ijd. 'S ïekbank E NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN Deze Courant komt vele duizenden gezinnen. Grootste oplage hier ter stede No. 17578 Zaterdag jO Jonuori 1831 68* Jaargang )1 pCt. BOSKOOP, NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADD1NXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen E N EERSTE BLAD. in FEUILLETON. HUWEN 5 R M T DE GOUDSCHE COURANT IS HET MEEST GELEZEN BLAD I IN GOUDA EN OMGEVING EN HEEFT DAARDOOR DE GROOTSTE PUBLICITEITSW AARDE ADVERTEERT DAARIN Liefde laat zich niet dooden! BEL OP 857 MihlwissiliirqFi. J. H.v. Stmtii BERGAMBACHT, BERKENWOUDE. BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, Brieven uit de Hofstad. Op den verkeerden weg. 00. O A K IER I. ƒ21.—. Den Haag. HOOFDSTUK I. Het ongeluk. (Wordt vervolgd) krijgen zelfs ffie Hagnetals n zich er uitste- melk, die bun w tegenstond, inen thans veel klein scheutje d toegevoegd een toestand duurde het in JAN VANOIRLAND MARKT 2 - GOUDA Geëtst gla8 angd, wanneer cn en dan was moeilijk hun te )m hebben wij geheele familie ffie Hag te ge- heb ik van een plelzier en nut ffie Hag is zul* Me koffie, zeer ik en van een iroma, zonder ke uitwerking, rdzcofleïnevrij. 1 verschil spoe- nuwen kunnen >en thans veel mijn werk en [er. 100 R. HOORWEG eden; en er vallen len heeft, wanneer lurig zyt of zenuw- weg een slachtoffer Daarom versterk telyke middel dat u >gt uw weerstands- it opgewekt gevoel Hoort. Neemt er de Uit het Engelsch van L. G. MOBERLY. Nadruk verboden. het huis lit een klein s. stand. ..Niete geen last van”, verklaarde hij al tijd. als bekenden hem vroegen of het geda ver der passeerende treinen hem niet hin derden. integendeel, het geeft je het gevoel dat je incöntact blijft met de beschaafde wereld. Hij had de de klokken in gewoonte om zijn horloge en huis naar de treinen te rege- Dit nummer bestaat uit twee bladen. gen om dit geval eens aan te grepen om de aandacht van het gemeentebestuur er i op te vestigen en misschien geeft dat iets, i In het algemeen kon van die vereenigingen veel meer drang op het gemeentebestuur uitgaan en meer leiding zelfs in belangrijke aangelegenheden. Het ia zoo duidelijk ge bleken dat in kunst-kwestiea het gemeente bestuur onvoldoende geoutilleerd is en te weinig deskundig geadviseerd wordt. Dat dient veranderd te worden. Hagenaar. (lOlIISUIIE (IILRAM. Ontwijk den uitvrager, want hij is ook een uit flapper. De huldiging van Mr. Loder. Het gemeentebestuur heeft, gelijk men wel al gelezen zal hebben, aan Mr. Loder een plaquette aangeboden. Een breed gebaar dat zeer is toe te juichen. Het komt niet te vaak voor dat een bestuur zóó uit zyn slof schiet en dus verdient die daad groote waar- deering. Helaas is daarby door het gemeentebe stuur weer een fout begaan, die we toch even moeten signaleeren. Herhaaldelijk heb ben wy er op aangedrongen, dat het ge meentebestuur toch eens andere kunst-vor- men zou trachten te steunen dan alleen muziek en tooneel. Beeldhouwkunst en let terkunde krijgen nooit iets. Nu is er eens iets te vergeven, een op dracht voor een bizondere plaquette en wal doét nu het Haagsche gemeentebestuur. Kiest het een Hagenaar? Neen, een Am sterdammer kreeg de opdracht om de pla quette te ontwerpen. En wat niet minder erg is, is wel, dat de ontwerper niet is een beeldhouwer, maar een architect. We moe ten toch eens even het gemeentebestuur aan zijn ooren trekken over een dergelyke han delwijze. Hoe is het mogelyk zult ge vra gen? Och, daarover zullen wjj maar niet spreken, want we begrijpen wel hoe het met zoo’n keuze gaat, maar toch is het een raad sel dat in het geheele gemeentebestuur niet één man zit die er aan gedacht heeft. We hebben één van hen, die er by betrokken was, er over aangesproken. Hy zette groote oogen op en stond even paf; er was geen haar op zyn hoofd geweest, die er aan ge dacht had. Misschien is deze opmerking voldoende om voor een volgenden keer anders te doen handelen, al zyn wy er niet gerust op, maar wel blyft het te betreuren dat dit is ge schied. Het geval staat niet op zichzelf; wij zouden er meer kunnen noemen, soortgelijk, maar dit ééne was nu eens frappant. Het zou dunkt ons op den weg der ver- eenigingen van Haagsche kunstenaren lig- Winter te München. Van onzen specialen medewerker.. LXa vreemdeling leert deu echten ,,Mün- chuar” meesvai kennen in een van de groote bierlokaten «qner stad. Deae lokalen besten gewooulijk „Keiler", niet omdat zij in den kelder zijn gelegen, maar wel omdat zich on der hen gewoonlijk de kelders der brouwe rijen bevinden. De vreemdeling, die een der- gelijken „Keiler” heeft bezocht, vertelt ge woonlijk, als hij weer thuis is, dat alia in woners der Beiersche hoofdstad eiken avond tien liter bier drinken, maar voor het overi ge de eenigszins ruwe maar zeker gezelligste Duitschers zijn. In deze bewering schuilt een greintje waarheid. Het valt werkelijk niet te ontkennen, dat het bierverbruik te München aanzienlijk is, maar de „Humor” en de vaak bezongen gemoedelijkheid van „Münchner” en Münchnerin” zijn eigen schappen, die den bewoners der Beierache hoofdstad eer aandoen. München is intus- schen niet alleen de stad van het bier, maar ook een stad der Schoone Kunsten, <Ue niet ten onrechte den naam van I sar-Athene draagt. Elk jaar met Carnaval (dat hier „Fasching” heet) zet de Munchener de zots kap op en dan bewijst hij ons, dat licht bloed en vroohjk gemoed tweo middelen zijn, waarmede men het slechte humeur zelfs uit den zwartgalligsteo mensch kan verdrij ven. In deze stad heerscht met Carnaval een hij, dat of de trein te laat, of zijn horloge Vóór* moest zijn. In gedachten beklaagde hij de reizigers die met deze hitte als haringen in een ton gepakt ón een trein moesten zitten; hij keek nog even naai- de donkere onweerslucht en ging toen langzaam en loom zijn villhtje weer binnen. Juist was hij op het punt zijn deur op het nachtslot te doend toen hij in de verte een dof gerommel hoorde, dat steeds luider werd, hij liep weer naar buiten om de trein te zjd passeeren. Hij boorde hoe de locomotief hijgend en stampend tegen de steile helling opklom, even daarna kwam de zware machi ne in het gezicht, een oogenblik later daver de de train voorbij, hij zag de locomotief met groote snelheid de todht nemen, die de lan ge rij rijtuigen weldra aan zijn oog onttrok. Zooals altijd boeide het schouwspel hem ook nu de majestueuse machine die zich steunend als een reusachtig levend wezen tegen de helling opwerkte en de lange rij helder-verlichte rijtuigen, waarin de reizi gers zich als donkere silhouetten voor de raampjes afteekenden. Leunend tegen het hek. dat zijn tuin van de spoorbaan scheidde, hleef hij een oogen blik den trein nastaren. En plotseling, in een ondeelbaar oogenblik speelde de vree- selijke tragedie zich af Rupert Dane was later nimmer in staat duidelijk en «amenhangend te vertellen hoe het gebeurde. De laatste wagen was nauwe lijks om de bocht uit het gezicht verdwenen of plotseling klonk een oorverdoovende slag en onmiddellijk daarop een gekraak, zóó hevig, dat de schilder zich van ontsteltenis dag had hij met een bijna ijver gewerkt aan het doek, oogenblik onder handen had ij de grootste verwachtingen Het wa« den heelen dag drukkend warm geweest en telkens scheen het, alsof een hevig onweer zich boven bet eenzame heide- dorpje zou ontlasten. Tegen den avond was de hitte bijna ondragelijk geworden, het was bladstil, de heele atmosfeer was met electri- citeit geladen en aan den horizon pakten zich grauwe wolken tot een donkere, drei gende maesR samen. Van den kant van -Ie heuvels in de verte klonk met regelmatige tusschenpoozen het vage gerommel van den donder en nu en dan flitste een bliksem straal door de donkere lucht. Loom kwam Rupert Dane zijn atelier uit slenteren zijn hemdsmouwen waren hoog opgeslagen en hij wischte voortdurend zijn gezicht af met een grooten zijden zakdoek. Hjj keek met gefronste wenkbrauwen naar 'len hemel, die ^steeds donkerder werd,, en liep daarop langzaam den kleinen tuin door Toen hij langs een seringenboom kwam, die MUIL Nog eens de Haagsche tram. De wisseling van jaar geeft aanstonds gereede aanleiding tot vergelijkingen met vorige jaren. In het algemeen vallen deze gunstig voor onze stad uit,? al viel eeniger- mate te vreezen, dat de slechte tyden veel zouden bederven. Het eerste gedeelte van 1930 was echter nog in flepr en heeft dus meegeholpen om den achteruitgang die er in het tweede deel is geweest nog te camou fleeren. Misschien zal het in 1931 en we hopen dat gaarne juist andersom zyn, n.l. dat het eerste deel de naweeën van de slechte omstandigheden voelt en dat de tweede helft zooveel beter is-dat daardoor weer het geheel wordt op gehaald. In onzen vorigen brief* hebben wij al eenige algemeene opmerkingen gemaakt, die ook zonder cyfers en getallen te maken waren. Thans liggen reeds diverse overzich ten voor ons en kunnen wy constateeren hoe de toestanden in concreto waren. Voor onze gemeente was de algemeene situatie gunstig. De bevolking groeide met tienduizend zielen en de stad breidde zich dienovereenkomstig uit. De gemeentebedrij ven zagen alle hun opbrengst stygen, de meeste zelfs met hooger percentage dan de bevolking. Alleen de tram maakte daarop een uitzondering; die zag zyn opbrengst wel iets vergrooten, maar beneden het per centage van de bevolkingstoeneming. Dat is een zeer merkwaardig verschijnsel, omdat bij uitbouwing van de stad de afstanden grooter worden en dus een vermeerderd ge bruik van het verkeersmiddel zou zyn te wachten. Nu daalde dit en het bevestigt wat wy reeds eerder en ook in onze vorige brief schreven, n.l. dat de tramdienst onvol doende is. Hoe men zich dan verplaatst? Het lykt ons buiten kyf dat het rjjwielver- keer nog steeds toenemende is en dat in veel meer gevallen van de taxi’s gebruik gemaakt wordt, 's Avonds bij het aangaan der schouwburgen, concerten en bioscopen is er een enorm druk autoverkeer en wie wel eens op dat uur getracht heeft een taxi te krygen, weet hoe overal alles is bezet. Na afloop is het al niet anders. Het lijdt geen twyfel of op die wyzo wordt heel wat aan de tram onttrokken, maar dat is haar eigen schuld. Ze rydt met veel te groote tusschenpoozen. Er wordt zelfs heel veel gewandeld, terwijl men ze ker van de tram gebruik zou maken als die vaker reed en goedkooper was. Wy voorzien dat de tramdienst als niet zeer spoedig verandering wordt aange bracht, achteruit zal blfjven gaan en ten slotte haar kosten niet eens meer kan dek ken. Dan komt, hopen wy, de bus, die het beter zal doen. den kleinen tuin rondliep, vroeg hij zich wanhopig af, of hij misschien poogde het onmogelyke te bereiken, of hij ooit een ge zicht zou ontmoeten, dat hem als model zou kunnen dienen oin datgene te verwezenlij ken. wat hij zoo dikwijls in zijn droomen had gezien. Het prikkelde hem onuitspreke lijk, dat zijn schilderij, die als compositie niet alleen goed geslaagd, maar ook oor spronkelijk was, zou moeten mislukken, om dat hij er maar niet in kon slagen de cen trale figuur zóó uit te beelden, als hij het in zijn geest voor zich zag>. met den pein- zenden. gelukkigen blik in de oogen. den zonnigen, glimlach om den mond. In arren moede had hij zijn penseelen neergesmeten en was zijn atelier uitgeloo- pen, niet alleen prikkelbaar door den tegen slag bij zijn werk, maar ook zenuwachilg moe door de drukkende warmte. Zijn atelier vormde één geheel met zijn woning een vriendelijk landhuisje met een kleinen, smaakvol aangelegen tuin er om heen. De vensters zagen alle uit op de hei de. aan het einde waarvan het golvende heu velland den gezichtseinder afsloot. Achter liep de spoorlijn naar Transfield. stadje op ongeveer twee mijlen af- ADVERTENTIEPRUS: Uit Gouda en omstreken (behoorends tot don bsxorfkring): 1—5 regels ƒ1.80, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en de bezorgkring: 1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnummer 20 et by slag op den prys. Liefdadigheid*-advertentiën de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEEUNGENi 1—4 regels ƒ24», elke regel meer ƒ0.50. Op de voorpagina 50 hooger. Gewone advertentiën en ingezonden mededeeRngen btf contract tot leer gereduceerden prjjs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boek handelaren, Advertentiebureaux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het Bureau zjjn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te rijn. ABONNEMENTSPRIJS; per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal ƒ2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt. Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad ƒ8.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA, by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zyn dagelijks geopend van 96 uur. Administratie Telef. Interc. 82; Redactie Telef. 83. Postrekening 48400. Wij wisten niet- dat, „verpoffen” eigen lijk een Duitsch woord is De Frankfurter Zeitung heeft ons echter uit den droom ge holpen. in zyn bespreking van de Duitsche graaniharkt zegt dit blad namely -lat de verhoogde invoerrechten op gerst het volle dig „verpufft” hebben, om den pr js van ’t product naar boven te brengen. Ook deze tariefsverhooging heeft niet kunnen bewerken, dat de kippen in hot groote Duitsche vaderland ir.ee r gerstkor- rels gaan pikken. Of men in Duitschland ook leeds gerstemeel door het brood mengt, weten wy niet, doch dit zou naturlyk ook nog een middel zyn om den onwilligen gerstprys „mores” te leeren. Want dat is toch zqo ongeveer de grondgedachte van het streven uin de ingezakte welvaart met be hulp van overheidsmaatregelen wederom op de been te helpen. Alsof de overheid een ryke tante is, die over zooveel contanten beschikt, dat zy niet op een paar mil'.ioen behoeft te kyken. in Duitschland heeft men met gehulp van Vadertje Staat op groote schaal het belas tinggeld van de hardwerkende burgers des vaderlands gestoken in allerlei avonturen, welke door bepaalde groepen der samenle ving op touw gezet waren. De steun (vjat naderhand het tegendeel daarvan bleek) aan de graanmarkt byv. heeft millioenen gekost. Doch er waren nog meer avonturen. Scheepswerven, die in alle stilte aan het verdwenen waren, werden plotseling tot nieuw leven gewekt door de royale hand van Vadertje Staat, die de rest van het groote gezin maar liet betalen. De paar scheeps werven het wanen die van Stettin) kwamen echter weer in de veeren en droegen ijverig er toe by, dat de tonnage van ile wereid- scheepvaart nog meer vergroot werd. En ’t gevolg hiervan was weer, dat de werven op nieuw gebrek aan orders kregen, het geld opraakte en er tenslotte ook nog een andere groep scheepswerven kwam opdagen, welke steun noodig had. Ditmaal wafer het de werven van Bremen. De moe’lyxheid was echter, dat de Duitsche regeering als een berouwvolle zondaar, (die zyn vermogen verboemeld heeft) in haar begrootingsrede plechtig verklaard had, dat men geen sub sidies meer zou verleenen, aan wie dan ook. Doch het bloed kruipt waar het niet gaan kan, en wie eenmaal op het slechte pad is, keert daarvan slechts zeiden geheel bekeerd terug. Ook de Duitsche regeering bleek het geen ernst te zyn geweest niet haar be loften van zuinigheid, want in alle stilte schynt men nu het plan uitgebroed te neb ben om toch de Bremer werven een flinke subsidie te geven. Voorgesteld wordt n.l. om een crediet van 100 millioen mark te ver strekken tegen een zeer lage rente of des noods heelemaal geen rente en vermoedciyk ook geen terugbetaling van de hoofdsom, zoodat de credietnemende werf wel heel goedkoop crediet krygt. Neen, de overheid is geen kwade tante in zaken. Met milde hand worden de credieten verleend, als renteloos voorschot, als kas voorschot (hier te lande het geval van de Koninklijke Hollandsche Lloyd: of a fonds perdu, en over de terugbetaling maakt men zich geen zorgen. Onbegrijpelijk is het ech ter, dat diezelfde overheid zoo meedoogen- loos hard kan zyn als het geldt dt belas- tingpenningen te innen. Dan is er geen pardon mogelyk. Stoelen en tafels van den debiteur worden desnoods door .len deur waarder verkocht. Maar als de ovefhMd sub sidies verleent, och, dan liekommert men zich er vaak niet om, of van het geld niets terecht komt. Dat verhaalt men naderhand tóch wel op de andere kindertjes van het groote gezin. In Duitschland begint men thans de ver keerde praktyken van dó regeering in te zien. Waarom, zoo vraagt men, moeten die scheepswerven gesteund worden Om voor het "buitenland goedkoope schepen te bou wen, zoodat de buitenlandsche scheepvaart maatschappijen met het geld van den be rooiden Duitschen belastingbetaler goede sier kan maken, d.w.z. met goedkcope Duit sche schepen kunnen varen? Het is de Ham- burgsche K. van K., die hierop wijst, op aandringen van de Hamburgsche scheeps werven, die hun waarschuwende stem heb ben laten hooren. Deze subsidie is hoogst onverantwoordelijk, zeggen zy; er zyn sche pen genoeg en als de regeering de werk loosheid wil bestrijden, laat ze dit dan doen door mede te helpen het kapitaal van het land in de meest productieve ricutmg aan te wenden. Zeker, ledigheid is des duivels oorkussen, maar kapitaalsvernieling door onoordeelkundige subsidieverlening helpt de werkloosheid slechts bevorderen. Doch de burgers hebben goed praten. Po litiek is machtiger dan verstand. En hoe lang zal het nog duren, vóórdat het anders om is? aan de stijlen van het hek vastklemde. Maar oogenblikkelijk was hij zachadf weer mees ter, hij kwam en zag nog juist dat de zware locomotief over den kop was geslagen en met donderend lawaai, omgeven door wol ken van ontsnappenden stoom, van de steile helling naar beneden stortte, de voorste rij tuigen in haar buiteling meesleurend. De achterste wagens bleven tussohen de rails staan, maar de drie eerste wagons waren in elkander geschoven en vormden een verwar de massa van ijzer en hout, waaruit een helsch concert van huiveringwekkende ge luiden opsteeg: het gekerm van de reizigers, die tusschen de overblijfselen bekneld zaten,, het kraken van het verbrijzelde houtwerk, het gillend knarsen van tegen elkaar botsen de en schurende stukken metaal en het ge sis van den nog steeds ontsnappenden stoom Toen Rupert dit allee zag en hoorde, die hartverscheurende kreten, dit tooneel van verwoesting in het halfduister, onder een loodkleunigensomber-dreigenden onweershe mel voelde hij zich als verlamd En ofschoon het hem latei toescheen alsof hij uren in vaj) verdooving verkeerd nao. i werkelijkheid maar enkele se conden, voor hij naar de plek rende waar de versplinterde wagens waren terecht geko men. Van alle kanten kwamen menschen, door het rumoer van den neerstortenden trein opgeschrikt, dwars door de korenvelden aan gesneld. in vollen bloei stond, boog hij met een on geduldige beweging een overhangenden tak van zich af. alsof de doordringende geur van de weelderige bloementrossen hem hin derde. Den heelen koorts a chtiged dat hij op het en waarvan hij koesterde. Maar door de hitte had hij°de taak die hij zich gestald had, niet kunnen afkrijgen en nu hij ontstemd en prikkelbaar door zijn tuintje liep, had hij het gevoel alsof hij vandaag met zijn ingespannen ar beid niets bereikt had. Het was vooral de ge laatsuitdrukking van de hoofdfiguur, die hem maar niet kon bevredigen. Nergens in den omtrek had hij een model kunnen vin den wier gezicht ook maar eenigszins over een kwam met dat. dat hij zich als ideaal gesteld had en met de weergave waarvan hij hoopte naam te zullen maken. ..Eva,, de moeder van al wat leeft”, had hij het schilderij genoemd. Het stelde een sahoone jonge vrouw voor, die lag uitge- strekt op een grasveld, omringd door jeugd. Kleurige vogels zweefden om haar hoofd of rustten op haar schouders, lammeren en jonge leeuwen dartelden om haar heenkin deren speelden in haar nabijheid. De compositie van het boek voldeed geheel aan wat hij zich daarvan had voorgesteld, maar het gezicht van de vrouwenfiguur had hem steeds weer teleurgesteld. Telkens en telken» had hij er aan veranderd, maar hij was er niet in geslaafd zijn ideaal te bena deren En nu. terwijl hij in een slecht humeur en °P horloge kijkend, concludeerde

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1931 | | pagina 1