IWEN
g
r
i,
fi
|i
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
We. 17585
Maandag 2 F<
eri 1031
08* Jaargang
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUW1JK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADD1NXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
Dit blad verschijnt dagelijks behalve opZon-en Feestdagen
DOODSVERACHTING EN HELDENMOED.
If
■F. 938
JRANT
UIT!
HOE VAN SPEYK IN DE LUCHT VLOOG.
EEN STORMACHTIGE FEBRUARI-NACHT.
-
ÏÏJING
jlijke aan-
BERGAMBACHT, BERKENWOUOE, BODEGRAVEN, 1 BOSKOOP, .GOÜDERAK. HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCARELLE,
I! I
Liefde laat zich niet dooden!
FEUILLETON.
-
135
m
ASp£)
nin
E
Nieuwe
8
zan
I Tel. 739
Het lijk van Van Speyk.
20
Olive’s besluit.
vrouw
BUREAU
I
ons in het
gepraaid
was
in de
van
en
acties zijn er
prijzen door
sn enz.
Speyk eerst alle
die hjj in zyn
kanonneerboot en het
- i de
-»* vw r ont-
Uit 'deze
men een
voor Van
M
GOIIDSCHE COIKAVI
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorg kring)
1—6 regels 1.30, elke regel meer f 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring:
16 regels 1.55, elke regel meer 0.80 Advertentiën in het Zaterdagnummer 20
bijslag op den prijs. Ldefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels 2.25, elke regel meer B.ML Op
de voorpagine 50 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bjj contract tot zeer gereduceerden
prjjs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boekhande
laren, Advertentiebureau! en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het
Bureau rijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te xjjn.
Neen, vader, heusch, dat is het niet. Ik
vind het vreeselijk om van u weg te gaan.
U bent altijd een schat voor mij geweest.
Maar moeder en ik zullen noodt met elkan
der kunnen opschieten wij hebben bedde
zoo absoluut verschillende opvattingen. En
werkelijk, vader, het ligt niet altijd aan mij
als wij oneenigheid hebben.
Olive, als gewoonlijk gezeten op de leu
ning van den bureaustoel Van haar vader
in diens kleine werkkamer, boog zich over
hem heen en kuste hem op het voorhoofd.
Dat moet ik eerlijk toegeven. Olive, dat
het niet altijd aan jou ligt, antwoordde me
neer Davidson, maar het blijft eeuwig
jammer, dat moeder en jij het voortdurend
oneens rijn.
De zaak komt eenvoudig hierop neer,
vader, ging het meisje voort, dat moeder
maar niet kan of wil begrijpen, dat ik mijn
leven op mijn eigen wijze wil in rich ten. En
dan die eeuwige verwijten, eiken dag op
nieuw, dat ik niet met Toby getrouwd ben,
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad ƒ8.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aaa ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
bü onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Telef. Interc. 82;
Redactie Telef. 83. Postrekening 48400.
f
huis tót een hel voor me, vader;
niet blijven, hoe verschrikkelijk L»
vind om van u weg te gaan
En toch had ik ook graag gezien, kind,
dat je met dien aardige jongen getrouwd
was, zuchtte meneer Davidson, terugkomend
op haar opmerking over Toby. Maar na
tuurlijk, als het je nu eenmaal onmogelijk
is
niet in is geslaagd de vlag naar beneden
te halen.
Zij moeten aan het touw hebben gestaan
toen Van Speyk de daad van groote zelf
opoffering volbracht. Het was helaas niet
te voorkomen dat ook velen van zijn
scheepsvolk den heldendood vonden. Maar
zyn daad staat onuitwisbaar gegrift in de
roemrijke annalen van onze geschiedenis.
De uitdrukking: „Dan maar liever de lucht
in”, is spreekwoordelijk geworden en is in
onze huidige omgangstaal nog een levend
begrip.
En al zullen de geschiedboeken op
school veranderen, de vermelding van het
feit, dat Van Speyk den 5en Februari 1831
voor Antwerpen met vriend en vijand in
de lucht vloog, zal niet verdwijnen.
De daad van Jan Caret Joseph
Speyk zal steeds in hooge eere blijven
ons volk tot in lengte zan dagen tot lich
tend voorbeeld strekken. 4-
L. G. MOBERLY.
Uit het Engelsch van
19 Nadruk verboden.
Wanneer zul je mijn vrouw worden
liefste? vroeg hij zacht.
Ik weak het niet Rupert, heusch, ik
weet het niet, antwoordde zij verschrikt.
■Te bant zoo ongeduldig
Waarom zou ik dat niet zijn? lachte
hij. Je praat alsof je bang bent om met
nie te trouwen. Waarom zouden we ona hu
welijk in vredesnaam uitstellen
Omdat omdat je mij eerst beter moet
lee5*® kennen, Rupert, klonk het gejaagd,
Het is bovendien heel goed mogelijk, dat
je gister mij heelemaal niet sympathiek
TOot - en jij kant mijn familie heelemaal
dat
voeten van
r, genade moest
130 bevond ik mij
el staande korvet
-Indische wateren,
waar ik een jaar had doorgebracht.
April aanvaardde ik om verschillende re
denen den tocht naar moederland.
In September bevonden wij
Kanaal en werden den 16den
door een Engelsche loodsboot en hoorden
toen, dat er een opstand in België
uitgebroken. Den volgenden dag
Noordzee werden wij door een Holland
sche loodsboot aangehouden, die het voor
ons in alle havens gereed liggenae bevel
bracht om inpiaats van, te Texel, te Vlis-
■singen binnen te vallenf Daar kwam ik 18
September aan. Na nieuwe manschappen
te 'hebben inge,nomen, kreeg ik bevel de
Schelde op te zeilen en post te vatten tus-
schen Ullo en Liefkenshoek. „De Komeet”
moest déze belangrijkeg kleine forten be
schermen, daar stroope^de en zwervende
muitelingen elk afgolëjfcn punt in gevaar
brachten- De toestand dier forten was in
één woord een kleine voorstelling van die
van het geheele land.
De bezetting bestond uit een veel groo-
ter getal Belgen dan Hollanders. Hun
reeds gebleken onwil deed, in tijd van nood
het ergste vermoeden, en zoo zag de Ma
joor van dér Vlist, niet dan met groote be
zorgdheid een onverhoedschen aanval te
gemoet, gevoelende dat hij zich nimmer
met eere zou kunnen verdedigen. Ik liet
niet na op verandering der bezetting aan
te dringen. Weldra vernam ik, dat deze
belangrijke posten niet meer aan twijfel
achtige gezindheid zouden toevertrouwd
worden. Op 2 October 1830 ontving ik or
der om myn positie te verlaten en de
Schelde op te stevenen naar Antwerpen.
Ik kwam er alzoo met een equipage, die
gedeeltelijk reeds veel geleden had door
de Indische tocht, gedeeltelijk mij geheel
vreemd was, met een schip, zooeven te
ruggekomen van een lange zeereis, waarop
het zeer veel had doorstaan.
De berichten van het. leger werden in
October 1830 al meer en meer ongunstig.
De troepen waren op den terugtocht naar
Antwerpen. De hen op de hielen volgende
muiters werden immer talryker en steeds
vermetelder. De onophoudelijke bevelen
tot terugtrekken, ook zelfs na een behaald
voordeel, brachten echter die ontmoedi
ging teweeg, welke de soldaten van elk
volk jn dergelyke omstandigheden heeft
gekenmerkt
Het bevel van hooger hand tot scheiding
der Belgen en Noord-Nederlanders, bracht
een aanmerkelijke dunning in de gelederen
en veroorzaakte een desorganisatie, ter
wijl de met ontslag vertrokken Belgen,
by'na onmiddellijk de gelederen van den
vijand versterkten.
HOOFDSTUK XII.
De Franc-Tireurs van 1831.
Den 27en October brak aan .De oproer-
vlftg woei van de voornaamste gebouwen.
De straten waren aan alle zijden versperd;
achter de barricaden ontdekte men op
schildwacht staande, in blauwe kielen ge
hulde oproerlingen. Tengevolge van den
gesloten overeenkomst zouden de vijan
delijkheden gestaakt worden en gaf gene
raal Chassé bevel tot het terugtrekken der
troepen op de citadel. Maar bij dezen terug
tocht werden alle genomen krijgsgebrui
ken met voeten getreden. De door enge
straten trekkende soldaten werden uit alle
hoeken meestal door verborgen hand ge
troffen.
De inrukkende Brusselsche opperhoof
den vertraagden een onderhandeling,
wenschten een andere overeenkomst. Ge
neraal Chassé, verleende een afgevaardig
de, Kessels, gehoor. Deze sloeg voor de
citadel met geweer en wapens te verlaten,
doch onder voorwaarde, dat niet meer dan
'l'üp man tegelijk de stad zouden dóórtrek
ken, begeleid door even zoo vele Belgen en
dat de vloot zou overgegeven worden.
Verontwaardigd over déze ongehoorde
stoutheid gelastte de Generaal den spre
ker rich onmiddellijk te verwijderen, en
zei hem dat hij na beëindiging der wapen
stilstand om vier uur de schuldige stad
zou laten boeten voor haar dwaasheid en
voor den aan de terugtrekkende soldaten
door haar gepleegden gruwel.
Inmiddels was het escader voor de stad
met nog drie kanonneerbooten versterkt,
waaronder die onder bevel van Van Speyk.
Ondanks dien wapenstilstand trok het
gepeupel schietend voorwaarts. Vele man
en dat schampere praten over mijn wérk en
mijn studie! O, ze maakt het leven hier in
ik’ het ook
ct. per pond
et. per pond
ct. per pond
ct. per pond
ct. per 14 p.
ct. per h p.
ct. per
ct. per
ct. per y2p.
ct. per #2 p.
50
72 P-
VaP-
•6 P>
tot zyn scheepsvolk gezegd, dat hij liever
zijn schip in de lucht zou laten springen,
dan het aan den vijand over te geven.
Het is te begrijpen dat door de verwar
ring, die daarop ontstond, de berichten
van hetgeen nu volgde, niet alle overeen-
•Stemden.
Volgens sommigen zou van Speyk met
een mondende sigaar het kruit hebben
aangestoken, anderen achten het het meest
waarschijnlijk, dat hij het heeft ontstoken
met één der geweren of pistolen, die zich
rn de kajuit bevonden of met zijn zak
pistool, dat gewoonlijk in de kajuit onder
den spiegel hing.
Volgens de verhalen van de vijf overle
venden, blijkt dat Van
middelen heeft beproefd,
macht had om de
scheepsvolk te oehouden. Hij heeft aar*
schepelingen gelegenheid gegeven te’o
komen en hun leven te redden. Ui. d.
mededéelingep, blijkt ook dat
groote zedelijke waardeering
Speyk’s heldendaad kan hebben, omdat hy
vóór en ,bij de uitvoering, ernstig, bedaard
en kahn van ziel is geweest en inderdaad
Christelijke heldenmoed heeft betoond.
Ook de verklaringen der overlevenden
over het neerhalen van de Hollandsche
vlag, zijn vrijwel alle gelijkluidend. Het
en op plechtstatige wijde in de
Kerk te Amsterdam begaven.
Wat aan Van Speyk's daad
voorafging
door
wijlen Vice-AdmiraaM.C.Koopman
Bevelhebber der ftederlandeche Vloot voor
Antwerpen In 1831.
wend de i verraderlijke stad
zoodanig getuchtigd, dat zy,
kruipende aan dq^ voeten van de
Hollandsche Leef
af smeken :,f
In het voorjaar van
met het onder mijn b
„De Komeet” in de Oc
Hij stierf den heldendood
Ik zag, dat de kanonneerboot No. 2,
waarover Van Speyk bevel voerde, door
den onstuimigen wind uit den koers dreef,
een poging om door den wind te geraken,
zette de boot eindelijk, juist bij het fort
„Sint Laurent”, een oud steenen fort bij
de bassin en destijds onbewapend, op den
wal. Van het Vlaamsche Hoofd zagen myn
oogen, die immer de boot volgde, een dui
zend koppige menigte naar de plaats toe
snellen. Ik begaf mij onmiddellijk in mijn
baar schijnen, maar ook kan mij niet geluk
kig en tevreden voelen,, wanneer ik hier
van ’s morgens vroeg tot ’0 avonds Iaat
mijn tijd verbeuzel en bovendien nog voort
durend door moeder geplaagd word met
kleingeestige aanmerkingen. Niemand heeft
mij hier noodig. Moeder is gelukkig door en
door gezond ze heeft toch warempel geen
drie dochters als hulpjes in de huishouding
noodig? Maar haar heele verzet is alleen
een gevolg van het feit, dat ze niet hebben
kan dat ik onafhankelijk ben. Zij heeft Be
ver een dochter zonder eigen oordeel die in
alles naar haar pijpen danst en ja en amen
zegt op alles wat ze beweert dan een die
haar beat doet om door eigen kracht vooruit
te komen en wat te worden in de wereld.
Meneer Davidson schudde afkeurend het
hoofd.
Je mag niet zoo over je moeder praten,
bestrafte hij haar op rijn zachte manier.
Ze handelt in elk geval voor je bestwil
zooals zij dat opvat, en ze kan zich op haar
leeftijd niet meer radicaal veranderen. We
moeten haar nemen zooals zij is met haar
eigenaardigheden ze meent het goed met
ons allemaal! Wordt vervolgd.
Ik wil carrière maken, dat heb ik u
al zoo dikwijls gezegd, viel ze haar vader
in de rede. En ik schoot zoo prachtig op
niet mijn werk, voegde zij er verdrietig
aan toe, totdat moeder begon mij dag
aan dag doodzenuwachtig te maken met
haar gezeur. Niemand, vader, kan hersen
arbeid verrichten in 'n atmosfeer, zooals
moeder om mij geschapen heeft.
En denk je nu inderdaad, dat je nooit
een, eh... een nestvogeltje zoudt kunnen
worden? vroeg haar vader aarzelend.
Olive lachte.
Daa/hebben wij het al zoo dikwijls
over gehad. weerde ze af. Luistert u nu
eens vaderAik wil niet brutaal of ondank-
Zondag, den 17en October schenen de
aanlegger» van het oproer het voornemen
te hebben het oogenblik der uitbarsting te
verhaasten. Op de z.g, Vleeschhal zag ik
eensklaps de Brabantsche kleuren geplant.
Jntusschen deed in de stad het gerucht de
rond», dat twee Walen aan een ra waren
opgehangen, omdat deze verklaarden niet
tegen hun landgenooten te willen vechten.
De korvet Proserpina, was de bodem, die
men daarvan beschuldigde. Men meende in
Wee te drogen hangende hangmatten de
bedde vermoorde Walen te zien. Inmiddels
was de Prims van Oranje na den terugtocht
van zijn broeder uit Brussel, omringd
door Belgische edelen hem door den Eo-
ning toegevoegd naar Antwerpen geko
men. Aangespoord door enkelen hunner
liet de Prins de gevangenen, die op het tot
ponton ingerichte koopvaardijschip Del-
phine werden opgesloten, in vrijheid stel
len.
Zondag, den 24en October hoorde men
het gedonder van het geschut in de nabij
heid der stad. Tegen den avond kon men
reeds geweerschoten onderscheiden. Toen
stonden ternauwernood vijftienhonderd der
onzen tegenover een menigte, welke onaf
zienbaar langs de velden en over de
straatwegen zich uitstrekte.
Door klokgelui in den omtrek werd nog
ineer gespuis te wapen geroepen. Dinsdag
brak al de razemy der volksstaat over
Antwerpen los. Een vaartuig met wapens
geladen, dat den vloed afwachtte om naar
Holland te vertrekken en waarop slechts
enkele manschappen aanwezig waren,
werd overmeesterd en geblunderd. Het ge
peupel ging met de geroofde wapenen in
allery de stad in.
Een gedeelte van het lyk van Vhn
Speyk was door de muitelingen in het hos
pitaal te Antwerpen gebracht. Zyn ridder
kruis was onder de overblijfselen der ka
juit van zyn kanonneerboot gevonden. 16
Februari werd door een commissie uit de
Kamer van Koophandel, in een sloep met
witte vlag, met inachtneming van allen
eerbied, de zoo kostbare overblijfselen aan
Vice-Admiraal Koopman in een kistje over
handigd. Hierin waren aanwezig de bo
venste gedeelten van de romp van den
grooten held, ter wering van bederf in
brandewijn vervat, benevens het in de ka
juit gevonden door de ontploffing gedeel
telijk venschroeide ridderkruis Het stoffe
lijk overschot werd naar Holland vervoerd
niet!
Mijn zuster hoeft niet met je te trou
wen En zooals je mij verteld hebt, heb jij
oneenigheid met je familie gehad, dus daar
over hoeven wij one ook niet druk te ma
ken.
Dat is betrekkelijk, zei Eva aarzelend.
Van mijn oom, houd ik heel veel, maar
mijn tante brr.En dan is er nog een
nichtje dat ik erg graag mag. Maar met het
oog op die vreesélijke tante wil ik toch lie
ver niets meer met mijn familie te maken
hebben en ze hoeven dus ook niets van
onze verloving af te weten, Rupert. Ik wil
niets liever dan heelemaal met het. verleden
breken
Je kunt rustig een streep door het ver
leden halen. We trouwen in alle stilte en
we blijven hier wonen - als jij dat tenmin
ste goed vindt.
Goedvinden’ herhaalde rij hartstoehte-
lijk, ik wil niets liever dan hier rustig
met jou blijven wonen en alles vergeten wat
ik beleefd heb, voordat ik jou plotseling
voor mij zag staan.
„Onze geest is voor den Koning
ons bloed is veil voor de handhaving
van de vlag. Sterven of winnen zij
onze leus, ons best te doen met Gods
hulp, het heilig voornemen.”
VAN SPEYK. x
De stormwind gierde over de Schelde in
den nacht van 'i op B Februari, van het
zoo rumoerige jaar 1831. De rivier was
nog gedeeltelijk overdekt met dryfijs.
dat gedurendte eenige weken had vastge
zeten. In dien nacht was het alsof de wol
ken stroomen water uitgoten! De hagel
kletterde en de golven sloegen hoog op in
de woeste rivier. De Opperbevelhebber
van Z. M. Zeemacht Vice-Admiraal Koop
man, had juist het bevel uitgevaardigd,
dat de schepen, die zich op den Vlaam-
schen wal in veiligheid hadden gebracht,
nu de dooi het ys had doen verdwijnen,
weër naar hun post moesten terugkeeren.
De kanonneerboot no. 2, onder commando
van den jongen officier van Speyk was
het dorp Austruweel tot ligplaats aange
wezen. Met veel moeite werkte Van Speyk
met zijn schip tegen den wind op en
kwam aldaar gelukkig ten anker. Een
woedende stormvlaag uit het N.-Westen
rukte de boot echter los en geen mensche-
lijke kracht kon de natuur over winnen.
Het roer weigerde te gehoorzamen, de j-»’ ZT V-
vwa Stöég de zeilen, dë boot school
voort envloog niet ver van het bassin
by het zoogenaamde waterbatterytje, met
den achtersteven op den wal, waardoor
ook het geschut niet kon werken.
Het was inmiddels Zaterdag den 5en
Februari geworden en 10 uur in den mor
gen. Nauwelijks zat het schip aan den
grond of er kwam reeds een hoop muitend
gepeupel toeloopen, om zich van het schip
meester te maken.
Ondanks den wapenstilstand begon het
Antwerpsch gemeen te razen en te schel
den en niettegenstaande de witte vlag van
den toren en van de Citadel woei, dreigden
zy het schip van Van Speyk te beklimmen,
Men houdt hen nog af. Maar dan nadert
een vrijcorps, dat de wacht bij de poorten
had. Men gelooft, dat zij het grauw zullen
verdrijven. Neen echter! Zy roepen Van
Speyk toe, dat hij rich zou overgeven.
Vastberaden gaf de jonge officier toen
dadelijk bevel om de sloep uit te zetten,
en een tros uit te brengen, ten einde de
kanonneerboot van wal te kunnen halen.
'Doch de muitelingen beletten dit-
„Ons die boot, omlaag die vlag!'
schreeuwde het woest gemeen. „Haal uw
papieren, toon ons uw lastbrief,” riep men
hem toe.
Spoedig daarop kwamen twee muitende
„officieren” of „onderofficieren” vergezeld
van eenige manschappen aan boord en ver
zochten den commandant te spreken.
1 Het grauw nam intusschen een steeds
dreigender houding aan.
Toen Van Speyk dit hoorde, zedde hjj
kalm: „iWacht maar een oogenblik, ik zal
je myne papieren laten zien.”
Het schynt dat Van Speyk hierna eenige
oogenblikken heeft overwogen wat hem te
do?n stond. Hij had vroeger meer dan eens
Wie deze wereld niet in volmaakte rust
en vertrouwen vermag te verlaten, ts niet
tot het ware inzicht gekomen.
schappen vielen dood of gekwetst ter aar
de. Doch daar die opperbevelhebber zich
aan zijn woord iiield werd tot vier uur niet
geschoten. De vyand werd daardoor nog
brutaler, nam ook de marine in zijn spel
op en opende een dichten kogelregen over
de open kanonneerbooten. Immer verme
teler werden de vijanden. Een stuk ge
schut werd voor de poort der Chantier ge
plaatst en liet eerste kanonschot vloog
dwarsdoor de poort. Een tweede schot
vplgde en die muitelingen stormden naar
binnen.
De witte vlag werd helaas door de op
standelingen dikwerf grof beleedigd. Zoo
was op den 19den December 1830 ons
schip ,*De Komeet” bijna tegen de kade
der stad gedreven, toen een juichend toe- -
gesnelde losbandige menigte, met helsche
vreugde in het hart zich gereed hield om,
indien het vaartuig tegen den wal mocht
geraken, er op cc springen en ons te over*
weldigeai. Een mijner officieren, de brave
luitenant der le klasse Voigt, stelde mij
voor en verklaarde zich bereid, met een
brandende lont plaats te nemen vóór de
welgevulde kruitkamer, om, indieh het ge
spuis aan boord mocht komen, op mijn
eerste order, den braad in het kruit te
steken en den bodem in de lucht te laten
springen. Ik gaf toeroepender wyze aan
den zich Generaal noemenden Van der
Smissen, dien ik op de kade onderscheidde
kennis van ons voornemen, dat zich niet
alleen tt een bedreiging bepaalde, maar in
werkelijkheid zou overgaan, indien men
het ondernam ons aan te randen. Het
moest een onberekenbare schade aan de
stad zelve hebben toegebraeht. De nw
raad buskruit, die zich aan boord bevond
was aanzienlijk. Gelukkig bedaarde de
Stormvlaag en kwam ik met „De Komeet”
weder op stroom. Na dit gebeurde hadden
de officieren, commandant der respectie
velijke schepen elkander beloofd, hunne
bodems niet over te geven, maar liever die
zelf, met zich, in de lucht doen vliegen.
De controle op de te Antwerpen binnen
komende vaartuigen duurde voort. Den
lien Januari 1831 waagde het echter een
klein binnenvaartuig, aan dezen order niet
te voldoen. Om deze overtreding te straf
fen, werd van de kanonneerboot 9 een ko
gel van 8 pond afgeschoten, (He echter
niemand kwetste. Daarna werd aan Van
Speyk de order gegeven zich in het ver
volg voor Austruweel te posten. Hierdoor
zou kunnen worden voorkomen, dat eenig
vaartuig onaangemeld aan de kade ging
meeren.
Door grooten ijsgang in de Schelde
moesten de schepen verlegd worden, doch
den 4en Februari was de rivier genoeg-
1 zaam vry van drjjfys en werd de flotille
weer op stroom gehaald. In den morgen
van deai 5en Februari werd aan dit bevel
gevolg gegeven.