'ERIJ
I
MAAL
I
I
ven 64.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
1DERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
[OVEN, STOLWIJK, WADD1NXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
Mo.|I75B6
88*Jaargang
EERSTE BLAD.
FEUILLETON.
:abriek
Bau.
Mzn.
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, G
IHEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOOj
OTEBKOÏIO.
DNG,
4, Gouda
De Goudsche Courant zal op ZATERDAG 27 DEC. a.s.
NIET VERSCHIJNEN.
DEL
DE GOUDSCHE COURANT
IS HET MEEST GELEZEN BLAD
IN GOUDA EN OMGEVING
EN HEEFT DAARDOOR
DE GROOTSTE
PUBLICITEITSWAARDE
ADVERTEERT DAARIN
gen:
De Misdaad bjj
„de drie Mirteboomen”.
BEL OP 8S7
kodelwisHharijFi. LH.ï. Stiiitaw
werkelijk goed op de hoogte zijn met de ge
steldheid van het gebouw, want zij trok
haar gezellin zonder aarzelen met zich mee
naar den uitgang en wel langs een zijtrap,
die gewoonlijk alleen door de beambten werd
gebruikt. In minder dan een minuut hadden
zijn den uitgang bereikt. Tegenover de deur,
aan den anderen kant van de straat, half
verscholen achter de heesters van het struik
gewas van het plantsoen, stond een auto te
wachten. Daar snelden de beide vrouwen
naar toe, terwijl in het commissariaat een
dozijh mensohen op de been waren, om ze
te volgen. De vervolging werd evenwel ver
traagd. doordat de wacht beweerde, dat hij
de vrouwen niet gezien had en men door
vragen bij dezen en genen tijd verloor.
Losse bladen uit het Dagboek
van een Gouwenaar,
Lasciate ogni speranza, voi
ch’entrate!
DANTE.
Het eerstvolgend nummer verschijnt op
MAANDAG 29 DECEMBER a. s.
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
mber 1830
MEDED1KLINQ.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
35
r iets fijns op
24 DEC. aan
aanbevelend.
GOUDA
Die zwijgt stemt toe, meent ge? Er
zijn vaak vele redenen waarom ’t
beter is te zwijgen, hoewel men niet
toestemt.
stille aanbidding huiverend geschaard blij
ven om de kribbe van het Jezuskindje.
na
was
au we lijks uit-
ïlijks gestalte
:ht sieren we
i Kerstlichten
ontvangt
50
JAN VANDKRLAND
MARKT 2 BOUD*
Spiritus voor radiatoren
„O, Kerstnacht, schooner dan de dagen;
Hoe kan Herodes ’t licht verdragen,
Dat in uw duistemisse blinkt?”
zong onze groote dichter Vondel.
Dat licht, in den Kerstnacht geboren en
uit dien Kerstnacht uitstralend over de
aarde, is het, waarvoor we aanbiddend neer
knielen. Het mag dan voor ons allen Wet
dezelfde beteekenis hebben, niet eenzelfde
werkelijkheid verbeelden, we erkennen toch
in de geboorte van het Jezuskindje de ge
boorte van het licht, dat een nieuwen schijn
over de aarde geworpen heeft.
De t|jd, waarin we dit Kerstfeest vieren,
geeft aan die feestviering een eigenaardige
symbolische beteekenis. In het donkerste
der dagen, waarin die dagen ineenge
schrompeld schijnen tot korte schemer-
perioden tusschen de lange, donkere winter
nachten, vierden onze heidensche voorvade
ren reeds het feest van de geboorte van het
nieuwe licht, dat van nu af zijn opgang be
gon naar een nieuwen zomer. Er sprak zich
in deze herdenking niet alleen een blijd
schap om het nieuwe licht, om de komende
vreugde, maar ook een sterk en blij ver
trouwen uit. Terwijl de dagen het donkerst
waren, zoodat men aan het licht zou gaan
twijfelen, vierde men de geboorte van het
licht in vast vertrouwen op zijn komst en
glorieuzen opgang.
Spreekt onze Kerstfeestviering naast
vreugde om het nieuwe licht, ook niet een
dergeljjk vertrouwen uit? Want deze ver-
GOUDSCHE COURANT.
ISJES met
LINGTON-
[EKRANS
EPINES,
KOEKJES
Vrij bewerkt naar het Duitech.
(Nadruk verboden).
Daar zit niemand anders dan Fina
Markbreiter achter, zei hij opgewonden.
Ze heeft me gieteravoed laat hier ontdekt,
toen ze haar moeder op ging zoeken en wil
de weten, wat ik hier te maken had. Ik zei,
dat ik vreemd was in de buurt, dat ik ver
dwaald was en hier was ingeslapen maar
aan haar spottende blik zag ik wel, dat ze
er geen woord van geloofd, ’t Is wel zeker,
dat ze alles geraden hebben maar waar
om die zoogenaamde boodschap aan u?
Helfrich gunde zich geen tijd voor nadere
verklaringen.
ven in het sprookje van et
tere en gelukkiger wereld,
dat. er^iets anders, nog ia i
en roem en eer, dat het Jezuskindje, het
nieuwe licht geboren is, dat de wereld ver
nieuwen zal.
Is dat niet het vertrouwen De dagen om
ons zijn niet donkerder dan de wereld van
dezen tyd. De haat en het cynische ongeloof
in wat anders dan de machine en in het
geweld schijnen hoogtij te vieren. En toch
scharen we ons ook dezen Kerstnacht om
de bloeiende en lichtende Kerstboomen en
luistert ons hart geloovig en in vast ver
trouwen naar de wondere sprookjes van
een nieuw, een beter, een hooger leven en
'n nieuwe wefeid. In de duisternis, waarin we
rondtas^en, gelooven, neen weten we, dat er
een nieuw licht geboren is, en dat door de
kracht van dat licht een nieuw leven zal
rijzen op een nieuwe aarde.
hier binnentreedt!
oogenblik moest open gaan, om de gevange
ne, die hem zooveel ergernis en hoofdbreken
veroorzaakt had binnen te laten.
Maar wat wae dat? De deur ging niet open
maar wèl hoorde de commissaris in de
wachtkamer plotseling een geweldige op
schudding uitroepen van schrik of van
pijn, toen het dichtslaan van een deur, het
omdraaien van een sleutel
In de grootste opwinding sprong hij op,
en rukte de deur open. Daar kwamen de be
wakers hem vloekend en half verblind tege
moet tuimelen plotseling wa« hun snuif
tabak in de oogen gestrooid! De deur van
de wachtkamer naar de gang was aan den
buitenkant gesloten en van de beide vrou
wen de z.g. getuige en de gevangene
geen spoor!
Buiten zichzelf van woede rammelde de
commissaris aan de deur en brulde on^
hulp. Natuurlijk duurde het geen twee mi
nuten of de deur was geopend, en er was
alarm geslagen. Maar in twee minuten kan
men ook buiten een ccnnmissariaat van po
litie zijn, als men danr den weg kent. De
beide vluchtelingen, of liever gezegd de zoo
genaamde getuige juffrouw Bron sart, moest
Laat alle hope varen, gij die
Red.
j
Nummer 61 beefde over haar heele lichaam
Zij hoorde geroep en geschreeuw achter zich
maar haar gezellin lachte alleen maar
zachtjes en zei onder het loopen:
(Wordt vervolgd).
KERSTMIS.
Morgen luiden de Kerstklokken weer over
de donkere aarde. In de steden en de dor
pen en op eenzame plekjes op het wjjde.
mistige land gloeien de Kerstboomen met
hun blinkend versiersel en lichtende kaar
sen als wondere sprookjes van licht, waar
omheen in vreemd, onrustig verlangen en
stille verwondering de bloeiende kinderge
zichtjes ópkijken naar de kleurenschittering
en de nauwelijks tusschen de groene denne-
takken verscholen cadeaux. En in ons hart
bloeien weer de lichtende sprookjes op uit
éigen kindertijd, toen we ook om den boom
stonden en verwonderd luisterden naaf de
mooie, boeiende Kerstverhalen. Was het
niet, of we den lichtenden rij van Engelen
zagen boven de velden van Efrata en luis
terden we niet in vrome aanbidding naar
hun „Vrede op aarde. In de menschen een
welbehagen”? Trokken we niet met de ge-
loovige herders naar den stal, waar het
kindeke lag en knielden we niet met hen
voor de kribbe, waarboven ons een aureool
van licht scheen te schitteren? Zagen we
niet ook in hun kleurige gewaden de drie
Koningen uit het Oosten onder den hel
deren Oosterschen nachthemel met de eene
schitterende ster die hen den weg wees naar
het Jezuskindje en brachten we niet met
hen den tol onzer aanbidding in wierook en
myrrhe en aloë aan de voeten van dat
kindje? Die sprookjes uit den Kerstnacht
van onzen kindertijd hebben nieuw leven
voor ons gekregen, nu we naast onze kin
deren onï den lichtenden Kerstboom staan
en luisteren naar het lied der engelen en
neerzien op de kribbe van Bethlehem. Dat
leven is niet voor ieder van ons hetzelfde.
En de Kerstverhalen, waarnaar onze kin
deren luisteren, hebben niet voor ieder van
ons dezelfde beteekenis. Maar de wonder
lijke sfeer van den Kerstnacht houdt ons
allen omvangen. En het licht van den Kerst
nacht overstraalt ons allen, waar we in
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring)
1—6 regels ƒ1.80, elke regel meer ƒ0.20. Van buiten Gouda en de bezorgkriag:
16 regels 1.66, elke regel meer 0.80. Advertentiën in het Zaterdagnammer 20 et
bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels ƒ2.26, elke regel meer ƒ0.50. Op
de voorpagina 60 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bij contract tot «eer gereducearden
prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boek
handelaren, Advertentie bureaux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan
het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn.
Dat zal ik je morgen wel vertellen,
mompelde hij. Nu moet ik weg, terug
naar de stad anders is misschien weer
alles verloren.
In looppas rende hij paar het station. Hij
was dol van woede, over den streek, dien
ze hem geleverd hadden. Wat er ook gebeur
de hij moest en zou om 6 uur bij het huis
van bewaring zijn. Want nu wist hij, dat
zijn vermoeden tot de getallen 14—11—6 juist
geweest was.
Vijf minuten voor zessen verscheen voor
de deur van het commissariaat, dat als bu
reau van de centrale recherche, aan het huis
van bewaring grensde, een armoedig, maar
net gekleede vrouw, en vroeg bescheiden om
den commissaris te mogen spreken, wien zij
belangrijke mededeelingen inzake de moord
bij ,,De Drie Mirteboomen” wenschte te
doen. De commissaris, die den heelen
middag op zijn bureau gewerkt had,
juist een paar minuten geleden naar een
dichtbij zijnd café gegaan, om de avondbla
den in te zien, doch werd binnen een kwar-
tiet weer terug verwacht. De vrouw werd
daarom voorloopig in de kleine wachtkamer,
die zich caast het bureau bevond, gelaten.
terwijl een rechercheur in allerijl den com
missaris ging waarschuwen.
Op het zelfde oogenblik verlangde de ge
vangene nummer 61 dringend, om voor de
commissaris geleid te worden. Zij had be
sloten haar incognito te laten varen en wil
de eindelijk de waarheid bekennen.
De commissaris kwam juist met den re
chercheur terug, toen de gevangenbewaarder
Bemer naar hem toe wilde gaan. De oogen
van den commissaris straalden, toen hij den
wensch der gevangene vernam en hij gaf be
vel haar terstond voor te geleiden, uit vrees
dat zij anders misschien nog van besluit
veranderen zou.
Daarop ging hij zijn bureau binnen en
nam de getuige, die zich aangemeld ha<d, in
het voorbijgaan vluchtig op.
Weet je wat, zei hij tegen den recher
cheur, die hem gfevolgd was, we zullen
nummer 61 maar liever eerst hoorep, en die
juffrouw Bronsart laten wachten. Men moet
hef ijzer smeden als het heet is.
In de aangrenzende kamer ging een deur.
Nummer 61, vergezeld van twee bewakers,
trad daar nu binnen. De commissaris keek
gespannen naar de deur, die het volgende
Thans, nu ik dit schrijf, ben ik
bekomen van den schrik. Archibald is
goed verzorgd, hij zal wel weer op-
I knappen en tenslotte is hij maar een
hond.
Maar er is iets anders dat mij ver
ontrust. Het is de toekomst vain het
arme Gouda. Eerst de waggelende
Havenmuren, toen de wrakke wallen
der Nieuwe-Haven en nu tenslotte
puin in de gewelven onder de stad.
Het is daar niet pluis in de „Buik van
Gouda"!
En wie zal dat alles betalen!?
wachting leeft toch in ons aller hart, wan
neer we het Kerstfeest vieren, de verwach
ting van een nieuwe aarde. Het is niet voor
niets, dat we de Kerstboomen tooien met
het glinsterend versiersel onter droomen en
de lichtende kaarsen aansteken van onze
vreugde. In ons aller hart leeft nog de
droom van een betere wereld dan waarin
we leven. We durven hem in! de nuchterheid
van ons dagelyksch leven
spreken en kunnen hem nai
geven. Maar in den Kerst;
den Kerstboom en steken
aan. En naast onze kinderen staan we luis
terend en aanbiddend, als apdere kinderen,
die ondanks alles kinderiyil gelooven bljj-
andere en be-
dooven bleven,
k geld en goed
ventre de Gouda”. Reeds was zijn
vlugge geest vaardig en geestdriftig
riep hij uit:
„Mais, mon vieux, waarom deze
crypten niet beter benut, waarom
deze spelonken niet geütiliseerd?!
Quel occasion! Ziet naar de maga
zijnen „La Fayette” en „Au bon
Marché” in Parijs! Onderaardsche
straten, mon chèr, straten badend in
het licht van magnifique étalages!
Oh, in een land waar het altijd regent.
Wat een achterlijkheid...!”
„Een schitterend denkbeeld!” zoo
merkte ik op. „Ik twijfel er niet aan
of een dergelijke pracht-gele genheid
tot het maken van doeltreffende
reclame zal niemand Xlch ■willen laten
ontglippen. Als ik denk aan de schut
tingen langs de Gemeentelijke Sport
terreinen, die”vol staan met...”
Plotseling onderbrak ik mijzelf en
wees opgewonden in de drooggelegde
gracht. Pochard keek omlaag, ictf
allen keken omlaag.
Wat nu volgde, speelde zich in
eenige momenten af. In de modder
op den bodem liep een waterrat. Plot
seling zagen wij de witte gestalte van
mijn hond naar beneden schieten, dof
grommend stortte Archibald zich in
de diepte. Snel gleed de rat de dón
kere poort in. Even stond de prach
tige dog trillend te hijgen, toen vloog
hij met een grooten zwaai het onge
dierte achterna, de duisternis in.
Het is niet gemakkelijk precies te
beschrijven wat er hierna gebeurde.
De menigte roos zeer opgewonden,
Pochard trok zijn jas uit, hij juichte
van opwinding en wilde per se ook
naar omlaag, de tranen liepen hem
over de ivangen, ikzelf was geheel
ontdaan.
Enfin, om kort te gaan, Archibald
kwam niet terug; na een half uur
was hij er nog niet. Toen is er een
agent gekomen, toen zijn er werk
lieden af gedaald en na een tijdje
bracht men het edele dier naar bui
ten... gewond en kreupel. Neerstor
tend puin had hem getroffen...
Maandag 22 December.
Evenals ieder jaar het geval is, be
leef ik een prettig en tijd gedurende
de Kerstdagen. Mijn oude, goede
vriend Gaston Pochard van de firma
Pochard et Biberon, de zoo bekende
leveranciers van mijn voortreffelijke
champagne!) pleegt dan te mijnent
te logeeren en het is altijd met stij
gend genoegen dat ik zijn komst tege
moet zie, want Pochard is een fijne,
geestige kerel, hij heeft een onafhan
kelijk en breed oordeel over menschen
en toestanden, en vaak stond ik ver
baasd over de doortastendheid van
zijn energieke plannen.
Vanmorgen maakten wij een wan
deling door onze stad. Het was schit
terend weer: de straten waren zonnig
als op een lehtedagi. Vroolijk blaffend
mat mijn witte Deensche dog Archi
bald de afstanden tusschen de hoo
rnen langs de Haven.
Wanneer ik met Pochard wandel,
weet ik, dat wij immer sterk de aan
dacht trekken. De levendige wijze,
waarop hij zijn meeningen uit, zijn
snelle vreemde taal, zijn druk geba
renspel, tesamen met het typisch
Fransche gezicht met de zware snor
a la Clémenceau, dat alles is zeer op
vallend en wèl geschikt onze nieuws
gierige stadgenooten te amuseeren.
Zoo ging het ook hedenmorgen en
toen wij, zooals ik reeds schreef, over
de Haven kuierden en even stil ston
den op het punt waar men bezig is
de Nieuwe Brug te bouwen, om dit
grootsche werk te bewonderen, vorm
de zich al gauw een groep belangstel
lenden om ons heen. En als wij ver
volgens iets verder schreden en op
den hoek van de Haven bij „De Zon”
weder stilstonden, volgde ons de me
nigte op den voet. Hisr vestigde ik de
aandacht van mijn^dend op de ge
heimzinnige openinjtfyie daar gaapt
onder de Dubbele^Buurt. Ik deelde
hem mede, dat zich hier de ingang
bevond tot een reeks van tunnels en
kanalen, die zich (via de Molenwerf)
tot in de buurt van mijn woningaan
de Spiering straat voortslingeren.
Pochard was dadelijk één en al oor
voor datgene wat hij noemde „Ces
catacombes mystérieuses” en „Le
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per post per kwartaal 8.16, met Zondagsblad 8.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 81, GOUDA,
bij onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Telef. Interc. 82;
Redactie Telef. 83. Postrekening 48400.