PETTEN
nul 65 ct.
OVERHEM
1.
N
DASSEN
Onze Specialiteiten
H.P. Herfst Jr.
Koopt lijiztlMtrta
Fi. P. J. REVET Zn.
Gratis Koek
bij de Koffieü
ALBERT HEIJN
41
CADEAU
Vijftig jaar voltooide
Keulsche Oomt
SPAARBANK
Vooral Dames
ASPIRIN
Van lang vervlogen dagen.
Rssdseili voor de Jeugd.
week-
Notaris J. KOEMAN
Warltpliitsf met liYiivinieg,
Muis mei alzoDderlijke loveiwoning,
Heerenhuis,
Woonhuis met Tuin,
SIROOPWAFELS
BOTERSPRITS
LOCARNO'S
ZOUTE KRAKELINGEN
vh L. BOOGAERDT 3«
Tel. 777 L. Tiendeweg43
Notaris J. van Kranenburg
Verb Lakken Glas
Kwaden
Oosthaven 65, Gouda
NIEUWE CURSUSSEN
Zaterdag 23 tot en met Vrijdag 29 Augustus a s
EEN POND ONZER KOFFIESOORTEN
een half pond Heerlijke versche Allerhande
ALBERT HEIJN'S KOFFIE
2.50
ia om van goedkooper niet te spreken. Dat
bovendien de politie de paspoorten-uitgifte
in handen heeft, heeft veel voordeel. Daar
kijkt men de mnschen nog eens aan maar
op het bufreau van het stadhuis neemt men
geen notitie van dengene die achter dat
klungelige loketje staat.
Formaliteiten zijn onmisbaar en misschien
erg nuttig maar aan het absolute nut ervan
valt toch eeniger mate te twijfelen. Vandaar
deze onze overpeinzing op het bankje van
het paseen-bureau. HAGENAAR.
(Van onzen bijzonderen oorrspondent).
Geen tweede bouwweifc van het Duusche
verleden geniet een dergelijke wereld ver
maardheid als de Keulsche Dom. In het bui
tenland wordt liij veelal beschouwd als het
zinnebeeld, vaa de Duitsche Middeleeuwen.
De mededeeling, dat op 15 October 1930 eerst
eeu halve eeuw is voorbijgegaan, sinds deze
heerlijke kerk werd voltooid, zal zeker hier
en daar verbazing wekken. Er moge daarom
hier aan de geschiedenis van de grootsche
Gotliiscne Kathedraal aan den Rijn worden
hennnerdt
De vernieling, in het jaar 1248 van den
ouden, nog uit het tijdperk van Karei den
Grooten stammenden Dom van Keulen, die
een prooi der vlammen werd, bood Aarts
bisschop Koenraad von Hochataden de mo
gelijkheid, onmiddellijk een begin te maken
met de uitvoering van de plannen tot het
bouwen van een nieuwen Dom. In liet na
bijgelegen Frankrijk beleefde de Kathedraal-
üothiek net haar bloeitijd. Het lag dus voor
de hand, dat men zich bij het bouwen van
de nieuwe kerk, aan een Fransch voorbeeld,
namelijk aan dat van de Kathedraal van
Aniiens, hield. Meester Gerhard von Rile
wordt heden algemeen beschouwd als de ont
werper van het plan der vijfsohepige kerk
met zijn twee torens. De opvolgers van Ger
hard, de meesters Arnold, Johannes en Mi
chael voegden hier nieuwe ideëen, in den
geest van de zich in ontwikkeling bevinden
de Duitsche Gothiek, aan tbe. In 1322 kon
het koor worden ingewijd. De voortzetting
van de oprichting van den Dom werd in de
XlVde en XVde eeuw belemmerd door oor
logen, politieken strijd en het verbod van
het houden van collecten, daar hiervan mis
bruik was gemaakt. Slechte gedeelten van
het middenschip en een stuk van den zui
delijken toren weiden opgericht. In 1437
werd de groote bouwkraan, die men op alle
afbeeldingen van Keulen uit diey tijd, zag
weergegeven, voorzien van een dak. Ten
slotte werd in den tijd van Hervorming en
Renaisance,, die een andere taak te vervul
len hadden, als de voltooiing van den ge
weldigen Gothischen Dom, het bouwen van
de kerk gestaakt. Het geheel leek toen op
een geweldige ruine. Tijdens de Napoleon
tische oorlogen werd de onvoltooide Dom
van Keulen zelfs als hooimagaizijn gebruikt.
De geestdrift van de Duitsche vrijheidsoor
logen vestigde weer' de aandacht op den
Dom van Keulen. Het gebouw werd door de
meest bekende vertegenwoordigers van het
Duitsche romantisme, in het bijzonder door
Friedrich Schlegel, Georg Forsten en Sudpiz
Boisserée, den vriend van Goethe, geprezen
Als het symbool der oud-Duitsche bouw
kunst. Goethe zelf sprak zich overigens ook
uit voor het behoud en de voltooiing van
den Dom. In het jaar 1814 werd op den
zolder van het logement „Zur Traube"
Darmstadt een gedeelte van het oude plan
gevonden. In 1816 ontdekte men de rest
Parijs. In het zelfde jaar heeft Schinkel, de
vermaarde Duitsche architect, den Dom als
deskundige onderzocht. Eerst in 1822
oprichting van den „Dombauverein", kon
de eerste steen voor het verdere gereelte
worden gelegd, in aanwezigheid van Koning
Frederik Willem IV, die eveneens tot de
voorstanders van de voltooiing van de kerk
behoorden. Aan de onvermoeide actie van
August Rei8chensperger is het te danken
geweest, dat het Duitsche publiek zich toen
sterk voor de voltooiing van de kerk inte
resseerde. De bouwmeesters lieten zich lei
den door de middeleeuwsche plannen en
poogden zooveel mogelijk rekening te hou
den rr*e^ den geest hunner voorgangers. Frie
drich. Schmidt, die lateT het stadhuis van
Weenen bouwde, was eveneens bij de vol
tooiing van den Dom werkzaam Op 15 Oc
tober 1880 kon ten slotte de laatste steen op
den 160 M. hoogen Zuidelijken toren worden
geplaatst. Dit geschiedde op plechtige en
feestelijke wijze in aanwezigheid van Keizer
Wilhelm I.
Ter gelegenheid van het jubileum van de
voltooiing van den Dom zal nu op 15 Octo
ber a.B. een herinneringsfeest plaats vinden.
Een bijzondere feestcommissie zal een pas
send programma voor dezen feestdag ont
werpen. Voor het herstel van de kerk zijn
nog in het afgeloopen jaar 395.000 Mark uit
gegeven. Deze middelen werden ter beschik
king gesteld door het Rijk, den Pruisischen
Staat, de Rijnprovincie en|de stad Keulen.
Met hulp van loterijen en giften werd even
eens een aanzienlijk bedrag opgebracht,
waardoor de „Dombauverein" in staat wordt
gesteld verdere noodige reparaties ten uit
voer te, laten brengen. De dringend nood
zakelijke werken,- die in het belang van het
behoud van den Dom worden gevergd, zul
len vermoedelijk begin 1931 zijn beëindigd,
terwijl de gansche hernieuwing "van het ge
bouw, dat door het weer in dén loop der
eeuwen «terk te lijden heeft gehad, tegen
1936 wordt verwacht.
VAN Dt
HAN0ELS EN LANDBOUWBANK
IN(
RE NTE
3ELEGD OP:
1 Jan. 1928
f 2.17S.92S.
1 1929
f 2.314.114.—
1930
f 2.428.037 -
Moderne Meisjes.
„Eene vtouw", in „De Haagsche Post"
geeft een Hollandsche vertolking van de
meening van Edgar Wallace, over het mo
derne meisje, die wij onzen lezeressen niet
willen onthouden. Zij schrijft het volgende:
Het moderne meisje heeft een verdediger
gevonden in niemand minder dan Edgar
Wallace, den bekenden schrijver van detec
tive-romans. Hij begrijpt niet, wat men op
haar heeft aan te merken, zegt hij. Het mo
derne meisje, met haar vrije manieren, past
precies' bij den modernen jongeman. Ik
moet bekennen, dat ik er beu van word als
ik in mijn krant zie staan: Het moderne
meisje Wat zou haar grootmoeder zeg
gen r Ik moet eveneens bekennen, dat mijn
gevoelens ten opaiqhte van het moderne
meisje beter zijn dan die ten aanzien van
haar grootmoeder, als ik deze laatste door
de danszaal zie dribbelen aan den arm van
een geliuurden danseur." Doch er zijn nog
mannen genoeg, die graag op he^-moderne
meisje afgeven, als ze op het ogenblik
niets anders meer weten te verzinnen. En
dat kunnen ze straffeloos doen, omdat het
moderne meisje weinig beproefde vrienden
heeft en nog veel minder verdedigers.
Het moderne meisje, hooren wij beweren,
zou haar grootmoeder „schokken", omdat
ze zich poedert en haar lippen met rouge
bewerkt, en verder alle kunstmiddeltjes
aanwendt, die men alom in de beste bladen
ziet aangekondigd. En ze laat haar beenen
en haar lichaamsvormen zien, zonder zich
te gêneerenHet somtijds bedenkelijk diepe
décolleté uit den tijd van haar grootmoeder
schijnt in vergetelheid te zijn geraakt
Doch het is pas in de laatste tien jaar ge
bleken dat de meisjes' werkelijk beenen
hebben; vroeger was er van haar onderste
extremiteiten niets anders te zien dan de
punten van haar schoenen, die onder haar
rokken vandaan kwamen, Ze droegen ja
ponnen die over den grond sleepten en
onderrokken en andere voor de gezondheid
weinig bevorderlijke kleedingstukkenen
in die dagen was het in zwijm vallen een
zeer gewone tijdspasseering. Een vrouw
die niet af en toe een flauwte kreeg werd
niet voor vol aangezien.
Het moderne jonge misje Laat het flauw
vallen over aan de mannen die daar aanleg
voor hebben. Ze liggen liever in de zon en
laten de ultraviolette stralen op zich in
werken. Ze doen aan sport en doen het
beter dan de mannenze vliegen bever
dan de mannen en leven in algemeenen zin
gezond en ongedwongen. Alle kleine vein
zerij tjes, die in de dagen van haar groot
moeder voor zedigheid doorgingen, hebben
ze overboord geworpen. Maar het moderne
meisje kam wel eens wat te offensief zijn
Als ze begint te schrijven en te debatteeren
over haar psychologisch innerlijk en de
speciale zwakheden van ouderen en beteten
onder het mes neemt, kortom, ale ze sterk
modern wordt en meent dat ze de wereld
een boodschap heeft te brengen, welke tal
van verstandiger mensahen al honderden
malen aan diezelfde wereld hebben ge
bracht dan wordt ze onuitstaanbaar ver
velend. „Ik heb tallooze artikelen en ver
halen van deze jongere generatie zorgvul
dig doorgelezen, zonder er ooit één enkele
oorspronkelijke gedachte in tegen te ko
men of een slot, dat niet afgezaagd was",
zegt Wallace. (Misschien dat daar een
beetje jalousie de métier bij komt).
Deze aanvallen van de geletterde jeugd
op oudere menschen verraden hun «chrijf-
sters door de bitterheid van hun meenin
gen, want bitterheid wordt het is een
algemeen bekend feit geboren uit zelf
beklag. Het is niet mogelijk, bitter te we
zen zonder medelijden met uzelï te hebben
en zelfbeklag is een zeer verkeerde
eigenschap. Doch het valt te betwijfelen of
het moderne jonge meisje wel belichaamd is
in een soort pleitbezorgster, die zichzelf
als zoodanig heeft opgeworpen. Het mo
derne meisje is een goede dochter en een
goede kameraad.1 Het kan best zijn, dat
ze de kookkunst niet machtig is een uei
grootste grieven tegen haar. Zij brengt
baar avonden niet door met naaien en
haken en breien en stoppen. Het is volko
men waar, dat het jonge meisje van tegen
woordig niet opgeleid wordt voor keuken
prinses. Ze voelt er niets voor. Ze ver
wacht te zullen trouwen met een man, die
vrouw van de vorige generatie in dienst te
nemen, die zich in de keuken thuis Voelt.
Er "zijn of liever: er waren van die
richte keuken hebben. Als tfet>er echter op
aankomt kan een modern meisje, dat niet
achterlijk is, in drie maanden 'meer van de
kookkunst leeren dan haar grootmoeder in
haar heele leven Het moderne meisje wil
van het leven den vroolijken kant beleven
dat is de heele zaak. Dat wilde haar
grootomeder ook maar die moest waoh-
ten tot ze gevraagd werd. Haar grootmoe
der figureerde in de balzaal als muur
bloempje; ze zat bedaard te wachten, met
gevouwen handen of een zachtkens bewo
gen waaier, tot er een gepbmmadeerde
man op haar afstevende, ofn te vragen of
hij de eer mocht hebben, volgende wals
met haar te dansen. Het moderne meisje
echter brengt haar eigen danser mee of
zorgt dat ze er een half dozijn in petto
heeft.
Haar grootmoeder bleef thuis zitten tot
een of andere nette jongeling eén beleefd
briefje schreef om haar uit te noodigen een
rijtoertje met haar te maken in zijn pony
wagentje. Het moderne jonge meisje kan
zelf chauffeeren ook al heeft ze geen
eigen auto; en ze zoekt haar eigen gezel
schap uit om mee uit rijden te gaan. Goed
zij maakt zich op, zij poedert zich, maakt
haar wenkbrauwên zwart en haar lippen
rood; maar zij fieeft zich altijd opgemaakt
zij het dan alleen door haar kleeding
Het is zeer eenvoudig. Mannen en vrouwen
zijn er van nature op uit om zich aantrek
kelijk voor elkaar te mfikeh. Een vrouw
kleedt riah, niet om een man aan te trek
ken zooals een goudvlieg een visch aan
trekt, maar om haar zelfvertrouwen te
versterken. Mefr behulp van poeder of lip
penstift of een ander schoonheidsmiddel
maakt zij haar uiterlijk, naar eigen mee
ning mooier dan het zonder deze bewer
king zou zijn. Zij tracht zich zoodanig te
kleeden en haar uiterlijk zoodanig te ma
ken, dat zij haar spiegel verlaat, voldaan
over zichzelf.
Een meisje dat een kdrdigen hoed op
heeft, ziet er niet aardig uit of ze moet er
van overtuigd zijn dat 'te er aardig uit
ziet. Als ze uitgaat met het idee, dat haar
hoed haar niet staat, is zij vijftig procent
minder aardig. Het w dwaasheid, te mee-
nen dat een meisje zich kleedt met de be
doeling om een man aan te trekken, zooals
een paaiw den staart uitspreidt. Zy maakt
zichzelf rnooi, óm haar eigen vertrouwen
in haar schoonheid te Verhóogen. Daarom
doet een meisje zoo haar best om er goed
uit te zien. Zij tiet er goed uit voor haar
eigen genoegen en dat is het eenige waar
het op aan komt. Door alle eeuwen heen,
van de dagen vi% Ur af» hébben de Vrou
wen zich op die manier „gestimuleerd". De
aantrekkingskracht van een vrouw schuilt
niet in haar schoonheid of in haar mee
ding. Alles hangt af van haar vermogen
om den man te imponeer^n Het moderne
jonge meisje ie naar den .smaak van den
modernen jongen man f?. en ook van den
modernen man van middelbaren leeftijd.
Er is geen wereldconferentie van mannen
voor noodig geweest om--haar te maken
zooals zij is. Zooals zij is, is zij goed.
„Ik wil nog verder gaan dan alleen te
zeggen dat ik niets verkeerds zie in het
moderne jonge meisje: ik beweer, dat zij
absoluut en zonder tegenspraak goed ia. Zij
behoort bij onze eeuw", besluit de schrij
ver. „Zij rs de gezondste verpersoonlijking
van onzen tijd. Wij moeten dankbaar zijn,
dat onze eeuw 'n dergelijk vonder heeft ge
wrocht. De wereld is nu aaligenamer Ver
blijfplaats geworden dank zij haar, en het
leven is lieflijker en schooner door haar."
Amerika'» middenstand in nood.
De kleine man is arm, doch gelukkig.
Voor en na de beurskrach. De drang
gin en het eind van het leven eSher vrouw
is, den man te dienen, en wier hoogste ver
langens bevredigd zijn ads ze 'n mooi inge-
D© Yereenigde Staten van Amerika heb-
Lne tot het uitbreken van den beuracrisis
in het laatste najaar uit volle borst het lof
lied op hun algenieenon welstand gezon
gen. Iedere Amerikaaj^ zou in het natio
nale vermogen een aaridéel van ongeveer
3C0Ü dollar hebben.
De berekening van het aandeel van den
Amerikanen in het staatsvermogen is niets
nieuws. Het jaar 1858 toonde aan, dat ie
burger procentsgewijze 308 dollar be*
sindsdien is dit cijfor voortdurend gestegen,
het bedroeg voor het uitbreken van den oor
log 1950 dollar en bereikte in 1922 bijna 300C
dollar.
Men late zich echter door dit getal niet
verblinden. Immers waqneer we ons afvra-
gen, hoe dit cijfer geyonden wordt, dan
past hierop een heel eenvoudig antwoord:
alle bezit wordt n.l. opgeteld, zoo komt men
tot het begrip nationaal vermogen en dit
wordt vervolgens door het aantal inwoners
gedeeld.
De berekening, schijnbaai zoo duidelijk,
is natuurlijk misleidend.
87 bezitloos.
In het begin van 1929, dus in den tijd,
dat er nog geen schaduw van e©n beurs-
crisis te bekennen viel, heeft een statistiek
vastgesteld dat 90 v. h. Amerikaansche
(nationale) vermogen zich in handen van
13 der bevolking beyppd; de overige
87 hadden derhalve gezamenlijk een bezit
van 10 van den Amerikaanschen rijk
dom
De' openbare meening ln Amerika was door
zulke cijfers pijnlijk verbast. De gedachte
dat 87 der Amerikanen tót de armen be-
scfirik.
En nog grooter werd het geweeklaag toen
een andere statistiek uitmaakte, dat 59
van het nationale vermogen zich in het be
zit bevond .van 1 der bevolking. Dat was
toch, heette het, een zeer eigenaardige vorm
van hoogconjunctuur, waarbij de kleine
handelaar, de geëmployeerde, de boer en
natuurlijk ook de intellectueel zoo goed als
niets bezaten. Een critische beoordeelaar
van den toestand, zeide van deze grdbte
massa heterogene elementen: „dat is Ame
rika", maar hij had met hetzelfde recht
kunnen zeggen„de Amerikaansche mid
denstand is bezitloos".
Als je lacht, ben je gelukkig
Hoe kan het gebeuren, dat deze armoede
van den middenstand zoolang in het duister
gehuld was? Waardoor werkte deze ontdek
king van de waarheid zoo verrassend?
Straalt dan de Amerikaansche middenstand
niet van tevredenheid, geluk en zelfverze
kerdheid, nu en voor den oorlog? Hoe rijmt
zich dat tezamen? Dit wonder is gelegen in
een speciale trek in het Amerikaansche
volkskaraktereen eigenschap, die den
grondslag vormt van de volksopvoeding en
die, ondanks haar veelvuldig aanwenden als
een soort wonderk,uur, steeds dezelfde uit
komst gaf en wel "deze, dat, hoewel de klei
ne man arm is, hij zich desondanks geluk
kig voelt.
Het ligt in de constructie en in de ont
wikkeling der Amerikaansche economie, dat
in geen land ter wereld het percentage der
vastbezoldigden zoo hoog is, als in de Ver.
Staten, en dat dit percentage tot den aan
vang van de laatste crisis opophoudelijk
steeg. Vandaar dat het woordje „bezit" aan
de overzijde van den oceaan eigenlijk wil
zeggen een vaste betrekking met «en vast
weekloon.
Het doel vlan den Ameri
kaanschen werker. z
De Amerikaansche arbeider werkt met een
ander doel voor oogen, dan de Fransche,
wiens hartewensch het is, als rentenier te
sterven. Het overgroote deel leeft van de
hand in d© tand. Zeker, velen hebben hun
levensverzekering, anderen brengen wat naar
de spaarbank, maar voor de meesten luidt
de ijzeren wet: als je weekloon van zestig
dollar tot tachtig stijgt, dan is het je plicht
je levensstandaard aan dit nieuwe salaris
aan te^ passen, dat ben je je sociale stan
ding Verschuldigd.
De Amerikaansche middenstander leeft
dus geheel volgens zijn inkomén, in hem
leeft tevens, al sinds vele generaties, den
sterken drang naar het bijzondere comfort,
dat de industrie en voortschrijdende tesh.
niak hem bieden. De lokkende reclames
zorgen bovendien, dat Ixij in duizend en een
ding feitelijk boven zijn budget leeft. Men
zou zoo zeggen, dat zooiets op den duur
spaak moet loopen. Geen sprake van in
Amerika koopt niet alleen diegene, die het
noodige geld daarvoor bezit, maar iedereen
kan als het ware zonder beperking koopen,
indien hij slechts een vaste betrekking met
een vast weekloon heeft. De Amerikaan, die
zoo'n betrekking, zoo'n „job", heeft, kan
zich een heele woninginrichting aanschaf
fen, hoewel het hem niet mogelijk is con
tant te betalen. Echter ook muziekinstru
menten, gramofoons, radio's, auto, juwee-
len, kortom van alles wat luxe is, weet hij
zich zonder moeite te verzekeren. Men hou-
de hierbij echtfer in het oog, dat vleesch en
brood niet op zoo'n afbetalingssysteem zijn
te bekomen Alleen het niet direct noodza
kelijke, het bezit dat iemand vreugde en
een zekeren trots geeft, is te verkrijgen,
zonder het benoodigde geld in de portemon-
naie te hebben.
De Ujn Leiden—Utrecht.
Een adres van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken.
De voorzitter en de secretaris van de Ka
mer van Koophandel voor Rijnland de hee-
ren ten Cate Brouwer en Mr. Knibbe hebben
op 1 Maart 1930 een conferentie gehad met
den Nederlandschen Spoorwegraad. In deze
conferentie is door hen aangedrongen op
verbetering van den spoorwegdienst op de
Itfïi Leiden'Utrecht.
Ingevolge een in deze conferentie gedane
toezegging heeft de Kamer van Koophan
del, thans in een adres aan den Ned. Spoor
wegraad dit verzoek met nog meerdere ge-
In het adres wordt er op gewezen dat de
autobusonderneming M.O.D.A. te Alphen
axl. Ryn o.a. vervoerde in 1929, tusschen
dan 218.330
Volgens de cijfers uit het Verslag der
Spoorwegen over 1929 waren de cijfers
voor Alphen in de richting Leiden, Utrecht
en Uithoorn, zonder abonnementskaarten,
weekkaarten 3e klasse, vacantiekaarten en
rond reisbiljetten, enz. in 1929 totaal 96.673
idem, aankomst te Alphen 97.191
Het totaal aantal reizigers tusschen Lei
den en Alphen loco bedraagt naar schatting
volgens mededeeling der Spoorwegen
200.000 per jaar, terwijl het totale verkeer
op dit baanvak driemaal zoo groot is.
Uit deze gegevens Wijkt, dat er wél dege
lijk behoefte is aan goede verkeersmiddelen
in ue betrokken streek en dat het de vraag
is op welke wijze aan deze behoefte, op
voor het publiek geriefelijkste wijze, zal
worden tegemoetgekomen. Zoowel de bus
als de trein
lijden vaak na sport
beoefening
hoofdpijn. Als al
tijd helpen ook hier
Aspirln-tabletten
snel en zeker.
LM op of*n)« b»nd «n
f ieke voordeelen. De bifs vooral deze, dat op -
elk punt van het traject op den openbaren
weg gestopt wordt tot het in- en uitlaten
van reizigers.
De bussen hebben vooral echter, ook nog
dit voor, dat zij veelvuldiger rijden dan de
De trein heeft voor, grootere nauwgezet
heid wat aankomst en vertrek betreft, ge
riefelijker reizen en veel sneller vervoer.
Van Alphen naar Leiden duurt de reis per
spoor 20 minuten en per bus een vol uur.
De voorsprong welke het snellere en ge
riefelijker vervoer per spoor heeft, dient
naar de meening der Kamer, veel meer te
worden uitgebuit dan thans geschiedt.
Tijd is geld. In korten tijd moet gewoon
lijk veel worden gedaan. Heeft een reiziger
daarom de zekerheid dat hy niet lang op
een trein behoeft te wachten, dan zal deze,
zoo eenigszins mogelijk, de trein en niet de
bus kiezen. Thans wordt echter ondanks dat
de bus over het traject een vol uur doet en
zoowel 's zomers als 's winters, vaak geen
aangenaam vervoermiddel is, toch vaak aan
de bus de voorkeur gegeven." Voor een zeer
groot deel is dit te wijten aan de geringe
frequentie van het spoorwegvervoer. Het
electrisch tram-verkeer vanuit Leiden naar
Den Haag, Katwijk en Noordwyk moge als
bewijs strekken, hoezeer het railverkeer in
staat is het tegen de autobus op te nemen,
indien slechts vaststaat, dat veelvuldig en
op geregelde tijden vervoergelegenheid be
staat.
De zeer belangrijke toeneming van het
reizigeravervoer op de lijn Amsterdam—
Leidenr—Den Haag—Rotterdam, dank zy de
met de electrifioatie ingevoerde dienstrege
ling, is eveneens daar om in het groot te
bewyaen iwelk een stimulans een vlug en
regelmatig vervoer voor het
keer is.
Naar de stellige meening der
bij. een half-uur dienst Leiden—Alphen het
personenvervoer buitengewoon toenemen en
zouden vele personen in de ongemakken,
maar vooral ook in den tijdsduur van het
busvervoer, een reden zien om per trein te
gaan reizen.
Niet alleen echter, dat velen die thans
per bus gaan, dan per trein zouden gaan,
maar van nog veel meer belang acht de Ka
mer, dat veel nieuw verkeer zou worden
aangetrokken.
Daartoe is allereerst noodig dubbel spoor,
terwijl met veel kleiner eenheden, de Kamer
denkt daarbij aan motortreinen, gereden
zou moeten worden.
Het komt de Kamer voor, dat de ervaring
met de autobussen geleerd heefflfdat nog
veel personenvervoer is te verkrijgen, in
dien het vervoermiddel >zich nauw aanpast
aan de behoeften van het reizend publiek.
De wenschen van het reizend publiek moe
ten daarom zoo imogelyk worden voorkomen
waardoor vervoer wordt gekweekt»
In dat opzicht zijn d<
ook nu nog lang niet soepel genoeg.
Naar de Kamer dan ook hoopt, moge het
den Raad gelukken op het baanvak Alphen
—Leiden een proef te doen nemen met een -J
half-uur of althans een heel-uur dienst.
Ten behoeve van het verkeer Leiden-
Alphen is het tevens noodig een trein in te
lasschen, vertrekkende plm. 8 uur uit Lei
den. Daarmele kunnen zy die te Alphen op
de kantoren en fabrieken hun functie tr
kleeden, tijdig ter plaatse zyn.
Behoefte aan snélle verbindingen is er
ongetwijfeld. Deze lyn ligt in het hartje
van de dichtstbevolkte provincie van ons
land en wat nog meer zegt, een streek vol
industrie en handel, terwyil zoowel Utrecht
In het bijzonder vestigt de Kamer de
aandacht van den Raad op de Rijnstreek,
welke een belangrijke industrie- en handels
centrum is. Vooral de bouwstofnijverheid ja
in groote verscheidenheid vertegenwoor
digd. Deze nijverheid levert hare producten
door geheel Nederland. De volgende cijfers
mogen dit illustreeren.
In 1925 werden 20525 ton goederen alleen
uit Alphen a. d. Rijn verzonden. Voor L»"
den H.S.M. zijn deze cijfers 11288 ton, voor
Leiden S.S. 8292 en voor Leiden, Heerra-
singel 8878, derhalve in totaal voor Leiden
28458 ton, tegen reeds uit Alphen 206»
Bij ADERVERKALKING van lm»®"
en hart kan door het dagelijksch getm#
eaner kleine dosis natuurlijk „FimW»®:
hittanwater bereikt worden, dat de^p*u
3£» ct.
OOST-INDIë.
De Inlandsche.
Een hiaat tusschen twee rassen. Al
leen „standrecht" zou eenigen indruk
kunnen maken. Nadeel voor den
Europeaan.
De hoefijzer-corespondent van het Han
delsblad sqhrijft:
Nauwelijks heeft Aneta het vonnis over
den moordenaar vaq den Russia chon assis
tent op Soematra'a Oostkust geseind, of
vinden in de Indische mail weder het relaas
van een afschuwelijken moord, ditmaal
tyeer eens gepleegd dOOF, koelies op Java.
We zeggen: „weet eens", omdat er in
laatste paar jaren ook op Java herhaalde
lijk koeliemoorden (wij bedoelen^
natuurlijkmoorden door koeli^Sy zijn ge
schied, zoodat het alleen reeds daardoor
blijkt, hoe onjuist het is, wanneer
daden geheel of ten deele op rekening van
de Poenale Sanctie schuift.
De moord op den heer Bellink, waarvan
we het uitvoerige relaas vindén in de pas
ontvangen mailbladen, is nog veel gruwe-
lijker dan wat er op dat stuk in de laatste
jaren op S. O, K. is gebeurd. Gruwelijker
zelfs dan de moord op mevrouw Landzaat of
het tjintjangen van den heer Waller in
Langsa. De heer H. C. Bellink was snijveld-
opzichter. bij de suikerfabriek Poerwodadi
in het regentschap Magetan (in Madioen,
oostelijk deel van Midden-Java). Het dong-
kelen, d.i. het uithalen van de wortelen der
rietstokken, werd door zijn groep koelies
slordig gedaan, weshalve hij den kepala
rentjeng, het hoofd van de groep, herhaal
delijk uitbranders daarover ban gegeven,
Ten slotte verzamelde hij de heele groep,
ging op een hoop steenen staan en sprak de
menschen toe. Nu zeggen de koelies dat de
heer Bellink dit toespreken ,»kasar" (grof)
deed en het schijnt dat dit, ln verband met
zijn temperament, best mogelijk is. Maar
wat gebeurde er? Tijdens de toespraak
gleed de spreker uit en viel achterover in
een diepen kuil achter den steenhoop. En
zooals een dierentemmer in de kooi zijn
prestige over de wilde dieren verliest en
verscheurd wordt wanneer hij valt, zoo was
d« heer Bellink door zijn val zijn prestige
kwijt, en werd hij verscheurd door deze
mensohelijke wilde dieren. Want in 't alge
meen kan men vooral van den Javaan zeg
gen: Hij is een mensdh die in een tijger
kan veranderen.
Zoodra de heer Bellink viel, was het met
hem gedaan. Zijn prestige van belanda was
ineens weg, de troep sprong op, rende naar
den -steenhoop, smeet bonk na bonk op den
ongelukkige in den kuilen in enkele
oogen blikken wa© deze doodgeeteenigd.
Toen gingen de moordenaars kalm samen-
hurken en rookten strootjes tot ze werden
gearresteerd.
Dit is, in het oog van ons Westerlingen,
iets afgrijselijks. Laat de heer Bellink zoo
ruw hebben geeproken als de koelies bewe
ren, dan mag dat in ons oog, toch geen
ieden zijn om hem zoo gruwelijk te ver
moorden. En men kan niet zeggenHij had
het volk zóó getergd dat het zichzelf niet
meer meester was, want dat was het wèl.
Zoo lang de heer Bellink stond, durfoen
de koelies hem, met' fcun allen', niet aan
Pas toen ze hem zagen vallen «n hem een
oogen blik weerloos wisten, schoten ze toe.
Precies met dat complex van moord, lust-
en-vrees dat het wilde dier toont.
En zoozeer is dit iets natuurlijke in de
mentaliteit van den Javaan, dat de troep
na het gebeurde zidh even tevreden toonde
over zijn daad, als een roofdier dat, zooals
Kipling het noemt, „a good kill" heeft ge
daan. Het zou ons dan ook niet verbazen,
wanneer de Inlandsche wereld op Java de
zen moord in 't algemeen niet erg zou vin
den en wanneer de Inlandsche Pers dien
overeenkomstig zou schrijven. Noemde niet
de „Pewarta Deli" verleden jaar den moord
op mevrouw Landzaat een „perkara ketjil"
(een onbeduidend zaakje) en schreef niet
nog onlangs d© „Bintang Timoer" over den
moord op den Russischen assistent op Lima
PoeloeArme Rus, maar ook arme koelie
d»fi hem doodstak, want ze zijn beiden
slachtoffers van de omstandigheden...? (In
deze laatste uiting kan men de Inlandsche
mentaliteit reede vinden met een Westersch
«nis van Marxisme). En heelt niet, naast
de Mohammedaansohe oelarna voor u-hi
Landraad van Tandjong Balei tot de dood
straf voor den moordenaar van Dynien had
geadviseerd (waartoe de Landraad dan ook
heeft besloten), de Inlandsche djaksa slechts
tien jaar gevangenisstad geëischt? Terwijl
het ging om een lallen moord door een
«n achteren toegebrachten steek op een
Wngmenseh van wien niemand, ook geen
koelie, iets kwaads wist te zeggen.
Zoo is het nu eenmaal. Een inlander
vindt het dooden va,, een mensch volstrekt
niet zoo vreeselijk als wij het vinden. En
nu vergt men steeds van de Europeanen
zij den Inlander zuilen behandelen naar
.meeste strikte opvattingen van Wester-
a! t f' Maar men negeert het feit dat
de Inlander daartegenover denkt en voelt
en handelt naar Oostersche zeden en begrip-
Pen. Men wil dat de Europeaan den Javaan
als mensch. als Westersch mensch,
Ml bejegenen... terwijl deze nog een mfflisch-
Jger 18. Wee den Europeaan die een koelie
geelt en hem zelfs maar „kW
k»H.a 61eSenen! Bn zeker, dók wee den
V" moordt- maar., hoe Jang laitlcS)
s nle' lich wnehtenl Tengel,#
de Uiterste zors waarmee bol. oerdeel
over een menschenleven naar ons Westersch
begrip moet worden gewogen, duurt het we
ken, soms maanden, ja zelfs ia het wel eens
hijna oen jaar geweest, vdór zoo'n moorde
naar werd berecht. Dat heelt dan, bij de
betrekkelijk geringe waarde die de Inlander
aan een menschenleven hecht, geenerlei
afschrikkende werking meer. Allee„ een
soort „standrecht" zou eenigen indruk kun-
nen maken.
Maar in elk geval is er, in de tegen
woordige verhouding tuskchen Europeanen
en Inlanders, di0 onze cultuurrechtsbegrip
pen hebben geconstrueerd, pen hiaat tus
schen de mentaliteit der twee rassen.
Ten nadeele vnn den Europeaan.
De strijd tegen het water.
Altijd is d« zee Hollands grootste vijand
geweest, en van de vroegste tijden af, toen
de Bataaf zijn hut o*> eon top plaatste, om
ze U-gen het water te beschermen» tot op
den dag van heden toe, wordt de strijd met
het natte element onvermoeid voortgezet.
Het is onmogelijk zich een juiste voorstel
ling te maken van al wat in den strijd tegen
de wateren geleden is, maar al is er veel
gestreden moeten worden, vaak was de over
winning aan de zijde van den doorzettenden
mensch. De couranten vermeldden, dat dezer
dagen de pioniersarbeid in den droog komen
den Wieringermeerpolder zal worden aan
gevat en over eenigen tyd zal de belangstel
lende lezer in zyn orgaan de mededeeling
vinden dat weer 'n nieuwe overwinning op
den beruchter watergolf is 'behaald. Dat de
Wieringermeerpolder, grooter nog dan de
Haarlemmermeer, die nu al drie kwart eeuw
lang in cultuur genomen, weer bewoon
baar is.
Wéér bewoonbaar, want de watervlakte,
die wij op 't oog hebben, was eertijds een
bewoonde landstreek. In den aangrenzen-
den Anna Paulownapolder, lieten de bewo
ners, in den vorm van waterputten, begraaf
plaatsen e.d. d« bewijzen van hun bestaan
na. De Romeinen hadden op Wieringen een
versterkt punt gevestigd. Een door hen aan
gelegde, nu verzonken heerweg, in-de rich
ting van de Friesche kust, wordt hier en
daar gevonden. Zoo was het, maar zoo is
't al lang niet meer. Wel niet op eens, maar
toch onontkoombaar is de zee de baas ge
worden. Hoe langer hoe meer drong zij op,
totdat eindelijk omstreeks, het jaar 1270 bij
een zwaren storm, Wieringen voor goed van
de vastere Noordhollandsche kust werd los-
geeleurd en ee0 eiland werd en bleef, Tot in
deze eeuw toe. Toen de 20e eeuwer die prooi
weer aan de zee ontrukte, laten we hopen
voor goed. Diepe geulen vormden zich na de
zooeven genoemde doorbraak, het Amstel-
diep en de Balg, waar meermalen in de gou
den eeuw, na groote zeeslagen onder De
iite* en Tromp, 's lands vloten den winter
tijd doorbrachten. Men meene niet, dat het
denkbeeld om Wieringen aan den vasten
wal te verbinden, van den begenwoordigen
tijd is. Reeds in 1663 verleenden de Staten
an Holland octrooi voor een omdijking,
waardoor een dijk van Den Helder op Wie
ringen en vandaar op de Wieringerwaard
zou worden gemaakt. Er werd vrijdom van
belastingen over een tijdperk van 60 jaren
en een geldelijke bijdrage van f 200.000 uit
geloofd. Maar de aanbiedingen der Staten
bleven vruchteloos; niemand had den moed
zich in het hachelijk avontuur te wagen.
Heel lang bleef toen de toestand zooals ze
was geworden. Totdat, een kleine honderd
jaar geleden de koe opnieuw bij de horens
werd gepakt, en de strijd tegen de zee daar
in h«t Noorden van Noord-Holland opnieuw
hervat werd. Met heel veel moeite kwamen
achtereenvolgens droog de Waard- en Groed-
polder, de Anna Pauwlonapolder en de pol
der Waard-Nieuwland, op Wieringen, teza
men ongeveer 7000 H.A. groot Die polders
dragen thane de vruchten van 'veler inspan
ning. En door het sucdes aangevuurd, vatte
men destijds het plan op, den ongeveer 24000
H.A. grooten Wieringermeer te omdijken
en leeg te malen. Het oude slot van Koning
Radbout zou op zijn nog bestaande funda-
enten de stoomwerktuigen dragen, die
oeste-n dienen om de polders af te nfalen,
die hun afwatering in zee hadden. Lang
zaam, maar zekeT namen de plannen een
vasteren vorm aan. Zestig jaren achtereen
ia over het grootsche plan, inmiddels door
de bijvoeging van nog vele duizenden ande
re Hectaren Zuiderzeewater al grooter en
grootsoher geworden, gedacht, geschreven,
gesproken. En thans, in de 2e helft van
Augustus 1930 zal de eerste spade worden
gestoken in den grond, „ontwoekerd aan de
baren."
Er zijn optimisten, die zeggen dat de
droogmaking der Zuiderzee 'n uitkomst zal
zijn voor den landbouwenden stand, die
schreeuwt om grond. Er zijn pessimisten,
die beweren dat de onderneming een „strop"
zal worden, die groot za! zijn, en dat Neder
land, met de droogmaking der Zuiderzee,
een werk is begonnen boven zijn financi-
eele draagkracht De schrijver van „tjit lang
Vervlogen dagen" houdt zijn meening voor
zich, maar zat als zoovelen reeds gedaan
hebben, in zijn vaosntiedagen eens een kijkje
gaan nemen. En hij zai dan zien, wat al
eeuwen lang, de bewoners van de«e lage
landen lungs „dn. zee hebben gedaan.- een
strijden vaneen mensch tegen hlet water,
een strijd, op een overwinning, el
ders weer op een nederlaag uitloopt.
FIAHS Hl CAMP
ruilrubriek is die met het
voor
ij album „Mjjn land".
hadden ons reeds attent
tims. Juist hadden we
te genoegen inzage te
thans loopende album
RUILBUREAU
voor ttoas en plaatjes
De eeistdT üftbreiding, welke we willen
geven aaü
opnemen di
Bi
Vele vej;
gemaakt op'
dezer dagen
krijgen
,,Zuid-Holta$'
Een keur^ ,fdbum, jammer, dat we niet
eer tot opn^n^()overgegaau zijn.
Werkeljj^ .^^j de liefhebbers van verza
melen epa,|>J$flH:werk, dat er mag zijn en
genoemd gorden onder de mooie uit-
gaven. fi
Zuid-Holland is het album voor 1930.
Elk vooijflftft wordt er een nieuw album
uitgegeven uiuh
Verschejsen ,mn reeds I Overijsel, II Gel
derland, de$ ,]$|I is dus Zuid-Holland, en
deel IV Vëre^ijjjpt 1931.
De plaatjes /Ier diverse albums kunnen
onderling genu^d worden; dus voor Over
ijsel en Gelderjftnd kunt ge bekomen Zuid-
Holland en (cppgpkeerd.
Bij veraohyniqg van deel IV gaan echter
de plaatjes;(fYp^ album I (Overijsel) uit de
circulatie, ^k^jkl omdat de albums van
Overijsei uifrfwk°cht zijn.
De albuifts ,pijn bij -de winkeliers verkrijg
baar Voor
In alle *rt$frien Van de fa. Bussink vindt
u plaatjes; jwe $nden bjj diverse koeksoor-
ten verpakt.vW»f 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 zelfs 9
plaatjes. ,j IWw
Kijkt u sé.iWeek eens bij den heer Fick-
weiler, Tie^yreg. Deze etaleert ter eere
van deze opqan# <l«r Bussink plaatjes Bus-
sink artikel^, èn albums èn plaatjes.
Ruilwaarde 12 .punten per plaatje.
VerzondeiVAan-:
Joop L te Gouda: 41 Pelikanen,
L. BI. tefimidP': 31 Pelikanen.
R. d. v.-d.jjfii. ie Gouda: 58 Lever's bons.
Mevr. M,nteh£k>uda: 31 Lever's bons.
Mevr. L.f,Brf«TTy. V. te. Gouda: 39 Molen
bons. [iv (is
C. Sch. tó-jGèada: 27 Paddestoelen en no.
103 Klaveiftlad»! j
P. H. te .Gouda: 29 Dobbelman's plaatjes.
Mej. C. 1,^gftudewater121 Paddenstoe
len. We wae&ten, nog steede op een inzage
van het albnaiidér zee, kunnen dit nog niet
bespreken, keJjbëï» nog geen plaatjes gezien.
Onzen h«rtelyken dank aan mevr. H.—A.
voor haar siefyenking ons ruilbureau gedaan.
Zulke pakkéties smaken naar meer.
Er gaan «09 zooveel bons en plaatjes naar
de papiermtodv wat «en genot kunnen er
velen niet-mede hebben.
Denk aan de lange winteravonden, albums
zien en lateri zian, plaatjes inplakken, enz.,
enz., een lustigewoonweg.
Later alsiwe groot zijn alles nog eens zien
en laten zien;, nog een oogenblik denken aan
de jeugdjasébJ bn
Hebben geiieteeid voor:
Mevr. L.i-Bi—v; V. te Gouda: 36 in plaats
van 84 Levpen's- plaatjes. Onze excuses.
L. E. te Goud* 62 Hagzegels.
Bedoeld® I-Wad i Houten's bon is een recla
me bon van'goto waarde, wordt bij vergis
sing vee) iqgezenden.
T. H. to Gouda24 Dobbelman's plaatjes
en 27 Droeéeis plaatjes „Indië".
E. J. VibAj t® Gouda: 58 Droste's bons
voor kop en/schotel.
D. v. d»ilfj;t«riGouda: 58 Hagzegels.
A. H. y. (Llafite Oudewater: 26 Hagzegels.
Ontvangen»*)®! a.e. week reeds een massa
Bussink's Mijn land-plaatjes, Overijsel, Gel
derland of-ZtÖMïolland, het geeft niet, alles
is weftoife^Bigj
Laten we een® zien hoe d© verzamelaars
onze uitbiièidftï# opvatten.
Denk «cnlmi'Uw inzending en aanvraag
duidelijk omschrijven
Vergeet niet de 10 oent- of postzegel tot dat
bedrag.
Ook niót'uWJhiste naam en adres.
■li.,, fi. HET RUILBUREAU.
Oplossingen van de raadsels van
1. Oom, boftm.
2. HelmoMdy Ermelo, Tiel, Voorst.
3. Viool,
4. langoor:'"^
5. Tromp,
kraanvogel.
De prjfö ^föl"by loting ten deel aan Adria-
na Bouma^'^illem Tombergstraat 30,
Gooda. .bi*!-.
Maandag a.s. kan deze prys een mooi
boek, aait «bid "Bureau worden afgehaald.
J^ieuwe Raadsels.
1» Welke fabrikant vindt de meeste afne
men*,' va
2. Wat /Wttedtfér verbrand om een geheim
men niet ter betaling
4. Welke ttüfl'telinkt het aangenaamst.
"Wié itfJJkort, traag en snel.
Wie giütnt om het huis en gluurt in
oUftfllMtfes.
Oploaidaj^jltf Inzenden aan de redactie van j
de Goutbdw,.^jpurant, Marfct 31, Gouda.
ADVERTENTIEN.
te HAASTRECHT
tal verkoopen op MAANDAG 15
SEPTEMBER 1930 des avonds 7
uren in Hotel „Dfi Zalm" aan de
Markt te GOUDA.
No. 1. Een
TUIN, SCHUUR, en uitgang in de
Komijnsteeg aan de Peperstraat 46 te
Gouda. Beneden verhuurd voor f 11.
per week, boven ontruimd te aan
vaarden.
No. 2. Een
aan de Gouwe 102/104 te Gouda.
Beneden verhuurd voor f 8.60 per
week, boven voor f 25.— per maand.
No. 3. Een solied
met TUIN en KAMER achter het
belendende huis aan de Gouwe 90 te
Goudq. Ontruimd [te aanvaarden bij
de betaling der kooppenningen, of
eerder.
No. 4. Een nieuw
aan de Lethmaet9traat 24 te Gouda.
Ontruimd te aanvaarden bij de be
taling der kooppenningen.
Breeder bij biljetten. Nadere inlich
tingen ten kantore van den Notaris
en wat perceel 4 betreft ten kantore
Notaris FRANKEN te Gouda. 55
te GOUDA, zal op Dinsdag 2 Sept.
1930, des avonds half acht in hotel
„de Zalm" a. d. Markt aldaar, publiek
verkoopen de volgende onroerende
goederen, onder Gouda:
EEN PAND MET BOVENHUIS,
Groenendaal 81/83. Ontruimd te aan
vaarden.
EEN WOONHUIS.
Groeneiweg 46a. Ontruimd te aan
vaarden. v
EEN WOONHUIS,
Graaf van Bloisstraat 49. Verhuurd
voor 6.per week.
EEN WOONHUIS.
Scheltemastraat 4. Verhuurd voor
4.per week.
en onder REEUWIJK:
EEN DUBBEL WOONHUIS
met schuur en grond a. d. Groene
Ree, 490/491 groot 33 Aren 20 c-A.
Verhuurd voor 7.per week.
De perc. zijn te aanv. op den be
taaldag der koopsommen 1 October
a.s. en te bezichtigen de laatste 3
werkdagen vóór en op den verkoop
dag van 1012 en 2—4 uur.
Breeder bij notities welke gratis
verkrijgbaar zijn.
47
ft
Bster verzorgd Schilderwerk.
Ome Glansverf ia nok verkrijgbaar
in omliggende dorpen. 31
INSCHRIJVING op 28
en 29 Augustus a.s. voor
MACHINESCHRIJVEN
STENOGRAFIE
BOEKHOUDEN IS
TALEN ENZ.
VRAAGT PROSPECTUS
PONTSCHOOL
WESTHAVEN 45 - GOUDA
Slechts één week, en wel van
ontvangt iedere kooper van minstens
van 6S 75 90 1.00 1.15 en 1.25 p. pond
Uit eigen fabrieken.
Profiteert van deze bijzonde aanbieding
om eens met onze Koffie kennis te maken,
ipdien U ze nog niet geregeld gebruikt.
Én de smaak en de fijne geur, zullen U
voortaan zeker
doen prefereeren, 100
Gouda
Markt SI
Hofleveranci^,,
Grootste Kruideniersbedrijf in Nederland