bergambacht, berkenwoude, bodegraven, M 1.75 ,49 renstraat IING s >S«n iLEGT. NIEUWS. EN ADVERTENTIEBLAD VOOK GOUDA EN OMSTREKEN ’ONNEN ten zjjn van en bevatten fwizseiing (dellen W». 17211 B8°Jaargang Maandag ZBOctober 1829 Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen Electrische kelen aal PIJP VE 15 :eit brood aai* •traaf73 Tel. 532 De Reeuwijksche en Sluipwijksche Plassen niet droog. Az. ==s IER KIST n „EDISON" VAAGEN tz/J al BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, 3 feuh.leton. m tt w L/u, *-* V/Xz AJVIXVX*. T XJX1JD v/mUlVzvJA \Jx_/lyjLJXVzVX*., llZiflOllVlJVlll j ill v*»U Vil 1 j lilvuivVili *-*R NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. week 17 cent, met Zondagblad De Minister van Financiën behoedt 4B- Minister ■ar ai Detail tar brutaal en boosaardig r'VS ’LEN en SPRITS H 12 (nanat „do Zal»") r. 1822. ter kennisneming van den Binnenlandsche m, grauwde hij. Met welk in mijn particuliere aan- De risico's, risicoposten mogen «bouwde ek uitnoodtgend Frasen LGE» BBXED VAM H. 465. lyft lang malsch. j 1” litterende kwaliteit ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda 1—3 regels 1.30, elke regel meer ZJZZ - “"1 It dén prijs. Liefdadigheids-advei-tentiën de helft deze perceelen moesten j concessionaris ‘t de eigenaren l gekomen. omvangrijke 1, wuar- bouwen litattan pn aan AAT iiOUDSUHE COURANT. en dwt dri&H we ftóg voegde ze er met een twinteling van weer ernstig onvergeeflijk 1 inzien ■"T van berouw ia de uit gezicht, zijn helder blau«^ Er was geen sprake van ontsnappen. Ze hebben me alleen maar ftan het schrikken gemaakt. Maar laten we verstandig praten. Hoeveel wilt u hebben? Ik zal u vijf pond geven tien... vijftien pon als u wilt. Idiooot. Een oogenblik had Lilia nei ging om boos te worden maar haar kalmte kwgm direct weer terug. U bent toch nog maar een kind, zei ze medelijdend. (Wordt vervolgd). Geen sprake van droogmaking door de Provincie. Ged. Staten van Zuid-Holland wijzen de aanvrage van Reeuwijk af. anderen speelden werktuigelijk. Lilian zorgde ervoor uit de buurt van George te blijven en hij liet geen gelegenheid ongebruikt om haar steelsgewijze gade te slaan. Mevrouw Amt herat babbelde en lachte en had plezier, maar de anderen, de ballenjochies inbegre pen, verlangden naar het eind. Lilian bracht er, tot groote teleurstelling van mevrouw Amherst niet veel van terecht en de uitslag was dat Lilian en haar partner smadelijk de nederlaag leden. Ik meende dat ik had gehoord, juffrouw Turner, dat u in den eindwedstrijd voor de dameskampioenschappen hebt meegespeeld, merkte mevrouw Amherst op een ongeloovige i— smalende toon op. Lilian zuchtte. Dat is inderdaad zoo, maar ik begin zelf te gelooven dat het in een vorig betaan is geweest. Lieve mevrouw Amherst, zal ik u eens heel gelukkig maken? Ik beloof u plechtig, dat ik nooit weer in deze club zal spelen, nooit, nooit weer. Er is iets gaande, constateerde me vrouw Amherst acherpzining, dat ik niet heelemaal begrijp, maar ik zou niet kunnen zegen wat het is. Het eenige wat ik wel zeg gen kan, is, dat ik een verloren morgen heb 8 a Er is nog veel te vinden op de wereld: onder andere een mensch zonder gebre- ren, spot in haar oogen toe. En toen U hebt iets gedaan wat urinoet dal gaan jtfas tfépnMpoor van bcrouv. aan AWA 7 W<n- gri recht mengt u zich ii gelegenheden? Uw heele houding bewijst dat u geen oogenblik van plan bent het bewuste voor werp aan uw moeder terug te geven. U schijnt overigens te vergeten dat u gisteren maar ternauwernood aan de politie ontsnapt bent. gehad. Voor het clubhuis bleven zij staan. Lilian stak haar hand uit. Dag mevrouw Amherst, zei zij ik ga rechtstreeks naar huis. U bent erg vriende lijk voor me geweest, en ik ben bang dat ik in ruil daarvoor u niet aardig behandeld heb Mevrouw Amherst’s gezicht verzachtte zich bij zooveel zelfvernedering Ik wilde dat u het mij kon uitleggen wat er eigenlijk voor mysterie aan. de hand is, zei ze op haar welwillendste manier. Er is niets uit te leggen. Toen Lilian den weg afliep, hoorde zij haastige voetstappenzij draaide zich om zag dat Lord Halsmore snel achter haar aan kwam. Hoort U eens, hijgde hij. wij moeten elkaar goed begrijpen. -- Dat spreekt vanzelf. Wat wilt U begrij pen? U moet mij.dat pakje terug geven. Waarom? Omdat het van mij is, ik bedoeldat het niet van U is. Waar hebt u het voor noodig? Hij aarzelde. - Ik geloof niet dat dat u De motie-Vah Staal. Door den heer Van Staal is toen een door hem en 8 andere Statenleden onderteeken- I de motie ingediend van den volgenden in houd: „De Staten in vergadering bijeen 15 Juni „1928; „Gehoord de besprekingen over de vraag „of het niet wenschelijk is tot droogmaking „van de Reeuwijksche en Sluipwijksche „plassen over te gaan; „noodigen Gedeputeerde Staten uit de „reeds uitgebrachte rapporten in druk ter „kennis te doen brengen van de leden der „Provinciale Staten; Defensie-belangen maken de droog making 3 ton duurder. Voorts heeft de Minister van Defensie als zijn meening kenbaar gemaakt, dat bij de uitvoering van de droogmaking en in dijking met verschillende defensiebelnn gen rekening gehouden zou moeten worden, met het oog waarop de noodige voorzieningen zouden moeten worden getroffen, welk», naar globale raming onzerzijds, een ver meerdering der kosten van de onderneming’ met tn minste 300.000.zouden vorde ren. Op sommige dezer wij nader ingaan. In de eerste plaats zij gewezen op de schadeloosstelling aan de eigenaren van de perceelen gelegen binnen de omring, hetzij in der minne, hetzij na gerechtelijke ont eigening uit te betalen. De vervening heeft indertijd plaats gehad in zoogenaamde blokken. Op sommige punten zyn langs de randen smalle reepen veen bljjven staan, waarover wegen zijn gelegd en waarop hier en daai- huizen zijn gebouwd. Worden thans de plassen drooggelegd, dan zal dit veen verdrogen en inkrimpen, wat tot gevolg zal hebben, dat de woningen en erven zakken. Toen er sprake van was, de concessie tot droogmaking aan een particulier te veilee- nen, heeft ons College de voorv/aarde ge steld, dat tevoren worden onteigend of datfcde moest kunnen aantoonen met tot overeenstemming te zyk Hieruit blijkt, dat op een onteigening moet worden gerekend, waar bij factoren als bedrijfaschadte, het bouwen van nieuwe woningen, enz. in aanmerking moeten worden genomen, waaromtrent van te voren geen betrouwbare ramingen kun nen wordpn gegeven. De begroeting dezer onteigeningskosten in het plan der onder neming ad 300.000.kan dan ook nt^t anders dan ale zeer globaal worden opge vat. ADONNEMEENTSPRIJSi per kwartaal 2.25, per week 17 cent, met Zondagblad jcr kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt, franco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 8-80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau; MARKT 11, GOUDA, bij onze agenten en loopers, den boekhandel en da postkantoren. Onze bureaux «Va dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Telef. Inter». 82: iloJactie Telef. 88. Postrekening 48408. strekken van een opdracht aan een deskun dig bureau tot het opmaken van een plan tot droogmaking der Reeuwijksche en Sluipwijksche plassen, met dien verstande, dat de kosten van het ontwerpen van dit plan, in totaal geraamd op 10.000.door Rijk, Provincie en Reeuwijk gedragen zou den worden voor een bedrag van reap. 4000.—, 4000.— cn 2000.—. Een daartoe strekkend, door ons College aan Uwe Vergadering aangeboden voorstel, dat de instemming van voornoemden Mi nister en van Reeuwyk’s gemeentebestuur had, werd door haar bij besluit van 16 Jtdi 11’24, no. XVHI, aangenomen. Vervolgens wend aan het Ingenieursbu reau voorheen J. van Hasselt en de Koning te Nijmegen opdracht gegeven tot het op maken van een droopmakingsplan, van wel ke opdracht dit bureau zich kweet door in zending onder dagteekening van Maart/28 April 1925 aan den Minister van Binnen landsche Zaken en Landbouw van zulk een plan. Bwprekfrtg in de Staten 15 Juni 1928. In zijn namens ons College in Uwe ver gadering van 15 Juni 1928 gegeven ant woord op de vraag van Uw medelid, den heer Vlielajider, „of Gedeputeerde Staten bereid zijn in de aanstaande najaarsverga dering een voorstel te doen tot droogleg ging der Reeuwijksche en Sluipwijksche plassen” heeft ons lid, Jhr. Mr. von Fi- senne, een overzicht gegeven van hetgeen door ons na ontvangst van voren gemeld droogmakingsplan is verricht, in het bij zonder van de door ons met den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw gevoerde ondernandelingen omtrent de wijze, waarop in de kosten van uitvoering van dit plan, mutatis mutandis, zou moeten worden Voorzien. Voorts heeft ons voor- noemd medelid overweging toegezegd van de vraag, welke bescheiden, in afwachting van een door ons Uan, Uwe Vergadering uit te brengen definitief prae-advies betreffen de de aangelegenheid der droogmaking, reeds aan haar zouden kunnen worden voor gelegd. Ged. Staten kunnen de droogma king niet aanvaarden. Bü dezen stand van zaken hebben wij ons nogmaals de vraag voorgelegd of de Pro vincie aan de uitvoering van een werk kan deelnemen, waaraan kosten verbonden zijn, ■welke met het oog op de verschillende niet te voorziene omstandigheden, belangrijk boven de raming kunnen stijgen, terwijl risico1 deswege alleen ten Laste der Provin cie zou komen, Dat dit risico geenszins een te verwaarloozen factor is, mogen wij hier nader toelichten. Een droogmaking van plassen is een onderneming bestaande uit verschillende werkzaamheden van zeer uiteenloopenden aard, welke van tevoren niet alle nauwkeu rig bepaald en geraamd kunnen worden. Er moeten perceelonteigend of aangekocht worden, aan de belangen van eigenaren van ongelegen perceelen moet aandacht wor den geschonken piet liet oog waarop voor zieningen zuiden zijn te treffen, er is een belangrijk grondwerk te Verrichten kunst werken zooals bruggetjes en gemalen, moe ten worden gebouwd, de plasSbn moeten worden leeggemalen, wagen, vaarten en slooten aangelegd, heb land moet worden in cultuur gebracht ‘en ren slotte verkócht. Ook moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid van net blijven bestaan van kwelbezwaar na de droogmaking, welk be swaar invloed op de uitgaven voor de bemaling uitoefent en aldus de waarde van het land zou drukken. Gouda voor een strop van een ton. Eindelijk komt de beslissing inzake de ai of niet droogmaking der Reeuwijksche en Sluipwijksche Plassen. De strijd die wij zoo geruimen tijd met anderen hebben gevoerd voor het behoud van dit schoone Plassen- gebied schijnt met succes be worden be kroond. Ged. Staten van Zuid-Holand, in wier handen de aanvragen tot droogmaking van de gemeente Reeuwijk was gesteld, hebben thans in een uitvóerig prae-advies èom- wonden verklaard dat, gegeven de yitote risico’s, welke buiten de becijferden verlies post van 8 ton, aan deze droogmaking zijn verbonden, waarin het Rijk niet wanscht bij te dragen, er geen sprake van zal kunnen zjjn dat de uitvoe ring van dit werk door en op risico van de Provincie zal kunnen geschieden. Door de afwijzende houding van den Mi nister van Financiën om het Rijk aandeel te doen nemen in de niet te becijferen risi co's der droogmaking, heeft deze Excellen tie de gemeente Gouda behoed voor den sty?> die deze gemeente zou gaandoep door voor 1/5 aandeel te willen nemen in het risico voor de overschrijding van het op 800.000 geraamde tekort, tot een maxi mum van 100.000. Waar deze droogmaking zoo zeer de ge moederen heeft beroerd, laten wij hier het aan de Staten van Zuid Holland voorgeleg <k prae advies volgen. Ged. Staten schrijven dan d.d. 21 Oct. 1929 Itet volgende: De aanvrage van Reeuwijk. 1. het daarheen te willen leiden, dat de Provincie met Ryksbijdrage en subsidie van de gemeente Reeuwijk en polder Vet tenbroek en met beschikking over het droogmakerij fonds van de Vrij enhoef ache veenderij in eigen beheer de droogmaking van de Reeuwijksche en Sluipwijksche plas sen ter hand neemt. 2. bij niet opvolging van het onder 1 in overweging gegevene. waarna de ge meente Reeuwijk zou kunnen besluiten zelf het werk ter hand te vatten dat de Pro vincie met het Rijk zich garant verklaart tot een nader overeen te komen bedrag, be halve de verleening van subsidie, en met het Rijk de risico van het werk draagt Het rapport van Hasselt en de Koning. Toen daarop tai van adressen Uw Verga dering bereikten, waarbij adhaesie aan het verzoek van ReeuwijK’s Raad werd betuigd en ons voorts bleek, dat ook de toenmalige Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, mede in verband met de gele genheid tot werkverschaffing, welke een eventueele droogmaking zou bieden, belang stelde in de plannen van het gemeentebe stuur, hebben wij overleg gepleegd met voornoemden Minister omtrent het ver- iets aangaat. Toe wees nu niet onbeschaamd, ant woordde Lilian kalm. Hoewel u bewezen hebt er geen moraal op na te houden, kunt tenminste goede manieren toonen. Lord Halsmore was even onder den indruk en zong een toontje lager. Neemt 11 mij niet kwalijk, zei hij ge dwee. Het was niet mijn bedoeling om onbeleefd te zijn, Als ujiet mij teruggeeft, beloof ik u dat ik het rechstreeks aan mijn moeder zal ter hand stellen. Ik ben van plan het zelf te doen. Dat kunt u niet met goed fatsoen. Hoe wilt u het feit verklaren dat u in het bezit ervan bent? Ik geef alleen maar terug en verwijs uw moeder naar u voor een verklaring. Wilt u mij ongelukkig maken? Absolut niet, integendeel ik wil dat u den toestand als man onder de oogen ziet. Op die manier help ik u juist. Ik verlang uw hulp heelemaal niet, dank u. Toch zal ik mijn be&t voor u doen, zelfs tegen uw wil. Het is een soort liefheb berij van mij om jongemannen te verbete- i en omstrekun (behoorwde tot den beiorgkring) 1 025. Va» buiten Gouda en den bezorgkrinjr» 1—5 regels 1.55, elke regel meer 0JW. Advertentiln in het Zaterdagnummer 20 bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentifen de helft van den»prü». INGEZONDEN MEDEDKEIANGKN: .1—4 repute 2.25, elke regel meer f 0^9. Op <|e To»Tp«Ktaa 60 boog»r. Gewen* advertontiin en ingezonden mededeel ingen MJ contract tot zeer gereduceerden yrjjfi. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuisachenkomzt van soliede Boekhande- laren, Advertentiebureau! en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan bot Bureau zijn irgekomen, teneinde van epaam» verzekerd te rjjn. moeten overgaan, maar eerst dan, wanneer zulks in verband mei de bereikte waarde, geen bezwaar meer zou behoeven te onder vinden, zou daarmee de voornaamste fac tor van bedoeld risico tot waarschijnlijk zeer geringe proportion kunnen worden te ruggebracht. Om hiertoe te geraken, zou het aanbeve ling verdienen over te gaan tot de oprich ting van een Naamlooze Vennootschap, welke ten doel zou hebben de uitvoering van het werk tot droogmaking der Reeu wijksche en Sluipwijksche plassen en zoo noodig tot exploitatie van de droog gelegde gronden. In het maatschappelijk kapitaal der Ven nootschap, dat gering zou kunnen zijn, zou den behalve het Rijk en de Provincie ook de gemeente Gouda participeeren, zulks in verband met het belang, dat deze gemeente by de droogmaking, met het oog op de te werkstelling daaraan van Goudsche werk- loozen, kan hebben. In het bestuur der Vennootschap zouden Rijk, Provincie en Gemeente, in verhouding* tot hunne participatie in het maatschappe lijk kapitaal, vertegenwoordigd zijn. Het meervermelde tekort van 800.000 zou voor 50.000.bestreden worden uit de indertijd door het gemeentebestuur van Reeuwijk toegezegde subsidie en voor het oierige door Rijk en Provincie in verhou ding van 1 deel voor het Rijk tegen 2 dee- le« voor de Provincie. Gouda’s aandeel in de risico tot een ton. Het risico voor de overschrijding van het tekort zou voor 1/5 deel, tot een maximum van 100.000.komen ten laste van de gemeente Gouda en voor het overig deel ten laste van Rijk en Provincie, elk voor de helft. Indien Uwe Excellentie en Hare ambtge noot van Financiën in beginsel bereid zou den zyn tot de totstandkoming van eene regeling, als vorenomschreven, mede te werken, zou ons College zich gaarne in ver binding stellen met het gemeentebestuur van Gouda, teneinde de toetreding tot deze regeling van dit gemeentebestuur te ver werven”. Kennisneming van ons genoemd schrijven heeft daarop den Minister van Binnenland sche Zaken en Landbouw aanleiding ge geven om aan de Commissie-Van der Tor ren een nader advies te vragen, hetwelk deze Commissie d.d. 6 December 1928 haeft uitgebracht. De strekking van dit nader rapport der Commissie, hetwelk in afdruk hierbij wordt overgelegd, is om aan te toonen, dat het aanbeveling verdient de drooggemaakte gronden gedurende dc eerste jaren niet te verkoopen, doch door een daartoe te vor men lichaam te doen exploiteeren, vermits op deze wijze de waarde der gionden zou stijigen, waardoor het riïuco der onderne ming zou verminderen, een denkbeeld^ door ons College reeds in het hiervoren genoemd schrijven van 6 Augustus 1928 aangegeven. De Minister van Financiën weigert elk risico-aandeel. Intusschen heeft de Minister van Bin nenlandsche Zaken en Landbouw ons mede- deeling gedaan, dat zyn Ambtgenoot van Financiën in het nader rapport der Com- missie-Van der Torren geen aanleiding had gevonden om zijn aanvankelijk ingenomen standpunt te verlaten, hetwelk, naar be kend is, de weigering betrof om het Rijk te (Toen bijdragen in het risico der onder neming boven 800.000. DE GESTOLEN DIADEEM. Uit het Engel ach van ARCHIBALD EYRE. 21 (Nadruk verboden). Na vier uur morgen, hield Lilian on barmhartig vol, voel ik mij volkomen vrij om het zelf aan uw moeder te vertellen. La- n we nu maar over iets anders praten. Hoe staat het spel eigenlijk? Ik heb er geen flauw idee van. oen George Hemmings in de buurt kwam «ep Harlsmore hem toe: Hoe staat het spel? xIiTJ^ Weet het heu8ch niet, klonk het neer- °htige antwoord, vraag het maar aan me vrouw Amherst. Was een dat mevrouw Amherst de 0 .van de vier was die werkelijk belang «eiae 1Q het verloop van den wedstrijd; de „en dit te doen volgen met een spoedig „prae-advies over de vraag of droogmaking „van voomoemdo plassen niet noodzakeiyk „moet worden geacht en dit prae-advies „eventueel te behandelen in een deswege „expresselyk te beleggen fitting van de „Staten.” Het standpunt van Ged. Staten. Het Rjjksaandeel in het tekort van 8 ton één derde en de Provincie twee derden plus de risico. Door onzen Voorzitter Is daarop medege deeld, dat ons College tere id was zich op het standpunt der motiet te stellen. (Zie Vensdag der Handelingen, Eerste gewone zitting 1928, blz. 463—ïftl). By onze Tnissive van 4 September 1928, no. 57 (Bijl. "B1, Notulen Tweede gewone zit ting 1928) hebben wij dadrop aan Uwe Ver gadering overgelegd; la het rapport van het reeds genoemde Ingenieursbureau; 2o. een nota van het Rijksbureau voor de Ont watering ter zake; 3o. een nota van den toenmallgen Hoofdingenieur van den Pro vincialen Waterstaat omtrent eerstgemeld rapport; 4o. een rappor#van de z.g.n. Com- missie-Van der Torren ^ter onderzoeking van het risico, aan de eventueele droogma king vertx>nden en fto. een rapport van on zon Hoofdingenieur oantrent het rapport- Van der Torren. Teven» hebben wij aan Uwe Vergadering medegedeeld, dat door ons College met den Minister van Binnen landsche Zaken en Landbouw nader overleg werd gepleegd omtrent de mogelijkheid om ter zake van de verde»ljng van de koeten, welke aan de uitvoering van de droogma king der Reeuwijksche^ en Sluipwijksche plassen verbonden zijn, een aannemelijke oplossing te vinden. Dit nader overleg was noodig geworden ten g^plge van het door den Minister i anFinanciën ingenomen standpunt, dat het aandeel van het Ryk in vorenbedoelde kosten niet hooger zou kun nen zyn dan 1/3 van het door de Commis sie-Van der Torren op 800.000.geraam de tekort der onderneming, zoodat het Ryk geen risico wenscht te dragen voor kosten boven dat bedrag. Ten laste der Provincie zou alsdan komen 2/3 van het geraamde tekort, na aftrek van de door de 'gemeente Reeuwijk toegezegde bydrage van 50.000 en bovendien de risico voor de overschrij ding van genoemd tekort. Ofschoon wjj van oordeel waren welk standpunt ook thans door ons wordt ge handhaafd dat volgens vorenbedoelde regeling de Provincie op een wijze, welke onevenredig is aan haar be. lang, zou worden bezwaard, hebben wy het onzen plicht geacht na te gaan of niet voor deze moeilijkheid een aannemelijke op lossing ware te vinden. Het denkbeeld eener Naaml. Ven nootschap voor de droogmaking. Tewerkstelling Goudsche werke- loozen. Dit onderzoek heeft geleid tot een plan, dat wy by schryvenr van 6 Augustus 1928 Zaken en Landbouw heb ben gebracht. Aan g-emeld schryven mogen wij het volgende ontleenen: „Als vaststaande schynt te mogen wor den aangenomen, dat na een tijdsverloop, waarvan de duur uit dan aard der zaak zich thans nog niet laat bepalen, deze landen de volle cultuurwaarde zullen verkrijgen. In dien nu de mogelijkheid zou kunnen wor den geschapen, dat de ondernemers der droogmaking niet onmiddellyk tot den ver koop der drooggelegde gronden zouden 25

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1929 | | pagina 1