bergambacht, berkenwoude, bodegraven,
M
1.75
,49
renstraat
IING
s
>S«n
iLEGT.
NIEUWS. EN ADVERTENTIEBLAD VOOK GOUDA EN OMSTREKEN
’ONNEN
ten zjjn van
en bevatten
fwizseiing
(dellen
W». 17211
B8°Jaargang
Maandag ZBOctober 1829
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
Electrische
kelen
aal
PIJP
VE 15
:eit brood
aai*
•traaf73
Tel. 532
De Reeuwijksche en Sluipwijksche Plassen
niet droog.
Az. ==s
IER KIST
n „EDISON"
VAAGEN
tz/J
al
BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
3
feuh.leton.
m tt w L/u, *-* V/Xz AJVIXVX*. T XJX1JD v/mUlVzvJA \Jx_/lyjLJXVzVX*., llZiflOllVlJVlll j ill v*»U Vil 1 j lilvuivVili *-*R
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
week 17 cent, met Zondagblad
De Minister van Financiën behoedt
4B-
Minister
■ar
ai
Detail
tar brutaal en boosaardig
r'VS
’LEN en SPRITS H
12 (nanat „do Zal»")
r. 1822.
ter kennisneming van den
Binnenlandsche
m, grauwde hij. Met welk
in mijn particuliere aan-
De risico's,
risicoposten mogen
«bouwde
ek uitnoodtgend
Frasen
LGE»
BBXED VAM
H. 465.
lyft lang malsch.
j
1”
litterende kwaliteit
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda
1—3 regels 1.30, elke regel meer
ZJZZ - “"1 It
dén prijs. Liefdadigheids-advei-tentiën de helft
deze perceelen moesten
j concessionaris
‘t de eigenaren
l gekomen.
omvangrijke
1, wuar-
bouwen
litattan
pn aan
AAT
iiOUDSUHE COURANT.
en dwt
dri&H
we ftóg
voegde ze er met een twinteling van
weer ernstig
onvergeeflijk
1 inzien
■"T van berouw ia de uit
gezicht, zijn helder blau«^
Er was geen sprake van ontsnappen.
Ze hebben me alleen maar ftan het schrikken
gemaakt. Maar laten we verstandig praten.
Hoeveel wilt u hebben? Ik zal u vijf pond
geven tien... vijftien pon als u wilt.
Idiooot. Een oogenblik had Lilia nei
ging om boos te worden maar haar kalmte
kwgm direct weer terug. U bent toch nog
maar een kind, zei ze medelijdend.
(Wordt vervolgd).
Geen sprake van droogmaking door
de Provincie.
Ged. Staten van Zuid-Holland wijzen
de aanvrage van Reeuwijk af.
anderen speelden werktuigelijk. Lilian zorgde
ervoor uit de buurt van George te blijven en
hij liet geen gelegenheid ongebruikt om haar
steelsgewijze gade te slaan. Mevrouw Amt
herat babbelde en lachte en had plezier,
maar de anderen, de ballenjochies inbegre
pen, verlangden naar het eind.
Lilian bracht er, tot groote teleurstelling
van mevrouw Amherst niet veel van terecht
en de uitslag was dat Lilian en haar partner
smadelijk de nederlaag leden.
Ik meende dat ik had gehoord, juffrouw
Turner, dat u in den eindwedstrijd voor de
dameskampioenschappen hebt meegespeeld,
merkte mevrouw Amherst op een ongeloovige
i— smalende toon op.
Lilian zuchtte. Dat is inderdaad zoo,
maar ik begin zelf te gelooven dat het in een
vorig betaan is geweest. Lieve mevrouw
Amherst, zal ik u eens heel gelukkig maken?
Ik beloof u plechtig, dat ik nooit weer in
deze club zal spelen, nooit, nooit weer.
Er is iets gaande, constateerde me
vrouw Amherst acherpzining, dat ik niet
heelemaal begrijp, maar ik zou niet kunnen
zegen wat het is. Het eenige wat ik wel zeg
gen kan, is, dat ik een verloren morgen heb
8
a
Er is nog veel te vinden op de wereld:
onder andere een mensch zonder gebre-
ren,
spot in haar oogen toe. En toen
U hebt iets gedaan wat
urinoet dal gaan
jtfas tfépnMpoor van bcrouv.
aan AWA
7 W<n- gri
recht mengt u zich ii
gelegenheden?
Uw heele houding bewijst dat u geen
oogenblik van plan bent het bewuste voor
werp aan uw moeder terug te geven. U
schijnt overigens te vergeten dat u gisteren
maar ternauwernood aan de politie ontsnapt
bent.
gehad.
Voor het clubhuis bleven zij staan. Lilian
stak haar hand uit.
Dag mevrouw Amherst, zei zij ik ga
rechtstreeks naar huis. U bent erg vriende
lijk voor me geweest, en ik ben bang dat ik
in ruil daarvoor u niet aardig behandeld heb
Mevrouw Amherst’s gezicht verzachtte zich
bij zooveel zelfvernedering
Ik wilde dat u het mij kon uitleggen
wat er eigenlijk voor mysterie aan. de hand
is, zei ze op haar welwillendste manier.
Er is niets uit te leggen.
Toen Lilian den weg afliep, hoorde zij
haastige voetstappenzij draaide zich om
zag dat Lord Halsmore snel achter haar aan
kwam.
Hoort U eens, hijgde hij. wij moeten
elkaar goed begrijpen.
-- Dat spreekt vanzelf. Wat wilt U begrij
pen?
U moet mij.dat pakje terug geven.
Waarom?
Omdat het van mij is, ik bedoeldat
het niet van U is.
Waar hebt u het voor noodig?
Hij aarzelde. - Ik geloof niet dat dat u
De motie-Vah Staal.
Door den heer Van Staal is toen een door
hem en 8 andere Statenleden onderteeken-
I de motie ingediend van den volgenden in
houd:
„De Staten in vergadering bijeen 15 Juni
„1928;
„Gehoord de besprekingen over de vraag
„of het niet wenschelijk is tot droogmaking
„van de Reeuwijksche en Sluipwijksche
„plassen over te gaan;
„noodigen Gedeputeerde Staten uit de
„reeds uitgebrachte rapporten in druk ter
„kennis te doen brengen van de leden der
„Provinciale Staten;
Defensie-belangen maken de droog
making 3 ton duurder.
Voorts heeft de Minister van Defensie
als zijn meening kenbaar gemaakt, dat bij
de uitvoering van de droogmaking en in
dijking met verschillende defensiebelnn gen
rekening gehouden zou moeten worden, met
het oog waarop de noodige voorzieningen
zouden moeten worden getroffen, welk»,
naar globale raming onzerzijds, een ver
meerdering der kosten van de onderneming’
met tn minste 300.000.zouden vorde
ren.
Op sommige dezer
wij nader ingaan.
In de eerste plaats zij gewezen op de
schadeloosstelling aan de eigenaren van de
perceelen gelegen binnen de omring, hetzij
in der minne, hetzij na gerechtelijke ont
eigening uit te betalen. De vervening heeft
indertijd plaats gehad in zoogenaamde
blokken. Op sommige punten zyn langs de
randen smalle reepen veen bljjven staan,
waarover wegen zijn gelegd en waarop hier
en daai- huizen zijn gebouwd. Worden thans
de plassen drooggelegd, dan zal dit veen
verdrogen en inkrimpen, wat tot gevolg zal
hebben, dat de woningen en erven zakken.
Toen er sprake van was, de concessie tot
droogmaking aan een particulier te veilee-
nen, heeft ons College de voorv/aarde ge
steld, dat tevoren
worden onteigend of datfcde
moest kunnen aantoonen met
tot overeenstemming te zyk
Hieruit blijkt, dat op een
onteigening moet worden gerekend, waar
bij factoren als bedrijfaschadte, het bouwen
van nieuwe woningen, enz. in aanmerking
moeten worden genomen, waaromtrent van
te voren geen betrouwbare ramingen kun
nen wordpn gegeven. De begroeting dezer
onteigeningskosten in het plan der onder
neming ad 300.000.kan dan ook nt^t
anders dan ale zeer globaal worden opge
vat.
ADONNEMEENTSPRIJSi per kwartaal 2.25, per week 17 cent, met Zondagblad
jcr kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt,
franco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 8-80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau; MARKT 11, GOUDA,
bij onze agenten en loopers, den boekhandel en da postkantoren.
Onze bureaux «Va dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Telef. Inter». 82:
iloJactie Telef. 88. Postrekening 48408.
strekken van een opdracht aan een deskun
dig bureau tot het opmaken van een plan
tot droogmaking der Reeuwijksche en
Sluipwijksche plassen, met dien verstande,
dat de kosten van het ontwerpen van dit
plan, in totaal geraamd op 10.000.door
Rijk, Provincie en Reeuwijk gedragen zou
den worden voor een bedrag van reap.
4000.—, 4000.— cn 2000.—.
Een daartoe strekkend, door ons College
aan Uwe Vergadering aangeboden voorstel,
dat de instemming van voornoemden Mi
nister en van Reeuwyk’s gemeentebestuur
had, werd door haar bij besluit van 16 Jtdi
11’24, no. XVHI, aangenomen.
Vervolgens wend aan het Ingenieursbu
reau voorheen J. van Hasselt en de Koning
te Nijmegen opdracht gegeven tot het op
maken van een droopmakingsplan, van wel
ke opdracht dit bureau zich kweet door in
zending onder dagteekening van Maart/28
April 1925 aan den Minister van Binnen
landsche Zaken en Landbouw van zulk een
plan.
Bwprekfrtg in de Staten 15 Juni 1928.
In zijn namens ons College in Uwe ver
gadering van 15 Juni 1928 gegeven ant
woord op de vraag van Uw medelid, den
heer Vlielajider, „of Gedeputeerde Staten
bereid zijn in de aanstaande najaarsverga
dering een voorstel te doen tot droogleg
ging der Reeuwijksche en Sluipwijksche
plassen” heeft ons lid, Jhr. Mr. von Fi-
senne, een overzicht gegeven van hetgeen
door ons na ontvangst van voren gemeld
droogmakingsplan is verricht, in het bij
zonder van de door ons met den Minister
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw
gevoerde ondernandelingen omtrent de
wijze, waarop in de kosten van uitvoering
van dit plan, mutatis mutandis, zou moeten
worden Voorzien. Voorts heeft ons voor-
noemd medelid overweging toegezegd van
de vraag, welke bescheiden, in afwachting
van een door ons Uan, Uwe Vergadering uit
te brengen definitief prae-advies betreffen
de de aangelegenheid der droogmaking,
reeds aan haar zouden kunnen worden voor
gelegd.
Ged. Staten kunnen de droogma
king niet aanvaarden.
Bü dezen stand van zaken hebben wij ons
nogmaals de vraag voorgelegd of de Pro
vincie aan de uitvoering van een werk kan
deelnemen, waaraan kosten verbonden zijn,
■welke met het oog op de verschillende niet
te voorziene omstandigheden, belangrijk
boven de raming kunnen stijgen, terwijl
risico1 deswege alleen ten Laste der Provin
cie zou komen, Dat dit risico geenszins een
te verwaarloozen factor is, mogen wij hier
nader toelichten.
Een droogmaking van plassen is een
onderneming bestaande uit verschillende
werkzaamheden van zeer uiteenloopenden
aard, welke van tevoren niet alle nauwkeu
rig bepaald en geraamd kunnen worden. Er
moeten perceelonteigend of aangekocht
worden, aan de belangen van eigenaren van
ongelegen perceelen moet aandacht wor
den geschonken piet liet oog waarop voor
zieningen zuiden zijn te treffen, er is een
belangrijk grondwerk te Verrichten kunst
werken zooals bruggetjes en gemalen, moe
ten worden gebouwd, de plasSbn moeten
worden leeggemalen, wagen, vaarten en
slooten aangelegd, heb land moet worden
in cultuur gebracht ‘en ren slotte verkócht.
Ook moet rekening worden gehouden met
de mogelijkheid van net blijven bestaan van
kwelbezwaar na de droogmaking, welk be
swaar invloed op de uitgaven voor
de bemaling uitoefent en aldus de waarde
van het land zou drukken.
Gouda voor een strop van een ton.
Eindelijk komt de beslissing inzake de ai
of niet droogmaking der Reeuwijksche en
Sluipwijksche Plassen. De strijd die wij zoo
geruimen tijd met anderen hebben gevoerd
voor het behoud van dit schoone Plassen-
gebied schijnt met succes be worden be
kroond.
Ged. Staten van Zuid-Holand, in wier
handen de aanvragen tot droogmaking van
de gemeente Reeuwijk was gesteld, hebben
thans in een uitvóerig prae-advies èom-
wonden verklaard dat, gegeven de yitote
risico’s, welke buiten de becijferden verlies
post van 8 ton, aan deze droogmaking zijn
verbonden, waarin het Rijk niet
wanscht bij te dragen, er geen
sprake van zal kunnen zjjn dat de uitvoe
ring van dit werk door en op risico van de
Provincie zal kunnen geschieden.
Door de afwijzende houding van den Mi
nister van Financiën om het Rijk aandeel
te doen nemen in de niet te becijferen risi
co's der droogmaking, heeft deze Excellen
tie de gemeente Gouda behoed voor den
sty?> die deze gemeente zou gaandoep door
voor 1/5 aandeel te willen nemen in het
risico voor de overschrijding van het op
800.000 geraamde tekort, tot een maxi
mum van 100.000.
Waar deze droogmaking zoo zeer de ge
moederen heeft beroerd, laten wij hier het
aan de Staten van Zuid Holland voorgeleg
<k prae advies volgen.
Ged. Staten schrijven dan d.d. 21 Oct.
1929 Itet volgende:
De aanvrage van Reeuwijk.
1. het daarheen te willen leiden, dat de
Provincie met Ryksbijdrage en subsidie
van de gemeente Reeuwijk en polder Vet
tenbroek en met beschikking over het
droogmakerij fonds van de Vrij enhoef ache
veenderij in eigen beheer de droogmaking
van de Reeuwijksche en Sluipwijksche plas
sen ter hand neemt.
2. bij niet opvolging van het onder 1 in
overweging gegevene. waarna de ge
meente Reeuwijk zou kunnen besluiten zelf
het werk ter hand te vatten dat de Pro
vincie met het Rijk zich garant verklaart
tot een nader overeen te komen bedrag, be
halve de verleening van subsidie, en met
het Rijk de risico van het werk draagt
Het rapport van Hasselt en de Koning.
Toen daarop tai van adressen Uw Verga
dering bereikten, waarbij adhaesie aan het
verzoek van ReeuwijK’s Raad werd betuigd
en ons voorts bleek, dat ook de toenmalige
Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw, mede in verband met de gele
genheid tot werkverschaffing, welke een
eventueele droogmaking zou bieden, belang
stelde in de plannen van het gemeentebe
stuur, hebben wij overleg gepleegd met
voornoemden Minister omtrent het ver-
iets aangaat.
Toe wees nu niet onbeschaamd, ant
woordde Lilian kalm. Hoewel u bewezen
hebt er geen moraal op na te houden, kunt
tenminste goede manieren toonen.
Lord Halsmore was even onder den indruk
en zong een toontje lager.
Neemt 11 mij niet kwalijk, zei hij ge
dwee. Het was niet mijn bedoeling om
onbeleefd te zijn, Als ujiet mij teruggeeft,
beloof ik u dat ik het rechstreeks aan mijn
moeder zal ter hand stellen.
Ik ben van plan het zelf te doen.
Dat kunt u niet met goed fatsoen.
Hoe wilt u het feit verklaren dat u in het
bezit ervan bent?
Ik geef alleen maar terug en verwijs
uw moeder naar u voor een verklaring.
Wilt u mij ongelukkig maken?
Absolut niet, integendeel ik wil dat u
den toestand als man onder de oogen ziet.
Op die manier help ik u juist.
Ik verlang uw hulp heelemaal niet,
dank u.
Toch zal ik mijn be&t voor u doen,
zelfs tegen uw wil. Het is een soort liefheb
berij van mij om jongemannen te verbete-
i en omstrekun (behoorwde tot den beiorgkring) 1
025. Va» buiten Gouda en den bezorgkrinjr»
1—5 regels 1.55, elke regel meer 0JW. Advertentiln in het Zaterdagnummer 20
bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentifen de helft van den»prü».
INGEZONDEN MEDEDKEIANGKN: .1—4 repute 2.25, elke regel meer f 0^9. Op
<|e To»Tp«Ktaa 60 boog»r.
Gewen* advertontiin en ingezonden mededeel ingen MJ contract tot zeer gereduceerden
yrjjfi. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuisachenkomzt van soliede Boekhande-
laren, Advertentiebureau! en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan bot
Bureau zijn irgekomen, teneinde van epaam» verzekerd te rjjn.
moeten overgaan, maar eerst dan, wanneer
zulks in verband mei de bereikte waarde,
geen bezwaar meer zou behoeven te onder
vinden, zou daarmee de voornaamste fac
tor van bedoeld risico tot waarschijnlijk
zeer geringe proportion kunnen worden te
ruggebracht.
Om hiertoe te geraken, zou het aanbeve
ling verdienen over te gaan tot de oprich
ting van een Naamlooze Vennootschap,
welke ten doel zou hebben de uitvoering
van het werk tot droogmaking der Reeu
wijksche en Sluipwijksche plassen en
zoo noodig tot exploitatie van de droog
gelegde gronden.
In het maatschappelijk kapitaal der Ven
nootschap, dat gering zou kunnen zijn, zou
den behalve het Rijk en de Provincie ook
de gemeente Gouda participeeren, zulks in
verband met het belang, dat deze gemeente
by de droogmaking, met het oog op de te
werkstelling daaraan van Goudsche werk-
loozen, kan hebben.
In het bestuur der Vennootschap zouden
Rijk, Provincie en Gemeente, in verhouding*
tot hunne participatie in het maatschappe
lijk kapitaal, vertegenwoordigd zijn.
Het meervermelde tekort van 800.000
zou voor 50.000.bestreden worden uit
de indertijd door het gemeentebestuur van
Reeuwijk toegezegde subsidie en voor het
oierige door Rijk en Provincie in verhou
ding van 1 deel voor het Rijk tegen 2 dee-
le« voor de Provincie.
Gouda’s aandeel in de risico tot
een ton.
Het risico voor de overschrijding van het
tekort zou voor 1/5 deel, tot een maximum
van 100.000.komen ten laste van de
gemeente Gouda en voor het overig deel
ten laste van Rijk en Provincie, elk voor
de helft.
Indien Uwe Excellentie en Hare ambtge
noot van Financiën in beginsel bereid zou
den zyn tot de totstandkoming van eene
regeling, als vorenomschreven, mede te
werken, zou ons College zich gaarne in ver
binding stellen met het gemeentebestuur
van Gouda, teneinde de toetreding tot deze
regeling van dit gemeentebestuur te ver
werven”.
Kennisneming van ons genoemd schrijven
heeft daarop den Minister van Binnenland
sche Zaken en Landbouw aanleiding ge
geven om aan de Commissie-Van der Tor
ren een nader advies te vragen, hetwelk
deze Commissie d.d. 6 December 1928 haeft
uitgebracht.
De strekking van dit nader rapport der
Commissie, hetwelk in afdruk hierbij wordt
overgelegd, is om aan te toonen, dat het
aanbeveling verdient de drooggemaakte
gronden gedurende dc eerste jaren niet te
verkoopen, doch door een daartoe te vor
men lichaam te doen exploiteeren, vermits
op deze wijze de waarde der gionden zou
stijigen, waardoor het riïuco der onderne
ming zou verminderen, een denkbeeld^ door
ons College reeds in het hiervoren genoemd
schrijven van 6 Augustus 1928 aangegeven.
De Minister van Financiën weigert
elk risico-aandeel.
Intusschen heeft de Minister van Bin
nenlandsche Zaken en Landbouw ons mede-
deeling gedaan, dat zyn Ambtgenoot van
Financiën in het nader rapport der Com-
missie-Van der Torren geen aanleiding had
gevonden om zijn aanvankelijk ingenomen
standpunt te verlaten, hetwelk, naar be
kend is, de weigering betrof om het Rijk
te (Toen bijdragen in het risico der onder
neming boven 800.000.
DE GESTOLEN DIADEEM.
Uit het Engel ach van
ARCHIBALD EYRE.
21 (Nadruk verboden).
Na vier uur morgen, hield Lilian on
barmhartig vol, voel ik mij volkomen vrij
om het zelf aan uw moeder te vertellen. La-
n we nu maar over iets anders praten. Hoe
staat het spel eigenlijk?
Ik heb er geen flauw idee van.
oen George Hemmings in de buurt kwam
«ep Harlsmore hem toe:
Hoe staat het spel?
xIiTJ^ Weet het heu8ch niet, klonk het neer-
°htige antwoord, vraag het maar aan me
vrouw Amherst.
Was een dat mevrouw Amherst de
0 .van de vier was die werkelijk belang
«eiae 1Q het verloop van den wedstrijd; de
„en dit te doen volgen met een spoedig
„prae-advies over de vraag of droogmaking
„van voomoemdo plassen niet noodzakeiyk
„moet worden geacht en dit prae-advies
„eventueel te behandelen in een deswege
„expresselyk te beleggen fitting van de
„Staten.”
Het standpunt van Ged. Staten.
Het Rjjksaandeel in het tekort van
8 ton één derde en de Provincie
twee derden plus de risico.
Door onzen Voorzitter Is daarop medege
deeld, dat ons College tere id was zich op
het standpunt der motiet te stellen. (Zie
Vensdag der Handelingen, Eerste gewone
zitting 1928, blz. 463—ïftl).
By onze Tnissive van 4 September 1928,
no. 57 (Bijl. "B1, Notulen Tweede gewone zit
ting 1928) hebben wij dadrop aan Uwe Ver
gadering overgelegd; la het rapport van
het reeds genoemde Ingenieursbureau; 2o.
een nota van het Rijksbureau voor de Ont
watering ter zake; 3o. een nota van den
toenmallgen Hoofdingenieur van den Pro
vincialen Waterstaat omtrent eerstgemeld
rapport; 4o. een rappor#van de z.g.n. Com-
missie-Van der Torren ^ter onderzoeking
van het risico, aan de eventueele droogma
king vertx>nden en fto. een rapport van
on zon Hoofdingenieur oantrent het rapport-
Van der Torren. Teven» hebben wij aan
Uwe Vergadering medegedeeld, dat door
ons College met den Minister van Binnen
landsche Zaken en Landbouw nader overleg
werd gepleegd omtrent de mogelijkheid om
ter zake van de verde»ljng van de koeten,
welke aan de uitvoering van de droogma
king der Reeuwijksche^ en Sluipwijksche
plassen verbonden zijn, een aannemelijke
oplossing te vinden. Dit nader overleg was
noodig geworden ten g^plge van het door
den Minister i anFinanciën ingenomen
standpunt, dat het aandeel van het Ryk in
vorenbedoelde kosten niet hooger zou kun
nen zyn dan 1/3 van het door de Commis
sie-Van der Torren op 800.000.geraam
de tekort der onderneming, zoodat het Ryk
geen risico wenscht te dragen voor kosten
boven dat bedrag. Ten laste der Provincie
zou alsdan komen 2/3 van het geraamde
tekort, na aftrek van de door de 'gemeente
Reeuwijk toegezegde bydrage van 50.000
en bovendien de risico voor de overschrij
ding van genoemd tekort.
Ofschoon wjj van oordeel waren welk
standpunt ook thans door ons wordt ge
handhaafd dat volgens vorenbedoelde
regeling de Provincie op een wijze, welke
onevenredig is aan haar be.
lang, zou worden bezwaard, hebben wy
het onzen plicht geacht na te gaan of niet
voor deze moeilijkheid een aannemelijke op
lossing ware te vinden.
Het denkbeeld eener Naaml. Ven
nootschap voor de droogmaking.
Tewerkstelling Goudsche werke-
loozen.
Dit onderzoek heeft geleid tot een plan,
dat wy by schryvenr van 6 Augustus 1928
Zaken en Landbouw heb
ben gebracht. Aan g-emeld schryven mogen
wij het volgende ontleenen:
„Als vaststaande schynt te mogen wor
den aangenomen, dat na een tijdsverloop,
waarvan de duur uit dan aard der zaak zich
thans nog niet laat bepalen, deze landen de
volle cultuurwaarde zullen verkrijgen. In
dien nu de mogelijkheid zou kunnen wor
den geschapen, dat de ondernemers der
droogmaking niet onmiddellyk tot den ver
koop der drooggelegde gronden zouden
25