PETTEN nul 65 ct. OVERHEM 1. N DASSEN Onze Specialiteiten H.P. Herfst Jr. Koopt lijiztlMtrta Fi. P. J. REVET Zn. Gratis Koek bij de Koffieü ALBERT HEIJN 41 CADEAU Vijftig jaar voltooide Keulsche Oomt SPAARBANK Vooral Dames ASPIRIN Van lang vervlogen dagen. Rssdseili voor de Jeugd. week- Notaris J. KOEMAN Warltpliitsf met liYiivinieg, Muis mei alzoDderlijke loveiwoning, Heerenhuis, Woonhuis met Tuin, SIROOPWAFELS BOTERSPRITS LOCARNO'S ZOUTE KRAKELINGEN vh L. BOOGAERDT 3« Tel. 777 L. Tiendeweg43 Notaris J. van Kranenburg Verb Lakken Glas Kwaden Oosthaven 65, Gouda NIEUWE CURSUSSEN Zaterdag 23 tot en met Vrijdag 29 Augustus a s EEN POND ONZER KOFFIESOORTEN een half pond Heerlijke versche Allerhande ALBERT HEIJN'S KOFFIE 2.50 ia om van goedkooper niet te spreken. Dat bovendien de politie de paspoorten-uitgifte in handen heeft, heeft veel voordeel. Daar kijkt men de mnschen nog eens aan maar op het bufreau van het stadhuis neemt men geen notitie van dengene die achter dat klungelige loketje staat. Formaliteiten zijn onmisbaar en misschien erg nuttig maar aan het absolute nut ervan valt toch eeniger mate te twijfelen. Vandaar deze onze overpeinzing op het bankje van het paseen-bureau. HAGENAAR. (Van onzen bijzonderen oorrspondent). Geen tweede bouwweifc van het Duusche verleden geniet een dergelijke wereld ver maardheid als de Keulsche Dom. In het bui tenland wordt liij veelal beschouwd als het zinnebeeld, vaa de Duitsche Middeleeuwen. De mededeeling, dat op 15 October 1930 eerst eeu halve eeuw is voorbijgegaan, sinds deze heerlijke kerk werd voltooid, zal zeker hier en daar verbazing wekken. Er moge daarom hier aan de geschiedenis van de grootsche Gotliiscne Kathedraal aan den Rijn worden hennnerdt De vernieling, in het jaar 1248 van den ouden, nog uit het tijdperk van Karei den Grooten stammenden Dom van Keulen, die een prooi der vlammen werd, bood Aarts bisschop Koenraad von Hochataden de mo gelijkheid, onmiddellijk een begin te maken met de uitvoering van de plannen tot het bouwen van een nieuwen Dom. In liet na bijgelegen Frankrijk beleefde de Kathedraal- üothiek net haar bloeitijd. Het lag dus voor de hand, dat men zich bij het bouwen van de nieuwe kerk, aan een Fransch voorbeeld, namelijk aan dat van de Kathedraal van Aniiens, hield. Meester Gerhard von Rile wordt heden algemeen beschouwd als de ont werper van het plan der vijfsohepige kerk met zijn twee torens. De opvolgers van Ger hard, de meesters Arnold, Johannes en Mi chael voegden hier nieuwe ideëen, in den geest van de zich in ontwikkeling bevinden de Duitsche Gothiek, aan tbe. In 1322 kon het koor worden ingewijd. De voortzetting van de oprichting van den Dom werd in de XlVde en XVde eeuw belemmerd door oor logen, politieken strijd en het verbod van het houden van collecten, daar hiervan mis bruik was gemaakt. Slechte gedeelten van het middenschip en een stuk van den zui delijken toren weiden opgericht. In 1437 werd de groote bouwkraan, die men op alle afbeeldingen van Keulen uit diey tijd, zag weergegeven, voorzien van een dak. Ten slotte werd in den tijd van Hervorming en Renaisance,, die een andere taak te vervul len hadden, als de voltooiing van den ge weldigen Gothischen Dom, het bouwen van de kerk gestaakt. Het geheel leek toen op een geweldige ruine. Tijdens de Napoleon tische oorlogen werd de onvoltooide Dom van Keulen zelfs als hooimagaizijn gebruikt. De geestdrift van de Duitsche vrijheidsoor logen vestigde weer' de aandacht op den Dom van Keulen. Het gebouw werd door de meest bekende vertegenwoordigers van het Duitsche romantisme, in het bijzonder door Friedrich Schlegel, Georg Forsten en Sudpiz Boisserée, den vriend van Goethe, geprezen Als het symbool der oud-Duitsche bouw kunst. Goethe zelf sprak zich overigens ook uit voor het behoud en de voltooiing van den Dom. In het jaar 1814 werd op den zolder van het logement „Zur Traube" Darmstadt een gedeelte van het oude plan gevonden. In 1816 ontdekte men de rest Parijs. In het zelfde jaar heeft Schinkel, de vermaarde Duitsche architect, den Dom als deskundige onderzocht. Eerst in 1822 oprichting van den „Dombauverein", kon de eerste steen voor het verdere gereelte worden gelegd, in aanwezigheid van Koning Frederik Willem IV, die eveneens tot de voorstanders van de voltooiing van de kerk behoorden. Aan de onvermoeide actie van August Rei8chensperger is het te danken geweest, dat het Duitsche publiek zich toen sterk voor de voltooiing van de kerk inte resseerde. De bouwmeesters lieten zich lei den door de middeleeuwsche plannen en poogden zooveel mogelijk rekening te hou den rr*e^ den geest hunner voorgangers. Frie drich. Schmidt, die lateT het stadhuis van Weenen bouwde, was eveneens bij de vol tooiing van den Dom werkzaam Op 15 Oc tober 1880 kon ten slotte de laatste steen op den 160 M. hoogen Zuidelijken toren worden geplaatst. Dit geschiedde op plechtige en feestelijke wijze in aanwezigheid van Keizer Wilhelm I. Ter gelegenheid van het jubileum van de voltooiing van den Dom zal nu op 15 Octo ber a.B. een herinneringsfeest plaats vinden. Een bijzondere feestcommissie zal een pas send programma voor dezen feestdag ont werpen. Voor het herstel van de kerk zijn nog in het afgeloopen jaar 395.000 Mark uit gegeven. Deze middelen werden ter beschik king gesteld door het Rijk, den Pruisischen Staat, de Rijnprovincie en|de stad Keulen. Met hulp van loterijen en giften werd even eens een aanzienlijk bedrag opgebracht, waardoor de „Dombauverein" in staat wordt gesteld verdere noodige reparaties ten uit voer te, laten brengen. De dringend nood zakelijke werken,- die in het belang van het behoud van den Dom worden gevergd, zul len vermoedelijk begin 1931 zijn beëindigd, terwijl de gansche hernieuwing "van het ge bouw, dat door het weer in dén loop der eeuwen «terk te lijden heeft gehad, tegen 1936 wordt verwacht. VAN Dt HAN0ELS EN LANDBOUWBANK IN( RE NTE 3ELEGD OP: 1 Jan. 1928 f 2.17S.92S. 1 1929 f 2.314.114.— 1930 f 2.428.037 - Moderne Meisjes. „Eene vtouw", in „De Haagsche Post" geeft een Hollandsche vertolking van de meening van Edgar Wallace, over het mo derne meisje, die wij onzen lezeressen niet willen onthouden. Zij schrijft het volgende: Het moderne meisje heeft een verdediger gevonden in niemand minder dan Edgar Wallace, den bekenden schrijver van detec tive-romans. Hij begrijpt niet, wat men op haar heeft aan te merken, zegt hij. Het mo derne meisje, met haar vrije manieren, past precies' bij den modernen jongeman. Ik moet bekennen, dat ik er beu van word als ik in mijn krant zie staan: Het moderne meisje Wat zou haar grootmoeder zeg gen r Ik moet eveneens bekennen, dat mijn gevoelens ten opaiqhte van het moderne meisje beter zijn dan die ten aanzien van haar grootmoeder, als ik deze laatste door de danszaal zie dribbelen aan den arm van een geliuurden danseur." Doch er zijn nog mannen genoeg, die graag op he^-moderne meisje afgeven, als ze op het ogenblik niets anders meer weten te verzinnen. En dat kunnen ze straffeloos doen, omdat het moderne meisje weinig beproefde vrienden heeft en nog veel minder verdedigers. Het moderne meisje, hooren wij beweren, zou haar grootmoeder „schokken", omdat ze zich poedert en haar lippen met rouge bewerkt, en verder alle kunstmiddeltjes aanwendt, die men alom in de beste bladen ziet aangekondigd. En ze laat haar beenen en haar lichaamsvormen zien, zonder zich te gêneerenHet somtijds bedenkelijk diepe décolleté uit den tijd van haar grootmoeder schijnt in vergetelheid te zijn geraakt Doch het is pas in de laatste tien jaar ge bleken dat de meisjes' werkelijk beenen hebben; vroeger was er van haar onderste extremiteiten niets anders te zien dan de punten van haar schoenen, die onder haar rokken vandaan kwamen, Ze droegen ja ponnen die over den grond sleepten en onderrokken en andere voor de gezondheid weinig bevorderlijke kleedingstukkenen in die dagen was het in zwijm vallen een zeer gewone tijdspasseering. Een vrouw die niet af en toe een flauwte kreeg werd niet voor vol aangezien. Het moderne jonge misje Laat het flauw vallen over aan de mannen die daar aanleg voor hebben. Ze liggen liever in de zon en laten de ultraviolette stralen op zich in werken. Ze doen aan sport en doen het beter dan de mannenze vliegen bever dan de mannen en leven in algemeenen zin gezond en ongedwongen. Alle kleine vein zerij tjes, die in de dagen van haar groot moeder voor zedigheid doorgingen, hebben ze overboord geworpen. Maar het moderne meisje kam wel eens wat te offensief zijn Als ze begint te schrijven en te debatteeren over haar psychologisch innerlijk en de speciale zwakheden van ouderen en beteten onder het mes neemt, kortom, ale ze sterk modern wordt en meent dat ze de wereld een boodschap heeft te brengen, welke tal van verstandiger mensahen al honderden malen aan diezelfde wereld hebben ge bracht dan wordt ze onuitstaanbaar ver velend. „Ik heb tallooze artikelen en ver halen van deze jongere generatie zorgvul dig doorgelezen, zonder er ooit één enkele oorspronkelijke gedachte in tegen te ko men of een slot, dat niet afgezaagd was", zegt Wallace. (Misschien dat daar een beetje jalousie de métier bij komt). Deze aanvallen van de geletterde jeugd op oudere menschen verraden hun «chrijf- sters door de bitterheid van hun meenin gen, want bitterheid wordt het is een algemeen bekend feit geboren uit zelf beklag. Het is niet mogelijk, bitter te we zen zonder medelijden met uzelï te hebben en zelfbeklag is een zeer verkeerde eigenschap. Doch het valt te betwijfelen of het moderne jonge meisje wel belichaamd is in een soort pleitbezorgster, die zichzelf als zoodanig heeft opgeworpen. Het mo derne meisje is een goede dochter en een goede kameraad.1 Het kan best zijn, dat ze de kookkunst niet machtig is een uei grootste grieven tegen haar. Zij brengt baar avonden niet door met naaien en haken en breien en stoppen. Het is volko men waar, dat het jonge meisje van tegen woordig niet opgeleid wordt voor keuken prinses. Ze voelt er niets voor. Ze ver wacht te zullen trouwen met een man, die vrouw van de vorige generatie in dienst te nemen, die zich in de keuken thuis Voelt. Er "zijn of liever: er waren van die richte keuken hebben. Als tfet>er echter op aankomt kan een modern meisje, dat niet achterlijk is, in drie maanden 'meer van de kookkunst leeren dan haar grootmoeder in haar heele leven Het moderne meisje wil van het leven den vroolijken kant beleven dat is de heele zaak. Dat wilde haar grootomeder ook maar die moest waoh- ten tot ze gevraagd werd. Haar grootmoe der figureerde in de balzaal als muur bloempje; ze zat bedaard te wachten, met gevouwen handen of een zachtkens bewo gen waaier, tot er een gepbmmadeerde man op haar afstevende, ofn te vragen of hij de eer mocht hebben, volgende wals met haar te dansen. Het moderne meisje echter brengt haar eigen danser mee of zorgt dat ze er een half dozijn in petto heeft. Haar grootmoeder bleef thuis zitten tot een of andere nette jongeling eén beleefd briefje schreef om haar uit te noodigen een rijtoertje met haar te maken in zijn pony wagentje. Het moderne jonge meisje kan zelf chauffeeren ook al heeft ze geen eigen auto; en ze zoekt haar eigen gezel schap uit om mee uit rijden te gaan. Goed zij maakt zich op, zij poedert zich, maakt haar wenkbrauwên zwart en haar lippen rood; maar zij fieeft zich altijd opgemaakt zij het dan alleen door haar kleeding Het is zeer eenvoudig. Mannen en vrouwen zijn er van nature op uit om zich aantrek kelijk voor elkaar te mfikeh. Een vrouw kleedt riah, niet om een man aan te trek ken zooals een goudvlieg een visch aan trekt, maar om haar zelfvertrouwen te versterken. Mefr behulp van poeder of lip penstift of een ander schoonheidsmiddel maakt zij haar uiterlijk, naar eigen mee ning mooier dan het zonder deze bewer king zou zijn. Zij tracht zich zoodanig te kleeden en haar uiterlijk zoodanig te ma ken, dat zij haar spiegel verlaat, voldaan over zichzelf. Een meisje dat een kdrdigen hoed op heeft, ziet er niet aardig uit of ze moet er van overtuigd zijn dat 'te er aardig uit ziet. Als ze uitgaat met het idee, dat haar hoed haar niet staat, is zij vijftig procent minder aardig. Het w dwaasheid, te mee- nen dat een meisje zich kleedt met de be doeling om een man aan te trekken, zooals een paaiw den staart uitspreidt. Zy maakt zichzelf rnooi, óm haar eigen vertrouwen in haar schoonheid te Verhóogen. Daarom doet een meisje zoo haar best om er goed uit te zien. Zij tiet er goed uit voor haar eigen genoegen en dat is het eenige waar het op aan komt. Door alle eeuwen heen, van de dagen vi% Ur af» hébben de Vrou wen zich op die manier „gestimuleerd". De aantrekkingskracht van een vrouw schuilt niet in haar schoonheid of in haar mee ding. Alles hangt af van haar vermogen om den man te imponeer^n Het moderne jonge meisje ie naar den .smaak van den modernen jongen man f?. en ook van den modernen man van middelbaren leeftijd. Er is geen wereldconferentie van mannen voor noodig geweest om--haar te maken zooals zij is. Zooals zij is, is zij goed. „Ik wil nog verder gaan dan alleen te zeggen dat ik niets verkeerds zie in het moderne jonge meisje: ik beweer, dat zij absoluut en zonder tegenspraak goed ia. Zij behoort bij onze eeuw", besluit de schrij ver. „Zij rs de gezondste verpersoonlijking van onzen tijd. Wij moeten dankbaar zijn, dat onze eeuw 'n dergelijk vonder heeft ge wrocht. De wereld is nu aaligenamer Ver blijfplaats geworden dank zij haar, en het leven is lieflijker en schooner door haar." Amerika'» middenstand in nood. De kleine man is arm, doch gelukkig. Voor en na de beurskrach. De drang gin en het eind van het leven eSher vrouw is, den man te dienen, en wier hoogste ver langens bevredigd zijn ads ze 'n mooi inge- D© Yereenigde Staten van Amerika heb- Lne tot het uitbreken van den beuracrisis in het laatste najaar uit volle borst het lof lied op hun algenieenon welstand gezon gen. Iedere Amerikaaj^ zou in het natio nale vermogen een aaridéel van ongeveer 3C0Ü dollar hebben. De berekening van het aandeel van den Amerikanen in het staatsvermogen is niets nieuws. Het jaar 1858 toonde aan, dat ie burger procentsgewijze 308 dollar be* sindsdien is dit cijfor voortdurend gestegen, het bedroeg voor het uitbreken van den oor log 1950 dollar en bereikte in 1922 bijna 300C dollar. Men late zich echter door dit getal niet verblinden. Immers waqneer we ons afvra- gen, hoe dit cijfer geyonden wordt, dan past hierop een heel eenvoudig antwoord: alle bezit wordt n.l. opgeteld, zoo komt men tot het begrip nationaal vermogen en dit wordt vervolgens door het aantal inwoners gedeeld. De berekening, schijnbaai zoo duidelijk, is natuurlijk misleidend. 87 bezitloos. In het begin van 1929, dus in den tijd, dat er nog geen schaduw van e©n beurs- crisis te bekennen viel, heeft een statistiek vastgesteld dat 90 v. h. Amerikaansche (nationale) vermogen zich in handen van 13 der bevolking beyppd; de overige 87 hadden derhalve gezamenlijk een bezit van 10 van den Amerikaanschen rijk dom De' openbare meening ln Amerika was door zulke cijfers pijnlijk verbast. De gedachte dat 87 der Amerikanen tót de armen be- scfirik. En nog grooter werd het geweeklaag toen een andere statistiek uitmaakte, dat 59 van het nationale vermogen zich in het be zit bevond .van 1 der bevolking. Dat was toch, heette het, een zeer eigenaardige vorm van hoogconjunctuur, waarbij de kleine handelaar, de geëmployeerde, de boer en natuurlijk ook de intellectueel zoo goed als niets bezaten. Een critische beoordeelaar van den toestand, zeide van deze grdbte massa heterogene elementen: „dat is Ame rika", maar hij had met hetzelfde recht kunnen zeggen„de Amerikaansche mid denstand is bezitloos". Als je lacht, ben je gelukkig Hoe kan het gebeuren, dat deze armoede van den middenstand zoolang in het duister gehuld was? Waardoor werkte deze ontdek king van de waarheid zoo verrassend? Straalt dan de Amerikaansche middenstand niet van tevredenheid, geluk en zelfverze kerdheid, nu en voor den oorlog? Hoe rijmt zich dat tezamen? Dit wonder is gelegen in een speciale trek in het Amerikaansche volkskaraktereen eigenschap, die den grondslag vormt van de volksopvoeding en die, ondanks haar veelvuldig aanwenden als een soort wonderk,uur, steeds dezelfde uit komst gaf en wel "deze, dat, hoewel de klei ne man arm is, hij zich desondanks geluk kig voelt. Het ligt in de constructie en in de ont wikkeling der Amerikaansche economie, dat in geen land ter wereld het percentage der vastbezoldigden zoo hoog is, als in de Ver. Staten, en dat dit percentage tot den aan vang van de laatste crisis opophoudelijk steeg. Vandaar dat het woordje „bezit" aan de overzijde van den oceaan eigenlijk wil zeggen een vaste betrekking met «en vast weekloon. Het doel vlan den Ameri kaanschen werker. z De Amerikaansche arbeider werkt met een ander doel voor oogen, dan de Fransche, wiens hartewensch het is, als rentenier te sterven. Het overgroote deel leeft van de hand in d© tand. Zeker, velen hebben hun levensverzekering, anderen brengen wat naar de spaarbank, maar voor de meesten luidt de ijzeren wet: als je weekloon van zestig dollar tot tachtig stijgt, dan is het je plicht je levensstandaard aan dit nieuwe salaris aan te^ passen, dat ben je je sociale stan ding Verschuldigd. De Amerikaansche middenstander leeft dus geheel volgens zijn inkomén, in hem leeft tevens, al sinds vele generaties, den sterken drang naar het bijzondere comfort, dat de industrie en voortschrijdende tesh. niak hem bieden. De lokkende reclames zorgen bovendien, dat Ixij in duizend en een ding feitelijk boven zijn budget leeft. Men zou zoo zeggen, dat zooiets op den duur spaak moet loopen. Geen sprake van in Amerika koopt niet alleen diegene, die het noodige geld daarvoor bezit, maar iedereen kan als het ware zonder beperking koopen, indien hij slechts een vaste betrekking met een vast weekloon heeft. De Amerikaan, die zoo'n betrekking, zoo'n „job", heeft, kan zich een heele woninginrichting aanschaf fen, hoewel het hem niet mogelijk is con tant te betalen. Echter ook muziekinstru menten, gramofoons, radio's, auto, juwee- len, kortom van alles wat luxe is, weet hij zich zonder moeite te verzekeren. Men hou- de hierbij echtfer in het oog, dat vleesch en brood niet op zoo'n afbetalingssysteem zijn te bekomen Alleen het niet direct noodza kelijke, het bezit dat iemand vreugde en een zekeren trots geeft, is te verkrijgen, zonder het benoodigde geld in de portemon- naie te hebben. De Ujn Leiden—Utrecht. Een adres van de Kamer van Koop handel en Fabrieken. De voorzitter en de secretaris van de Ka mer van Koophandel voor Rijnland de hee- ren ten Cate Brouwer en Mr. Knibbe hebben op 1 Maart 1930 een conferentie gehad met den Nederlandschen Spoorwegraad. In deze conferentie is door hen aangedrongen op verbetering van den spoorwegdienst op de Itfïi Leiden'Utrecht. Ingevolge een in deze conferentie gedane toezegging heeft de Kamer van Koophan del, thans in een adres aan den Ned. Spoor wegraad dit verzoek met nog meerdere ge- In het adres wordt er op gewezen dat de autobusonderneming M.O.D.A. te Alphen axl. Ryn o.a. vervoerde in 1929, tusschen dan 218.330 Volgens de cijfers uit het Verslag der Spoorwegen over 1929 waren de cijfers voor Alphen in de richting Leiden, Utrecht en Uithoorn, zonder abonnementskaarten, weekkaarten 3e klasse, vacantiekaarten en rond reisbiljetten, enz. in 1929 totaal 96.673 idem, aankomst te Alphen 97.191 Het totaal aantal reizigers tusschen Lei den en Alphen loco bedraagt naar schatting volgens mededeeling der Spoorwegen 200.000 per jaar, terwijl het totale verkeer op dit baanvak driemaal zoo groot is. Uit deze gegevens Wijkt, dat er wél dege lijk behoefte is aan goede verkeersmiddelen in ue betrokken streek en dat het de vraag is op welke wijze aan deze behoefte, op voor het publiek geriefelijkste wijze, zal worden tegemoetgekomen. Zoowel de bus als de trein lijden vaak na sport beoefening hoofdpijn. Als al tijd helpen ook hier Aspirln-tabletten snel en zeker. LM op of*n)« b»nd «n f ieke voordeelen. De bifs vooral deze, dat op - elk punt van het traject op den openbaren weg gestopt wordt tot het in- en uitlaten van reizigers. De bussen hebben vooral echter, ook nog dit voor, dat zij veelvuldiger rijden dan de De trein heeft voor, grootere nauwgezet heid wat aankomst en vertrek betreft, ge riefelijker reizen en veel sneller vervoer. Van Alphen naar Leiden duurt de reis per spoor 20 minuten en per bus een vol uur. De voorsprong welke het snellere en ge riefelijker vervoer per spoor heeft, dient naar de meening der Kamer, veel meer te worden uitgebuit dan thans geschiedt. Tijd is geld. In korten tijd moet gewoon lijk veel worden gedaan. Heeft een reiziger daarom de zekerheid dat hy niet lang op een trein behoeft te wachten, dan zal deze, zoo eenigszins mogelijk, de trein en niet de bus kiezen. Thans wordt echter ondanks dat de bus over het traject een vol uur doet en zoowel 's zomers als 's winters, vaak geen aangenaam vervoermiddel is, toch vaak aan de bus de voorkeur gegeven." Voor een zeer groot deel is dit te wijten aan de geringe frequentie van het spoorwegvervoer. Het electrisch tram-verkeer vanuit Leiden naar Den Haag, Katwijk en Noordwyk moge als bewijs strekken, hoezeer het railverkeer in staat is het tegen de autobus op te nemen, indien slechts vaststaat, dat veelvuldig en op geregelde tijden vervoergelegenheid be staat. De zeer belangrijke toeneming van het reizigeravervoer op de lijn Amsterdam— Leidenr—Den Haag—Rotterdam, dank zy de met de electrifioatie ingevoerde dienstrege ling, is eveneens daar om in het groot te bewyaen iwelk een stimulans een vlug en regelmatig vervoer voor het keer is. Naar de stellige meening der bij. een half-uur dienst Leiden—Alphen het personenvervoer buitengewoon toenemen en zouden vele personen in de ongemakken, maar vooral ook in den tijdsduur van het busvervoer, een reden zien om per trein te gaan reizen. Niet alleen echter, dat velen die thans per bus gaan, dan per trein zouden gaan, maar van nog veel meer belang acht de Ka mer, dat veel nieuw verkeer zou worden aangetrokken. Daartoe is allereerst noodig dubbel spoor, terwijl met veel kleiner eenheden, de Kamer denkt daarbij aan motortreinen, gereden zou moeten worden. Het komt de Kamer voor, dat de ervaring met de autobussen geleerd heefflfdat nog veel personenvervoer is te verkrijgen, in dien het vervoermiddel >zich nauw aanpast aan de behoeften van het reizend publiek. De wenschen van het reizend publiek moe ten daarom zoo imogelyk worden voorkomen waardoor vervoer wordt gekweekt» In dat opzicht zijn d< ook nu nog lang niet soepel genoeg. Naar de Kamer dan ook hoopt, moge het den Raad gelukken op het baanvak Alphen —Leiden een proef te doen nemen met een -J half-uur of althans een heel-uur dienst. Ten behoeve van het verkeer Leiden- Alphen is het tevens noodig een trein in te lasschen, vertrekkende plm. 8 uur uit Lei den. Daarmele kunnen zy die te Alphen op de kantoren en fabrieken hun functie tr kleeden, tijdig ter plaatse zyn. Behoefte aan snélle verbindingen is er ongetwijfeld. Deze lyn ligt in het hartje van de dichtstbevolkte provincie van ons land en wat nog meer zegt, een streek vol industrie en handel, terwyil zoowel Utrecht In het bijzonder vestigt de Kamer de aandacht van den Raad op de Rijnstreek, welke een belangrijke industrie- en handels centrum is. Vooral de bouwstofnijverheid ja in groote verscheidenheid vertegenwoor digd. Deze nijverheid levert hare producten door geheel Nederland. De volgende cijfers mogen dit illustreeren. In 1925 werden 20525 ton goederen alleen uit Alphen a. d. Rijn verzonden. Voor L»" den H.S.M. zijn deze cijfers 11288 ton, voor Leiden S.S. 8292 en voor Leiden, Heerra- singel 8878, derhalve in totaal voor Leiden 28458 ton, tegen reeds uit Alphen 206» Bij ADERVERKALKING van lm»®" en hart kan door het dagelijksch getm# eaner kleine dosis natuurlijk „FimW»®: hittanwater bereikt worden, dat de^p*u 3£» ct. OOST-INDIë. De Inlandsche. Een hiaat tusschen twee rassen. Al leen „standrecht" zou eenigen indruk kunnen maken. Nadeel voor den Europeaan. De hoefijzer-corespondent van het Han delsblad sqhrijft: Nauwelijks heeft Aneta het vonnis over den moordenaar vaq den Russia chon assis tent op Soematra'a Oostkust geseind, of vinden in de Indische mail weder het relaas van een afschuwelijken moord, ditmaal tyeer eens gepleegd dOOF, koelies op Java. We zeggen: „weet eens", omdat er in laatste paar jaren ook op Java herhaalde lijk koeliemoorden (wij bedoelen^ natuurlijkmoorden door koeli^Sy zijn ge schied, zoodat het alleen reeds daardoor blijkt, hoe onjuist het is, wanneer daden geheel of ten deele op rekening van de Poenale Sanctie schuift. De moord op den heer Bellink, waarvan we het uitvoerige relaas vindén in de pas ontvangen mailbladen, is nog veel gruwe- lijker dan wat er op dat stuk in de laatste jaren op S. O, K. is gebeurd. Gruwelijker zelfs dan de moord op mevrouw Landzaat of het tjintjangen van den heer Waller in Langsa. De heer H. C. Bellink was snijveld- opzichter. bij de suikerfabriek Poerwodadi in het regentschap Magetan (in Madioen, oostelijk deel van Midden-Java). Het dong- kelen, d.i. het uithalen van de wortelen der rietstokken, werd door zijn groep koelies slordig gedaan, weshalve hij den kepala rentjeng, het hoofd van de groep, herhaal delijk uitbranders daarover ban gegeven, Ten slotte verzamelde hij de heele groep, ging op een hoop steenen staan en sprak de menschen toe. Nu zeggen de koelies dat de heer Bellink dit toespreken ,»kasar" (grof) deed en het schijnt dat dit, ln verband met zijn temperament, best mogelijk is. Maar wat gebeurde er? Tijdens de toespraak gleed de spreker uit en viel achterover in een diepen kuil achter den steenhoop. En zooals een dierentemmer in de kooi zijn prestige over de wilde dieren verliest en verscheurd wordt wanneer hij valt, zoo was d« heer Bellink door zijn val zijn prestige kwijt, en werd hij verscheurd door deze mensohelijke wilde dieren. Want in 't alge meen kan men vooral van den Javaan zeg gen: Hij is een mensdh die in een tijger kan veranderen. Zoodra de heer Bellink viel, was het met hem gedaan. Zijn prestige van belanda was ineens weg, de troep sprong op, rende naar den -steenhoop, smeet bonk na bonk op den ongelukkige in den kuilen in enkele oogen blikken wa© deze doodgeeteenigd. Toen gingen de moordenaars kalm samen- hurken en rookten strootjes tot ze werden gearresteerd. Dit is, in het oog van ons Westerlingen, iets afgrijselijks. Laat de heer Bellink zoo ruw hebben geeproken als de koelies bewe ren, dan mag dat in ons oog, toch geen ieden zijn om hem zoo gruwelijk te ver moorden. En men kan niet zeggenHij had het volk zóó getergd dat het zichzelf niet meer meester was, want dat was het wèl. Zoo lang de heer Bellink stond, durfoen de koelies hem, met' fcun allen', niet aan Pas toen ze hem zagen vallen «n hem een oogen blik weerloos wisten, schoten ze toe. Precies met dat complex van moord, lust- en-vrees dat het wilde dier toont. En zoozeer is dit iets natuurlijke in de mentaliteit van den Javaan, dat de troep na het gebeurde zidh even tevreden toonde over zijn daad, als een roofdier dat, zooals Kipling het noemt, „a good kill" heeft ge daan. Het zou ons dan ook niet verbazen, wanneer de Inlandsche wereld op Java de zen moord in 't algemeen niet erg zou vin den en wanneer de Inlandsche Pers dien overeenkomstig zou schrijven. Noemde niet de „Pewarta Deli" verleden jaar den moord op mevrouw Landzaat een „perkara ketjil" (een onbeduidend zaakje) en schreef niet nog onlangs d© „Bintang Timoer" over den moord op den Russischen assistent op Lima PoeloeArme Rus, maar ook arme koelie d»fi hem doodstak, want ze zijn beiden slachtoffers van de omstandigheden...? (In deze laatste uiting kan men de Inlandsche mentaliteit reede vinden met een Westersch «nis van Marxisme). En heelt niet, naast de Mohammedaansohe oelarna voor u-hi Landraad van Tandjong Balei tot de dood straf voor den moordenaar van Dynien had geadviseerd (waartoe de Landraad dan ook heeft besloten), de Inlandsche djaksa slechts tien jaar gevangenisstad geëischt? Terwijl het ging om een lallen moord door een «n achteren toegebrachten steek op een Wngmenseh van wien niemand, ook geen koelie, iets kwaads wist te zeggen. Zoo is het nu eenmaal. Een inlander vindt het dooden va,, een mensch volstrekt niet zoo vreeselijk als wij het vinden. En nu vergt men steeds van de Europeanen zij den Inlander zuilen behandelen naar .meeste strikte opvattingen van Wester- a! t f' Maar men negeert het feit dat de Inlander daartegenover denkt en voelt en handelt naar Oostersche zeden en begrip- Pen. Men wil dat de Europeaan den Javaan als mensch. als Westersch mensch, Ml bejegenen... terwijl deze nog een mfflisch- Jger 18. Wee den Europeaan die een koelie geelt en hem zelfs maar „kW k»H.a 61eSenen! Bn zeker, dók wee den V" moordt- maar., hoe Jang laitlcS) s nle' lich wnehtenl Tengel,# de Uiterste zors waarmee bol. oerdeel over een menschenleven naar ons Westersch begrip moet worden gewogen, duurt het we ken, soms maanden, ja zelfs ia het wel eens hijna oen jaar geweest, vdór zoo'n moorde naar werd berecht. Dat heelt dan, bij de betrekkelijk geringe waarde die de Inlander aan een menschenleven hecht, geenerlei afschrikkende werking meer. Allee„ een soort „standrecht" zou eenigen indruk kun- nen maken. Maar in elk geval is er, in de tegen woordige verhouding tuskchen Europeanen en Inlanders, di0 onze cultuurrechtsbegrip pen hebben geconstrueerd, pen hiaat tus schen de mentaliteit der twee rassen. Ten nadeele vnn den Europeaan. De strijd tegen het water. Altijd is d« zee Hollands grootste vijand geweest, en van de vroegste tijden af, toen de Bataaf zijn hut o*> eon top plaatste, om ze U-gen het water te beschermen» tot op den dag van heden toe, wordt de strijd met het natte element onvermoeid voortgezet. Het is onmogelijk zich een juiste voorstel ling te maken van al wat in den strijd tegen de wateren geleden is, maar al is er veel gestreden moeten worden, vaak was de over winning aan de zijde van den doorzettenden mensch. De couranten vermeldden, dat dezer dagen de pioniersarbeid in den droog komen den Wieringermeerpolder zal worden aan gevat en over eenigen tyd zal de belangstel lende lezer in zyn orgaan de mededeeling vinden dat weer 'n nieuwe overwinning op den beruchter watergolf is 'behaald. Dat de Wieringermeerpolder, grooter nog dan de Haarlemmermeer, die nu al drie kwart eeuw lang in cultuur genomen, weer bewoon baar is. Wéér bewoonbaar, want de watervlakte, die wij op 't oog hebben, was eertijds een bewoonde landstreek. In den aangrenzen- den Anna Paulownapolder, lieten de bewo ners, in den vorm van waterputten, begraaf plaatsen e.d. d« bewijzen van hun bestaan na. De Romeinen hadden op Wieringen een versterkt punt gevestigd. Een door hen aan gelegde, nu verzonken heerweg, in-de rich ting van de Friesche kust, wordt hier en daar gevonden. Zoo was het, maar zoo is 't al lang niet meer. Wel niet op eens, maar toch onontkoombaar is de zee de baas ge worden. Hoe langer hoe meer drong zij op, totdat eindelijk omstreeks, het jaar 1270 bij een zwaren storm, Wieringen voor goed van de vastere Noordhollandsche kust werd los- geeleurd en ee0 eiland werd en bleef, Tot in deze eeuw toe. Toen de 20e eeuwer die prooi weer aan de zee ontrukte, laten we hopen voor goed. Diepe geulen vormden zich na de zooeven genoemde doorbraak, het Amstel- diep en de Balg, waar meermalen in de gou den eeuw, na groote zeeslagen onder De iite* en Tromp, 's lands vloten den winter tijd doorbrachten. Men meene niet, dat het denkbeeld om Wieringen aan den vasten wal te verbinden, van den begenwoordigen tijd is. Reeds in 1663 verleenden de Staten an Holland octrooi voor een omdijking, waardoor een dijk van Den Helder op Wie ringen en vandaar op de Wieringerwaard zou worden gemaakt. Er werd vrijdom van belastingen over een tijdperk van 60 jaren en een geldelijke bijdrage van f 200.000 uit geloofd. Maar de aanbiedingen der Staten bleven vruchteloos; niemand had den moed zich in het hachelijk avontuur te wagen. Heel lang bleef toen de toestand zooals ze was geworden. Totdat, een kleine honderd jaar geleden de koe opnieuw bij de horens werd gepakt, en de strijd tegen de zee daar in h«t Noorden van Noord-Holland opnieuw hervat werd. Met heel veel moeite kwamen achtereenvolgens droog de Waard- en Groed- polder, de Anna Pauwlonapolder en de pol der Waard-Nieuwland, op Wieringen, teza men ongeveer 7000 H.A. groot Die polders dragen thane de vruchten van 'veler inspan ning. En door het sucdes aangevuurd, vatte men destijds het plan op, den ongeveer 24000 H.A. grooten Wieringermeer te omdijken en leeg te malen. Het oude slot van Koning Radbout zou op zijn nog bestaande funda- enten de stoomwerktuigen dragen, die oeste-n dienen om de polders af te nfalen, die hun afwatering in zee hadden. Lang zaam, maar zekeT namen de plannen een vasteren vorm aan. Zestig jaren achtereen ia over het grootsche plan, inmiddels door de bijvoeging van nog vele duizenden ande re Hectaren Zuiderzeewater al grooter en grootsoher geworden, gedacht, geschreven, gesproken. En thans, in de 2e helft van Augustus 1930 zal de eerste spade worden gestoken in den grond, „ontwoekerd aan de baren." Er zijn optimisten, die zeggen dat de droogmaking der Zuiderzee 'n uitkomst zal zijn voor den landbouwenden stand, die schreeuwt om grond. Er zijn pessimisten, die beweren dat de onderneming een „strop" zal worden, die groot za! zijn, en dat Neder land, met de droogmaking der Zuiderzee, een werk is begonnen boven zijn financi- eele draagkracht De schrijver van „tjit lang Vervlogen dagen" houdt zijn meening voor zich, maar zat als zoovelen reeds gedaan hebben, in zijn vaosntiedagen eens een kijkje gaan nemen. En hij zai dan zien, wat al eeuwen lang, de bewoners van de«e lage landen lungs „dn. zee hebben gedaan.- een strijden vaneen mensch tegen hlet water, een strijd, op een overwinning, el ders weer op een nederlaag uitloopt. FIAHS Hl CAMP ruilrubriek is die met het voor ij album „Mjjn land". hadden ons reeds attent tims. Juist hadden we te genoegen inzage te thans loopende album RUILBUREAU voor ttoas en plaatjes De eeistdT üftbreiding, welke we willen geven aaü opnemen di Bi Vele vej; gemaakt op' dezer dagen krijgen ,,Zuid-Holta$' Een keur^ ,fdbum, jammer, dat we niet eer tot opn^n^()overgegaau zijn. Werkeljj^ .^^j de liefhebbers van verza melen epa,|>J$flH:werk, dat er mag zijn en genoemd gorden onder de mooie uit- gaven. fi Zuid-Holland is het album voor 1930. Elk vooijflftft wordt er een nieuw album uitgegeven uiuh Verschejsen ,mn reeds I Overijsel, II Gel derland, de$ ,]$|I is dus Zuid-Holland, en deel IV Vëre^ijjjpt 1931. De plaatjes /Ier diverse albums kunnen onderling genu^d worden; dus voor Over ijsel en Gelderjftnd kunt ge bekomen Zuid- Holland en (cppgpkeerd. Bij veraohyniqg van deel IV gaan echter de plaatjes;(fYp^ album I (Overijsel) uit de circulatie, ^k^jkl omdat de albums van Overijsei uifrfwk°cht zijn. De albuifts ,pijn bij -de winkeliers verkrijg baar Voor In alle *rt$frien Van de fa. Bussink vindt u plaatjes; jwe $nden bjj diverse koeksoor- ten verpakt.vW»f 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 zelfs 9 plaatjes. ,j IWw Kijkt u sé.iWeek eens bij den heer Fick- weiler, Tie^yreg. Deze etaleert ter eere van deze opqan# <l«r Bussink plaatjes Bus- sink artikel^, èn albums èn plaatjes. Ruilwaarde 12 .punten per plaatje. VerzondeiVAan-: Joop L te Gouda: 41 Pelikanen, L. BI. tefimidP': 31 Pelikanen. R. d. v.-d.jjfii. ie Gouda: 58 Lever's bons. Mevr. M,nteh£k>uda: 31 Lever's bons. Mevr. L.f,Brf«TTy. V. te. Gouda: 39 Molen bons. [iv (is C. Sch. tó-jGèada: 27 Paddestoelen en no. 103 Klaveiftlad»! j P. H. te .Gouda: 29 Dobbelman's plaatjes. Mej. C. 1,^gftudewater121 Paddenstoe len. We wae&ten, nog steede op een inzage van het albnaiidér zee, kunnen dit nog niet bespreken, keJjbëï» nog geen plaatjes gezien. Onzen h«rtelyken dank aan mevr. H.—A. voor haar siefyenking ons ruilbureau gedaan. Zulke pakkéties smaken naar meer. Er gaan «09 zooveel bons en plaatjes naar de papiermtodv wat «en genot kunnen er velen niet-mede hebben. Denk aan de lange winteravonden, albums zien en lateri zian, plaatjes inplakken, enz., enz., een lustigewoonweg. Later alsiwe groot zijn alles nog eens zien en laten zien;, nog een oogenblik denken aan de jeugdjasébJ bn Hebben geiieteeid voor: Mevr. L.i-Bi—v; V. te Gouda: 36 in plaats van 84 Levpen's- plaatjes. Onze excuses. L. E. te Goud* 62 Hagzegels. Bedoeld® I-Wad i Houten's bon is een recla me bon van'goto waarde, wordt bij vergis sing vee) iqgezenden. T. H. to Gouda24 Dobbelman's plaatjes en 27 Droeéeis plaatjes „Indië". E. J. VibAj t® Gouda: 58 Droste's bons voor kop en/schotel. D. v. d»ilfj;t«riGouda: 58 Hagzegels. A. H. y. (Llafite Oudewater: 26 Hagzegels. Ontvangen»*)®! a.e. week reeds een massa Bussink's Mijn land-plaatjes, Overijsel, Gel derland of-ZtÖMïolland, het geeft niet, alles is weftoife^Bigj Laten we een® zien hoe d© verzamelaars onze uitbiièidftï# opvatten. Denk «cnlmi'Uw inzending en aanvraag duidelijk omschrijven Vergeet niet de 10 oent- of postzegel tot dat bedrag. Ook niót'uWJhiste naam en adres. ■li.,, fi. HET RUILBUREAU. Oplossingen van de raadsels van 1. Oom, boftm. 2. HelmoMdy Ermelo, Tiel, Voorst. 3. Viool, 4. langoor:'"^ 5. Tromp, kraanvogel. De prjfö ^föl"by loting ten deel aan Adria- na Bouma^'^illem Tombergstraat 30, Gooda. .bi*!-. Maandag a.s. kan deze prys een mooi boek, aait «bid "Bureau worden afgehaald. J^ieuwe Raadsels. 1» Welke fabrikant vindt de meeste afne men*,' va 2. Wat /Wttedtfér verbrand om een geheim men niet ter betaling 4. Welke ttüfl'telinkt het aangenaamst. "Wié itfJJkort, traag en snel. Wie giütnt om het huis en gluurt in oUftfllMtfes. Oploaidaj^jltf Inzenden aan de redactie van j de Goutbdw,.^jpurant, Marfct 31, Gouda. ADVERTENTIEN. te HAASTRECHT tal verkoopen op MAANDAG 15 SEPTEMBER 1930 des avonds 7 uren in Hotel „Dfi Zalm" aan de Markt te GOUDA. No. 1. Een TUIN, SCHUUR, en uitgang in de Komijnsteeg aan de Peperstraat 46 te Gouda. Beneden verhuurd voor f 11. per week, boven ontruimd te aan vaarden. No. 2. Een aan de Gouwe 102/104 te Gouda. Beneden verhuurd voor f 8.60 per week, boven voor f 25.— per maand. No. 3. Een solied met TUIN en KAMER achter het belendende huis aan de Gouwe 90 te Goudq. Ontruimd [te aanvaarden bij de betaling der kooppenningen, of eerder. No. 4. Een nieuw aan de Lethmaet9traat 24 te Gouda. Ontruimd te aanvaarden bij de be taling der kooppenningen. Breeder bij biljetten. Nadere inlich tingen ten kantore van den Notaris en wat perceel 4 betreft ten kantore Notaris FRANKEN te Gouda. 55 te GOUDA, zal op Dinsdag 2 Sept. 1930, des avonds half acht in hotel „de Zalm" a. d. Markt aldaar, publiek verkoopen de volgende onroerende goederen, onder Gouda: EEN PAND MET BOVENHUIS, Groenendaal 81/83. Ontruimd te aan vaarden. EEN WOONHUIS. Groeneiweg 46a. Ontruimd te aan vaarden. v EEN WOONHUIS, Graaf van Bloisstraat 49. Verhuurd voor 6.per week. EEN WOONHUIS. Scheltemastraat 4. Verhuurd voor 4.per week. en onder REEUWIJK: EEN DUBBEL WOONHUIS met schuur en grond a. d. Groene Ree, 490/491 groot 33 Aren 20 c-A. Verhuurd voor 7.per week. De perc. zijn te aanv. op den be taaldag der koopsommen 1 October a.s. en te bezichtigen de laatste 3 werkdagen vóór en op den verkoop dag van 1012 en 2—4 uur. Breeder bij notities welke gratis verkrijgbaar zijn. 47 ft Bster verzorgd Schilderwerk. Ome Glansverf ia nok verkrijgbaar in omliggende dorpen. 31 INSCHRIJVING op 28 en 29 Augustus a.s. voor MACHINESCHRIJVEN STENOGRAFIE BOEKHOUDEN IS TALEN ENZ. VRAAGT PROSPECTUS PONTSCHOOL WESTHAVEN 45 - GOUDA Slechts één week, en wel van ontvangt iedere kooper van minstens van 6S 75 90 1.00 1.15 en 1.25 p. pond Uit eigen fabrieken. Profiteert van deze bijzonde aanbieding om eens met onze Koffie kennis te maken, ipdien U ze nog niet geregeld gebruikt. Én de smaak en de fijne geur, zullen U voortaan zeker doen prefereeren, 100 Gouda Markt SI Hofleveranci^,, Grootste Kruideniersbedrijf in Nederland

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1930 | | pagina 2