1 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADD1NXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. Ro. 17569 :rdam Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen rten keuren FEUILLETON. De Misdaad bij „de drie Mirteboomen”. Woensdag 31 December 1930 -WmÈinTTrtiiirsiimisihiir-^ - - •ï- -,/' 69* Jaargang Dit nummer bestaat uit twee bladen. MORGEN, NIEUWJAARSDAG EERSTE BI.Al), ZAL DE GOUDSCHE COURANT Hat Nieuwe Jaar. 7 f- '1 I ►fit Des dry vers geweldige roede Jaagt rust’loos ons voort op ons pad. „Wij gaan en wy komen niet weder, Waar ’t windje zoo luw was en zacht." het den graaf niet al over te halen kwade zaak op l er Ml doorsnee maanden «n 52 t van. Hat klopt oud en wijs go- I uit ons prys. Groote letter» en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentien kunnen handelaren, Advertentil het Bureau ayn ingefeoi NIKT VKIISCHIJNKN. Wij weten, dat wat voor by is, nooit kan terugkeeren, hoe vurig we het ook zouden begeeren, dat we den levensweg maar een maal langs gaan. Maar juist het opdringen van dat besef in onze herinneringen geeft soms aan onzen weemoed ook een bitteren nasmaak. Zyn we den weg niet te ov-ryld langs gegaan? Hebben we niet veel ver geten, wat gedaan moest worden, en met veel verkeerd gedaan, dat nu niet meer te herstellen is Niet meer te herstellen, nooit meer te herstellen! Die gedachte is het, die den nasmaak vaak zoo bitter maakt, die ons zoo hopeloos de handen kan doen wringen in machtelooze wroeging en berouw. We zouden het zoo graag over doen, nog eens beter doen. Maai- het leven jaagt voort. We gaan en we komen niet weder, nergens weder. Wanneer we in de stilte van dezen Oudejaarsavond de daden en de gebeurte nissen van ons leven in bonte ry van lief en leed en goed en kwaad langs ons zien heen trekken, dan weten we, dat dit alles onher roepelijk, on ver ander lijk vastgesteld is. We zullen goed doen ons by die wetenschap neer te leggen. Al het terug verlangen helpt ons niet. We kunnen niet herstellen, wat we verkeerd, wat we fout hebben gedaan. Het blyven terugverlangen en het blijven wroeten in eigen wroeging en berouw kun- nep ons slechts zwakker maken voor de toekomst. Daarom moeten we trachten er ons van los te maken. Het verleden, hoe het ook was, moet niet als een last op ons leven bleven drukken. Wat we er naast de herinnering van moeten over houden, is en kel de les, die het ons geleerd heeft. Die gedachte, dat, we den weg m&ar eenmaal zullen gaan, moeten we vasthouden voor heel ons leven. Die eene maal moeten we doen, wat er te doen is en moeten we het goed doen. Dat moet ons leeren met be dachtzaamheid om met een sterken en vas ten wil den weg te gaan. Het heden en de toekomst zullen straks verleden zyn. En op een anderen Oudejaarsavond zullen we op nieuw neerzitten om dit verleden te over zien. Laten we oppassen, dat niet eens op nieuw wroeging en berouw ons pijnigen over wat we nu doen. Het verleden -kunnen we niet veranderen en zyn fouten niet herstel len. De resultaten van dat verleden in het heden en den vorm, dien het verleden aan ons leven gegeven heeft, kunnen we met meer veranderen. Maar de daden en de ge beurtenissen van het heden zullen aan de toekomst vorm geven. Laten we ons daarvan duidelijk bewust blyven. We staan nu op den Oudejaarsavond als 4 Walmeer gevoelen we dat duidelijker dan als we opnieuw staan aan het einde van een jaar en op den drempel van een nieuw. Koe vele jaren zyn al niet aan ons voorbijge gaan En nog altijd jaagt het leven voort, steeds sneller lykt het, hoe ouder we wor den. ’t Lijkt nog maar een oogenblik ge leden, dat we de klokken van den Oude jaarsavond hoorden luiden over de scheme rige stadjes en mistige velden. En al weer klinkt ons hun gelui in de ooren, terwijl we neerzitten in de mistige schemering van den laatsten avond van dit jaar. En we we ten het, dat het feitelyk nog maar een oogenblik duurt, dat we, als we het beleven, weer op den drempel zullen staan tusschen Oud en Nieuw. Het kan ons zoo moe maken en zoo weemoedig stemmen tevens. Zoo graag zouden we eens een oogenblik de tyd doen stilstaan, even maar verwijlen by iets moois, iets liefelijks, iets teers, dat ons ook voorbyjaagt in de wervelende jacht. En onwillekeurig kyken we eens achter ons naar dat liefelyke en gelukkige, kyken we terug over het jaar, over de vele jaren, die voorbijgingen. Dan staan we stil op den drempel, voor we ons nieuwe huis binnen treden, stil om afscheid te nemen van net oude, van al wat voorbijging. Het leven mag dan wortjagen in steeds sneller tem po, zoodat het ons in dezen tyd soms haast den adem beneemt/op den Oudejaarsavond treden we een oogenblik terzyde van den weg, om den afstand te meten, dien we gingen en den afstand, die voor ons uit ligt. Dat is niet altijd een prettige bezigheid. Want dit terugzien beteekent een terug keer, een opnieuw doorleven van de vreugde en de droefheid, het verlangen en de ont goocheling, de zorg en den twijfel en de uit komst. En het is wel eigenaardig, dat zich daarbij altyd weer de vreugde en de uit komst, dat zich altijd weer de lichte plek ken op den voorgrond dringen. Dat geeft aan het verleden gewoonlyk zyn helderen, lichten, maar min of meer bedriegelyken schijn. En het verklaart ook, waarom we met zoo schrijnend heimwee naar dat ver leden kunnen terugverlangen. Het maakt, vooral als men ouder wordt, den Oudejaars avond tot zoo’n weemoedigen avond. tevreden was. In den loop van den tijd bleek Feed lichtzinnig en onbetrouwbaar en het kwam daardoor tot zulke heftige tooneelen met de oude rnenschen, dat Biller tenslotte het huis moest verlaten. Verscheidene jaren zwierf hij rond onder de goudgravers, pro beerde het zelf ook als ..Digger", maar zon der succes en keerde tenslotte berouwvol naar de familie Cattling terug, om daar zijn vroegere werkzaamheid weer op te vatten. Hij scheen nu ordelijk en bezadigd te zijn geworden en daar hij nooit meer over die geschiedenis van de Saluga's praatte, schonk men hem zelfs meer vertrouwen dan goed was. Enkele jaren later verkocht Mr. Cat* tling zijn café en trok met zijn vrouw en pleegzoon naar La Paz. Fred Biller ging andermaal naar de mijnen en ze hoorden een tijd lang niets van hem. tot hij op zeke ren dag weer bij de Cattling’s kwam opdui ken en om onderstand v^oeg. die hem ook verleend werd. Hij zag er vermagerd en ver- loopen uit. Omstreeks dien tijd was Peter Cattling een plezierreisje naar New-York gaan ma ken. waar hij niet meer van zou terugkee ren. Op een boot op de Miasissipi, waarop hij zich bevond, had een ketelontploffing plaats en onder de talrijke slachtoffers was ook Peter Cattlitig. Zijn lijk was onherken baar verminkt, inaar niettemin kon zijn identiteit op grond van de kleeren, die hij aanhad en de papieren, die men bij hem vond vastgesteld worden. De oude Cattling’s waren ontroostbaar. Peter was de hoop van hun ouderdom ge weest en ze hadden van hem gehouden, als of hij hun eigen kind was geweest. Mr. Jo- de letters F. W. ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda «n omstreken (beboerende tot den bezorgkring) 1—5 regels ƒ4.80, elk» regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en de bezorgkring; 1—5 regels f 1.65, elke regel meer 0.80. Advertentiin in het Zatafdagnummer 20 ct. bjjslag op den prijs. Liefdadlgheids-advertentiën de helft van den pejjs. INGEZONDEN UEDEDEEL1NGEN: 1—4 regels /2J6, elke regel meer ƒ0.50. Op de voorpagina 60 booger. Gewone adverumUan en ingezonden mededeelmgen by contract tol zeer gereduceetden worden ingezonden door tuMcmuüuHpst van soUede Boek- ureaux en onsa agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan «k, teneinde van opname verzekerd te zyn. op den drempel. Een oogenblik kunnen we terugzien in het oude huist Maar „Des drij vers geweldige roede, Jaagt rustloos ons voort op ons pad.” We moeten het nieuwe huis, het nieuwe jaar, de nieuwe toekomst binnentreden. Wanneer we het doen met de gedachte, dat deze toekomst het resultaat is van het heden en dat we dit heden in één keer goed moeten maken en het piet nog eens over kunnen doen, dan moeten we het vaste vertrouwen hebben, dat we, het nieuwe jaar en de nieuwe toekomst tot een vreugde zullen maken voor ons en an- derer leven. Ongeduldige, ontevreden zielen kweeken hunne ellende als kasplan ten en wieden met eigen hand uit wat hun rust en genot kan geven. Oud en Nieuw. De grens is scherp. D» .atreep is duidelijk. Tusschen oudejaarsavulnd-laat en nieuw- jaursmorgen-vroeg ligt d$e gewetensvolle lijn van toen en nu. Het groote geheim... Op de oudejaarsavond zitten we allen ge vangen m de greep van da hordenkung en de 1-!ng besluipt ons. De lichtelijk de kluts zekerder de groote twaalf op de overi- d, des te benepener en aan one hoog en stralend ik. En nu. Nu het oudejaarsavond worden gaat, nu gaat dat moedige hart, dat ons over zooveel heen geholpen heeft, plots zwak worden en wankelen. Hoe hebben we het nu? Wat ia dat, dat Wij op den oudejaarsavond zoo luid hooren kloppen aan ons eigen hart? Wat is dat, dat wij ons nu op deze laatste avond dweepzieke sentimenteele kinderen voelen zonder weerstand? Weten we bet niet? Weten we niet dat ons 'hart het heele jaar op de loer gelegen heeft om ons te kunnen vangen. De oudejaarsavond lukt het. Nu, op deze avond, ontwapent het ons en we geven ons over. Verloren. Heel-en-al verloren. Er valt niets meer te redden. Er is geen greintje dege lijkheid iireer over en geen schijn van moed. Kom: laten we op de oudejaarsavond aan on» kinderlijke hart de overwinning gunnen, laat ons gerust een traan dulden in het oog. De klok wijst naar de 12 en al de herinne ringen» aan dit jaar bestormen ons: Lief en Leed, Vreugd en Smart, gemeenaohapa» een zaamheid, het is één groote ontroering. En we grijpen naar ons hart om het vast te hou den help ons over de eenzaamheid van ons eigen ik heen en draag ons naar de zon nige niauwsjaanmmiesn. Trek de krijtetraap YfiQT tusschen oud en nieuw met sterke hand. De klok slaat twaalf en ons hart staat bijkans stil. De wereld luistert alleen maar naar het i k en als we geen ander antwoord heb ben op al onze levensvragen dan dit: O hart houd moqd, dan is daar aanstonds de nieuw jaarsdag die ons tegenlacht: Ziet alle din gen zijn nieuw geworden. Dat wonder voltrekt zich m die stille nacht waarin we het oude afleggen en het nieuwe aandoen. Dat wonder wil zich met verklaard zien. Het wil alleen aanvaard worden. Als een geschenk van de Goden. Neem het dan met beide handen en grijp het met de vreugde van het leven zelf dat maar een ding begeert; Pluk de dag. De schoone alles Deiovende Nieuwjaarsdag. En de morgen van de eerste Januari heeft al het trieste en al het ontroerende van den oudejaarsavond: vergeten. Die zonnige nieuwsjaarsmorgen lacht ons uit. Kom. Hoe waart ge zoo wankelmoedig. En plots is het leven weer sterk.TPlots zijn we weer reuzen die alles aandurven. Geluk kige bezitters van een moedig hart dat niets dan vreugde wil en allen goeds belooft. Die nieuwjaarsmorgen is onovpsrfumelijk. We hebben onze plannen en onze vaste voor- némens. We hebben onze begeerte en onze idealen en we kunnen bijkant niet wachten om te beginnen met het leven ojmieuw te veroveren. Welaan. Bedenk dit. Ook als het jaar zijn loop neemt. Ook als na zooveel maanden, het jaar mei ons gaat vechten. Ook als op nieuw de zorgen komen. De onvoorzienlijke zorgen. De moeilijkheden waar we met op gerekend hebben. Bedenk dit. Laat de nieuwjaarsdag niet maar „één dag’ zijn. Laat de nieuwjaarsdag een gedachte inhou den, waarmede we dit jaar optrekken. Wilt ge een strijdleus’ Wilt ge een banier? Wilt ge een wapen? Deze zonnige nieuw jaarsdag heeft met de Oudejaarsavond een geheim verbond gesloten. Tijd en Eeuwigheid Het leven roept. Maar gij, u en ik wij in onze beste oogen blik ken, we kennen de kracht van dat ééne Vrij bewerkt naar hét Duitech. 38 (Nadruk verboden). Als de zaken zoo stonden, dan zou het heel begrijpelijk zijn,, wanneer de familie Saluga alles in het werkt had gesteld om dien man uit den weg te ruimen en den sluier, die over het. verleden lag, niet op te lichten. Het beridht begon met de mededeelingen over de weduwe van deze caféhouder, die Frank Wilson had grootgebracht. De cor- resjxmdent van het New-Yorksche detective bureau had die weduwe van den caféhouder uit Sacramento zelf gesproken, en uit haar mond het volgende vernomen, wat in alle bijzonderheden deele door de betreffende stukken, deels door getuigen ambtelijk be vestigd kon worden. Mr. Joeuah Cattling. een geboren Engelechman. was al heel vroeg naar Amerika gegaan,, en had daar later ,de dochter van een caféhouder in Kentucky de tegenwoordige weduwe Cattling in la Paz getrouwd. Het huwelijk was kinder loos gebleven. Mr. Cattling had in Engeland een zuster diet actrice was, en zich door bij zondere schoonheid maar ook door min der aangename karaktereigenschappen on derscheidde en die er in slaagde, om den sentimenteels beschouw! sterkste onder ons raas kwijt en hoe trager em wijzer naar de dreigend! gens zoo ronde klok wijl wordt het ons rondom Het is met dat hart'' oudejaarsavond. We hel in zoo’n glad jaar van weken geen overwegend» nogal regelmatig en well noeg om on» niet al te hart van slag te doen raken. Daar mogen dan in het leven van die momenten zijn waarop we met dat hart een oogenblik te rade gaan en binnenskamers vragen: Hoe moet dat nu tusechen jou en mij maar de tijd en het leven laat ons niét al te veel tijd om op het antwoord te wachten en voor-en- aleer dat hart uitgezucht te, heeft dat druk ke leven ons alweer heelemaal: te pakken. Zoo te het telkens gegaan dit jaar. Daar waren zorgen, moeilijkheden en verdrietig- heidjes waar we zoo maar niet langs-heen konden loopen, doch het te allemaal mee gevallen. Daar waren ook heel diepe momen ten van groote ontroering en van diepe smart, maar de tijd heelt alle wonden. Eigen lijk heelt de lijd de wonden veel te snel en er komt iets van schaamte over on» als we bedenken hoe het amper een jaar geleden is, dat we dat leed te doorstaan hadden. Met iets van energieke weerzin zetten we die dingen op zij. Daar waren immers ook zooveel uren van puur geluk en dagen van over zalig gelukkig-zijn... Ja die waren er ook en als we eerlijk zijn erkennen we het die zijn ook zoo heel heel spoedig weer vergeten. Want dat menschelijke hart dat klein kan zijn en groot binnen het tijdsverloop van amper een dag of een uur dat menscho- lijke hart heeft ons altijd weer opnieuw op 't critieke moment aan het leven herinnert ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal ƒ2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt Franco per post per kwartaal ƒ8.16, met Zondagsblad ƒ8.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 81, GOUDA, by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zyn dagelijks geopend van 96 uur. Administratie Telef. Interc. 82; Redactie Telef. 88. Postrekening 43400. «MIE COURiNT. We kijken er al de inenschen op tan. Zien jullie niet dat we een ander mensch gewor den zijn? Zien jullie niet dat bet leven ons tegen lacht: Maa« merken jullie dan niet hoe sterk w» zijn. Is het waar? Let eens op. Het te of alle n.enscben elkaar dat zelfde te zeggen heb ben. Het is of we elkaar de hand toesteken met dat banaleVeAheil-en-zegen en er al lemaal dat zelfde mee* bedoelen, bat teven te mooi. Het leven te goed. We zyn op ’den 'nieuwjaarsmorgen elkaar» vriend. ‘We wilden het iedereen wel toeroe pen hoe gelukkig we ons gevoelen. Op straat win de tram ontmoeten we onbekenden. Wiaronf zeggen we het elkaar nu niet. Hoe goed alles is Thuij». O jé; thuis hebban we geen weerstand. Thute omhelzen we onze moeder en we kussen haar met de teederste hartstocht; -Lieve Moeder, We zien onze Var der in zijn goede oogen en we lezen zijn woord voor ons uit zijn blik. W.«hndd. onze broeder de hand. We drukken eeq kus op 't voorhoofd van onze zuster. Alles te nieuw geworden en we zouden het willen jubelen: de nieuwjaarsdag 1» gezegend! Op straat staat het geschreven. Te^en de huizen staat het aangeplakt. In de café’s roept het ons iets tegen: Wat te dat toch awMindiir biwn dn m riftt - ywK» Begrijpt ge het alweer niet? Kom. Die eerste Januari is zoo een heel nieuwe bladzij in ons levensdagboek. Kijk die kalender eens aan Wat een dik blok met dagelijkjjche blaadjes. Altemaal: Toekomst. Vandaag Morgen Over een week Over een maand.binnen dit jaar. Het groote onbekende. En wètzijn niet bang. Dat is het. We dur ven die 365 onbekende dagen aan zonder vrees. We voelen ons sterker dan het onbe kende Het te of wij alles kunnen wat we willen. De nieuwjaarsdag heeft ons tot overwin naars gemaakt. toen nég heel jongen graaf Peter Saluga, uit Oostenrijk die voor zijn genoegen in Enge- lang bevond, zoodanig te bekoren, dat hij naar trouwde. Daar graaf Peter nog geheel van zijn vader afhankelijk was, werd hot huwelijk in het geheim gesloten. Reeds drie maanden later had graaf Saluga volledige klaarheid omtrent den onhandelbaren, twist zieken en plaaglustigen aard van zijn mooie echtgenoote en stelde bij haar voor om we-fl der gescheiden van elkaar te leven. Om streeks dien tijd stierf zijn vader en erfde hij den titel met bij behoor ende bezittingen. Tot de talrijke slechte eigenschappen *an Mrs. Nora behoorde gelukkig niet overma tige eerzucht en zij zag er eerder tegen op dan dat het vooruitzicht haar aanlokte om ate echtgenoote van den jongen graaf haar intrede in de Oostenrijkschp aristocratie te doen, opdat zij zeer wel inzag dat zij daar nooit een positie van eenige beteekenis zou innemen, integendeel door de etandgenooten van haar man altijd met den nek zou wor den aangezien. Zoo kostte te veel moeite om haar afstand te doen van haar positie en bewil ligde zij er in om niet meer met haar man samen te wonen, op voorwaarde dat haar een aanzienlijk bedrag in eens zou worden uitgekeerd. Daartegenover zou zij formeel afstand doen van alle financieels aanspra ken of rechten op een titel. Mrs Nora verliet Engeland en ging naar haar broer in Kentucky. Haar kindje, een jongen die naar zijn vader Peter Saluga ge noemd was. nam ze mee, want het merest tot haar eer gezegd worden dat ze de voor- suah Cattling begon aan hevige zwaarmoe digheid te Hjden na het verlies van zijn pleegzoon en op een dag vond men. hem in een vijver, aan den rand waarvan hij vaak ging rusten. Daar geenerlei verwondingen aan het lijk te zien waren, en Mr. Cattling'» ziekelijk gemoedstoestand bekend was, nam de politie aan, dat hij in een vlaag van waanz-in, of wel door onvoorzichtigheid te water was geraakt en verdronken. Maar Miss Cattling liet zich niet uit haar hoofd praten, dat een kwaadwillige hand haar armen man in de vijver gestooten had, en wees Fred Biller als de moordenaar aan. Opvallend was het in ieder geval dat met Fred Bi der, die tot dusver gastvrijheid bij de Cattling’s genoten had, op denzelfden dag verdween, als bet lijk van Mr. Cattljng gevonden werd. Tegelijk met hem werd een aanzienlijke wm geld» en een portefeuille met papieren, waaronder ook die van den verongelukten Peter vermist. De nasporin- gen van de politie bleven zonder resultaat. Fred Biller was als van den aardbodem xer- dwenen. Mrs. Cattling. die den man van het detec tivebureau al deze dingen had meegedeeld, voegde er*nog bij. dat Fred Biller den klei nen teen van den linkervoet miste. De por tefeuille. waarin zich de papieren van haar neef bevonden, was een erfstuk van haar vader en bevatte niet alleen het doopbewijs van Peter, maar ook een aantal brieven van graaf Saluga uit den eersten tijd van zijn kennismaking en huwelijk' met Nora Cattling Zij was van donkergroen leer, en aan de binnenzijde «tonden in goud geperst (Woriït vervolgd). stellen van den graaf slechts wilde aanvaar den, als ze haar kind mocht bij zich hou den. De graaf had op den jongen een groot bedrag vastgezet en in ruil daarvoor waar borgen gekregen dat de knaap daarvoor voorgoed afstand deed van alle aanspraken op erfenis en titel om iedere relatie met de familie Saluga. Het echtpaar Cattling nam den kleinen Peter als kind aan, toen de moeder kort daarop in Amerika stierf. Peter was een rustig, middelmatig begaafd kind, dat zich goed thuis voelde bij de Cattling’s. bijzon dere genegenheid voor zijn pleegouders koes terde en die toen hij grooter geworden was, over zijn afkomst werd ingelicht, geenerlei eerzucht aan den dag legde, maar zich vol komen eens verklaarde met al leswat uit zijn naam destijds gegarandeerd was. Hij noemde zich eenvoudig Peter Cattling en hielp ijverig mee in het café van zijn oom, dat hij ter zijnertijd zou overnemen. Later verhuisde Cattling naar Sacramento met zijn gezin en kwam daar, eveneens als eige naar van een café tot bescheiden welstand. Omstreeks dezen tijd kwam een arme jon gen, Prad Biller genaamd, bij hen aanloo- pen, wiens vader, een Duitscher, in de mij nen verongelukt was. De jongen was flink, werd als kellner aangenomen en op den duur vrijwel als kind des huizes behandeld. Hij werd goede vrienden met Peter, vernam djens gesdhiedemis en trachtte hem nu voort durend er toe te bewogen, om niettegen staande alle vroegere overeenkomsten zich met zijn aanspraken tot zijn voorname Va der te wenden Hij vond evenwel geen ge hoor bij Peter, die met zijn lot volkomen

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1930 | | pagina 1