I larg Blad Deze Courant komt in vele duizenden ex. gezinnen. Gegarandeerde oplage 6500 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN No. 17842 68*Jaargang Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen BAHLMANN GOUDA EKRRTE RT.AI) FEUILLETON. RDRECHT, MOERCAPELLE, enz. "Zaterdag 28 Maartfisai Een ongeluk in de Andes. Onze enorme verscheidenheid van Elegante Modellen Mantels - Mantelcostumes - Complets Japonnen - Kinderjurken Hoeden enz. is voor U van groot belang, bij onze zeer lage prijzen. BEL OP 2084 MidalwiucbarijFi. L H.t Straitia zicht, keek Harkbutt schuw aan en zei be dremmeld DIENSTBODE? Goudsche Courant de beste kans tot slagen 1.per aanvrage tot 8 regels, elke regel meer 12% cent. BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, M^Oi NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDIKXVEEN, ZEVENHUIZEN, Levonsgeluk.j Dit nummer bestaat "uit twee bladen. sdarmoede, Den Haag. 33 Een hardhandige tuchtiging. dü HOOFDSTUK XXX. Op Winatanlcy Manor. (Wordt vervolgd). Het is even gevaarlijk, een zwaard te geven aan een krankzinnige, als macht aan een verdorvene. gij slecht? Hebt i in het hoofd, geregelde kuur loed en versterkt ,’ewektheid. Hon- ad. i schoonheid»- t de heerlijk» n prachtige» de» daarvoor i», gebruikt naangenamen :erst met een ime» 75 cent ir-groene ver Sir Mile» Callirtott. kondigde de butler aan en hij opende de deur van de salon. Lady Winatanley. die in een laag stoeltje voor den haard zat„ stond op en hiep haar gaat tegemoet. May Dalston wm nog op haar kamer. Een groot Kerstblok brandde lustig in <len haard, warm-gekleurde fluweelen gordijnen hielden de koude buiten. weer in Maart en op ggluk in het leven en zeker niet op den vorm van het geluk, dien wij ons wel gedacht en uitgekozen heb ben. Waneer we dat ten volle begrijpen, dan zullen we in staat en gerechtigd ztfn het leven te aanvaarden in verwisselingen, zijn stijgingen en dalingen. En misschien zullen we bij en in die aanvaarding het geluk kun nen vinden, dat we reeds verloren waanden. K. Naar het Engelsch van MORICE GERARD. (Nadruk verboden.) HOOFDSTUK XXIV. den oever opgekrabbeld wiu> en nat. modde rig en beduusd in liet lange gras zat. De maan gcheen helder en met een hulpelooze uitdrukking op het gezicht wreef hij zich de pijnlijke armen en beeoen. Een trieste figuur was de deftige butler zo<>: Harkbutt keerde zich naar Anstey. Die man daar is een bedrieger en af perser en heeft getracht je meester te ver moorden. Hij heeft ook geprobeerd mij mjjn nek te laten breken en dat heb ik hem nu eventjes ingepeperd. Jij zorgt, dat hij bin nen een half uur met pak en zak vertrekt. Laat een van de stalknechts hem naar Plymouth brengen en zeg, dat ale hij een woord tegen hem spreekt, hij onmiddellijk ontslagen wordt. Ja meneer Op dat oogenblik doem dien twee gestalten op uit den avondnevel: Hawkins en Abbot. Anstey pakte Merrifield bij den arm en nam hem mee naar den bedienden-ingang. John Harkbutt at alleen, Merrifield en Anstey bedienden hem. Hij kon een glim lach niet onderdrukken, toen hij dacht aan de ironie van het geval, dat de btltler en de man dien deze wekenlang in de Grange ver borgen had, juist op Kerstmie ontmaskerd zouden worden en hij had haast geen rust om aan tafel te blijven zitten, in het voor uitzicht van wat de avond verder zou bren gen. -Zal ik de koffie in de bibliotheek ser- veeren, meneer? vroeg Merrifield, toen de gast zijn diner geëindigd had. Ja, doe dat. Dat was het oogenblik waarop Harkbutt gewacht had Toen de butler de biblotheek binnenkwam, liep hij naar de deur, sloot deze af en stak den sleutel in zijn zak. Merrifield stond met het zilveren koffie blad in de hand midden in het vertrek met den rug naar de deur. Hij keerde zich om, den in beslag neemt. Hierop kan het kind naar hartelust teekenen. Elke klas bezit een zoogenaamde speelbak, een op houten pooten rustende houten kist met zand. In bijzondere lessen of speeluren, en ook in de pauze, bouwen de kinderen hier met, van huis meegebracht, speelgoed, stations, dor pen, steden. Zoo wordt de drang tot het spel ontwik keld tot drang tot scheppen. De onderwijzer treedt in deze school steeds op als de oudere kameraad der kinderen. Opmerkelijk is ook, dat in de hoogere klassen eenige werken, zooals woordenboeken en een Duitsche spraakkunst, tot vrij gebruik der leerlingen (ook tijdens de les!) op de tafel van den onderwijzer liggen. Wat zouden wij in onze jeugd niet voor een dergelijke mogelijkheid in de school hebben gegeven! En men ver- gete niet, dat wij hier met een gewone la gere school te doen hebben! Bijzondere ver trekken zijn bestemd voor de verdere ont wikkeling der meisjes: een schoolkeuken, met wasch- en strijkinrichting, een volledig ingerichte kraamkamer, een naaikamer en een kleine boekbinderij. Voor de jongens be zit de school daarentegen een kleinsmederij en een timmermanswerkplaats. De heer Kretschman, wethouder van onderwijs van Frankfort, die op deze wijze moderne pae- dagogische principes in de practijk heeft toegepast, is zeer tevreden met de bereikte resultaten. Men kan hem zeker gelooven, als hij beweert: „Alle kinderen gaan gaarne naamste voedsel op de vastendagen. Wie stout is, mag niet naar school! Frankfort a. d. Oder is heden de voor naamste stad in het Midden van het Duit- Hche Oosten geworden, nadat het Verdrag van Versailles Duitschland in 1919 had ver plicht afstand te doen van de provincie Po sen. Door het verlies van een aanzienlijk afzetgebied had de industrie van Frankfprt natuurlijk zwaar te lijden, maar de stad, die gedurende lange eeuwen om haar bestaan had gestreden, is ook dezen slag te boven gekomen. Zij werd na den oorlog het cen trum voor de naar hun vaderland toestroo- mende Duitschers uit het Oosten. Het aan tal harer inwoners steeg snel tot op 75.000! Al deze menschen moesten aan woningen worden geholpen en zoo ontstond een nieuw Frankfort, naast het oude Frankfort mat zjjn talrijke fraaie middeleeuwsche en ba- rok-gebouwen. Men heeft in het nieuwe Frankfort reeds meer dan 3000 moderne woningen opgericht. Al deze huizen zijn vol licht en lucht. Voor de kinderen zijn tuinen en speelplaatsen aangelegd. De kinderen van Frankfort zijn in menig opzicht te be nijden. Zij doen aan sport in het fraaiste stadion van Noord-Duitschland, het „Ost- markstadion” en zij bezoeken ook de mo-> demste school, die Duitschland bezit! Om geven door een krans van moderne woon huizen, verheft zich de indrukwekkende bak steenen „Hindenburgschool”. Ongeveer dui zend kinderen krijgen hier niet alleen on derwijs in den gebruikelyken zin van het woord, maar genieten hier een kultureele opleiding. Elk der ongeveer vijftig vertrek ken van het gebouw heeft door de frissche kleuren, waarin het is geschilderd, een per soonlijk, vriendelijk uiterlyk gekregen, dat het oponthoud en den arbeid aangenamer voor de kinderen maakt. De leelijke school banken zijn hier vervangen door tafels en stoelen, die op willekeurige wijze in het vertrek kunnen worden geplaatst. Gewoon lijk zitten de kinderen in een kring om den onderwijzer of de onderwijzeres. Geen ver- hoog met een lessenaar voor den onderwjj- zer meer! Elk kind beschikt over een vier- kante meter van het bord, dat de vier wan- 1 paard niet heb aangeraakt. Ik bezwer het bij alles wat mij heilig is. Nu, wat jou heilig is, zal wel niet veel zaaks zijn, lachte Harkbutt grimmig. Maar je hoeft geen moeite te dqeii om te ontkennen, want Giles heeft allés verteld en ik zal je je duivelsche streek betaald zet ten. De advocaat trok Merrifield mee naar de deur, de butler stribbelde doodsbenauwd tegen, maar Harkhutt's machtige handen lieten hun prooi niet los Met één hand had hij den butler in de kraag en met de andere greep hij een van de rijzweepen, die op een zijtafel lagen. Toen diende hij Merrifield een kastijding toe. die deze zijn heele ver dere leven waarschijnlijk niet zou vergeten. De man jammerde al8 een varken, dat ge keeld werd en Anstey, die het lawaai hoor de, kwam de bibliotheek binnenstuiven, ge volgd door een paar andere bedienden. De advocaat riep hun toe op een afstand te blij ven en zette de strafoefening nog een poosje voort. Toen hij vond, dat het genoeg was, liet hij de zweep vallen en zette den butler op zijn boenen. Open die deur, riep de advocate naar Anstey en wees naar de glasdeur. De stomverbaasde bediende gehoorzaamde zwijgend Harkbutt liep de stoep af. Merri field nog steeds bij den kraag houdend! de bedienden volgden op een afstand, nieuws gierig wat de gevreesde advocaat in den don keren avond met zijn slachtoffer ging uit voeren. Harkbutt liep naar den vijver en snv»et den butler met kracht erin* hij wist dat het veter daar heel ondiep was. Toen wachtte hij doodbedaard tot Merrifield tegén Hij, Andrew Sylvester, is hier in huis, meneer. Er is aan den achterkant een deur, waarvan hij een sleutel heeft. Ik zal u naar zijn kamer brengen, dan kunt u hem onver hoeds overvallen en pakken. De advocaat liep vol walging over zooveel gewetenlooze lafheid op Merrifield toe en trok hem overeind. De twee gezichten waren vlak bij elkaar en ze waren beiden even bleek. Jou lafaard' Jou afperser! Jou verra der' snerpte Harkbutt den butler toe, -- Dacht jè dat ik jou noodig had om mij te vertellen waar Andrew Sylvester is? Hij schudde den doodelijk-verschrikten butler been en weer tot zijn vette wangen trilden en zijn tanden klapperden. Ik geef je twee dagen om uit Engeland weg te ko men over een week zal ik een aanklacht tegen je indienen wegens afpersing, zoodat je weet wat je te wachten staat, als je ooit je gericht weer in Engeland durft te verton nen O, meneer, levert u me dan niet aan de politie over? Mernfield leefde zichtbaar op. Neen, als je verdwijnt, zal de politie er buiten blijven, al verdien je het niet. De kwestie is. dat jij al de drukte en romp. slótnp niet waard bent, die een rechtzaak meebrengt. Maar dat neemt niet weg, dat ik persoonlijk nog een appeltje met je heb te schillen, waarde heer. Je hebt geprobeerd mij mijn nek te laten breken, door het bit van Sultan te strak te trekken. Neen,, meneer, ik bezweer u dat ik het ZOEKT U EEN OF ANDER PERSONEEL? EEN AANVRAGE IN DE geeft U Zend ze in aan het Bureau: MARKT 31 - TE LEF’. 2745 Koudwaterverf voor muren JAN VANDIRLAND MARKT 2 - GOUDA ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den beiorgkring) 1—5 regels ƒ1.80, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en de bezorgkring: 1—5 regels 1.55, elke regel meer 030. Advertentiën in het Zaterdagnammer 29 rt. bijslag op den pr^s. liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels ƒ2.25, elke regel meer ƒ0 50. Op de voorpagina 50 heoger. Gewone adverteAtifin en ingezondeh mededeelingen bij contract tot zeer gereduceerden prijs. Groote letter» en randen worden berekend naar plaataruimte. Advertentiën kunnen worden Ingezonden door tusschenkomrt van soliede Boek handelaren, Advertentiebureau! ft onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het Bureau «qn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn. (iOllDMIIIE UHRAVr. ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal ƒ230, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt. Franco per port per kwartaal ƒ3.15, met Zondagsblad Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan on» Bureau: MARKT 31, GOUDA, bq onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zjjn dagelqks geopend van 9—6 uur. Administratie en Redactie Telef. Interc. 2745. Postrekening 48400. dan dat, wat we voor het geluk houden, is een zeldzame vondst welk recht hebben we ons verongelijkt te voelen en boos te doen „En het meeste van die is moeite en verdriet”, zei de Prediker al van het leven. Waarom zouden wq, wij dan juist een recht op de vreugde en het geluk hebben? En toch, nietwaar wq kunnen de verwachting van dat geluk niet opgeven, omdat we ze noodig hebben in het leven, noodig als sti mulans voor ons streven, als de kracht, die ons leven op gang houdt. Zonder verwachtingen zouden we niet kunnen streven en arbeiden met den moed en de kracht, die alleen die verwachtingen ons kunnen schenken. Telketis opnieuw moeten we ons die verwachtingen scheppen na iedere teleurstelling, omdat we een doel moeten hebben voor onzen arbeid, omdat we idealen moeten hebben en kweeken wil len we lichamelijk en geestelijk frisch blq- ven. En die verwachtingen maken teleur stellingen onvermijdelijk. Maar daarom is het niet noodig, dat die teleurstellingen ons leven verbitteren. Wat we van ons weg moeten zien te doen, dat is de wel niet uit gesproken, maar toch in ons allen sterker of minder sterk levende gedachte, dat we op de verwezenlijking van onze verwachtingen een recht hebben, dat we een recht hebben op lenteweer in Maart, een reoht op vreug de, een recht op geluk en dus hoogelijk ver ongelijkt worden, wanneer we dat alles niet krygen. Wanneer we dat kunnen, wat zul len we dan de teleurstellingen niet veel ge- makkelyker dragen en wat zullen we dan ten slotte de groote teleurstelling, die het leven, ondanks zjjn rijkdom en heerlijkheid, toch voor de meesten van ons is, niet veel lichter teilen! Maar bovendien, wat zul len we niet veel gemakkelijker kunnen zien, dat niet juist dat, wat we als gdluk verwachtten, ons het levensgeluk brengt, maar dat het geluk ergens anders verscho len ligt. We gaan dat verscholen geluk zoo gemakkelyk voorbij, omdat we enkel oog hebben voor 'het geluk en den vorm van ge luk, dien wij verwachten. Het kind, dat blijft zeuren, omdat het een verwacht pretje misloopt, wil van geen compensatie weten en duwt alles, wat anders of anderen het als vergoeding aanbieden en dat het wellicht in een anderen gemoedstoestand nog veel leuker zou gevonden hebben dan dat pretje, wrevelig en onwillig op zij en bederft zijn dag. Zoo doen wij ook vaak, juist om dat we blijven mokken over wat we ver wachtten en niet kregen. Laten we verstan diger zjjn. We hebben geen recht op lente- toen hij het slot hoorde klikken. Zijn oogen vernauwden zich tot spleten eo zijn kwab- berig gezicht werd doodsbleek. Do koffiekan, de suikervaas, hot roomkannetje, de kop en schotel vielen kletterend op den grond al leen het blad hield hij nog in zijn trillende banden. Harkbutt vouwde de armen over de borat en keek den butler strak aan. Dreigend en massief stond zijn foreche figuur bij de mid dentafel, een toonbeeld van kracht, Bchame* lijk en geestelijk, zijn vierkante kaken op-, oen geklemd, zijn felle oogen op den butler gericht alsof hij dwars door hem heen wilde kijken. De kaarsen brandden helder en rustig en de stilte was tastbaar na het rumoer van het vallende servies. Merrifield was als gebiolo geerd door Harkbutt’s doordringende blik. Zijn lippen bewogen, hij trachtte iete te zeggen, maar het gelukte hem niet en hij be vochtigde zijn droge lippen met de tang. Wat heb ik gedaan? O, meneer, wat heb ik gedaan, dat u me zoo verschrikkelijk aankijkt? klonk het eindelijk hijgend. Vraag liever, wat je niet hebt gedaan. Walter Montgomery! Merrifield zakte op zijn knieën Het blad viel rammelend op den vloer. Meneer, ik zal bekennen, kreunde hij. Ik zal allee vertellen. Dat is niet noodig. Ik weet alles, ant woordde Harkbutt koud. Het ae mijn schuld niet, jammerde de butler en hij bedekte het gezicht met de handen. Hij is een vreeselijke man en heeft mij bedreigd en angst aangejaagd. Toen nam hij de handen weer van het ge- Frankfort a.d. Oder door FRANZ F. SGHWARZENSTE1N. De ijzeren haring aan den gevel van het Stadhuis. Duitschland telt vele, gemeenten, die den zelfden naam dragen, maar steeds is slechts één dezer gemeenten vgn grootere beteeke- nis. Twee steden heeten echter Frankfort en beide spelen een aaióienljjke rol: Frank fort a. d. Mam en Frankfort a. d. Oder. Frankfort a. d. Main is aanmerkelijk gr ou ter en ook op economisch gebied van veel meer belang dan Franlffort a. d. Oder. Bo vendien geniet het als oude kroningsstad der Duitsche keizers eeh veel grootere his torische vermaardheid dan het kleinere Frankfort in het Oostea-van Noord-Duitsch land. Kooplieden uit Kamkfort a. d. Main hebben in het beglff vin de middeleeuwen op hun handelstochten naar de Oostzee aan de Oder een doorwaadbare plaats (voorde) ontdekt. „Vrankenvoorde” noemden zij deze plaats, waarop spoedig een Duitsche neder zetting ontstond en een brug over de rivier werd gebouwd. Nog heden leeft in het Oos ten van Duitschland een oud volkslied uit deze verre tijden voort, dat dit vers bevat: „Zu Frankfurt auf der Brücken, da liegt ein tiefer Schnee...” Uit de kleine Frankische nederzetting aan de Oder heeft zich snel een weerbare stad ontwikkeld. Voor haar muren heeft zelfs de machtige Keizer Karel IV in 1348 met zjjn troepen twee bloedige nederlagen geleden. Later maakte Frankfort a. d. Oder deel uit van de Hansa. Aan dezen tijd her innert nog een haring uit blik, die aan een qzeren stang van den prachtigen laat-Go- tischen baksteengevel van het stadhuis hangt... Wellicht is deze haring een zinne beeld van het belangrijkste handelsartikel der Middeleeuwen. De haring werd namelijk in geweldige hoeveelheden van de kust naar het binnenland bevorderd. Hij was het voor- Er is in de laatste weken overal en in alle toonaarden geklaagd en gemopperd over het weer. De een deed het goedig spot tend, de ander fel en verbitterd, een derde klagelijk. Maar in al die klachten en booze uitingen klonk een toon door van veronge lijking. Wq voelden ons allen in meerdere of mindere mate te kort gedaan, veronge lijkt, ook al gaven we ons zelven van dat gevoelen niet altijd bewust rekenschap, om dat het in Maart nog winterde en sneeuwde en hard vroor, in Maart, wanneer we al plegen uit te zien naar de vreugde van den eersten lentedag en speuren naar het ont luiken van de eerste knoppen en de zoele ademing van deA lentewind. Die onver wachte koude was een teleurstelling, maar een teleurstelling, die alle kenmerken had van welhaast iedere teleurstelling. Want wat is het, dat een teleurstelling, dat iedere teleurstelling zoo pq'nlqk en bitter maakt? Het is niet, omdat we niet krijgen wat we hoopten en verwachtten, maar omdat we niet krygen, waarop we meenden recht te hebben. We maken ons dat gewoonlijk niet volkomen duidelijk. Maar toch is het zoo. Wat we verwachten, daarop meenen we door die verwachting ook een zeker recht te krijgen. En wanneer het tegenvalt en we het verwachte niet krijgen, dan voelen we ons tekort gedaan en verongelijkt en wor den veelal verbitterd. We meenen recht te hebben op lenteweer in Maart, we meenen recht te hebben op het berekende resultaat van onzen arbeid, we meenen recht te heb ben op zonneschijn en liefde en vreugde en gezondheid, we meenen een recht te hebben op geluk. En als we dat alles niet krijgen, dan doen we als kinderen, wie een beloofd pretje ontgaat, omdat het regent, dan zeu ren we en doen verongelijkt. Waarom? Tegen wie? Dat pretje is ons niet eens beloofd, we hebben alleen maar gedacht, dat het ons beloofd was, we vertrouwen en hebben ons leven ingesteld op vreugde en geluk. Maar als we het dan niet krijgen en dat is toch zoo heel vaak het geval, want de meeste verwachtingen worden immers niet verwezenlijkt en geluk en meer nog

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1931 | | pagina 1