IWEN g r i, fi |i NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN We. 17585 Maandag 2 F< eri 1031 08* Jaargang NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUW1JK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADD1NXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. Dit blad verschijnt dagelijks behalve opZon-en Feestdagen DOODSVERACHTING EN HELDENMOED. If ■F. 938 JRANT UIT! HOE VAN SPEYK IN DE LUCHT VLOOG. EEN STORMACHTIGE FEBRUARI-NACHT. - ÏÏJING jlijke aan- BERGAMBACHT, BERKENWOUOE, BODEGRAVEN, 1 BOSKOOP, .GOÜDERAK. HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCARELLE, I! I Liefde laat zich niet dooden! FEUILLETON. - 135 m ASp£) nin E Nieuwe 8 zan I Tel. 739 Het lijk van Van Speyk. 20 Olive’s besluit. vrouw BUREAU I ons in het gepraaid was in de van en acties zijn er prijzen door sn enz. Speyk eerst alle die hjj in zyn kanonneerboot en het - i de -»* vw r ont- Uit 'deze men een voor Van M GOIIDSCHE COIKAVI ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorg kring) 1—6 regels 1.30, elke regel meer f 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 16 regels 1.55, elke regel meer 0.80 Advertentiën in het Zaterdagnummer 20 bijslag op den prijs. Ldefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels 2.25, elke regel meer B.ML Op de voorpagine 50 hooger. Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bjj contract tot zeer gereduceerden prjjs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boekhande laren, Advertentiebureau! en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het Bureau rijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te xjjn. Neen, vader, heusch, dat is het niet. Ik vind het vreeselijk om van u weg te gaan. U bent altijd een schat voor mij geweest. Maar moeder en ik zullen noodt met elkan der kunnen opschieten wij hebben bedde zoo absoluut verschillende opvattingen. En werkelijk, vader, het ligt niet altijd aan mij als wij oneenigheid hebben. Olive, als gewoonlijk gezeten op de leu ning van den bureaustoel Van haar vader in diens kleine werkkamer, boog zich over hem heen en kuste hem op het voorhoofd. Dat moet ik eerlijk toegeven. Olive, dat het niet altijd aan jou ligt, antwoordde me neer Davidson, maar het blijft eeuwig jammer, dat moeder en jij het voortdurend oneens rijn. De zaak komt eenvoudig hierop neer, vader, ging het meisje voort, dat moeder maar niet kan of wil begrijpen, dat ik mijn leven op mijn eigen wijze wil in rich ten. En dan die eeuwige verwijten, eiken dag op nieuw, dat ik niet met Toby getrouwd ben, ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad ƒ8.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aaa ons Bureau: MARKT 31, GOUDA, bü onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie Telef. Interc. 82; Redactie Telef. 83. Postrekening 48400. f huis tót een hel voor me, vader; niet blijven, hoe verschrikkelijk L» vind om van u weg te gaan En toch had ik ook graag gezien, kind, dat je met dien aardige jongen getrouwd was, zuchtte meneer Davidson, terugkomend op haar opmerking over Toby. Maar na tuurlijk, als het je nu eenmaal onmogelijk is niet in is geslaagd de vlag naar beneden te halen. Zij moeten aan het touw hebben gestaan toen Van Speyk de daad van groote zelf opoffering volbracht. Het was helaas niet te voorkomen dat ook velen van zijn scheepsvolk den heldendood vonden. Maar zyn daad staat onuitwisbaar gegrift in de roemrijke annalen van onze geschiedenis. De uitdrukking: „Dan maar liever de lucht in”, is spreekwoordelijk geworden en is in onze huidige omgangstaal nog een levend begrip. En al zullen de geschiedboeken op school veranderen, de vermelding van het feit, dat Van Speyk den 5en Februari 1831 voor Antwerpen met vriend en vijand in de lucht vloog, zal niet verdwijnen. De daad van Jan Caret Joseph Speyk zal steeds in hooge eere blijven ons volk tot in lengte zan dagen tot lich tend voorbeeld strekken. 4- L. G. MOBERLY. Uit het Engelsch van 19 Nadruk verboden. Wanneer zul je mijn vrouw worden liefste? vroeg hij zacht. Ik weak het niet Rupert, heusch, ik weet het niet, antwoordde zij verschrikt. ■Te bant zoo ongeduldig Waarom zou ik dat niet zijn? lachte hij. Je praat alsof je bang bent om met nie te trouwen. Waarom zouden we ona hu welijk in vredesnaam uitstellen Omdat omdat je mij eerst beter moet lee5*® kennen, Rupert, klonk het gejaagd, Het is bovendien heel goed mogelijk, dat je gister mij heelemaal niet sympathiek TOot - en jij kant mijn familie heelemaal dat voeten van r, genade moest 130 bevond ik mij el staande korvet -Indische wateren, waar ik een jaar had doorgebracht. April aanvaardde ik om verschillende re denen den tocht naar moederland. In September bevonden wij Kanaal en werden den 16den door een Engelsche loodsboot en hoorden toen, dat er een opstand in België uitgebroken. Den volgenden dag Noordzee werden wij door een Holland sche loodsboot aangehouden, die het voor ons in alle havens gereed liggenae bevel bracht om inpiaats van, te Texel, te Vlis- ■singen binnen te vallenf Daar kwam ik 18 September aan. Na nieuwe manschappen te 'hebben inge,nomen, kreeg ik bevel de Schelde op te zeilen en post te vatten tus- schen Ullo en Liefkenshoek. „De Komeet” moest déze belangrijkeg kleine forten be schermen, daar stroope^de en zwervende muitelingen elk afgolëjfcn punt in gevaar brachten- De toestand dier forten was in één woord een kleine voorstelling van die van het geheele land. De bezetting bestond uit een veel groo- ter getal Belgen dan Hollanders. Hun reeds gebleken onwil deed, in tijd van nood het ergste vermoeden, en zoo zag de Ma joor van dér Vlist, niet dan met groote be zorgdheid een onverhoedschen aanval te gemoet, gevoelende dat hij zich nimmer met eere zou kunnen verdedigen. Ik liet niet na op verandering der bezetting aan te dringen. Weldra vernam ik, dat deze belangrijke posten niet meer aan twijfel achtige gezindheid zouden toevertrouwd worden. Op 2 October 1830 ontving ik or der om myn positie te verlaten en de Schelde op te stevenen naar Antwerpen. Ik kwam er alzoo met een equipage, die gedeeltelijk reeds veel geleden had door de Indische tocht, gedeeltelijk mij geheel vreemd was, met een schip, zooeven te ruggekomen van een lange zeereis, waarop het zeer veel had doorstaan. De berichten van het. leger werden in October 1830 al meer en meer ongunstig. De troepen waren op den terugtocht naar Antwerpen. De hen op de hielen volgende muiters werden immer talryker en steeds vermetelder. De onophoudelijke bevelen tot terugtrekken, ook zelfs na een behaald voordeel, brachten echter die ontmoedi ging teweeg, welke de soldaten van elk volk jn dergelyke omstandigheden heeft gekenmerkt Het bevel van hooger hand tot scheiding der Belgen en Noord-Nederlanders, bracht een aanmerkelijke dunning in de gelederen en veroorzaakte een desorganisatie, ter wijl de met ontslag vertrokken Belgen, by'na onmiddellijk de gelederen van den vijand versterkten. HOOFDSTUK XII. De Franc-Tireurs van 1831. Den 27en October brak aan .De oproer- vlftg woei van de voornaamste gebouwen. De straten waren aan alle zijden versperd; achter de barricaden ontdekte men op schildwacht staande, in blauwe kielen ge hulde oproerlingen. Tengevolge van den gesloten overeenkomst zouden de vijan delijkheden gestaakt worden en gaf gene raal Chassé bevel tot het terugtrekken der troepen op de citadel. Maar bij dezen terug tocht werden alle genomen krijgsgebrui ken met voeten getreden. De door enge straten trekkende soldaten werden uit alle hoeken meestal door verborgen hand ge troffen. De inrukkende Brusselsche opperhoof den vertraagden een onderhandeling, wenschten een andere overeenkomst. Ge neraal Chassé, verleende een afgevaardig de, Kessels, gehoor. Deze sloeg voor de citadel met geweer en wapens te verlaten, doch onder voorwaarde, dat niet meer dan 'l'üp man tegelijk de stad zouden dóórtrek ken, begeleid door even zoo vele Belgen en dat de vloot zou overgegeven worden. Verontwaardigd over déze ongehoorde stoutheid gelastte de Generaal den spre ker rich onmiddellijk te verwijderen, en zei hem dat hij na beëindiging der wapen stilstand om vier uur de schuldige stad zou laten boeten voor haar dwaasheid en voor den aan de terugtrekkende soldaten door haar gepleegden gruwel. Inmiddels was het escader voor de stad met nog drie kanonneerbooten versterkt, waaronder die onder bevel van Van Speyk. Ondanks dien wapenstilstand trok het gepeupel schietend voorwaarts. Vele man en dat schampere praten over mijn wérk en mijn studie! O, ze maakt het leven hier in ik’ het ook ct. per pond et. per pond ct. per pond ct. per pond ct. per 14 p. ct. per h p. ct. per ct. per ct. per y2p. ct. per #2 p. 50 72 P- VaP- •6 P> tot zyn scheepsvolk gezegd, dat hij liever zijn schip in de lucht zou laten springen, dan het aan den vijand over te geven. Het is te begrijpen dat door de verwar ring, die daarop ontstond, de berichten van hetgeen nu volgde, niet alle overeen- •Stemden. Volgens sommigen zou van Speyk met een mondende sigaar het kruit hebben aangestoken, anderen achten het het meest waarschijnlijk, dat hij het heeft ontstoken met één der geweren of pistolen, die zich rn de kajuit bevonden of met zijn zak pistool, dat gewoonlijk in de kajuit onder den spiegel hing. Volgens de verhalen van de vijf overle venden, blijkt dat Van middelen heeft beproefd, macht had om de scheepsvolk te oehouden. Hij heeft aar* schepelingen gelegenheid gegeven te’o komen en hun leven te redden. Ui. d. mededéelingep, blijkt ook dat groote zedelijke waardeering Speyk’s heldendaad kan hebben, omdat hy vóór en ,bij de uitvoering, ernstig, bedaard en kahn van ziel is geweest en inderdaad Christelijke heldenmoed heeft betoond. Ook de verklaringen der overlevenden over het neerhalen van de Hollandsche vlag, zijn vrijwel alle gelijkluidend. Het en op plechtstatige wijde in de Kerk te Amsterdam begaven. Wat aan Van Speyk's daad voorafging door wijlen Vice-AdmiraaM.C.Koopman Bevelhebber der ftederlandeche Vloot voor Antwerpen In 1831. wend de i verraderlijke stad zoodanig getuchtigd, dat zy, kruipende aan dq^ voeten van de Hollandsche Leef af smeken :,f In het voorjaar van met het onder mijn b „De Komeet” in de Oc Hij stierf den heldendood Ik zag, dat de kanonneerboot No. 2, waarover Van Speyk bevel voerde, door den onstuimigen wind uit den koers dreef, een poging om door den wind te geraken, zette de boot eindelijk, juist bij het fort „Sint Laurent”, een oud steenen fort bij de bassin en destijds onbewapend, op den wal. Van het Vlaamsche Hoofd zagen myn oogen, die immer de boot volgde, een dui zend koppige menigte naar de plaats toe snellen. Ik begaf mij onmiddellijk in mijn baar schijnen, maar ook kan mij niet geluk kig en tevreden voelen,, wanneer ik hier van ’s morgens vroeg tot ’0 avonds Iaat mijn tijd verbeuzel en bovendien nog voort durend door moeder geplaagd word met kleingeestige aanmerkingen. Niemand heeft mij hier noodig. Moeder is gelukkig door en door gezond ze heeft toch warempel geen drie dochters als hulpjes in de huishouding noodig? Maar haar heele verzet is alleen een gevolg van het feit, dat ze niet hebben kan dat ik onafhankelijk ben. Zij heeft Be ver een dochter zonder eigen oordeel die in alles naar haar pijpen danst en ja en amen zegt op alles wat ze beweert dan een die haar beat doet om door eigen kracht vooruit te komen en wat te worden in de wereld. Meneer Davidson schudde afkeurend het hoofd. Je mag niet zoo over je moeder praten, bestrafte hij haar op rijn zachte manier. Ze handelt in elk geval voor je bestwil zooals zij dat opvat, en ze kan zich op haar leeftijd niet meer radicaal veranderen. We moeten haar nemen zooals zij is met haar eigenaardigheden ze meent het goed met ons allemaal! Wordt vervolgd. Ik wil carrière maken, dat heb ik u al zoo dikwijls gezegd, viel ze haar vader in de rede. En ik schoot zoo prachtig op niet mijn werk, voegde zij er verdrietig aan toe, totdat moeder begon mij dag aan dag doodzenuwachtig te maken met haar gezeur. Niemand, vader, kan hersen arbeid verrichten in 'n atmosfeer, zooals moeder om mij geschapen heeft. En denk je nu inderdaad, dat je nooit een, eh... een nestvogeltje zoudt kunnen worden? vroeg haar vader aarzelend. Olive lachte. Daa/hebben wij het al zoo dikwijls over gehad. weerde ze af. Luistert u nu eens vaderAik wil niet brutaal of ondank- Zondag, den 17en October schenen de aanlegger» van het oproer het voornemen te hebben het oogenblik der uitbarsting te verhaasten. Op de z.g, Vleeschhal zag ik eensklaps de Brabantsche kleuren geplant. Jntusschen deed in de stad het gerucht de rond», dat twee Walen aan een ra waren opgehangen, omdat deze verklaarden niet tegen hun landgenooten te willen vechten. De korvet Proserpina, was de bodem, die men daarvan beschuldigde. Men meende in Wee te drogen hangende hangmatten de bedde vermoorde Walen te zien. Inmiddels was de Prims van Oranje na den terugtocht van zijn broeder uit Brussel, omringd door Belgische edelen hem door den Eo- ning toegevoegd naar Antwerpen geko men. Aangespoord door enkelen hunner liet de Prins de gevangenen, die op het tot ponton ingerichte koopvaardijschip Del- phine werden opgesloten, in vrijheid stel len. Zondag, den 24en October hoorde men het gedonder van het geschut in de nabij heid der stad. Tegen den avond kon men reeds geweerschoten onderscheiden. Toen stonden ternauwernood vijftienhonderd der onzen tegenover een menigte, welke onaf zienbaar langs de velden en over de straatwegen zich uitstrekte. Door klokgelui in den omtrek werd nog ineer gespuis te wapen geroepen. Dinsdag brak al de razemy der volksstaat over Antwerpen los. Een vaartuig met wapens geladen, dat den vloed afwachtte om naar Holland te vertrekken en waarop slechts enkele manschappen aanwezig waren, werd overmeesterd en geblunderd. Het ge peupel ging met de geroofde wapenen in allery de stad in. Een gedeelte van het lyk van Vhn Speyk was door de muitelingen in het hos pitaal te Antwerpen gebracht. Zyn ridder kruis was onder de overblijfselen der ka juit van zyn kanonneerboot gevonden. 16 Februari werd door een commissie uit de Kamer van Koophandel, in een sloep met witte vlag, met inachtneming van allen eerbied, de zoo kostbare overblijfselen aan Vice-Admiraal Koopman in een kistje over handigd. Hierin waren aanwezig de bo venste gedeelten van de romp van den grooten held, ter wering van bederf in brandewijn vervat, benevens het in de ka juit gevonden door de ontploffing gedeel telijk venschroeide ridderkruis Het stoffe lijk overschot werd naar Holland vervoerd niet! Mijn zuster hoeft niet met je te trou wen En zooals je mij verteld hebt, heb jij oneenigheid met je familie gehad, dus daar over hoeven wij one ook niet druk te ma ken. Dat is betrekkelijk, zei Eva aarzelend. Van mijn oom, houd ik heel veel, maar mijn tante brr.En dan is er nog een nichtje dat ik erg graag mag. Maar met het oog op die vreesélijke tante wil ik toch lie ver niets meer met mijn familie te maken hebben en ze hoeven dus ook niets van onze verloving af te weten, Rupert. Ik wil niets liever dan heelemaal met het. verleden breken Je kunt rustig een streep door het ver leden halen. We trouwen in alle stilte en we blijven hier wonen - als jij dat tenmin ste goed vindt. Goedvinden’ herhaalde rij hartstoehte- lijk, ik wil niets liever dan hier rustig met jou blijven wonen en alles vergeten wat ik beleefd heb, voordat ik jou plotseling voor mij zag staan. „Onze geest is voor den Koning ons bloed is veil voor de handhaving van de vlag. Sterven of winnen zij onze leus, ons best te doen met Gods hulp, het heilig voornemen.” VAN SPEYK. x De stormwind gierde over de Schelde in den nacht van 'i op B Februari, van het zoo rumoerige jaar 1831. De rivier was nog gedeeltelijk overdekt met dryfijs. dat gedurendte eenige weken had vastge zeten. In dien nacht was het alsof de wol ken stroomen water uitgoten! De hagel kletterde en de golven sloegen hoog op in de woeste rivier. De Opperbevelhebber van Z. M. Zeemacht Vice-Admiraal Koop man, had juist het bevel uitgevaardigd, dat de schepen, die zich op den Vlaam- schen wal in veiligheid hadden gebracht, nu de dooi het ys had doen verdwijnen, weër naar hun post moesten terugkeeren. De kanonneerboot no. 2, onder commando van den jongen officier van Speyk was het dorp Austruweel tot ligplaats aange wezen. Met veel moeite werkte Van Speyk met zijn schip tegen den wind op en kwam aldaar gelukkig ten anker. Een woedende stormvlaag uit het N.-Westen rukte de boot echter los en geen mensche- lijke kracht kon de natuur over winnen. Het roer weigerde te gehoorzamen, de j-»’ ZT V- vwa Stöég de zeilen, dë boot school voort envloog niet ver van het bassin by het zoogenaamde waterbatterytje, met den achtersteven op den wal, waardoor ook het geschut niet kon werken. Het was inmiddels Zaterdag den 5en Februari geworden en 10 uur in den mor gen. Nauwelijks zat het schip aan den grond of er kwam reeds een hoop muitend gepeupel toeloopen, om zich van het schip meester te maken. Ondanks den wapenstilstand begon het Antwerpsch gemeen te razen en te schel den en niettegenstaande de witte vlag van den toren en van de Citadel woei, dreigden zy het schip van Van Speyk te beklimmen, Men houdt hen nog af. Maar dan nadert een vrijcorps, dat de wacht bij de poorten had. Men gelooft, dat zij het grauw zullen verdrijven. Neen echter! Zy roepen Van Speyk toe, dat hij rich zou overgeven. Vastberaden gaf de jonge officier toen dadelijk bevel om de sloep uit te zetten, en een tros uit te brengen, ten einde de kanonneerboot van wal te kunnen halen. 'Doch de muitelingen beletten dit- „Ons die boot, omlaag die vlag!' schreeuwde het woest gemeen. „Haal uw papieren, toon ons uw lastbrief,” riep men hem toe. Spoedig daarop kwamen twee muitende „officieren” of „onderofficieren” vergezeld van eenige manschappen aan boord en ver zochten den commandant te spreken. 1 Het grauw nam intusschen een steeds dreigender houding aan. Toen Van Speyk dit hoorde, zedde hjj kalm: „iWacht maar een oogenblik, ik zal je myne papieren laten zien.” Het schynt dat Van Speyk hierna eenige oogenblikken heeft overwogen wat hem te do?n stond. Hij had vroeger meer dan eens Wie deze wereld niet in volmaakte rust en vertrouwen vermag te verlaten, ts niet tot het ware inzicht gekomen. schappen vielen dood of gekwetst ter aar de. Doch daar die opperbevelhebber zich aan zijn woord iiield werd tot vier uur niet geschoten. De vyand werd daardoor nog brutaler, nam ook de marine in zijn spel op en opende een dichten kogelregen over de open kanonneerbooten. Immer verme teler werden de vijanden. Een stuk ge schut werd voor de poort der Chantier ge plaatst en liet eerste kanonschot vloog dwarsdoor de poort. Een tweede schot vplgde en die muitelingen stormden naar binnen. De witte vlag werd helaas door de op standelingen dikwerf grof beleedigd. Zoo was op den 19den December 1830 ons schip ,*De Komeet” bijna tegen de kade der stad gedreven, toen een juichend toe- - gesnelde losbandige menigte, met helsche vreugde in het hart zich gereed hield om, indien het vaartuig tegen den wal mocht geraken, er op cc springen en ons te over* weldigeai. Een mijner officieren, de brave luitenant der le klasse Voigt, stelde mij voor en verklaarde zich bereid, met een brandende lont plaats te nemen vóór de welgevulde kruitkamer, om, indieh het ge spuis aan boord mocht komen, op mijn eerste order, den braad in het kruit te steken en den bodem in de lucht te laten springen. Ik gaf toeroepender wyze aan den zich Generaal noemenden Van der Smissen, dien ik op de kade onderscheidde kennis van ons voornemen, dat zich niet alleen tt een bedreiging bepaalde, maar in werkelijkheid zou overgaan, indien men het ondernam ons aan te randen. Het moest een onberekenbare schade aan de stad zelve hebben toegebraeht. De nw raad buskruit, die zich aan boord bevond was aanzienlijk. Gelukkig bedaarde de Stormvlaag en kwam ik met „De Komeet” weder op stroom. Na dit gebeurde hadden de officieren, commandant der respectie velijke schepen elkander beloofd, hunne bodems niet over te geven, maar liever die zelf, met zich, in de lucht doen vliegen. De controle op de te Antwerpen binnen komende vaartuigen duurde voort. Den lien Januari 1831 waagde het echter een klein binnenvaartuig, aan dezen order niet te voldoen. Om deze overtreding te straf fen, werd van de kanonneerboot 9 een ko gel van 8 pond afgeschoten, (He echter niemand kwetste. Daarna werd aan Van Speyk de order gegeven zich in het ver volg voor Austruweel te posten. Hierdoor zou kunnen worden voorkomen, dat eenig vaartuig onaangemeld aan de kade ging meeren. Door grooten ijsgang in de Schelde moesten de schepen verlegd worden, doch den 4en Februari was de rivier genoeg- 1 zaam vry van drjjfys en werd de flotille weer op stroom gehaald. In den morgen van deai 5en Februari werd aan dit bevel gevolg gegeven.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1931 | | pagina 1