EIJN IIWBIM lit Blad NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN i. I723S 88» Jaargang BOSKOOP, NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADD1NXVEEN, ZEVENHUIZEN^ene. Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen ■ui* irtikeles. 4ULLEMAN Telf. 569 ieg 20 - Tel. 350 Gouda. I Kleiweg 6Q Gouda [KT 51 Maandag 28 November 1229 id prima alen FEUILLETON. DE GESTOLEN DIADEEM. BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, 35 -o* wl/u, uu 1 Vxl V lui”, LiVullv'/I, VtVzvJ L»luiV1YIIY, 11 AxlkJllvi^vii tuk 100 «Ml ellen uit voorrild stratie en proefrit. i voor :n voor 25 k voor 25 k voor 25 LLOVER, VEST, FET EN CRèPE •ATTEES, FIJN EDJES, FIJNE LLEN- ten ook de dieren hem afleiding. Honden waren zijn liefste makkere. ISO en wijle, aan wien t. En een Georga Olamaaeaau overladen. „De vader der overwinning’’ heengegaan. Zijn testament. Geen bjj zijn begrafenis. ind 19—24 9—24—29 Zijn laatste wil Clemenceau heelt in een oogenblik van vodledig bewustzijn zijn testament gedic teerd. Hij verklaarde, dat hij geen begrafe nis op staatskosten wensaht en dat zijn stoffelijk overschot naar 8t. Vincent sur Jard in de Vendée overgebracht moest wor den, om tiaar naast dat van zijn vader te worden bijgezet. De lijkkist zuü, naar den wenseh van Clemenceau, rechtop worden geplaatst. 25 ct. 25 25 30 dvanaf 10 16—19 20 27—80 ?d voor 25 10 d 12—16 17 12-16 >ak 20—25 d vanaf 48 22 vanaf 25 29 Ik hoop dat je niet al te slecht over hem zult denken, hij is nog zoo jong. Ik heb dik wijls de ho°P gekoesterd dat hij eens met een aardig, verstandig en flink*nieisje zou trou wen, iemand zooals jij bent. Nu in ieder geval hoopte ik dat eens. Ik ben jaren ouder dan bij. Een paar jaar maar. Lilian schudde energiek het hoofd. Neen, lady Harlsmore, dat moet u maar voor goed uit uw hoofd zetten. Ik zal er ook niet op aandringen kindje. Ik zei htet maar zoo. Èr viel een stilte en even later stond lady Harlsmore op. De eigenlijke reden van mijn bezoek was om je te vragen of je mevrouw Hemmings zoudt willen ontvangen. Lilian kreeg een kleur. Heeft zij dat ge vraagd? Lady Harlsmore knikte. Zoo gauw als je stiefmoeder terug is, wil ze komen. Ze ziet dat ze je groot onrecht heeft gedaan. Ze is een vrouw met een goed hart en wil graag alles in het reine brengen; een bespottelijk misverstand heeft jullie beiden in een dwaze verhouding gebracht. Ik zal oprecht dank baar zijn als ik er iets toe kan bijdragen om Zoebkov veroordeeld. Zou gisteravond of heden weer over den grens gezet worden. Voor het Kantongerecht alhier heeft he den Alexander Zoebkov terecht gestaan, omdat hij ondanks dat hem het verblijf in uitschland was ontzegt, teruggekeerd was. Hij motiveerde zijn herhaalde aanwezigheid in uitschland met zijn samenkomsten te Euskirchen, met den advocaat Wi’deberger uit Bonn, die de scheiding behandelde en ook met de ziekte en den dood zijner vrouw. Het O. M. requarccrde twee weken hech- ABONNBMENTSPRUS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2.110, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt. Franco per post per kwartaal ƒ3.15, met Zondagsblad ƒ3.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA, by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Teief. Interc. 82; Redactie Telef. 88. Postrekening 48400. Met lord Harlmore? Ja George Hemmings wil de moeilijke taak op zich nemen om een oudere broer en leermeester voor hem te zijn en Augustus op te voeden. O, dat Vind ik geen prettig idee, heele- maal niet, riep Lilian. Neemt u mij niet kwalijk, maar gesteld dat lord Harlsmore George op den verkeer den weg bracht. Gesteldo, ik ben ervan overtuigd dat Jord Harlsmore heelemaal geen goed gezelschap voor hem is. Het spijt me dat ik het zoo onomwonden moet zeggen. Het zou zoo goed zijn voor Augustus. Maar slecht voor George. O ik kan het niet goedvinden Maar kindje, ik geloof niet dat het de in de bedoeling lag om jouw toestemming te vragen. Lilian werd vuurrood. Natuurlijk niet. Waar bemoei ik me eigenlijk mee; ik heb er niets mee te maken. Maar Meneer Greville vindt het plan heel verstandig. Hij zegt dat het op beiden een uitstekende uitwerking zal hebben. De begrafenis. De begrafenis van Clemenceau zal waar schijnlijk Dinsdag of Woensdag in zijn ge boorteplaats plaats hebben. Hij wordt naast zijn vader ter aarde besteld. Op verzoek van den militairen gouverneur ven Parijs zal op de lijkkist een bloemen vaas worden ge plaatst, welke vervaardigd ie uit een Duit- sciie granaat en waarin zich een verdroogd bouquet bevindt, dat in 1918 in één der voorste Fransche loopgraven aan den mi nister-president door een Fransche korpo raal is overhandigd. MacDonald heeft door den Engelschen ge zant aan de familie van Clemenceau de deelneming der Engelsohe regeering met het overlijden van den Fransozen Staatsman doen betuigen. Engeland zal den overledene dankbaar blijven en zijn nagedachtenis in eere houden. Voorts zond MacDonald ook aan minister-president Tardieu een telegram van deelneming. Ex-kroonprins Wilhelms bewondering. De Parijsche editie van de „Chicago Tri bune” publiceert een verklaring, die de ex- kroonprins van Duitschland tijdens zijn ver blijf op het eiland Wateringen over Clemen ceau tegenover een medewerker van. het land aflegde. „Clemenceau”, zoo verklaarde de kroon prins, „was de werkelijke oorzaak van onze nederlaag. Het waren niet de 14 punten van Wilson, niet de toetreding van Amerika tot den oorlog en niet de Britsche vloot, die ons bedwongen hebben. Het was de kleine grijs aard, die op het Parijsche ministerie van Oorlog troonde, de man die zich nimmer ge wonnen wilde verklaren, die ons overwon. Eens zal het, Fransche volk inzien, dat het den man, die de overwinning bevocht, an ders had dienen te behandelen. Indien Duitschland een Clemenceau had gehad, zou ik nu niet op dit kleine eiland zittendan hadden wij den oorlog nimmer verloren.” Tardieu op rouwbezoek. Direct na het ontvangen van het bericht van Clemenceau’s dood begaf minister-pre sident Tardieu zich naar het sterfhuis. Bij het verlaten van het hulis bevestigde Tar dieu aan de aanwezige journalisten, dat overeenkomstig den laateten wil van Cle menceau, geen staatsbegrafenis zal plaats vinden. BUITENLANDSCH NIEUWS. DUITSCHLAND. De Duitsche boeren voor Moskou. Duitsche kritiek op de houding der sowjetregeering. Er is een on derkomen voor de emigranten ge vonden in Canada. Terwijl de onderhandelingen tusschen het Duitsche gezantschap en de vertegenwoor digers der Sowjetregeering over de ver'ee- JuÜie tot elkaar te brengen. Dat vind ik heel vriendelijk van u, zei Lilian hartelijk. Natuurlijk wil ik mevrouw Hemmings met genoegen ontvangen. Ik heb zelf ook veel schuld. Maar ik ben nu bezig mijn leven te beteren. Zij nam haar boezelaar weer op en duwde den vingerhoed aan haar vinger. Danfc je kindje. Mevrouw Hemmings en ik gaan een poosje naar Bournemouth om na al die vreeselijke emoties weer wat tot ons zelf te komen. Ik zal haar bij je bren gen als we terug zijn en je vader en moeder weer thuis zijn. —Ik verwacht ze spoedig terug. Hoe gaat het met het jonge paar? vroeg lady Harlsmore vol belangstelling. Ik krijg heel opgewekte briéven va» allebei, het huwelijk is een groot succes. Nu, ik ben blij dat je vader gelukkig is. Lilian boog zich over haar schort. U hebt het heelemaal niet over George, over meneer Hemmings, bedoel ik, gesproken. Wat dom van meEn ik heb nog we! zoo’n bewondering voor hem. Ik heb voorge steld dat hij met Augustus een jaar op hei vasteland zou gaan ruizen. ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bwgkrinf): 1—5 regels 1.30, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda os dm bmorgkrtog: 1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zatesdagnmimw M et bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN1-4 regels eik» regsi meer 040. Of de voorpagine 50 hooger. Gewone advertentiën en ingezonden mededeeiingm bij contract tot mar gemdoeemAm prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst va* •oitedoBmhtamto- iaren, Advertentiebureau! en onae agenten en moeten daags vóór de pteutete* am tet Bureau zijn iagekomen, teneinde van opname vsnekerd te agn. werd hij herkozen. In 1907 werd hij premier tot 20 Juli 1909. In Juli 1917 kwam hij op nieuw aan de regeering. De laatste jaren van zijn leven bracht hij door teruggetrokken van de wereld. Zijn memoires zullen zeker belangwek kend zijn. Men noemt Clemenceau den man die zich in de laatste jaren van den oorlog het meest onverzoenlijk jegens zijn vijanden heeft getoond. Hij was het die de Duitsche onderhandelaars' het mes op de keel zette, hij was het die dwong om steeds zwaardere garanties, die in Duitschland voor en na den oorlog den erfvijand van zyn geliefd Frankrijk zag. Maar deze heele cnverzoenlykc houding, die hem zijn bijnaam bezorgde van den „Tijger”, kwam alleen voort uit een van de schoonste eigenschappen die een mensch kan bezitten, die van de vaderlandsliefde. Hij zag in die dagen Frankrtyk ondergaan, terwijl hjj tevens voelde dat slechts een weinig uithoudingsvermogen noodig was om de verloren kans te doen keeren. Hij voelde het als verraad aan dat er gestreefd werd naar vrede en bij nam het ieder kwa lijk die iets anders dan van oorlog sprak. Poincare blafte hij af, zooala hij de Duit sche onderhandelaars afblafte, en eerst de overwinning van den oorlog gaf hem de rust weer die hy sinds lang van noode had. De Tijiger noemde men Clemenceau maar hij had ook nog een anderen bijnaam en wel Pere de la Victoire”. Vader der over winning. Deze naam kreeg hij in zyn glorie tijd in de jaren 19171919. Het was door zijn groote rede in de Ka mer in 1917 dat hy aan het bewind kwam. Frankrijk werd op dat oogenblik ver scheurd door een ontzaggelijken tweestrijd. Eenerzijds was er ’t aanbod tot vrede van Duitschland, anderzijds het geval van uit putting dat nog niet was opgeheven door de aankomst van de frissche Amerikaansche soldaten. Er was een sterke neiging tot on derhandelen. Caillaux ,de toenmalige leider drong er op aan. Dcch Clemenceau haalde zijn grootste redenaarstalenten van stal en in een prachtige redevoering deed hy eer aanval op wat hij defaitisme, op wat hij verraad jegens het vaderland Frankrijk noemde. Caillaux viel, en Clemenceau volg de hem als eerste minister op, de hoogste functie die hij ooit heeft bekleed. Een tyd van koortsachtig werken volgde. Want hy wilde geen vrede, hy wilde oor log. En daarvoor moest niet alleen in de departementen gearbeid worden, daarvoor moest ook ginds aan de slagvelden gesteund worden, door het persoonlijk woord. Het was in die dagen dat er steeds, op ieder uur van den dag en den nacht aan het Gare du Nord in Parijs een trein gereed stond, altijd klaar om te vertrekken, waarvoor desnoods alle verkeer werd stopgezet. En menigmaal zag men de kleine vieve figuur van den eersten minister des avonds in grooten haast in den trein stappen. Dan verscheen, enkele uren later‘de bekende ver schijning tusschende mannen in de aller eerste linies aan het front, tusschen „Mes enkele officieele plechtigheid Na een doodstryd van drie dagen is het einde van Clemenceau, Frankryks groot- gten Staatsman Zundagnacnt gekomen, lustig en zacht is de 88-jarige George Cle menceau voorgoed ingeslapen. Frankrijk rouwt om den man die met recht den grootsten patriot van deze eeuw genoemd kan worden, om den man die meer Fransch in hart'en nieren was dan iedere andere Franschman, om den man wiens onverzettelijken wil den wereldoorlog wipt te winnen op een oogenblik, dat de titane strijd verloren scheen. En die nu sinds jaren opgeborgen in het kleine dorpje in de Vendee wachtte op den dood, die voor ieder eens komt, in afwachting daarvan den tyd kortend met stagen arbeid aan zyn boek, aan de historie van zyn eigen land. Met Clemenceau is naar waarheid een groot, een zéér groot man heengegaan. Van de „groote mannen” die in 1919 de nieuwe kaart van Europa samen stelden, is thans alleen maar Lloyd George meer over. Foch, Wilson en Haig zy gingen allen Clemenceau reeds vooruit op den weg waarvan geen geen mensch ooit terugkeert. waarheid te zeggen, was het een opluchting voor me dat het ding gestolen was. Ik vond het vreeselijk om namaak te dragen en ik was bang dat het de aandacht zou trekken als ik mij er nooit mee vertoonde. Namaak’ Natuurlijk moest ik er wel een heele- boel drukte over maken en detectives op het kasteel halen, maar ik hoopte haast dat ze hem niet zouden terugvinden. En uw zoon verkocht dat waardelooze ding voor tweehonderd pond? Waar is hij? Wie bedoel je die vent? Ja. Ik denk dot hij nog in Frankrijk is om dat pronkjuweel van de hand te doen. Arme stakker! Maar is het niet grappig? vroeg lady Harlsmore een beetje verlegen. Vind je het, nu je alles weet, niet meer zoo erg onbehoorlijk als ik er om moet lachen? Het is even slecht om namaak diaman ten te stelen als echte, vooral als je niet weet dat het imitatie £ijn. Lady Harlsmore barstte in snikken uil. Toen ze wat bedaard was, zei ze: ning van een uitwykmgsverguiming aan d« Duitsche boeren voortduren, zyn oe retour transporten van kolonisten naar het door hen verlaten gebied, die gedurende eeiüge dagen onderbroken waren, hervat. Het bericht, dat 300 van de 13.000 voor Moskou samengestroomde boeren met hun gezinnen naar Duitschland‘Vertrokken zyn, is in zoover niet juist, dat deze 300 emi granten niets te maken hebben met het massatransport. Zy hadden reeds vroeger hun vertrekvisum betaald en kurnen daar om niet op éen lyn worden gesteld met de anderen. Van een toestemming tot vertrek, die de Raad van Volkscommissarissen aan de overige Duitsche boeren verstrekt zou hebben, is te Berlijn niets bekend. Tydens den geheelen duur van de onder- handelingen over het \ertrek van de boeren heeft de Sowjetregeering haar standpunt her haal del ijk gewyzigd. Zij heeft oorspron kelijk de toestemming voor ,hun vertrek verleend, later op spoedig vertrek aange drongen en herhaalde! ijk aangedrongen »P verlenging van de Duitsche visa, doch op het laatste oogenblik de toestemming voor het vertrek ingetrokken. De Duitsche autoriteiten hebben van den eersten dag af, al het mogelijke gedaan, niet slechts om het lot dér vluchtelingen te verlichten, maar ook om hun vertrek te ver gemakkelijken en nur. vestiging in Canada mogeljjk te maken. De Europeesche ver tegenwoordiger van de Canadeesche Men nonieten verklaarde aan het departement van buitenlandsche zaken, in den loop van de onderhandelingen, dat vestiging in Ca nada zonder bezwaren mogelyk was. Om moeilijkheden ten aanzien van do paskwes tie te voorkomen, verzocht M} D.ttaehland aan de emigranten identieteitsbewyzen te verstrekken. De inwilliging van dit verzoek ■werd op staanden voet beloofd. In tegenstelling tot de bewering van den vertegenwoordiger der Mennonieten bleek, dat de Canadeesche regeering de vestiging in Canada niet zonder meer voor mogelijk hield. Door de bemoeiingen van den con- sul-generaal te Montreal en van de Menno nieten slaagde men er in dé belofte te krij gen van de Canadeesche regeering, dat de vluchtelingen in het voorjaar opgenomen zouden kunnen worden. Tolt zoover werd Duitsdhland verzocht ze op te nemen. Naar vroeger is medegedeeld, heeft de Duitsche regeering ry’ksmiddelen ter be schikking gesteld voor de ondersteuning van de imigranten en alle maatregelen voor hun vestiging getroffen. De herhaaldelijk door Duitschland aangeboden hulp voor de nog te Moskou verblijvende vluchtelingen werd van de hand gewezen. W ge veel van het leven ontvangen, Ingin dan met veel van uzelf te eischen. Uit het Engelsch van ARCHIBALD EYRE. (Nadruk verboden). Lilian ging weer naar haar plaats terug. Ik hoop dat u het mij niet kwalijk neemt ®aar ik ga voort met mijn naaiwerk tot uw Rijkheid bedaard is. Ik kan er niet aan L rt °en eU h*n<iert mij heusch. Lady Harlsmore leunde voorover op haar Lieve kind, zei ze, heb geduld met 7! °“d* vro^ Mijn diadeem was nog geen (POn<} W!iard, het was namaak, al imU wei"ke'ijk een schiterend geslaagde kJaie' a^teen het goud was echt. Mijn m!,n hee,‘ü hem kort na ons huwelijk kun«Jna^en d°°r een buitengewoon handig Ji aar» i°en hij genoodzaakt was in het van rU .ge^e’m het oude gravinne kroontje familie te gelde te maken. Om je de Georges Clemenceau werd geboren den 28en September 1841 te Mouilleron-en- Pareds, een microscopisch klein plaatsje in ae Vendée waar zyn vader, een verwoed Jacobyn, arts was. In I860 kwam de jonge Georges naar Parijs, waar hij de studie der medicijnen ter hand nam, waarin hy in 1865 op een in vakkringen zeer geprezen disser tatie promoveerde. Zeker zou Clemenceau dan ook een sieraad der medische weten schap zyn geworden, als zijn levendige geest hem niet gestuwd had in bet brand punt van het politieke leven der slotjaren van het Keizerrijk. Na een verblijf in Engeland ging hij naar Amerika, waar hy vier jaar verbleef en onderwijs gaf in de Fransche litteratuur Hy vertaalde daar hel boek van S’uart Mill over Auguste Comte, den man van het po sitivisme en trad in dien tyd in het huwelijk met de Amerikaansche Miss Clarisse Plum mers. In Frankrijk teruggekeerd werd hij door het na het uitroepen «er republiek benoem de „Gouvernement de la Defense nationale’ tot maire van Montmartre benoemd. Wel dra werd hij gekozen tot lid van de natio nale vergadering, -die tydens den Fransch- Duitschen oorlog te Bordeaux bijeenkwam. Clemenceau behoorde tot degenen'die er te gen waren dat Elzas-Lotharingen zou wor den afgestaan. Gedurende den wereldoorlog toen het scheen alsof Frankryk en zijn geallieerden te nederlaag zouden lijden was het Cle menceau die zich aan het hoofd plaatste ten hen die d tort et d travers oen oorlog wilden voortzetten. By de vredesonderhan delingen is hij de woordvoerder van Frank rijk geweest en de leider der zittingen in het paleis van Versailles. Hy was niet wchtzinnig voor de Duitsche afgevaardig- Van 8 Februari 1871 tot 1893 maakte hy teeljdt van de Fransche Kamer, in 1902 pot 39 dvanaf‘70 50 21 235 pond 16 18—30 enfants" zooals hy ze noemde, „mijne kin deren”, en dan vocht iedere Fransche sol daat met iets meer vuur en iets meer uit houdingsvermogen voort, omdat hy zich weer gesterkt voelde door de nabijheid van (>Père la Victoire”. Boven alles ging dezen man het vader land, dat hy in 1870 vernederd heeft gezien, maar glorieuse opheffing hij heeft meege maakt, ja gedirigeerd: le Père de la Vic toire. En vóór dien tyd heeft hy ook moe dig het hoofd geboden aan Duitsche preten ties. Zoo b.v. in de fameuse kwestie van de deserteurs van Casablanca. Het was drie jaar na de keizerlijke ontscheping te Tan ger, dat de Duitsche regeering op brute wyze haar eischen .stolde ten opzichte van twee Duitsche deserteurs van de Fransche militaire rechtspraak. Er werd niet de sa bel gerinkeld en de Duitsche ambassadeur kwam met hooge borst Clemenceau opzoe ken, die toen minister-president was, om hem min of meer te dwingen. En wanneer hy dan zegt: „mynheer de -minister-presi dent, wanneer er geen geheele satisfactie gegeven wordt aan mijn regeering. dan za; ik my op bevel van Z. M. den Keizer ge noodzaakt zien myn paspoort te vragen”, antwoordt Clemenceau, zijn horloge raad plegend: „De sneltrein naar Keulen ver trekt te 9 uur. Het is nu 7 uur, indien u den trein niet wilt missen, dan moet u zich haasten!” De ambassadeur was verbouwe reerd, kwam den volgenden dag veel kal mer terug en,zonder zyn paspoort te vra gen, bracht hjj de zaak in ord“ Scherp soms, geestig bijj snedig altijd, was deze staatsi Frankryk zooveel te danken' stoer werker, die in zyn arbeid niet gaarne gestoord wilde worden. Op een zekeren dag komt een van zyn trouwste vrienden in zijn kabinet, wanneer hy overstelpt is met staatsstukken. „Wat wil je?” vraagt hjj, terwijl hjj hem een paar vingers toesteekt. „Alleen je de hand drukken” zegt de ander. „Nu, dat is geschied, maak nou maar dat je wegkomt!” En zonder eenigen glim lach voor zyn bezoeker buigt hy zich weer over ztfn papieren. Zyn gewoonten en liefhebberijen. Dait Clemenceau, stoer werker als hij was, zulk een hoogen leeftijd heeft, bereikt, is zeker voor een niet gering deel toe te sdhrij- I ven aan een streng hygiënisch leven. Hij rookte niet, at weinig en dronk het liefst water. Hij ging ’s avonds bij uitzondering uiit en begaf zich vroeg te bed. Hij stond geregeld te 3 uur des morgens op, soms nog vroeger. Dan opende hij de deur, om te zien, of de secretaris van de redactie van zijn blad hem het laatste nieuws van dien nacht onder de mat had laten schuiven. Na dit geraadpleegd te hebben, begon hij zijn artikel te schrijven, waaraan hij een drie a vier uur besteedde. Na afloop deed hij een half uur lang kamergymnastiek. Te half ne gen verschenen de eerste bezoekers, wien hij tegen dien morgen rendez-vous had ge geven. Na een vluchtig ontbijt ging hij naar den senaat, later naar het ledactiebureau van zijn dagblad. Als minister was hij ook even sterk aan een vooraf opgesteld pro gramma gebonden. Wat zijn liefhebberijen betreft, hij hield als een echte Vendeeër veel van het buiten leven. Behalve zijn talrijke boeken, brach- GOIIISUIL COURANT

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1929 | | pagina 1