bergambacht, berkenwoude, bodegraven, nieuwerkerk, ouderkerk, oudewater, reeuwuk, schi J 6 I 3 n Bahlmann Gouda Gouda en Omgeving Deze Courant komt in meer dan 6500 gezinnen in NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN BOSKOOP, gouderak, haastrecht, moordrecht, moercapelle, INHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. 17204 NO* Feestdagen Naar tndid. 75 Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en EERSTE BLAIA* Een tocht naar en door tropisch Nederland. FEUILLETON. DE GESTOLEN DIADEEM. Zaterdag 19 October 1828 -- het vermoeden wordt vefcomen van een na derende crisis in de glaXeelt, welke laatste voor een belangryk deel fust op de teelt van tomaten. Het is voffral (je concurrentie met de Italiaansche natuurtomaten, welke zidh hier doet gevoelen. Het |s, zooals dezer da- - WIJ TOONEN U EEN PRACHTSORTEER1NG - P. E. v. B. 1 Sept. ’29. 300 HOOFDSTUK XI. (Wordt vervolgd). C TKL met Intu en i prima e rag- rlangd, wanneer iten en d«n vu moeilijk hun te rom hebben wij legebeeleiamiUe koffie Hag te ge- l heb ik van een ■I plelzier en nut loffie Hag Is tri* ichte koffie, xeer aak en van een aroma, zonder lijke uitwerking. jord:cofleïnevrij. iet verschil spoe- zenuwen kunnen ben thans ved Ij nljn werk ea tiger. APARTE DAMES- EN KINDERKLEEDING HOEDEN - STOFFEN - PELTERIJEN - BONTMANTELS Door GEREGELDE BIJVULLING van onze schitterende collectie mantels, japonnen, enz. blijft deze steeds aantrekkelijk, zoowel in Blauw als Zwart en gekleurd ZEER LAGE PRIJZEN -U 4 f f heeft de Quai-and—rd» oplag» WWOO 68*Jaargang Gedurende onze verblijftijd, werd op het n.l. de Pasar Gamtir. Behalve allerlei In landsche en Europeesche vermakelijkheden waren er stands van bekende Europeesche firma’s o.a. Philips, en een afdeeling van de Inheemse he ny verheid. Daar hebben we onze oogen uitgekeken en ons bijna armge- kocht. Daar vindt men nu letterlek alles, wat Indië op ’t gebied der kunsny vei heid presteert. Van de mooiste geborduurde zijden kleeden tot ’t eenvoudigste batik werk. Gegraveerd en gecisileerd koper en Zilverwerk uit Djokja, goud- en zilveren sieraden van Bald, wapens uit alle deelen van Java, te veel om op te noemen. Bijzonder intenresant waren op de ïn- heemsche afdeeldng de Balinoesche dansen, het Javaansche orkest en de Javaansche Wajang voorstellingen. Voor morgen staat een tocht door Oud- en Nieuw Batavia op het programma. Dit nummer bestaat uit twee bladen Toen Jan Pietersz. Coen in 1619 op de puinhoopen van Jacatra, een nieuwe stad Batavia stichtte, begreep hij, dat hier ’t belangrijkste centrum voor den handel lag Naar ’t model van de Holiandsche steden tót de 17e eeuw, werd nu een nederzetting voor le blanken gemaakt In de Ohineesch.* wijk van Oud-Batavia v.uden we nog enkele overblijfselen van un.en uit dien tyd met trapgevel tjes, luifels en opkamertjes, en bij voorkeur langs smalle grachtjes gebouwd. Wat voor ’n Holiandsche winter knus, ge zellig en warm was, was voor de tropen ab soluut ongeschikt Bij de opvolgers van J Pz. Coen zien we dar. ook de pogingen A de gloeiende ongezonde stad te ontvlucmen en hoogerop tegen de bergen verademing te zoeken. Doch er was nog 'een eel grea ter nadeel aan de lichting van Batavia verbonden. Dwars door de stad stroomde de Tji- Liwoeng een rivier, die de eigenschap pen van alle Javaansche rivieren vertoont. Zoolang er voldoende afzet is te vinBen in het buitenland. En in dit opzicht rijzen nu groote moeilijkheden. Deze zijn van tweeër lei aard. In de eerste plaats kan men in de ons omringende landen de glascultuur uit breiden. Deze uitbreiding toch is vrijwel onafhankelijk van bodem en klimaat. Al leen door hunne gedurende jaren verkregen ervaring hebben onze tuinders een voor sprong, maar deze ervaring kan men met den tijd in het buitenland ook opdöen. De tweede moeilijkheid is gelegen in de uitbreiding van het verkeer, die snelle ver zending mogeljjk maakt van natuurproduc ten, die in zuideljjker streken in de open lucht en daardoor dus op veel goedkoopere wijze worden geteeld. Het is door deze om standigheid, dat onze zoo snel tot uitbrei ding gekomen tomatenteelt in den laatsten tijd heel wat minder loonend is geworden en in de kringen der vaklieden steeds meer i krl)g«a «étt* Ko«l»H»fntó*U dessichar ullat* buw MMXMd. delneaikanavMi •n Ma achMtjt ABONNEMENTSPRIJS; per kwartaal 2.26, per week 17 cent, met Zondagblad 'ftr kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt tonco per peat per kwartaal 8.16, met Zondagsblad 8.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureaui MARKT 81, GOUDA, by onze agenten en loopers, den boekhandel en 4e postkantoren. Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—t «ur. Administratie Telef. Interc. 82: 2><iactie Telef. 83 Postrekening 48400. ADVERTENTIEPRIJS t Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring) i 1—4 regels 14», elke regel moer 0.26. V«n buiten Gouda en den beaorgkringj 1—6 regels L66, elke regel meer B«M. Advertsntifci in het Zaterdagnummer 2i bijslag op den prijs. IdefdadigheddMidvertent iln da helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDKELINGEN: 1—4 regels 246, elke regel meer 0.H. Op ite roerpagin* 60 booger. Gewone advertentila en ingezonden mededelingen Ml eenkract tot zeer gereduceerd», prijs. Groote letten en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentlën kunnen worden ingezonden door tnsachenkomat van «oliede Boekhande laren, Advertentiebureaus en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te rijjn. BRIEVEN UIT DE HOFSTAD. CMXCII. Vrjjwel gelijk met mtfn vorigen brief brachten de kranten het bericht dat inder daad het voorstel van het dage lij ksch be stuur onzer gemeente is te wachten om op het Alexanderveid het nieuwe stadhuis te doen verrijzen. Wij verheugen ons zeer over dit voorstel en wij hopen dat nu het besiult spoedig zal vallen. Het bedrag dat er mee gemoeid is, is wel zeer hoog, drie millioen gulden alleen voor het terrein, maar daar bij worden allerlei voordeelen behaald. Het meest lokt ons aan dat die vieze rommel uit de stad gebannen wordt. Een prachtig terrein midden in de stad bestaat eigenlijk nooit meer en het is dus een bof, dat wij dit nog hebben. Zoo ziet men hoe een fout, die meer dan een halve eeuw ge leden is gemaakt, toen deze terreinen gratis ter beschikking zijn gesteld van het depar tement van oorlog, eindelijk tot iets goeds kan leiden. Wy hopen nu alleen dat de wijze waarop tier hoeveelheid voortgebrachte organische fctof en daardoor bepaalde voedingswaarde. Zij is hoofdzakelyk to danken aan de voort brenging van organische stof in veredelden vorm. Door die veredeling neemt de voe dingswaarde echter niet toe. Daardoor heeft de intensieve tuinbouw een betrekke- lyk geringe beteekeius als grondslag van het economische leven. Hij voorziet alleen in wat men luxe be hoefte zou kunnen noemen. Deze zijn uit den aard der zaak beperkt, zoudat uitbrei ding van den tuinbouw alleen mogelijk is, gen van- zeer bevoegde merkt, de Zuiderzon, di« curreritie aandoet en dia slachtoffers heeft gemm van sinaasappelen, citw in broeikassen door de v middelen uitgeroeid. H heeft ons uit Zuid^Fran overvloed gebracht, da» Indië geweldig toenam en de houten zeil- Gedurende onze verblijftijd, werd op het schepen door ijzeren stoomschepen werden Koningsplein een soort jaarbeurs gehouden vervangen werd' de behoefte aan een mo- t_ dt-me hrfven met voldoende diepte, gevoeld. Van de aanwezigheid van twee bekende wa terbouwkundigen, Kraus en Bakker, maakte men gebruik om hen advies te vragen. Men vond ’n geschikt punt niet te ver van Ba tavia, waar in plaats van aanslibbing, af slag was, die veroorzaakt werd door *n zwakke kuststroom. Voor de diepte regelde men zich naar het inmiddels geopende Suezkanaal. De verwachting, dat de handel zich naar de nieuwe haven van Batavia, Tandjong Priok, zou verplaatsen, is niet vervuld. De kantoren van de Hol landsche Maatschappijen en die der groote Chinee- sche, Inlandsche, Arabische en Britsch- Indische kooplieden, zy zijn alle in Oud- Batavia gebleven, ondanks ongezondheid, warmte en ouderwetsche huisvesting. Ata woonstad koos men een hooggelegen deel dat men Weltevreden noemde en waar men woningen bouwde, speciaal voor de tropen ingericht. Weltevreden maakt den indruk van een Europeesche villastad. Om het ruime Ko ningsplein en het niet minder groote Wa- teriooplein zijn enkele gebouwen van t Gouvernement o.a. het paleis van den Gou verneur-Generaal, verder groote hotels en dan de villa’s van particulieren. Opvallend is het groote aantal taxi’s. In Holland nam men daar voor kort oude wagens voor. Hier ziet men splinternieuwe wagens. Voor een stadsrit wordt slechts 50 cent betaald en lang hoeft men niet naar een andere auto uit te zien. Alle nieuwelingen in In dië beginnen te wandelen. Wy hebben op deze regel geen uitzondering gemaakt. Op een Zondagmorgen heb ik het Koningsplein rondgewandeld, een uitstapje dat pl.m. een groot half uur duurt. Voor aardigheid heb ik het aantal auto’s geteld, dat voor me gestopt, geremd of me aangeroepen heeft en kwam toen tot 42 maal. Ndet minder groot is het aantal endo's kleine wagentjes op twee wielen, vaar men met de bestuurder duo a duo zit X. n.l. Ie. ontzaglijke massa’s slib van de vul kanen mee te voeren en 2e. perioden van laag en hoog water te hebben. In de 17e eeuw ankerden onze schepen op de reede van Batavia. Achter of by de talrijke eilandjes in de baai van Batavia was de zee altijd erg kalm. Kustprauwen namen nu de lading over en voerden deze naar de kust en omgekeerd werden onze schepen bevracht met door deze prauwen van de kust aangevoerde waren. Om dit tydroovende overladen overbodig te maken, maakte men een haven aan de mond van de Tji Liwoeng. Doch deze haven slibde geregeld dicht, terwijl men langs de oevers van de Tji Liwoeng waar de pak huizen en kantoren waren, in den natten moeson heel veel last had van het ©ver st roomingswater. Bij de ontwikkeling van handel en scheepvaart en de groote vooruit gang op technisch gebied in de 19e en 20e eeuw, waarbij het aantal onzer schepen op. Op het golfterrein. Lilian kwam den volgenden morgen op het golfterrein en werd door mevrouw Amherst met een stroom van verontschuldigingen b% groet. Het spijt me zoo, zei ze. maar mijn e man heeft juist getelefoneerd dat ik direct thuis moetjkomen, er is juist iemand bij ons binnengebracht die een ongeluk heeft ge kregen en ik moet helpen, het is erg jamnjer, want ik had mij bijzonder op een. spelletje met u verheugd. U hoeft zich niet te verontschuldigen, antwoordde Lilian, en‘houdt u zich voor mij niet langer op, ik kan Mf wel rondgaan om een partner te vinden. Dat is niet noodig, vertelde meyrouw Hamherst, ik weet wel iemand voor u, me neer Hemmings «peelt alleen en ik heb een ballenjongen naar hem toegestuurd om te vragen of hij met u spelen wilt. dreigen Kijk uw vriend wacht op u. U hubt gelijk, zei de man, terwijl hij ópstond. Ik ben blij dat ik kennis met u ge maakt heb misschien «preken we elkaar nog wel eens weer. Hij knikte haar beminnelijk toe en liep zwierig den winkel door. Amy wn« weer op haar stoel geklommen - Dank je wel dat ik met den Engel heb kunnen praten. Het was erg vriéndelijk van je, zei ze tegen Lilian. Uit het Engelsch van ARCHIBALD EYRE. 14 (Nadruk verboden). Om zes uur was de drukte afgeloopen en dienstmeisjes waren met ander werk be zig. terwijl Lilian achterbleef voor het gteval “r nög een late bezoeker bediend zou moe- tan worden. Zij was juist vriendschappelijk -inn het praten met het aardige rozige meisje et als cassière dienst deed, toen een jong- ,*'ensch den winkel kwam binnenstappen. Hij leek een jaar of achttien en in zijn ge zicht was iets van de onschuldige schoon* <*d van een engel uit een gekleurd kerk- 'enster in glns-in-lood. Zijn oogen waren vansparant blauw en zijn welige haardos was goudblond en kallend .Hij droeg een geruit sportpak en een bruine vilthoed stond zwierig op zijn lange lokken. Hij ging zitten in een nis die het verste van de deur verwij derd was. Wat een eigenaardige jongen, zei Lilian tegen de c&ssière, die Amy heette. Eigenaardig? riep Amy, die zich uit rekte, om een glimp van den bezoeker op te vangen. Ik vind hem een snoesik noem h«m altijd den Engel. O, ken je hem? Neen, de oogen van het preikje begon nen te schitteren en zij bloosde hevig. Ik De crisis in onzen tuinbouw. Er wordt in den laatsten \jtd nogal veel gesproken over de crisis in onzen tuinbouw, speciaal wat betreft de cultuur van vruch ten en groenten onder glas. Deze cultuur heeft zich in de laatste jaren buitengew oon uitgebreid. Vooral ook in onze provincie is dit merkbaar. Volgens eene in 1927 door het Centraal Bureau voor de tuinbouwvei lingen gehouden telling steeg in ons land de opperv^kte der groenten- en vruchten- kassen van 189891Ó M2, in 1912 tot 8116811 M2, in 1927. Eerte toename dus van 427 By het platte glas was de toename wel veel minder, maar bedroeg zij toch nog altijd 75 Deze uitbreiding der glascultuur groote beteelcenis met betrekking tot vermeerdering der werkgelegenheid. Ter wijl per H.A. grasland ongeveer 70 aan arbeidsloon moet worden besteed en per H.A. bouwland 140, stjjgt dit bij den intensieven tuinbouw tot 3000 4000 pei H.A., zoodat dezelfde oppervlakte grond, voor de glasteelt gebruikt, aan 30 maal het aantal personen werk kan ver schaffen, dan by exploitatie als bouw- en grasland noodig is. Wie dit verneemt, zal by zioh zelf den ken: als de zaken zoo staan, behoeft men toch niet te klagen ovor gtó»rek aan cultuur grond. Als men langzamerhand onzen bodem geheel voor de glascultuur bestemt, is er nog voor tientallen van jaren werkgelegen heid voor de toenëmende plattelandsbevol king aanwezig. Zij, die dit meenen, zien echter een voor naam ding over het hoofd en wel dit. Bij den gewonen akkerbouw gaat het om de voortbrenging van organische stof De hoe veelheid, die daarvan per H.A. kan worden voortgebracht, is beperkt, omdat zy het resultaat is van de werking van het zonne licht en de hoeveelheid zonnelicht, die op eene bepaalde oppervlakte valt, niet kan worden vermeerderd. Die organische stof ontleent hare waarde aan de voedingswaar de. die zij heeft. Daardoor vormt hare voortbrenging de grondslag van het geheele economische leven. Indien men de hoeveel heid voedsel kan uitbreiden, kan men ook de industrie uitbreiden. Nu brengt men by de glascultuur wel eene grootere waarde voort, maar deze r aarde is niet of althans Slechts in be perkte mate te danken aan de vergrooting maar opzichtige kleeren aan, was de winkel binnengekomen. Hoe ziet die vriend eruit? vroeg Lilian. Ze had onmiddelijlk een antipathie tegen het gezicht en de kleeren, tegen den heelen man. O, die jongen, met wien ik meestal hier theedrink. Een jongen met een geruit» pak en een roodgestreepte daa. Daar zit hij. Schijnt zich te amuseeren. grinnikte de man, hij zal mij ook niet dankbaar zijn als »k hem stoor. Misschien kan ik eer«t beter e«?n praatje met u maken. Lilian moest niets van 4en man hebben maar zij wilde Amy niet van haar kortston dig geluk berooven. Zooals u wilt,, antwoordde zij ijzig. De man keek haar met brutale bewonde ring aan Ik kan mij niet herinneren dat ik u hier eerder gezien heb. Dat is heel goed mogelijk. Zeker versch? Ja, heel yersch- Net als onze eieren. Wilt u er een paar bij uw geroosterd brood hebben? De man knikte en ging op een van de stoelen bij de toonbank zitteh. Lilian gaf order door de spreekbuis. U ziet er wiet uit als een winkeljuf frouw, merkte de man op. Hoe zie ik er dan uit? vroeg Lilian on danks alles haar antipathie tegen den man verheugd over wat ze tenslotte als een com pliment beschouwde. Ik wil wedden dat u uit de stad komt. Kijk, riep Lilian, die vond dat de con versatie haar incognito gevaarlijk ging be- Verstandig hij, die op zijn tijd verschijnt, Verstandiger die juist van pas verdwijnt. GOIBSLIIE (01 RAM. Eij<le werd opge- onze cultuur con- ook reeds vroeger kt. Zoo is de teelt snen en ananassen prbeterde verkeers- »t sneltreinverkeer Icryk een bloemen- onzen bloemkwee- kers tot ernstig nadeel «rerd. Nu is het mogelijk, dat door een of an dere omstandigheid l>et gevaar, dat onzen tuinbouw bedreigt, wordt afgewend. Vroe ger zym de vooruitzichten ook wel eens don ker geweest en is het per slot van rekening nog medegevallen. Wy^ moeten intusschen met vergeten zoo merkte Dr. Rietsema onlangs op dat het <ms hier met behulp van glas vaak slecht gelukt, om dingen voort te brengen, die men in zuidelijker landen zondeir het buitengewoon dure hulp middel kan verbouwen. Wel beschouwd, zoo vervolgt h|j, is het eeff groote dwaasheid hier met hooge kosten tomaten en druiven te verbouwen, die beter van smaak, zooveel goedkoper in ’t Zuiden groeien en op be- trekkelijk geringen afstand van de centra van gebruik. heb hem nog nooit in mijn leven gesproken, den laatsten tijd komt hij haast iederen dag hier, maar ik weet niet wie hij is. Lilian keek glimlachend naar het blozende gezicht van het meisje en ging toen naar haar klant toe. „Wat een roman” dacht ze. Het meiaje dat daar (in het kleine kashokje zat en tien shillings in de week verdiende, was verliefd op een onbekenden engel in een duur sportpak. Wat een wereldje in het klein was de winkel van haar tante! De Engel scheen in verheven overpeinzin- ge verdiept, want Lilian stond al een poosje bij zijn tafel, voor hij haar aanwezigheid be merkte. Hij had zijn hoed afgezet en de glans van zijn krullebol had wel iets van een aureool. Wat mag ik u brengen? vroeg Lilian eindelijk. De jongeling keek op. Is mijn vriend ook hier geweest* vroeg hij verstrooid. Ik wist niet dat u een vriend had. Misschien ook niet, zfei de Engei verre van vriéndelijk, maar ik bedoel tien man, den heer, dien ik hier meestal ontmoet. Ik ben hier vandaag voor het eerst en ik ken hier de klanten nog niet; ik zal eens aan den toonbank gaan vragen. O doet u geen moeite. Geeft u me maar wat geroosterd brood met boter en thee. De jongeman hervatte zijn overpeinzingen, Lilian gaf, de beetelling door de spreekbuda door en ging toen naar het meisje a&n de kas. De Engel vraagt of zijn vriend al hier is geweest. Neen, die is er nog niet gewalst. Was dat het wat hij je vroeg? Anders niat. Amy zuchtte. Ale hij je ooit naar mijn naam vraagt wil je het mij dan zeggen? Lilian schudde afkeurend het hoofd. Ben je niet een erg dwaas meisje? Het meisje ze was niet meer dan een kind werd vuurrood. Ik zei het maar voor de grap, mompelde ze verward. Ik verbeeld me zoo graag dat hij een sprookjesprins is. Hij kan niet een Engel en een sprookjes prins Iegelijk zijn, besliste Lilian. In voel meer voor de theorie dat hij in de leer is op een hoenderpark of zooieta. Je moet je wel eens wat verbeelden, verklaarde Amy ernstig, anders gaat de tijd langzaam voorbij en alles is zoo saai Op dat oogenblik Klonk het fluitje van de lift. Wil jij je sprookjesprins zijn thee bren gen? bood Lilian aan. Mag ik? vroeeg Amy gretig. Zij gleed van haar hoogen stoel en streek met de hand over het haar. Met blozende wangen bracht zij de thee en het geroosterd brood naar de blauwoogigen jongeling. Ge amuseerd en vol belangstelling bestudeerde Lilian van achter de toonbank het tweetal. W’ai een anoezigl paar' zed ze bij zichzelf, ze kirren als een paar duiven. Zulke volmaakte onschuld vindt men alleen bui ten. - De twee duiven waren al gauw ifi een vriendschappelijk gesprek en Lilian was hee- lemaal verdiept in de lieflijke idylle. Is mijn vriend al hier geweest? kloAk plotseling een grove stem bij haar oor. Zij keek snel op. Een groote man met een ordi nair gezicht en met eeirigszins versleten

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1929 | | pagina 1