Al wat gii noodig hebt Drukkerij k. Brinkman h Hs ABi¥ar1 iWi mmsm Ons Pluimvee. Eventjes Lachen. Zeeland en de Zeeuwen. Raadsels voor de Jeugd. van drukwerk, voor Uw bedrijf, voor Uw Ver- eeniging, voor Uw par ticulier gebruik, het klein ste en het grootste, ook het fijnste kleurenwerk, ons bedrijf is in staat het te maken, fraai van uitvoering, billijk in prijs en vlug geleverd. Het beste Adres Telefoon No 2745. boven elkaar in steeds afloopende breedte, naarmate ze hooger hangen. Het kanten avondtoilet zelfs, heeft de kunstige décou- pe's, die voor voorjaar en zomer zooveel gebracht zijn. Deze worden met glanzende z«de ja^yn afgeboord, wat hun prachtige golflijnen i^at^urlük wonder-fraai doet uit komen. De kanten stijlrobe is wellicht de nou veauté de '1& 8aison. Zy bestaat uit een rokdeel tot den grond, in strookenlagen op een zyden fond gezet, het lijfje is strak, van boven in zigzagpünten gedécolleteerd en aan een miniem schouderbandje opge hangen. Het eigenaardige van deze robe is, dat zij over een koker van lichtgrijze zijde is opgezet, waardoor zij een typisch licht, transparant effect krijgt. Lange handschoenen van dezelfde kant completeeren haar en doen ons denken aan de zijden mitaines, die onze grootmoeders droegen. Elke zwarte avondjapon wordt overigens geacheveerd met een paar lange leeren handschoenen, die meestal wit zijn en waar bij soms een paar macré knoopen aan het schouderband je ter versiering gezet, schij nen te passen. De grys-met-zwart gecombineerde avond- japon is zeer in de mode. Stel hem u voor als in tint afloopénd naar boven toe, be staande uit zwarte-, donkergrijze- en licht grijze strooken, die in lagen boven elkaar zijn gezet en ge krijgt een idéé van zijne soeplesse, welke door een blousend lijfje bekroond en door een zwart satijnen, lichtgrijs gestipt' jasje gedekt wordt. Het is ook geen zeldzaamheid dat de strooken van zwart satijnen avondrobes met lichtgrijs ge doubleerd zijn. Het voorname effect kan men zich levendig voorstellen. Maar er is ook nog het wit, dat zoozeer „en vogue" was van den winter en nu alleen nog schijnt te gaan voor het jopge meisje, in een co quet en lief, maar uiterst eenvoudig model letje. Voor haar zijp de rokken al dadelijk iets korter, is het décolleté iets minder ge waagd en zy'n de strooken door biais of kleine meles vervangen, die het toiletje een haast kinderlijke charme geven. Omdat de mode nu eenmaal altijd enkele verrassingen in petto heeft, is er ook eene uitzondering op den regel. Enkele avond toiletten zijn in terra Siema kleurig crêpe Georgette, met lange, losse tuniques, die aan het Grieksche gewaad herinne*en. Tot overmaat wordt daar eene lang-breede écharpe bij gedragen, die slechts over één schouder hangt en zoo het effect van hel Grieksche vrouwengewaad nog zuiverder benadert. Met schoentjes, een collier en oor bellen in dezelfde geel-roode worteltint, is een dergelijk gewaad een tikje opzichtig, j iets wat de tegenwoordige mode nog lang I niet zoo- onprettig vindt. GRACE ALLAN. Een motoren-expeditie dwars door de Sahara. In d. woestijn-hal verdwaald. Omringd door het schroeiend zand- i (door een oud-Legionair). Door het barre zand. I Van Beni Abbas voert geen straatweg meer verder. Hier begint de groote zand woestijn, de Sahara, die slechts door enkels plaatsen wordt onderbroken. De belangrijk ste van deze zyn: Gao, Keabi Adrar, febol- Baia, Ain Salah en Tanez Kouft, de laatste is heel dioht by het nog niet onderworpen Tafilalot gelegen. Om nu de karavanen ge legenheid te geven zich te oriënteeren, wer den dóór de expeditie van Citroen op 10 tot 15 K.M. van elkaar leege benzinevaten op gesteld, die van groote witte nummers wa ren voorzien. Er bestaat ook een kaart, die de aanwezigheid van deze vaten aangeeft. Dit alles verklaarde ik den jongen leider. In den nacht van den 7en April werd af scheid genomen. De drie avonturiers trok ken het onbekende lot tegemoet. Hun naaste station zou Timoudit zyn, na een afstand van 584 K.M., die gemakkelijk in 2 dagen kon worden afgelegd. Toen de reizigers vertrokken waren, meldde ik my en vroeg wat ik te doen had. De orders luidden: Wachten. Nu begon een vervelende tyd. Een dag op deze eenzame post is reeds te lang. 's Mor gens voor zonsopgang uit de hangmat, eqji koude douche, daarna ontbijt. Onmiddellijk daarna op jacht naar gazellen, die bij een klein beekje kwamen om hun Jorst te les- schen. Na den terugkeer middageten, altijd hetzelfde en dan maar weer slapen, 's Avonds een lange wandeling en een dag is weer voorbij. Toen wy reeds vyf dagen in dit gat zaten, had ik een sterke neiging tot melancholie. Een kleine Opleving verraette ons door den komst van het militaire vliegtuig uit Adrar, dat als een stipje aan den horizon opdook en spoedig de lucht met een motorgeronk vervulde. Wy liepen den piloot tegemoet, doch de inzittenden snelden ons met een haastigen groet voorby naar den luitenant. Wy bestormden den sergeant-waarnemer met vragen en deze vertelde ons het vol gende: De motorexpeditie verdwaald. De motorrijders waren van de juiste route afgedwaald en niet aan de plaats van be stemming aangekomen. Het vliegtuig, dat den postdienst onderhoudt, kreeg den op- j dracht om de expeditie te gaan zoeken en vond eerst na langen tyd de drie vermisten, die op onbegrijpelijke wyze op een ver van den straatweg gelegen plaats midden in de zandduinen van de woestyn waren terecht gekomen. Het vliegtuig kon in die streek niet aan landen denken, daar het zand het opstijgen onmogelijk had gemaakt. Daarom hadden zy getracht ongeveer ast te stel len, waar de motorrijders zich ongeveer be vonden en waren naar Beni-Abbas door ge- vlogen. Wy waren nog in gesprek gewik keld toen ik de boodschap kreeg onmiddel lijk te vertrekken. Het werd een gehaast en gerep, de inboorlingen vulden de reservoirs en werden voedingsmiddelen ingeladen. Het duurde niet lang of wy waren klaar om af te reizen. Op een kaart werd mij ongeveer de plaats aangewezén, waar de expeditie zich moest bevinden. By vat 26 moest ik naar links afbuigen. In den rechterhoek van de „straat" S.O., circa 140 K.M. van hier ver wijderd, zou ik de expeditie kunnen vinden. Wie de Sahara niet kent, kan zioh geen voorstelling maiken van het klimaat, dat daar heerscht. Van zonsop- tot zonsonder gang tiraniseert daar een broeiende, ver lammende hitte. Temperaturen van 50 tot 70 graden behooren er niet tot de zeldzaam heden. Een ei in liet zand gestopt, is binnen vyf tot 8 minuten gekookt. De troostelooze watertoestanden vergallen voor den Euro peaan het kleine beetje leven, dat hy onder deze omstandigheden nog heeft weten te redden. Vaak stuit men op een stroompje. Verheugd stormt men er op af, doch by nadere beschouwing blykt men meestal op een salpeterhoudend riviertje te zyn ge stuit. Dit water kan men zelfs niet eens tot koken gebruiken, want niets lost zich in deze vloeistof op. Thans mochten wy ons echter niet door de hitte laten terugschrikken. Precies om 1 uur, toen de hitte moordend was, rolde onze wagen naar buiten. De zonnestralen vielen loodrecht op onze hoofden, die door Het eigenlijke vreemdelingenlegioen was in Colomb-Bechar gelegerd, doch onze post, die voornamelijk uit mechaniciens, mon teurs en chauffeurs bestond, was aan den rand van den grooten woestyn gelegerd, aan den autoweg, die van Colomb-Bechar naar Eki Abbas voert. Onze taak was voor namelijk de karavanen en de militaire ex peditie» in de Sahara te beschermen. Tot dit doel kregen wy tien speciale auto's. Over de noodzakelijke watervoorraad maak ten wü ons den eersten tijd veel zorgen. Vindingrijke hersenen wisten echter het vraagstuk naar bevrediging op te lossen. Aan beide zydeh der carosserie was een re servoir in buisvorm aangebracht, dat 135 Liter water kon bevatten. Aan brands'tof kon 220 Liter worden meegevoerd, dus ge noeg voor 1200 K.M. Een apart reservoir was bestemd voor het vervoer der levens middelen. Eveneens was er een berging van amumtie. Wy konden 1000 geweer- en ma chinepatronen, 25 handgranaten en 10 lucht- raketten meevoeren. Aan wapens hadden wy een karabijn, een verdekt opgesteld machinegeweer en een pistool tot het af schieten van raketten. Den 4en April arriveerden uit Algiers twee motorrijders, wier taak was om in een recordtijd de Sahara te doorkruisen. De le den" van deze expeditie waren de Holland- sche gebroeders Van Haak en de jonge vrouw van Eric van Haak, den leider der expeditie. Ik bewonderde den moed van deze men- schen, doch voornamelijk- van de jonge vrouw, daar zy toch een spel met den dood aanbond. Voor ons, menschen, die letterlijk gesproken van de wereld waren afgesloten, was hun aankomst een gebeurtenis van be lang. 's Avonds arrangeerden wy een klein feestdiner, waarbij het gezellig toeging. Er werden verhalen en anecdotes verteld, wij dronken gretig het nieuws van Europa en van ons ieder moet gezegd worden, dat wy onze gasten de wenschen van de lippen lazen. Ik als chauffeur en legionair Roth als mecanicien kregen den opdracht de expedi tie tot Beni Abbas te begeleiden en vandaar den .weg naar Gao (Soedan) te wijzen. I Op reis. Den 5en April vertrokken wy tegen het ochtendgrauwen. Het was pas drie uur. De heldere hemel beloofde een mooien dag. Het geheele garnizoen was reeds op de been om van het dappere drietal afscheid te nemen. Langzaam dolde onze machine (ie woestijn tegemoet, gevolgd door het vroolyk geknet ter der motorfietsen. Om Van de koele mor genuren te profiteeren, zette ik er een snel tempo in. Bij den eersten post lgli, die door de inboorlingen wordt bezet, hielden wy halt om ons middagmaal te gebruiken en het militaire vliegtuig uit Adrag op te wachten, dat ons de nadere aanwijzingen voor den tocht zou verstrekken. Wij hadden pas 268 K.M. achter den rug en nog 470 voor den boeg. De piloot, die niet al te lang op zich liet wachten, raadde ons aan een anderen dan den voorgeschre ven weg in te sjaan, daar uit Adrar enkele Djidji (woestynroovers) waren gesigna leerd. Wij brachten den middag nog gezamen lijk door en vertrokken om vier uur naar Beni Abbas, waar wy zonder tegenslag om 2 uur 's nachts arriveerden. Deze nachtelij ke tocht was van een bijzondere schoonheid. De zuidelijke nachthemel verspreidde een zachten glans van sterren en het was dood stil. Slechts wanneer het al te nieuwsgierige schijnwerperslicht op het kadaver van een kameel viel» die hier op noodlottige wyze aan zyn einde moest zyn gekomen, weer klonk een schreeuw van een geschrokken jakhals of blafte ons een hyena woedend na. Na onzen aankomst in Beni Abbas rolde ik my in myn deken en sliep in het zand naast mijn wagen tot den morgenstond. Toen hielp ik de motorfietsen van onze tochtgenooten nazien, die nog dien avond verder wilden. Alles was goed in orde. Ik legde den leider Eric van Haak de rèst van zyn reis nauwkeurig uit daar mijn taak be ëindigd- was en> zij alleen verder moesten rijden. witte helmen beschermd werden. De ther mometer wees 72 graden Celsius in de zon. In een stofwolk gehuld reden wy weg. Wy spraken onderweg heel weinig en gaven elkaar van tyd tot tijd een teeken met de hand. Ofts drinkwater was lauw en had den smaak van gekookt water. Wy hadden reeds 120 K.M. achter den rug, toep de motor onregelmatig begon te loopen. Het fijne Zand was ondanks de voorzorgsmaatregelen den carburator binnengedrongen. Na een oponthoud gingen wy weer verder. Ditmaal met myn kameraad Roth aan het stuur. Het was toen kwart voor vyf en wy reden met een gemiddelde snelheid van 40 K.M. De tong kleefde aan niyn gehemelte, en moei zaam trok onze wagen door het zand. (Nadruk verboden). (Slot volgt). Tilman Riemenschneider. Bij den 400en sterfdag van den grootsten Duitschen houtsnijder op 7 Juli 1931. door Prof. GEORG SIEMERS. Wurzburg, de stad der vorstelijke bis schoppen, beroemd om haar bijzonder ont wikkelden wijnbouw, ligt in het landschap tusschen bloeiende tuinen als typisch beeld van het vruchtbare, lieflijke Frankenland. Ora Wurzburg en Bamberg bewoog zich in de tweede helft der vijftiende eeuw de kunst der groote houtsnijders, beeldhouwers en architecten, der schilders van fyne Ma donnakopjes. De gilden drukten hun stem pel op het openbare leven, de burgers wa ren welgestelde menschen, die graag feest vierden, de vorsten leefden teruggetrokken en onderdrukten het larid niet. De ontwik kelde geestelijkheid had grooten invloed op de ontwikkeling, de geestelijke beschaving in dit gebied. Onder die gunstige omstan digheden: welvaart, orde en een ontvanke lijke bevolking, kon de bewonderenswaar dige laat-Gothische kunst zich ontwikkelen. Na den somberen geestelijken stryd der mystiek en het streven der monniken in de 14e eeuw wendde men zich meer toe naar den wereldschen jtant van het leven. In de tweede hfelft der 15e euw kwam voor de geheele Europeesche beschaving den ver overingstocht om in alle richtingen het geestelijk bezit uit te bouwen. Het harde, strenge muttigheidsstandpunt der Middel eeuwen werd verdrongen door het gevoel voor schoonheid als eoodanig. Men ontdek te niet alleen Amerika, doch ook de wereld en het leven cm zich heen, tot zélfs in het leven van een plant, de verhoudingen van het menschelijk lichaam de wonderen van klank en kleur. De kunst van dezen tyd ademt de levens vreugde. Diirer, Holbein, Cranach en Alt- dorfer zyn omstreeks deze jaren geboren. Byna even oud als deze grootmeesters der Duitsche schilderkunst was Tilman Riemen- schneider, die waarschijnlijk in hetzelfde jaar geboren werd als de groote Griinewald, n.l. in 1474. Zjjh geboorteplaats was Oate- rode in den Hart, doch reeds op jeugdigen leeftijd trok hy naar het Zuiden, door Zwa- ben tot aan den Rijn en verder de rivier af, vermoedelijk tot Antwerpen toe. lh menig jeugdwerk is de invloed der Nederlandsche beeldhouwers van dien tyd nog te onder kennen. De weeke, zachte gelaatsvormen der Hollandsche en Vlaamsche Madonna'3 zijn Riemenschneider tot in zyn later Fran kische tijd bijgebleven. Wy weten eigenlijk belachelijk weinig vart zyn levensgeschiedenis. Toen immers werd aan het individu en zyn levenslot veel minder waarde gehecht dan in onzen tyd, vooral als het om een kunstenaar ging. Zoo is van den grooten Ziwitserschen schilder Ursus Graf slechts bekend, dat hy zyn halve leven op een toren gevangen heeft gezeten en van Grünewald zijn ons slechts een paar vermoedelijk niet eens historische anecdo- ten overgeleverd. De nauwelijks 19-jarige Tilman Riemen schneider vinden wy echter in het boek van het schildersgilde te Wurzburg ingeschre ven; reeds toen schijnt hy van zyn om zwervingen teruggekeerd te zijn. In deze zonnige stad met haar blyde, sterke licht en haar zachte, zoele avondwinden bracht hy de jaren door, waarin hy zyn grootste kunstwerken schiep. Hy werd er ook een man van eer en aanzien, want hy is jaren lang burgemeester en raadsheer van de stad geweest, ambten die als regel slechts weggelegd waren voor den adel van de be trokken streek en voor Patriciërs. Doch hoeveel uiterlijke eerbewijzen hem ook ten deel vielen, op middelbaren leeftijd trof heim nog een harde slag van het noodlot. In 1525 brak n.l. de z.g. boerenopstand uit, het volk verzette zich tegen de ridders en vorsten en Riemenschneider koos de zyde van het volk. Dit keerde zich in Wurzburg meer speciaal tegen de eigenlijke heer- schers van de stad, n.l. tegen den bisschop en diens talrijke machtige aanhangers, die inderdaad voor eenigen tyd de stad moesten verlaten, doch haar met geweld van wape nen heroverden. Toen werd o.a. Riemen schneider gevangen gezet. Hij werd gefol terd en ontkwam ternauwernood aan. een terechtstelling, eindelijk werd hij na beta ling van een hooge boete weer in vrijheid gesteld. De groote meester is vijf jaar later ge storven. Uit dezen tijd bestaan er geen wer ken, die aan hemzelf kunnen worden toege schreven. De overlevering vertelt, dat door de wreede folteringen zyn gevoelige handen voor altyd ongeschikt werden om te wer ken. Op zyn grafsteen, die door zyn zoon is uitgebeiteld, zien wy zyn beeltenis: een mager»' byna ascetisch gezicht, waarin zich het doorgestane leed en de verbittering hebben af ge teekend van een man, die op recht was en daarvoor moest lijden; zijn trekken spreken van een byna heldhaftige waardigheid. 4 Met dit Bombere en treurige uiteinde van zyn leven vormt het karakter van zyn kunst een volkomen tegenstelling. Wie slechts één van de karakteristieke werken van Tilman Riemenschneider heeft gezien en op zich feeft laten inwerken, zal daar van een onuitwischbaren indruk van ver heven vreugde behouden hebben. Onder zijn handen werd de harde steen gevormd tot diepe, in bogen vallende plooien van een gewaad, of tot de zachte rondingen van de teere gezichten zijner madonna's of tot de krachtige, ascetische gezichten zyner heili gen. Doch hy werkte toch het liefste in hout. Hierin kon de minste beweging wor den uitgedrukt, terwijl ook het fijnste plooitje, elke lyn en elke trek van een ge zicht door hem werd uitgesneden met de zelfde virtuositeit als waarmee zyn tijdge- nooten wisten te schilderen. Riemenschneider was een godsdienstig kunstenaar; in overeenstemming met zijn tijd en de levenshouding van hemzelf en al zijn tydgenooten kon hy zich niet anders dan in kerkelijke onderwerpen uitdrukken. Toch vertoonen zyn koppen een aangenaam aandoende menschelykheid, een realisme dat elk détail vergeestelijkte; deze koppen van vrouwen en mannen stralen nu nog een merkwaardig leven uit, hetzij zy in de nis sen van het houtsnijwerk versierde altaren of als afzonderlijke beelden staan in de ver schillende kerken van het Frankenland. In Rothenburg aan den Tauder bevindt zich zyn grootste kunstwerk, het Heilige-Bloed- altaar. De kerken van Wurzberg bevatten nog vele kunststukken van hem; zoo staan ter weerszijden van het portaal der kerk vanOnze Lieve Vrouw het prachtig weer gegeven eerste menschenpaar, dat ons zoo'n merkwaardig en opvallend beeld voor oogen stelt van de kaarsrechte, door en door ge zonde menschen van dien tyd. In Adam ziet men eenvoudig een type vart den Duitscher van vier eeuwen geleden, doch het lieflijke gelaat van Eva vertoont ons het ideaal der laatste minstreelen. In de weergave van menschelyke gelaatsuitdrukkingen was Riemenschneider's kunst van een vurige welsprekendheid. Dikwijls maakte hij ge bruik van een naturalistische beschildering om zyn beelden nog meer op de werkelijk heid te doen gelijken. Hy was geen beeld houwer met een zoo grootsch streven hls de Neurenbergers Adam Kraft en Veit Stoss. Zyn kunstwerken hebben echter iets lyrisch over zich; zij spreken ons van zijn warm gemoed. Het doorvoelen en meevoe len van zyn onderwerp gaat dikwijls over in het dramatische, zooals b.v. by het Mag- dalena-relief, dat zich thans bevindt in het Duitsche museum te Berlyn. Doch het meest blijven ons toch altijd zijn Madonna's by. Hun gezichten dragen iets zachts en zwaar moedigs en hebben een verlangende uit drukking, droomerig, byna bovenaardsch. Door al deze werken leeft Tilman Rie menschneider, thans misschien nog meer dan 400 jaar geleden. Hy is niet maar een hoofdstuk uit de kunstgeschiedenis, In nem leeft een van de tijdperken voort, waarin de kunst intensief en mét vrucht werd ge diend. (Nadruk verboden). De maand Juli In tuin an stal. Slechts weinig verschillen de werkzaam heden in de Julimaand van die in de maand Juni, er wordt verder geoogst, besteld, ge zaaid en geplant. Men moet wieden, schof felen, mesten, gieten en opbinden, al naar gelang de weerBomstandigheid dit ver- iHsohen, en de toestand van het land het aangeeft. Aan groenten verkrijgen wij in Juli sla, groote boonen, erwten, uien, kool raap, savoyekool, wortelen, bieten, en nieu- de aardappelen. Bij de pompoenen kan men nu beginnen met het korten der ranken en het uitsnijden van overbodige vruchten, waardoor de andere vruchten aan grootte winnen, terwijl van de tomaten de toppen verwijderd worden en eveneens de vruchten worden gedund. Bij de aardbeien het dun. nen van de rankeq, en het verwijderen van oudere, schimmelende bladeren, bij de as perges het mesten met gier en mét even ondergegraven mest. By de oogst, komt het veel aan op het juiste oogen blik. De eetbare deelen der planten moeten goed, doch niet te sterk ontwikkeld zijn. Jonge, teere groente wordt natuurlijk veel meer gewaardeerd, dan oudere, doch te vroeg ge oogste groente beteekent, vooral in de ge vallen, waarbij tegelijkertijd de geheele plant ten ondergang gedoemd is, een beden kelijke verspilling Wij noemen b.v. sla, koolraap, enz. Te laat geoogste groente wor den moeilijker verteerbaar, of de bereiding vereischt meer moeite. Planten, waarvan men meerdere malen wil oogsten, zooals bieten, of pluksla, mogen niet te sterk geplunderd worden, daar in het tegenover gestelde geval de groei sterk wordt geremd. De bladeren moeten behoedzaam worden afgebroken, zonder de plant zelf te bescha digen. Verder moet men trouwens alle ge wassen die gedeeltelijk geplunderd worden, zooveel mogelijk sparen en zadht behaude- len. Erwten en boonen, mogen niet met ge weid worden afgerukt, maar zij moeten vooraichtig worden geplukt. Herhaaldelijk, in <fe gr oei tijd dageiijksch plukken der bruikbare hulzen, draagt veel bij tot de verdere ontwikkeling van de "overblijvende vruchten en vermeerdert de opbrengst aan zienlijk. Kropsla en koolraap kan men het Beste met wortel en al uit den grond hemen, om daarna eerst de steel af te snijden. Aan de wortelen zitten .dikwijls ziektekiemen en dierlijke plantenparaeieten, die niet in den grond mogen blijven. Zulke wortels wtjrden verbrand. Wortelen en knollen mogea bij het uit den bodem nemen, niet beschadigd worden, vooral als zij voor den winter wor den opgelegd. Iedere beschadiging vormt dan een plek, dis sterk aan verrotting Is blootgesteld. Het is het beste, als men deze planten oogst bij een droge weersgesteld heid. Ook uien kan man op mooie dagen oogBten, eenige uren in de zon leggen en dan met het gestorven kruid eraan op een luch tige plaats te drogen handen. Bladgroente kan men het beste des avonds oogBten, daar zioh dan de meeste voedingsstoffen in de bladeren bevinden. Gedurende de nacht ver. deelen deze zich over stengel en wortels. Zaaien kunnen wij in Juli nog: als groene kool, spruitjes, koolraap, Telto- wer bieten, erwten, aardappelen, peen, hoo rnen, winterradajs, winterandijvie en veld sla; er kan geplant worden: koolraap, late bloemkool, sla, look. Vanzelfsprekend moe ten de nieuwe aanplantingen steeds vochtig worden gehouden en zooveel mogelijk op beschaduwde plaatsen worden aangelegd. In den vruchtentuin, die nu van week tot week meef aandacht vereischt, kan men in de eerste plaats de kersen afplukken, daarna de frambozen, aalbeseen, klapbessen en de vroege braam bessen. Dan volgen de vroege perzikken en abrikozen, tenslotte de peren en appelen, 's Morgehs vroeg geplukte vruchten smaken steeds het beste. Regelmatig moet men ver der de afgevallen vruchten verzamelen, sor- teeren en, zoover het niet in de huishou ding kan worden gebruikt, vernietigen. Laat men het liggen, dan wordt het een broeinest van ongedierte en ziektekiemen. De boomen, dae overmatig met. vruchten zijn behangen, moet men stutten, gieten en bemesten, daar de vruchten en de nieuwe knoppen goed moeten groeien, terwijl de vele vruchten de krachten van de boom snel uitputten. Bij klimplanten, breekt men voorzichtig de kléinere of misvormde vruch ten uit. Nadat de foktijd voorbij is» komt voor den fokker in de eerste plaats de eisch naar voren, te zorgen voor een goede huisvesting en een krachtig voedsel, dat zal bijdragen in de spoedige ontwikkeling der jonge dieren. Daarmede moet men bereiken, dat d® die ren tegen het begin van het koudere seizoen legrijp zijn. Wie de dieren kan onderbren gen in een groote, (eventueel verplaatsbare) rifimo ren, waarin het gras en de groene planten welig tieren, behoeft zich geen zor gen te maken; wie echter zijn dieren alles van buiten af moet verschaffen, moet zich steeds voor oogen houden, dat jong, voe- dingsstofrijk groenvoer en daarbij nog aller lei dierlijk voedsel tot het spoedige opgroei en van de jonge dieren beslist noodzakelijk is. Ook hier geldt het woord, dart. het beter is enkele goede dieren te fokken, dan vele minderwaardigen. In de stallen trachten wij in de eerste plaats de plaag van het ongedierte te onder drukken. Op de ligplaatsen strooit men wat turfmolm, die eohter eenmaal per week moet worden ververscht. Ook in de kippenhok ken zorgen wij voor een dergelijke maat regel. Ook de zitstokken maken wij geregeld schoon, terwijl wij de dieren door stofbaden in de gelegenheid stellen zichzelf van deze kwelgeesten te ontdoen. Op dagen het drinkwater voor het pluimvee dikwijls verversohen.daar door water, dat eenigen tijd heeft gestaan, wel eens storingen in de spijsvertering ontstaan. Waar ateedg verach drinkwater klaar staat is het onnoodig hier aan stoffen toe te voegen (als b.v. ijzer vitriool, enz.) die een bescherming vormen tegen ziekten. In de verzorging van konijnen en geiten brengt de Julimaand weinig verandering of nieuws. Bij de voedering met groenvoer als steeds de noodige voorzichtigheid in acht nemen. De konijntjes, vooral de jonge die ren, geve men, zoo mogelijk, gelegenheid tot beweging in rennen met beschaduwde plaatsjes. De jonge dieren nemen wij in het begin van de maand alle melk ai. Zoodra de uielkvoeding ophoudt, moetien de jonge die ren reed3 gewend zijn, andere voedingsbe st anddeelen op te zoeken en op te nemen. Zij moeten alles kunnen krijgen wat noodig is om ze spoedig te doen groeien en ter be vordering van den gezondheidstoestand. Een groote rol op hun spijskaart evenals na tuurlijk ook op die van de oudere dieren speelt goed hooi. Niet de porti® rauwvoer bepaalt de ontwikkel ingstijd van het dier maar het gehalte der verteerbare voedings stoffen van hun dageiijksch voer Dezelfde stoffen, als goed hooi en jong groenvoer, haren wij ook uit groente-afval. Als wij daarmede onze geiten een beetje afwisseling kunnen verschaffen in hun dagelijksche koet, zal dit het opgroeien slechts bevorde ren. Van de krachtvoedermiddeien, die in dezelfde richting weaken, noemen wij in de eerste plaats lijnzaad. Goedkooper, maar ook zeer goed, zijn lijnzaadkoeken of aard- nootkoeken. Verder moet men steeds, zoowel bij het verzorgen van de jonge dieren, als bij de voedering van de melkdierein, eeü ruim gebruik maken van tarwezemelen. Wenken voor dezen tijd. De opgroeiende hennetjes vragen thans al uw aandacht. Als ze goed worden opge fokt, zich regelmatig kunnen ontwikkelen, zullen zy mits natuurlijk van goede af stamming en op tijd gebroed de ge- wenschte wintereieren geven en is daar-, mede aan één der voorwaarden voor een winstgevende en animeerendg- kippenhou- dery voldaan. iAIs men de jonge hanen tusschen de hen netjes laat loopen, is het bedenkelijk ge worden. De bennetjes hebben dan rust noch duur en van een regelmatige ontwikkeling komt weinig terecht. Trouwens is het ook een kostbare geschiedenis, want'wat kosten die jonge haantjes niet en hoe weinig bren gen ze op. „Opgeruimd staat netjes'', zegt de verstandige kippenhouder en hij verwijst de overtollige haantjes naar den poelier, of maakt er een Zondagsmaal van. De henne- tjes zijn hem er ongetwijfeld dankbaar voor. Waak toch vooral tegen een overbevol king in het kuikenverblyf. Om dezen tijd van het jaar zyn de hennetjes al heele ba- ien geworden en de hun toegewezen ruim te zal wel niet gegroeid zyn. Overbevol king leidt tot verbroeiing en deze weer tot verslapping, waaruit allerlei narigheden uit kunnen voortkomen. Ook wat de oude hoenders betreft is opf ruimen nu de boodschap. Nog even late* en de markt wordt overvoerd en brengen ze een stuk minder op dan dit straks het geval is. Sla dan tegelijk nog eens aandach tig uw jonge hennetjes gade. Zijn er mis lukkingen of achterblijvers bij, stuurt die dan tegelijkertijd de laan uit. Genoegen zult u er toch niet van beleven, voordeel nog minder, integendeel. Wat blijft er dan nog van uw jammer over, dat zulke jonge dieren nu reeds opgeruimd moeten worden? Ver geet daarbij dan ook niet, dat de vrij geko men ruimte de overige dieren ten goede komt, zoodat die weer zullen inhalen wat u aan de weggedane dieren heeft verspeeld. Kan de jonge hennen als uitloopterrein een weiland of wat nóg veel beter is - een niet te dicht staande boomgaard worden gegeven, dan zal dit hun groei zeer ten goede komen. Het is een lust om te zien hoeveel ze uit zoo'n terrein weten op te garen en hoe ijverig ze daar in de weer zijn. Is de ruimte wat meer beperkt, dan kan men met een tijdelijke verruiming van de ren ook al weer veel bereiken. Een ieder handelde naar de zich by hem voordoende omstandigheden. Heeft men er gelegenheid voor, graaf dan nu de bovenste laag van de oude ren weg. Hebben de kippen er lhng op geloopen, dan zit er een harde koek op, wat een goede waterdoorlating zeer in den weg staat. Toch is de terreinvervuiling van nog veel meer belang. Versche grond er voor in de plaats en voorloopig zyn we er weer mee klaar. De zomer is thans aangebroken. Dat wil dus zeggen, dat er warme dagen zullen komen, zelfs in ons landje. Is de huisvesting niet prima in orde, dan wordt het voor de hoenders zelfs te warm en de dieren lij den er onder. Hebben de kippen vrijen uit loop, dan zullen ze langer blijven doorleg gen dan de kippen die hun niet altyd even vroolyk bestaan in een afgesloten ruimte moeten doorbrengen. De stadskippenhouder, die tegen iemand die zyn dieren een vrije ruimte kan geven weet op te boeren, toont daardoor zyn dieren waard te Zijn. Zoo zijn er! DAM RUBRIEK Ondfr redactie van de Damclub „Gouda Secrétaris de la BeQlaan 14, lokaal der club Markt 49. Probleem No. 753. Zwart schijven op: 2. 12, 13, 15, 18, 22, 23, 31), 32, 44. Wit schijven op: 6, 11, 25,29, 34, 39, 42, 43, 47, 50. Probleem No. 754. Zwart schijven op3, 6, 8, 9, 26, 38, dam 16 Wit schijven op. 16, 24, 25, 27, 32^ 34, 35 37, 40, 43. Oplossing van probleem No. 751. Wit speelt: 35—30, 30-24, 39-34, 26—21, 28 17, 38—32, 32 5. Oplossing probleem No. 752. Wit speelt. 27-21, 22-18, 28:17, 33-28, 38 7, 3631, 48-42, 33-29, 49 40 35 2, 26—20, 2—3D, 40 7. Hij droeg al wat. Jan en Piet hadden samen bloemen ge plukt. Piet droeg alles, en Jan niets. „Draag jij nu ook wat, Jan," zei Piet. „Ik draag al wat," zei Jan. „Wat dan?" vroeg Piet verbaasd. „Mijn kleeren," zei Jan. Verstrooid. Huisknecht van den heer B., binnenko mend: „Meneer, er is een heer voor u aan de telefoon." Meneer B., van de courant opziende „Laat meneer maar even in de spreekka mer, ik kom dadelijk." Een moeilijk geval. Dokter: „Nu moet u myn raad opvolgen en het fruit met schil en al opeten. Welke vruchten eet,u het meest?" Patiënt (met een benauwd gezicht): „Ba nanen en cocosnooten, dokter!" Voor onze tuinen. Wortel-echte rozen uit stekjes gekweekt. Met uitzondering van verschillende zwak ke rozensoorten, die men beter kan verme nigvuldigen door veredeling, kunnen wij haast alle rozensoorten door stekken ver meerderen. De beste tyd daarvoor is kort de eerste bloeiperiode, de laatste termijn is tegen het midden van Augustus. Men kiest een plek aan de struik, waar goed ge- rjjpt, gezond hout groeit, waarvan de loten reeds gebloeid hebben en dê oogen in de bladhoeken nog slapen, dus nog niet zyn uitgeloopen. Zwakke, onrype takken, kan men niet gebruiken. De stekken worden tot op drie of vyf bla den afgesneden en deze kort men op de helft in. De onderste snede aan de stek wordt óf schuin onder het oog door gedaan, óf men laat 1 tot l'/fe c.M. onder het blad staan. Doet men het laatste, dan snijdt men aan de andere kant ook scheef een stukje af, zoodat de punt van de snede scherp wordt en aan beide zijden een puntig stuk je schors blijft staan. Dit heeft het voor deel, dat het snede-oppervlak grooter is en de wortelvorming meer vat erop heeft. Voor de opname van de stekken houdt men schoone potten of scralen, gevuld met zandige aarde, gereed. Nadat de aarde goed begoten en het oppervlak iets is ingedroogd, worden de stekken dadelijk na het snijden een centimeter diep geplant, met Onderlinge afstanden van vier tot vyf centimeter. De hoofdzaak is dan, dat zy luchtdicht worden afgesloten, wat door het plaatsen onder een glazen stolp kan geschieden. Ook kan men een glazen plaat over de pot heenleg- gen, doch dan moet men de pof slechts zoo hoog met aarde vullen, dat de stekken niet boven den rand uitkomen. Men zet de pot ten daarna in een warme kamer of in een mestbed, houdt ze goed gesloten, bespren kelt de planten dikwijls opdat de lucht in de klok vochtig blijft en zorgt ervoor, dat by sterke zonneschijn de planten bescha duwd worden. Meestal bewortelen de stekken zich in drie tot vier weken, men besprenkelt dan minder en geeft langzamerhand mëer lucht, opdat de plantjes gehard worden. Zyn zy twee weken later genoeg gesterkt, dan neemt men ze, na ze eerst grondig begoten te hebben, eruit en plant ze apart of bij twee of drie tegelijk in kleine potjes over. Ze mogen niet tot het voorjaar in de stek- potten bly'ven, daar zy in de magere aarde niet snel opgroeien. Zelfs kan men de stek ken in een van te voren klaar gemaakt mestbed zetten, dat echter eveneens geslo ten moet worden gehouden. Na het potten geeft men eenige dagen lang schaduw en houdt de planten dan weer in een afgesloten ruimte. Zoodra zy begin nen te groeien, mogen zy onmiddellijk volle zon en vol lucht hebben. By koele tempera tuur worden de jonge rozen in een diepe mestbedkast geplaatst of in een luchtige (niet koüde) kelder gebracht, om in het voorjaar de voor hen bestemde plaatsen te worden uitgeplant. Sterkgroeiende soor ten kan men ook dadelijk na het vormen van de wortels op het vrije veld uitplantesi, doch in den wintertijd moeten zy door het ophoopen van aarde erom heen, worden be schermd. ^Nadruk verboden). Zwaardlelies en Orchideeën. Men heeft de zwaardlelies met orchi deeën vergeleken en niet zoozeer door de groote verscheidenheid van soorten, als wel door het schoone kleurenspel, dat zij op levert, is fnen ertoe overgegaan, haar de naam te geven van de Grieksche regen booggodin Iris. Maar ook in de vormen nemen wy een groote verscheidenheid waar. De drie oprijzende bloembladen die met hun uiteinden naar elkaar toe buigen, heeft men de „Dean" genoemd. De dom verheft zich op het voetstuk, dat gevormd wordt door de drie hangende bloembladen. De schoone lynen dezer bloemdeelen en het kleuren spel hebben de kweekers getroffen en zoo treft men tegenwoordig de schoonste kleur mengingen aan. De planten zyn vooral by menigen tuin- liefhebber zoo gewild, omdat zy zoo weer galoos taai zyn en haast geen verzorging noodig hebben. Droogte en vorst kunnen de Iris pumila, de Iris germanica en de Iris interregna niet schaden. Zy houden van zon en kunnen eventueele een milde schaduw nog wel hebben. Donkere plaatsen echter werken ongunstig. Is een plant eenmaal vol wassen, dan behoeft men geen angst meer te koesteren, dat zy sterft. Wel gebeurt het, dat zij niet bloeien, doch dan is men zelf schuld, omdat zy dan b.v. op een ma gere grond dicht b^elkaar geplant zijn. Dat put den bodem u|f en wie met verstand zijn planten behandelt, zal daartoe ook .niet komen. Maart is de beste tijd voor de ver meerdering (door stekken). De bloeistand- vastigheid is overigens bij de verschillende soorten zeer afwijkend. Men kan de planten het beste ver uit elkaar planten, daar zij elkanders nabijheid slecht verdragen en dan i geen bloemen geven. De taaiheid der plan ten in volgorde, te beginnen met de sterk- sten is ongeveer de volgende, Iris inter regna Fritjof, Helge, Pullach, Purple king, Rijndruif, alle Iris sibirica en pumila, Iris florentina, Irfs interregna Ingeborg, enz. gemoed. (Nadruk verboden) Er waren er genoeg. Een jongen rende den heuvel af met een kinderwagen, waarih een baby lag te sla pen. „Voorzichtig, jongen!" riep een voorbij ganger hem toe, anders krijgt de baby een ongeluk!" „Geeft niets, hoor," antwoordde de ben gel, „we hebben er thuis nog meer!" 9POBT EN WEDSTRIJDEN. WATERPOLO. Een tweetal wedstrijden. Duikdemonstraties. Woensdagavond werden in Alphen's Zwembad een tweetal polo-wedstryden ge speeld, afgewisseld door een duikdemon- stratie van eenige leden van de bekende Amsterdamsche zwemdub het „IJ" en een demonstratie van verschillende zwemsla gen door leden van de Alphenlche club A. Z.C. Dit bijzonder afwisselende programma vond zyn oorzaak in het heugelijke feit, dat het bestuur van Alphen's Zwembad er in toegestemd had om ditmaal ook dames als toeschouwsters toe te laten. Naar wy vernemen zal ook voor de aan het eind van dit seizoen te houden wedstrij den om het kampioenschap van den Goud- schen Zwembond deze uitzondering gelden. Even over acht blaast scheidsrechter Gabry uit Goudl „beginnen" voor den wed strijd G.Z.C. IV—A.Z.C. II. Al spoedig bleek, dat A.Z.C. beter op drtjgf was dan in den wedstrijd van Dinsdagavond tegen de zelfde spelers in Gouda, waar zij met niet minder dan 71 geklopt .werden* Met wisselende kansen werd aan beide zijden heftig om den bal gestreden, waarby, zooals gewoonlijk de noodige fouten werden gemaakt. Herhaaldelijk moest de scheidsrechter straffen en zelfs eenmaal een A.Z.C.'er uit het water sturen wegens het werpen met beide handen. Helaas mag dan zoo'n speler niet eerder meespelen alvorens een doelpunt is ge maakt, wat nu reeds vlug gebeurde door den inidvoor van G.Z.C. Het einde van dezen, met veel ammo ge- speelden wedstrijd kwam met een overwin ning van 42 voor de gasten. Dadelijk na dezen wedstrijd kregen we eenige staaltjes van superieur duiken te zien van de heeren Davidson en Biet van het „IJ", die ons lieten zien tot welk een hoogte deze tak van sport is op te voeren. Het zeer talrijke publiek toonde door een daverend applaus zijn groote tevredenheid. Eenige komische nummers, uitgevoerd door den heer Davidson, verwekten, groote hila riteit. i De wedstrijd A.Z.C. 1Triton (Weesp) veroorzaakte reeds dadelijk een gropte spanning onder de aanwezigen door een snel en aantrekkelijk spel. Ook thans leidt de heer Gabry tot volle tevredenheid, ofschoon nu en dan moet wor den opgetreden tegen al te handtastelijke spelers van beide partijen, omdat al te snel gebruik gemaakt wordt van het recht om defi speler, die den bal heeft onder water te duwen. Onder daverende aanmoedigings- kreten weet A .Z.C. spoedig de leiding te krijgen en te behouden. Met een 81 over winning voor A.Z.C. eindigde deze spannen de wedstrijd. Door deze overwinning is A.Z.C. een aar dig eind op Ag naai* het afdeelingskam- pioenschap, zy heeft n.1. reeds vier van de zes te spelen wedstrijden gewonnen. Tot slot van dezep propaganda-avond voor de zwemsport, waar ook zeer vele da mes aanwezig waren, toonden verschillende leden van A.Z.C. hun kunnen, dikwijls tot groote vroolijkheid van het publiek, dat hierna zeer voldaan huiswaarts keerde. Nederland is rijk aan schilderachtige landschappen, aan weelderig natuurschoon, maar rijk ook aan karakteristieke volks groepen, die weliswaar alle de gemeenschap pelijke hoedanigheid bezitten Nederlander te zijn, doch daarnaast vele specifieke eigen schappen hebben en de in het Noorden wo nenden hebben veelal tegenovergestelde kar raktertrekken dan de zuidelijk wonenden. s Men vindt de Friezen soms een hardnek kig, stug en ontoegankelijk volk, evenzoo de bewoners uit Noord-Holland. Daarente gen zijn de Limburgers en Noord-Braban ders vlot, vroolijk en gemoedelijk. De Zeeu wen, de „ronde Zeeuwen" nemen weer een geheel andere positie in tusschen de ver schillende bevolkingsgroepen. Zü hebben veel van het gemoedelijke van den Braban der en Limburger, doch het leven buiten de 'deur, het vereenigingsleven en het pleizier- maken, zooals de meer aan België herinne rende bewoners van die provincies dat ken nen, (fat vindt men er niet. De Zeeuwen zijn alleen al uit geografische overwegingen een apart volk gebleven en ofschoon zij zeer hechten aan de gezelligheid van de huis kamer is er een provincie waar men zoo veel lekkers voor de koffie en thee kent als daar is het saamhorigheidsgevoel onder hen toch zeer sterk ontwikkeld. Zeeland heeft een aparte bekoring onder al de provincies in Nederland. Direct als men den dam over Zuid-Beveland met den trein of auto binnenrijdt, bemerkt men, dat het leveft hier beheerscht wordt door licht en frissche winden. De landouwen stralen van vruchtbaarheid, de boerenhof steden die allen in hel groen met wit zyn geschilderd en er nergens vervallen of sme rig uitzien, steken vriendelijk uit tusschen de vruchtboomen. De heldere gesteven witte kappen der boerinnen met de gouden oor ijzers, de nauwsluitende donkere fluweelen jakken met "het kleurige borststuk met de korte, nauwsluitende mouwen waaruit een paar stevige, gezond roode armen komen en de breede strengen bloedkoralen om den hals, dat maakt alles zoo'n door en door op gewekte indruk. De boeren zelf zyn eenvou dig in het zwart gekleed, de ouderen onder hen dragen nog gouden oorringen; het hoog gesloten vest is dikwyls van boven met de kroonvormige zilveren Zeeuwsche knoopen gesloten en ook de gordel is versierd met van Zeeuwsche knoopen voorzienen gespen. Nu zyn er op de Zeeuwsche eilanden nog verschillende variaties in de kleederdrach ten. Op Walcheren b.v. treft men weer ge heel andere' mutsen dan op Zuid-Beveland en op de verschillende plaatsen zijn weer onderlingen verschillen te bemerken. Walcheren heeft altijd wel een zeer bij zondere plaats in de Zeeuwsche geschiede- nish ingenomen en alle groote en grootsche gebeurtenissen op het gebied van handel, politiek en scheepvaart hebben zich afge speeld op dit wonderschoone eiland. ONVUWIJ&/ ALPHEIN a. d. RIJN. Chr. H.B.S. Voor het toelatingsexamen tot de -Chr. HjB.S. zyn geslaagd: G. Bergshoeff; Th. J. Boot; J. Erkelens, Boskoop; Ha. Grobbe; Tine van Haselen; Aagje 'Heyns, Ter Aar; J. G. A. op 't Land, Bodegraven; A. L. de Ruyter, Bodegraven; Méria J. Welvaars; Joha. M. Westerbrink; J. J. S. Zonneveld. .Afgewezen: 3. Met 8 candidaten wordt het examen voortgezet. Waar geen plaatsnaam is vermeld wonen te Alplhen aan desi Ryn. Voorts zyn bevorderd van klasse I naai klasse n-. C. Boer, Nieuwkoop; Elisabeth D. van den Boom, Alphen; W. ten Cate Brouwer, Alphen; J. J. de Bruijn, Boskoop; P. Duin kerk, Alphen; K. de Haan, Alphen; P. I. de Jager, Alphen; Co$pa. Lók, Bodegrdven; P. Pasma, Aarlanderveen; Ida J. van Vliet, Alphen; J. Wattel, Alphen; J. Wille, Ha- zerswoude; C. Zyerveld, Alphen. Afgewezen: 3. Herexamen: 2. Van klasse II naar III: A. E. E. van Ankeren, Nieuwveen; Klaar- •tje van der Boon, Bodegraven; L. Boot, Al phen; H. Th. Goedhart, Alphen; Martha J. Groen, Alphen; W. F. H. de Haan, Alphen; E. Kempenaar, Ter Aar; C. J. van der Lee, Alphen; J. van der Linden, AlphenA. Maaskant, Bodegraven; Frieda Markus, Alphen; Antje van Muiswinkel, Alphen; F. J. Noordhoek, Bodegraveii; *Maga. Samson, Alphen; Alida Tuinman, Alphen. Afgewezen 1. volgen enkele lessen. Van klksse III naar IV: W. Augustinus, Nieuwkoop; Wilha. D. van Binsbergen, Bodegraven; **W. A. Boer, Boskoop; D. ten Cate Brouwer, Alphen; Wilha. M. Gesman, Alphen; ♦A. A. J. van Haselen, Alphen; J. Haspers, Koudekerk; A. Kempkes, Waddinxveen; J. Koster, Zwammerdam; M. S. Kreft, Reeuwyk; D. den Oiiden; J. C. Piek; D. B. Snel; Th. Spre(jP. Stehouwer; J. H. H. Wierts^ma; J. J. B. van Zwieten, allen te Alphen aan den Ryn. Afgewezen 1. Auditor. Volgt enkele lessen. Van klasse IV naar V: *A. C. M. van Haselen, Alphen; J. W. Schouten, Alphen; J. B. Ubbink, Zevenho ven; P. J. Wiertsema, Alphen. Afgewezen 1. Volgt enkele lessen. tet. 11.80 Gramol V.AR.A.-Mandoline-E A, de VrieB. 1.00 Rede door Fr. Zelenka (Voorzitter der Arbeiders-Radio-Internatio- nalenale). 1.20 Gramofoonplaten. 1.80 Con cert V.AiR.A.-»extet. 3.30 Hoorspel door Het Grootvolkstooneel. 4.00 Gramofoonpia- ten. 4.30 Concert V.A.R.A.-orkeat. 5.00 Hoorspel door „Het Groot Volkstooneel". 5.806.00 Slot concert V.A.R.A.-orkest. i.00 VjP.R.0. Prdf. G. Gonggrijp: „De ma laise en de welvaart der inheemschen in Indië". 6.30 Wydingsuurtje. 8.018.15 Nieuws- en Sportberichten van Vaz Dias. 8.169.15 Het Omroeporkest o. 1. v. Nico Treep. Soliste: Hélène Cals, sopraan. 9.15 9.45 A.V.R.O.-Radio-Tooneel. 9.46—10.30 Omroep-Orkest. 10.3010.45 Gramofoon- muziek. 10.45—12.00 Kovaèi Lajos en zyn Orkest (Refrein-zang: Bob Scholte). Huizen: 8.309.30 N.C.R.V. Morgen wijding o.l.v. Ds. J. Rottenberg. 9.3010.15 K.R.O. Gramofoonplten. 10.15 Uitzending van de Hoogmis uit de St. Franciscuskerk te Nijmegen (Doddendaal). 12.151.46 Con cert K.R.O.-Sextet o.Lv. P. Lustenhouwer. 1.45—2.00 Gramofoonplaten. 2.00 Literair halfuurtje door A. v. Duinkerken. 2.30—4.15 Concert. De Schola Cantorum o.l.v. H. Cuy- pers (Vierhandig piano door J. en A. Cuy- pers). 4.16—5.00 Ziekenlof. 5.00 N.C.R.V. Kerkdienst uit de Westerkerk te Aal ten. Na dezen kerkdienst orgelspel door Dick van Wilgenburg. 7.46 K.R.O. Pater G. f Groot S.VJ).: „De Missie in Japan". 8.10— 8.15 Voetbaluitslagen. 8.1610.40 Concert K.R.O.-orkest o.l.v. Jf. Gerritsen. M.m.v. Henk Angenent, Opera-concertzanger. Pia no: Fr. Boshart. 10.40—11.00 Epiloog door het Klein Koor o.l.v. J. H. Picckers. Oplossingen van de raadsels van vorige week. 1 Schors, schort. q 2. poot, goot* boot, moot, vloot. 3. Alphen. 4 robijn, topaas, an»e>tiet, smaragd. 5. hulst. 6. Jan hagel, janhagel. De prijs viel bij loting ten deel aan HETTY MOGENDORFF, Krugerlaan 46. RADIO-NIEUWS. Programma voor Zondag 12 Juli. Hilversum: 9.00 VxAR.A. Orgel dpor Joh. Jong. 9.30 Concert. Haydn-kwartet, 2 violen, alt-viool en cello. 10.00 Voordracht door Martien Beversluis. 10.15 Vervolg strijkkwartet. 10.45 Voordracht Martien Be versluis. 11.00 Slot concert door tetrijkkwar- Nieuwe I 1 Ik neem onder de bloemen. De plaats in van vorstin, Maar 'k kan odk Leelijk prikken, Paspop, dat 'k niet begin Verwijdier eerst mijn En pluk mij dan gerust. Het liefst als 's morgens Zonlief Mij wakker heeft gekust. 2 Voeg een slaapplaats en een viach sa men en je krijgt iets heel leelijks. Wat? 3 Maak vogels van: kale nok" laan pik e knie vit r wesp ure Jet roos bod j 4 Welke bakker proeft zijn baksel niet. 6 Welk stuk kan de beste muziek an t niet spelen. 6. In welke straat ligt geen vuil. Oplossingen inzenden aan de Redactie van de Goudsche Courant, Markt 31.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1931 | | pagina 4