Had
fiEB». SPAAS
(bank
A
en blaas
ex.
■■■■■■■■■■■■■■■I
Midilwisuhirü FaJ. H.v. Strütin
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADD1NXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
Deze Courant komt in vele duizenden gezinnen. Gegarandeerde oplage 6500
iiiitin i i mi i
No. 17301
Zaterdag 30 Meiri93l
70;|Jaargang
52 263 26
EERSTE BLAD.
HET STOFFENHUIS
FEUILLETON.
TWEE OP ’N eiland
OP 2084
-
BAHLMANN GOUDA
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, &IDEGRAVEN, ;.„£e77.ZC..7,
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJk/sCHOONHOvËn,STOLWIJK,"WADIMNXVÊÊ^
1
van grof materialisme, de miskenning van
Brieven uit de Hofstad.
IiOUIMH E COURANT
HOORWEG
Dit blad verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feestdagei
Dit nunyner bestaat uit twee bladen.
Z»M»r)»f»»nen
is er
ook
wel
I
hadden
(Wordt vervolgd).
i
Wal Mouseline 90-80-80 c.
Zijden stoffen 50-40 - 29 o.
Zijden Georgette 2."-1."-l,40
KOMT, ZIET EN
OVERTUIGT U
van onze geweldige
sorteering in
Katoen Mouseline 30-25-16 o.
i, zijn lichaam droop
djn bloed kookte nog
dsoortig vermaak dn
aanstormende wilden.
i grootste moeite te blijven
kwam een onweerstaanbaar
?m op naar het einde.
reuk uit Jas
be van 36 cent,
tchte boro tola),
il.
Extra voordeelige aanbiedingen
Mantels, Japonnen, Hoeden enz. enz.
Siduraadt Juni-Jell en Aujeetu» na half 1 fat 2 oer jeeleten
K* BEHULva doboeboabb
il, dat U in alle I
geestelijke uit- I
delikaatste ge- I
n verkwikkend; I
Den Haag- 1
Abonnementen worden dagelijks aangenomen
by onze agenten en loopers, den boekhandel en
Elegante Dimss- en
Kinderkleeding
Hoeden, Pelterijen enz.
De mensch moet worstelen van het
leed naar de vreugd, al valt hij onver
mijdelijk weer van de vreugde in het lijden
teru8-
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal ƒ2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt.
Franco per post pet kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad ƒ3.841
aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
-- - ----de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—uur. Administratie en Redactie Telef.
Interc. 2745. Postrekening 48400.
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorenda tot den bezorgkring)
1—5 regels ƒ1.80, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en de bazorgkring:
15 regels 1.55, elke regel meer ƒ0.80. Advertentiën in het Zaterdagnammer N et
bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentito de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEElANGENt 1—4 regels /2J6, elke regal meer /IM O
de voorpagina 54 booger.
Gewone advertentlfin en ingezonden mededeelingen bij contract tot zeer gereduceerden
prijs. Groote letten en randen worden berekend Daar plaatsruimte.
Advertentifen kunnen worden ingezonden door tusschenkomat van soiled* Boek
handelaren, Advertentiebureau! en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan
het Bureau zjjn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn.
eiken inaierlyken band tusschen den mensch
en zijn vaderland en omgeving, de ge
dachte, dat, als het iemand maar materieel
goed ging, hij zich overal gelukkig en op
zjjn plaats kan voelen en elk land als het
zyne aanvaarden. Maar er schuilt in deze
woorden' toch ook nog wel een andere l»e-
teekenis. En die beteekeiüs houdt verband
wiet ons onderwerp.
Wjj hebben boven al gezien dat voor het
zich thuis voelen niet alleen aan de voor
waarde van vertrouwdheid met de omgeving,
maar ook aan die van het ontstaan van een
geluksgevoel in die omgeving voldaan moet
worden. En we zouden daarom het Latynsch
gezegde ook zoo kunnen uitleggen dat
iemand zich daar thuis gevoelt, waar hij
gelukkig is. Natuurlijk gaat dat in zijn al
gemeenheid niet op. Men kan zich ergens
heelemaal niet thuis gevoelen en toch ge
lukkig zijn. Maar dan heeft dat geluksge
voel geheel andere oorzaken dan de invloed
der omgeving en is het zoo sterk, dat het
de onbehagelijkheid, die wij tengevolge van
het verkeeren in die omgeving gevoelen, ge
heel overstemt. En gewoonlijk zal in dit
geval dat, onbehagelijk gevoel langzamer
hand of geheel verdwijnen öf althans sterk
verminderen. Dat,wil zeggen, dat de plek,
de streek, het huis, het landj. waar men een
groot geluk vindt, ook wanneer ze ons tot
nu toe niet aangenaam waren, ons een
tehuis gaan worden, dat we ze met andere
oogen beginnen te zien tengevolge van het
overheerschend geluksgevoel, ja dat we
veelal onwillekeurig het geluksgevoel in ver
bind gaan brengen met de omgeving, zoodat
14ter in onze herinnering die omgeving mooi
en aangenaam wordt, we in onze herinne- 1
ring de gedachte bewaren aan een land of
een streek, waar we ons thuis gevoelden.
En dit bevestigt wel in sterke mate de ge
dachte, dat voor het zich thuis voelen, het
geluksgevoel in die omgeving een essentieele
voorwaarde is. Thuis voelen doen we ons
daar, waar het ons omringende ons ver
trouwd aandoet en we ons behagelijk of
gelukkig voelen, waar we een onverklaar
bare tot stille overgave stemmende over
eenstemming voelen tusschen de atmosfeer
van het uiterlijke, dat ong omgeeft, en
eigen innerlijke gesteldheid. Zich thuisge
voelen, dat is ten slotte het geluk vinden,
waarnaar we allen zoo ingespannen zoeken.
meuwden en bewonderenswaardigen moed
opzetten. Het verbaasde en beangstigde
Hugh dat er nog steeds zooveel overbleven!
Zonder ophouden vlogen speren naar bene*
den, maar de voorraad werd langzamerhand
angstwekkend1 klein; het zou nog maar een
kwestie van enkele minuten zijn en dan was
al hun ammunitie verbruikt! Hugh hield
zijn hoop gevestigd op de mogelijkheid dat
de vijand spoedig zou terugtrekken in de
overtuiging dat hij niet opgewassen was
tegen een tegenpartij waarvan hij de sterkte
nóet kende en die zoo een gunstige stelling
bezette
Spoedig zag hij echter in dat hij met zijn
mannen" de heuvel zou moeten verlaten en
zich in de loopgraven terug te trekken op
een oogenblik, dat het gevecht even zou ver
slappen. Dit moest dadelijk uitgevoerd wor
den daar het anders te laat was.
Ondertusechen had de vijand, de steile hel
ling van den berg, die Hugh niet had laten
den uit planten-
en gjj lijdt, man-
n een uitvoerig®
j te zenden aan
b medicijnen, bil
kM, die U Jij®
indeling, m<®IC
Zich thuis voelen.
Wat is het toch, dat wonderlyk-geluk-
kige gevoel van zich thuis voelen? En wat
ia het, dat maakt, dat we ons in de eene
omgeving, in het eene huis, in de eene ka
mer in de eene streek wel en soms zoo ge
heel, in de andere in ’t geheel niet thuis,
niet op ons gemak, op onze plaaJts gevoe
len? Aan het meer of minder mooie, be
hagelijke prettige, zelfs gezellige ligt het
niet, al heeft dat er dan wel iets mee te
maken. Maar waaraan dan? Wanneer zeg
gen we dat we ons thuis voelen en waardoor
ontstaat dat gevoel van innige behagélyk-
heid, van rustig geluk?
We weten allemaal, wat we met de uit
drukking „zich thuis voelen” bedoelen.
Maar het is moeilijk er een nadere omschrij
ving van te geven. De uitdrukking wekt
natuurlijk onmiddelljjk de gedachte op aan
het eigen huis. En men zou geneigd zyn te
zeggen, dat wie zich thuis voelt, zich
voelt als in zijn eigen huig. Natuurlek
eenig verband. Maar
geheel hetzelfde is het toch niet. Men
kan zich in zijn eigen huis soms
heelemaal niet thuis voelen, in de eerste
plaats niet, wanneer dat eigen huis pas be-
trokken en nieuw voor ons is maar ook wan
neer men b.v. in zijn huiselijk leven of in
«ijn huwelijksleven niet gelukkig is wan
neer er juist in dat eigen huis iets is dat
ons hindert en ons geluk in den weg staat.
Dit wil dus zeggen allereerst, dat ons eigen
huis ons vertrouwd meet zyn, dat het niet
zoozeer op het eigene als wel op het ver- i
trouwde aankomt en dan ook dat dit ver-
trouwde ons een geluksgevoel moet geven
doordat er als ’t ware een overeenstemming
ontstaat tusschen het wezen der atmosfeer,
waarin we ademen en ons eigen innerlijk
leven. Onwillekeurig denken we by de uit
drukking aan ons ouderlyk tehuis. Dat is
de omgeving, waarin we opgroeiden, waar
in ons wezen zich vormde en dat op die vor
ming een sterker invloed oefende, zoodat
er een natuurlijk verband is tusschen den
aard dier omgeving, de atmosfeer, die er
heerschte en onze diepste persoonlijkheid.
wnlden in hun loopgraven neer, waarvan
verscheidene hun doodelijk werk volbrach
ten. De opdringer.de vijand scheen op de
loopgraven aan te stormen en ofschoon Hugh
en zijn mannen dood en verderf zaaiden on-
der de bestormers, kwamen er uit d« pas
steeds meer vijanden, die de heuvel met be
klommen hadden.
Maar ook Hugh’g strijdmacht beschikte
nog over reserves. Van den anderen heuvel
kwam een troep van zijn mannen, die daar,
nadat zij de swenen op de indringers had
den geworpen, waren achtergebleven. Ze
wierpen zich nu verech en onvermoeid
op de flank van den aanvaller en waren
spoedig dn deinende, vechtende massa
opgenomen.
De mannen in 'de loopgraven schepten
weer nieuwen moed en verlieten de bescher
mende wallen om in het open veld op hun
oude iwijze niet hun vijanden te gaan vech
ten. Hugh bleef met een tiental mannen
achter de borstweringen, waar hij de verde
diging voortzette. Herhaaldelijk werden aan
vallen door deze vastberaden kleine groep
mannen teruggeworpen. Hugh had het gevoel
alsof de strijd reeds uren duurde in plaats
van mlSuten. Zijffikrm werd moe, hij son
niet goed meer"d^“*
van het zweel. Md
en schepte een vi
het neerslaan van
Dezelfde krankzinnigheid,’die zich van zijn
.soldaten meester had gemaakt, had ook hem
bevangen.
Eindelijk slaagde de leider van óeloez’p
strijders erin om de wallen te beatormep en
de verdedigen» uit de loopgraven te verdrij-
MLXXII.
Het aantal winkels.
In het zeer belangrijke jen lezenswaardige
boek van dr. Tobi en dr. Visser over geor
ganiseerde distributie worden verschillende
staaltjes meegedeeld over de wjjze waarop
door winkeliers zaken wordt gedreven. Er
wordt daarbij vooral de aandacht gevestigd
op het gemis aan kennis by die winkeliers
omtrent de waren, die zij verkoopen.
Eenige krasse voorbeelden daarvan zjjn
uit den Haag afkomstig en ze bevestigen
wat wij al dikwijls hebben geconstateerd,
n.l. op welk een onverantwoordelijke wijze
winkels worden begonnen. Het beste bewijs
voor die onverantwoordelijkheid is wel het
feit dat een zeer groot deel van de pogin
gen na langen of korten tijd wordt opge
geven.
Het publiek heeft er als regel geen voor
deel of nut van; de eenige die er misschien
even van profiteeren zyn zij die koopen op
den „finale uitverkoop wegens opheffing”.
Dikwijls wordt zélfs dit woord opheffing
achterwege gelaten of dood-leuk vervangen
door „verplaatsing” of „uitbreiding”. Die
verplaatsing als ze bestaat geschiedt naar
een andere uithoek van de stad.
Wie in onze stad in zijn eigen omgeving!
eens toeziet hoe het daar met de oprichting
van winkels gaat, moet tot de erkenning ko
men dat het tgch geen gezonde toestand is.
Concurreftie is best, is noodzakelijk, maar
moet toch binnen de perken blijven. En dat
doet ze niet als maar in het wild-weg win
kels worden opgericht.
In sommige straten htfeft het gemeente
bestuur al een servituut op de huizen gelegd,
dat zij niet voor bedrijven gebruikt mogen
worden, maar dit beteekent weinig zoolang
overal eiders nog de volle vrijheid bestaat.
Zelfs rustige lanen, die als woonplek bizon-
der aangenaam waren, worden nu door win
kels bezocht en het gevolg is dat de bewo-
ners er uittrekken. Op een klein gedeelte
van de eertijds zoo rustige en statige Wil- I
lem de Zwygerlaan, waar niets dan heeren- I
huizen staan en een zeer goed en financieel
ven. De overwinning scheen niet meer twij-
felachtlig en ^e-ds steeg een vreugdegeschrei
ten hemel. Maar Poetoe wiet den vijand voet
vóór voet op den nauwen weg terug te drij
ven. Onwillekeurig moest Hugh denken aan
net verhaal uit zijn schooljaren van den
slag bij Thermoplyae!
Nu sprong ook Hugh, met een ijselijken
wapenkreet uit zijn stelling en plaatste zich
aan het hoofd van de mannen. Twee minu
ten later was zijn hand gewond, had een
speer zijn been getroffen en de arm, waar-
mee hij zijn schild vasthield, weigerde bijna
den dienst door al de slagen, die hij reeds
opgevangen hfid. Bloed stroomde in zijn
pogen, zijn slagen werden zwakker en het
kostte hem de
doorvechten; er
verlangen in hei
In zijn beneveld frréin kwam de Verwarde
gedachte dat de strijd verloren en dat Lady
Tennys aan de genade van de overwinnaars
overgeleverd was. Met het bloed,, dat langs
zijn wangen stroomde, vermengden zich tra
nen. Hij moest overwinnen!
Maar de groote groep vijanden drongen
tenslotte^zoo op, dat alles toch werkelijk ver
loren scheen. Maar plotseling kregen zijn
mannen nieuwen moed; een verheugd ge
schreeuw bewees, dat zij nog niet aan de
overwinning wanhoopten. Door den nieu
wen, onweerstaanKaren aanval, trok de vij
and langzaam terug en gaf het zoo juist ge
wonnen terrein weer^brijfl. Achter Hugh He
ten veradhe troepen hpn krijgsgeschreeuw
weerlfflnken.
Hij draaide zich- om en keek naar de ri
vier. Poetoe ^edde hem op hetzelfde oogen-
MARKT 16 - GOUDA
.Wilt U rustig koopen, 35
Koopt dan in de ochtenduren,
panden
Vooruit springend zwaaide hij zijn zwaard
toven zijn hoofd en schreeuwde hij weer:
»vuuirr!” Dit was het eeriige cAnmando,
at hij zijn soldaten geleerd had en het be-
7*^de, dat zij moesten vechten en de
raken waar hun dat mogelijk was.
Weldra daalde een regen van speren op den
’’ted near.
Van beneden stormden Oeloez' krijgers de
ungen op, naar den top, waar Hugh met
°g al zijn strijders stond. Telkens als
Wis mannen hun speren naar beneden
ungerden week de vijand achteruit, maar
et volgende oogenblik kwam hij met’ ver-
draagkrachtig publiek woonde, zijn meer
dan twintig van die woningen door winkels
bezet. Geen enkele van deze winkels voor
zag in eenige behoefte; van alle waren reeds
meer dan voldoende aanwezig en het gevolg
is, dat er nu twintig winkels meer moeten
bestaan, terwyl het aantal financieel draag
krachtige bewoners met even zooveel is
verminderd. Het behoeft dan ook niet te
verwonderen dat telkens winkelhuizen leeg
staan en dat in één zelfde pand al allerlei
soort handel is gedreven. Verplaatsen en
nogmaals verplaatsen komt in dezelfde wijk
voor en bewijst het gemis aan levenskracht
by die ondernemingen.
Het zijn ook de huiseigenaren, die dit
alles in de hand werken door maar steeds
te probeeren of zij hun huis niet voor win
kelhuis kunnen verhuren. Waarom dan
plotseling de huurprijs zoo’n dwaas eind om
hoog moet gaan, is een raadsel. Voor eenige
honderden guldens wordt de pui van het
huis veranderd, maar de huur gaat met een
onevenredig hoog bedrag omhoog.
Het is bekend, dat in de kringen van den
handeldrijvenden middenstand veel belang
stelling bestaat voor het vraagstuk van de
toeneming van het aantal winkels. Men ziet
het nadeel daarvan zeer goed, maar men
weet er geen middel tegen. Een maximum-
stelsel als bijvoorbeeld by de Drankwet^
voor vergunningen bestaat zal men wel niet
spoedig willen invoeren en wanneer men
alleen door servituten in nieuwe straten
eenigermate remmend kan werken, dat be
teekent dan toch niets als men bedenkt hoe
veel andere huizen nog te krijgen zijn.
Aan den eenen kant zien wjj de groote
magazijnen verryzen, die steeds uitbreiden
t^reen doodende concurrentie aan doen en
daarnaast wordt op de kleinste schaal toch
now getracht een bedrijfje te stichten. De
goéd-gesitueerde winkels die daar tusschen
in/ liggen, verliezen naar beide kanten.
^Wat wel de oorzaak is van die zucht tot
winkelhouden Waarschijnlijk wel omdat
men daarmede een bijbaantje wenscht te
scheppen. Heel wat van die kleine winkels
worden door de vrouw des huizes gedreven,
terwyl de man een andere betrekking heeft,
’s Avonds treedt de man als winkelhouder
Dat verband kan wel en zal ook als regel
wel eveneens ontstaan ten opzichte van het
eigen thuis, dat we later zelf stichten. Maai
de indrukken, die we in onze jeugd ontvin
gen zijp zooveel sterker dan die van later
leeftijd, dat datgene, wat we in die jeugd
geregeld; om ons zagen, de atmosfeer van
de omgeving dezer jeugd ons veelal, schoon
dan natuurlijk lang niet altijd, het meest
vertrouwd blijft. Dat geldt niet alleen de
streek, waarin we opgroeiden, maar vooral
die van den aard van het land.
De liefde tot het eigen land, tot het
vaderland is daaruit voor een groot deel te
verklaren. En wanneer we ons ergens thuis
voelen, dan zal dat veelal zijn, omdat we
iets van den aard van dat eigen land, van
de eigen streek, van het eigen huis en dan
vaak van het tehuis onzer jeugd er in terug
voelen, omdat we de atmosfeer aanvoelen,
waarin we gewoon zyn te ademen.
Maar naast deze voorwaarde voor het
zich thuis voelen is er nug een andere, die
schoon niet onvermijdelijk en niet absoluut
beslissend, toch gewoonlijk vervuld moet
worden. Er is een Latynseh gezegde, dat
heet: „Waar het me wel gaat, daar is mijn
vaderland”. Daar is van dit gezegde al heel
wat kwaads verteld. Men las erin een uiting
blik het leven met zijn machtige knots,
maar Hugh merkte niets van deze redding.
Hij zag alleen maar de strijders die daar
over de vlakte kwamen aanrennen; mis-
eclüen zag hij wel alken een witte gedaan
te, dia aan het hoofd van de hulptroepen
kwam aanrennen.
Hij woe bijna niet meer in staat zich te
realiseeren, dat er ontzet opdaagde. En
reeds waren de nieuwe troepen midden in
het gevecht.
Het regiment van Lady Tennys had op
het juiste oogenblik ingegrepen. Een gewel
dige opwinding gaf hem weer nieuwe kracht
en deed hem zich (weer in het kluwen van
vechtende menschen te werpen Eén oogen
blik nog van verwoed gevecht en toen ging
het in razende vaart achter de vluchtend!^
vijand aan.
Hugh was niet meer in staat aan de ver
volging deel te nemen. Toen hij half bewus
teloos viel tegen de van bloed druipende
borstwering aanviel, schoot de figuur in het
wit op hem af.
HughHughrfep zij in doodsangst.
Hebben zij je vermoord?
0... het is niets, stamelde hij met
moeite en hij poogde te glimlachen Ik
ben Heelemaal in orde, meisje maar jij...
kwam net op tijd. Net... op... tijd. Heb ik
niet gezegd dat ik tegen twaalf u#r
thuis zou zijn?
Verder wist hij niet meer.
Uit het Engelsch van
GEORGE BARR MCCUTCHEON.
(Nadruk verboden.)
i De grond lag bezaaid niet gewonden, die
kreten van. pijn vermengden met het
"jjgsgehuiil van de vechtenden. Niottegen- VttU ucugi U1B IlttU 1ÖMJU
“lande de slachtjpg waxen er nog massa’s verdedigen, beklommen. Hij maakte een be-
weging tegen zijn soldaten, die hun duide
lijk moest mftken naar de loopgraven te
gaan, maar niet voordat ze nog eens een
sperenjegen op den vijand hadden doen
neerkomen.
De wilden begrepen hem. Nadat zij hun
speren met groote kracht naar den naderen
den vijand geslingerd hadden, holden zij
door elkaar naar de loopgraven, die door
deri Koning met tweehonderd man bezet wa
ren. Wilde triomfkreten weerklonken en nog
voordat de blank© met zijn .krijgers de loop
graven bereikt had, slaagden zijn vijanden
erin de heuvels in bezit te nemen.
Een regen van speren daalde nu op de
o
n.
m
et
B «chOOM-
i heerlyk
jruik mb
daarvoor