Blad
Ttransvolia
‘Hoeden
Deze Courant komt in vele duizenden gezinnen. Gegarandeerde oplage 6500
ex.
J
NIEUWS- EN. ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
70;Jaargang
Zaterdag 23
i 1931
WO. 17987
bergambacht,
BODEGRAVEN,
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagen
1
ELRS1E BLAD.
Brieven uit de Hofstad.
FEUILLETON.
TWEE OP 'N eiland
BtULOP 2084
MidslwiailiiipiJ. Li. MrutiR
Extra voordeelige
Pinksteraanbieding
BAHLMANN - GOUDA
Mantels, Japonnen, Hoeden enz«
t ook in blauw en zwart
iJÏEUWËRKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK SCHOONHOVEN,'‘STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
BERKENWOUDE. BODEGRAVEN, BOSKOOP. -COUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MORRCAPEI.LE.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
O
enz.
174.
8
HAGENAAR.
42
HOOFDSTUK XXIII.
ken
MAANDAG,
Tweede Pink.cerd.f, zal de
Goudtcbe Courant
NIET VERSCHIJNEN.
Uit het Engelsch van
GEORGE BARR MCCUTCHEON.
(Nadruk verboden.)
-o~„ U|JU
ae zc>n m de deuropenij
'"'-‘o- merkte 1
hutten der i
tok zochten
hen wat op een mensch leek!
In de verte konden zij de oevers van de
rivier zien, die naar dezen drempel van den
Hof Eden stroomde. De vlakte tueschen de
Landveriies wegens
Stadsuitbreiding.
De enorme uitbreiding van onze groote
steden in de laatste jaren en het jaar op
jaar in beslag nemen van groote uitgestrekt
heden cultuurgrond voor straten- en wegen
aanleg en huizenbouw, doet menigeen twee
vragen stellen. In de eerste plaats deze:
waar moeten ten slotte al de menschen, die
deze huizen gaan bewonen, een bestaan
vinden? Wy willen by deze vraag, hoe be
langrijk zy ook mag wezen, thans niet stil
staan, doch enkele opmerkingen maken naar
aanleiding van een tweede met deze eerste
in verband staande vraag, n.l.: wordt zoo
i ten slotte niet een te groot deel van onzen
bodem aan land- en tuinbouw onttrokken?
l)e vrees daarvoor zou niet zoo groot behoe
ven te zijn, indien onze groote steden lagen
temidden van min of meer waardelooze, on
ontgonnen heidevelden. Zy liggen echter nu
eenmaal in de vruchtbaarste gedeelten van
het land.
Ten einde een antwoord op deze vraag te
geven, dient in de eerste plaats te worden
nagegaan, hoe groot de door stadsuitbrei
ding enz. jaarlyks verbruikte oppervlakte
is in verhouding tot de totale oppervlakte
cultuurgrond en verder, hoe groot de jaar
lijks door ontginning, indyking enz. plaats
hebbende vermeerdering van cultuurgrond
is. Omtrent het eerste punt komen gegevens
voor in het rapport der „Commissie voor
hernieuwd onderzoek naar de baten van dc
afsluiting der Zuiderzee”. Deze commissie
geeft inzake de verliezen aan .cultuurgrond
door stadsuitbreiding, wegenaanleg
over 19121922 de volgende cyfers:
Toeneming oppervlak
kanalen en havens
gebouwde eigendommen
straten
siertuinen
Elegante Datnea* en
Kinderkleeding
Hoeden, Pelterijen enz.
en in 1928 2279000 H.
ring alzoo van 125000
per^ jaar. En zulks ondanks een jaarlijks
verlies wegens stadsuitbreiding van 2400
H.A.
1833^—1911 eene landManwinst te consta-
teeren zyn geweest van 360.000 H.A.,
waarvan 100.000 H.A. te danken was aan
bedijking en droogmakingen 260.000 H.A.
aan ontginning. Onder déte ontgonnen op
pervlakte waren ook begrepen 92000 H.A.,
die tot bosch werden ontgonnen. Trekt men
deze oppervlakte van .het totaal af, dan
krijgt men gedurende de periode 18331911,
d. i. een tijdvak van 78 jaar, een vermeer
dering van de oppervlakte bouwland, gras
land en tuingrond van 200.000 H.A. of
3400 H.A. per jaar. Dit is dus meer dan
tegenwoordig jaarlyks aan stadsuitbreiding
enz. verloren gaat. In de laatste jaren was
daarenboven de oppervlakte cultuurgrond,
die werd aangewonnen, belangrijk grooter
dan in de hierboven genoemde periode. In
1910 bedroeg onze totale oppervlakte bouw
land, grasland en tuingrond 2154000 H.A.
eene vermeerde-
I»’ of 6500 H.A.
uit onze
enorme collectie
Totaal 24100 H.A.
of gemiddeld in deze tienjarige periode 2400
Het leven schehkt de menschen niets
zonder groote inspanning.
Ik zal mij eens de maat laten nemen
voor een write graspantalon, zei Hugh droog.
En ik zal mij ook een parasol, laten
maken, want die heb je hier wel noodig.
Lady Tennys's slaapkamer werd ook ver
rijkt met een bad, dat werd aangebracht in
dep grond Het opperhoofd, dat onder
danen in aanbidding voorging, gaf Lady
Tenny8 een tiental meisjes als hulp, terwijl
Hugh een twintigtal mannen toegewezen
kreeg, die hij als timmerman, metselaar,
loopjongen of jager aan het werk zette.
- We worden werkelijk op onze wenken
bediend, zei Hugh. Je zult eene zien over
een jaar
Een jaar! Toen ze hem het vooruitzicht,
dat ze hier langeren tijd zouden moeten blij
ven onder woorden hoorde brengen, schrok
zij er op nieuw Voor terug. Ik geloof niet
dat ik het hier een jaar uithoud.
Ik hoop ook, dat we hier vooy dien tijd
wegkomen, maar het is toch altijd goed met
die mogelijkheid rekening houden en er
ons mee te verzoenen. Vóór ons ie hier nog
nooit een blanke geweest en hoe toevallig
is het niet, dat wij hier zijn. Het kan dus
1 wel jaren duren, voor wij gevonden worden
en weer naar de beschaafde wereld terug
kunnen. Daarom denk ik er maar over deze
wereld een beetje te beschaven
Misschien moeten wij hier wel ons heele
leven blijven, zei hij somber.
Met die wilden als eenig gezelschap is
veel erger dan dood zijn, gromde hij met
een wanhopig gebaar en opspringend ver-
volgde hij: Kun je je iets erger» voor
stellen dan wat ons te wachten staat?
(Wordt vervolgd.)
2500 H.A.
10700
5500
5400
H-A. per jaar. Nu is er in ons land
2279000 H.A. culturgrond (bouwland, gras
land en tuingrond). Voor‘de uitbreiding der
steden wordt daaraan aldus jaarlyks ruim
0.1 onttrokken. Als de toeneming der be
volking zoo doorging, zou alzoo over 1000
jaar alle cultuurgrond door huizen, straten
enz in beslag zyn genomen. Al behoeven wjj
ons derhalve voor de naaste toekomst niet
al te ongerust te maken, aan den anderen
kant is het verschijnsel toch belangrijk ge
noeg, om er aandacht aan te schenken. De
uitbreiding der stedelyke bevolking ten
koste van de landbouwende maakt ons, wat 1
de voedselvoorziening betreft, in voortdu
rend sterkere mate afhankelijk van het
buitenland. En in de tweede plaats is het
de vraag, of eene maatschappij met zoo
overwegend stedelyke bevolking haar gees
telijk en zedelijk evenwicht kan bewaren.
De landbouwende bevolking ondervindt van
hare aanraking met de natuur voortdurend
vernieuwing en verfrissching van die begin
selen van gezond verstand en zedelijkheid,
waarbuiten de menschheid het ten slotte
niet kan stellen. j
Nu is" et, naar wjj opmerkten, nog eene
tweede vraag, welke met het oog op het
probleem, dat ons hier bezig houdt, niet zon
der belang is. Het is de vermeerdering van
cultuurgrond door ontginning, droogmaking,
indyking enz. Tot dusver was de aanwinst
in dezen altyd nog belangrijk grooter dan
het verlies tengevolge van stedenuitbrei
ding enz. Dit moge uit de volgende cyfers
blyken, ontleend aan eene door het Depar
tement van Landbouw in 1913 by gelegen
heid van het eeuwfeest onzer onafhankelijk
heid uitgegeven geschiedenis van onzen
landbouw over de periode 18131913, waar
in ook een hoofdstuk voorkomt over land
aanwinning. Al was het niet mogelyk, in
dezen voftkomen juiste gegevens voor ieder
jaar op/te diepen, zoo waren de beschikbare
cyfers Jtoch voldoende om ten aanzien van
de jarln na de invoering van het kadaster
in 1833 tot eene betrouwbare globale raming
te komen. Volgens deze raming zou van
MLX^|
De moord op 80neer Eechauzier.
De griezelige moordqml heeft gelijk te
begrijpen valt vele dagen het onderwerp
van het gesprek gevormd. Het slachtoffer
was een bekende persoonlijkheid en dus
schokte het gebeurde des te meer. Het ge
val heeft even een onaangenaam gevoel van
onveiligheid en onzekerheid. We komen alle
hier wel eens in aanraking met totaal on
bekende personen, die maar komen aan
waaien en die met de noodige brutaliteit
tot je weten door te dringen. Als regel wil
len die iets van je hebben en de kans is
altyd aanwezig dat ze hun verlangen trach
ten kracht bij te zetten.
Er z(jn dan ook bijvoorbeeld vele direc
teuren van een bank, die aan hun schrijf
tafel een knop hebben, waarop ze slechts
even behoeven te drukken om groot alarm
te slaan in geval er iets gebeurt, dat hun
niet goed aanstaat. Het is een gewoonte om
vreemdelingen niet alleen te ontvangen,
doch altyd een secretaris, een klerk of zoo
iemand er bij te laten zijn.
Het komt inderdaad voor, dat men over
rompeld wordt. Het is ons zelf overkomen
dat op een ochtend het dienstmeisje een
kaartje binnenbracht waarop de naam van
een zeer bekend collega stond. Laat meneer
dadelyk binnen komen, was het antwoord en
een minuut later stapte een man binnen, die
heelemaal die collega niet was. Op onze ver
baasde vraag wat dat kaartje beduidde, was
het antwoord, dat die meneer hem een in-
met bloed eraan op een wit vierkant vóór
den tempel. De vrouwen volgden zijn voor
beeld en daarna kwamen de mannen in de
witte gewaden en ten slotte het volk en ieder
legde zijn stokje op den snel aangroeienden
stapel.
i Misschien zijn zo wel van plan ons
levend t° braden, zei Lady Tennys.
i Toen allen hun stokje op den stapel ge
worpen hadden, week de menigte achteruit
i en bleef alleen het opperhoofd met een klei
nen jongen, die een toorts in de hand hield,
tusschen den tempel ep de houtstapel staan.
Na allerlei grimassen nam een van de man
nen in het ,wit de toorts en stak het hout
aan. Do gansche menigte liet zich plat op
den grond vallen, sprong dlirect weer over
eind en voerde de wildste en onmogelijkste
dans uit, die ooit een menschenoog aan
schouwde. Naar mate d» rook en de vlam
men toenamen, het droge hout kraakte en
knapte, danste de menigte steeds woester en
in feller razernij.
Niet voor al het hout tot asch vergaan
was, eindigde deze vuurdane. Het opper
hoofd stapte op het godenpaar af en over
handigde hen twee korte staven, die als knop
niete meer of minder kan kinderschedelê
hadden. Niet zonder weerzin namen zij het
vreemdsoortige cadeau aan. Later kwamen
zij te weten dat deze staven den dood voor
ieder, die zich tegen hun wil zouden verzet
ten, symboliseerden. Ze vernamen later ook,
dat de stokje», die ter hunner eere verbrand
waren in het Vloed van een zestal krijgs
gevangenen waren gedrenkt; die speciaal
met dit doel afgeslacht waren
Zoodra zij hun scepters in ontvangst ge-
4jvan kunnen ook zy gebruik maken, die wel
lastig kunnen worden.
*t*Het is een verademing geweest in den
Haag, dat dit tragische geval spoedig is op
gelost. De politie had groote veine en daar
aan dankt zy het spoedig resultaat. Er
Wordt wel eens geklaagd over te voorbarig
voor-arrest, maar hier ziet men nu eens
een geval waarin door het vrijlaten van
iemand op wien zware verdenking rustte,
de kans op groote bemoeilijking van het on-
I derzoek zou ontstaan zyn. Ware door toe-
I vallige omstandigheden het lijk niet spoe
dig gevonden, dan zouden de moordenaars
de gelegenheid hebben gehad om het weg
te voeren of te verbergen. Nu mag men
Wel aannemen, dat hun gangen werden ge
volgd, maar ook dat is niet altijd afdoende.
Er zyn helaas in de laatste jaren nogal
eens zaken onopgelost gebleven en het is
merkwaardig hoe de herinnering daaraan
voortleeft. Ze zijn in deze dagen alle weer
eens opgerakeld en tot in de finesses be
sproken. Zonderling is het daarbij, dat zoo’n
soort algemeene opinie bestaat, dat men
eigenlyk wel weet wie de dader is geweest,
maar dat men die om de een of andere rede
niet aanpakt. Hoe die meening zóó kan post
vatten by zeer velen is een raadsel. Er zijn
altijd lieden die de rechtspraak niet ver
trouwen, al hebben zy daarvoor geen grond
en zij vreezen altyd, dat er nog „oomes”
zyn die men niet durft aan te pakken.
Daarom is het gelukkig, dat men nu de
daders wel heeft en zeker heeft. Als men
nu eens wat spoed wist te maken met de
behandeling, opdat men niet alles voor een
goed deel vergeten is als de zaak vóórkomt.
Er is nu toch hier geen reden om eenige
maanden voor-onderzoek te doen. Het is
merkwaardig hoeveel beter indruk snelle
rechtspraak op het publiek maakt dan die
trage omslachtige behandeling, die maanden
later aan komt sjokken als het geval al uit
de gedachten is en misschien al door één of
meer andere schokkende feiten is verdron
gen. Vlug recht is eerste eisch van goede
rechtspraak.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (beboerende tot den bezorgkring):
15 regels f 1.30, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en de bezorgkring:
1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnaxnmer 29 ct
bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels 2.26, elke regel meer ƒ1.59. On
de voorpagina 59 heoger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bjj contract tot zeer gereducearden
prys. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boek
handelaren, Advertentiebureau! en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan
het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn.
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad ƒ3.89.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
by onze agenten en loopers, den boekhandel*en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van *96 uur. Administratie en Redactie Telef.
Interc. 2745. Postrekening 48400.
heuvel^ en de rivier was met een dik, malsch
grastapijt bedekt.
Vanwaar zij stonden bij een hoek van den
tempel keken zij naar de heuvels. Plotseling
trof het geluid van een vèr verwijderd ge
schreeuw misschaen moest het wel zingen
voorstellen tn het doffe gedreun van
krijgstrommels hun oor. Ze hoorden dat de
.zangers” naderbij kwamen. Eindelijk slaak
te Lady Tennys een zachten kreet en wees
naar de opening in de boomen aan den rand
van oen open vlakte. Langzaam en plechtig
kwam een lange rij inboorlingen uit het
bosch te voorschijn een stoet zonder eind
van mannen,, vrouwen en kinderen.
De blanke man en vrouw stonden als
standbeelden in de deur van hun nieuw ver
blijf. Er waren zeker tweeduizend menschen
in den optocht, aan het hoofd waarvan het
opperhoofd liep met een vijftigtal vrouwen
achter zich aan.
Zijn vrotiwen, deelde Hugh mee zonder
een spier te vertrekken.
—Je wil me toch niet wijsmaken dat dat
allemaal zijn vrouwen zijn? vroeg de jonge
vrouw ongeloovig.
Och er zijn volksstammen, die zichzelf
hier op aarde straffen, in de hoop'er in het
hiernamaals beter af te komen
Achter de vrouwen kwam een vijftal man
nen in lenge, witte gewaden en m«t reus
achtige speren. Daar achter Mep het volk.
De optocht die de heele vlakte was rondge-
t rok ken, hoeft °P ongeveer dertig meter Van
den tempel stilstaan.
Het opperhoofd kwam nog een tiental stap
pen vooruit en nadat hij eerbiedig voor de
afgoden gebogen had, legde hij een stokje
troductie had meegegeven. 1
De bezoeker ontpopte zich als een rei-
ziger in papier en potlooden. We wisten hem
af te schepen. De collega wiens kaartje was
afgegeven, wist van den man niets af en
had nimmer een kaartje ter introductie aan
een dergelyken handelaar af gegeven.
Het is ons dan qok volkomen begrypelyk
dat men op groote kantoren iederen bezoe
ker die iemand wenscht te spreken, een
aanvrage-biljet laat invullen, óók met de
aanduiding van het onderwerp waarover de
bezoeker wenscht te spreken. Op die wijze
vrywaart men zich tegen allerlei pogingen
om langs slinksche weg binnen te kom<i.
Staat het bezoek niet aan, dan luidt het
antwoord aan den bezoeker, dat hij zyn
verlangen maar eerst schriftelijk moet ken
baar maken. Men kan dan altyd eerst na
gaan of het zuivere koffie is en men heeft
de gelegenheid by voorbaat af te poeieren.
Het ongevraagd komen aanzetten om
iemand te spreken, is werkelyk een onaan
gename geschiedenis. Hoe langer hoe meer
zwaait men dergelyke bezoeken af, omdat
hun aantal zoo groot wordt, dat het veel te
veel tijd gaat kosten. Op krantenbureaux
weet men wat die bezoeken zeggen willen:
zy houden iemand op afgryselyke manier
van zijn arbeid. In den Haag komt het voor,
dat iemand doodgemoedereerd eens wil ko
men praten over een artikeltje, een bericht
of een recensie en dan een soort debat wil
gaan voeren. Nu weet men dat Hollanders
altyd heel lang van stof zyn en heel slecht
hun woord kunnen doen. Men kan er dus
van lusten als men dergelyke debaters aan
het woord laat komen. Het gewone advies
is, dat meneer het maar op papier moet
.zetten wat hy zoo al op het hart heeft en
dat men het dan wel lezen zal. Maar ook
daarmede ben je nog niet gelukkig, want
men krijgt een boekdeel vol geschreven en
daags na de inzending staat de inzender
weer voor je neus om te vragen hoe je het
vindt.
Nu is dat alles ongevaarlyk en alleen las
tig, maar het gaat om het systeem en daar-
nomen hadden brak ee^ wild geschreeuw
los en werd de woeste dans hervat. Hugh
i vond de heele vertooning weerzinwekkend
en gaf het opperhoofd ongeduldig te ver
staan,, dat hij wenschte te ontbijten. In min
der dan geen tijd kwamen er inboorlingen
i met nieuwe voorraden.
Toen het opperhoofd den tempel binnen
schreed vond hij daar Hugh bezig den grond
L op te meten en Lijnen te trekken op de plaat
sen waar de muren van de nieuwe vertrek
ken zouden komen.
Hugh had reeds zoo’n Vaardigheid in ge
barentaal gekregen dat het niet lang duurde
of hij had het opperhoofd aan zijn verstand
gebracht wat hij wenschte.
Een. uur later waren dan ook al enkele
van de sterkste en grootste mannen van den
stam in den tempel bezig de plannen van
den nieuwen afgod uit te voeren. Van het-
zelfde materiaal, waaruit de buitenmuren
bestonden, werd een schot in de lengte van
den lempepl opgericht. De voorste helft
bleef over als ontvangvertrek en woonka
mer, terwijl de, achterste helft in tweeën
werd verdeeld, zoodat daar twee kamers van
vijf meter in het vierkant ontstonden, die
al8 slaapkamers dienst zouden doen.
Ik geloof dat het tamelijk intelligente
menschen zijn, zei Lady Tennys, toen ze de
inboorlingen aan het werk zag. Heb je ge
zien, waar die witte lappen^ die ze om heb
ben, van gemaakt zijn?
Ja, katoen.
I Nee, geweven gras. Ze bleeken het. De
vrouwen doen het aan de rivier. Die gewa
den van <1® speerdragers zijn werkelijk mees-
i terstukken.
Hervormingen.
j Toen Ridgeway zijn oogen opende scheen
-«Ul^^uing en toen hij op zijn
horloge keek merkte hij tot rijn verbazing
dat het al bijna half elf was. Lady Tennys
nog rustig te alapende toortsen waren
tot op den grond afgebrand en de kwaad
aardig kijkende afgod stond nog op zijn
voetstuk. Hugh’s blik bleef genumen tijd
het zwarte haar van zijn collega-afgod
rusten en op haar prachtig, gracieus figuur.
Toen hij de deur wilde uitgaan werd tij
°°k fwakker en ze gingen er samen op uit
om eens te zien hoe het dorp bij dag
licht uitzag.
Langs den voet van een rij heuvels, die
de rondte om den tempel lagen waren de
inlanders gebouwd, maar hoe ze
i ze konden nergens iets ontdek-
(lOHfflf E C0IIR1NT
- 9 ,1/ A rAFvf WT VVT?r?M 7[?VI?\TUÏ TI*7Ï?M
8U