Levertraan tabletten Knopt tij we Unrktrim BLUE BAND Fa. P. J. SEVET&Zi. Anton Coops dt Domisraing ei, BLUE BAND De Toren Zingt Weer VOOR HET KERSTMAAL Koopt Crebas' Beschuit, BEGKAFMIS-OSDEMMTKG GOUDSCHE COURANT - WOENSDAG 24 DEC 1930 TWEEDE BLAD 1 „De Goudsche Gaper" Werkmans „De Kleine Winst" TRAPPENHUIS Oianbakken - Etendragers J. SPRUIJT, v h. T. Ruis D. G. van Vreumingen A. J. OPSTELTEN in het openbaar verkoopen Openbare Vrijwillige Verkooping. Twee huizen G140 en 142 Twee varkensschuren en een Warenhuis Bouwland 1 49.77 Hectaren. Kooke/-, Uw kee\' Actief persoon Lange Beschuitjes en Crebas' Goudsche Siroopwafelen merk J.H-C. N.V. Fa. J. H. Crebas Gouda Regeling en Uitvoering der Begrafenissen VERSCH GEKARND Verf, Lakken Kwa/len Oosthaven 65, Gouda Nutsspaarbank te Gouda Openbare Vrijwillige Verkooping. Themogènewatten Rheumatiekwatten Formanwatten S S. van Dantzig Heeren Mode-Artikelen en Ondergoederen Kerstmis 1930. De Toren zingt weer *11 {M i ju../ 95 cent per flacon Drogisterijl 15 Markt 6 Telef. 762 Voor naar Korte Tiendeweg 22 GOUDA Tel. 784 Spieringstraat 107 Gouda. Groote sorteering Sigaren droog en belegen. WIJDSTRAAT 20 iets bizonders White Ash. 8, 10 en 12 cent fabrikant van dc bekende 15 KOOPHAMOE.L TABAK. Speciaal aanbavolan voor de Kerstdagen Gebraden Roastbeef Pekelveesch Getruffeerd Vleeschkaas Cottelet Pressé lste kwaliteit gek. Ham Schouderham Blaasham 4 K Tongenw orst Thuringer Bloedworst ft Berliner Leverworst w Sacksische Leverworst g Gewone Leverworst Boterhamworst ►j Muisjes Rookvleesch Gewoon Rookvleesch J Breede Plocworst K Servelaatworst SC Lachschenken 5jj Procureurspek «g Ontbijtspek Comedbeef cg Kalfsgehakt Een groote verscheidenheid ►J blikjes met Delicatessen Roomkaasies Prima Goudsche en Leidsche Kaas en zeer fyrie Roomboter. Beleefd aanbevelend, TELEF. 120. Gevestigd sedert 1905. Notaris G. VOS, te Waddinxveen. zal op Woensdag 31 December 1930 en op Donderdag 8 Januari 1931, telkens v. m. 11 uur, in het Café ^Het Schaakbord", aan den Kleiweg te Gouda, wegens benef. aanvaarding aan den Bloemendaalschen weg, pl. get. L 37, nieuw No. 39, te Waddinx veen; voorzien van electriciteit en waterleiding, met bijbehoorende uit muntende wei- en hooilanden, geschikt voor tuinland; totaal groot 19.34.30. H.A., te veilen in 5 perceelen en in combinatiën. De 2 electrische motoren met drijf werk voor karn- en waschmachincs en de waterleiding installatie, bene vens de aanwezige mest moeten door de koopers overgenomen worden voor de bedragen in de biljetten vermeld. Aanvaarding vrij van huur: de Woning 1 hjei 1931, het land bij de betaling. Lasten vanaf 1 Januari 1931 53 Betaling 2 Maart 1931. Voor bezichtiging zich aan te mei- den bij den eigenaar-bewoner, den Heer J. M. Moons. Notitiën verstrekt genoemde Notaris. Notaris A, T. VAN DER LEEDEN te Ouderkerk a/d IJssel is voornemens op Woensdagen 31 Dec. 1930 en 7 Januari 1931, telkens des morgens teirfclf ure, in het Koffiehuis van Joh. NOOMEN te Stolwijk, bij opbod en afslag in het openbaar te verkoopen: met Schuur en Erf, (met 24 hokken) (oppervlakte plm. 900 M-) aan den Goudschen weg, benevens eenige perceelen met weg en water, onder de gemeente Stolwllk samen groot Te aanvaarden bij de toewijzing. Notities en inlichtingen ten kantore van den Noraris. 48 Pat op I NeemWybert Terbe- scherming der slijmvliezen en Ier zuivering van den adem. Zoo rookt U veilig en aangenaam. Bijverdienste Groote Mij. van Levensverzekering VRAAGT voor Gouda een voor uitbreiding harer relatiën. Hulp van Inspecteur aarawezig. Vaste toe lage en hooge provisie. 20 Brieven onder No. 5511, Bureau Goudsche Courant, Markt 31, Gouaa. U doet er een ieder genoegen mee. Verkrijgbaar bij H. H. Winkeliers en in onzen winkel TURFMARKT 71 T. LENS, DIRECTEUR. 1 BLIJFT ZICH STEEDS BELASTEN MET DE 40 ZOOWEL BINNEN ALS BUITEN DE STAD. SPIERINGSTRAAT 57 TEL. 764, toekomstig nummer Beter verzorgd Schilderwerk. Onze Olansverf Is ook verkrijgbaar in omliggende dorpen. 31 LET OP HET BORD „Aangesloten bij het Nederlandsche Spaarbank-bureau". Het Bureau waakt voor de belangen der spaarder». Heeft Uw Spaarbank zoo'n bord? 'tGeeft U de grootst mogelijke zekerheid Spaart veilig Spaart bij de OOSTHAVEN 12. Maak iets bijzonders van het Kerstmenu! Welke huisvrouw doet yiet Kerstmis niet extra haar best? Het vleésch is malsch, de jus is mooi bruin en het Kerstgebak ziet er uit om te watertanden. Dit alles - dank zij Blue Band - voor 30 cent per half pond, de beste kwaliteit, die er bestaat! Drogist - Wijdstraat Gouda Markt 45 GOUDA Het soliedste adres voor Herein! herein! Gesêiitn aide, 3cnkeszt de,n Ke;hen Lasa wir dne GlocKe tauieod weiben! Koncordia soil ihr Name seir. Zu* Eantracht, zu herzuinigem Vereinc Versammle Sie die liebende Ge meina jj'reucle clieser Stadt bedeute, fried» sei ihr erst Gelaute. „Das Lied von der Glocke (Eriedrich Schitter). De toren zingt weer1 Het „snikge- dmgel" kunkt weer oveir het oude markt plein onzer stad en weerkaatst zich tegen de eeuwenoude gebouwen die het Sieren. De tuim'lende klanken van den St. Jan verkon digen diat de oude „Hemony's" wederom uit üiuaiie ru st zijn opgewekt. Goud» heelt zijn trots, zijn klokkenspel, terug! De grijze toren ziingt weerllü Wy vragen ons met Guido Gezelle af: r wlerd dte wondei^ könst gev.wden der diepge keelde kopermonden die, vragende, alledage, j?aan den ouden gang; die, luide en lamp, die op en neer, die weg en weer, alhier, aldaar, gedrien te gaar, Op tyd en tel, hun tongen slaan? Voorwaar een „kunst" tot ons gekomen uit het grijze verleden en de eeuwen door gebleven! Wy menachen van den modernen, jachti- gen, zentïwslcopenden tyd der 20ste eeuw, wy hebben ze lief gekregen, die oude klan ken, dlie vanuit hooger sferen tot ons ko men, ons vènpoozen na ingespannen arbeid of dezen, een kort oogeniblik doen onderbre ken om onze gedachten den vrijen loop te kunnen laten en te overpeinzen wat onze trotsche St. Jan ons te vertellen heeft. En d!an zeggen ons zyn vele monden, waaruit d'e klanken weerklinken over onze pude veste, dat veel toefde en veel leed aan hem is voorbij gegaan en nog steeds gaat; dan spreekt hy van vreugde en van rouw, van vrede en van oorlog, van rust en van oproer, in gezin, in land en in stad. Het oude klokkenspel in den. ouden .St. Janstoren, het heeft Gouda gekend in tijden van bloei en iu tijden van druk! Het heeft hare bewoners hooren juichen en weeklagen, het heeft medegejubeld by vreugde, het heeft mede geweeklaagd in dage n van rouwl De gryze toren zingt weer Hij verkondigt weer met jubelende, hel dere klanken, dlie verre gaan over de aan zyn 'voet zich uitstrekkende stad, dat hij uit zy<n rust is ontwaakt! Zyn klokkenzang zegt het U, d«t hy zijne stem ueeft teruggevonden en met hernieuwde kracht, juichende en jubelende, den volke kond kan doen van zyn herstel. Gemoderniseerd en toegerust met datgene van wetenschap en techniek maar niet in het minst Liefde voor de klokkenspelkunpt hem op zyn verderen weg der eeuwen door kan medegeven, zal het hoog boven den gewonen sterveling verheven gedre ven door het muzikale genie van zijn ver zorger, zyn melodieën wederom doen hoo ren! I» meerdere perfectie zal het wederom de weerklank zym van hetgeen in de Goud sche bevolking leeft. De grijze toren zingt weer Het ontstaan der klokken, hun ge bruik en de klokkentorens. Het is op dezen heuglijiken dag dat het mfj niet ondienstig voorkomt de(n) belang stellenden) leoer(es) eenige bijzonder heden omtrent ons klokkenspel eu zijn ge schiedenis mede te deelem, hoewpl het be" stek dat my in dit blad hoe ruim ook in verhouding tot de vele eischem op ander ge bied aan de pers gestold word*, inge ruimd, niet voldoende moet worden gèacnt alle die interessante by zonderheden die my omtrent onzen St. Jan en zyne kiokkan bij net nasnullelen van onze oude steueiyiu- archieven; zyn gebleken, te publiceeron. ik hoop en vertrouw evenwel, dat ik bin nenkort de gelegenheid zal vinden hierop in andereaiv meer uitvoerigen vorm, terug te komen. Op een dag als deze, past ons in de aller eerste plaats een terugblik in het verleden, hoe bescheiden dan ook! Dr. W. van der Eist zeigt in de inleiding van „De Klokken van den Domtoren te Utrecht, dat welk oogmerkook het maken van hooge bouwwerken een mensch de lei dende gedachte gaf, na het bereiken van een zekere hoogte door den blik opwaarts te heffen, de weg tot geestelijk hooger ont plooiden werd geopend. meenschap, waarin de behoefte groeide, een familieleven in ruimen zin te vormen en men voorzag, zooals eeuwen geleden in de Ai... tische cultuurcentra, den toren van een klokvofmig geluidgevend lichaam, dat ver Ji den omtrek, baven booimen en huizen uitklonk. Zulk een klok, aanvankelijk »on:s aan el kaar genagelde platen yzer, maar toch ook in het klein een aan één stuk gegoten was als instrument aangewezen, daar het hoog moest hangen, wilde het ge luid uit de opening van de klok wegvloeien. Om verschillende redenen riep zy de ge meente by elkander, eerst door gewoon kleppen met een klepel, later door de klok met die klepel heen en weer te doen zwaaien. Het aantal klokken breidde zich als vanzelf uit, waarby iedere klok het doel der samen komst weergaf. Doch tevens was het aJsqf een mooi hoog bouwstuk zich niet beter kon ontwikkelen, dan wanneer met een schoone architectuur een weliswaar op den achtergrond tredende, maar niettemin een zich meer en meer ont wikkelende kunst, die het gehoor boeide, samenwerkte tot volmaking van het geheel. Niet kunstmatig of gewild, maar ensch-ge- biedend, alsof een toren die stom is, gelyk staat met een half voltooid bouwwerk, zóó gaf men in West-Europa aan het einde der middeleeuwen de hoofdlijnen aan. Galmgaten sierden de flanken, zooals in later eeuwen de klokken werden opgenomen in het profiel van den toren. Een toren werd niet alleen een steenen bouwwerk, dat ter zijner tyd met donkere stem zyn gelui deed hooren, maar hy werd zelfs een wezen, dat emoties weder wist tfe geven als van een bovenmenschelyke stem. Zóó hebben zich dan meer dan drie eeuwen gelegen de zingende torens ontwikkeld in de Nederlanden en Noord-Frankrijk." En zóó zie men ook den gestadigen voor uitgang van de klokken in den St. Jan in den loop der eeuwen, een steeds voortschrij dende ontwikkeling, gelijken tred houdende met den vooruitgang der klokkengieters kunst en den gestadigen bloei der stad!! De klokken n& den kerkbrand in 1438. De kerkbranden van 1438 en 1552 hebben met den toren ook de daarin hangende klok ken zoo goed als vernietigd. Omtrent den kerkbrand van 1361 zyn mij geene bijzon derheden bekend. Welke klokken vóór 1438 in den toren hingen is my niet gebleken, wèl dat zy er waren. Spoedig ni den tweeden kerkbrand werd mèt den herbouw van kerk en toren, ook het gieten en hergieten der klokken ter hand genomen en werd ook een nieuw uur werk aangebracht. En zoo spreekt dan ook de fundatie van Jacob Pouwensz. op het St. Joris Altaar tot een broederschap vah 't Heilig Sacra ment van 17 December 1457, reeds weder van de herstelde klokken. Hierbij wordt toch bepaald dat men „alle Donredag een singende misse (Bal) laten doen van de heyligen waerdifen sacrament met een collect van Sinte Jorys met dienres mit orgel en mit b e y e r e n als dat tamelicste wesen aal". Zeer waarschijnlijk is deze fundatie de oorsprong van het nog steeds gebruikelijke „beyeren" op Donderdag, dat zich dus de eeuwen door heeft gehandhaafd. Het „voorslag" van 1522. De stadsrekeningen van 1496 en 1491 spreken van „de kleine klokskenswaaruit at te leiden is dat men naast de groote Klokken in den St. Janstoren ook oyer klei nere klokken oescniKte, die, zooais ïucue blykt, op het uurwerk waren gekoppeld. in l6zl wordt besloten tot nej laten gie ten van nieuwe klokken, hetwelk geschiedde door een -klokgieter uit Mechelen. Het klooster der Collatiebroeders stelde het daarvoor benoodigde geld beschikbaar, zynde 25 pond Vlaamsch en wel tegen een rente van één pond per jaar; ter bepaling van de waarde van het pond, werd dit i wat üestyds megr gebruikelijk was op b Kynsche guldens van 20 stuivers bepaald. Later kocht een der Collatiebroeders deze rente van de St. Janskerk, ouder voorwaar de dat jaarlijks op St. Baltholomeus, St. Victor, St. Willebrord, St. Agniet en St. Marcus de collatiebroeders van de kerk zou den hebben „een propijn van zeven kannen rijnsche wijn en een Btalewart wittebrood" tot gedachtenis van den legataris. Boven dien zou den Collatiebroedera op St. Lucas- dag zeven kannen rijnwijn moeten worden vereerd voor eenmaal. Uit de groote en kleine klokken van het einde der 15e eeuw en de nieuwe of her goten klokken vpji 1522, heeft zich lang zamerhand een „voorslag" ontwikkeld (1522) en een zeer primitief carillon als waarop meerdere steden in Vlaanderen en Holland reeds konden bogen. Het „voorslag" was een samenstel van uurklok en drie kleinere klokken, welke laatste als waarschuwing diénst deden voor het tellen van het aantal slagen. Midden der 15e eeuw begint men deze voorslagen uit te breiden in het geheel tot 7 klokken, dus een vermeerdering van '4. De herkomst van „carillon" en fc. Uit dit samenstel van 4 klokken is de naam carillon voortgekomen (quadrilllonem- carillqn). Prof. J. Vercouille deelt in zyn beknopt woordenboek der Nederlandsche taal mede, dat beiaard-beieren wellicht afkomstig is van beide, d. i. met strengen aan beide han den luiden, gelyk, zoo zegt hy, het fransche „carillonner" afkomstig is van „quadrilio" met strengen aan beide handen en voeten luiden. In de oude archivalia is -dikwijls melding gemaakt van „luiden" en „beieren". Beide klankvoortbrengingen met klokken hadden een verschillende betëekenis. Werd by godsdienstige of burgerlijke ceremoniën, bij begrafenissen, enz. „geluid", bij een overwinningsfeest, een „omme- ganck" en bij de geboorte of het huwelijk van een vorstelijk persoon werd „gebeiaard of gebeierd". Beiaarden of beieren werd genoemd het doen klinken van een klok door er met een hamer op te slaan; den klank voortbrengen door het in beweging brengen van den kle pel werd „luiden" genoemd. De stadsreke ning van 1507 vermeldt: dat gegeven werd heer Hobbe Claesz. de Coster van de clocken te beyeren daer 't heylick geslooten was van Hertoge Caerle ende de doghter van Engelandt, 4 schellingen; die van 1525 dat betaald was voor „beyeren en luyden over de victorie op den Koning van Frankrijk". In dit verband is ook nog vermeldens waardig dat in 1534 betaald werd aan „Claes, die koster den 21 Februari van ex tra ordinaris te beyeren en te luyden als 't donderd ende weerlicht". De St. Janskerk vóór den brand in 1552. (Stedelyk Museum.; Naar een potloodteekening op perkament van de Kerk vóór den grooten Kerkbrand in 1552 (Stedelyk Museum.) Ik noem hier slechts enkele feiten om mijn mededeelingen te staven. De kerkbrand van 1552; nieuwe klok ken worden gegoten. De kerkbrand van 1552 vernietigde, zoo als reeds opgemerkt, niet alleen het reeds tot een verren trap van ontwikkeling ge komen voorslag van 1622, maar ook alle verdere klokekn ito den St. Janstoren. Het verhaal van dez& brand, zooals dit door kerkmeesters van dien tijd is vast gelegd, vermeldt dat te 12 uur In den nacht van 12/13 Januari 1652, de elagklok met de andere klokken, groot en klein en ook „het voorslag" naar beneden vielen en op het steenen verwulfsel smolten, uitgezonderd de beijerklok genaamd „Gabriël", die in de luigaten bleef hangen. Zij bleef onbescha digd en werd „omdat er geen andere en betere was" langen tijd gebruikt als „de slaetklocke". unmiddellyk na den brand worden even wei maatregelen genomen tot het gieten van nieuwe kiosken. Verschillende kioKKengie- ters uit utrecat, Meeneten, Gent en van elders werden hiertoe uitgenoodigd; ten slotte worut uit opgeuragen aan Jan, Ja*- perszn. Moer te s-nertogenboscn. Leze bedong voor zyn arbeid 48 stuivers per 100 pond. Le betaling zou geschieden in une payementen van telkens een derde van net verschuldigde bedrag en wel een derde deel zoodra de klokken gereed waren en de twee volgende jaren teisens weder een der de deel. Moer bedong evenwel dat nein bovendien by het overzenden der kloKspys „op kereke Kosten toequam 200 pond JStoi- wykse kaasen". Hy zou de tueuwe gegoten klokken op zyn kosten te Gouda leveren, laten hangen en luiden „voor zyn risque Jan Jaspersz. Moer goot 3 klokken, die genoemd werden St. Salvator, St. Marunub en St. Jan Baptist, respectievelijk wegende 5912, 4000 en 7729 ponden. Om het gieten van de nieuwe klok St. Salvator te zien, begaven zich in 1554 de kerkmeesters Claes Marcusz. en Jacob Jansz. naar den Boscn. Zy waren 5 dagen uit en verteerden 7 gul den en 8 stuiver. De St. Jan Baptist was „de Sla-clock". Zij werd 18 November 1654 ingewijd, hetgeen 2 schellingen, 2, grooten Kostte. Met de St. Martinus was de gieter niet gelukkig. Zy werd na van den Bosch naar Gouda gebracht te zyn (hetgeen aan vracht 6 schellingen en 5 grooten kostte), „qualyk luidend bevonden en des moest de gieter die na hem neemen, die ze omtrent den Hriel aan de man hielp". De gieter leverde een nieuwe klok, maar ook deze werd niet geaccepteerd, want zy was van binnen „schilferig", ratelschellig en schreeuwend van klank. Zü werd gebro ken,, de spijs werd verbeterd en waar men vermoedde dat de „meester" de oude klok spijs „vermangelde" buiten Dijkspoorte dus te Gouda „daer d eerste wind molen op den dyk stond" overgegoten. Deze derde klok werd in orde bevonden; men gaf ze een anderen naam, n.l. dien van St. Jan Evangelist. Deze klokken was behalve de St. Jan Baptist geen lang leven beschoren. Slechts een veertigtal jaren zouden zij hun geknid doen hooren; de St. Jan Baptist bleef evenwel 139 jaren in den toren han gen. Op 19 Januari 1601 werd zy op .ast van de Stadsregeering door Frederik van den Berg, horlogemaker en Dirk Scnorel, stadstimmerman, in stukken geslagen en aan een zekeren Ouderogge, geschutsgieter te Rotterdam, verkocht. Dat klokken dikwijls omgegoten werden tot geschut klokkengieters waren dikwijls ook geschutgieters had meerdere malen plaats. Zoo werd bij het beslqit var. de vroedschap van 10 Augustus 1678 bepaald dat de klokken van de conventen en kapel len door het stadsbestuur geconfisceert en in de „groote schole" staande» zouden wor den „vermangelt of vercocht", ter verkrij ging van geschut. Omgekeerd werden ook wel niet meer bruikbare kanonnen tot klok ken omgevormd. Het eerste carillon zal worden aan geschaft. Was men met het gieten der klokken na den tweeden kerkbrand niet voorspoedig geweest, ook het na dóen brand aange schafte uurwerk bleek spoedig niet te vol doen. Reeds in de vroedschapsvergrdering van 25 November 1678 geven Burgemeeste- ran in overweging dat men „een ander nieuw honoghe aai moeten doen maecken alaoo Dirk Jansz. horlogestelder hem gtdo.eert ende aengedient heeft dat hy voortaeai lan ger 't jegenwoordige horloghe nyet en mach atollen, dat het zelffe eenichtss nts soude moegen dienen om me die clock in syn be- hooWycke ganc te houden". Men trad in overleg met den „horlogemaecker die tor loge tot Leyden ende Deift gemaeckt heeft" en kwam overeen dat "ton oen mder sou bestellen „totte ewaorte van twaeff duysent ofte derthyn duysent ponden" De opdracht hield ook in het „vooraiach met zoe veel clocken te doen voorsien alg er noch noodich beneffens die jegenwoordige bevonden sal werden". Deze uitbreiding van het „voorslach' be- teekende de tot standkoming van een klok kenspel van kleinen omvang, zooals uit het met Mr. Henrycx van Nuys, burger tot Hasselt in den Lande van Luik en zijn zwa ger Gerard Sqaeden Matthijsz. aangegane contract, opgenomen in het „Vercoopboek van der Stede goederen", blijkt. By deze overeenkomst toch verbinden deze uurwerk maker» zich binnen twee jaren te leveren „een spetende uurwerk bequaem synde omme te dienen tot 't speelwerck van ses- thyen clocken, yder clocke twee hamers hebbende ende spelende met drye ende vyer parthyen, sulex het uurwerek tot Delff doende es". Voor iedere honderd ponden, Wst het uurwerk met klokken ,jn da waegt deser Stadt" zou blijken te wegen, zou wor den betaald „negenthyen Carolia guldens vyftig stuivers van 40 grootep vlaemsch yegtlycke gulden". Stagnatie in de levering van het nieuwe speelwerk; de toren blijkt gevaar voor vallen op te leveren. Gebrek aan financiën. Mr. Henryck van Nuys overleed evenwel voor hy het werk heeft kunnen voltooien. Biiykens de notulen dier vroedschap van 14 Mei 1580 treedt men in ntider overleg met een „orlogemaecker uyt fursbendom van Gulick inzake de uitvoering van het opge maakte bestek, want it\ oude ofte jegen woordige uurwerek nyet tegenataende duttet zedve herstelt es" is niet meer bruikbaar. Middelerwijl zyn er evenwel andere be zwaren en wel van tweeërlei aard naar voren gekomen. De toren staat op vallen; de zware spits die men op de oude furfdeering heeft aangebracht, biyikt de oorzaak en „over mits 't sober middel by de stadt zynde ende die groote coaten die ghedaen sullen nueten worden om den toorn staande te houden", m.a.w. de financieele toestand groote uitga ven niet toelaat, overweegt men of het niet boter is de aanschaffing van een meuv uur- e.i speelwerk op te schorten. In de vroedschapavergadering van 17 De cember 1582 wordt Burgemeesteren „met ten Wefh" opgedragen „met alle middelen te voorsien ten eynde den toorn, die bevon den wordt nyet geholpen, maer noch even wel bevende en schuddende te zyn, jae meer dan to vooren, suicx dot geschapen zy, de seiffder neder te sullen vallen, vastgemaect ende gestyfft sail moeghen worden, ora alle periculen in tyts te voorcomen". 6 Juli 1588 Hchynt het gevaar voor den toren geweken te zyn. Althans in de vroed- schapsvergadering van dien dag komt .op nieuw het maken van het nieuwe uur-speel werk ter tafel en krijgen de Burgemeeste- ren opnieuw last met den horlogemaker uit Gulik in overleg te treden. De financiën laten evenwel nog steeds te wenschen over en men zoekt naar andere mid delen om toch zonder groote uitgaven in het bezit van een nieuw uurwerk en klok kenspel te geraken. De gemeente heeft van het aanwezige uurwerk, dat „seer vergaen- de" is „groote ondienst" en de toestand eischt verbetering. Men besluit tot verkoop „van 't geschut, van Montfoort gecoomen". Oude kanonnen redden de situatie. Collecte tot verkrijging der noodige middelen. Maar dit kan om verschillende redenen geen voortgang hebben en by vroedschaps- besluit van 14 Juni 1588 wordt goedgevon den het geschut dat „voir de Stadt ondien- stelick ende onbequaem eB, uitgesondert de stukken van Montfoort" te verkoopen „ofte tot de nodige clocken te doen vergieten". Wanneer de opbrengst, hetzjj in contan ten of in den vorm van klokspijs nog niet

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1930 | | pagina 3