«Jf NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA Efm OMSiKEKEN BERKENWOUDE, bodegraven, boskoop, gouderak, haastrecht, moordrecht, moercapelle, enz. Ho. 17843 Maandag 30 Maart 1931 99»Jaargang BOSKOOP, NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN Dit blad verschijnt dagelijks behalve opZon-en Feestdagen r FEUILLETON. I o I Een ongeluK in de Andes. X v DUöIÏUUr, LiVUUILlv2AIY, n/i/iolIlDLll 1, IVIV7V/1V1V IVAaVjII i9 iriwui w,rvi a Bureau zijn ingekomer- seinde va» opname verzekerd to rijn. I» s 5 vooi 45 et. veer 45 et. er on* tt et. er om 22 et. er ene 25. et. er om 10 ct. Span als bekwaam schipper Vw zeilen, als er wind is, maar laat U niet foppen, door lichtbehaalde winst. rae het haar vol- ir Mile® zinepeel- pond 18 ct. b voer 29 ct. pond 17 cL i pond 19 ct. pond 19 ct. t pond 25 et. r pond 25 ct. r pond M et. pond 14 et haardvuur en het zachte licht viel het niet op, dat hij er nog slecht uitzag. Hij keek naar haar en ving haar blik vol warme genegenheid op. In verwarring sloeg ze de oogen neer. 8ir Miles stond op: hij ping voor het vuur staan en k«ek op zijn gastvrouw neer. A]6 Hnrkhutt weg is. Hén ik van plan een naar weken naar Brighton te gaan. Dr Morrison raadt mii verandering van lucht, sterk aan, heron hii. nadat het even stil in de kamer was geweest. Ik verlanr zoo- vreoseliik naar miin kleine vriendinneffe en T.adv Alice ik moet u nog iets zeggenr dat mii al dagen op de tong brandt. Ze had de oogen omlaag gericht, maar er Over de totstandkoming van deze tolunie schrijft men ons uft Weenen nog het vol gende: Als een volk, in twee staten verdeeld, steeds en steeds weer, zonder onderscheid der partijen het innige verlangen uitspreekt naar een samenstelling dej. grenzen, dan ai lang op het hart gelegen heeft. Kan ik een poosje ongestoord met u praten? De eerste drie kwartier worden wij niet gestoord, Sir Miles, antwoordde Lady Win- Stanley vriéndelijk, May is een pooe gaan rusten en komt niet voor zeven uur bene den. Kon uw vriend Harkbutt ten slotte toch niet meek omen? Neen, ik moest u zijn verontachuldfiging aanbieden, maar een dringende aangelegen heid dwingt hem vanavond te blijven wer ken. Het speet hem vreeaelijk, dat hij niet van uw uitnoodiging gebruik kon maken. Heit zal May ook erg spijten, verklaarde de gastvrouw met een zonnig lachje. In ieder geval, vervolgde Miles ernstig, ben ik "heel blij dat ik gelegenheid1 heb tot een ongestoord gesprek met u. Ik kan niet langer voor mij houden, wat ik u al maanden geleden had behooren te vertellen, als mijn plotselinge ziekte niet tusschenbei- de was gekomen, nadat ik in uw bijzijn door 8ir Thomas met mijn werkelijken naam was aangesproken. Ik moet toegeven, dat ik mij in allerlei gissingen verdiept heb. zet Lady Allee zacht, verontschuldigd bijna. maar laat ik er direct bij zeggen, dat ik overtuigd ben, dat u de beste bedoelingen hebt gehad voor allee wat u gedaan hebt. Sir Miles gaf zijn gastvrouw een dank baren blik en vervolgde- Ik vind het zoo buitengewoon vriénde lijk, dat u dat zegt, maar toch ben ik bang dat het niet heelemaal in overeenstemming is met de waarheid Toen ik hierheen kwam, verkeerde ik werkelijk in de meening, dat ik iemand een groot onrecht had aangedaan, ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorg kring) 1—5 regels 1.30, elke regel meer 0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 15 regels 1.55, elke regel meer 0.30 Advertentiün in het Zaterdagnummer 20 bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiin de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEEUNGEN i 1—regel, 2JS, elke regel meer a.M Op de voorpagine 50 hooger Gewone .advertentièn en ingezonden mededeelingen bjj contract tot seer ge reduceerden prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tUMcbenkomat van «oliede Boekhande laren, Advertentiebureau* en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het Het OostenrijkschaOuitsch Tolverbond. Minister Briand over de totstandkoming van het accoord. Hij veroordeelt de Tolunie. De verdragsverplichtingen geschonden. Weenen heeft nog andere wenschen. Naar het Engelsch van MORICE GERARD. 34 (Nadruk verboden.) Een weelde van bloemen en planten gaven een atmosfeer van luxueuse gezelligheid aan de kamer, waar hulst en nüstletoe en rood- omkapte lampen dfe Kerststemming brach ten. Sir Miles werd onmiddellijk aangenaam getroffen door de intieme béhagelijkheid van het interieur om zich een oogenblik later bewust te worden van het feit, dat Lady Winstanley alleen was. Het was de eerate maal dat hij haar in avondjapon zag. Het moderne toilet van «öepele goudgetinte zijdfe flatteerde haarhui, tengewoon en gaf haar iets heel jeugdigs en zonder da*, hij het wiet zag ze de bewonder ring en het verlangen in zijn oogen, toen hij haar groette Sir Miles kon aich niet her inneren ooit te voren een zoo volmaakt mooie en tegelijk zoo liefelijke en aantrek kelijke vrouw te hebben gezien. Nadat hij ook bij den haard wae gaan zit ten, begon hij Lady Winstanley u zult misschien vin den, dat ik onbescheiden en vroeg gekomen ben, maar ik heb u iets te zeggen, dat mij Op den dag, waarop men niet meer op de loyale vervulling der aangegane verplich tingen kan rekenen, bestaat er niets meer, noch veiligheid, noch voorzorgsmaatregelen. Sommigen hebben geen vertrouwen in de voorzorgsmaatregelen ,die wy sedert eenige jaren hebben genomen. Ik ben van oordeel, dat zij meer dan eens het oorlogsgevaar hebben doen verdwijnen. En waartoe zou een oorlog leiden in een tyd, dat Europa de schade van den jongsten oorlog nog niet heeft hersteld? Ik ben geen jurist, maar een man van de daad. Ik weet zeer wel, dat gebeurtenissen als deze iemand zijn moreele kracht ont nemen. Het is niet in het belang dergenen, die deze daad hebben verricht, als zy voor standers van den vrede zijn, een politiekeh tegenstander dergelyke wapenen in de hand te geven. Tot de senatoren, die altyd de buitenland- sohe politiek van Frankrijk op den voor grond hebben geplaatst, zeg ik: Er zijn nog Franschen! Brengt toch niet dengene ten val, die de vaan van Frankryk in de hand houdt! Dat ware misdadig. Er moet óf een ander man aan het roer staan, óf men moet zich om den tegenwoordigen stuurman scharen, om hem het noodige gezag te ver schaffen. Wat thans is geschied, zal stellig een stil stand in onze betrekkingen tot Duitschland veroorzaken. Met Oostenrijk hoftbert T0j handelsverdra- gen gesloten, waarby rekening is gehouden met zjjn economischen toestand. Als deze zaak zich wijzigt, moet de aangelegenheid opnieuw op het tapijt worden gebracht. De tolcommissie van Kamer en Senaat hebben zich reeds met de zaak beziggehouden. Het gebeurde heeft nergens ter wereld sympathie gewekt. Van Duitsche zijde heb ik, zoo besloot de heer Briand, al heel wat teleurstellingen on dervonden. Als ik op myn post blyf, zal ik in weerwil daarvan de actie voortzetten, die ik heb ondernomen met den wil tot het einde te gaan, d. w. z. te bereiken dat de beide betrokken landen niet by hun voornemen blyven hun plechtig aangegane verplichtin gen te verloochenen. De rede van Briand,werd met groote aan dacht aangehoord en door de overgroote meerderheid der senatoren met byval be groet De civiele party ontvangt de gevraagde schadeloosstellingen. De uiterst gecompliceerde zaak der „Ga zette du Franc” heeft tot middelpunt Ma dame Hanau, haar voormaligen echtgenoot Lazare Bloch on den hoofdredacteur van do „Gazette du Franc”, die deatyds werden ge arresteerd, beschuldigd van oplichting en bedrog in de reusachtige bank- en publici- teitsondememing, welke zy op touw hadden gezet. Mme Hanau, de ziel van het geheele bedrijf, legde zich voornamelijk toe op het tot zich trekken van zooveel mogeiyk geld van beleggers, zoowel te Parys nis in de provincie. Zij gebruikte daarvoor een groot aantal „démarcheurs”, die de klanten op zochten en overhaalden, en die naar tij dens het ptwee da gebleken zelf zóó overtuigd waren van de soliditeit der oneer* neming, dat zy hun eigen spaarpenningen er ook in hadden gestoken. Mme Manau, vaak „la présidente” genoemd, spiegelde den beleggers een rente van acht percent voor, behalve nog een deelgenootschap in de winst Het succes der „Gazette du Franc^’ was buitengewoon groot en welkte ongerustheid by de groote banken, vooral in de provincie, daar deze er veel klanten door kwijtraak ten. Daarby kwam dat het publiciteitsor- gaan, de „Gazette du Franc” zelf, in aan- zien steeg. Bekende personen werkten er aan mee, hetgeen hun later door politieke tegenstanders leelyk onder den neus is ge wreven! Ook de regeering zag intusschen niet gaarne den toenemenden invloed der onder neming; de regeeringsbons geven immers maar vier percent rente, hetgeen ongunstige uitzichten opende in geval flfe Staat weer eens een beroep op het publiek zou moeten doen... Hoe dit ook zy, den 29en November 1928 nam de ministerraad onder ro .rzitter- schaj? van Poincaré het besluit tot net ver volgen van Mme Hanau e.c. Men weet dat de voorloopige instructie der zaak en daarna de openbare behandeling tot sensationeele incidenten aanleiding heb ben gegeven. Mme Hanau, die niet op haar mondje gevallen bleek, verdedigde zich met een waarlijk geniale vaardigheid, waartegen de rechtbank en de experts nauwelijks op gewassen waren. Telkens vielen er nieuwe dramatische voorvallen voor: een bediende van een der curatoren van het faillissement pleegde verduisteringen; Mme Hanau be twistte de juistheid van h»t onderzoek der* deskundigen, eisohte een contra-expertise, welke niet werd toegestaan; zy ging toen over tot haar „hongerkuur”, werd uit de Santé-gevangenis naar het ihospitaal-Cochin overgebracht, waaruit ze op een goeden dag wist te ontvluchten!... Totdat ten slotte de zaak voorkwam en de menigte zich by de eerste zitting ver drong om deze by te wonen, maar bij de tweede reeds wegbleef, eenvoudig omdat de was in haar heele houding iets, dat hem aaninoedigde voort te gaan, iets ondefinieer baars, dat hem zei dat ze met een willig oor zou luisteren. Ik hoop dat u het mij niet kwalijk neemt, wat ik u .ga zeggen, dat iniju open- hartigheid geen einde zal maken aau onze j vriendschapmaar ik kan het niet voor i mu houden. In die emdelooze weken van mijn ziekte heeft het mij geen oogenblik I losgelaten toen ben ik tot het besef geko men, dat mijn liefde voor Thea vergroeid en ver wor leid is met de liefde voor een an der. waarmee ze onafscheidelijk is verbon den Lady Winstanley bewoog zich niet; zwij gend het hoofd gebotren, bleef ze in het haamtur staren, maar het feit dat er geen woord van afwijzing kwam, gaf Mites den moed om te vervolgen: Ik zou Thea zoo graag iets vertellen, nis ik in Brighton kom Toen hief T.adv Alice het hoofd op. Haar oogen stonden vol tranen, maar in haatblik las Males een antwoord, dat aan duidelijk heid niets te wenschen liet. Hii knielde bij haar laron stoel, nam haar handen en keek haar diep in de zachte regen Alice. Alice, ie het waar, ie het heiweh waar’ stamelde hij. Hond je werkelijk van me? —Ze vaf rwn antwoord, maar lecde haar hoofd tegen zijn schouder en even Weven ze zoo zitten Toen verbrak ze.met een stem, dieheeach was van ontroering, het riilzwrgen. (Wordt vervolgd) Minister Briand heeft in de Fransche Se naat de Duitsch-Oostenryksche Tolunie be sproken en als zyn meening uitgesproken dat wat thans tusschen beide landen is ge schied, nergens ter wereld sympathie heeft gewekt. Spr. herinnerde er aan dat men eenige jaren «geleden gestaan heeft voor een poging tot politieke aaneensluiting van beide lan den en niet voor een tolunie. Dat was, meende Briand. destijds een ernstig gevaar. Men heeft my, zoo zeide hy, gerustgesteld, de propaganda is opgehouden en er is ont spanning ingetreden. In weerwil daarvan hebben wjj de econo- r mische voorwaarden, waaronder Oostenrijk leefde, en zyn sociale toestanden niet mis kend. Dat alles is niet verdwenen, doordat ik de uitdrukking Locarno heb gebruikt. Men moge dit woord belachelijk maken, dat veel van zjjn kracht schijnt te hebben ver loren, ik heb nimmer verondersteld, dat het in staat is alle problemen tot oplossing te brengen. Ik mag er mij op beroemen, eAi zekeren vooruitzienden blik te hebben gehad. Reeds in 1921 heb ik in een conferentie te Parys op het gevaar gewezen. Ik heb toen ge zegd: „Zoo is de toestand van Oostenrijk!” en ik heb gewezen op het gevaar, dat voor dit land de nabuurschap van een volk van 60 millioen zielen met zich brengt. Daarna heeft men overeenkomsten geslo- - -- i 1902 tot-eerr le^ftng vWr Oos tenrijk leidde. De vier garanten verlangden een waarborg, dat Oostenrijk noch direct, noah indirect iets van zyn onafhankelijkheid zou opgeven. Wij hebben het destijds de middelen gegeven «n te kunnen voortbe staan, omdat wjj daarbjj belang hadden. Men mag dus het thans gebeurde niet beschou wen als iets, dat men nimmer heeft voor dien. Het ergste van deze zaak is de wijze, waarop men te werk is gegaan. Zjj is hiet de juiste, zy is verontrustend, zy is in stryd met hetgeen is overeengekomen en met de voorwaarden voor een Europeesche samen werking. x. Zakelijk gesproken ben ik er zelfs niet zeker van, of er niet in Frankrijk lieden zijn, die een zekere geheime bewondering koesteren voor deze wyze van doen. Ik geef de voorkeur aan Frankryks han delwijze. Ik vind, dat de vrye discussie te Genève beter is. Wat kan de Fransche minister van bui- tenlandsche zaken doen? Men heeft gezegd, dat de Fransche diplo matie geen flauw idee had van w|t er ge beurde. Men zal evenwel spoedig rememen, welke stappen er in werkelijkheid zyn ge daan. FRANKRIJK. Uitspraak in de zaak der Gazette du Franc. Twee jaar gevangenisstraf voor madame Hanau. De elfde correctioneele kamer te Parijs veroordeelde mevrouw Hanau wegens mis bruik van vertrouwen en oplichting tot twee jaar onvoorwaardelyke gevangenisstraf en 3000 frs boete, en lerstapt, haar rechtskun digen raadsman, wegens medeplichtigheid tot 3000 frs. boete. De Courville en Audi- bert werden vrijgesproken. gelucht nu hat blijkt, dat ik vrij-uit ga, dat ik het ni^ van me verkrijgen kan, een aan- kl&éht in te dienen. Bovendien heb ik ont zettend medelijden met dien ouden vader. Dat is heel nobel van u, prees Lady Winstanley met een stem, waarin ontroering trilde en haar oogen keken met een teedp- rei> blik in de zijnen. Maar» vervolgde ze op zakelijker toon, bent a niet aan uzelf verplicht dat alte» bekend wordt? Immers daardoor alleen kunt u gerehabiliteerd wor den? Daarover maak ik mij geen zorgen. Lady Winstanley- de babbelzieke bewoners van Overlee hebben ongetwijfeld hun eigen kanalen om de waarheid te vernemen. Lady Alice had hem nog nooit zoo techt vroolijk, uitbundig en onbezorgd hoeren ’nchen en zie kwam onder de bekoring van het jongensachtige in hem. dat zoolang on der een «luier van weemoed en kommer ver- borgen was geweest. Pij de gloed van het. behoeft men zeer zeker geen bijzondere uit legging te geven der gronden, die tenminste voor economische aaneensluiting ijveren. Dat een vrye warenuitwisseling van de Noorzee tot aan de grenzen van de Bren ner, van het Bodenmeer tot de Karawanken, zoover de .Duitsche tong klinkt, moest plaats vinden, dat is, of beter gezegd, dat was niet meer dan natuurlijk. Deze toestand zou ook zijn ingetreden als niet de verdra gen van Versailles en Saint-Gemain, maar het zelfbeschikkingsrecht van het Duitsche volk over de nieuwe verordening der ver houdingen na den wereldoorlog had te be slissen gehad. De politieke samensmelting van Duitschland en Oostenrijk ontmoet te genwoordig weliswaar vaft de «jjden van en kele landen minder tegenstand dan in de eerste na-oorlogsjaren. Joego-Slavië, Italië en zelfs Polen, het laatste omdat het een versterking van het Katholieke element in het Duitsche rijk niet ongaarne zou zien, zouden daarin nu geen aanslag meer op hun voornaamste belangen rien, maar met de beslissende tegenwerking van Frankrijk en Tsjecho*Slowakye zou men in elk geval heb ben rekening te houden. Zou er echter één macht kunnen zyn, welke zich tegen een economisch verbond, ja zelfs een Oosten- ryksch-iDuiteche tolvereeniging kan verzet ten? Men is nu van meening, dat de tyd voor een zeer enge economische samenwer king der Europeesche regionen steeds meer naderby komt. Men beroept zich er op, dat de stoot tot samenwerking van niemand an ders dan van Briand uitgegaan en dat juist deze zich in September 1930 in Genève op de z.g. Europa-confenntie in zijn ondeit met den opbouw vin Pan Europa van onderop uitgesproken heeft. Zonder verloochening van het aldus verkondigde beginsel zou juist Frankryk niets tegen een Oostenfljksch-Duitschen tol- bond als eerste begin van dezen opbouw kunnen inbrengen. M^ar toch ontbreekt het aan verschillen de zyden niet aan critiek, ondernamen niet de gezanten van Frankryk, Italië en Tsje- cho-Slowakye diplomatieke stappen by Schober om namens hun regeeringen te pro- testeeren. En in de Fransche pers worden heel wat bezwaren te berde gebracht tegen de aan eensluiting der beide broederstaten. De Temps b v. zegü, het Oostenrijksch—Duitsche accoord is een douane-un'ie en een dergélijke unie is Oostenrijk door het verdrag en het protocol van 4 Oct. 1922 verboden. Ook in Londen blijkt men uiterst terughoudend te zijn over dte vooropgestelde tolunie. Dat het vooralsnog niet gaat om een on voorwaardelyke en volledige opheffing van alle tolrechten aan den tegenwoordigen Oostenrij ksch-Duitschc grens, maar dat voorioopig zekere overgangstolrechten ge handhaafd moeten blyven, is vanzelfspre kend. «Dat kan men reeds concludeeren uit de niet op te heffen verscheidenheid van daarom nam ik mijn moeders naam aah. Het viel mij zoo vreeeelijk moeilijk er over te sprekenalleen mijn vriend John Hark butt heb ik» maar ook pas eenige maanden nadat m Engeland wag teruggakomen. allee verteld. Lady Alice zweeg en Sir Miles vervolgde: Maar nu kan ik tot mijn onuitspreke lijke blijdschap zeggen, dat ik dat onrecht ri^)t heb gepleegd Het blijkt integendeel de man, die mij onrecht wilde aandoen, zijn gerechte gtraf kreeg. En zijn tweede po ging heelt eveneens gefaald. - Due u wilt zeggen, dat de zoon van dien ouden meneer Sylvester niet’ dood is? vroeg Lady Alice gretig. Weet de vader dat? S Door de dorpspraatjesr^ve komjep duidelijk, waarop Sii de. Ja, Harkbutt heeft het h*n> verteld. Wanneer5 Een paar dagen geleden geloof ik, toen vertelde Sir Mileg haar alles wat hij tot nu toe van Harkbutt had gehoord. Hij was thans op de hoogte van hetgeen de detec tives ontdekt haddenalleen van zijn plan nen van dien avond had de advocaat hem onkundig gehouden Dus u zult Sylvester zijn verdiende straf niet laten ontgaan? vroeg Lady Win stanley. De uitdrukking in Sir Miles’ oogen werd zachter. Ik heb toch niet gezegd dat ik hem straffen zou. Ik heb zóó geleden door d« veronderstelling, dat ik een moord op mijn geweten had en voel me zoo ontzettend op- ABONNEMENTSPR1JS: per kwartaal, 125, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2J0, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad 8^0. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 11, GOUDA, by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zyn dagelyks geopend van 9-^6 uur. Administratie en Redactie Telef. Interc. 2745. Postrekening 48400. I indirecte belastingen in de beide landen, voor alles echter uit het feit, dat Oostenrijk een tabaksmonopoÜe bezit (een van zijn zekerste en beste financieele bronnen) en dat de Duitsche tabaksbelasting op geheel andere principes berust. Doch verder zullen voor een menigte waren de tolrechten diep naar beneden of geheel afgeschaft worden. Waar zij blijven bestaan, hebben zy enkel als belastingobject en niet meer als bescher mende rechten verder te duren. Want dat moet het wezen van een tolbond zyn, dat een volkomen economisch eenheidsgebied wordt geschapen, waarbinnen de vrye wedyver van de industrieën bestaat, waar binnen ech ter ook een grootere binnenlandsche markt en betere productie-voorwaanden kunnen ontstaan. De gedachte, dat twee landen zich economisch kunnen aaneensluiten en zich tezelfdertijd tegen elkaar beveiligen, staat gelijk met de uitnoodiging: wasch myn huid, maar maak my niet nat. Het ontstaan van de Tolunie en de ver schillende overeenkomsten, 'die in de toe komst tusschen Duitschland en Oostenrijk van kracht zullen worden, moeten klaarheid brengen in hoeverre de „Anschluss”, de aan- eensluitings-gedachte kracht heeft om* zich in leven om tè zetten. Wij hebben echter in Weenen nog andere wenschen met betrekking tot een engere economische samenwerking met Duitsch land. Een verbetering van de spoorwegver binding tusschen onze beide landen, waarbij tenminste de b.aanvakken van Zuid-Duitsch- land naar Weenen geëlectrificeerd moeten zyn, lijkt ons een dringende noodzakelijk heid. Ook de instelling van een levendiger luchtvaartverbinding eh het aanleggen van goede autowegen zou in aanmerking komen. Een uitbreiding van personen- en goederen verkeer in verbinding met vermindering van toltarieven en spoedige afwikkeling zoo mogelyk onderdrukking van het gevoel dat tusschen Passau en Weenen een grens wordt overschreden, dat moet de oplossing zijn. Geen van beide landen moet in de toekomst voor het andere buitenland zyn. De tot stand gekon^n Upie zou misschien later eens als middelpunt van de midden-Euro- peesche markt kunnen dienen, dien Duitsch- 1 and-Oostenrijk moet trachten te -veroveren als het met ondergaan en verhongeren wil. BÜITÈNLANDSCH NIEUWS. GOllkSIHE COURANT. ir groot blik voor 52 ct. voor 55 ct. voor 69 ct. voor et. voor 74 ct. I voor 65 ct. 5 voor 50 ct. S voor 89 -ct.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1931 | | pagina 1