5
en blaas
het Seizoen
van
Deze Courant komt m
Opening
vele duizenden gezinnen. Gegarandeerde oplage 6500 ex.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
bergambacht, berkenwoude, bodegraven, boskoop, gouderak, haastrecht, moordrecht, moercapelle,
IMEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADD1NXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
ModelwasscharijFa. J. H.v. Straaten
kaartje, dat Merrifield hem overhandigde,
was, daarvan wa^hij onmiddellijk overtuigd,
het doodvonnis voor zijn hopen en verlan
gen. Zijn ^geest had, zoo kort na zijn her
stel, nog jnliet veel weerstand, en in één
vreeeelijk oogenblik, zag hij zich un zijp
ontzette vetfieelding al voor den rechtbank
(gebracht en veroordeeld. Want hoe iou hij
zijn onschuld ooit kunnen bewijzen? Wie
zou zijn onwaarschijnlijk klinkend verhaal
gelooven. temeer omdat hij na zijn terug
keer een anderen naain had aangenomen 1
Zaterdag 21 Maart 1931
89»Jaargang
EERSTE BLAD.
I
FEUILLETON.
BAHLMANN - GOUDA
Brieven Hit de Hofstad.
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
---
ABONNEMENTSPRIJS; per kwartaal 2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt.
Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad ƒ8.80.
DIENSTBODE?
Goudsche Courant
geeft U y
de beste kans tot slagen
1.per aanvrage tot 8 regels, elke
regel meer 12% cent.
BEL OP 2084
Een ongeluK in de Andes.
MO. 17936
o
a
t
4
ende
HOOFDSTUK XXII.
Een stormachtig onderhoud.
daan
Wordt vervolgd.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
eurs.
oraan-
>leeg
jnken-
Pedanterie is de kunst om in het kleine
groot en in het groote klein te zijn.
SiT Miles Calliston was zijn huis binnen
gekomen. vol van zijn geluk en het visite-
was. Toen
warmen
ER
‘IN
kende
issieke
zajfs zeven-
X
elen uit planten
en gü lijdt, man*
tn een uitvoerige
p te zenden aac
le medicijnen, by
kM, die U alle
andeling, met de
Zie onze annonce op pagina 4.
paar bezoeken afleggen
Miles Chlliston hield haar hand iets lan
ger vast, dan absoluut noodig
nam hij zijn hoed af en zei op
toon:
Ik hoop u spoedig weer te zien. Lady^
den aangeroerd. Van de schoonheid gaat een
zekere wijding uit.
Aan het bevorderen van de schoonheid in
alle opzichten zy ons leven gewyd. Wat
schoon is, is ook waar. Door de schoonheid
bevordert ge dus tevens de waarheid. Wat
waarheid is, is tevens goed. Met de waar
heid bevordert ge alzoo het goede. Het goe
de, het schoone en het ware in het hoogere
harmonische eenheid samengevat, ziedaar
een drievoudig ideaal, welker bereiking ons
allen voor oogen moet staan. Met zulk een
hoog ideaal voor oogen gaan we opgewekt
door het leven, geschraagd door dat ideaal
wordt het leven ons geen last maar een
lust. Een leven zonder ideaal is een leven
zonder inhoud. Het streven naar een ideaal
geeft aan het leven kracht en verleent daar
aan zyn hoogste waarde.
SCHOONHEID.
Schoonheid! Alleen het woord al heeft
een tooverklank. Schoonheid van vorm,
schoonheid van lyn, schoonheid van klank,
wat al niet vormen van schoonheid, die oog
en hart bekoren! De schoonheidszin is een
V^n de schoonste gaven van den mensch,
welke hem boven het dier verheffen. Een
dier kan schoon zyn, schoon van bouw,
schoon van leest, schoon van gestalte, maar
schoonheidszin heeft het niet. Voor wie
schoonheidsgevoel heeft valt er veel te ge
nieten. Wat al schoonheden ziet men in de
natuur! Wat al schoonheden in de kunst!
Wat al schoonheden in de fraaie lette
ren! De laatste zyn zelfs zoo zeer met de
schoonheid' verwant, dat de van ouds ge
ijkte titel der doctoren in de letteren luidt:
„doctor in de letteren en meester in de kun
sten”. Zoo in Engeland de titel „master of
arts”, vërtaling van het Latynsche „magis
ter artium” (meestel1 in de kunsten), het
geen vrywel gelyk staat met wat wy hier
te lande noemen doctor in de letteren.
De schoonheidszin kan zeer door de be
oefening der letteren worden ontwikkeld.
Dat wisten de ouderen maar al te goed en
i- die meening heerscht onder de mannen der
wetenschap nog heden ten dage, zooals o.a.
blijkt uit ons gymnasiaal onderwijs, waar
de studie der oude letteren bovenaan staat.
Er was eens een tyd, op het laatst der mid
deleeuwen, dat de studie der letteren begon
te kwjjnen. Toen kwam de renaissance en
een algemeene herleving van de stddie der
letteren begon. Die strooming, een nieuwe
levensstrooming als -het ware die door de
menschen voer, werkt in onze dagen nóg
Aoor. Wij steunen allen op onze geestelijke
voorouders. Onze geheele moderne bescha
ving rust op voorafgaande beschavingen.
Men zou kunnen zeggen dat via de Egyp
tische, de Assyrische, Babylonische, de
Phoenisiche, de Grieksch-Romeinsche be
schaving (een twee-eenheid) en de renais
sance de schoonheidszin, als een groot on
derdeel der beschaving van de oude, voor
ons is bewaard gebleven en als het ware
van het eene beschavingstydperk op het
andere Js overgeheveld. Daarom ook hebben
wy die oude schatten der menschheid te
meer te waardeeren, die door zoo vele
eeuwen heen aan ons zijn overgeleverd. Wij
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring)
1—5 regels ƒ1.80, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en de bezorgkring:
1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.80. Advertentiën in het Zaterdagnummer 28 et
bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels 2.25, elke regel meer ƒ8.50. Op
de voorpagina 50 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bij contract tot zeer gereduceerden
prys. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boek
handelaren. Advertentiebureau! en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan
het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn.
(lülBMHE COURANT.
dere schoonheid. Het ware mogelyk ge
weest iets veel beters te leveren dan het
droge verfstuk. Patyn was een echt regen-
ten-type en voor zyn portret was het klas-
sieke van de oude schilderschool aangewe
zen geweest. We willen in een portret als
dit niet de uiterlyke verschijning te veel op
den voorgrond stellen. De markante kop,
die inderdaad bij nauwkeurige beschouwing
zeer vele scherpe trekken heeft, had zich
uitermatergeleend voor een mooisstuk schil
derkunst. foe houding is nu overwegend en
de kop is Dijzaak.
Het komt ons voor, dat dit hier een grove
fout is. Een aanwinst voor de schilderijen
collectie der gemeente is dat stuk van
Isaac Israëls niet. Jammer, want de gele
genheid doet zich maar zelden voor, dat nu
eens onze beste schilders de kans krijgen
iets te scheppen, dat voor altijd is bestemd.
Het hooge honorarium dat ook hier beschik
baar was, gaf de gelegenheid het beste ta
lent in zyn volle energie daarvoor bereid te
vinden.
MLXIII.
De huldiging van Mr. Patün.
De residentie heeft thans^definitief af
scheid genomen van zyn vorigen Burge
meester, Mr. PAtyn, die dezer dagen naar
Rome vertrok als Nederlandsch gezant. Er
had zich een comité gevormd om Mr. Patyn
te huldigen en een blijvende herinnering
aan hem te geven van de stad die hy twaalf
jaar lang op voortreffelijke wyze als bur
gervader heeft gediend.
De minste vorm werd voor die herinne
ring gekozen, n.l. het laten schilderen van
zyn portret en dat een plaatsje aanbieden
in het Stadhuis. De overdracht aan de ge
meente heeft plaats gehad; albums met
namen en foto’s zyn er bijgevoegd en zoo
is dus voor hét nageslacht deze hefjnnering
vastgelegd. Het afscheid was gemoedelyk
en genoegelyk. Hier ging nu niet iemand
heen, die wegens ver-gevorderden leeftijdt
het ambt had neergelegd, hier kon men nu
eens afscheid nemen, terwijl de burgemees
ter nog in volle kracht is. Niettemin was
dit afscheid zeer hartelyk. Mr. Patyn was
niet een populaire figuur. Gelukkig niet zou
den wij geneigd zijn er 6ij te voegen. Hij
was zeer slank gebouwd, maar hy had een
stevige ruggegraat en die heeft hy nooit
gebogen. Een fiere figuur was hij, die voor
zijn meening stond en die wist te verde
digen.
Zyn beeltenis zal een blijvende plaats in
het stadhuis verwerven. Jammer alleen, dat
het schilderstuk niet uitmunt door byzon-
w el beschouwd heel grappig was, dat hij zelf
ook dolgiaag wilde weten wat zijn bezoeker
vroeg! Maar lüj aprak deze gedachte na
tuurlijk niet uit en de oude heer ging voort:
Ik was op de hoogte van zijn afspraak
met u, om met u mee te gaan op een expe
ditie in Je Andes, ofschoon ik moet erken
nen, dat ik het niet van. hemzelf wist. Hij
heeft mij altijd met zekere terughouding be
handeld
Ondanks de moeilijke positie waarin hij
zich bevond, voelde Sir Mhles onmiskenbare
sympathie voor den ouden onderwijsman.
Hij had een bepaald eerwaardig voorarmen,,
met zijn lange, bijna, witte liaren en intelli
gent vriéndelijk gezicht, waarin een paar
heldere, eerlijke blauwe oogen achter brille-
glazen twinkelden. De Jongeman kon zich
heel goed voorstellen dat de vader niet de
vertrouwde van zijn deugniet van een zoön
was.
Hoe dit zij. vervolgde Dr. Sylvester,
ik hooide ervan en ik veronderstel dat u
niet zult willen ontkennen dat deze afspraak
bestond.
Zeker niet. We zijn samen naar Zuid-
Amerika vertrokken en bleven na onze aan
komst in Valparaiso, een paar maanden bij
elkaar.
Hij scheen op het punt er nog iets bij te
voegen, inaar vond het ten slotte wijzer dat
niet te doen. Hij was het nog niet met zich
zelf eens, lnoOveel hij tegenover zijn on ver
wachten en niet zeer welkomen bezoeker
zou loslaten.
Enkele dagen geleden, zette deze daar
op zijn mededeelingen voort hij was blijk-
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
bij onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkan teren,
Onze bureaux zyn dagelyks geopend van 9—6 uur. Administratie en Redactie Telef.
Interc. 2745. Postrekening 48400.
ZOEKT U EEN
OF ANDER PERSONEEL?
EEN AANVRAGE IN DE
Zend ze in aan het Bureau:
MARKT 31 TELEF. 2745
Wins tan ley.
Toen Sin Miles langzaam naar de Grange
terug wandelde, legde hij zijn hand liefkoo-
zend op Nero's kop.
Vertel het aan niemand hoor jongen!
Het is een groot geheim, maar o, ik ben
zoo gelukkig.
Toen Miles Calliston in de hall van zijn
woning kwam, liep Merrifield hem tegemoet,
nam zijn kleeren en, zijn stok aan en over
handigde hem een visitekaartje met de me-
dedeeling
- Dezen heer wacht in de bibliotheek,
mekeer.
Miles bekeek het visitekaartje en las:
Dr. David Sylvester tf
Oud-Lèeraar,
Pork.
Even staarde hij er verwezen naar, toen/
liet hij zich in een van de gebeeldhouwde
stoelen vallen, waarmee de hall gemeubad
was. Het zonnige gevoel waarmee hij wan-,
thuis gekomen, scheen door een kwaadwil
lige hand weggevaagd.
baar zenuwachtig en schraapte zijn keel
zijn mij couranten toegezonden, waarin ver
meld, staat, dat de dood van mijn zoon heeft
plaatsgehad, terwijl hij in uw gezelschap
was. De couranten zijn een paar maanden
oud en ik begrijp niet waarom ze me niet
eerder gezonden zijn. Daarbij komt nog
's mans zenuwachtigheid scheen voortdu
rend toe te nemen dat ik gnstarochtend
een brief ontving, een anonlemen brief. Ik
wil wel eerlijk bekennen, dat ik van derge
lijke dingen niet houd, maar er, staan be
dekte beschuldigingen in.,, die zoo ernstig
zijn, dat ik mij verplicht voel u die voor te
leggen. Ik zal heel blij zijn als u die be
schuldigingen kunt weerleggen, Sir Miles,
werkelijk heel bly„ maar, er kwam een ont
roerende klank in de stem van den spreker.
Andrew is mijn «enig kind en al zijn we
het niet altijd in alles eens geweest, zou ik
het niet overleven als er iets met hem ge
beurd was.
De aandoening, waarmee de oude man
sprak, was zoo absoluut echt, dat Sir Mlilea
diep medelijden met hem voelde. Hij stond
op en deed een paar passen in zijn richting,
maar de ander viel uit:
Kom niet in mijn nabijheid, meneer!
Ik heb niets te verbergen!
De stemming van de oude man was plot
seling omgeslagenzijn ontroering had
plaats gemaakt voor woede. Hij was vuur
rood geworden en zijn oogen schitterden,
boos. Hij legde een brief op tafelhet opstel
was ongedateerd en luidde als volgt:
nalatenschap het schoone niet meer kunnen waardeeren.
Het zou een eentonige wereld worden, waar
in verveling de hoofdtoon zou zjjn.
Schoonheid is er in de natuur en in het
leven, als wy er oog voor hebben, genoeg.
Schoonheid op velerlei gebied. Er zijn stof
felijke schoonheden» als een parel, een
schoon geslepen diamant. Er zyn geestelijke
schoonheden als een mooi verstand. Er zyn I
en deze zyn niét de geringste! ziele-
schoonheden, schoone eigenschappen als
moed, zelfopoffering, mededeelzaamheid,
kortom adeldom van ziel.
Hebt ge schoone eigenschappen in uw
ziel, eigenschappen waarom andere men
schen u hoog schatten en respecteeren, dan
hebt ge het schoonste goed, dat aan een*8
mensch kan gegeven worden, dan bezit ge
een adel, welke de schoonste is van alle, de
adel van hart! Noblesse oblige! Heeft de
natuur u aldus met schoone eigenschappen
meer dan anderen bedeeld, wordt dan niet
hoogmoedig hoogmoed ontneemt byna
alle waarde aan hetgeen u boven anderen
doet uitmunten weer de hoovaardij uit
uw hart met alle kracht die in u is, blyf
nederig; de nederigheid zal uw zelfbehoud
zijn. Een talent of een schoone gave, dien
wy nebben ontvangen, geeft ons geen recht
tot zelfverheffing. Wij hebben onze talen
ten en gaven toch niet aan ons zelven te
danken; wie dat Ibegrypt, kan aan den
hoogmoed geen plaats geven in zijn hart.
Nederigheid is eeB kenmerk van de ware
schoonheid. Bekijk, Jnaar eens goed de on-
overtreffelyke werken op het gebied van
kunst, die ons door de oude meesters ials
blijvende modellen zyn overgelpverd„ jtals
modellen van klassieke kunst, die altijd hun
waarde behouden. Nooit zült ge op de zoo
fijn gebeeldhouwde gezichten van werkelijk
schoone vrpuwen, die de beitel van een
meester heeft gewrocht, een trek van hoog-
Tfioed ontwaren. De minste trek van hoog
moed zou het gelaat ontsieren. Het gelaat
is de uitdrukking van onze ziel. Een dier
heeft geen gelaat. Een mensch heeft een
aangezicht, waarop zijn karaktertrekken te
lezen staan. Staat er hoogmoed te lezen op
een gelaat, hoe schoon van lyn en hoe on
berispelijk van vorm overigens ook, dan
wekt dat gelaat, in weerwil van zyn fraaie
lijnen, antipathie. De ware schoonheid kan
nooit antipathiek zyn, is steeds sympathiek.
Vanwaar de stille huivering die over ons
gaat, wanneer wy iets werkelijk schoons
aanschouwen? Zij komt hier vandaan dat
de ware schoonheid de diepste eigenschap
pen der ziel raakt. Zij doet snaren in ons
trillen, die door het alledaagsche niet wor-
Het aantal inwoners.
Onze stad telde volgens de officiëele op
gaven van 1 Januari 433 duizend inwoners.
Echter verluidde dat de volkstelling er on
geveer drieduizend minder heeft aangetrof
fen. Hetzelfde verschijnsel is ook uit Am
sterdam gemeld, waar het cijfer
duizend bedraagt.
Er zyn nu eenmaal menschen^ die alles
vergeten en verzuimen en dat er dus in
tien jaar tyd op die groote massa driedui
zend zijn die nalaten hun vertrek uit de
gemeente te melden, is niet zoo zonderling.
Voor een deel is dit ook toe te schrijven
aan de Duitsche meisjes, die ypg altijd in
groote getale in den Haag zijn, maar die
nog al wisselen. Zoolang ze hier vertoeven
zijn ze ingeschreven, maar als zy vertrek-
hebben hunne geestelijke r
dankbaar en met eenheid te aanvaarden.
Gemakkelyk is een waardige aanvaarding
echter niet. Men weet dat op de insteSingen
van voorbereidend hooger onderwijs, waar
o.a. de zoogenaamde klassieke talen, het
Latyn en het Grieksch, worden onderwezen,
zes jaren ternauwernood voldoende zyn voor
een leergierige jeugd om de ideeën van
twee cultuurvolkeren als de Grieken en de
Romeinen te verwerken'.
Een volk, dat zich by uitnemendheid doïfr
schoonheidszin kenmerkte, waren de Grie
ken. Schoon was hun taal, schoon de voort
brengselen hunner kunst, schoon hunne
denkbeelden. Het is eigenaardig dat de na
tuur soms gansche volken met zulk een
schoone gave bedeeld heeft. In onze dagen
zyn het, gelyk men weet, vooral de Fran-
schen en de Italianen, die door hup hoog
ontwikkeld schoonheidsgevoel uitmunten en
andere volken daarin voorgaan. Volken heb
ben hun gaven evenals de individuen! Het
is eigenaardig, doch tot zekere hoogte niet
temin begrypelyk en logisch. Een volk toch
is niets anders dan een op stamverwant
schap berustende groep van individuqp. Wel
nu, de wet van het individu en hiermeqe
betreden we het gebied der hoogere natuur\
kunde gaat ook op voor een groep van\
individuen. Het individueele wordt hier mas
saal. i 1
De ontwikkeling van het schoonheidsge
voel behoort een voorname plaats in te
nemen by de opvoeding onzer kinderen. Te
recht hebben tal van groote paedagogen
daarop gewezen.
Maar als de schoonheid zulk een voor
name factor is in het menschelyk leven, zoo
hebben wy” eens ergens gelezen, waarom
heeft de natuur dan niet gezorgd dat alles
schoon is, schoon van kleur en tint, schoon
van lyn en voijm? Een berg met zyrf gril
lige vormen is toch niet altyd schoon. Een
fel bewogen zee, waarvan de golven hoog
opslaan en het schuim wild uiteenspat, vol
doet toch niet aan de eischen van den aes-
thetischen zin. Een kameel met zyn wan
staltige bult is toch geen sierlyk en schoon
dier. Wy zouden hierop wenschen te ant
woorden dat de natuur er niet enkel voor de
schoonheid is. Schoonheid is een element in
de natuur, getuigen de fraaie bloemen, de
schoone tinten van de lucht, de pracht van
een ondergaande zon. In de natuur zyn vele
zaken voor het nut, niet voor de schoon
heid. Te Iveeleischend zou het zijn en het
zou een ^kpmelyke overdrijving zyn van
den aesthetischen zin, te willen hebben dat
alles en alles schoon zou zijn, schoon in den
volsten zin van het woord. Het leeljjke heeft
wel terdege zijn nut. Als alles schoon was,
zou dat spoedig gaan vervelen. Het leelijke
is er om het schoone temeer te doen uit
komen. Als alles schoon was, zouden wy
Toch slaagde hij erin voor een oogenblik,
ondanks zijn zwakte, zich te beheerschen.
Oogenschijnlijk kalm ging hij de bibliotheek
binnen en Bloot de deur daarvan zorgvuldig
achter zich d|icht.
De oud-leeraar was niet gaan zitten, maar
stond bij de middentafel, in zijn linkerhand
hield hij een rolletje couranten. Toen Sir
Miles de tafel naderde, deed de bezoeker een
paar stappen naar voren.
U bent Sir Miles Calliston, nietwaar?
zei hij op ouderwetsch-beleefde manier.
U hebt mijn-kaartje zeker gekregen en mijn
achterraam zal u wel niet onbekend zijn.
9ir Milee knikte.
Neemt, u plaats, verzocht hij kort. Zijn
knieën knikten; hij had al zijn geestkracht
noodig om zich op te houden.
4- Ik heb geen behoefte om te gaan zitten,
rrieneer. Ik heb een lange reis gemaakt,
"uitsluitend om u één vraag te stellen en die
beantwoord te hebben. Ik zou graag willen
weten, wat er van mijn zoon Andrew ge
wonen is.
Even flitste het door Miles geest, dat het
Naar het Engelsch van
MORICE GERARD.
27 (Nadruk verboden.)
Miles keek in de mooie, zachte oogen en
naar het edel-gesned'en gezicht, waarop biet
pittige winterweer een frissche bl(jB getoo-
vei’d had en Lady Winstanley beschaduwde
die oogen met de lange, fluweelige wimpers.
Ja, ik zou vreeaelijk graag een poosje
hier vandaan gaan, antwoordde hij, maar
ik zal toch moeten wachten, tot begin
Januari. Vandaag komt mijn vriend Hark-
butt op de Grange logeeren, maar als hij
weer weg is, voed ik er heel veel voor om
aan zee volledig herstel te gaan zoeken.
Wat zal Thea daar blij mee zijn
Lady Alice hief nu de oogen naar hem op
en hij zag, dat ze straalden van vreugde.
Wilt u het haar zelf schrijven? vroeg
ze zacht.
- Dat wil ik heel graag Ik zal haar een
kerstpakketje sturen en er een langen brief
hij doen. U weet niet. Lady Winatanley,
-os ik er naar verlang mijn klein vriendin-
hoe ik er naar verlang mijn klein vriendin
netje weer te rien!
Lady Winetanley gaf hem een dankbaren
blik en stak hem toen weer de hand toe.
Sir Milea, ik heb mijn boodschap ge-
en ga nu weer verder, moet nog een
Schoonmaakartikelen
JAN VAND1RLAND
MARKT 2 - GOUDA