ÏOSAL
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
N0. 17659
Maandag 20 April 1931
70» Jaargang
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP,
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUW1JK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADD1NXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
Dit blad-verschijnt dagelijks behalve op Zon-en Feestdagen
FEUILLETON.
1
ION
TWEE OP ’N EILAND
De omwenteling in Spanje.
en AannemertL
Deuren, Ramen,
Stofdorpels of Deur'
GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
MMÏNG
"de Kerk.
IdllIlSdIE COURANT
•ENA. Dortland, G.
t
een geboren Koning.
«5
(Wordt vervolgd).
UBg*»
BUITENLANDSCH NIEUWS.
- 193»
romancier.
1 Hoofdhaar”
raadgevingen,
n tevens een
irheden.
oon
n.
iter.
ik om jon
Maar wat
IT verzoek
tngeboden,
opgemerkt heb of
Hugh.
waren en flets en vermoeid ston-
rp opnieuw een blik op Grace,
de eerste, en hervatte toen
discreet zijn cirkeltjes-productie in de ge
stolde saus.
Mies Vemon bloosde een beetje.
Toen zij van tafel opstonden, zei zij tegen
Hugh. Hij herinnert zich mij wel, maar
hij begrijpt toch zeker we], dat het een ver-
„ma in nint. f
dte ijzige regen triest boven hun hoofden
kletterde. Er waren weinig passagiers aan
dek. Van het eindle van het dek kwam een
geroezemoes van stemmen van officieren.
We hebben nog niet ontbeten, Grace,
en ik heb een honger als een <wolf. Is het
niet een geweldige opluchting, meisje, dat
we met langer voor detectives hoevfen op te
passen? Toen we van de Vereenigde Statten
naar Engeland gingen, dacht1 ik dat iedere
man een speurhond was,, om de mill toen
dollars te verdienen, die de Ohicagosche
society had uitgeloofd voor onze gevangen
neming.
Zij gingen naar beneden en vonden de eet
zaal bijna verlaten. Twee of drie laatkomers
dronken hun laatste kopje koffie. Toen ver
telde zij hem van haar vergissing van straks
en beiden monsterden voortdurend hun me-
depassagiei’B om den man te vinden, die de
hut naast haar bewoonde. Hij verscheen
niet aan de lunch en nitet aan het diner en
Hugh beschuldigde haar lachend, dat zij
hem vermoord hiad.
Den volgenden morgen echter zat hij vlak
tegenover Hugh, bleek en zonder den min
sten eetlust. Hij deed een dappere poging
m de ziekte, die hem te pakken had, de baas
te blijven. Zij stootte Hugh aan eh knikte
in die richting van den stillen, in zichzelf
gekeerden eter. Hij keek in diens richting
en keek haar toen vragend aan. Zij knipoog
de bevestigend.
Arme drommel, mompelde Hugr. Ik
denk, dat hij zich net onrustig begon te
voelen, toen je hem uit zijn hut timmeqde,
alsof de heelte boot in brand stond.
Er uit timmerjde. Ik klopte alleen maar
heid vloog de
k waar ik van 1
een brief van
ffrouw I. Grahn,
mheidskoningin
29/30.
AUGUST H. J. LAFONTAINE.
1831 20 APRIL
Een groot fabeldichter en
derdag eens kijken in
slminastraat 21,
iets voor U bij I
•raad en op bestelling
«ERG Lzn.
lomitr. 16 13
I HAAG. Giro 121271
Uit het Engelsch van
GEORGE BARR MCCUTCHEON.
(Nadruk verboden.)
Kan ik u soms met het een of ander
van dienst zijn? vroeg de vreemdeling. Hij
had een prettige stem, maar ze merkte het
op dat oogenblik niet op.
Neen, dank u wel, antwoordde ze hou-
teng.
Zijn hut is r^ci
her ik me. Neemt i
ik u gestoord heb,
Besluiten van de nieuwe Regeering. Belangstelling voor de Koninklijke
familie. Herinneringen aan Alfonso. Een „Priipripe”
In de „Haagsche Post” schrijft een land
genoot in den vreemde eenige herinnerin
gen aan „Allonso el Principe”, Alfonso den
Koning, in verband met de jongste gebeur-
tenissen in Spanje. De schrijver is blijkbaar
door het ridderlijke, het vorstelijke in deze
koningsfiguur, geboeid en getroffen: hoe
wel hy laat doorschemeren, dat achter den
„gentleman” ook nog wel iets anders schuil
ging. Interessant is deze visie op den bal-
ling-vorst intusschen wel.
„Toen Alfonso de motorboot betrad, die
hem, altijd Principe, zou brengen naar de
„Principe Alfonso”, het oorlogsschip, dat
melkwit in den ochtendnevel der Middel-
landsche Zee gereed lag vóór Cartagena,
riepen sommige Spanjaarden, die tot de
scheepswerf, waar dit plaats had, waren
doorgedrongen: „Leve de Republiek!”... De
zwakkelingen, die zelfs niet op dat laatste
oogenblik van aanraking met zijn land, in
Spaansche lucht iets wilden overlaten van
de illusie rondom eeft gevallen vorst! Een
„Principe” was Alfonso. Hij zal zelf ge
vraagd hebben, dat de „Principe Alfonso”
hem weg mocht voeren in de ballingschap
daar heeft hij recht op, dat men zoo een
gebaar van hem onderstelt. Hij heeft na
tuurlijk vele fouten gehad, deze man met de
Habsburgsche lip; en één groote fout heeft
hij gemaakt. Maar wie hem eenmaal bij-
woonde, wist dat er zelfs nog in onzen tijd
iets is, dat gaat boven den gentleman, die
toch de nok vormt van de moderne maat
schappij, en dat het koninklijke wezen is,
waaronder de koning vóór de revolutie in
cognito reisde en dien hij nu weer heeft
aangenomen) overleg te plegen over de
stappen, die dienen te worden gedaan. Qui
nones de Leon is een toegewijd vriend van
Alfonso, die hem in deze uren trouw ter
zijde staat.
Omstreeks het middaguur reed de konin
gin naar de Noorsche legatie, waar haar
broeder en schoonzuster, de markies en
markiezin van Carisbrooke, verblijf houden.
Zij werd luide toegejuicht door de menigte
voor het hotel.
Het noenmaal werd door de beide spuve-
reinen met hun kinderen in de appartemen
ten gebruikt. Om vier uur verscheen, gelijk
gemeld, de koningin-Moeder Maria van Roe
menië, die met haar jongste dochter prin
ses Ileana uit Bretagne kwam eri via Parijs
naar Boekarest terugkeerde.
Met het oog op den zwakken gezondheids
toestand van den prins van Asturië, den
oudsten zoon des konings, is het publiek
verzocht de grootst mogelijke stilte voor
het hotel te betrachten.
reikte haar.
De heer, die in deze hut woont, ging
daarnet voorbij, naar het dek. Rechtuit.
Dank u, riep zie hem toe, terwijl ze
haastig zijn aanwijzing volgde.
Huegh ontmoette haar aan de voet van
het trapje. Onvoorzichtig rende ze dadelijk
°P htem toe en riep:
O, wat,ben ik blij dat ik je zie. Waar
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken behoorende tot den bezo rg kring
1—6 regels 1.80, elke regel meer 0.26. Van buiten Gouda en den besorgkring:
15 regels 1.65, elke regel meer 0.30 Advertentiën in het Zaterdagnummer 20
bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiMn de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels 2.26, elke regel meer B.6C Op
de voorpagine 60 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bij contract tot zeer gereduceerden
pr(js. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boekhande
laren, Advertentiebureaux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het
Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn.
I T. van Gent/H
«1 der Tooren, A.
w Brug.
SSEN VAN OPPER.
I. van Wingerden, G.
istra, H. van Deest
Rijksen, L. Boon,
F. van der Want.
STUUR DER AFD.
JZ. HERVORMDEN
laat ik zeggen: het gentelemanlike met ac
cent van eterniteit, een schemer van een
heb je toch gezeten, Hugh Ridgeway.
Ssst, Radge zonder way. Vergeet dat
alsjeblieft niet. Het ie op dit schip van net
zooveel belang als op het vorige. Ik heb
even op het dek rondgek eken. Alles goed met
jou, zeg? Ben je nog eteedg blij?
Hij hield haar handen Vast en keek in
haar oogen.
Natuurlijk, jongen. Wat een kinderach-
tige vraag. Alleen goede menschen sterven
jong en ik ben niet zoo bijster goed, anders
zou ik niet mirt je wegloopenRegent het?
Je jas is heelemaal nat. Vooruit Hugh, ik
moet even van het vergezicht genieten, riep
zij, hem lachend de trap optrekkend. Er
kwam een eigenaardige glimlach op zijn ge
zicht, toen hij haar aan dek volgde.
Geruirnen tijd sprak geen van beiden. Ze
keek met bewonderende oogen over de wijde
vlakte voor haar, en hij keek met bewon
derende oogen naar haar schattig, gespan
nen gezichtje.
Waar zijn we„ Hugh? vroeg ze Waar
ligt Londen?
We zijn op weg naar een haven, dui
zenden mijlen weg. Londen ligt daar ergens
zei hij, terwijl hij achter zich wees.
Zij stak haar hand in de zijne en keek
over het water. Alleen maar regen, grijze
lucht en deinende golven. Wat 'haar gedach
ten waren gedurende de stilte die Volgde,
vernam Inj toen zij zich omwendde en hem
smeekend' in de oogen keek.
Hugh, zal je altijd litef voor mij zijn?
Zoolang ok leef liefste, fluisterde hij,
haar hand drukkend. Zoo stonden zaj een
tijd lang alleen en zwijgend! onder tscherm,
d'at het promenadedek overspande, terwijl
latlsche pijnen
on 1.25.
R Gedipl. Drogist
gel - Telef. 2839.
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal, 225, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 220, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per post per kwartaal 8.16, met Zondagsblad 8.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 81, GOUDA,
bjj onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zyn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie en Redactie Telef.
Interc. 2745. Postrekening 48400.
47
slijk lees-
is op een
enveloppe
De Spaansche regeering heeft besloten, i
dat eiken Zondag in de kazernes en kampen
de mis als tot nu toe gelezen zal worden,
maar in tegenstelling met vroeger is de bij
woning facultatief. De tegenwoordige vaan
dels zullen in de musea worden opgeborgen.
Wanneer de algemeene verkiezingen Zvl-
len zijn, is nog niet bekend. In ieder geva'l
hoopt men, dat dit in Mei zal kunnen plaats
hebben. De republikeinsche regeering zal
alle verplichtingen zonder onderscheid na
komen, die vorige regeeringen op zich ge
nomen hebben.
De fondsen van Morgan zijn ongerept.
De minister van financiën wil ze niet ge
bruiken ter verdediging van de peseta, die
hij voor het ooglnblik volkomen veilig acht.
De Bank van Spanje moet onderzoeken, of
deze fondsen aan de Amerikaansche banken
die ze hebben voorgeschoten moeten worden
teruggegeven.
Met den nuntitus te Madrid wisselt het
Vaticaan telegram op telegram én al drie
maal is hij bij den nieuwen minister van
buitenlandsche zaken geweest. Daaruit valt
af te leiden, dat het Vaticaan spoedig een
modus vivendi zoekt.
Om het vraagstuk van de universiteit te
Madrid op te lossen, heeft men een voor-
loopige commissie georganiseerd, bestaande
uit 4 studenten en 4 hoogleeraren. Deze
commissie zal bijeenkomen om een rector en
een conrector te kiezen.
De hertogin van Alva wilde Vrijdag bij
Iran de Spaansche grens passeeren. De
douane-beambten kwamen tot de ontdekking
dat de hertogin een bedrag van 750.000 pe
setas by zich had. Zij namen toen 745.000
pesetas in beslag, die zij, op naam van de
hertogin op een bank plaatsten.
In verschillende straten van Madrid is
men reeds bezig borden met namen van ko
ninklijke personen te verwijderen. Verschil
lende zaken, die het koninklijk wapen en de
rood gele kleuren voerden, hebben deze door
republikeinsche aanwijzingen vervangen.
Belangstelling voor de bannelingen.
Nog steeds staan er voor het Hotel Meu
rice in de Rue de Rivoli te Parijs, waar de
Spaansche koninklijke familie is afgestapt,
groepjes nieuwsgierigen, die naar het hotel
staren in de hoop iets waar te nemen om
trent het doen en laten der „bannelingen”.
Veel valt er niet te zien, en toch weten de
Parysche bladen wel iets te vertellen van
Ja première journée d’exil”.
Vrijdagochtend is de koninklijke familie,
die rust noodig had na de doorgestane ver
moeienissen en emoties, tot het middaguur
op ’haar appartementen gebleven. Zij ont
ving geen, enkel bezoek. Om elf uur ver
scheen markies Quinones de Leon, de af
getreden Spaansche ambassadeur te Parijs,
om met den hertog van Toledo (de naam,
Onverstandig en worden door den
tijd bevrijd van hun smart; verstan-
digen door overleg.
DUITSCHLAND.
Kiirten’s vrouw gehoord.
In het proces te Dusseldorf tegen den
massamoordenaar Kürten werd Zaterdag
overgegaan tot het verhoor van diens thans
van hem gescheiden vrouw, die weer haar
meisjesnaam heeft aangenomen.
Zij verklaarde, dat Kürten licht prikkel
baar is. Het is haar bekend geweest, dat
Kürten ook met andere vrouwen omging.
Bij voorlezing der door de vrouw van
Kürten afgelegde verklaringen blijkt, dat
Kürten niet heeft verwacht reeds zoo spoe
dig te worden gearresteerd. Hij is geen
drinker, doch wat hoogmoedig.
i Hij wil steeds voor meer doorgaan dan hij
1 is. De door hem gebruikte schaar heeft zijn
vrouw in huis gebruikt. Zijn kleeren heeft
hJi steeds zelf schooft gemaakt.
Uit de voorlezing van verdere'protocol
len blijkt, dat Kütten in Altenburg een tijd
lang lid is geweest van de Rtfksbanier en
ook van den Arbeidersraad. Naar verder
blijkt, heeft de vrouw van Kürten wegens
poging tot doodslag op haar man een ge
vangenisstraf van vijf jaar ondergaan.
Vandaag is het de zevende dag van het
Ik weet het niet, zei Hugh harteloos.
Als je erg ziek bent 8a Je nóet eten-
Haar oogen glansden plotseling op mpt
een tinteling van plehaer. toen zij wat in
zijn oor fluisterde.
Wiuirachtig, misschien heb je gelijk. Het
is een detective' De vreemde keek hun half-
geïnteresseerd aan toen zij lujd lachten. Zij
M-ger^ dat. zijn oogen blauw en met bloed
doorloopen v.„~ J -*
den. Hij wierj
scherper dan
was het weer een
alle passagiers. De hemel
was weer blauw en de atmosfeer frisch en
holder. Maar er stond nog een hooge zee en
het schip deinde ongezellig voor diegenen,
dole geen goede zeebeenen hadden. De dek-
etoelen waren overal bezet, met menschen.
die heroïsch besloten hadden, om maar het
beste te maken van de omstandigheden.
Hugh en Grace vonden een geschikt plaats
je en Hugh keek „zijn zuster” af en toe vol
bewondering aan. Op haar wangten gloeide
een warme blos, haar oogen schitterden van
opwinding, haar heele wezen scheen te tril
len van bezieling.
■tegEiïwoordipng
iepen in de Hervorm.
op 'DINSDAG
op d® navolgend.
ïhte van de mijne, herin-
u mij niet kwalijk, dat
--j, en zij klopte op de andere
deur. Onwillekeurig wierp zij een blik naar
de hut van den vreemdeling maar keek da
delijk voor zich. Hij stond nog in de deur
en fixeerde haar op een manier, die haar
allesbehalve aanstond. En Hugh gaf geen
antwoord. Ze klopte nog eens en weer
geen antwoord. De rusituge vreemdeling be-
spiegelbeeld Gods! Wie Alfonso zag zooals
ik heb zag, weet dat er geen „die gratia”
koningen meer zijn, en dat de houding van
de groote middeleeuwsche tournooi-edellie-
den alleen nog in dezen eenen tevens
sportieven koning was overgebleven!
Ik zag hem in het begin van de eeuw in
Parys. Met groote staatsie was de toen
nauwelijks twintigjarige jonge koning de
trappen afgegaan van het groote Opera-ge-
bouw, in gezelschap van President Loubet,
uitgeleid langs een haag lakeien met 24
kaarsen-dragende kandelabers. In een snelle
victoria reed hij mei gouden helm in den
fonkelenden nacht Idoipf de Avenue de
l’Opéra, boog bij de CWnédie Franchise om,
eh... daar ging het om\ijn leven, want een
bom sprong precies achter de kap, een
paard van het volgrytuig stortte neer, rook,
gillen en geschreeuw maar de presiden-
tieele koetsier legde de zweep over dfe vier
zwarte paarden, en met een razende snel-
i equipage de rue de Rivoli in,
het balcott van de Arts Déco-
ratifs in de Tuilerieën met ontzetting dit
schouwspel gade sloeg. Het scheen of de
wagen van den President wielen met vleu
gels had. Het scheen ook, of ineens een
heel volk met stomheid geslagen was. In een
beklemmende stilte renden de paarden. Tot
dat ginds, verderop, een heel eind weegs
wegkijkend langs de vierkante kolonnaden,
wjj de slange figuur van den Koning ge
waar werden, plotseling recht overeind in
de open victoria, en salueerend, hij alleen,
voor het ruiterstandbeeld van Jeanne d’Arc.
Dat was onder de hoogt lampen en de illu
minatie van het kleine pleintje, dat zich
daar bevindt, als een intiem droomgezicht,
een lichte, onberekenbaar kortë illuzie, een
elegante bliksemflits in een ademlooze, ein
deloos schijnende stilte.
Hij was nog zoo jong, Alfonso! Hij was
ons zelfs opgevallen door iets onbehólpens,
den dag dat Delcassé hem afhaalde van
het tuindorpachtige stationnetje in de Etoi-
lewyk; en nu, met nog de windzuiging van
de wieken des doods rondom zijn jonge
hoofd, was hij de eerste, de éénige, die weer
geheel zichzelf was, „Principe Alfonso!”
Een enorme ontspanning volgde onder de
menschen. Een jubelend gejuich steeg op.
De op hun Jeanne d’Arc dolle Franschen
vergaten iedere belemmering. De geheel gou
den helm, die als twee tegen elkander ge
legde blaren zijn smalle hoofd omsloot, zag
ik neerdalen in het donkere rijtuig, en een
gouden lichtende streek trekken door de
eindeloos zwarte massa, die straat en trot
toirs bevolkte. Soms heeft men een grooten
indruk van een mensch, en dan vervaagt
die. Daden volgen op daden, indrukken vol
gen op indrukken! Maar wat hij later deed,
Alfonso XIII, dat heeft mij nooit kunnen
afbrengen van eerste impressie dat hj^ een
gevoelig mensch was met de innerlijke
mentaliteit van den geboren Koning, in
wien het juiste gebaar leeft even sterk als
in een ander het juiste inzicht.'
de spoedig roman na roman: 1791 „De Na-
tuuiinenscii i,u 1793 „De Zonderling". De
fcïansche revolutie weid voor vele van zijn
romans de achtergrond.
Do driedeelige roman, „Dja bekentenis aan
heu graf”, sterk beïnvloed door de figuur
van Vicard Wakefield, beleefde vele opla
gen.
In de boeken van LaJoutaane lag een ster
ke paedagogische tendenz, „Het Geweld dier
Liefde” en „Dwalingen van het mensclielijk
hart” zijn voor hem kenteekenende titels.
Uit al zijn .werk spreekt liet verlangen om
de wispelturagheden van het menschelijk,
vooral van het vrouwelijk hart, aan te ton
nen en de behoefte om tot zedelijke streng
heid aan te manen. Evenals Clauron, be
greep Lafontuüne de psyche van het groote
publiek, alhoewel van zijn haristochtelijk,
"ongetwijfeld oprecht gemeende schrijftrant
dit kan worden opgemerkt, dat zijn beschrij
vingen aan den eenen kant een gunstigen
invloed konden hebben, doch aan den ande
ren kant zinnoprikkelend kon werken.
Hoe het ook zij, de zwakheid en de week,
heid van zijn dictie bleven niet onopgemerkt
en werden de aanvalspunten van de critiek.
Vele droevige familiegebeurtenissen wierpen
een schaduw op de laatste levensjaren van
dien dichter. Hij verloor zejfs onder dien
druk zijn scheppingskracht 'én wendde zich
tot de Grieksche literatuur. Door lichaams
gebreken gekweld, verrichtte de dood1 een
goede daad door hem op zachte wijze van
deze aarde weg te nemen.
hij begrijpt toch zeker we], dat het een ver
gissing was. geloof je niet?
Hugh keek haar in het verbijsterdte gezicht
en^ladhte.
Later op den morgen
openbaring voor r-
„...En wim, een held in vruchtbaarheid
zooals Calderonen Hope naai' Plato eens zei
van den veelschrijver Clauron.
Deze typeering zou van kracht zijn op
August Heinrich Julius Lafontaine, wiens
honderdjarigen sterfdag wy heden her
denken. Deze naam heeft de meeste bekend
heid verworven onder het predicant „klas
sieke fabeldichter”, de vruchtbare roman
cier is reedg sedert langep tijd vergeten.
Lafontaine wa^ eens de meest gelezen
auteur, die veel meer geliefd was dan Goe
the, Schiller, Lessing en Wieland tezamen,
zooals R. M. Meyer in zijn literatuurgeschie
denis van de negentiende eeuw opmerkt.
Lafontaine was de geliefde auteur van Fre-
derik Willem III en Koningin Louise. Zoo-
als het met alle beroemde mannen het geval
is, had ook Lafontaine zijn vurige aanhan
gers, die geen-enkel spetje van smaad op
den man van het genie dulden en zijn vijan
den wier eenparig oordeel vernietigend luid
de.
De tooneelsehrijver Tieck gaat in zijn
vierde acte van „Zerbino” heftig tegen La-
fcntaine te keer,, terwijl de filosoof Schltegel
hem in zijn „Athenaum” krachtig aanviel.
Niettegenstaande de nietig verklaring van
zijn schrijftalent bleef Lafontaine de geliefde
auteur, vooral bij het vrouwelijk gedeelte
van zijn lezers, dat zijn gevoelig sentiment
beter kon begrijpen.
De uitgevers (waren de beste Vrienden met
lafontaine en de eene druk verscheen na de
andere, Kransclite, Engelache, Italiaansche
vertalingen gaven zijn naam een wereld-
klank. Hij had de tooverspreuk gevonden,
dite tot het, groote publiek was dóórgedron
gen en was een gunsteling der conjunctuur.
Zijn geweldig succes „deed hem niet stijgen,
doch de menschheid zinken” -zou men bijna
met Schiller kunnen zeggen,, wanneer men
hiermede Lafontaine geen onrecht zou doen.
Den 5en October 1758 in Bronswijk gebo
ren, studeerde hij op dte tolenmalige kleine
universiteit Helmstedt theologie. Na afwis
selend als huisleeraar of zooals het destijds
heette hofmeester les te hebben gegeven,
zocht hij in zijn vaderstad aansluitiing bij
den kring van Eschenburg, abt Jeruzalem
enz., waarin ook Lessing vertoefd! heeft.
Zijn dramatische eerstelingen vonden geen
gunstig onthaal. Eschenburg* trachtte een
Shakespeariaanschen invloed door te voeren,
doch deze wtensch bleef slechte formeel. Na
in 1789 zijn tweede theologische examen te
hebben .afgelegd, werd Lafontaine veldpre
diker in Silezië! Aan de door Goethe be
schreven campagne in Frankreich” in 1792
nam hij eveneens deel en ging daarna naar
Halle om daar voor stampvolle kerken van
den kansel te preeken. Als kanselprediker
werd hij beroemd en door Koningin Elisa
beth werd hij tot kanunnik in Maagdenburg
verheven.
In 1811 werd hij in Halle doctor. Nu volg-
op zijn deur. Waarom deed hij dan open,
als hij ziek was, en staarde me op zoo’n op
merkelijke gezonde manier aan?
Omdat je timmerde waarschijnlijk. Het
is heusoh geen wonder dat hij dan een lief
tallige jongedame, die de vermetelheid had
om. hem nog vóór'het ontbijt ven bezoek te
brengen, mirt studie bekeek, ’n Knappe kerel
tusschen twee haakjes. Dat zeg
een pleizier te doen, zusjelief.
meer is. ik geloof dat hij een Amerikaan ja,
zei Hugh, den vreemdeling crutisch beschou
wend.
Ik heb zijn gezicht nog niet gezien, zei
zij kor*.
Hoe herkende je hem dan? O ja, door
zijn schoenen, dat spreekt vanzelf, want je
sloeg je oogen natuurlijk neer, toen je je
vergissing inzag; maan zie je, ik begrijp niet
dat je nu zijn schoenen, kan zien, want die
heeft hij ondier de tafel.
Ik bedoel, d'at ik niet c
hij een knap gezicht heeft,
Dan zou ik maar lliever eens kijken.
Hij heeft een bijzonder knappe snuit met
dat biefstuk in zijn wang.
Graaf' keek steelsgewijs naar den man
tegenover haar en zag zijn bleeke wangen en
d« donkere kringen onder zijn oogen. Hugh
had een verkeerde voorstelling van do zaken
gegevende man at absoluut niet. In plaats
daarvan speelde hij met zijn vork, trok er
onzekere cirkeltjes mee in de gestolde saus
op zijn bord, tertwijl zijn wang steunde in
de andtere hand en' zijn vermoeide oogen vér
weg schenen te staren.
Arme kerel, mompelde zij medelijdend,
zou hij erg ziek zijn?