Al wat gii noodig hebt
Drukkerij k. Brinkman h
Hs
ABi¥ar1
iWi
mmsm
Ons Pluimvee.
Eventjes Lachen.
Zeeland en de Zeeuwen.
Raadsels voor de Jeugd.
van drukwerk, voor Uw
bedrijf, voor Uw Ver-
eeniging, voor Uw par
ticulier gebruik, het klein
ste en het grootste, ook
het fijnste kleurenwerk,
ons bedrijf is in staat
het te maken, fraai van
uitvoering, billijk in
prijs en vlug geleverd.
Het beste Adres
Telefoon No 2745.
boven elkaar in steeds afloopende breedte,
naarmate ze hooger hangen. Het kanten
avondtoilet zelfs, heeft de kunstige décou-
pe's, die voor voorjaar en zomer zooveel
gebracht zijn. Deze worden met glanzende
z«de ja^yn afgeboord, wat hun prachtige
golflijnen i^at^urlük wonder-fraai doet uit
komen.
De kanten stijlrobe is wellicht de nou
veauté de '1& 8aison. Zy bestaat uit een
rokdeel tot den grond, in strookenlagen op
een zyden fond gezet, het lijfje is strak,
van boven in zigzagpünten gedécolleteerd
en aan een miniem schouderbandje opge
hangen. Het eigenaardige van deze robe is,
dat zij over een koker van lichtgrijze zijde
is opgezet, waardoor zij een typisch licht,
transparant effect krijgt.
Lange handschoenen van dezelfde kant
completeeren haar en doen ons denken aan
de zijden mitaines, die onze grootmoeders
droegen.
Elke zwarte avondjapon wordt overigens
geacheveerd met een paar lange leeren
handschoenen, die meestal wit zijn en waar
bij soms een paar macré knoopen aan het
schouderband je ter versiering gezet, schij
nen te passen.
De grys-met-zwart gecombineerde avond-
japon is zeer in de mode. Stel hem u voor
als in tint afloopénd naar boven toe, be
staande uit zwarte-, donkergrijze- en licht
grijze strooken, die in lagen boven elkaar
zijn gezet en ge krijgt een idéé van zijne
soeplesse, welke door een blousend lijfje
bekroond en door een zwart satijnen,
lichtgrijs gestipt' jasje gedekt wordt. Het is
ook geen zeldzaamheid dat de strooken van
zwart satijnen avondrobes met lichtgrijs ge
doubleerd zijn. Het voorname effect kan
men zich levendig voorstellen. Maar er is
ook nog het wit, dat zoozeer „en vogue"
was van den winter en nu alleen nog schijnt
te gaan voor het jopge meisje, in een co
quet en lief, maar uiterst eenvoudig model
letje. Voor haar zijp de rokken al dadelijk
iets korter, is het décolleté iets minder ge
waagd en zy'n de strooken door biais of
kleine meles vervangen, die het toiletje
een haast kinderlijke charme geven.
Omdat de mode nu eenmaal altijd enkele
verrassingen in petto heeft, is er ook eene
uitzondering op den regel. Enkele avond
toiletten zijn in terra Siema kleurig crêpe
Georgette, met lange, losse tuniques, die
aan het Grieksche gewaad herinne*en. Tot
overmaat wordt daar eene lang-breede
écharpe bij gedragen, die slechts over één
schouder hangt en zoo het effect van hel
Grieksche vrouwengewaad nog zuiverder
benadert. Met schoentjes, een collier en oor
bellen in dezelfde geel-roode worteltint, is
een dergelijk gewaad een tikje opzichtig,
j iets wat de tegenwoordige mode nog lang
I niet zoo- onprettig vindt.
GRACE ALLAN.
Een motoren-expeditie dwars door de Sahara.
In d. woestijn-hal verdwaald.
Omringd door het schroeiend zand-
i
(door een oud-Legionair). Door het barre zand.
I Van Beni Abbas voert geen straatweg
meer verder. Hier begint de groote zand
woestijn, de Sahara, die slechts door enkels
plaatsen wordt onderbroken. De belangrijk
ste van deze zyn: Gao, Keabi Adrar, febol-
Baia, Ain Salah en Tanez Kouft, de laatste
is heel dioht by het nog niet onderworpen
Tafilalot gelegen. Om nu de karavanen ge
legenheid te geven zich te oriënteeren, wer
den dóór de expeditie van Citroen op 10 tot
15 K.M. van elkaar leege benzinevaten op
gesteld, die van groote witte nummers wa
ren voorzien. Er bestaat ook een kaart, die
de aanwezigheid van deze vaten aangeeft.
Dit alles verklaarde ik den jongen leider.
In den nacht van den 7en April werd af
scheid genomen. De drie avonturiers trok
ken het onbekende lot tegemoet. Hun naaste
station zou Timoudit zyn, na een afstand
van 584 K.M., die gemakkelijk in 2 dagen
kon worden afgelegd.
Toen de reizigers vertrokken waren,
meldde ik my en vroeg wat ik te doen had.
De orders luidden: Wachten.
Nu begon een vervelende tyd. Een dag op
deze eenzame post is reeds te lang. 's Mor
gens voor zonsopgang uit de hangmat, eqji
koude douche, daarna ontbijt. Onmiddellijk
daarna op jacht naar gazellen, die bij een
klein beekje kwamen om hun Jorst te les-
schen. Na den terugkeer middageten, altijd
hetzelfde en dan maar weer slapen, 's
Avonds een lange wandeling en een dag is
weer voorbij.
Toen wy reeds vyf dagen in dit gat zaten,
had ik een sterke neiging tot melancholie.
Een kleine Opleving verraette ons door den
komst van het militaire vliegtuig uit Adrar,
dat als een stipje aan den horizon opdook
en spoedig de lucht met een motorgeronk
vervulde. Wy liepen den piloot tegemoet,
doch de inzittenden snelden ons met een
haastigen groet voorby naar den luitenant.
Wy bestormden den sergeant-waarnemer
met vragen en deze vertelde ons het vol
gende:
De motorexpeditie verdwaald.
De motorrijders waren van de juiste route
afgedwaald en niet aan de plaats van be
stemming aangekomen. Het vliegtuig, dat
den postdienst onderhoudt, kreeg den op-
j dracht om de expeditie te gaan zoeken en
vond eerst na langen tyd de drie vermisten,
die op onbegrijpelijke wyze op een ver van
den straatweg gelegen plaats midden in de
zandduinen van de woestyn waren terecht
gekomen. Het vliegtuig kon in die streek
niet aan landen denken, daar het zand het
opstijgen onmogelijk had gemaakt. Daarom
hadden zy getracht ongeveer ast te stel
len, waar de motorrijders zich ongeveer be
vonden en waren naar Beni-Abbas door ge-
vlogen. Wy waren nog in gesprek gewik
keld toen ik de boodschap kreeg onmiddel
lijk te vertrekken. Het werd een gehaast en
gerep, de inboorlingen vulden de reservoirs
en werden voedingsmiddelen ingeladen. Het
duurde niet lang of wy waren klaar om af
te reizen.
Op een kaart werd mij ongeveer de
plaats aangewezén, waar de expeditie zich
moest bevinden. By vat 26 moest ik naar
links afbuigen. In den rechterhoek van de
„straat" S.O., circa 140 K.M. van hier ver
wijderd, zou ik de expeditie kunnen vinden.
Wie de Sahara niet kent, kan zioh geen
voorstelling maiken van het klimaat, dat
daar heerscht. Van zonsop- tot zonsonder
gang tiraniseert daar een broeiende, ver
lammende hitte. Temperaturen van 50 tot
70 graden behooren er niet tot de zeldzaam
heden. Een ei in liet zand gestopt, is binnen
vyf tot 8 minuten gekookt. De troostelooze
watertoestanden vergallen voor den Euro
peaan het kleine beetje leven, dat hy onder
deze omstandigheden nog heeft weten te
redden. Vaak stuit men op een stroompje.
Verheugd stormt men er op af, doch by
nadere beschouwing blykt men meestal op
een salpeterhoudend riviertje te zyn ge
stuit. Dit water kan men zelfs niet eens tot
koken gebruiken, want niets lost zich in
deze vloeistof op.
Thans mochten wy ons echter niet door
de hitte laten terugschrikken. Precies om 1
uur, toen de hitte moordend was, rolde
onze wagen naar buiten. De zonnestralen
vielen loodrecht op onze hoofden, die door
Het eigenlijke vreemdelingenlegioen was
in Colomb-Bechar gelegerd, doch onze post,
die voornamelijk uit mechaniciens, mon
teurs en chauffeurs bestond, was aan den
rand van den grooten woestyn gelegerd,
aan den autoweg, die van Colomb-Bechar
naar Eki Abbas voert. Onze taak was voor
namelijk de karavanen en de militaire ex
peditie» in de Sahara te beschermen. Tot
dit doel kregen wy tien speciale auto's.
Over de noodzakelijke watervoorraad maak
ten wü ons den eersten tijd veel zorgen.
Vindingrijke hersenen wisten echter het
vraagstuk naar bevrediging op te lossen.
Aan beide zydeh der carosserie was een re
servoir in buisvorm aangebracht, dat 135
Liter water kon bevatten. Aan brands'tof
kon 220 Liter worden meegevoerd, dus ge
noeg voor 1200 K.M. Een apart reservoir
was bestemd voor het vervoer der levens
middelen. Eveneens was er een berging van
amumtie. Wy konden 1000 geweer- en ma
chinepatronen, 25 handgranaten en 10 lucht-
raketten meevoeren. Aan wapens hadden
wy een karabijn, een verdekt opgesteld
machinegeweer en een pistool tot het af
schieten van raketten.
Den 4en April arriveerden uit Algiers
twee motorrijders, wier taak was om in een
recordtijd de Sahara te doorkruisen. De le
den" van deze expeditie waren de Holland-
sche gebroeders Van Haak en de jonge
vrouw van Eric van Haak, den leider der
expeditie.
Ik bewonderde den moed van deze men-
schen, doch voornamelijk- van de jonge
vrouw, daar zy toch een spel met den dood
aanbond. Voor ons, menschen, die letterlijk
gesproken van de wereld waren afgesloten,
was hun aankomst een gebeurtenis van be
lang. 's Avonds arrangeerden wy een klein
feestdiner, waarbij het gezellig toeging. Er
werden verhalen en anecdotes verteld, wij
dronken gretig het nieuws van Europa en
van ons ieder moet gezegd worden, dat wy
onze gasten de wenschen van de lippen
lazen.
Ik als chauffeur en legionair Roth als
mecanicien kregen den opdracht de expedi
tie tot Beni Abbas te begeleiden en vandaar
den .weg naar Gao (Soedan) te wijzen.
I Op reis.
Den 5en April vertrokken wy tegen het
ochtendgrauwen. Het was pas drie uur. De
heldere hemel beloofde een mooien dag. Het
geheele garnizoen was reeds op de been om
van het dappere drietal afscheid te nemen.
Langzaam dolde onze machine (ie woestijn
tegemoet, gevolgd door het vroolyk geknet
ter der motorfietsen. Om Van de koele mor
genuren te profiteeren, zette ik er een snel
tempo in. Bij den eersten post lgli, die door
de inboorlingen wordt bezet, hielden wy
halt om ons middagmaal te gebruiken en
het militaire vliegtuig uit Adrag op te
wachten, dat ons de nadere aanwijzingen
voor den tocht zou verstrekken.
Wij hadden pas 268 K.M. achter den rug
en nog 470 voor den boeg. De piloot, die
niet al te lang op zich liet wachten, raadde
ons aan een anderen dan den voorgeschre
ven weg in te sjaan, daar uit Adrar enkele
Djidji (woestynroovers) waren gesigna
leerd.
Wij brachten den middag nog gezamen
lijk door en vertrokken om vier uur naar
Beni Abbas, waar wy zonder tegenslag om
2 uur 's nachts arriveerden. Deze nachtelij
ke tocht was van een bijzondere schoonheid.
De zuidelijke nachthemel verspreidde een
zachten glans van sterren en het was dood
stil. Slechts wanneer het al te nieuwsgierige
schijnwerperslicht op het kadaver van een
kameel viel» die hier op noodlottige wyze
aan zyn einde moest zyn gekomen, weer
klonk een schreeuw van een geschrokken
jakhals of blafte ons een hyena woedend na.
Na onzen aankomst in Beni Abbas rolde
ik my in myn deken en sliep in het zand
naast mijn wagen tot den morgenstond.
Toen hielp ik de motorfietsen van onze
tochtgenooten nazien, die nog dien avond
verder wilden. Alles was goed in orde. Ik
legde den leider Eric van Haak de rèst van
zyn reis nauwkeurig uit daar mijn taak be
ëindigd- was en> zij alleen verder moesten
rijden.
witte helmen beschermd werden. De ther
mometer wees 72 graden Celsius in de zon.
In een stofwolk gehuld reden wy weg. Wy
spraken onderweg heel weinig en gaven
elkaar van tyd tot tijd een teeken met de
hand. Ofts drinkwater was lauw en had den
smaak van gekookt water. Wy hadden reeds
120 K.M. achter den rug, toep de motor
onregelmatig begon te loopen. Het fijne
Zand was ondanks de voorzorgsmaatregelen
den carburator binnengedrongen. Na een
oponthoud gingen wy weer verder. Ditmaal
met myn kameraad Roth aan het stuur. Het
was toen kwart voor vyf en wy reden met
een gemiddelde snelheid van 40 K.M. De
tong kleefde aan niyn gehemelte, en moei
zaam trok onze wagen door het zand.
(Nadruk verboden). (Slot volgt).
Tilman Riemenschneider.
Bij den 400en sterfdag van den grootsten
Duitschen houtsnijder op 7 Juli 1931.
door
Prof. GEORG SIEMERS.
Wurzburg, de stad der vorstelijke bis
schoppen, beroemd om haar bijzonder ont
wikkelden wijnbouw, ligt in het landschap
tusschen bloeiende tuinen als typisch beeld
van het vruchtbare, lieflijke Frankenland.
Ora Wurzburg en Bamberg bewoog zich in
de tweede helft der vijftiende eeuw de
kunst der groote houtsnijders, beeldhouwers
en architecten, der schilders van fyne Ma
donnakopjes. De gilden drukten hun stem
pel op het openbare leven, de burgers wa
ren welgestelde menschen, die graag feest
vierden, de vorsten leefden teruggetrokken
en onderdrukten het larid niet. De ontwik
kelde geestelijkheid had grooten invloed op
de ontwikkeling, de geestelijke beschaving
in dit gebied. Onder die gunstige omstan
digheden: welvaart, orde en een ontvanke
lijke bevolking, kon de bewonderenswaar
dige laat-Gothische kunst zich ontwikkelen.
Na den somberen geestelijken stryd der
mystiek en het streven der monniken in de
14e eeuw wendde men zich meer toe naar
den wereldschen jtant van het leven. In de
tweede hfelft der 15e euw kwam voor de
geheele Europeesche beschaving den ver
overingstocht om in alle richtingen het
geestelijk bezit uit te bouwen. Het harde,
strenge muttigheidsstandpunt der Middel
eeuwen werd verdrongen door het gevoel
voor schoonheid als eoodanig. Men ontdek
te niet alleen Amerika, doch ook de wereld
en het leven cm zich heen, tot zélfs in het
leven van een plant, de verhoudingen van
het menschelijk lichaam de wonderen van
klank en kleur.
De kunst van dezen tyd ademt de levens
vreugde. Diirer, Holbein, Cranach en Alt-
dorfer zyn omstreeks deze jaren geboren.
Byna even oud als deze grootmeesters der
Duitsche schilderkunst was Tilman Riemen-
schneider, die waarschijnlijk in hetzelfde
jaar geboren werd als de groote Griinewald,
n.l. in 1474. Zjjh geboorteplaats was Oate-
rode in den Hart, doch reeds op jeugdigen
leeftijd trok hy naar het Zuiden, door Zwa-
ben tot aan den Rijn en verder de rivier af,
vermoedelijk tot Antwerpen toe. lh menig
jeugdwerk is de invloed der Nederlandsche
beeldhouwers van dien tyd nog te onder
kennen. De weeke, zachte gelaatsvormen
der Hollandsche en Vlaamsche Madonna'3
zijn Riemenschneider tot in zyn later Fran
kische tijd bijgebleven.
Wy weten eigenlijk belachelijk weinig
vart zyn levensgeschiedenis. Toen immers
werd aan het individu en zyn levenslot veel
minder waarde gehecht dan in onzen tyd,
vooral als het om een kunstenaar ging. Zoo
is van den grooten Ziwitserschen schilder
Ursus Graf slechts bekend, dat hy zyn halve
leven op een toren gevangen heeft gezeten
en van Grünewald zijn ons slechts een paar
vermoedelijk niet eens historische anecdo-
ten overgeleverd.
De nauwelijks 19-jarige Tilman Riemen
schneider vinden wy echter in het boek van
het schildersgilde te Wurzburg ingeschre
ven; reeds toen schijnt hy van zyn om
zwervingen teruggekeerd te zijn. In deze
zonnige stad met haar blyde, sterke licht
en haar zachte, zoele avondwinden bracht
hy de jaren door, waarin hy zyn grootste
kunstwerken schiep. Hy werd er ook een
man van eer en aanzien, want hy is jaren
lang burgemeester en raadsheer van de
stad geweest, ambten die als regel slechts
weggelegd waren voor den adel van de be
trokken streek en voor Patriciërs. Doch
hoeveel uiterlijke eerbewijzen hem ook ten
deel vielen, op middelbaren leeftijd trof
heim nog een harde slag van het noodlot.
In 1525 brak n.l. de z.g. boerenopstand uit,
het volk verzette zich tegen de ridders en
vorsten en Riemenschneider koos de zyde
van het volk. Dit keerde zich in Wurzburg
meer speciaal tegen de eigenlijke heer-
schers van de stad, n.l. tegen den bisschop
en diens talrijke machtige aanhangers, die
inderdaad voor eenigen tyd de stad moesten
verlaten, doch haar met geweld van wape
nen heroverden. Toen werd o.a. Riemen
schneider gevangen gezet. Hij werd gefol
terd en ontkwam ternauwernood aan. een
terechtstelling, eindelijk werd hij na beta
ling van een hooge boete weer in vrijheid
gesteld.
De groote meester is vijf jaar later ge
storven. Uit dezen tijd bestaan er geen wer
ken, die aan hemzelf kunnen worden toege
schreven. De overlevering vertelt, dat door
de wreede folteringen zyn gevoelige handen
voor altyd ongeschikt werden om te wer
ken. Op zyn grafsteen, die door zyn zoon
is uitgebeiteld, zien wy zyn beeltenis: een
mager»' byna ascetisch gezicht, waarin zich
het doorgestane leed en de verbittering
hebben af ge teekend van een man, die op
recht was en daarvoor moest lijden; zijn
trekken spreken van een byna heldhaftige
waardigheid. 4
Met dit Bombere en treurige uiteinde van
zyn leven vormt het karakter van zyn
kunst een volkomen tegenstelling. Wie
slechts één van de karakteristieke werken
van Tilman Riemenschneider heeft gezien
en op zich feeft laten inwerken, zal daar
van een onuitwischbaren indruk van ver
heven vreugde behouden hebben. Onder zijn
handen werd de harde steen gevormd tot
diepe, in bogen vallende plooien van een
gewaad, of tot de zachte rondingen van de
teere gezichten zijner madonna's of tot de
krachtige, ascetische gezichten zyner heili
gen. Doch hy werkte toch het liefste in
hout. Hierin kon de minste beweging wor
den uitgedrukt, terwijl ook het fijnste
plooitje, elke lyn en elke trek van een ge
zicht door hem werd uitgesneden met de
zelfde virtuositeit als waarmee zyn tijdge-
nooten wisten te schilderen.
Riemenschneider was een godsdienstig
kunstenaar; in overeenstemming met zijn
tijd en de levenshouding van hemzelf en al
zijn tydgenooten kon hy zich niet anders
dan in kerkelijke onderwerpen uitdrukken.
Toch vertoonen zyn koppen een aangenaam
aandoende menschelykheid, een realisme
dat elk détail vergeestelijkte; deze koppen
van vrouwen en mannen stralen nu nog een
merkwaardig leven uit, hetzij zy in de nis
sen van het houtsnijwerk versierde altaren
of als afzonderlijke beelden staan in de ver
schillende kerken van het Frankenland. In
Rothenburg aan den Tauder bevindt zich
zyn grootste kunstwerk, het Heilige-Bloed-
altaar. De kerken van Wurzberg bevatten
nog vele kunststukken van hem; zoo staan
ter weerszijden van het portaal der kerk
vanOnze Lieve Vrouw het prachtig weer
gegeven eerste menschenpaar, dat ons zoo'n
merkwaardig en opvallend beeld voor oogen
stelt van de kaarsrechte, door en door ge
zonde menschen van dien tyd. In Adam ziet
men eenvoudig een type vart den Duitscher
van vier eeuwen geleden, doch het lieflijke
gelaat van Eva vertoont ons het ideaal der
laatste minstreelen. In de weergave van
menschelyke gelaatsuitdrukkingen was
Riemenschneider's kunst van een vurige
welsprekendheid. Dikwijls maakte hij ge
bruik van een naturalistische beschildering
om zyn beelden nog meer op de werkelijk
heid te doen gelijken. Hy was geen beeld
houwer met een zoo grootsch streven hls
de Neurenbergers Adam Kraft en Veit
Stoss. Zyn kunstwerken hebben echter iets
lyrisch over zich; zij spreken ons van zijn
warm gemoed. Het doorvoelen en meevoe
len van zyn onderwerp gaat dikwijls over
in het dramatische, zooals b.v. by het Mag-
dalena-relief, dat zich thans bevindt in het
Duitsche museum te Berlyn. Doch het meest
blijven ons toch altijd zijn Madonna's by.
Hun gezichten dragen iets zachts en zwaar
moedigs en hebben een verlangende uit
drukking, droomerig, byna bovenaardsch.
Door al deze werken leeft Tilman Rie
menschneider, thans misschien nog meer
dan 400 jaar geleden. Hy is niet maar een
hoofdstuk uit de kunstgeschiedenis, In nem
leeft een van de tijdperken voort, waarin
de kunst intensief en mét vrucht werd ge
diend.
(Nadruk verboden).
De maand Juli In tuin an stal.
Slechts weinig verschillen de werkzaam
heden in de Julimaand van die in de maand
Juni, er wordt verder geoogst, besteld, ge
zaaid en geplant. Men moet wieden, schof
felen, mesten, gieten en opbinden, al naar
gelang de weerBomstandigheid dit ver-
iHsohen, en de toestand van het land het
aangeeft. Aan groenten verkrijgen wij in
Juli sla, groote boonen, erwten, uien, kool
raap, savoyekool, wortelen, bieten, en nieu-
de aardappelen. Bij de pompoenen kan men
nu beginnen met het korten der ranken en
het uitsnijden van overbodige vruchten,
waardoor de andere vruchten aan grootte
winnen, terwijl van de tomaten de toppen
verwijderd worden en eveneens de vruchten
worden gedund. Bij de aardbeien het dun.
nen van de rankeq, en het verwijderen van
oudere, schimmelende bladeren, bij de as
perges het mesten met gier en mét even
ondergegraven mest.
By de oogst,
komt het veel aan op het juiste oogen blik.
De eetbare deelen der planten moeten goed,
doch niet te sterk ontwikkeld zijn. Jonge,
teere groente wordt natuurlijk veel meer
gewaardeerd, dan oudere, doch te vroeg ge
oogste groente beteekent, vooral in de ge
vallen, waarbij tegelijkertijd de geheele
plant ten ondergang gedoemd is, een beden
kelijke verspilling Wij noemen b.v. sla,
koolraap, enz. Te laat geoogste groente wor
den moeilijker verteerbaar, of de bereiding
vereischt meer moeite.
Planten, waarvan men meerdere malen
wil oogsten,
zooals bieten, of pluksla, mogen niet te sterk
geplunderd worden, daar in het tegenover
gestelde geval de groei sterk wordt geremd.
De bladeren moeten behoedzaam worden
afgebroken, zonder de plant zelf te bescha
digen. Verder moet men trouwens alle ge
wassen die gedeeltelijk geplunderd worden,
zooveel mogelijk sparen en zadht behaude-
len. Erwten en boonen, mogen niet met ge
weid worden afgerukt, maar zij moeten
vooraichtig worden geplukt. Herhaaldelijk,
in <fe gr oei tijd dageiijksch plukken der
bruikbare hulzen, draagt veel bij tot de
verdere ontwikkeling van de "overblijvende
vruchten en vermeerdert de opbrengst aan
zienlijk.
Kropsla en koolraap kan men het Beste
met wortel en al uit den grond hemen, om
daarna eerst de steel af te snijden. Aan de
wortelen zitten .dikwijls ziektekiemen en
dierlijke plantenparaeieten, die niet in den
grond mogen blijven. Zulke wortels wtjrden
verbrand. Wortelen en knollen mogea bij
het uit den bodem nemen, niet beschadigd
worden, vooral als zij voor den winter wor
den opgelegd. Iedere beschadiging vormt
dan een plek, dis sterk aan verrotting Is
blootgesteld. Het is het beste, als men deze
planten oogst bij een droge weersgesteld
heid. Ook uien kan man op mooie dagen
oogBten, eenige uren in de zon leggen en dan
met het gestorven kruid eraan op een luch
tige plaats te drogen handen. Bladgroente
kan men het beste des avonds oogBten, daar
zioh dan de meeste voedingsstoffen in de
bladeren bevinden. Gedurende de nacht ver.
deelen deze zich over stengel en wortels.
Zaaien kunnen wij in Juli nog:
als groene kool, spruitjes, koolraap, Telto-
wer bieten, erwten, aardappelen, peen, hoo
rnen, winterradajs, winterandijvie en veld
sla; er kan geplant worden: koolraap, late
bloemkool, sla, look. Vanzelfsprekend moe
ten de nieuwe aanplantingen steeds vochtig
worden gehouden en zooveel mogelijk op
beschaduwde plaatsen worden aangelegd.
In den vruchtentuin,
die nu van week tot week meef aandacht
vereischt, kan men in de eerste plaats de
kersen afplukken, daarna de frambozen,
aalbeseen, klapbessen en de vroege braam
bessen. Dan volgen de vroege perzikken en
abrikozen, tenslotte de peren en appelen,
's Morgehs vroeg geplukte vruchten smaken
steeds het beste. Regelmatig moet men ver
der de afgevallen vruchten verzamelen, sor-
teeren en, zoover het niet in de huishou
ding kan worden gebruikt, vernietigen.
Laat men het liggen, dan wordt het een
broeinest van ongedierte en ziektekiemen.
De boomen, dae overmatig met. vruchten
zijn behangen, moet men stutten, gieten en
bemesten, daar de vruchten en de nieuwe
knoppen goed moeten groeien, terwijl de
vele vruchten de krachten van de boom
snel uitputten. Bij klimplanten, breekt men
voorzichtig de kléinere of misvormde vruch
ten uit.
Nadat de foktijd voorbij is» komt voor
den fokker in de eerste plaats de eisch naar
voren, te zorgen voor een goede huisvesting
en een krachtig voedsel, dat zal bijdragen
in de spoedige
ontwikkeling der jonge dieren.
Daarmede moet men bereiken, dat d® die
ren tegen het begin van het koudere seizoen
legrijp zijn. Wie de dieren kan onderbren
gen in een groote, (eventueel verplaatsbare)
rifimo ren, waarin het gras en de groene
planten welig tieren, behoeft zich geen zor
gen te maken; wie echter zijn dieren alles
van buiten af moet verschaffen, moet zich
steeds voor oogen houden, dat jong, voe-
dingsstofrijk groenvoer en daarbij nog aller
lei dierlijk voedsel tot het spoedige opgroei
en van de jonge dieren beslist noodzakelijk
is. Ook hier geldt het woord, dart. het beter
is enkele goede dieren te fokken, dan vele
minderwaardigen.
In de stallen trachten wij in de eerste
plaats de plaag van het ongedierte te onder
drukken. Op de ligplaatsen strooit men wat
turfmolm, die eohter eenmaal per week moet
worden ververscht. Ook in de kippenhok
ken zorgen wij voor een dergelijke maat
regel. Ook de zitstokken maken wij geregeld
schoon, terwijl wij de dieren door stofbaden
in de gelegenheid stellen zichzelf van deze
kwelgeesten te ontdoen. Op dagen
het drinkwater voor het pluimvee dikwijls
verversohen.daar door water, dat eenigen
tijd heeft gestaan, wel eens storingen in de
spijsvertering ontstaan. Waar ateedg verach
drinkwater klaar staat is het onnoodig hier
aan stoffen toe te voegen (als b.v. ijzer
vitriool, enz.) die een bescherming vormen
tegen ziekten.
In de verzorging van konijnen en geiten
brengt de Julimaand weinig verandering of
nieuws. Bij de voedering met groenvoer als
steeds de noodige voorzichtigheid in acht
nemen. De konijntjes, vooral de jonge die
ren, geve men, zoo mogelijk, gelegenheid
tot beweging in rennen met beschaduwde
plaatsjes.
De jonge dieren nemen wij in het begin
van de maand alle melk ai. Zoodra de
uielkvoeding ophoudt, moetien de jonge die
ren reed3 gewend zijn, andere voedingsbe
st anddeelen op te zoeken en op te nemen.
Zij moeten alles kunnen krijgen wat noodig
is om ze spoedig te doen groeien en ter be
vordering van den gezondheidstoestand. Een
groote rol op hun spijskaart evenals na
tuurlijk ook op die van de oudere dieren
speelt goed hooi. Niet de porti® rauwvoer
bepaalt de ontwikkel ingstijd van het dier
maar het gehalte der verteerbare voedings
stoffen van hun dageiijksch voer Dezelfde
stoffen, als goed hooi en jong groenvoer,
haren wij ook uit groente-afval. Als wij
daarmede onze geiten een beetje afwisseling
kunnen verschaffen in hun dagelijksche
koet, zal dit het opgroeien slechts bevorde
ren. Van de krachtvoedermiddeien, die in
dezelfde richting weaken, noemen wij in de
eerste plaats lijnzaad. Goedkooper, maar
ook zeer goed, zijn lijnzaadkoeken of aard-
nootkoeken. Verder moet men steeds, zoowel
bij het verzorgen van de jonge dieren, als
bij de voedering van de melkdierein, eeü
ruim gebruik maken van tarwezemelen.
Wenken voor dezen tijd.
De opgroeiende hennetjes vragen thans
al uw aandacht. Als ze goed worden opge
fokt, zich regelmatig kunnen ontwikkelen,
zullen zy mits natuurlijk van goede af
stamming en op tijd gebroed de ge-
wenschte wintereieren geven en is daar-,
mede aan één der voorwaarden voor een
winstgevende en animeerendg- kippenhou-
dery voldaan.
iAIs men de jonge hanen tusschen de hen
netjes laat loopen, is het bedenkelijk ge
worden. De bennetjes hebben dan rust noch
duur en van een regelmatige ontwikkeling
komt weinig terecht. Trouwens is het ook
een kostbare geschiedenis, want'wat kosten
die jonge haantjes niet en hoe weinig bren
gen ze op. „Opgeruimd staat netjes'', zegt
de verstandige kippenhouder en hij verwijst
de overtollige haantjes naar den poelier, of
maakt er een Zondagsmaal van. De henne-
tjes zijn hem er ongetwijfeld dankbaar voor.
Waak toch vooral tegen een overbevol
king in het kuikenverblyf. Om dezen tijd
van het jaar zyn de hennetjes al heele ba-
ien geworden en de hun toegewezen ruim
te zal wel niet gegroeid zyn. Overbevol
king leidt tot verbroeiing en deze weer tot
verslapping, waaruit allerlei narigheden uit
kunnen voortkomen.
Ook wat de oude hoenders betreft is opf
ruimen nu de boodschap. Nog even late*
en de markt wordt overvoerd en brengen
ze een stuk minder op dan dit straks het
geval is. Sla dan tegelijk nog eens aandach
tig uw jonge hennetjes gade. Zijn er mis
lukkingen of achterblijvers bij, stuurt die
dan tegelijkertijd de laan uit. Genoegen zult
u er toch niet van beleven, voordeel nog
minder, integendeel. Wat blijft er dan nog
van uw jammer over, dat zulke jonge dieren
nu reeds opgeruimd moeten worden? Ver
geet daarbij dan ook niet, dat de vrij geko
men ruimte de overige dieren ten goede
komt, zoodat die weer zullen inhalen wat
u aan de weggedane dieren heeft verspeeld.
Kan de jonge hennen als uitloopterrein een
weiland of wat nóg veel beter is - een
niet te dicht staande boomgaard worden
gegeven, dan zal dit hun groei zeer ten
goede komen. Het is een lust om te zien
hoeveel ze uit zoo'n terrein weten op te
garen en hoe ijverig ze daar in de weer zijn.
Is de ruimte wat meer beperkt, dan kan
men met een tijdelijke verruiming van de
ren ook al weer veel bereiken. Een ieder
handelde naar de zich by hem voordoende
omstandigheden. Heeft men er gelegenheid
voor, graaf dan nu de bovenste laag van de
oude ren weg. Hebben de kippen er lhng op
geloopen, dan zit er een harde koek op, wat
een goede waterdoorlating zeer in den weg
staat. Toch is de terreinvervuiling van nog
veel meer belang. Versche grond er voor in
de plaats en voorloopig zyn we er weer mee
klaar.
De zomer is thans aangebroken. Dat wil
dus zeggen, dat er warme dagen zullen
komen, zelfs in ons landje. Is de huisvesting
niet prima in orde, dan wordt het voor de
hoenders zelfs te warm en de dieren lij
den er onder. Hebben de kippen vrijen uit
loop, dan zullen ze langer blijven doorleg
gen dan de kippen die hun niet altyd even
vroolyk bestaan in een afgesloten ruimte
moeten doorbrengen. De stadskippenhouder,
die tegen iemand die zyn dieren een vrije
ruimte kan geven weet op te boeren, toont
daardoor zyn dieren waard te Zijn. Zoo
zijn er!
DAM RUBRIEK
Ondfr redactie van de Damclub „Gouda
Secrétaris de la BeQlaan 14, lokaal der club
Markt 49.
Probleem No. 753.
Zwart schijven op: 2. 12, 13, 15, 18, 22, 23,
31), 32, 44.
Wit schijven op: 6, 11, 25,29, 34, 39, 42,
43, 47, 50.
Probleem No. 754.
Zwart schijven op3, 6, 8, 9, 26, 38, dam 16
Wit schijven op. 16, 24, 25, 27, 32^ 34, 35
37, 40, 43.
Oplossing van probleem No. 751.
Wit speelt: 35—30, 30-24, 39-34, 26—21,
28 17, 38—32, 32 5.
Oplossing probleem No. 752.
Wit speelt. 27-21, 22-18, 28:17, 33-28,
38 7, 3631, 48-42, 33-29, 49 40 35 2,
26—20, 2—3D, 40 7.
Hij droeg al wat.
Jan en Piet hadden samen bloemen ge
plukt. Piet droeg alles, en Jan niets.
„Draag jij nu ook wat, Jan," zei Piet.
„Ik draag al wat," zei Jan.
„Wat dan?" vroeg Piet verbaasd.
„Mijn kleeren," zei Jan.
Verstrooid.
Huisknecht van den heer B., binnenko
mend: „Meneer, er is een heer voor u aan
de telefoon."
Meneer B., van de courant opziende
„Laat meneer maar even in de spreekka
mer, ik kom dadelijk."
Een moeilijk geval.
Dokter: „Nu moet u myn raad opvolgen
en het fruit met schil en al opeten. Welke
vruchten eet,u het meest?"
Patiënt (met een benauwd gezicht): „Ba
nanen en cocosnooten, dokter!"
Voor onze tuinen.
Wortel-echte rozen uit stekjes gekweekt.
Met uitzondering van verschillende zwak
ke rozensoorten, die men beter kan verme
nigvuldigen door veredeling, kunnen wij
haast alle rozensoorten door stekken ver
meerderen. De beste tyd daarvoor is kort
de eerste bloeiperiode, de laatste termijn
is tegen het midden van Augustus. Men
kiest een plek aan de struik, waar goed ge-
rjjpt, gezond hout groeit, waarvan de loten
reeds gebloeid hebben en dê oogen in de
bladhoeken nog slapen, dus nog niet zyn
uitgeloopen. Zwakke, onrype takken, kan
men niet gebruiken.
De stekken worden tot op drie of vyf bla
den afgesneden en deze kort men op de
helft in. De onderste snede aan de stek
wordt óf schuin onder het oog door gedaan,
óf men laat 1 tot l'/fe c.M. onder het blad
staan. Doet men het laatste, dan snijdt men
aan de andere kant ook scheef een stukje
af, zoodat de punt van de snede scherp
wordt en aan beide zijden een puntig stuk
je schors blijft staan. Dit heeft het voor
deel, dat het snede-oppervlak grooter is en
de wortelvorming meer vat erop heeft.
Voor de opname van de stekken houdt
men schoone potten of scralen, gevuld met
zandige aarde, gereed. Nadat de aarde goed
begoten en het oppervlak iets is ingedroogd,
worden de stekken dadelijk na het snijden
een centimeter diep geplant, met Onderlinge
afstanden van vier tot vyf centimeter. De
hoofdzaak is dan, dat zy luchtdicht worden
afgesloten, wat door het plaatsen onder
een glazen stolp kan geschieden. Ook kan
men een glazen plaat over de pot heenleg-
gen, doch dan moet men de pof slechts zoo
hoog met aarde vullen, dat de stekken niet
boven den rand uitkomen. Men zet de pot
ten daarna in een warme kamer of in een
mestbed, houdt ze goed gesloten, bespren
kelt de planten dikwijls opdat de lucht in
de klok vochtig blijft en zorgt ervoor, dat
by sterke zonneschijn de planten bescha
duwd worden.
Meestal bewortelen de stekken zich in
drie tot vier weken, men besprenkelt dan
minder en geeft langzamerhand mëer lucht,
opdat de plantjes gehard worden. Zyn zy
twee weken later genoeg gesterkt, dan
neemt men ze, na ze eerst grondig begoten
te hebben, eruit en plant ze apart of bij
twee of drie tegelijk in kleine potjes over.
Ze mogen niet tot het voorjaar in de stek-
potten bly'ven, daar zy in de magere aarde
niet snel opgroeien. Zelfs kan men de stek
ken in een van te voren klaar gemaakt
mestbed zetten, dat echter eveneens geslo
ten moet worden gehouden.
Na het potten geeft men eenige dagen
lang schaduw en houdt de planten dan weer
in een afgesloten ruimte. Zoodra zy begin
nen te groeien, mogen zy onmiddellijk volle
zon en vol lucht hebben. By koele tempera
tuur worden de jonge rozen in een diepe
mestbedkast geplaatst of in een luchtige
(niet koüde) kelder gebracht, om in het
voorjaar de voor hen bestemde plaatsen
te worden uitgeplant. Sterkgroeiende soor
ten kan men ook dadelijk na het vormen
van de wortels op het vrije veld uitplantesi,
doch in den wintertijd moeten zy door het
ophoopen van aarde erom heen, worden be
schermd. ^Nadruk verboden).
Zwaardlelies en Orchideeën.
Men heeft de zwaardlelies met orchi
deeën vergeleken en niet zoozeer door de
groote verscheidenheid van soorten, als wel
door het schoone kleurenspel, dat zij op
levert, is fnen ertoe overgegaan, haar de
naam te geven van de Grieksche regen
booggodin Iris. Maar ook in de vormen
nemen wy een groote verscheidenheid waar.
De drie oprijzende bloembladen die met hun
uiteinden naar elkaar toe buigen, heeft men
de „Dean" genoemd. De dom verheft zich
op het voetstuk, dat gevormd wordt door
de drie hangende bloembladen. De schoone
lynen dezer bloemdeelen en het kleuren
spel hebben de kweekers getroffen en zoo
treft men tegenwoordig de schoonste kleur
mengingen aan.
De planten zyn vooral by menigen tuin-
liefhebber zoo gewild, omdat zy zoo weer
galoos taai zyn en haast geen verzorging
noodig hebben. Droogte en vorst kunnen de
Iris pumila, de Iris germanica en de Iris
interregna niet schaden. Zy houden van zon
en kunnen eventueele een milde schaduw
nog wel hebben. Donkere plaatsen echter
werken ongunstig. Is een plant eenmaal vol
wassen, dan behoeft men geen angst meer
te koesteren, dat zy sterft. Wel gebeurt
het, dat zij niet bloeien, doch dan is men
zelf schuld, omdat zy dan b.v. op een ma
gere grond dicht b^elkaar geplant zijn.
Dat put den bodem u|f en wie met verstand
zijn planten behandelt, zal daartoe ook .niet
komen. Maart is de beste tijd voor de ver
meerdering (door stekken). De bloeistand-
vastigheid is overigens bij de verschillende
soorten zeer afwijkend. Men kan de planten
het beste ver uit elkaar planten, daar zij
elkanders nabijheid slecht verdragen en dan i
geen bloemen geven. De taaiheid der plan
ten in volgorde, te beginnen met de sterk-
sten is ongeveer de volgende, Iris inter
regna Fritjof, Helge, Pullach, Purple king,
Rijndruif, alle Iris sibirica en pumila, Iris
florentina, Irfs interregna Ingeborg, enz.
gemoed.
(Nadruk verboden)
Er waren er genoeg.
Een jongen rende den heuvel af met een
kinderwagen, waarih een baby lag te sla
pen.
„Voorzichtig, jongen!" riep een voorbij
ganger hem toe, anders krijgt de baby een
ongeluk!"
„Geeft niets, hoor," antwoordde de ben
gel, „we hebben er thuis nog meer!"
9POBT EN WEDSTRIJDEN.
WATERPOLO.
Een tweetal wedstrijden.
Duikdemonstraties.
Woensdagavond werden in Alphen's
Zwembad een tweetal polo-wedstryden ge
speeld, afgewisseld door een duikdemon-
stratie van eenige leden van de bekende
Amsterdamsche zwemdub het „IJ" en een
demonstratie van verschillende zwemsla
gen door leden van de Alphenlche club A.
Z.C.
Dit bijzonder afwisselende programma
vond zyn oorzaak in het heugelijke feit, dat
het bestuur van Alphen's Zwembad er in
toegestemd had om ditmaal ook dames als
toeschouwsters toe te laten.
Naar wy vernemen zal ook voor de aan
het eind van dit seizoen te houden wedstrij
den om het kampioenschap van den Goud-
schen Zwembond deze uitzondering gelden.
Even over acht blaast scheidsrechter
Gabry uit Goudl „beginnen" voor den wed
strijd G.Z.C. IV—A.Z.C. II. Al spoedig
bleek, dat A.Z.C. beter op drtjgf was dan in
den wedstrijd van Dinsdagavond tegen de
zelfde spelers in Gouda, waar zij met niet
minder dan 71 geklopt .werden*
Met wisselende kansen werd aan beide
zijden heftig om den bal gestreden, waarby,
zooals gewoonlijk de noodige fouten werden
gemaakt.
Herhaaldelijk moest de scheidsrechter
straffen en zelfs eenmaal een A.Z.C.'er uit
het water sturen wegens het werpen met
beide handen.
Helaas mag dan zoo'n speler niet eerder
meespelen alvorens een doelpunt is ge
maakt, wat nu reeds vlug gebeurde door
den inidvoor van G.Z.C.
Het einde van dezen, met veel ammo ge-
speelden wedstrijd kwam met een overwin
ning van 42 voor de gasten.
Dadelijk na dezen wedstrijd kregen we
eenige staaltjes van superieur duiken te
zien van de heeren Davidson en Biet van
het „IJ", die ons lieten zien tot welk een
hoogte deze tak van sport is op te voeren.
Het zeer talrijke publiek toonde door een
daverend applaus zijn groote tevredenheid.
Eenige komische nummers, uitgevoerd door
den heer Davidson, verwekten, groote hila
riteit. i
De wedstrijd A.Z.C. 1Triton (Weesp)
veroorzaakte reeds dadelijk een gropte
spanning onder de aanwezigen door een
snel en aantrekkelijk spel.
Ook thans leidt de heer Gabry tot volle
tevredenheid, ofschoon nu en dan moet wor
den opgetreden tegen al te handtastelijke
spelers van beide partijen, omdat al te snel
gebruik gemaakt wordt van het recht om
defi speler, die den bal heeft onder water
te duwen. Onder daverende aanmoedigings-
kreten weet A .Z.C. spoedig de leiding te
krijgen en te behouden. Met een 81 over
winning voor A.Z.C. eindigde deze spannen
de wedstrijd.
Door deze overwinning is A.Z.C. een aar
dig eind op Ag naai* het afdeelingskam-
pioenschap, zy heeft n.1. reeds vier van de
zes te spelen wedstrijden gewonnen.
Tot slot van dezep propaganda-avond
voor de zwemsport, waar ook zeer vele da
mes aanwezig waren, toonden verschillende
leden van A.Z.C. hun kunnen, dikwijls tot
groote vroolijkheid van het publiek, dat
hierna zeer voldaan huiswaarts keerde.
Nederland is rijk aan schilderachtige
landschappen, aan weelderig natuurschoon,
maar rijk ook aan karakteristieke volks
groepen, die weliswaar alle de gemeenschap
pelijke hoedanigheid bezitten Nederlander
te zijn, doch daarnaast vele specifieke eigen
schappen hebben en de in het Noorden wo
nenden hebben veelal tegenovergestelde kar
raktertrekken dan de zuidelijk wonenden. s
Men vindt de Friezen soms een hardnek
kig, stug en ontoegankelijk volk, evenzoo
de bewoners uit Noord-Holland. Daarente
gen zijn de Limburgers en Noord-Braban
ders vlot, vroolijk en gemoedelijk. De Zeeu
wen, de „ronde Zeeuwen" nemen weer een
geheel andere positie in tusschen de ver
schillende bevolkingsgroepen. Zü hebben
veel van het gemoedelijke van den Braban
der en Limburger, doch het leven buiten de
'deur, het vereenigingsleven en het pleizier-
maken, zooals de meer aan België herinne
rende bewoners van die provincies dat ken
nen, (fat vindt men er niet. De Zeeuwen zijn
alleen al uit geografische overwegingen een
apart volk gebleven en ofschoon zij zeer
hechten aan de gezelligheid van de huis
kamer is er een provincie waar men zoo
veel lekkers voor de koffie en thee kent
als daar is het saamhorigheidsgevoel
onder hen toch zeer sterk ontwikkeld.
Zeeland heeft een aparte bekoring onder
al de provincies in Nederland. Direct als
men den dam over Zuid-Beveland met den
trein of auto binnenrijdt, bemerkt men, dat
het leveft hier beheerscht wordt door licht
en frissche winden. De landouwen
stralen van vruchtbaarheid, de boerenhof
steden die allen in hel groen met wit zyn
geschilderd en er nergens vervallen of sme
rig uitzien, steken vriendelijk uit tusschen
de vruchtboomen. De heldere gesteven witte
kappen der boerinnen met de gouden oor
ijzers, de nauwsluitende donkere fluweelen
jakken met "het kleurige borststuk met de
korte, nauwsluitende mouwen waaruit een
paar stevige, gezond roode armen komen en
de breede strengen bloedkoralen om den
hals, dat maakt alles zoo'n door en door op
gewekte indruk. De boeren zelf zyn eenvou
dig in het zwart gekleed, de ouderen onder
hen dragen nog gouden oorringen; het hoog
gesloten vest is dikwyls van boven met de
kroonvormige zilveren Zeeuwsche knoopen
gesloten en ook de gordel is versierd met
van Zeeuwsche knoopen voorzienen gespen.
Nu zyn er op de Zeeuwsche eilanden nog
verschillende variaties in de kleederdrach
ten. Op Walcheren b.v. treft men weer ge
heel andere' mutsen dan op Zuid-Beveland
en op de verschillende plaatsen zijn weer
onderlingen verschillen te bemerken.
Walcheren heeft altijd wel een zeer bij
zondere plaats in de Zeeuwsche geschiede-
nish ingenomen en alle groote en grootsche
gebeurtenissen op het gebied van handel,
politiek en scheepvaart hebben zich afge
speeld op dit wonderschoone eiland.
ONVUWIJ&/
ALPHEIN a. d. RIJN.
Chr. H.B.S.
Voor het toelatingsexamen tot de -Chr.
HjB.S. zyn geslaagd:
G. Bergshoeff; Th. J. Boot; J. Erkelens,
Boskoop; Ha. Grobbe; Tine van Haselen;
Aagje 'Heyns, Ter Aar; J. G. A. op 't Land,
Bodegraven; A. L. de Ruyter, Bodegraven;
Méria J. Welvaars; Joha. M. Westerbrink;
J. J. S. Zonneveld.
.Afgewezen: 3. Met 8 candidaten wordt
het examen voortgezet.
Waar geen plaatsnaam is vermeld wonen
te Alplhen aan desi Ryn.
Voorts zyn bevorderd van klasse I naai
klasse n-.
C. Boer, Nieuwkoop; Elisabeth D. van
den Boom, Alphen; W. ten Cate Brouwer,
Alphen; J. J. de Bruijn, Boskoop; P. Duin
kerk, Alphen; K. de Haan, Alphen; P. I.
de Jager, Alphen; Co$pa. Lók, Bodegrdven;
P. Pasma, Aarlanderveen; Ida J. van Vliet,
Alphen; J. Wattel, Alphen; J. Wille, Ha-
zerswoude; C. Zyerveld, Alphen.
Afgewezen: 3. Herexamen: 2.
Van klasse II naar III:
A. E. E. van Ankeren, Nieuwveen; Klaar-
•tje van der Boon, Bodegraven; L. Boot, Al
phen; H. Th. Goedhart, Alphen; Martha J.
Groen, Alphen; W. F. H. de Haan, Alphen;
E. Kempenaar, Ter Aar; C. J. van der Lee,
Alphen; J. van der Linden, AlphenA.
Maaskant, Bodegraven; Frieda Markus,
Alphen; Antje van Muiswinkel, Alphen; F.
J. Noordhoek, Bodegraveii; *Maga. Samson,
Alphen; Alida Tuinman, Alphen.
Afgewezen 1. volgen enkele lessen.
Van klksse III naar IV:
W. Augustinus, Nieuwkoop; Wilha. D.
van Binsbergen, Bodegraven; **W. A. Boer,
Boskoop; D. ten Cate Brouwer, Alphen;
Wilha. M. Gesman, Alphen; ♦A. A. J. van
Haselen, Alphen; J. Haspers, Koudekerk;
A. Kempkes, Waddinxveen; J. Koster,
Zwammerdam; M. S. Kreft, Reeuwyk; D.
den Oiiden; J. C. Piek; D. B. Snel; Th.
Spre(jP. Stehouwer; J. H. H. Wierts^ma;
J. J. B. van Zwieten, allen te Alphen aan
den Ryn.
Afgewezen 1.
Auditor. Volgt enkele lessen.
Van klasse IV naar V:
*A. C. M. van Haselen, Alphen; J. W.
Schouten, Alphen; J. B. Ubbink, Zevenho
ven; P. J. Wiertsema, Alphen.
Afgewezen 1. Volgt enkele lessen.
tet. 11.80 Gramol
V.AR.A.-Mandoline-E
A, de VrieB. 1.00 Rede door Fr. Zelenka
(Voorzitter der Arbeiders-Radio-Internatio-
nalenale). 1.20 Gramofoonplaten. 1.80 Con
cert V.AiR.A.-»extet. 3.30 Hoorspel door
Het Grootvolkstooneel. 4.00 Gramofoonpia-
ten. 4.30 Concert V.A.R.A.-orkeat. 5.00
Hoorspel door „Het Groot Volkstooneel".
5.806.00 Slot concert V.A.R.A.-orkest.
i.00 VjP.R.0. Prdf. G. Gonggrijp: „De ma
laise en de welvaart der inheemschen in
Indië". 6.30 Wydingsuurtje. 8.018.15
Nieuws- en Sportberichten van Vaz Dias.
8.169.15 Het Omroeporkest o. 1. v. Nico
Treep. Soliste: Hélène Cals, sopraan. 9.15
9.45 A.V.R.O.-Radio-Tooneel. 9.46—10.30
Omroep-Orkest. 10.3010.45 Gramofoon-
muziek. 10.45—12.00 Kovaèi Lajos en zyn
Orkest (Refrein-zang: Bob Scholte).
Huizen: 8.309.30 N.C.R.V. Morgen
wijding o.l.v. Ds. J. Rottenberg. 9.3010.15
K.R.O. Gramofoonplten. 10.15 Uitzending
van de Hoogmis uit de St. Franciscuskerk
te Nijmegen (Doddendaal). 12.151.46 Con
cert K.R.O.-Sextet o.Lv. P. Lustenhouwer.
1.45—2.00 Gramofoonplaten. 2.00 Literair
halfuurtje door A. v. Duinkerken. 2.30—4.15
Concert. De Schola Cantorum o.l.v. H. Cuy-
pers (Vierhandig piano door J. en A. Cuy-
pers). 4.16—5.00 Ziekenlof. 5.00 N.C.R.V.
Kerkdienst uit de Westerkerk te Aal ten.
Na dezen kerkdienst orgelspel door Dick
van Wilgenburg. 7.46 K.R.O. Pater G. f
Groot S.VJ).: „De Missie in Japan". 8.10—
8.15 Voetbaluitslagen. 8.1610.40 Concert
K.R.O.-orkest o.l.v. Jf. Gerritsen. M.m.v.
Henk Angenent, Opera-concertzanger. Pia
no: Fr. Boshart. 10.40—11.00 Epiloog door
het Klein Koor o.l.v. J. H. Picckers.
Oplossingen van de raadsels
van vorige week.
1 Schors, schort. q
2. poot, goot* boot, moot, vloot.
3. Alphen.
4 robijn, topaas, an»e>tiet, smaragd.
5. hulst.
6. Jan hagel, janhagel.
De prijs viel bij loting ten deel aan
HETTY MOGENDORFF, Krugerlaan 46.
RADIO-NIEUWS.
Programma voor Zondag 12 Juli.
Hilversum: 9.00 VxAR.A. Orgel dpor
Joh. Jong. 9.30 Concert. Haydn-kwartet, 2
violen, alt-viool en cello. 10.00 Voordracht
door Martien Beversluis. 10.15 Vervolg
strijkkwartet. 10.45 Voordracht Martien Be
versluis. 11.00 Slot concert door tetrijkkwar-
Nieuwe I
1 Ik neem onder de bloemen.
De plaats in van vorstin,
Maar 'k kan odk Leelijk prikken,
Paspop, dat 'k niet begin
Verwijdier eerst mijn
En pluk mij dan gerust.
Het liefst als 's morgens Zonlief
Mij wakker heeft gekust.
2 Voeg een slaapplaats en een viach sa
men en je krijgt iets heel leelijks. Wat?
3 Maak vogels van:
kale nok"
laan pik e
knie vit r
wesp ure
Jet roos bod j
4 Welke bakker proeft zijn baksel niet.
6 Welk stuk kan de beste muziek an t niet
spelen.
6. In welke straat ligt geen vuil.
Oplossingen inzenden aan de Redactie van
de Goudsche Courant, Markt 31.