GfllIBSEHE CCHRiHT
ieder leest ze dan I
itraat 5
ofweg
E EN
kSSEN
Deze Courant komt in
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
vele duizenden gezinnen. Grootste oplage hier ter stede
69»Jaargang
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN,
GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
r^IEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEW|TER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADD1NXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
I
n
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
«DING
Kltini Annonces 8 regels II.-
EERSTE BLAD,
Pessimisme en optimisme.
BAHLMANN GOUDA
BOSKOOP,
„De Stille Wachters”
f
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
f
van
nieuwe
t. Docts.
Z<
nog
rn’n
20
Wordt vervolgd.
A
htsch Dagblad.
lige flora en fauna
Waterkampioen.
d voor het behoud
voor liet
stand.
Natura.
thandel en bij de
ZOON te Gouda.
'telijke aan-
lot van enorme venchei-
paavorm, stoffen en
>ral LAGE PRIJZEN
30
Hebt U
PERSONEEL noodig?
Zoekt U PLAATSING?
Plaats dan Zaterdag*
- AANVRAGE in de
Inzending tot Zaterdagmorgen
9 uur aan het Bureau
MARKT 31
WIJ BRENGEN EEN
PRACRTSORTEERING
Dames- en Kindermanteis,
Japonnen Kinderjurken,
Hoeden, enz.
OOK IN BLAUW EN ZWART
jevormdo neus. stond, te voorschijn
a tegenstelling
droefheid beide op omuls. De pessimist, die
aan de vreugde alleen haar kortstondigheid
proeft en uil droefheid en teleurstelling de
overtuiging, dat het geluk onbereikbaar is
en alle verwachting op-, teleurstelling moet
uitkropen, moet het- ijdele van alle streven
erkennen en daarbij op den duur de kracht
tot streven inboeten, i
Het optimisme daarentegen, dat hoopt en
vertrouwt on in elke teleurstelling een nieu*
we prikkel voelt tot njeuwe verwaditingen
zal den strijd met het leven aandurven.
En dit optimisme hebben we noodig, juist
en vooral in tijden van tegenspoed, omdat
toch ten slotte de wil om den tegenstand te
overwinnen een der krachtigste factoren is
scheppen van een nieuwen toe-
K.
üe Troonrede, door onze Koningin bij de
opening der Staten-Generaal uitsproken,
heeft slechts kimmen bevestigen wat ,we
allen reeds lang elkaar voorhouden, dat het
er in de wereld, en ook in ons land niet al
te best voorstaat. Er was welhaast geen ge:.
sprek gevoerd, of het eindigt in da klacht
over den slechten toestand Er heerscht on
getwijfeld een algemeen pessimisme.
Er is zeer zeker reden voor dit pessimis
me. Men ziet, men ervaart veelal aau den
lijve de pressie, waaronder ons oeconomisch
leven gebukt gaat. En men ziet nog nergens
een uitweg uit de impasse, waarin we ge
raakt zijn. Dit verklaart voldoende, waarom
men niet alleen het heden, maar ook de
toekomst donker inziet en vaak den moed
laat zakken. Maar die verklaring Mvestigt
nog niet de juistheid van de tegenwoordige
vrij algerfïeene houding. Wanneer er reden
is voor pessimisme, dan wil dat nog niet
zeggen, dat we pessimistisch moeten zijn,
dat we ons aan dit pessimisme gewonnen
moeten geven. De toestand ie slecht, dat kan
niet ontkend worden. Maar moet hieruit
volgen, dat we ook de toekomst donker zien?
Want dat is toch eigenlijk het wezen van
het pessimisme, dat zich tegenwoordig zoo
algemeen uitspreekt, dat men niet alleen de
depressie erkent, maar dat men niet aan
haar tijdelijkheid, aan haar onyoorwaarde-
lijk einde gelooft. En hierin, niet in het al
of niet erkennen van den bestaan.den toe
stand niet in, wat men zoo eigenaardig
noemt, het al of niet op hebben van een
lichtinutsje, is het dat het groote onder
scheid tusschen pessimisme en optimisme
zich uitdrukt.
Onze regeering constateert in de troonrede
het heerschen van een algemeene depressie.
Dat is haar natuurlijke plicht, even goed
als het haar plicht is, daaruit voor ’s lands
bestuur de noodige conclusie te trekken,
zooals zij dat in aankondiging van versobe
ring en bezuiniging ook doet. Maar daarmee
is zij toch eigenlijk niet aan het einde van
haar plicht. En dal zij de plicht daarmee
blijkbaar beëindigd ziet, dat is een bewijs
Krachtige naturen weten te berusten,
waar zij inzien, dat er geen billijke reden
is tot verzet.
nog altijd een der eerste vereischten.
Anna de Savsrnin Lobman
Een enkel woord willen wij wijden aan de
nagedachtenis van een vrouw, die vele jaren
een bizondere figuur in den Haag is ge
weest, n.l. Anna de Savornin Lohman. Zij
is .thadis heengegaan op 62-jarigen leeftijd,
vrijwel vergeten en lang na de jaren waarin
zij een naam als schrijfster had. Haar boe
ken zijn bekend, vooral de eerste en zij heb
ben sensatie verwekt door den geweldigen
durf van de jonge schrijfster. Er is heel wat
tegen gefulmineerd maar dat bewijst welk
een beteekenis zij had. Jammer is het ge
weest dat zij zich niet op de hoogte van
haar roem heeft weten te handhaven en dat
ze vooral als redactrice van De Hollandsche
Lelie een zonderlinge richting insloeg
Ze had in vroeger jaren den bijnaam Van
„de dolle freule”, omdat zij voor niets terug
deinsde en het durfde zeggen, raak en fel
maar ook wel eens zoo dat het onaange
naam aan kwam. De overdreven dierenlief
hebberij heeft haar veel hatelijkheden van
het publiek bezorgd. De Hollandsche Lelie
werd een tijd lang door veel ouders ge
weerd omdat inderdaad de lectuur ervan niet
bizonder stichtelijk was voor jongere meis
jes.
Met het neerleggen der redactie van- dit
blad is haar schrijfstersloopbaan gesloten
Zij is toen nog kort gehuwd geweest met een
gepensioneerden ambtenaar bij de belastin
gen die haar echter na weinige jaren ont
viel. Toen is zij oollectrice van. de staatsloterij
geworden, wat ze als wij ons niet vergissen
tot haar dood is gebleven, een wel ietwat
zielig slot voor dit veelbelovend leven. Zij
was in latere jaren nog wel bekend en me
nigeen die haar op straat passeerde zal haar
herkend hebben. Ze was een zeer zwaar
rookster. Ongelooflijke hoeveelheden sigaret
ten blies «ij dagelijks de lucht in. Thans ia
ze heengegaan maar haar naam zal niet ge
heel en al verdwijnen. In den emancipatie
strijd van de vrouw is zij een bizondere,
zij het vreemde figuur geweest. Zij heeft in
dien strijd geheel op haar eentje gestreden
en als zij haar kradhten in het algemeens
kamp der strijdsters had gegeven had zij
misschien meer bereikt. Nu was zij een
\wjlde.
■j Eenige jaren geleden hebben wij haarvfep^
het laatst ontmoet. Van de oude strijdster
"was niet vee) meer over, zij was verouderd
en haar flinke kloeke verschijning was Ver
dwenen.
ELEGANTE
DAMES- en KINDERKLEED1NG
HOEDEN en PELTERIJEN
ventie, met de grootste moeite in bedwang
gehouden. De aderen in den korten dikken
nek waren opgezwollen als koorden. Hij
stikte letterlijk van woede. Dreigend trad hij
een pas op Carew toe; de groote behaarde
handen als klauwen gekromd.
Vervl... siste hij. Neem die woorden
terug en oogenbhkkelijk I
Ik denk er niet aan, tartte de jonge
man. Ik wil het wel nog eens herhalen en
dan liefst voor den rechter.
De bankier kwam nog een stap dichterbij.
Eruit, knarsetandde hij. Kerel ver
dwijn, of...
Het laatste restje van beschaving was bij
dit mensch-dier bezig te verdwijnen, en zijn
groote handen maakten een beweging, afs
wilden ze Carew bij de keel grijpen, en hei
leven uit hem wringen.
Ik zeg je nogmaals, eruit 1 brulde hij nu.
Archibald Benoit keek met ongeveinsde
bewondering naar Carew, die niet het min
ste blijk van vreefc gaf. Hijzelf kende de
dierlijke kracht van den bruut maar al te
goed en daar zijn sympathie naar Carew
uitging, vreesde hij voor dezen het ergste.
Zijn hand verdween langzaam in zijn zaR.
Het leven had na vamObind voor hem niet
de minste waarde meer. Alles, het beetje
dat hij nog bezat, verlorenEn van den man
dien hij had leeren verafschuwen, weer lee-
nen? Nooitfc nooit! O. hij wist het wel. Rou-
vain had er geen geheim van gemaakt, dat
hij zijn zuster Joan wenschte te bezitten.
Ja. blind was hij al dien tijd geweest. Blind,
om den laaghartigen sluwen opzet niet eer
der te doorgronden.
van haar pessimisme, van haar onder den
invloed staan der algemeen o pessimistische
strooming.
Had zij liaar plicht tot het einde toe ge
zien, dan had zij tevens uitzichten trachten
te openen op een betere toekomst, had uj
haar geloof in die betere toekomst, en haat
inspanning om de betere toekomst te berei-
ken, duidelijk moeten uitspreken.
Wij praten over 't algemeen te veel over
den slechten tijd en feAveinig over de mid
delen, die wij zulleir aanwenden om uit
dien toestand te geraken en over ons ver
trouwen in een betere toekomst. Dat ver
zwakt onzen wil en levert ons machteloos
over aan de werking der destructieve invloe
den, die van dezen slechten toestand de
oorzaak zijn. En dat is het onvermijdelijk
gevolg van ons te zwak vertrouwen in de
toekomst en van het pessimisme, dat de
druk van den tijd in ons gewekt heeft. Want
niet hierin komt in de eerste plaats het ver
schil tusschen pessimisme en optimisme tot
uiting, dat de pessimist overal droefheid en
donkerte, de optimist overal vreugde en
licht ziet, dat de eerste voortdurend zucht
onder den druk van het leven, de ander dat
leven wat luchtigjes opvat, maar daarin, dat
de optimist ook achter de donkerste wolken
nog de zon ziet schijnen, dat hij wel de
duisternis van het heden erkennen zal, maar
achter dat donkere heden altijd een lichter
verschiet blijft gelooven
Het leven is wisselvallig en onzeker. En
wij kunnen altijd slechts een enkele schrede
op den weg der toekomst vooruit zien. Die
weg is als een weg met tallooze bochten en
krommingen, waarachter iedere kromming
een nieuw verschiet ons wacht. En het ken
merkend verschil tusschen den pessimist en
den optimist is nu, dat de eerste achter ieder
dezer krommingen nieuwe moeilijkheden,
nieuwe zorgen, nieuwe droefheid vreest, de
optimist daarentegen vol verwachting iede-
len nieuwen hoek omslaat. Hij weet wel, dat
het leven niet enkel zonneschijn is en dat
even goed nieuwe droefheid als
vreugde hem van de andere zijde kunnen
wachten. Maar hij vertrouwt op nieuwe
vreugde, nieuwe schoonheid. Zeker, het
leven geeft aan niemand de volle vervulling
zijner verwachtingen. Maar is het daarom
noodig, dat we van iedere Verwachting al
reeds bij voorbaat de teleurstelling vreest?
Dat verslapt onzen wil tot handelen. En
daarom hebben we het optimisme noodig als
levenskracht, als de motor, die ons op gang
houdt. Het is niet de vraag of er meer
vreugde dan wel meer droefheid in het leven
is, maar hoe de uitwerking van vreugde en
GOHISUIE (OUllM.
er in den regel niet dan met een catalogus,
die soms wel een overzicht en een inleiding
bevat maar die je niet eerst eens op je ge
mak kunt gaan zitten lezen en beatudeeren
voor je aan de bezichtiging begint.
Wanneer nu speciale onderwerpen eens
uitvoerig werden geëtaleerd is ook voorlich
ting ter plaatse mogelijk door een deskun
dige.
Hetzelfde zouden wij voor andere musea
zelfs de grootste willen. Het zou den gere-
gelden loop er heen bevorderen en eindelijk
eens wat meer belangstelling wekken. Men
kan er zeker van zijn dat maar o zoo'n klein
percentage van de bewoners onzer stad ooit
musea heeft bezocht. Zij staan in geur van
uiterst taai en vervelend te zijn, gelijk nu
eenmaal de reputatie van alle musea is.
Daarin is alleen verandering te brengen
als men wat kleiner opzet geeft, wat meer
toelichting verstrekt en het bezoek ook in
korter tijd doet aüoopen. Bizondere expoai-
AD VERTEN TI El’RUSi Uit Gouda en omstreken (beboorende tot den bezorgkring)
15 regels ƒ1.30, elke regel meer /0.2&. Van buiten Gouda en de bezorgkring:
15 regels 1.66, elke regel meer 0.80. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20 cL
bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft vap den prijs.
INGEZONDEN UEDEDEELINGEN: 1—4 regels 2.26, elke regel meer /0.50. Op
de voorpagina 60 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bij contract tot zeer gereduceerden
prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boek
handelaren, Advertentiebureau en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan
het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn.
/V. Crt.
zouden wenschen.”
Voorwaarts.
wan de hand van
cNt doen zien aan
schoonheid wordt
Commissie van
fenzitting 1930.
een goed gedocu-
uit het oogpunt
gebied beteekenis
meeker ij toegelicht
mauwende afname
en hield bét den ander
voor.
Op welke manier heeft u de hand gehad
in de transacties betreffende het bankiers
huis Carew uit Londen? vroeg hij op den
man af.
Charles Rouvain keek hem met voorge
wende verbazing aan.
Wat heeft u daarmede uitataande? was
zijn wedervraag. En met welk recht vraagt
u dit aan mij?
Met het recht van den zoon die als ge
volmachtigde van zijn vader optreedt, ant
woordde Carew scherp.
Rouvain's oogen monsterden hem met een
loerende uitdrukking.
Ei, dat ia wat nieuws voor mij. U bent
dus de zoon van dien Londenschen ban-
ArMk wist in het geheel niet dat d&ze
wier een zoon had.
Het antwoord op mijn vraag, alstu-
blieit, herhaalde Carew ongeduldig.
De oogen van den bankier werden nog
verder dichtgeknepen. Kalm aan, rn’n
waarde heer, zei hij zoetsappig. Ik weet
niet wie u verteld heeft, dat ik de oorzaak
van uw vaders ongeluk ben, maar houdt mij
de opmerking ten goede, dat ik niemand
van mijn doen en laten behoef
rekenschap
te geven.
U ontkent dus niet wat de oournrt
beweert?
De bankier haalde de.schouders op.
Hier valt niets te ontkennen. Ik durf
voor de geheele wereld ruiterlijk bekennen,
dat ik met, uw hm. vader, zaken heb ge
daan.
Met eeh ontrouwen plaatsvervanger,
Provinciale Staten
geheel omgewerkl
loekje bevat thans
lej. E. A. Zuydam,
t, Ir. Chr. P. G. J.
iburg en G. Traan-
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.26, per
per kwartaal ƒ2.90, per week 22 cent, overal waar d<-
Franco per post per kwartaal ƒ8.16, met Zondagsblad ƒ8.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
bij onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 96 uur. Administratie Telef. Interc. 82;
Redactie Telef. 88. Postrekening 43400.
Het groote genot
denheid- Prima
afwerking en voor
vindt U bij on».
JAN VANDBRLA,ND
MARKT 2 - GOUDA
menen Dweilen
BRIEVEN UIT DE HOFSTAD.
Het Schoolmuseum.
Den Haag heeft ia uen loop der üjüen er
erscnihenue musea bijgekugen eu het ge-
meentebertuur heelt zteU te dien ipinzien
altija wel actief getoond. Thans is het School
museum in een nieuw gebouw onderge-
br.ijnl eh het zal nu aan zijn doel kunnen
beantwoorden. Vroeger^was het opgeborgen
in een oude school die 'jn éen der akeligste
buurleu lag. Wel niemtad maakte zich op
om daarheen te gaan als niet een dringende
reden hem er heen voerde.
Thans is een ander algedankt schoolge-^™* uvet unuvFeu.
bouw daarvoor bedukber gMteld. wijken der blijft
museum ligt nu weer id het centrum van de
stad al is de omgeving^*
schitterend. Maar in elk
bouw ruim en geschikt. Het ligt in de Hem-
sterhuisstraat, /lit is een der zijstraten van
de Elandtstraat. Vooral voor onderwijsmen-
schen is een bezoek er aan zeer te recom-
inandeeren. Van het station Hollandsche
Spoor bereikt men het gemakkelijk met lijn
10, van het station der 8.8. met lijn 5. Wan
neer bij de zonieruitstapjes met schoolkin
deren eens een uurtje voor het bezoek aan
dit museum werd uitgetrokken zou het heel
wat nuttiger zijn dan een visite aan de Ge
vangenpoort.
Bij de heropening van het museum na
zijn verplaatsing is een speciale expositie
gegeven van het drukken van boeken en
kranten in den loop der eeuwen Het is de
bedoeling dergelijke speciale tentoonstellin
gen die vroeger op allerlei gebied al zijn ge
organiseerd, voort te zetten. Dit systeem
vooral juichen we toe. Zoo iets moesten alle
musea op welk gebied ook veel meer doen,
want daardoor zouden zij veel meer aan
hun doel beantwoorden. Ieder, die een mu
seum bezoekt, kan nooit meer dan een heel
vluchtige» blik op alles werpen en dan nog
is het doodelijk vermoeiend. Voorlichting is
bedoelt u, viel Carew hem kalm in de redo.
Charles Rouvain begon zijn geduld te Ver
liezen, en dit was juist wat de jongeman be
oogde. In zijn woede zou de driftige bankier
zich misschien dingen laten ontvallen,, die
hem vooral door het bijzijn van een derde,
fataal konden worden.
Ik zeg u nogmaals, mijnheer Carew,
was het met onmiskenbare woede gegeven
antwoord, dat ik niet van plan ben mij
door u een dergelijk verhoor te laten afne-
men Ik heb in opdracht van vader of
zijn plaatsvervanger, hoe u het al gelieft te
noemen, volkomen te goeder trouw alle ver
krijgbare effecten betreffende Zuid-Amerl-
kaaneche mijneij opgekocht Dat deze binnen
enkele weken tot op nul terugliepen, is mijn
schuld niet. Ik vermoed dat uw vader het u
wel ongeveer zoo zal hebben medegedeeld,
en ik behoef er bijgevolg niets meer aan toe
te voegen.
Maar ik wel, zei Carew langzaam.
Dan ben ik erg nieuwsgierig om te hoo
rei) wat, spotte de bankier.
Ik denk, hernam de jongeman, dat u
dit zaakje met de hulp van dien schurk
Arthur Smith merkwaardig goed in elkaar
hebt gezet, en dat u de grootste zwendelaar
bent, die op 't oogenblifc te Parijs rond
loopt.
Een drukkender stilte viel na deze beschul
digende woorden in. Archibald Benoit was
ontsteld overeind! gerezen, en staarde met
verwezen blikken naar de twee mannen, die
als kemphanen tegenover elkander stonden.
Carew, oogenschajnlijk kalm, beheerscht, de
bankier als <jen woedende bulhond nog
slechts door het- dunnen kettingje der con-
zelfde kleine, onberispelijk ge
Alleen de oogen stonden, in
met die van Joan Benoit, flets en schuw.
De bankier die Carew's verrassing bemerk
te, schreef deze aan een andere oorzaak toe.
U kunt in tegenwoordigheid van den
heer Benoit vrijuit spreken, zei hij spottend
en zonder hen nader aan elkander voor te
stellen Wij zijn vrienden en ik heb voor
hem geen geheimen.
De geringschattende toon, waarop dit
„voor hem”, werd gezegd, joeg den betref
fende het schaamrood naar de bleeke wan
gen. Hij wilde opstaan en zich verwijderen,
doch Charles Rouvain duwde hem ruw op
zijn stoel terug.
Je behoeft niet weg te loopen mannetje,
het is hier een betere plaats voor je dan
ginds. Zeker weer veel verloren hé?
Een oogenblik flikkerden d« schuwe oogen
op en scheen het alsof hun bezitter zich op
zijn beleediger wilde werpen, maar direct
daarop zakte de slappe gestalte weer willoos
ineen.
Doodsbleek en angstvallig vermijdend, Ca-
lew aan te zien, stak Archibald Benoit met
bevende handen een sigaret aan.
De bankier wendde zich met een ruwen
lach af.
Ik moet zoo nu en dan eens op m’n
jongen vriend passen, verklaarde hij aan Ca-
lew. Zijn voorliefde voor het spel is wer
kelijk absurd. En nu terzake I
Carew’a afkeer voor den onbeschaamden
man groeide met de minuut, en hij besloot
zoo gauw mogelijk een eind aan hun onder
houd te maken. Hij haalde de courant, waar
in het bericht van zijn vadef’s tegenslag
Oorspronkelijke roman
door
HERM. N v. d. VOORT.
9 Nadruk verboden.
Dan moet u morgen vroeg maar op
mijn kantoor komen. Vanavond ben ik uit
sluitend en alleen voor mijn genoegen uit.
Curew keek Pierre Dumartel na, die aan
een der speeltafeltjes had plaats genomen.
Ik moet u beslist nu spreken, herhaal
de hij.
De Bankier grijnsde.
Ik beschik hier niet over een cabinet-
particulier, waarde heer maar als er zoo'n
haast bij is, kunnen we wel even naar het
rooksalon gaan. Als u zoo goed wilt zijn?
Carew knikte. Door een deur aan het ein
de der speelzaal kwamen ze in een weelderig
gemeubeld vertrek. Tot Carew’s grooten
spijt zouden ze echter niet alleen zijn. Een
bleeke jongeman zat ineengedoken, in een
hoek en hief bij hun binnentreden verschrikt
het hoofd op. Carew kreeg een schok van
verrassing. Daar zat immers Archibald Be
noit? J& hij was het. Nu hij diens zuster
kfade, vie} Carew terstond de groote gelijke
nis tusschen beiden op. Dezelfde regelma
tige trekkenhet zwarte golvende haar, de-
beschikbaar gesteld.
nu weer ---
niet bijzonder
gevaj i» het ge-
week 17 cent, met Zondagsblad
ie bezorging per looper geschiedt.