hy verlangde zijn
kleeren en wou het lijkenhuis verlaten. De
knecht wilde hem echter onder '-'geen voor
waarde laten gaanbij was verantwóordelijk
voor de lijken, waarvan nauwkeurig boek ge
houden werd, en als Roux wegging zou er
een ontbreken en hij beschuldigd kunnen
worden het le hebben verdonkeremaand en
verkocht. Roux voelde begrijpelijkerwijze
niet* voor dit argument en weigerde ook
nog maar een kwartier in de lugubere omge
ving te blijven. Het einde was*een heftig
dispuut en een paar flinke klappen van een
„doode" aan den bediende. Roux vluchtte
weg, pakte enkele kledingstukken welke hij
in het voorportaal vond en rende uiterst
gebrekkig gekleed de straa* op.
Buiten verwekte de halfnaakte man een
oploop. Hij werd onmiddellijk gearresteerd
als aanrander der eerbaarheid en naar een
politiebureau gebracht.
Daa schonk men geen geloof aan zijn ver
haal ovér het ontsnappen uit het lijkenhuis.
De commissaris dacht met een krankzinnige
te doen te hebben en b'eval een onderzoek
door den politiedokter naar 's mans geest
vermogens. De ongelukkige Roux moest een
nacht in de cel doorbrengen en werd eerst
den volgenden dag op vrije voeten gesteld,
nadat de knecht van het ziekenhuis al een
klacht tegeu hem had ingediend, wegeus het
stoeÜreifgeai vait.zw««r lichainelijk1 létsël. 'Dé
.vdobd®'1''bflett op zijn betttft eefï kfachj iftge-'
ateld tegen den dokter, die zijn „lijk" had
weggeschonken aan de snijkamer.
Amgrikaansch!
Duizend dollar voor haarknippen.
Een welgesteld aannemer uit New York,
William Kenny, die een bezoek brengt aan
Europa, kon noch in Engeland noch in
Frankryk een kappei; vinden in staat zyn
haar te knippen zooals hij dat wilde. Dies
wjj zeiden reeds dat hy Amerikaan en
welgesteld is seinde hij naar New York
aan zijn gewonen kapper dat deze naar
Londen moest komen om zijn haar te knip
pen. Deze adoniseering koet hem het baga
tel van duizend dollar, waarvan de helft
voor den kapper is; de andere helft gaat
weg aan reis- en verblijfkosten.t
Men zou dit ten hoogste een kostbare gril
noemen ware het niet dat er naar de
„Manchester Guardian" onthult vertoo-
gen zyn gericht tot het Britache miniaterie
van Arbeid dat dit een geval is dat valt
onder de wet welke het landen van vreem
delingen verbiedt die aangenomen werk ko
men verrichten dat evengoed door een En
gel sch man kan worden gedaan. Misschien
zal er, meent het blad, een compromis wor
den getroffen daarvoor is men nu een
maal in Engeland - in dien zin dat een En-
golscli kapper als aaaistent optreedt en het
gebruikelijke Engelsche honorarium op
strijkt. Dat zal do heer Kenny er nog wel
bij kunnen betalen.
Ais een dokter haast heeft
Een dokter te Chicago, op weg «aar een
ernstige zieke aldus bericht het Nederl.
Tijdschrift v. Geneesk. werd door een
politieagent aangehouden, omdat hij te hard
reed, en ongeveer 25 minuten opgehouden.
De patient was inmiddels overleden of kort
da#*op gestorvenj De dokter1 zottd den poli
tiedienaar een uitnoodiging tot de begrafe
nis. Ondanks deze beleefdheid werd hij toch
gedagvaard en veroordeeld tot 25 dollars
boete. De rechter was van oordeel dat de
politie geen uitzondering kon maken op de
veiligheidsvoorschriften.
Mis^qhien had deze rechter wel den in
druk gekregen, dat het niet zooveel tijd uit
haalt, op een rit tusschen twee visile's in,
als men sneller" rijdt daa een ander. Stel,
dat men 2 K.M. moet afleggen, en dat men
met 30 K.M. snelheid mag rijden dan ia
men er in 4 minuten. Maar als men mi 5
K.M. sneller rijdt, anderen voorbij en zoo
doende gevaar kan teweeg brengen,, dan la
men er 34 seconden eerder! De rechter zal
hebben geineend, dat, als het op 34 seconden
taiïkómt, er toch niets aan te doeu is en
dat een dokter ook tusschen en bjj zijn visi
tes nog wel eens 34 seconden „verdoet".
KERKNIEUWS.
Zuid-Hol land-sche Predikante».
Over het ouder worden.
Onder leiding van dr. J. Riemens heb
ben de Zuid-Hollandsche predikanten te
Dtn Haag vergaderd. Na het openings
woord van den voorzitter en de afdoening
van eenige huishoudelijke aangelegenheden,
vtrkroeg dr. P. Glas, van Boskoop, het
woord over:
„Levenskunst is ouder worden".
üpr. gaf eeti uitvoerig en gedocumenteerd
betoog over het onderwerp m het algemeen,
en kwam daarna op het godsdienstig type
van den ouder geworden mensch. Men kan
hier moeilyk verder komen dan üet mggen
van een zeker accent, het aangeven van een
verhouding, het opmerken van een overeen
komst of verschil. Sommigen z(jn daarin
uiterst vèr gegaan. Spr. noemt R. H. Lotze,
die gepoogd heeft de vier tydperken in hot
leven van een mensch met de vier tempera
menten, hét languinUche, het melancholi
sche, het cholerische en het flegmatische in
overeenstemming te brengen, wat dan ook
op de soort godsdienstigheid der onder
scheiden personen van invloed zou zijn.
Voorts Goethe, die meende dat een bepaal
de philosofie, achtereenvolgens het realis
me, het idealisme, het scepticisme e;. het
mysticisme, beantwoordt aan iederen leef
tyd. Ten slotte Du Buy, die betoogd heeft,
dat verschillende religies, het Confucianis
me, het Mohammedanisme, het Christen
dom, het Buddhisme en het Brahmanisme
het best passen bjj de verschillende leeftij
den. Spr. wil de betrekkelijke waarde van
al dergelijke onderscheidingen niet ontken
nen, maar houdt zich toch liever aan be
schrijvingen als die van P. D. Chantepie de
la Saussaye („Het Christelijk Leven" II)
en H. T. de Graaf (Om het Eeuwig Goed),
die ons den ouder geworden mensch, ideali
ter genomen, teekenen als losser vin de
wereld, met een sterker Godsvertrouwen en
eer. dieper afhankelykheidsbesef nan te
voren. Spr. doet voorts uitkomen, i:*t de
godsdienst van de jongeren een «terken pro-
fetiachen kant heeft, terwijl die van de
ouderen een overwegend priester'jjke zjjde
vertoont. Nog steeds, als ze m de dagen
van Maleachi, is het moeilyk die beide,
spontane en traditioneels religiositeit elkan
der te doen verstaan, het hart der vaderen
te brengen tot ue kinderen, en omgekeerd.
Spr. roerde nog de hygiëne van den ouder
dom aan,, de vraag hoe men oud wordt, en
keerde ten slotte tot zjjn iMtg»ngap*uit
terug, de vraag, wat het ouder worden
eigenlijk is. Hy besprak daarbjj twee ge
dachten uit het N. T.f aan 2 Kor. 4 16:
„Hoewel onze uitwendige mensch verdorven
wordt, zoo wordt nochtans de inwendige
vernieuwd van dag tot dag", en vooral aan
Jch. 3 30: „Christus moet wassen, maar
ik minder wor?len". Spr. eindigde met de
voorlezing van Duco Vorster's vers „Het
vliedende leven", uit zjjn bundel „Op uwen
drempei", waarin deze gedachten op schoo-
ne wyze zjjn vertolkt
De bestemming der vorstelijke gift.
Niet lang geleden heeft dr. W. G. Har-
renstein te Amsterdam van iemand, die on
bekend vypnwht te bijjven, een gift van
11)1.222 ontvangeq, piet de bepaling er by,
dat 5d.it geld 4'enen moest .tui,» u ma inn.
artxiid op Midden-Java. .1
Wjj lezen thans in het Zendingsb'.ad, dat
dit geld na aftrek van 10 pCt. voor de ge
nerale kas, welke van alle zendingrinkom-
sten 'in de geneyale zendingskas gestort
wordt, verdeeld zal worden tusschen de
üeref. Kerk van Amsterdam en die van
Delft, en wel voor wat Amsterdam betreft
teneinde nieuwen zendingsatheid te begin-
ifcn in Wonósazi, de Zuid-Oostelijke helft
van de residentie Djocjakarta, een nage
noeg geheel heidenser, dun bevolkt gebied,
en voor wat Delft betreft teneinde qieuwen
arbeid te beginnen in Wonogisi, een uitge
strekt deel van de residentie Soerakarta;
ook dit gebied ia nog sterk Heidenseh er.
telt weinig Mohammedanen.
Naar men weet zjjn Djocja en Solo twee
zeer belangrijke centra van den zendinga
arheid der Gereformeerde kerken. De be
teekenis dezer zendlngscentTa zal nu nog
belangrijk grooter worden.