5
r
Deze Courant komt in
vele duizenden gezinnen* Grootste oplage hier ter stede
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
enz.
*2
■o. 17479
69* Jaargang
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN.
fjJIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADD1NXVEEN, ZEVENHUIZEN,
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon-en Feestdagen
EERSTE RI.AD.
’oar
De gestolen Professor.
Kliim Ahoiiii 8 ri|ils f I.-
FEUILLETON^
F 100.000 4*|, pCt. Leening
Zaterdag“l3ü (September 1930
wW'/uijVJlvrv IjXi, Dvölivvr, vXv/lJ L7CjIvAI>, llz»Ai31IiDvm, ITlWIllzIlDVIl X, l»>XzXurVv>x*4 x
4
(Wordt vervolgd.)
Nd
Uit het Duitsch vertaald door
B. ZODY.
Nadruk verboden.
r lotl Als u het
»t, draag het soo
rt te dragen, met
d
1
id moeten ons als'
«gezellinnen het
szellen, van onze
graf. Een terre
in tevreden man.
opgroeien to| een
mn is het een zaak
P te letten of ons
kinderziel is zeer
dijk gemoed licht
- Wtf Iraanea niet
Hebt U
PERSONEEL nopdig?
Zoekt U PLAATSING?
Plaats dan Zaterdags
Uw AANVRAGE In de
mrnut mini
ieder leest ze danl
Inzending tot Zaterdagmorgen
9 uur aan het Bureau:
——MARKT 31
gewelf bleef Vitus staan en keek onderzoe
kend om zich heen. Achter een der drie
deuren moest Martius zitten. Hij klopte op
goed geluk af aa^ de eerste deur.
Binnen 1 klonk het in het Duitsch
Dat ia hij, zeide Vitus
Wie? Die gekke kerel, die professor?
Groote God, mijnheer Thavon hoe bent
u daar nu weer achter gekomen?
Salomon Was weer een* buiten zichzelf
van bewondering. Vitus liet hem echter geen
tijd tot verdere uitingen daarvan.
Pak aan I beval hij.
De deur was gesloten. In een oogwenk
had Salomon haar uit de hengels getild en
uit het slot gerukt.
Roerloos, als de vrouw van Lot, stond de
professor middenin zijn kamer en keek ont
zet naar de beide mannen, die zich op deze,
eenigszin* ongewone wijze, toegang tot hem
verschaft hadden. Zelfs de aanwezigheid
van Vitus was hem geen geruststelling, toen
hij Salomon in het oog kreeg. Hij waande
zijn einde gekomen. Alles, wat hij tqt dus
verre aan roovers en komitadschis gezien
had, verbleekte tot gestalten uit een kinder
sprookje, toen hij ^en Spanjool zag.
—Wat wilt u... stamelde hij.
Professor, u is vrijriep de journalist.
Wij hebben geen tijd voor lange verklarin
gen. Vooruit dus!
W-a-a-a-t’
Ik heb u immers gezegd, dat ik geko
men ben. om u te bevrijden? Dat het zoo
snel gelukt is, hebben wij aan mijn vriend
te danken Gij behoeft hem niet zoo ont
daan aan te staren. Salomon bijt alléén,
wanneer ik het hebben wil. Vooruit dus!
Tevredenheid.
De tevredenheid is niet ieders deel. Het
is een eigenschap, welke ons wellicht meer
dan eenige andere in het leven te pas komt
en te betreuren is het dat niet iedereen die
eigenschap in zich draagt. Te betreuren
want tevredenheid is geluk, ontevredenheid
ongeluk. De tevredenheid is een gemoeds
toestand op zich zelf, welke feite lijk geheel
onafhankelijk moet zijn van de omstandig
heden. Men hoort dikwijls zeggen: „Hoe
moet ik tevreden zijn? Mijn leven is er niet,
naar. Steeds heb ik teleurstellingen. Altyd
heb ik met tegenspoed te kampen." Zjj die
zoo spreken hebben ongelijk. Men kan te
vreden zijn in alle omstandigheden. Wjj be
hoeven de gebeurtenissen in het leven niet
op ons gemoedsleven te laten inwerken in
dfer voege dat wjj een ontevreden mensch
worden. Al zijn er nóg zoo veel rampen, nóg
zoo veel tegenspoeden, toch kunnen we te
voeden zijn, berusten. De tevredenheid is een
schat, welken we ons door niets en niemand
behoeven te laten ontrooven. Het is ’n schat
des harten, een kostbaar bezit, kostbaarder
wellicht dan eenóg ander.
De ontevredenheid is ’n gevaarlijke eigen
schap, Zjj begint in het klein, wast onge
merkt en neemt allengs grooter proportion
aan. Het gaat er mee als met het onkruid.
Als ge niet spoedig bij de hand zjjt om het
te wieden, dan is uw akker in een oogwenk
er mee bedekt. Het woekert voort met on
rustbarende snelheid en verstikt den oogst
op uwe velden. Zoo gaat het ook met den
akker van het menschelijk hart. Ook daar
dreigt vaak het onkruid het goede te smo
ren en de ontkieming er van tegen te gaan.
Waak dan en zie toe dat het kwade niet
voortwoekert op den akkker van uw hart,
geef niet toe aan booze opwellingen en
bovenal zorg dat de kanker der ontevreden
heid in uw binnenste geen voet krijgt, want
dan is het met uw levensgeluk gedaan!
Wij noemden zooeven de ontevredenheid
een kanker. Zjj is een zoo gevaarlijke ziekte
dat volken er aan zijn bezweken. De onte
vredenheid is verscheidene malen de oor
zaak geweest van den ondergang.van een
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (beboerende tot den bezorgkring)
1—6 regel* ƒ1.80, elke regel meer /0J6. Van buiten Gouda en de bezorgkring:
16 regels 1.55, elke regel meer 0.80. Adverteitfiën in het Zaterdagnummer 20 ct.
bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentita do helft van den prjjs.
INGEZONDEN UEDEDEELINGEN: 1—4 regels /2JJ6, elke regel moer ƒ0.60. Op
de voorpagina 60 hooger.
Gewone advertentiin en ingezonden mededeelingen bjj contract tot zeer gereduceerden
prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
AdvertentiÜn kunnen worden ingezonden door tusochenkomrt van «oliede Boek
handelaren, Advertentiebureau* en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan
het Bureau zjjn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te sjjn.
Dit nummer bestaat uit twee bladen, volk. Dikwijls is al te groote voorspoed,
die niet gewaardeerd wordt, een oorzaak
„van zedelyken achteruitgang. De mensch,
door de tevredenheid niet binnen de perken
gehouden, gaat dan steeds verder in zyn
eischen, wil steeds meer, gaat mopperen
en de ontevredenheid sluipt als een gevaa
Ijjke ziekte zijn hart binnen. Tevreden z(jn
met wat men heeft, ziedaar het geheim van
moreel evenwicht. Als volken dat vergeten,
z(jn zy voor den ondergang rijp de his
torie is daar om het te bewijzen 'als
menschen dat uit het oog verliezen, is hun
moreele basis ondermjjnd en zinkt hun de
grond onder de voeten weg.
Wij bedoelen niet, dat een mensch niet
mag streven naar meer dan hij heeft, maar
hij moet tevreden blijven bij alles, ook bij
het weinige dat hij heeft Zetelt de tevre
denheid in ons hart, dan zal dat streven ons
gemakkeljjker vallen. Dan zijn wij minder
gejaagd, wij worden minder her- en der
waarts geslingerd, wij hebben een vasteren
grond onder onze voeten. Geen akker is zoo
moeilijk beploegbaar als de akker van het
menschelijk hart, waar de ontevredenheid
heerscht. Het zal een Vorst moeilijk vallen
een ontevreden volk te regeeren. Het geluk
kan zijn intrede niet doen in het hart waar
de ontevredenheid den boventoon voert
Naar geluk streven wjj allen, de een zus,
de ander zoo. Maar het geluk zal niet ons
deel worden, als wij toegeven aan gemor.
Aan een morrend volk zijn de weldaden
van een Vorst niet besteed. Een moerend
hart zal de weldaden van het geluk niet
deelachtig worden. Eerst moet de tevreden
heid in u wonen, •i» de grondslag waarop
uw gansche leven moet rusten, en dan pas
zult ge ontvankelijk zijn voor de weldaden
van het leven.
Wjj kunnen het leven niet waardeeren,
als de tevredenheid niet heerscht in het
binnenste van ons gemoed.
Het leven kan zoo schoon zijn, zoo rjjk,
zoo vol. Doch het wordt de leegheid zelf,
als wij ontevreden worden. Dan treedt de
levensarmoede in de plaats van den levens
rijkdom. Dan wordt het leeg in onze harten,
waar anders een volheid zou kunnen heer-
schen van tevredenheid en geluk. „Greiff
nur herein ins volle Menschenlebenl”, heeft
een buitenlandsch dichter gezegd, grijp met
volle handen in het rijke menschenleven,
te genieten valt er veel, te waardeeren
nog meer. Het leven zelf is een schat, die
niet genoeg kan worden gewaardeerd, maar
waardeering zonder tevredenheid is onmo
gelijk!
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.26, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt.
Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad ƒ8.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 81, GOUDA,
bij onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Telef. Interc. 82;
Redactie Telef. 88. Postrekening 48400.
De wereld is vol bloemen, slechts en
kelen gelukt het, ze over te planten in
eigen tuin.
Gemeente Boskoop 1930.
Inschrijving 18 September i.e.
Koers 100°/0.
Voor bijzonderheden zie advertentie
in dit nummer. 12
T. GOEDE WA AG EN ZO^EN.
«JAN VANDIRLAND
MARKT Z BOUD*
■ORSTILWIRK
u praat juist, alsof u van plan bent,
niet met ons mee te gaan, mijnheer Thavon.
Wat heeft dat te bete eken en? Als u niet mee
gaat, dan blijf ik oo.. hier.
Dan zal mijn oude Salomon u nog moe
ten dragen Bekommer u niet om mij, o ster
aan den hemel de» archaeologische weten
schap! Uw zaak ia tot een goed einde ge
bracht thans komt d« mijne aan de beurt.
Salomon stond erbij, zonder een woord
te zeggen, maar in zijn heela leven had. hij
geen dommer gezicht gezet.
Salomon, wendde Vitus zich tot h«m,
denk erom, dat je den kapitein en den pro-
lessor heelhuids aflevert. Zeg aan Hamid
Bey, dat ik hem verzoek, den gevangene te
behandelen, alsof ik het zelf was Begrepen?
-Ja.
Goed... Vitus haakte den gordel los,
dien hij -om het lidiaanf droeg en waarin
hij zijn geld bewaarde. *Reikte hem over aan
den Spanjool.
Kijk eens, Salomon, ik weet het niet
zeker, maar het ie mogelijk, dat ik hm,
dat ik je bekoorlijk gelaat niet terugzie.
Neem dan de helft van het goud, dat zich
in den gordel bevindt en koop ex het huis
voor, dat Sarah zich reeds zoo lang weuschL
De andere helft stuur je tanig naar de
„Welt". Begrepen?
-
En vergeet niet, Hamid^ney van mij te
groetenDruk hem de hand zoo Salo*
mon zool En nu vooruit!
geschikten in het Irute geval met moeite
zjjn ovei te halen om zich deze functie te
laten opdragen. Er zyn waarlijk in ons land
groote getalen manna i te vilden, die de be
kwaamheden bezitten voor hei. burgemees
tersambt, maar zy gmbieeren dit niet.
Hetzelfde ziet men bij het lidmaatschap
der Staten-Generaa! Zelf* voor de Eerste
Kamer wordt het n’ moeilyker en moeiljjker
om gegadigden te vinden, ook al omdat de
tjjd dien het vei vullen vordert steeds groo
ter wordt en de animo om storm te loopen
tegen politieks parcijdogmata de meesten
ent gaat.
Wjj hopen dal het gelukken moge een
goede figuur voor den Haag tc vinden, maar
wy vreezen dat het heel moeilijk zal guan
en dat de kans om niet al te veel achteruit
te gaan niet groot ia. We zullen allicht niet
beter worden en dus valt wel terdege van
een verlies te spraken dat d?n Haag lijdt
door het vertrek van Mr. Patijn.
De grofei van den Haag.
Den Haag blijft nog steeds in aUe op
zichten groeien. Of het blijft bloeien is een
tweede. Op 1 Juli van -Ut jaar was de be
volking over de 437 duizend gestegen,
rbjj 40 duizend vrouwen meer zjjn dan
jsn. De*M»WM bMiMagt h» bet e
..„.fjaar van IMG alweer 4300, maar de
Hebt u iets mee te nemen?
Maar ik ik
Vooruit, zeg ik 1 Salomon, daar in den
hoek ligt de rugzak van den professor. Neen
dien 1 Moet hij u misschien ook nog dragen?
Professor Martius scheen eindelijk te be-
grijpen^, waar het om ging. In een paar se
conden had hij zijn bezittingen, waaronder
een tamelijk diklijvig schrift, in den rugzak
gestopt en was bereid, zijn bevrijders te vol
gen.
Vitus haastte zich terug naar Strains. Die
lag nog steeds bewusteloos.
Wat moeten wij met heda beginnen?
vroeg Vitus.
Ik zal hem wel dragen.
En zonder een spier van zijn gezicht te
vertrekken, tilde Salomon het roerloos uit
gestrekte lichaam van zijn slachtoffer met
één hand op en hing het naast den rugzak
van den professor over zijn schouder.
Die keek zijn oogen uit en merkte niet
eens, dat Vitus hem de hand toestak.
U ziet, dat u onder goede bewaking is,
professor, zeide hij. Salomon zal u in alle
veiligheid naar den Turkschen gezant bren
gen. Ik hoop, dat de Weensche alma mater
niet zal nalaten, mijn braven Spanjool haar
erkentelijkheid te bewijzen. Ziez>oo, en nu
tot ziens, professor... en indien ik doof
ongunstige omstandigheden verhinderd
mocht zijn, u zelf naar Weenen -te vergezel
len, ga dan naar de redactie van de „Welt"
en groet den ouden Fuchs van mijGroet
hem recht, recht hartelijk! En nu, voor
waarts profeesor
Maar professor Martius bleef jstaaa en
staarde hem aan.
GO IBSCHE COURANT.
Jb9nti
t>n0
'•tig,
den. Hij was bewusteloos, doch had geen
wonden. Zijn schedel zou onder de vreese-
lijke vuist van den Spanjool ongetwijfeld
versplinterd zijn, indien de dikke muts, die
hij droeg, hem niet beachermd had.
Vitus boog zish over hem heen en con
stateerde met sstrfdoening, dat hij ademde
Man, als je hem doodgeslagen had!
mompelde hij, terwijl hij den bewustelooze
in een makkelijker houding legde.
De Spanjool keek met open mond toe. Hoe
men een Griekschen komitadechi behoorlijk
behandelen kon, ging zijn begrippen te bo
ven. Een ander dan Vitus had het ook «tiet
moeten wagen, Salomon’s heiligste opvat
tingen van menschelijkheid met voeten te
treden. Hij bromde, vloekte en haalde de
schouders op
Maar mijnheer Thavon! Dat is toch
maar een. gemeene ant&rte zoo een hond
zoo een
Een antarte kan oofc een goede kerel
zijn. Bovendien is hij de verloofde va^ een
beeldschoon meisje.
Wat gaat ons dat aan?
Mij gaat het wel aan. Als het meisje en
de man er niet geweest waren, dan bad je
mijwaarechijnlijk niet meer levend aange
troffen.
Ja, dat was iets andere Salomon werd
verlegen, snoof, zette een dom gezicht en
krabde zich met zijn rechterhand op het
hoofd.
Hij is toch niet dood? stotterde hij.
Neen, en ik geloof, dat wij hem rustig
kunnen laten liggen, totdat wij den profes
sor gehaald hebben. Kom!
Zij keerden terug naar het huls. In het
Enkel geluk is het leven niet Enkel ge
not kan het leven niet zyn. Enkel voorsl>oed
kunnen wy niet verlangen. Ook het ongeluk
heeft zyn nut, ook de tegenspoed heeft zyn
goede zyde. De rampen, die er au eenmaai
in het leven zyn, leeren ons het geluk te
meer op prys stellen. JBt zit een opvoed
kundige waarde in. Sen leven van louter
genot zou ons niet voldoen. Wjj moeten de
rampen des levens als een opvoedkundige
kracht op ons laten inwerken, er leering
uit putten, maar nooit moeten zjj voor ons
een aanleiding zjjn om ontevreden te wor
den met ons lot. Het gansche leven heeft
een opvoedkundige strekking. Als wjj het
goed begrjjpen, zal het ons tevredenheid
leeren, tevredenheid onder alle omstandig
heden, welke dan ook.
Wees tevreden met
ongeluk treft, mor dan
als een mensch dat beh
gelijkmoedigheid, met behoud van uw zede-
Ijjk evenwicht. Zedeljjk evenwicht is ben
zaak van het allerhoogste belang. Zonder
tevredenheid kan het geenszins bestaan!
Berusting en tevredenheii
een tweetal trouwe lewwu
gansche leven door vette:
kinderjaren al tot aan hst
den kind groeit op tot sej
Een ontevjmden kind
ongelukkig imensch. Da*
van zooveel gewicht er
kind wel tevreden is.
ontvankelijk, het kind
voor winikkSn vatbag
vroegtijdig genoeg onzen invloed doen gel
den op het hart van ons kind en zorg dra
gen dat de ontevredenheid daarin geen
post vatte.
De tevredenheid is een Onwaardeerbare
schat, voor ouden en voor jongen. Zjj is
meer waard dan schatten van goud. Al be
zit gij alle schatten der wereld en de onte
vredenheid sluipt binnen in uwe ziel, dan
baat het u alles niets; ge zult ongelukkig
zjjn, in weerwil van alles. En omgekeerd,
al is uw bezit nóg zoo gering, al zjjt ge
nóg zoo weinig met aardsche goederen ge
zegend, doch de tevredenheid leeft in uwe
ziel, dan zjjt ge gelukkig, ten spjjt van alles
wat u tracht neer te drukken.
Tevredenheid is een groote kracht. Zjj is
kracht en veerkracht beide. Zjj is de kracht
onzer ziel en de veerkracht des levens.
31
Stratoe?
Heet die kerel Strata*?
~T Heb je hem gedood?
Wat een vraagAlsof ik dat zoo kan
zeggen! U weet, mijnheer Thavon, in de
óaastToen hij de deur opendeed, gaf ik
hem met mijn revolver een slag op het
hoofd...
Vitus dacht aan Elena.
Zonder een kik is hij in elkaar gezakt...
beeloot Salomon zijn verslag met zakelijke
kortheid.
Dat kan ik mij voorstellen. Waar is
hij nu?
Waar hij is? Daar, waar ik hem neer
gelegd heb.
Kom!
Zij daalden langs eenige treden af in een
ruinfi gewelf, waarin zich verscheidene deu
ren bevonden Toen moest men weer een.
twee meter afdalen, om in een smalle door
gang te komen, die. zooals Vitus in de
haast vaststelde, onder den tuin lag.
Pe ijzeren deur, die toegang tot de groote
geheime gang gaf. .stond open. Er achter
l*g Strato*aan handen en voeten gebon»
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
MXXXIX
Het heengaan van Mr. Patjjn.
Het vertrek van Mr. Patjjn als burge
meester van den Haag beteekent een ver
lies voor onze stad en het zal niet gem*k-
keljjk zjjn een opvolger te vinden. Figuren
die voor deze functie geschikt en bekwaam
zjjn, zjjn «eer schaarsch en de liefhebbers
onder de geschikten en inkwamen zyn nog
weer gering in aantal.
Het is geen onverdeeld genoegen burge
meester van den Haag te zjjn en het genoe
gen wordt er niet grooter op en de arbeid
stjjgt met den dag. Die arbeid is van veler
lei soort en de samenwerking met de regee-
ringamachten in een stad is moeilijk te ver
krijgen. De gemeenteraad is een door-en-
door verpolitiekt college, waarvan het aan
tal inderdaad bikwame figuren steeds klei
ner wordt naarmate de politiek er nog meer
macht in uitoefent. Een groot deel van de
Raadsleden zit er als vertegenwoordigers
van groepsbelangen en de rest laat hen
koud. Het is te begrjjpen dat het contact
van den burgemeester met den raad niet het
prettigste deel in het burgervaderljjk leven
is. Mr. Patjjn was een heel zelfstandige
figuur die door groote kennis een eind uit-
stak boven den raad, maar nochtans was
het niet mogelijk dat overwicht tot over
macht te voeren, omdat de groepsbelangen
de heeren toch veel nader liggen dan goede
staatsrechtelijke en economische begrippen
en inzichten. We kunnen ons levendig in
denken dat het wel eens tot moedeloosheid
moet leiden wanneer het niet meer mogeljjk
i* het juiste inzicht te doen zegevieren t*-
frSs^ eg°-“e 'V1*k 'SS
Naast dit contact |s er andere arbeid voor half ja:
een burgemeester, arbeid die heel belangrijk
is en toch niet zoo spreekt als de directe
bestuurstaak.
Wie de capaciteiten bezit, welke noodig
zjjn voor het richtig vervullen van een bur
gemeestersambt in een stad als den Haag,
kaó. ïh den regel nog wel een andere voor
name functie vinden die passend is en wjj
vreezen dan ook dat op den duur het aan
tal gegadigden voor burgemeester evenzeer
zal slinken als dat voor het vervullen vai»
het raadslidmaatschap. Het is een algemeen
verschjjnsel, dat men geen of zeer weinig
liefhebbers vindt voor het raadslidmaat
schap. Indien men niet bjj een politieke
partjj is aangesloten is de kans op verkie
zing nihil en het feit der aansluiting bjj
een partjj is al een beperkend element voor
de vervulling. Doch zelfs onder die aange
slotenen zjjn er weinige belangrijke figu
ren die lust en tjjd hebben voor die functie.
Zjj, die graag willen, zjjn in uen regel al
niet de meest geschikten en zjj dringen zich
met armen en beenen naar \oren, terwjjl de