EIJN
IIWBIM
lit Blad
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
i. I723S
88» Jaargang
BOSKOOP,
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADD1NXVEEN, ZEVENHUIZEN^ene.
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
■ui*
irtikeles.
4ULLEMAN
Telf. 569
ieg 20 - Tel. 350
Gouda.
I Kleiweg 6Q
Gouda
[KT 51
Maandag 28 November 1229
id prima
alen
FEUILLETON.
DE GESTOLEN DIADEEM.
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
35
-o* wl/u, uu 1 Vxl V lui”, LiVullv'/I, VtVzvJ L»luiV1YIIY, 11 AxlkJllvi^vii
tuk
100
«Ml
ellen uit voorrild
stratie en proefrit.
i voor
:n voor 25
k voor 25
k voor 25
LLOVER, VEST,
FET EN CRèPE
•ATTEES, FIJN
EDJES, FIJNE
LLEN-
ten ook de dieren hem afleiding. Honden
waren zijn liefste makkere.
ISO
en wijle,
aan wien
t. En een
Georga Olamaaeaau overladen.
„De vader der overwinning’’ heengegaan. Zijn testament. Geen
bjj zijn begrafenis.
ind 19—24
9—24—29
Zijn laatste wil
Clemenceau heelt in een oogenblik van
vodledig bewustzijn zijn testament gedic
teerd. Hij verklaarde, dat hij geen begrafe
nis op staatskosten wensaht en dat zijn
stoffelijk overschot naar 8t. Vincent sur
Jard in de Vendée overgebracht moest wor
den, om tiaar naast dat van zijn vader te
worden bijgezet. De lijkkist zuü, naar den
wenseh van Clemenceau, rechtop worden
geplaatst.
25 ct.
25
25
30
dvanaf 10
16—19
20
27—80
?d voor 25
10
d 12—16
17
12-16
>ak 20—25
d vanaf 48
22
vanaf 25
29
Ik hoop dat je niet al te slecht over hem
zult denken, hij is nog zoo jong. Ik heb dik
wijls de ho°P gekoesterd dat hij eens met een
aardig, verstandig en flink*nieisje zou trou
wen, iemand zooals jij bent.
Nu in ieder geval hoopte ik dat eens.
Ik ben jaren ouder dan bij.
Een paar jaar maar.
Lilian schudde energiek het hoofd.
Neen, lady Harlsmore, dat moet u maar
voor goed uit uw hoofd zetten.
Ik zal er ook niet op aandringen kindje.
Ik zei htet maar zoo. Èr viel een stilte en
even later stond lady Harlsmore op. De
eigenlijke reden van mijn bezoek was om je
te vragen of je mevrouw Hemmings zoudt
willen ontvangen.
Lilian kreeg een kleur. Heeft zij dat ge
vraagd?
Lady Harlsmore knikte. Zoo gauw als
je stiefmoeder terug is, wil ze komen. Ze
ziet dat ze je groot onrecht heeft gedaan. Ze
is een vrouw met een goed hart en wil graag
alles in het reine brengen; een bespottelijk
misverstand heeft jullie beiden in een dwaze
verhouding gebracht. Ik zal oprecht dank
baar zijn als ik er iets toe kan bijdragen om
Zoebkov veroordeeld.
Zou gisteravond of heden weer
over den grens gezet worden.
Voor het Kantongerecht alhier heeft he
den Alexander Zoebkov terecht gestaan,
omdat hij ondanks dat hem het verblijf in
uitschland was ontzegt, teruggekeerd was.
Hij motiveerde zijn herhaalde aanwezigheid
in uitschland met zijn samenkomsten te
Euskirchen, met den advocaat Wi’deberger
uit Bonn, die de scheiding behandelde en
ook met de ziekte en den dood zijner
vrouw.
Het O. M. requarccrde twee weken hech-
ABONNBMENTSPRUS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.110, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt.
Franco per post per kwartaal ƒ3.15, met Zondagsblad ƒ3.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Teief. Interc. 82;
Redactie Telef. 88. Postrekening 48400.
Met lord Harlmore?
Ja George Hemmings wil de moeilijke
taak op zich nemen om een oudere broer en
leermeester voor hem te zijn en Augustus
op te voeden.
O, dat Vind ik geen prettig idee, heele-
maal niet, riep Lilian.
Neemt u mij niet kwalijk, maar gesteld
dat lord Harlsmore George op den verkeer
den weg bracht. Gesteldo, ik ben ervan
overtuigd dat Jord Harlsmore heelemaal
geen goed gezelschap voor hem is. Het spijt
me dat ik het zoo onomwonden moet zeggen.
Het zou zoo goed zijn voor Augustus.
Maar slecht voor George. O ik kan
het niet goedvinden
Maar kindje, ik geloof niet dat het de
in de bedoeling lag om jouw toestemming te
vragen.
Lilian werd vuurrood. Natuurlijk niet.
Waar bemoei ik me eigenlijk mee; ik heb
er niets mee te maken. Maar
Meneer Greville vindt het plan heel
verstandig. Hij zegt dat het op beiden een
uitstekende uitwerking zal hebben.
De begrafenis.
De begrafenis van Clemenceau zal waar
schijnlijk Dinsdag of Woensdag in zijn ge
boorteplaats plaats hebben. Hij wordt naast
zijn vader ter aarde besteld. Op verzoek van
den militairen gouverneur ven Parijs zal
op de lijkkist een bloemen vaas worden ge
plaatst, welke vervaardigd ie uit een Duit-
sciie granaat en waarin zich een verdroogd
bouquet bevindt, dat in 1918 in één der
voorste Fransche loopgraven aan den mi
nister-president door een Fransche korpo
raal is overhandigd.
MacDonald heeft door den Engelschen ge
zant aan de familie van Clemenceau de
deelneming der Engelsohe regeering met het
overlijden van den Fransozen Staatsman
doen betuigen. Engeland zal den overledene
dankbaar blijven en zijn nagedachtenis in
eere houden. Voorts zond MacDonald ook
aan minister-president Tardieu een telegram
van deelneming.
Ex-kroonprins Wilhelms bewondering.
De Parijsche editie van de „Chicago Tri
bune” publiceert een verklaring, die de ex-
kroonprins van Duitschland tijdens zijn ver
blijf op het eiland Wateringen over Clemen
ceau tegenover een medewerker van. het
land aflegde.
„Clemenceau”, zoo verklaarde de kroon
prins, „was de werkelijke oorzaak van onze
nederlaag. Het waren niet de 14 punten van
Wilson, niet de toetreding van Amerika tot
den oorlog en niet de Britsche vloot, die ons
bedwongen hebben. Het was de kleine grijs
aard, die op het Parijsche ministerie van
Oorlog troonde, de man die zich nimmer ge
wonnen wilde verklaren, die ons overwon.
Eens zal het, Fransche volk inzien, dat het
den man, die de overwinning bevocht, an
ders had dienen te behandelen. Indien
Duitschland een Clemenceau had gehad, zou
ik nu niet op dit kleine eiland zittendan
hadden wij den oorlog nimmer verloren.”
Tardieu op rouwbezoek.
Direct na het ontvangen van het bericht
van Clemenceau’s dood begaf minister-pre
sident Tardieu zich naar het sterfhuis. Bij
het verlaten van het hulis bevestigde Tar
dieu aan de aanwezige journalisten, dat
overeenkomstig den laateten wil van Cle
menceau, geen staatsbegrafenis zal plaats
vinden.
BUITENLANDSCH NIEUWS.
DUITSCHLAND.
De Duitsche boeren voor Moskou.
Duitsche kritiek op de houding der
sowjetregeering. Er is een on
derkomen voor de emigranten ge
vonden in Canada.
Terwijl de onderhandelingen tusschen het
Duitsche gezantschap en de vertegenwoor
digers der Sowjetregeering over de ver'ee-
JuÜie tot elkaar te brengen.
Dat vind ik heel vriendelijk van u, zei
Lilian hartelijk. Natuurlijk wil ik mevrouw
Hemmings met genoegen ontvangen. Ik heb
zelf ook veel schuld. Maar ik ben nu bezig
mijn leven te beteren.
Zij nam haar boezelaar weer op en duwde
den vingerhoed aan haar vinger.
Danfc je kindje. Mevrouw Hemmings
en ik gaan een poosje naar Bournemouth
om na al die vreeselijke emoties weer wat
tot ons zelf te komen. Ik zal haar bij je bren
gen als we terug zijn en je vader en moeder
weer thuis zijn.
—Ik verwacht ze spoedig terug.
Hoe gaat het met het jonge paar? vroeg
lady Harlsmore vol belangstelling.
Ik krijg heel opgewekte briéven va»
allebei, het huwelijk is een groot succes.
Nu, ik ben blij dat je vader gelukkig is.
Lilian boog zich over haar schort. U
hebt het heelemaal niet over George, over
meneer Hemmings, bedoel ik, gesproken.
Wat dom van meEn ik heb nog we!
zoo’n bewondering voor hem. Ik heb voorge
steld dat hij met Augustus een jaar op hei
vasteland zou gaan ruizen.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bwgkrinf):
1—5 regels 1.30, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda os dm bmorgkrtog:
1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zatesdagnmimw M et
bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN1-4 regels eik» regsi meer 040. Of
de voorpagine 50 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeeiingm bij contract tot mar gemdoeemAm
prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst va* •oitedoBmhtamto-
iaren, Advertentiebureau! en onae agenten en moeten daags vóór de pteutete* am tet
Bureau zijn iagekomen, teneinde van opname vsnekerd te agn.
werd hij herkozen. In 1907 werd hij premier
tot 20 Juli 1909. In Juli 1917 kwam hij op
nieuw aan de regeering.
De laatste jaren van zijn leven bracht hij
door teruggetrokken van de wereld.
Zijn memoires zullen zeker belangwek
kend zijn.
Men noemt Clemenceau den man die zich
in de laatste jaren van den oorlog het
meest onverzoenlijk jegens zijn vijanden
heeft getoond. Hij was het die de Duitsche
onderhandelaars' het mes op de keel zette,
hij was het die dwong om steeds zwaardere
garanties, die in Duitschland voor en na
den oorlog den erfvijand van zyn geliefd
Frankrijk zag.
Maar deze heele cnverzoenlykc houding,
die hem zijn bijnaam bezorgde van den
„Tijger”, kwam alleen voort uit een van de
schoonste eigenschappen die een mensch
kan bezitten, die van de vaderlandsliefde.
Hij zag in die dagen Frankrtyk ondergaan,
terwijl hjj tevens voelde dat slechts een
weinig uithoudingsvermogen noodig was
om de verloren kans te doen keeren. Hij
voelde het als verraad aan dat er gestreefd
werd naar vrede en bij nam het ieder kwa
lijk die iets anders dan van oorlog sprak.
Poincare blafte hij af, zooala hij de Duit
sche onderhandelaars afblafte, en eerst de
overwinning van den oorlog gaf hem de
rust weer die hy sinds lang van noode had.
De Tijiger noemde men Clemenceau maar
hij had ook nog een anderen bijnaam en
wel Pere de la Victoire”. Vader der over
winning. Deze naam kreeg hij in zyn glorie
tijd in de jaren 19171919.
Het was door zijn groote rede in de Ka
mer in 1917 dat hy aan het bewind kwam.
Frankrijk werd op dat oogenblik ver
scheurd door een ontzaggelijken tweestrijd.
Eenerzijds was er ’t aanbod tot vrede van
Duitschland, anderzijds het geval van uit
putting dat nog niet was opgeheven door de
aankomst van de frissche Amerikaansche
soldaten. Er was een sterke neiging tot on
derhandelen. Caillaux ,de toenmalige leider
drong er op aan. Dcch Clemenceau haalde
zijn grootste redenaarstalenten van stal en
in een prachtige redevoering deed hy eer
aanval op wat hij defaitisme, op wat hij
verraad jegens het vaderland Frankrijk
noemde. Caillaux viel, en Clemenceau volg
de hem als eerste minister op, de hoogste
functie die hij ooit heeft bekleed.
Een tyd van koortsachtig werken volgde.
Want hy wilde geen vrede, hy wilde oor
log. En daarvoor moest niet alleen in de
departementen gearbeid worden, daarvoor
moest ook ginds aan de slagvelden gesteund
worden, door het persoonlijk woord. Het
was in die dagen dat er steeds, op ieder
uur van den dag en den nacht aan het Gare
du Nord in Parijs een trein gereed stond,
altijd klaar om te vertrekken, waarvoor
desnoods alle verkeer werd stopgezet. En
menigmaal zag men de kleine vieve figuur
van den eersten minister des avonds in
grooten haast in den trein stappen. Dan
verscheen, enkele uren later‘de bekende ver
schijning tusschende mannen in de aller
eerste linies aan het front, tusschen „Mes
enkele officieele plechtigheid
Na een doodstryd van drie dagen is het
einde van Clemenceau, Frankryks groot-
gten Staatsman Zundagnacnt gekomen,
lustig en zacht is de 88-jarige George Cle
menceau voorgoed ingeslapen.
Frankrijk rouwt om den man die met
recht den grootsten patriot van deze eeuw
genoemd kan worden, om den man die
meer Fransch in hart'en nieren was dan
iedere andere Franschman, om den man
wiens onverzettelijken wil den wereldoorlog
wipt te winnen op een oogenblik, dat de
titane strijd verloren scheen. En die nu
sinds jaren opgeborgen in het kleine dorpje
in de Vendee wachtte op den dood, die voor
ieder eens komt, in afwachting daarvan den
tyd kortend met stagen arbeid aan zyn
boek, aan de historie van zyn eigen land.
Met Clemenceau is naar waarheid een
groot, een zéér groot man heengegaan.
Van de „groote mannen” die in 1919 de
nieuwe kaart van Europa samen stelden, is
thans alleen maar Lloyd George meer over.
Foch, Wilson en Haig zy gingen allen
Clemenceau reeds vooruit op den weg
waarvan geen geen mensch ooit terugkeert.
waarheid te zeggen, was het een opluchting
voor me dat het ding gestolen was. Ik vond
het vreeselijk om namaak te dragen en ik
was bang dat het de aandacht zou trekken
als ik mij er nooit mee vertoonde.
Namaak’
Natuurlijk moest ik er wel een heele-
boel drukte over maken en detectives op het
kasteel halen, maar ik hoopte haast dat ze
hem niet zouden terugvinden.
En uw zoon verkocht dat waardelooze
ding voor tweehonderd pond? Waar is hij?
Wie bedoel je die vent?
Ja.
Ik denk dot hij nog in Frankrijk is om
dat pronkjuweel van de hand te doen.
Arme stakker!
Maar is het niet grappig? vroeg lady
Harlsmore een beetje verlegen.
Vind je het, nu je alles weet, niet meer
zoo erg onbehoorlijk als ik er om moet
lachen?
Het is even slecht om namaak diaman
ten te stelen als echte, vooral als je niet weet
dat het imitatie £ijn.
Lady Harlsmore barstte in snikken uil.
Toen ze wat bedaard was, zei ze:
ning van een uitwykmgsverguiming aan d«
Duitsche boeren voortduren, zyn oe retour
transporten van kolonisten naar het door
hen verlaten gebied, die gedurende eeiüge
dagen onderbroken waren, hervat.
Het bericht, dat 300 van de 13.000 voor
Moskou samengestroomde boeren met hun
gezinnen naar Duitschland‘Vertrokken zyn,
is in zoover niet juist, dat deze 300 emi
granten niets te maken hebben met het
massatransport. Zy hadden reeds vroeger
hun vertrekvisum betaald en kurnen daar
om niet op éen lyn worden gesteld met de
anderen. Van een toestemming tot vertrek,
die de Raad van Volkscommissarissen aan
de overige Duitsche boeren verstrekt zou
hebben, is te Berlijn niets bekend.
Tydens den geheelen duur van de onder-
handelingen over het \ertrek van de boeren
heeft de Sowjetregeering haar standpunt
her haal del ijk gewyzigd. Zij heeft oorspron
kelijk de toestemming voor ,hun vertrek
verleend, later op spoedig vertrek aange
drongen en herhaalde! ijk aangedrongen »P
verlenging van de Duitsche visa, doch op
het laatste oogenblik de toestemming voor
het vertrek ingetrokken.
De Duitsche autoriteiten hebben van den
eersten dag af, al het mogelijke gedaan,
niet slechts om het lot dér vluchtelingen te
verlichten, maar ook om hun vertrek te ver
gemakkelijken en nur. vestiging in Canada
mogeljjk te maken. De Europeesche ver
tegenwoordiger van de Canadeesche Men
nonieten verklaarde aan het departement
van buitenlandsche zaken, in den loop van
de onderhandelingen, dat vestiging in Ca
nada zonder bezwaren mogelyk was. Om
moeilijkheden ten aanzien van do paskwes
tie te voorkomen, verzocht M} D.ttaehland
aan de emigranten identieteitsbewyzen te
verstrekken. De inwilliging van dit verzoek
■werd op staanden voet beloofd.
In tegenstelling tot de bewering van den
vertegenwoordiger der Mennonieten bleek,
dat de Canadeesche regeering de vestiging
in Canada niet zonder meer voor mogelijk
hield. Door de bemoeiingen van den con-
sul-generaal te Montreal en van de Menno
nieten slaagde men er in dé belofte te krij
gen van de Canadeesche regeering, dat de
vluchtelingen in het voorjaar opgenomen
zouden kunnen worden.
Tolt zoover werd Duitsdhland verzocht ze
op te nemen.
Naar vroeger is medegedeeld, heeft de
Duitsche regeering ry’ksmiddelen ter be
schikking gesteld voor de ondersteuning
van de imigranten en alle maatregelen voor
hun vestiging getroffen. De herhaaldelijk
door Duitschland aangeboden hulp voor de
nog te Moskou verblijvende vluchtelingen
werd van de hand gewezen.
W ge veel van het leven ontvangen,
Ingin dan met veel van uzelf te eischen.
Uit het Engelsch van
ARCHIBALD EYRE.
(Nadruk verboden).
Lilian ging weer naar haar plaats terug.
Ik hoop dat u het mij niet kwalijk neemt
®aar ik ga voort met mijn naaiwerk tot uw
Rijkheid bedaard is. Ik kan er niet aan
L rt °en eU h*n<iert mij heusch.
Lady Harlsmore leunde voorover op haar
Lieve kind, zei ze, heb geduld met
7! °“d* vro^ Mijn diadeem was nog geen
(POn<} W!iard, het was namaak, al
imU wei"ke'ijk een schiterend geslaagde
kJaie' a^teen het goud was echt. Mijn
m!,n hee,‘ü hem kort na ons huwelijk
kun«Jna^en d°°r een buitengewoon handig
Ji aar» i°en hij genoodzaakt was in het
van rU .ge^e’m het oude gravinne kroontje
familie te gelde te maken. Om je de
Georges Clemenceau werd geboren den
28en September 1841 te Mouilleron-en-
Pareds, een microscopisch klein plaatsje in
ae Vendée waar zyn vader, een verwoed
Jacobyn, arts was. In I860 kwam de jonge
Georges naar Parijs, waar hij de studie der
medicijnen ter hand nam, waarin hy in 1865
op een in vakkringen zeer geprezen disser
tatie promoveerde. Zeker zou Clemenceau
dan ook een sieraad der medische weten
schap zyn geworden, als zijn levendige
geest hem niet gestuwd had in bet brand
punt van het politieke leven der slotjaren
van het Keizerrijk.
Na een verblijf in Engeland ging hij
naar Amerika, waar hy vier jaar verbleef
en onderwijs gaf in de Fransche litteratuur
Hy vertaalde daar hel boek van S’uart Mill
over Auguste Comte, den man van het po
sitivisme en trad in dien tyd in het huwelijk
met de Amerikaansche Miss Clarisse Plum
mers.
In Frankrijk teruggekeerd werd hij door
het na het uitroepen «er republiek benoem
de „Gouvernement de la Defense nationale’
tot maire van Montmartre benoemd. Wel
dra werd hij gekozen tot lid van de natio
nale vergadering, -die tydens den Fransch-
Duitschen oorlog te Bordeaux bijeenkwam.
Clemenceau behoorde tot degenen'die er te
gen waren dat Elzas-Lotharingen zou wor
den afgestaan.
Gedurende den wereldoorlog toen het
scheen alsof Frankryk en zijn geallieerden
te nederlaag zouden lijden was het Cle
menceau die zich aan het hoofd plaatste
ten hen die d tort et d travers oen oorlog
wilden voortzetten. By de vredesonderhan
delingen is hij de woordvoerder van Frank
rijk geweest en de leider der zittingen in
het paleis van Versailles. Hy was niet
wchtzinnig voor de Duitsche afgevaardig-
Van 8 Februari 1871 tot 1893 maakte hy
teeljdt van de Fransche Kamer, in 1902
pot 39
dvanaf‘70
50
21
235
pond 16
18—30
enfants" zooals hy ze noemde, „mijne kin
deren”, en dan vocht iedere Fransche sol
daat met iets meer vuur en iets meer uit
houdingsvermogen voort, omdat hy zich
weer gesterkt voelde door de nabijheid van
(>Père la Victoire”.
Boven alles ging dezen man het vader
land, dat hy in 1870 vernederd heeft gezien,
maar glorieuse opheffing hij heeft meege
maakt, ja gedirigeerd: le Père de la Vic
toire. En vóór dien tyd heeft hy ook moe
dig het hoofd geboden aan Duitsche preten
ties. Zoo b.v. in de fameuse kwestie van de
deserteurs van Casablanca. Het was drie
jaar na de keizerlijke ontscheping te Tan
ger, dat de Duitsche regeering op brute
wyze haar eischen .stolde ten opzichte van
twee Duitsche deserteurs van de Fransche
militaire rechtspraak. Er werd niet de sa
bel gerinkeld en de Duitsche ambassadeur
kwam met hooge borst Clemenceau opzoe
ken, die toen minister-president was, om
hem min of meer te dwingen. En wanneer
hy dan zegt: „mynheer de -minister-presi
dent, wanneer er geen geheele satisfactie
gegeven wordt aan mijn regeering. dan za;
ik my op bevel van Z. M. den Keizer ge
noodzaakt zien myn paspoort te vragen”,
antwoordt Clemenceau, zijn horloge raad
plegend: „De sneltrein naar Keulen ver
trekt te 9 uur. Het is nu 7 uur, indien u den
trein niet wilt missen, dan moet u zich
haasten!” De ambassadeur was verbouwe
reerd, kwam den volgenden dag veel kal
mer terug en,zonder zyn paspoort te vra
gen, bracht hjj de zaak in ord“
Scherp soms, geestig bijj
snedig altijd, was deze staatsi
Frankryk zooveel te danken'
stoer werker, die in zyn arbeid niet gaarne
gestoord wilde worden. Op een zekeren dag
komt een van zyn trouwste vrienden in zijn
kabinet, wanneer hy overstelpt is met
staatsstukken. „Wat wil je?” vraagt hjj,
terwijl hjj hem een paar vingers toesteekt.
„Alleen je de hand drukken” zegt de ander.
„Nu, dat is geschied, maak nou maar dat
je wegkomt!” En zonder eenigen glim
lach voor zyn bezoeker buigt hy zich weer
over ztfn papieren.
Zyn gewoonten en liefhebberijen.
Dait Clemenceau, stoer werker als hij was,
zulk een hoogen leeftijd heeft, bereikt, is
zeker voor een niet gering deel toe te sdhrij-
I ven aan een streng hygiënisch leven. Hij
rookte niet, at weinig en dronk het liefst
water. Hij ging ’s avonds bij uitzondering
uiit en begaf zich vroeg te bed. Hij stond
geregeld te 3 uur des morgens op, soms
nog vroeger. Dan opende hij de deur, om te
zien, of de secretaris van de redactie van
zijn blad hem het laatste nieuws van dien
nacht onder de mat had laten schuiven. Na
dit geraadpleegd te hebben, begon hij zijn
artikel te schrijven, waaraan hij een drie a
vier uur besteedde. Na afloop deed hij een
half uur lang kamergymnastiek. Te half ne
gen verschenen de eerste bezoekers, wien
hij tegen dien morgen rendez-vous had ge
geven. Na een vluchtig ontbijt ging hij naar
den senaat, later naar het ledactiebureau
van zijn dagblad. Als minister was hij ook
even sterk aan een vooraf opgesteld pro
gramma gebonden.
Wat zijn liefhebberijen betreft, hij hield
als een echte Vendeeër veel van het buiten
leven. Behalve zijn talrijke boeken, brach-
GOIIISUIL COURANT