ÏOSAL NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN N0. 17659 Maandag 20 April 1931 70» Jaargang BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUW1JK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADD1NXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. Dit blad-verschijnt dagelijks behalve op Zon-en Feestdagen FEUILLETON. 1 ION TWEE OP ’N EILAND De omwenteling in Spanje. en AannemertL Deuren, Ramen, Stofdorpels of Deur' GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, MMÏNG "de Kerk. IdllIlSdIE COURANT •ENA. Dortland, G. t een geboren Koning. «5 (Wordt vervolgd). UBg*» BUITENLANDSCH NIEUWS. - 193» romancier. 1 Hoofdhaar” raadgevingen, n tevens een irheden. oon n. iter. ik om jon Maar wat IT verzoek tngeboden, opgemerkt heb of Hugh. waren en flets en vermoeid ston- rp opnieuw een blik op Grace, de eerste, en hervatte toen discreet zijn cirkeltjes-productie in de ge stolde saus. Mies Vemon bloosde een beetje. Toen zij van tafel opstonden, zei zij tegen Hugh. Hij herinnert zich mij wel, maar hij begrijpt toch zeker we], dat het een ver- „ma in nint. f dte ijzige regen triest boven hun hoofden kletterde. Er waren weinig passagiers aan dek. Van het eindle van het dek kwam een geroezemoes van stemmen van officieren. We hebben nog niet ontbeten, Grace, en ik heb een honger als een <wolf. Is het niet een geweldige opluchting, meisje, dat we met langer voor detectives hoevfen op te passen? Toen we van de Vereenigde Statten naar Engeland gingen, dacht1 ik dat iedere man een speurhond was,, om de mill toen dollars te verdienen, die de Ohicagosche society had uitgeloofd voor onze gevangen neming. Zij gingen naar beneden en vonden de eet zaal bijna verlaten. Twee of drie laatkomers dronken hun laatste kopje koffie. Toen ver telde zij hem van haar vergissing van straks en beiden monsterden voortdurend hun me- depassagiei’B om den man te vinden, die de hut naast haar bewoonde. Hij verscheen niet aan de lunch en nitet aan het diner en Hugh beschuldigde haar lachend, dat zij hem vermoord hiad. Den volgenden morgen echter zat hij vlak tegenover Hugh, bleek en zonder den min sten eetlust. Hij deed een dappere poging m de ziekte, die hem te pakken had, de baas te blijven. Zij stootte Hugh aan eh knikte in die richting van den stillen, in zichzelf gekeerden eter. Hij keek in diens richting en keek haar toen vragend aan. Zij knipoog de bevestigend. Arme drommel, mompelde Hugr. Ik denk, dat hij zich net onrustig begon te voelen, toen je hem uit zijn hut timmeqde, alsof de heelte boot in brand stond. Er uit timmerjde. Ik klopte alleen maar heid vloog de k waar ik van 1 een brief van ffrouw I. Grahn, mheidskoningin 29/30. AUGUST H. J. LAFONTAINE. 1831 20 APRIL Een groot fabeldichter en derdag eens kijken in slminastraat 21, iets voor U bij I •raad en op bestelling «ERG Lzn. lomitr. 16 13 I HAAG. Giro 121271 Uit het Engelsch van GEORGE BARR MCCUTCHEON. (Nadruk verboden.) Kan ik u soms met het een of ander van dienst zijn? vroeg de vreemdeling. Hij had een prettige stem, maar ze merkte het op dat oogenblik niet op. Neen, dank u wel, antwoordde ze hou- teng. Zijn hut is r^ci her ik me. Neemt i ik u gestoord heb, Besluiten van de nieuwe Regeering. Belangstelling voor de Koninklijke familie. Herinneringen aan Alfonso. Een „Priipripe” In de „Haagsche Post” schrijft een land genoot in den vreemde eenige herinnerin gen aan „Allonso el Principe”, Alfonso den Koning, in verband met de jongste gebeur- tenissen in Spanje. De schrijver is blijkbaar door het ridderlijke, het vorstelijke in deze koningsfiguur, geboeid en getroffen: hoe wel hy laat doorschemeren, dat achter den „gentleman” ook nog wel iets anders schuil ging. Interessant is deze visie op den bal- ling-vorst intusschen wel. „Toen Alfonso de motorboot betrad, die hem, altijd Principe, zou brengen naar de „Principe Alfonso”, het oorlogsschip, dat melkwit in den ochtendnevel der Middel- landsche Zee gereed lag vóór Cartagena, riepen sommige Spanjaarden, die tot de scheepswerf, waar dit plaats had, waren doorgedrongen: „Leve de Republiek!”... De zwakkelingen, die zelfs niet op dat laatste oogenblik van aanraking met zijn land, in Spaansche lucht iets wilden overlaten van de illusie rondom eeft gevallen vorst! Een „Principe” was Alfonso. Hij zal zelf ge vraagd hebben, dat de „Principe Alfonso” hem weg mocht voeren in de ballingschap daar heeft hij recht op, dat men zoo een gebaar van hem onderstelt. Hij heeft na tuurlijk vele fouten gehad, deze man met de Habsburgsche lip; en één groote fout heeft hij gemaakt. Maar wie hem eenmaal bij- woonde, wist dat er zelfs nog in onzen tijd iets is, dat gaat boven den gentleman, die toch de nok vormt van de moderne maat schappij, en dat het koninklijke wezen is, waaronder de koning vóór de revolutie in cognito reisde en dien hij nu weer heeft aangenomen) overleg te plegen over de stappen, die dienen te worden gedaan. Qui nones de Leon is een toegewijd vriend van Alfonso, die hem in deze uren trouw ter zijde staat. Omstreeks het middaguur reed de konin gin naar de Noorsche legatie, waar haar broeder en schoonzuster, de markies en markiezin van Carisbrooke, verblijf houden. Zij werd luide toegejuicht door de menigte voor het hotel. Het noenmaal werd door de beide spuve- reinen met hun kinderen in de appartemen ten gebruikt. Om vier uur verscheen, gelijk gemeld, de koningin-Moeder Maria van Roe menië, die met haar jongste dochter prin ses Ileana uit Bretagne kwam eri via Parijs naar Boekarest terugkeerde. Met het oog op den zwakken gezondheids toestand van den prins van Asturië, den oudsten zoon des konings, is het publiek verzocht de grootst mogelijke stilte voor het hotel te betrachten. reikte haar. De heer, die in deze hut woont, ging daarnet voorbij, naar het dek. Rechtuit. Dank u, riep zie hem toe, terwijl ze haastig zijn aanwijzing volgde. Huegh ontmoette haar aan de voet van het trapje. Onvoorzichtig rende ze dadelijk °P htem toe en riep: O, wat,ben ik blij dat ik je zie. Waar ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken behoorende tot den bezo rg kring 1—6 regels 1.80, elke regel meer 0.26. Van buiten Gouda en den besorgkring: 15 regels 1.65, elke regel meer 0.30 Advertentiën in het Zaterdagnummer 20 bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiMn de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels 2.26, elke regel meer B.6C Op de voorpagine 60 hooger. Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bij contract tot zeer gereduceerden pr(js. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boekhande laren, Advertentiebureaux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn. I T. van Gent/H «1 der Tooren, A. w Brug. SSEN VAN OPPER. I. van Wingerden, G. istra, H. van Deest Rijksen, L. Boon, F. van der Want. STUUR DER AFD. JZ. HERVORMDEN laat ik zeggen: het gentelemanlike met ac cent van eterniteit, een schemer van een heb je toch gezeten, Hugh Ridgeway. Ssst, Radge zonder way. Vergeet dat alsjeblieft niet. Het ie op dit schip van net zooveel belang als op het vorige. Ik heb even op het dek rondgek eken. Alles goed met jou, zeg? Ben je nog eteedg blij? Hij hield haar handen Vast en keek in haar oogen. Natuurlijk, jongen. Wat een kinderach- tige vraag. Alleen goede menschen sterven jong en ik ben niet zoo bijster goed, anders zou ik niet mirt je wegloopenRegent het? Je jas is heelemaal nat. Vooruit Hugh, ik moet even van het vergezicht genieten, riep zij, hem lachend de trap optrekkend. Er kwam een eigenaardige glimlach op zijn ge zicht, toen hij haar aan dek volgde. Geruirnen tijd sprak geen van beiden. Ze keek met bewonderende oogen over de wijde vlakte voor haar, en hij keek met bewon derende oogen naar haar schattig, gespan nen gezichtje. Waar zijn we„ Hugh? vroeg ze Waar ligt Londen? We zijn op weg naar een haven, dui zenden mijlen weg. Londen ligt daar ergens zei hij, terwijl hij achter zich wees. Zij stak haar hand in de zijne en keek over het water. Alleen maar regen, grijze lucht en deinende golven. Wat 'haar gedach ten waren gedurende de stilte die Volgde, vernam Inj toen zij zich omwendde en hem smeekend' in de oogen keek. Hugh, zal je altijd litef voor mij zijn? Zoolang ok leef liefste, fluisterde hij, haar hand drukkend. Zoo stonden zaj een tijd lang alleen en zwijgend! onder tscherm, d'at het promenadedek overspande, terwijl latlsche pijnen on 1.25. R Gedipl. Drogist gel - Telef. 2839. ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal, 225, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 220, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt Franco per post per kwartaal 8.16, met Zondagsblad 8.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 81, GOUDA, bjj onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zyn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie en Redactie Telef. Interc. 2745. Postrekening 48400. 47 slijk lees- is op een enveloppe De Spaansche regeering heeft besloten, i dat eiken Zondag in de kazernes en kampen de mis als tot nu toe gelezen zal worden, maar in tegenstelling met vroeger is de bij woning facultatief. De tegenwoordige vaan dels zullen in de musea worden opgeborgen. Wanneer de algemeene verkiezingen Zvl- len zijn, is nog niet bekend. In ieder geva'l hoopt men, dat dit in Mei zal kunnen plaats hebben. De republikeinsche regeering zal alle verplichtingen zonder onderscheid na komen, die vorige regeeringen op zich ge nomen hebben. De fondsen van Morgan zijn ongerept. De minister van financiën wil ze niet ge bruiken ter verdediging van de peseta, die hij voor het ooglnblik volkomen veilig acht. De Bank van Spanje moet onderzoeken, of deze fondsen aan de Amerikaansche banken die ze hebben voorgeschoten moeten worden teruggegeven. Met den nuntitus te Madrid wisselt het Vaticaan telegram op telegram én al drie maal is hij bij den nieuwen minister van buitenlandsche zaken geweest. Daaruit valt af te leiden, dat het Vaticaan spoedig een modus vivendi zoekt. Om het vraagstuk van de universiteit te Madrid op te lossen, heeft men een voor- loopige commissie georganiseerd, bestaande uit 4 studenten en 4 hoogleeraren. Deze commissie zal bijeenkomen om een rector en een conrector te kiezen. De hertogin van Alva wilde Vrijdag bij Iran de Spaansche grens passeeren. De douane-beambten kwamen tot de ontdekking dat de hertogin een bedrag van 750.000 pe setas by zich had. Zij namen toen 745.000 pesetas in beslag, die zij, op naam van de hertogin op een bank plaatsten. In verschillende straten van Madrid is men reeds bezig borden met namen van ko ninklijke personen te verwijderen. Verschil lende zaken, die het koninklijk wapen en de rood gele kleuren voerden, hebben deze door republikeinsche aanwijzingen vervangen. Belangstelling voor de bannelingen. Nog steeds staan er voor het Hotel Meu rice in de Rue de Rivoli te Parijs, waar de Spaansche koninklijke familie is afgestapt, groepjes nieuwsgierigen, die naar het hotel staren in de hoop iets waar te nemen om trent het doen en laten der „bannelingen”. Veel valt er niet te zien, en toch weten de Parysche bladen wel iets te vertellen van Ja première journée d’exil”. Vrijdagochtend is de koninklijke familie, die rust noodig had na de doorgestane ver moeienissen en emoties, tot het middaguur op ’haar appartementen gebleven. Zij ont ving geen, enkel bezoek. Om elf uur ver scheen markies Quinones de Leon, de af getreden Spaansche ambassadeur te Parijs, om met den hertog van Toledo (de naam, Onverstandig en worden door den tijd bevrijd van hun smart; verstan- digen door overleg. DUITSCHLAND. Kiirten’s vrouw gehoord. In het proces te Dusseldorf tegen den massamoordenaar Kürten werd Zaterdag overgegaan tot het verhoor van diens thans van hem gescheiden vrouw, die weer haar meisjesnaam heeft aangenomen. Zij verklaarde, dat Kürten licht prikkel baar is. Het is haar bekend geweest, dat Kürten ook met andere vrouwen omging. Bij voorlezing der door de vrouw van Kürten afgelegde verklaringen blijkt, dat Kürten niet heeft verwacht reeds zoo spoe dig te worden gearresteerd. Hij is geen drinker, doch wat hoogmoedig. i Hij wil steeds voor meer doorgaan dan hij 1 is. De door hem gebruikte schaar heeft zijn vrouw in huis gebruikt. Zijn kleeren heeft hJi steeds zelf schooft gemaakt. Uit de voorlezing van verdere'protocol len blijkt, dat Kütten in Altenburg een tijd lang lid is geweest van de Rtfksbanier en ook van den Arbeidersraad. Naar verder blijkt, heeft de vrouw van Kürten wegens poging tot doodslag op haar man een ge vangenisstraf van vijf jaar ondergaan. Vandaag is het de zevende dag van het Ik weet het niet, zei Hugh harteloos. Als je erg ziek bent 8a Je nóet eten- Haar oogen glansden plotseling op mpt een tinteling van plehaer. toen zij wat in zijn oor fluisterde. Wiuirachtig, misschien heb je gelijk. Het is een detective' De vreemde keek hun half- geïnteresseerd aan toen zij lujd lachten. Zij M-ger^ dat. zijn oogen blauw en met bloed doorloopen v.„~ J -* den. Hij wierj scherper dan was het weer een alle passagiers. De hemel was weer blauw en de atmosfeer frisch en holder. Maar er stond nog een hooge zee en het schip deinde ongezellig voor diegenen, dole geen goede zeebeenen hadden. De dek- etoelen waren overal bezet, met menschen. die heroïsch besloten hadden, om maar het beste te maken van de omstandigheden. Hugh en Grace vonden een geschikt plaats je en Hugh keek „zijn zuster” af en toe vol bewondering aan. Op haar wangten gloeide een warme blos, haar oogen schitterden van opwinding, haar heele wezen scheen te tril len van bezieling. ■tegEiïwoordipng iepen in de Hervorm. op 'DINSDAG op d® navolgend. ïhte van de mijne, herin- u mij niet kwalijk, dat --j, en zij klopte op de andere deur. Onwillekeurig wierp zij een blik naar de hut van den vreemdeling maar keek da delijk voor zich. Hij stond nog in de deur en fixeerde haar op een manier, die haar allesbehalve aanstond. En Hugh gaf geen antwoord. Ze klopte nog eens en weer geen antwoord. De rusituge vreemdeling be- spiegelbeeld Gods! Wie Alfonso zag zooals ik heb zag, weet dat er geen „die gratia” koningen meer zijn, en dat de houding van de groote middeleeuwsche tournooi-edellie- den alleen nog in dezen eenen tevens sportieven koning was overgebleven! Ik zag hem in het begin van de eeuw in Parys. Met groote staatsie was de toen nauwelijks twintigjarige jonge koning de trappen afgegaan van het groote Opera-ge- bouw, in gezelschap van President Loubet, uitgeleid langs een haag lakeien met 24 kaarsen-dragende kandelabers. In een snelle victoria reed hij mei gouden helm in den fonkelenden nacht Idoipf de Avenue de l’Opéra, boog bij de CWnédie Franchise om, eh... daar ging het om\ijn leven, want een bom sprong precies achter de kap, een paard van het volgrytuig stortte neer, rook, gillen en geschreeuw maar de presiden- tieele koetsier legde de zweep over dfe vier zwarte paarden, en met een razende snel- i equipage de rue de Rivoli in, het balcott van de Arts Déco- ratifs in de Tuilerieën met ontzetting dit schouwspel gade sloeg. Het scheen of de wagen van den President wielen met vleu gels had. Het scheen ook, of ineens een heel volk met stomheid geslagen was. In een beklemmende stilte renden de paarden. Tot dat ginds, verderop, een heel eind weegs wegkijkend langs de vierkante kolonnaden, wjj de slange figuur van den Koning ge waar werden, plotseling recht overeind in de open victoria, en salueerend, hij alleen, voor het ruiterstandbeeld van Jeanne d’Arc. Dat was onder de hoogt lampen en de illu minatie van het kleine pleintje, dat zich daar bevindt, als een intiem droomgezicht, een lichte, onberekenbaar kortë illuzie, een elegante bliksemflits in een ademlooze, ein deloos schijnende stilte. Hij was nog zoo jong, Alfonso! Hij was ons zelfs opgevallen door iets onbehólpens, den dag dat Delcassé hem afhaalde van het tuindorpachtige stationnetje in de Etoi- lewyk; en nu, met nog de windzuiging van de wieken des doods rondom zijn jonge hoofd, was hij de eerste, de éénige, die weer geheel zichzelf was, „Principe Alfonso!” Een enorme ontspanning volgde onder de menschen. Een jubelend gejuich steeg op. De op hun Jeanne d’Arc dolle Franschen vergaten iedere belemmering. De geheel gou den helm, die als twee tegen elkander ge legde blaren zijn smalle hoofd omsloot, zag ik neerdalen in het donkere rijtuig, en een gouden lichtende streek trekken door de eindeloos zwarte massa, die straat en trot toirs bevolkte. Soms heeft men een grooten indruk van een mensch, en dan vervaagt die. Daden volgen op daden, indrukken vol gen op indrukken! Maar wat hij later deed, Alfonso XIII, dat heeft mij nooit kunnen afbrengen van eerste impressie dat hj^ een gevoelig mensch was met de innerlijke mentaliteit van den geboren Koning, in wien het juiste gebaar leeft even sterk als in een ander het juiste inzicht.' de spoedig roman na roman: 1791 „De Na- tuuiinenscii i,u 1793 „De Zonderling". De fcïansche revolutie weid voor vele van zijn romans de achtergrond. Do driedeelige roman, „Dja bekentenis aan heu graf”, sterk beïnvloed door de figuur van Vicard Wakefield, beleefde vele opla gen. In de boeken van LaJoutaane lag een ster ke paedagogische tendenz, „Het Geweld dier Liefde” en „Dwalingen van het mensclielijk hart” zijn voor hem kenteekenende titels. Uit al zijn .werk spreekt liet verlangen om de wispelturagheden van het menschelijk, vooral van het vrouwelijk hart, aan te ton nen en de behoefte om tot zedelijke streng heid aan te manen. Evenals Clauron, be greep Lafontuüne de psyche van het groote publiek, alhoewel van zijn haristochtelijk, "ongetwijfeld oprecht gemeende schrijftrant dit kan worden opgemerkt, dat zijn beschrij vingen aan den eenen kant een gunstigen invloed konden hebben, doch aan den ande ren kant zinnoprikkelend kon werken. Hoe het ook zij, de zwakheid en de week, heid van zijn dictie bleven niet onopgemerkt en werden de aanvalspunten van de critiek. Vele droevige familiegebeurtenissen wierpen een schaduw op de laatste levensjaren van dien dichter. Hij verloor zejfs onder dien druk zijn scheppingskracht 'én wendde zich tot de Grieksche literatuur. Door lichaams gebreken gekweld, verrichtte de dood1 een goede daad door hem op zachte wijze van deze aarde weg te nemen. hij begrijpt toch zeker we], dat het een ver gissing was. geloof je niet? Hugh keek haar in het verbijsterdte gezicht en^ladhte. Later op den morgen openbaring voor r- „...En wim, een held in vruchtbaarheid zooals Calderonen Hope naai' Plato eens zei van den veelschrijver Clauron. Deze typeering zou van kracht zijn op August Heinrich Julius Lafontaine, wiens honderdjarigen sterfdag wy heden her denken. Deze naam heeft de meeste bekend heid verworven onder het predicant „klas sieke fabeldichter”, de vruchtbare roman cier is reedg sedert langep tijd vergeten. Lafontaine wa^ eens de meest gelezen auteur, die veel meer geliefd was dan Goe the, Schiller, Lessing en Wieland tezamen, zooals R. M. Meyer in zijn literatuurgeschie denis van de negentiende eeuw opmerkt. Lafontaine was de geliefde auteur van Fre- derik Willem III en Koningin Louise. Zoo- als het met alle beroemde mannen het geval is, had ook Lafontaine zijn vurige aanhan gers, die geen-enkel spetje van smaad op den man van het genie dulden en zijn vijan den wier eenparig oordeel vernietigend luid de. De tooneelsehrijver Tieck gaat in zijn vierde acte van „Zerbino” heftig tegen La- fcntaine te keer,, terwijl de filosoof Schltegel hem in zijn „Athenaum” krachtig aanviel. Niettegenstaande de nietig verklaring van zijn schrijftalent bleef Lafontaine de geliefde auteur, vooral bij het vrouwelijk gedeelte van zijn lezers, dat zijn gevoelig sentiment beter kon begrijpen. De uitgevers (waren de beste Vrienden met lafontaine en de eene druk verscheen na de andere, Kransclite, Engelache, Italiaansche vertalingen gaven zijn naam een wereld- klank. Hij had de tooverspreuk gevonden, dite tot het, groote publiek was dóórgedron gen en was een gunsteling der conjunctuur. Zijn geweldig succes „deed hem niet stijgen, doch de menschheid zinken” -zou men bijna met Schiller kunnen zeggen,, wanneer men hiermede Lafontaine geen onrecht zou doen. Den 5en October 1758 in Bronswijk gebo ren, studeerde hij op dte tolenmalige kleine universiteit Helmstedt theologie. Na afwis selend als huisleeraar of zooals het destijds heette hofmeester les te hebben gegeven, zocht hij in zijn vaderstad aansluitiing bij den kring van Eschenburg, abt Jeruzalem enz., waarin ook Lessing vertoefd! heeft. Zijn dramatische eerstelingen vonden geen gunstig onthaal. Eschenburg* trachtte een Shakespeariaanschen invloed door te voeren, doch deze wtensch bleef slechte formeel. Na in 1789 zijn tweede theologische examen te hebben .afgelegd, werd Lafontaine veldpre diker in Silezië! Aan de door Goethe be schreven campagne in Frankreich” in 1792 nam hij eveneens deel en ging daarna naar Halle om daar voor stampvolle kerken van den kansel te preeken. Als kanselprediker werd hij beroemd en door Koningin Elisa beth werd hij tot kanunnik in Maagdenburg verheven. In 1811 werd hij in Halle doctor. Nu volg- op zijn deur. Waarom deed hij dan open, als hij ziek was, en staarde me op zoo’n op merkelijke gezonde manier aan? Omdat je timmerde waarschijnlijk. Het is heusoh geen wonder dat hij dan een lief tallige jongedame, die de vermetelheid had om. hem nog vóór'het ontbijt ven bezoek te brengen, mirt studie bekeek, ’n Knappe kerel tusschen twee haakjes. Dat zeg een pleizier te doen, zusjelief. meer is. ik geloof dat hij een Amerikaan ja, zei Hugh, den vreemdeling crutisch beschou wend. Ik heb zijn gezicht nog niet gezien, zei zij kor*. Hoe herkende je hem dan? O ja, door zijn schoenen, dat spreekt vanzelf, want je sloeg je oogen natuurlijk neer, toen je je vergissing inzag; maan zie je, ik begrijp niet dat je nu zijn schoenen, kan zien, want die heeft hij ondier de tafel. Ik bedoel, d'at ik niet c hij een knap gezicht heeft, Dan zou ik maar lliever eens kijken. Hij heeft een bijzonder knappe snuit met dat biefstuk in zijn wang. Graaf' keek steelsgewijs naar den man tegenover haar en zag zijn bleeke wangen en d« donkere kringen onder zijn oogen. Hugh had een verkeerde voorstelling van do zaken gegevende man at absoluut niet. In plaats daarvan speelde hij met zijn vork, trok er onzekere cirkeltjes mee in de gestolde saus op zijn bord, tertwijl zijn wang steunde in de andtere hand en' zijn vermoeide oogen vér weg schenen te staren. Arme kerel, mompelde zij medelijdend, zou hij erg ziek zijn?

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1931 | | pagina 1