ttBOOG AïiJN 2S Gemeenteraad van Gouda. a DE BESTE VOOR DEM PUI IS Bescherming en verzorging LAATSTE BERICHTEN. Iteurs van Amgferdam. Vervolg van de Middagzitting I van Woensdag 22 Juli 1931. Aan de orde komt: Het voorstel betreffende het verzoek tot extra steunverleening a no werk- loozen. De heer MAASKANT (s.d beveelt dit voorstel zeer aan. Spr. is van meening dat wanneer B, en W. willen, deze aangelegen heid wel in orde zal komen Evenals in den Haag is er wel een manier te vinden om het hier gevraagd* toe te staan, als men maar wil. De heer HEERKEN8 (r.k.) wijst er op, dat het voorstel, zooals het tr i,gt, noon de goedkeuring van Ged. Staten Krijgen kan, aaar het iu strijd is met de Armenwet. Wat beteekent het, vraagt spr, dit voorstel aan te nemen/ais men toch z.eker weer dat het wordt afgekeurd? Wethouder SANDERS (s.d.) is van oor deel dat wel degelyk Kan worden DereiKi wat de 'soc.-dem. zich voorstellen, in den iiaag wordt uitgevoerd wat oorspronkeiijK door de soc.-dem. wordt voorgesteld, Den Haag heeft een commissie samengesteld uit de vakbeweging als schakel töiwcften Maatschappelijke Hulpbetoon en de werk- loozen. Als een werklooze langer dan <J maanden werkloos ia, wordt hem via dn commissie door Maatschappelyk Hulpbe toon tot een max. van 1 3o.— uitbetaald. En dat geschiedt zonder bezwaar van hoo- gerhand. Dat moet ook hier in 't leven wor den geroepen. Die weg- beveelt spr. aan. Wethouder KOEMANS (r.k.) z.-gt dat in het prae-advies duidelijk is verklaard waar óm de inwilliging van het verzoek van de S.D.A.P. niet mogelijk is. Spr. wijst er op dat Wethouder Sanders nu zelf erkent dat het verzoek der S.D.A.P. zooals het er ligt, niet voor inwilliging vatbaar is. Spy. staat op een ander standpunt dan de soc.-dem. ten aanzien van de Xinancieele verantwoording tegenover het Rijk. In den Haag is een verzoek als thans liier is gedaan, door de Kroon vernietigd. Tóen is daarop het middel ontdekt, waarop Wet houder Sanders heeft gewezen. Echter spr. zegt dat de max. uitkeering bedraagt f 25 over een geheel jaar en onder bepaalde voorwaarden. .Het betreft ook alTeen de ge- organiseerden, want de ongeorganiseerden komen niet bij de vakorganisatie. Het is juist wat de heer lïeerken.s heeft gezegd dat men het voorstel betreffende de reorganisatie van het Burg. Armbestuur had moeten aanvaarden, dan was die com missie er gekomen en hel contact was er. D&t hebben de soc.-dem. afgewezen. De Wethouder verklaart al jaren geleden in het B. A. te hebben bepleit de uitkeering voor schoeisel e.d. Spr. heeft toen al ge zegd dat wanneer er nood is bij de werk- loozen, deze moet worden gelenigd. Daarin is by spr. nog geen verandering gekomen. Mevr. VAN DANTZIG <s.d.) verklaarde tot nu toe als presidente vg* het llurg. Armbestuur vrijheid te hebben gehad te bi- steden wat spr. in bepaalde gevallen noodig acht. Nu moet telkens het benoodigdc van maand tot maand worden gevraagd. Het genoegen om armbestuurder? te vin den gaat er wel af. Spr. is zeker lie rei i ee* onderzoek te doen instellen naar de be' heeften der betrokkenen door een commis sie uit het bestuur. Wanneer van B. en W. zal komen de vraag of het Burg. Armbestuur wat wil doen voor de werkloozen, dan zal dit zeker De heer MAiAiSKANT (s.d.) gelooft niet dat de^ commissie in het voorstel van het B. A. genoemd, in de thans aanhangige aangelegenheid iets zou doen. Zou deze machtiging hebben daarvoor? Niets kan toch den Wethouder beletten de werkloozen thans toch te helpen al ia het vorige voor stel verworpen. Spr. vraagt aan B. en W. om zijn verzoek over te nemen en het dan tot oplossing te brengen in den geest als in den Haag is gebeurd. De heer HiEERKENS (r.k.) repliceert. iSpr. wijst er op dat een goede regeling noodzakelijk is, daar er in meerdere geval len op bedriegelijke wijze uitkeering is ge vraagd en gekregen. Dat wyt spr. niet aan het Burg. Armbestuur. Spr. blijft bij zijn standpunt dat op grond,van de Armenwet inwilliging van het verzoek onmogeijk is. Wethouder SANDERS (s.d.) merkt op dat reorganisatie van het Burg. Armbe stuur niet zal leiden tot het v.ooYkomen van misvattingen of abuizen, als waarop de h'er Heerkens doelde. Spr. zegt wanneer men het werkelijk meent om de werklooze arbeiders de f 25. te verschaffen, men dan moet aanvaarden de schyf van de vakorganisatie om dat t«' verkrygen. v De heer KAMPHUIZEN (c,h.).komt ter vergadering. Wethouder VAN STAAL (s.d.) ontkent dat de commissie in het reorganisatievoor stel zou kunnen brengen wat thans wordt gevraagd. Spr. legt vast dat er werkloozen zijn, die 9 A 9 maanden loopen zonder voldoende in komen om zich te kunnen voeden en klee- der. Om die menschen gaat het. En die willen de r.k. nu niet helpen, al zegt men hier dat zü, wanneer zy in de conrtmissie sater, wel in dien geest zouden handelen Spr. herinnert ook aan het door Wethou der Koemans met het Burg Armbestuur besprokene. Spr. zal nu aan B. en W. de vraag voorleggen hoe zij over het thans ge- wenschte denken teneinde daarop een posi tief antwoord te krijgen. Wethouder KOEMANS (rk.) renlic-ert en verklaart te hebben gezegd en dat zegt spr. nog dat waar nood i« moet worden geholpen. Spr. zegt ook nu niet dat in den ruimsten zin moet worden geholpen en ook niet dat collectief die 25.moet worden toegestaan. Spr. herhaalt dat d S.D.A.P. en anderen nu de zaak door uitj-tèl van het reorgairisatie-voor«lel hebben ver ijdeld. i r De VOORZITTER wijst er op dat de ge nerale uitkeering als nu gevraagd is, in strijd zou zijn nvt de Armenwet. Spr» brengt het afwijzend voorstel van B. en W. in stemming. Het wordt aangenomen met de stemmen der 8 sociaal-demorj-aten tegen. Het voorstel inzake de heffing van ge meentelijke belastingen. De VOORZITTER drukt z:jn leedwezen uit dat van Ged. Staten niet is gekomen één duidelijk standpunt, docii een twee slachtige opvatting welke tegenstrijdig zijn. Ondanks het feit dat de begrooting goed gekeurd üs. meeiren B. en W. aan den wenk van Ged.' Staten direct te moeten voldoen om de opcenten op de Gemeentefond?be lasting met 7 te verhoogen. Deze 7 opcenten zullen voor dit jaar 11.000 opbrengen voor een vol jaar 17.000) en aan de reserve worden toegevoegd. De WETHOUDER VAN FINANCIëN verzoekt thans eerst het woord te toelich ting van het minderheidsstandpunt in B. en W. De VOORZITTER acht dit niet iuist, daar eerst de Raad moet spreken, terwijl daarna de Wethouder aan 't woord komt. Wethouder VAN STAAL (s.d.) dringt aan om te spreken en vraagt de beslissing daarover van den Raad. De VOORZITTER brengt dit voorstel in stemming. Het wordt verworpen ntet alleen de stemmen der sociaal-democraten voor. i De heer MI DDE L WEER D (r.k.) ver klaart zich accoord met het voorstel van B. en W. en zet de grondef, waarop nader uiteen. Critiek van den heer Verkerk. De heer VERKERK (a.r.) herinnert aan ,2yn eerder gedane uitspraak, dat Gouda het voorbeeld zou volgen van Berlijn om onder curateele te worden cesteld. Spr. wyst thans op het bevel uit Tien Haag aan Gouda gericht, en meent dat het een af schaduwing is van de curateele, die al onderweg is. Spr. zegt waarom hij toch vóór de be grooting heeft gestemd. Had spr. het niet gedaan, belastingverhooging zou daarvan het gevolg hebben moeten zijn. Spr. had verwacht dat B. en W. nu ge komen waren met een werkelijke bezuini ging tot het bedrag van 11.000. By de begrooting heeft spr. er al on gewezen dat 80 opcenten gewenscht waren* Toen hebben B. en W. voor de verkiezing dat niet gewild, maar bet aan spr. willen overlaten. Nu moeten B. en W. er toch mee komen. Spr. zal natuurlijk vóór het voorstel stem men, omdat het noodig is, doch de overwe- 1 giftgen van B. en W. deelt spr. niet. Sdr. had verwacht dat B. en W. nu tegenover Ged. Staten zouden aantoonen dat er hier geen kou aan de lucht is en er geen sprake ia van tekort voor de komende jaren. 4Spr. stelt de vraag wat oy 31 Dec. van het nu gevraagde fonds overblijft' nihil! Er zijn 600 werklozen! B. en W. denken dat 1.932 en 1933 nor maal zullen zyn, die jaren zullen zyn ab normaal; 9 jaren zal die crisis duren, zoo heeft de heer Colün gezegd. Spr. gaat niet mee met het standpunt van B. en W. Naar spr.'s oordeel zijn Ged. Staten nog te optimistisch, inplaats van te pessimistisch. Het fundament der finan cieele beschouwing van de meerderheid Vpn B. m W. dat 1 110.000 als saldo wordt overgebracht, acht spr. niet juist. Spr. her innert daarbij verder aan de listiglijk ver zwegen 35.000.van de Lichtfabrieken. Spr. noemt het handhaven van de 113.000, van de begrooting 1931 als saldo voor 1933 onverantwoordelijk. en W. hebben aan Ged. Staten het tegendeel be wezen van hetgeen zy moeste* bewijzen. Spr. zou het funest vinden voor de finan ciën wanneer in Gouda een crisisdienst zou wonden geschapen. Het brengen onder ka pitaaldienst dezer uitgaven acht spr. ver keerd. De oorzaak achf spr. dat de secretarie zich angstig maakt voor eigen salarissen en nu waagt men er de gemeente-financiën aan- Nu laten de r.k. wethouders zich ge bruiken door dp secretarie om een zooda nige gunstige voorstelling te geven van zaken, die er niet bestaat. Spr. noemt hejt roomsche schuitje lek. Bezwaren van Mr. de Witt Wijnen. De heer Mr. DE WITT WIJNEN (lib.) zegt dat dit voorstel van twee kanten is te bezien. Het zakelijke deel van het voorstel is niet in stryd met spr.'s amendement. De mogelijkheid van hoogere opcenten is daar in opengesteld, niet verhooging van de op- oenten op de personeele belasting. A! is spr. voorstander van dp nu voor gestelde opcentenverhooging, spr. begrijpt .niet waarom de opbrengst daarvan onder de reserve onder een apart hoofdstuk wordt gebracht. Daaromtrent wenscht spr. nadere toelichting. Spr. verklaart niet achter de toelichting te staan zooals die door B. en W. wordt ge geven. Wel is spr. het eens met den heer Verkerk dat dat .voorstel woorden bevat, maar dat de daadwerkelijke bezuiniging ontbreekt Spr. heeft niet den indruk dat de leiders van onze diensten medewerken om tot de zdo noodzakelijke bezuiniging te komen. Er komen bedrijfsbegrootingen hooger dan te voren. Dat beteekent dat de motie-Verkerk- de Witt Wynen met voeten wordt getreden. Die motie is een jaar geleden aangenomen. Met werkelijke ingrijpende bezuinigingen is men niet gekomen. Dat geluid is nog niet van B. en W. gekomen en dat moet er komen. Op blz. 3 van het voorstel van B. en W. komt voor het bedrag van 23.000. De wegcijfering van dat bedrag noemt spr. zeer naïef. Er is alleen een fonds gevormd voor 1931. doch niet voor de volgende jaren 1932 en 1933. Spr. sdhaart zich in deze aan de ziide van Ged. Staten. Spr. herhaalt dat bezuiniging er moet komen. In verband hiermede wil sor. echter opmerken dat hij rich stelt on het stand- mint van een klein maar goed gesalarieerd ambtenarenkorps. Hij zal er zich niet mee kunnen vereenigen wanneer er bedriifsbe- pTootingen zullen komen, die hooier zullen rün dan van den voritren dienst. De heer HEERKENS (rk.) wiist er on dal'de heer Verkerk nu critieje oefent maar in gebreke is gebleven» om zelf aan te geven on Welke wijze dan zou moeten worden be zuinigd. Een enkel klein voorstel door hem gedaan, was van geen waarde. Spr. herinnert er aan op 29 Deo,' reeds te hebben gezegffc dat, indien de crilisuit- gaven het noodig maken hy bereid was tot 30 opcenten over te gaan. De politiek door den heer Verkerk hier verkondigd, verbaast spr. Ze is lijnrecht in strijd met hetgeen door den heer verkerk bij de begrooting is gezegd. De Wethouder van financiën contra de meerderheid van B. en W. Wethouder VAN STAAL (s.d.) zet het standpunt van de minderheid van B. en W. uiteen. De tegenstelling, die de meerderheid ziet in het standpunt van Ged. Staten, bestaat volgens spr. niet. B. en W. willen niet be grijpen. De brief van de 3e afd. spreekt van bezuiniging, maar het ligt voor de hand dat wanneer in de begrooting van 1931 meer dere bezuinigingen mogelijk waren geble ken, deze wel zouden zyn aangebracht. Waar dit niet is gesdhiedt begrijpen Ged. Staten heel goed dat die ook voor 1932 en 1933 niet tot de gewenschte bedragen kun nen worden aangebracht. Ged. Staten heb ben zich evenals de minderheid van B. en W. daarbij op den bodem der werkelijkheid gesteld. Spr. noemt het zeer misplaatst van B. en W. van tegenstrijdigheden in de brie ven van Ged. Staten te spreken. De wethouder bestrijdt het standpunt door de meerderheid van B. en W. Ingeno men om de verschillende door Ged. Staten gegeven berekeningen voor 1932 en 1933 te weerleggen. Ged. Staten houden by dmi op zet hunner becijfering voor 1932 en 1933 rekening met de gewone baten en lasten der begrooting 1931 en moeten daarmede reke ning houden, tenzij met zekerheid kan wor den aangetoond dat de komende jaren in ontvangst en uitgaaf daarvan zullen afwij ken. Een andere methode vplgen acht spr. onjuist en gevaarlijk. Dat Ged. Staten de uitgaven voor armen zorg en ondersteuning aan werkloozen als uitgaven voor den gewonen dienst willen beschouwd zien en niet als buitengewone, acht spr. juist en getuigend van een solie- der beleid dan iB. en W. te zien geven. B. en W. moeten niet trachten zich wijs te maken dat met 1932 weer normale tijden aanbreken. Al zouden deze ook spoedig ko men, dan zal toch de terugslag der malaise nog jaren lang merkbaar zyn in de be lastingopbrengst. Echter al zouden de crisislasten verdwy- nen, dan zal de huidige belastingdruk nog beduidende tekorten veroorzaken. Spr. wyst er op dat B. en W. uit het adres der minder heid van het college aan Ged. Staten hebben overgenomen dat 1931 een batig saldo zal opleveren van 66.000.Het is nu wel als zeker aan te nemen dat daarvan niets te recht komt. Het door de soc.-dem. raads fractie genoemde saldobedrag is gegeven uitgaande van de onderstelling dat de be- grootingscijfers gelijk zouden zijn aan de cijfers van de rekening. Dan zou het voor onvoorzien geraamde bedrag gelijk zyn aan het batig slot. Spr. geeft een becijfering daaruit blijkt dat het bedrag van onvoorzien, geraamd op 47.135.48, door diverse be schikkingen nu al is gereduceerd tot 3458.57. Op grond hiervan dat in 1930 een onvoorzien van 80.000.— ongeveer geheel in den gewonen dienst is opgebracht en de begrooting 1931 zeer krap is geraamd, staat het voor spr. vast dat een batig rekening saldo is uitgesloten. De meerderheid van B. en W. is volgens spr. blind voor deze feiten. Voor 1932 ver wacht zij geen tekort en voor 1933 zal er zóó bezuinigd moeten worden, dat ook dan zonder belastingverhooging een sluitende dienst wordt verkregen. De aanwijzing der bezuinigingsobjecten wordt echter achter wege gelaten. Het is duidelijk dat spr. met Ged. Staten thans eischen die bezuinigings objecten aan te wyzen. Dat men in de oorlogsjaren noodgedwon gen zyn toevlucht heeft moeten nemen om extra uitgaven voor armen- en werkloozen- zorg door geldleening te dekken,,mag thans niet als maatstaf dienen om dit by den hul digen toestand wederom te doen. Deze uit gaven behooren op den gewonen dienst te worden gebracht. Het is voor spr. de vraag of een andere regeling wel de vereischte hoogere goedkeuring zal erlangen. De wethouder heeft ook bezwaar om de meerdere belastingopbrengst door de ver hoogde opcenten op een speciale post te reserveeren, zooals B. en W. doen. Spr. acht dit onnoodig, tenzij B. en W. in meerderheid daarmede een duistere bedoeling hebben. De wethouder verklaart dat de Commis sie voor de Financiën met algemeene stem men heeft besloten accoord te gaan met het zakelijke van het voorstel, doch niet met de overwegingen, die de meerderheid van B. en W. hebben aangevoerd. Spr. herhaalt dat van een verdere bezui niging geen sprake k&n zyn. Spr. ziet de zaak zoo, dat het college, dat tot taak heeft leiding te geven, dit in meerderheid niet kan. Daartoe ziet die meerderheid geen kans. Het is niet mogelijk de tekorten voor 1932 en 1933 te dekken. Dat moeten B. en W. dan ook erkennen en zeggen dat de ver klaringen van den wethouder van financiën juist zijn geweest. Ged. Staten hebben becijferd voor 1933 een tekort van 170.000.Spr. wil wel zeggen, dat hij het voor de stad een ramp zou achten als het geheele tekort zou wor den gevonden door bezuiniging* Aan ver- waarloozing der stad doet spr. niet mee. Wanneer het onmogelijk zal blijken die bezuinigingen te vinden wegens de jaarlijks terugkeerende uitgaven, die door de S. D. A. P. zijn gebracht, dan kan spr. critiek daarover aanvaarden van de heeren Verkerk en de Witt Wynen, maar niet van de leden van de r.k. fractie, die de voorstellen dier groote uitgaven mede hebben onderteekend! Tot de r.k. fractie zegt spr. dat, los van de werkloosheid, de geheele geste en de hui dige hegrootingstechniek eischt dat belas tingverhooging moet komen. Spr. heeft voorgerekend dat de belastingfactor 6.6 moest zyn, maar de totaal-opbrengst daar van door spr. gewenscht, is door de r.k. niet aanvaard. Die had verkregen kunnen zijn door bet belastingbedrag in anderen vorm te realiseeren. Spr. heeft in 1928 gewild een factor van 6.2. maar die is toen, tegen snr.'s wensch in, gebracht op 6.0. Alle leden heb ben al dese jaren geweten, wat er in de ko mende jaren te wachten was. Spr. zegt dat de r.k. fractie niet bevoegd is een verwijt tot spr. en de zijnen te -rich ten. De soc.-dem. hebben voor hun uitgaven steeds alle verantwoording willen dragen, de r.k. wilden dit niet. Spr. heeft nooit tot zich hooren zeggen wat thans tot het college van B. en W. in meerderheid is gezegd. Spr. meent dat de Voorzitter verstandiger had gedaan te aan vaarden het standpunt van Ged. Staten in plaats van hun becijfering in twijfel te trek ken. Spr. noemt de situatie der stad Gouda niets pijnlijks en niets onrustbarends als men de zaken maar onder de oogen wil zien. Spr. heeft deze voldoening, dat straks als de soc.-dem. in den Raad in de oppositie verkeeren, toch het zittend college zal heb ben uit te voeren wat door de soc.-dem. is gebracht. Spr. zal, wanneer men zóó zal gaan bezui nigen dat men de bezittingen zal gaan ver- waarloozen, met zyn fractie van 7 man niet nalaten een technisch toezicht van Ged. Sta ten op de gemeente te vragen. Een machts wellust van het nieuwe college in dien zin zal spr.'s fractie niet tolereeren. Naar het oordeel van den wethouder is niet de Secretarie als gehee-l aansprakelijk voor he^stuk van 8. en W., daar het is samengesteld onder 4e verantwoording van de meerderheid van hat college. De wethouder zegt dat het niet de taak is van de hoofdambtenaren om de begroo tingen te drukken, dat is de taak van het college. Die hoofdambtenaren hebben alleen hun taak in technischen zin uit te voeren naar behooren. Spr. vestigt ook nog de aandacht op de door B. en W. aangegeven afschrijvingen, die Ged. Staten niet als juist erkennen. Er zal daarvoor dekking moeten wordpn, ge vonden. Dan wyst de wethouder nog op de komen de uitgaven voor Ambachtsschool, christe lijke scholen en industrieschool en op de uit komsten der bedrijven en diensten. Het zie kenhuis vraagt 9000.meer. Gemeente werken komt met een hoogere begrooting dan de vorige. Volgens spr. zal de bezuini ging niet mogelijk blijken. Spr .meent ten slotte dat de klove die he denmiddag in de meerderheid is gebleken, alleen zal zyn te overbruggen door besnre- king met den Raad als geheel en niet door uitschakeling van spr. zijn fractie daarbij. De vergadering wordt te 5% uur ge-' schorst tot 8 uur. AVONDZITTING. Aanvang 8 uur. De besprekingen over het voorstel inzake de heffing van Ge meentelijke belastingen worden voortgezet. De heer Polet is mede tegenwoordig. De VOORZITTER, Burgemeester Gaar- landt, is allereerst aan het wpord. Spr. heeft in het schrijven van Ged. Sta ten niet gelezen 'een bevel, maar een ver zoek. Het is gebleken dat de Raad in 't alge meen de 80 opcenten zal aanvaarden. Dat B. en W. den toestand niet al te roos kleurig inzien, blijkt uit het voorstel. Daar is wel degelijk met nadruk gesproken dat slechts scherp doorgevoerde bezuiniging noodig zal zijn. Dat die bezuiniging n u nog niet is aan# gegeven, lykt' spr. zeer juist. Die zal tot uiting moeten komen in de begrooting 1932. Spr. gelooft niet dat de laatste dag van dit jaar de crisis ten einde zal zijn, dat heb ben B. en W. ook niet gezegd. Maar op den duur zal uit de gewone middelen de gevol gen van de economische crisis njet kunnen worden bestreden, wanneer die toestand mocht aanhouden. De gemeente zit met haar belastingen aan het plafond. Spr. is wel degelyk van oordeel dat de houding van Ged. Staten in deze tweeslach tig is. In de brief van de 3e afd. komt het woord belastingverhooging niet voor, in de andere daarentegen komt bezuiniging niet voor. De Voorzitter aanvaardt niet het stand punt van den heer Verkerk om de ambtena ren in deze materie te betrekken. De amb tenaren dienen ter voorlichting. De uitdruk king dat de Secretarie hier roet in het eten gooide, noemt spr. een uiterst verkeerd ge luid. De leiding behoort niet uit te gaan van de ambtenaren, doch van het college. Spr. heeft met de soc.-dem. fractie be cijferd een saldo van 66.000.(Weth. Van Staal zegt dat er geen cent overblijft.) Spr. zegt dat dit midden in 't jaar niet kan worden gezegd. Het Is evenmin juist te zeg gen dat de burgemeester niet meer kèn be zuinigen. Het ie onmogelijk dat te zeggen. Ged. Staten dringen ook aan op bezuiniging en die wenk zullen B. en W. zeker ter harte nemen. De Voorzitter bespreekt ook nog de op merkingen Inzake den post „onvoorzien" door wethouder Van Staal gemaakt. De af zonderlijke reservepost van 11.000.— kan geen reden tot eenig wantoruwen omtrent de bedoeling van dezen reservepost geven. Daartoe is geen aanleiding. pe heer VERKERK (a.r.) repliceert. Spr. noemt het betoog van den Voorzitter zeer sober en aan de oppervlakte blyvend. Spr. blijft een verzoek van Ged. Staten een be vel noemen. Wat de bezuiniging betreft, die moet niet alleen bij woorden blijven. Spr. blijft een crisisdienst funest vinden. Het beladen op een kapitaaldienst wreekt zich. Het uiterst verkeerd geluid dat spr vanmiddag heeft doen hooren, handhaaft spr. tegen de opvatting van den Voorzitter in. Spr .wil niet persoonlijk zyn daarbij. Spr. is het eens met Ged. Staten dat het batig saldo nihil zal bedragen. De heer Verkerk vraagt: wat zullen Ged. Staten nu verder zeggen? De Voorzitter handhaaft zyn stadpunt. Spr. zou de meer derheid van het college ih overweging geven hun standpunt geheel terug te nemen. Spr. zou prys stellen op een conferentie met Ged. Staten, waarbij spr. gaarne tegen woordig wil zijn, deze zaak te behandelen. De burgemeester mag dan al zijn ambtena ren wel meebrengen. Gaarne wil spr. zelf de reiskosten voor zich betalen. De VOORZFnjgR zegt van deze aanbie ding niet gediend te zyn! De heer Mr. WE WITT WIJNEN (lib.) bluft van oordeel dat alle leidende ambte naren wel degelijk doordrongen moeten zyn van den eisch tot bezuiniging. Hef Woog den voorzitter moge in theorie juist zyn, het houdt geen rekening met de werkelijkheid. Wanneer er geen be zuinigingsgedachte leeft in het ambtenaren korps, dan kunnen de wethouders daarin moeHjjk groote verandering brengen. Wan neer hét college eens een samenspreking hield met de leidende personen om tot ern stige bezuiniging te komen, dan kan dat zijn nut hebben. Die drang moet by de amb tenaren er worden ingebracht. Spr. vindt het jammer dat dit niet is geschied. Wan neer de ambtenaren op die wyze geen me dewerking geven, dan zullen zy hun eigen graf ongetwijfeld graven. In geen geval werkt spr. mede om de burgerij door nog hoogere belastingen te brandschatten. Spr. is niet te krijgen tot dé financieele politiek die B. en W. thans voeren. De heer de Witt Wynen merkt verder op het antwoordt te hebben gemist met betrek king tot den post van 23.000.Dat wacht spr. nog. Spr. is verontrust over de yiededeeling dat het honorarium van den heer Van Steen van Ommeren onder kapitaaldienst wordt gebracht. Dat is niet juist. Spr. hoopt dat de voorzitter er in zal slagen dat de bezuiniging in de begrooting 1932 tot uiting zal komen. Het is niet juist dat die bezuiniging in twee 'weken nu moet komen, daarvoor is een jaar al beschikbaar geweest. Spr. zou gaarne zien dat het col lege zoo mogelijk in zijn geheel rekening zal houden met de gemaakte opmerkingpn De heer Dr. HOFFMAN (r.k.) meent dat hier in Gouda een geordend stelsel van bezuiniging noodig is, wil deze begrooting naar behooren kunnen worden gesaneerd. De gemeente komt anders niet uit het moeras. Er moet bezuinigd worden tot -in het vleesch. Wethouder VAN STAAL (s.d.) repliceert. Spr. wyst er op dat de voorzitter liet be toog van den wethouder van financiën on besproken heeft gelaten. Dat antwoord noemt spr. een mager beestje. Spr. acht het fout dat de voorzitter de 3e en de 6e afd. van Ged. Staten tegen elkaar uitspeelt. Daardoor worden de amb tenaren er by gehaald, terwijl liet hier* stukken zijn van het College van Ged. Sta ten en door deze dan ook geteekend. De voorzitter heeft niet de groote lijnen ge zien van het betoog, maar enkele details daaruit genomen Spr. acht ook de meening van den voorzitter inzake de boeking van de genoemde post onder Kapitaaldienst on juist. Dit bedrag moet weer worden los gelaten. Spr. zegt dat het mogelijk is dat buiten den wethouder om posten op af. en over schrijvingen worden geboekt. Spr. noemt het niet fraai dat aan B. en W. wordt ge vraagd door den heer Verkerk met hem naar den Haag te gaan om daar examen te doen. Spr. is er van overtuigd dat de heer Verkerk daarby zou slagen, waarbij de meerderheid van B. en W. wel een bijzonder figuur zou slaan! Zelfs wil de heer Ver kerk een motie geven om van zijn afkeu ring te doen blyken. Spr. zegt dat thans blijkt te worden onderschreven wat spr. heeft gezegd dat de meerderheid van den Raad aan dillettantisme doet. Als er af doende bezuinigd moet worden, zal er 126.000 moeten worden gevonden per jaar. Spr. wil daaraan meedoen, maar dan op reëele wijze. Men weet wel dat de soc.-dem., de r.k. en de a.r. hebben betoogd dat aan de salarissen niet mag worden getornd. Zoo zal men staan tegenover alle pogingen tot beduidende bezuiniging. Laat men dan nu toch ook erkennen dat die bezuiniging niet mogelyk is. De VOORZITTER repliceert. Spr. blijft er by dat het onjuist is profetiën te doen omtrent het batig saldo, nu het jaar pas voor de helft is verstreken. Spr. geeft ver der een becijfering waarbij met de post van 23.000 wordt medegerekend. Het is spr.'s meening dat 1933 zeker een tekort zal op leveren. Er is nu niet gehouden een bespreking met de directeuren der bedrijven omdat het aangewezen moment daarvoor nog niet is aangebroken. Dat moment is er pas als de berfryfsbegrootingen er zijn en B. en W. zuVpn dan niet schromen bij het bestudee- ren daarvay de noodige wijzigingen te doen aanbrengen. Indiien de Raad "geen vertrou wen heeft in het colege en het niet in staat acht om die wijzigingen aan te brengen welke noodig zullen blijken, dan kan de Raad dit thans uitspreken. Spr. wyst van zich af het verwijt van den Wethouder van Financiën dat deze niet op de hoogte is van den post af- en over schrijvingen. De Voorzitter wenscht zieh. niet te laten intimideeren door den heer Verkerk: het laten inslikken van het standpunt en het denkbeeld van met hem naar Ged. Staten te gaan, kan spr. niet in ernst aanvaarden. Wil de heer Verkerk een motie van af keuring indienen, dan moet deze dat zelf weten. Spr. komt op voor de ambtenaren dat deze uit persoonlijke belangen-overwegin gen in een bepaalden geest zouden advisee- ren. Als het er op aankomt staat spr. voor de ambtenaren. De Voorzitter spreekt daar over zyn groote afkeuring uit tgt den heer Verkerk. Het voorstel wordt hierop in onderdeden in stemming gebracht en met algemeene stemmen aangenomen. Het voorstel tot goedkeuring van een obligatielening ad f 150.000.— ten behoeve van de N.V. Goudsche Wa- terleiding-Mij. De VOORZITTER licht dit voorstel toe, dat lang noodig heeft gehad om den Raad te bereiken. Bezwaren van den heer Verkerk. De heer VERKERK (a.r.) herinnert zich bij dit voorstel wat vader Cats zei „Ter wille van de smeer, likt de kat de kande- leer'Vorig jaar wenschten B. en W. voor de leening geen goedkeuring te verleenen, thans wel. Spr. vraagt wat is de oorzaak van deze gewijrigde houding? B. en W. geven als motieven op lo. dat zy hoogere koeten verwachten van de naasting in 1946 en 2o. derving van divi dend thans. Dit laatste acht spr. wel, het feit dat den doorslag heeft gegeven, bü den huidjgen financieelen toestand der ge meente. Spr. wijst er op dat het trekken van di vidend door de gemeente als aandeelhoud ster geen motief mag zyn tot goedkeuring dezer leening. Als aandeelhoudster kan de gemeente haar rechten doen gelden in de aandeelhoudersvergadering. De andere vraag is of de gemeente bij biet goedkeu ring in geval van naasting van het waterlei dingbedrijf in 1946 daarvoor dan meer zal moeten bjtalen. B. en W. vreezen voor op potting van dividend door de maatschappij. Spr. zou buiten deze no£ de volgende vra gen willen stellen, waarover B. en W. zwijgen: lo. (Waarom geven B. en W. geen uit eenzetting, waarom in de concessie bepaald ia dat de Raad de leening moet goedkeu ren? 2o. Waarom hebben iB. en W. geen stu die gemaakt van de balanspositie van de Waterleiding-Mij. in vergelijking met de balanspositie van andere waterleiding-maat. schappijen? 3o. Waarom heeft de Goudsche Water leiding-Mij. geen vernieuwingsfonds, zooals andere maatschappijen? 4o. Vonden B. en W. het geen bezwaar dat, wanneer de leening wordt goedgekeurd, de obligatieschuld grooter wordt dan het aandeelenkapitaal n.l. 360.000 obligatie schuld tegen 281.000 gepl. en volgestort kapitaal 6o. Waarom hebben B. en W. niet on derzocht hoe deze verhouding bij andere Xjnaatschappyen is? ÏT De heer Verkerk is van oordeel dat B. en W. een onvoldoende financieele en economi sche studie van de zaak hebben gemaakt. Hoewel de zaak reeds jaren duurt, acht spr. ze onvoldoende voorbereid. Spr. wyst er op dat B. en W. ook in t midden laten of de financieele politiek van de Waterleiding-M\j. die versterking van de kaspositie tot stand wil brengen door niet- uitkeering van dividend juist is of niet. Voor spr. is dat des Pudels kern, waar het bij deze leening om gaat. Spr. wenscht hieromtrent een volledige beantwoording, dat zün B. en W. ook tegen over de obligatiehouders verplicht. Ook wenscht spr. te weten in hoeveel jaren de leening zal worden afgelost. Er staat niet aangegeven of dit 20 of wel 50 jaar zal zijn. Spr. vraagt of B. en W. zich niet heb ben ingedacht de voorwaarde te stellen dat de leening moet zyn afgelost^ vóór de con cessie geëindigd is, dus in 14 jaar? Daar door zou de winst met 11.000 worden ge drukt per jaar en de naastingsprys zou volgens spr. zooveel lager zyn. Spr. noemt het onverantwoordelijk dat B. en W. zeggen nog met de Waterleiding-Mij. in onderhan deling te zyn over de afschrijvingspercen tages, terwijl zy nu komen met dit lee- ningsvoorstel waarbij zij alle rechten uit handen geven. Spr. acht bpt zakelijk een eisch dat eerst die afschrijvingsquaestie wordt opgelost en daarna eerst wordt be slist ovet de leening. Spr. wil deze «.zaak buiten alle politiek houden; er is al genoeg politieke hetze daarover geweest. Spr. herinnert aan de verhalen over de rotte bulzen, de tonnen schade in 1946, over de uitbuiterij, waar tegenover spr. zegt dat, waar het bestuur der G. W. bereid is gebleken de garantie bepaling van de 110 voor de aandeelen door de gemeente ten allen tilde te betalen, te laten vervallen, van uitDuitery geen sprake kan zyn. Dat is uitgesloten. Spr. meent dat »n de naastingsquaestie de clau sule in art. 19 der concessie, waarin sprake is van „uibgekeerde" winst iqplaats van „behaalde" winst de oorzaak is van alle misère. Spr. handhaafd zyn bezwaar dat eerst de quaestie van de afschrijvingen tot oplossing moet worden gebracht, alvorens de Raad toestemming geven kan tot het aangaan van de gevraagde obligatieleening. De quaestie van'de afschryvingen moet naar spr.'s oordeel eerst worden opgelost alvorens het voorstel van deze leening kan worden aanvaard. De heer KAMPHUIZEN (c.h.) noemt dit voorstel van B. en W. practiseh een daad van bezuiniging. Het komt toch practiseh hierop neer dat by niet-toestaan de ge meente haar. dividend de eerste jaren zal missen. De heer ZANEN (e.g.) is het ni# eens met het voorstel van B. en W. Spr. heeft gezien dat de Waterleiding-My. den moed heeft bü een omzet van 160.000 een winst uit te keeren van 40.000, Spr. noemt dat met in orde. Er is een achterstand bij de bank van 78.000.— dat nu door de 40.000 dividend nog hooger is geworden. Spr. is het eens met den heer Küppers waar deze vraagt of de gemeente wel haar belang heeft begrepen. Had deze niet steeds aandeelén moeten nemen inplaats van toe stemming tot obligatieleening te geven? Dan zouden de dividenden niet zoo zyn op gejaagd en de invloed der gemeente zou grooter zyn. Voor vernieuwing mag de maatschappy geen leening aangaan en nieuw geld vragen. Daarvoor had moeten worden gereserveerd. De gasfabriek leent ook niet voor gas meters, de waterleiding mag dan ook niet voor watermeters leenen. Spr. meent dat de belangen der maat schappy op de wyze van thans goed worden behartigd; de gemeente heeft echter te waken voor de belangen der gemeente. Nu is er de gelegenheid dat belang-te dienen door 100.000 aandeelen te nemen. De ge meente heeft daartoe het recht en daar van moet worden gebruik gemaakt. Er moet geen gelegenheid worde* gegeven tot uitgifte van obligaties. De heer Mr. DE WITT WIJNEN (lib.) stelt zich de vraag of de Waterleiding voor de gevraagde objecten mag leenen. De argumentatie van den heer Zanen deelt spr. met. Spr. wil een vergelijking trekken met |»e Lichtfabrieken en dit semi-officieele lichaam: De Lichtfabrieken leent. De Ned. Spoorweg-Mij. en de groote Amerikaan.sche Waterleid.-Mij geven hetzelfde beeld: een klein aandeelenkapitaal en «groot obligatie- oedrag. De Waterleiding-Mij. voert dus geen uitzonderingspolitiek. De reserve zit naar spr. meent in de af geloste obligatieleningen. Als het object op is de leening afgelost en dan is in feite gereserveerd. Wat de dividend-uitkeerinp- 1930 betreft, spr. meent dat deze is geschied op aandrang van het gemeentebestuur zelf. epr. concludeert dat het peiaug der ge meente meebrengt deze obligatieleening toe te staan. l>e heer ivuDDuüLYV l,KKD (r.k.) verge- lyxt de veriiouaing van üe gemeente met ue Vvateiieiumg-iuy. met een scnaukspei. Do vroegere gecommitteerde heett m commis sarissen uer u. wei zyn party gevonden. De Vvaterieioimg-niy. ï^met te dwingen tot uitgute van aandeeien a pan. tiet doet spr. vreemd aan den heer Ver kerk te hooren zeggen: eerst het gescml inzake de al schry ving beslechten en <ian de leening aanvaarden. Dat acht spr. met in 't belang der gemeente. Dit houdt maar op zonder noodzaak. De heer MUïiLWlJK (a.r.) herinnert er aan dat in 1921 de waterprys is vez'hoogd teneinde een dividend te kunnen uitkeeren. Dat dacht ieder te goeder trouw, ook de maatschappy zelf. Sindsdien is het dividend sterk omhoog gegaan. Daarom vraagt spr. is het gerechtigd van de G. W. daaraan vast te houden? Spr. zou wenschen dat daarvan wordt teruggekomen om dan de leening te aiftivaarden. De heer MAASKANT (s.d.) is het met den heer Zanen eens. Spr. leest uit het voor stel dat B. en W. van oordeel zijn dat het met de af schry vingen wel in orde is. Spr. zou wenschen dat het voorstel werd teruggenomen om de quaestie van de af schrijvingen te regelen en dat gepoogd wordt om inplaats van obligaties aandeelen te nemen. Wethouder VAN STAAL, (s.d.) staat verwonderd dat de Wethouder Donker in zoo korte maanden van inzicht is veranderd inzake de Waterleiding-My. Was aan diens benoeming, verbonden het zoenoffer dat de nieuwe gecommitteerde zyn standpunt zou wnzigen? Spr. herinnert er aan hoe de r.k. fractie zich steeds tegen het standpunt van den heer Potharst heeft verzet. Wethouder van Staal vraagt zich af wel ke duistere machten zün er aan 't werk geweest? Spr. haalt aan het oordeel van de com missie van de Financiën in 1929 over deze zaak (de heer dc Witt Wynon was daarby niet tegenwoordig), waarop inlichtingen werden gevraagd. Ook B. en W. namen het zelfde standpunt in als de commissie. Er is sindsdien niets in de positie der Waterlei ding ten gunste veranderd. De kaspositie is veel slechter geworden. Er is nu een schuld b(j den kassier van 111.000. Spr. vraagt welke voordeelen de ge meente heeft behaald? Geen. Welke duistere machinaties hebben er plaats gehad? Waarom is de roomsdhe frac tie in haar geheel veranderd, zoo vraagt spr. Spr. gaat de geschiedenis van de water- prysverhooging na van 1921, zet dit, zooals herhaalde malen te voren, in den bveede uiteen, en herinnert aan hetgeen toen In den Raad daarover is gesproken en wat daarop verder is gevolgd. Spr. vraagt of het leenen by de kassier niet is eën overschrijding van de concessie voorwaarden. Spr. wil zich niet met het kunstmiddel bezig houden om de aandeel houders uit te keeren, als er geen dividend wordt gegeven. Daarmede heeft de Raad geen rekening te houden. Spr. zegt dat er vier rfipporten z(jn, die de Raad niet alle kent. Daarom verwondert spr. zich thans over het standpunt van Mr. de Witt Wynen, die vorig maal eerst de rapporten wilde leeren kennen. Spr. is zeer benieuwd te vernemen van den gecommitteerde hoe deze zoo van in- zich is veranderd. Spr. is van oordeel dat er geen sprake zal zijn van hooger opgevoerd dividend vanaf 1936. Het is de plicht van den Raad dat het dividend niet kèn worden opge voerd. Het is zaak do gemeente te laten uitmaken of de gemeente recht heeft aan deel te nemen en ook de afschrijvingen vast te stellen. Spr. zegt dat het college nooit een reken som heeft gemaakt van deze zaak. Spr. noemt het de meest grove, meest misleidende machinaties, die gebleken zijn uit de benoeming van wethouder Donker twee dagen nadat deze verklaard had aan sprr. dat Van Staal die functie moest bliiven waarnemem Er zitten naar snr.'s oordeel, alleen nadeelige kanten aan voor de ge meente om de obligatieleening goed te keu ren. v Spr. wil daarom nu niet afdoen, maar eerst weten of er waterprijsverlag'mg zal komen, wijziging van aflossingen der obli gaties en uitgifte van metrdere aandeelen. Dan profiteert de gemeente ook bij nïet- overname der Mij. van den beteren toestand der Mii. Spr. geeft in overweging Wet donk- beeld-Verkerk-Muylwfik-Zanen aaif te ne men. De gecommitteerde aan het woord. Wethouder DONKER (r.k.) zal niet in gaan op de geschiedenis der Waterleiding en ook niet op het feit van zyn benoeming tot gecommitteerde, welke functie spr. met tegenzin heeft aanvaard. Spr. wyst er op dat het bestuur diep- Goud- sohe Waterleiding-Ma. het ernstig voorne men heeft ter verbetering van de kasposi tie geen divirend uit te keeren tot 1936. concessie staat niet aangegeven dat de My. aandeelen moet uitgeven voor uitweiding van haar kapitaal. Daartoe heeft de My. niet heb voornemen. De ge meente heeft niet het reebt dit te vorderen. Op grond hiervan rs spr. gekomen tot de conclusie dat het onder deze omstandighe den in het belang der gemeente is de goed keuring der obligatieleening te aam-aarden. Doet men dat ndet dan zal de gemeente later het niet-uitgekeerde dividend met in terest op interest hebben te vergoeden krachtens de oonceasie. De details door verschillende sprekers aangevoerd dpen by dit voorstel niet ter zake. Er wordt voor uitbreiding en vernieu wing altyd geleend-Spr. wyst er op dat er maar. en^e' onderdeel is inzake de af schrijvingen waarover verschil van meening bestaat. Momenteel is dat verschil ook op geheven, daar de Waterleiding-Mjj. bereid is de privé d'e&u geheel af te schrijven. Spr. wyst er op dat hy persoonlijk niet veel voor een commissie van onderzoek heeft gevoeld omdat dat weer veel geld kost. Wat nu de waterprijs betreft, er is een vrü beduidende prijsverlaging ingevoerd' |Mt belangrilktto voer 4* h*M In elk |oarg«ti|<J« Pfallrlng lanolln-CrAm* word» todort 40 |oor door tpodollitan »n dorkimdloon al» ho» noo« doolmatla* huldvaraoraingsnv PMIftno-Crdmo bovot ChoUitorin, waard, i edwdoil|Vo Invioodon van ion en wind word 'tmiodol _..Joo» d« huid wordt b«Kh«rmd. voor de industrie, dat scheelt zeer belang rijk. Er is maar één gemeente, die goed- kooper water levert. Spr. herhaalt wat hy vroeger heeft ge zegd, den heer Van Staal niet meer te zul- leifi stemmen, wyl hij hem niet vertrouwt. Dte VOORZITTER zegt dat dit niet moet worden herhaald. Wethouder DONKER (r.k.) waarschuwè obligatieleening wèl goed te keuren, daar anders geen uitkeering van dividend de eerste 5 jaren plaats zal hebben en over name van het bedrijf dan onmogelyk wordt. De VOORZITTER wijst op de nog uit staande bedragen van de ©bligatieleeningen. Het zou zeker voor de gemeente voordee- liger zyn de noodige gelden in aandeelen a pari te verschaffen, maar de gemeente mist het recht daartoe. De gemeente heeft den plicht de rechten in een overeenkomst na te komen, hoezeer het te betreuren is dat de gemeente hier geen aandeelen nemen kan. Wil de gemeente hier pogen te dwin gen, dan wordt dat een onrechtmatige daad. Spr. meent dat de Raad hoog spel zou spelen indien de vergunning voor deze obli gatieleening zou worden geweigerd. Spr. meent dat door rustige besprekingen een goede sfeer wordt geschapen. Een motie-Muylwijk c.s. De heeren M-UIJLWIJK, VERKERK en ZANEN dienen een motie in, inhoudend aanvaarding in principe van de leening, mits de waterprijzen worden verlaagd en de af lossing der obligatieleening eerst wordt be paald. Wethouder VAN STAAL (s.d.) gaat met deze motie accoord. De heer Mr. DE WITT WIJNEN (lib.) verklaart de consequenties daarvan niet te aanvaarden, daar met deze motie wordt uit gesproken dat de tarieven in 1921 op geen goede gronden tot stand zyn gekomen. Spr. weet niets daarvan en zal zien wel wachten zich daarover aldus uit te spreken. Spr. stelt voor dat B. en W. hun advios over die motie geven, om er daarna over tc beslissen in de volgende vergadering. Wethouder VAN STAAL (s.d.) noemt dat wel handig van den heer de Witt Wynen, maar spr. gaat daarmede niet accoord. Het is de bedoeling van dit uitstel om het voor- stel-Muylwyk c.s. dan te doen verwerpen als Mevr. Riesz ook weer tegenwoordig id. Spr. dringt op directe afdoening aan. De heer MUIJLWIJK (a.r.( verklaart op een vraag van den Voorzitter van meening te zün dat nu de Raad het heft in handen heeft en iets kan bereiken. Daarom wil spr. zyn motie direct in behandeling doen ne men. De motie komt iu .stemming en wordt aangenomen met 18 st. voor en 2 tegen (die van Mr. de Witt Wynen en Polet). 4' (Wordt vervolgd). STADSNIEUWS. GOUDA, 23 Juli 1931. De R.K. Leesvereeniging. De groote zaal in een Theater zaal herschapen. De Sociëteit „ILK. Leesvereeniging" aan de Oosthaven heeft het voorbeeld van de andere groote lokaliteiten in deze gemeente gevolgd om'haar gebouw een grondige restauratie te doen ondergaan teneinde het te doen aanpassen aan de eischen van den tegenwoordigen tyd. Het vroegere bestuur dier Sociëteit had al geruimen tyd geleden de behoefte aan een moderniseering gevoeld, maar de belangryke kosten daaraan ver bonden, zy,n steeds een beletsel voor de uitvoering geweest. Er is nadien een nieuw bestuur gekomen, dat van oordeel was dat die verbouwing er komen moest en dal de daarvoor noodige gelden ook moesten wor den gevonden. in eigen boezem heeft dat bestuur plan nen daartoe overwogen en toen die eenmaal vasten vorm hadden aangenomen, is het er ook in geslaagd het geld er voor te vinden, ja zelfs kwamen meerdere toezeggingen in dan de kosten der restauratie zouden ver- eischen. Die restauratie, uitgevoerd door de aan nemers 'Peters en Van Dyk, in samenwer king met den schilder Van Soest, den elec- tricien Minpen en de firma's Van Berkel voor de verwarming en Pavoordt, Van Schalen en Vonk voor de stoffeering is nu tot stand gekomen. Zondag a.s. worden de nieuwe zalen van het gebouw officieel in gebruik genomen. Die officieele opening zal geschieden met de opvoering van Freuleke van Herm. Roelant door de R.K. Dillettan- tenclub, waarvoor ook verschillende autori teiten zijn genoodigd. Een receptie gaat hieraan te 2 uur in den middag vooraf. Wie het oude gebouw bezocht en 't nu na de restauratie betreedt, kent het niet meer terug. De groote zaal, die er maar kaaltjes uitzag is thans door stoffeering, verlichting «ai den aanbouw van een groot balcon met heel wat ryen klapstoelen in een bijzonder gezellige theaterzaal met flink tooneel her schapen. Er is een bovenverlichting aange bracht, die een sfeer schept van intimiteit, welke nog verhoogd wordt door talrijke aardige lampen aan de wanden, die achter moderne kleurige glazen kappen zijn ver borgen. De betimmering en stoffeering der wanden, de bekleeding der vloeren, de be schildering, 'het werkt alles samen tot een prettig aandoend geheel. En wat van zeer groote beteekenis is: de zaal beschikt met het balcon over c.a. 500 zitplaatsen, welk aantal in bijzondere ge vallen nog kan worden vergroot. Bovendien is de groote zaal als balzaal behouden. Zon der goede dansgelegenheid kan zoohi ge bouw niet bestaan. Die dansgelegenheid is er trouwens ook nog boven in 'een aardige zaal, die zich bftzonder voor bruiloften en partyen leent en daarom oolc van een apart buffetje is voorzien; ze dient ook voor foyer. Een tooneeltje ontbreekt daarin na tuurlijk niet. Boven is ook een goed ingerichte glrde- róbe en de keurige bestuurskamer, die ook voor andere doeleinden beschikbaar is. Van het groote gebouw zijn alleen de So- cieteitslokalen onveranderd gebleven, ove rigens is de restauratie volkomen geweest. De leden der R. K. Leesvereeniging, maar ook de bezoekers van de uitvoeringen en by eenkomsten in dat gebouw zün zeker met deze zeer groote verbetering byzonder ge baat. De oude Gemeenteraad naar huis. Na een middagzitting van twee tot zes uur en een avondzitting van» acüt tot na middernacht, is de Raad gisteren met va- cantie gegaan. De nieuwe Kaad komt Jïu byeen op 1 September. Er is heel lang gesproken over het voor stel tot verhooging van de ió op bU opcen ten op de Gemeehtelondsbelasting, aie aan genomen zyn, waarby b. en W. op het hart is gebonden de zoo noodige bezuiniging te betrachten. De'door B. en W. in meerderheid voorge stelde goedkeuring van de door de Goudsene Waterleiding My. al lang uangevraague obligatieleening is niet verleend. De Kaad besloot in principe hieraan te voldoen indien de Waterleiding My. bereid is tot verla ging van de tarieven van 1921, welke vol gens den lieer Mulüwyk op onjuiste gronden zouden zün verhoogd en tot het aflossen van de obligatieleening binnen een bepaalden tyd. Vóór de sluiting heeft Burgemeester Gaarlandt met een waardeerend woord af scheid genomen van de niet terugkeerende raadsleden Dr. Hoffman, Steenland, Van Vliet, Polman en Mevr. de Heide. Dr. Hoffman heeft daarvoor dank ge- bracht. Het scheidsgerecht voor gemeente werklieden. De heeren F. Stolk en L. Overhand zyn benoemd tot lid, resp. plaatsvervangend lid van het scheidsgerecht voor gemeentewerk lieden. Verplichte winkelsluiting. De samenwerkende organisaties van winkeLbediendêh hebben aan den Raad een adres gezonden, waarin gevraagd wordt, den Dinsdagmiddag aan te wyzen als den halven vryen dag voor winkelpersoneel. De adressanten leggen by hun adres over de beantwoording van eenige vragen, gesteld aan het tweede Kamerlid mr. G. van den Bergh, waaruit in tegenstelling tot de be wering van de patroons, zou moeten blyken, dat ueze vrije middag, ingevoerd voor alle winkels, voor de winkeliers geen schade zou opleveren. M.U.L.O.-examen. Te 's-Gravenhage is geslaagd voor het examen M.U.L.O.-diploma A, C. B. de Boer alhier. Geslaagd. Aan de Nederlamdsche Tooneelschool te Den Haag slaagde voor het eerste gedeelte van het Hoofdvak Dramatische Tooneel- letterkunde, onze stadgenoote Mej. Jeanne M. Biné. Een jubileum. De heer J. van der Kemp hoopt op Don derdag 30 Juli den dag te herdenken waar op hij voor 25 jaren in dienst trgd van de N.V. Kaashandel Mij. Gouda. Onderlinge Brandverzekering-Maatschappy „Gouda". In de gisterenavond gehouden deelsheb- bersver gade ring van bovengenoemde My. werden de boeken nagezien en in orde be vonden door een commissie bestaande uit de heeren H. A. Westbroek. M. Esser en A. Jonker. De heer P. Bokhoven werd als bestuurs lid herkozen in de vacature, ontstaan door het vertrek van den heer G. van Schen- deren werd gekozen de heer Anton Coops. Ned. Reddingsbrigade, Hier ter stede is opgericht een al deeding van de Nedierl. Reddingsbrigade, die ten doel heeft het zwemmen, het reddend zwem. men en de eerste hulp aan drenkelingen te onderrichten en te bevorderen. Zwemmers en met-zwemmers kunnen lid van deze Ver- eenaging worden. Voor inlichtingen kan men zich wenden tot den heer W. J van der Sloot, Lijstier- besstraat 3 Burgerlijke Stand. GETROUWD: 22 Juli: C. C. Kalmeer en A. G. Braakhuis. G. A. Heesen en G. Bloot. W. G. Groeneschey en S. M.' Negrün. F. van Zyl en G. de Jong. F. P. A. Jaspers en M. E. L. Busch. A. IJsselsteijn en E. L. Blok. J. W. Jtoebeek en A A. Hammer. OVERLEDEN: 20 Juli: Huibert de Kui per. 54 j. 21 Juli: Arie Daniël Yeening, 73 j. Agenda. 26 Juli 14 uur Stedelijke Zweminrichting Houtmansgracht, Nationale Zwemwed- Apotheken. apotheek van den heer F. A. Dee, zal tot en met 24 Juli, beneVens den daarop volgenden nacht geopend rijn na 8 uur des avonds (des nachts echter slieten voor recepten). UIT DEN OMTREK. Naar aanleiding hiervan is te Tilburg een conferentie gehouden met de directie van bovengenoemde fabrieken en de bestuurders van de Ned. K.'fC, Vereenigmg van Weük- gevera in de Textielnijverheid en afgevaar digden van de drie arbeidersorganisaties Eendracht", „Stf fcanibartue" en „Unitae". Nadat de directie geruggesteund door den voorzitter en den seoretarts van de Nederl. 14.K. Vereenigmg van Werkgevers in de Textielnijverheid, do heeren HqheLLengs en mr. B. J. M. van Spaendonok, haar stand punt aan de betreffende arbeidersorganisa ties had uiteengezet, hebben de leiders van deze organisatie» verklaard, het standpunt van de directie niet te kunnen deelen. De organisaties zien in deze loonsverlaging een manoeuvre van de directie, welke wijst op een gebruik maken van den algemeenen crisistijd. MARKTBERICHTEN. Veemarkt Goud^, 23 Juli. Aangevoerd in totaal 2888 stuks, waarvan 386 slachtvarkens. Vette 0.21—0.22*4, Londensche 0.19—0.21, Zouters 0.210.22, alles per pond levend met 2 7c korting. 1007 magere varkens 18 27; 1425 biggen 812; 7 runderen 300360; 32 nuchtere kalveren 1016; 8 schapen 2427; 16 lammeren; 7 bokken en geiten 26, alles per stuk. Handel ~in vette varkens. Londensche, Zouters, nuchtere kalveren en schapen vlug, in alle overige soorten matig. Kaasmarkt Gouda. 23 JuL Aangevoerd 431 partyen kaas. Pryzen le kw. m. r.m. 8943, 2e lew. m. r.m. 3337; zware 46; extra zware tot 47. Handel matig. BOTER Aangevoerd 900 ponden bo ter. Goeboter 0.70—0.76 per pond; Wei- 4.50, alles per 100 stuks. Handel vlug. EIEREN. Aangevoerd 93300 stuks. Kipeieren 3.504.50; eendeieren 3.75— 4.50, alles per 100 stuks. Handel vlug. Coöp. Zuid-Holl. Eierenveiling. Gouda, 23 Juli.'— Aanvoer 71200 Idp- eieren. Prijzen: 56/58 KXJ. 3.80—4.00; 58/60 K.G. f 4.00—4.30; 60/62 K.G. 4.20 —4.40; 62/64 K.G. 4.30—4.50; Bruine 56/68 KjG. 4.00—5.30; kl. eieren f 3.70— 3.80, alles per 100 stuks. Aanvoer 900 eendeieren. Prijzen: 3.80— 4.10 per 100 st. Coöp. Groenteveiling Gouda en Ometr. Veiling van 22 Juli 1931. Stoklxxmen 16—21, 8nijboonan 16—27, ld. 2e soort 15—17, Stamboonen 8—12„ Tuinboo- nen 7.00—860, Pronkboonen 12—16, Poste lein 4.20—6.20, alle» per 100 K.U.Komkom- niem 0.70—2.10, Bloemkool le «oort fr-ll, id. 2e 3oort 1—7„ per 100 stuk»Peen 3.70—8.00, Andijvie 0.70—1.80, Kroten 1.20- 2.60, per )Oo bos Augurken (fjn 10—27, id. fijn bas terd 6—10, id. basterd 1—6, ld. per man 0.66 —1.06, Zilveruien per mand 30—82, Zwarte bessen 14—27, p. p.. Frambozen 25—46 p p. DRAADLOOZE DIENST. De invoer en opslag van grlenmeei. DEN HAAG. 23 Juli Het is aah het Re- geermgsbureau voor de uitvoering van de iarwewet noodzakelijk gebleken, nogmaals er op te wijzen, dat de meeumg, als zou voor het vervoeren van ingevoerd griflenieni een toeslag van f 2 per 100 K.G. moeten worden betaal, on jurat ie. Nuet f 2.— doch slechte 25 cent moet worden betaald door hen, ten wier behoeve het ingevoerde «rieameeJ wordt vervoerd of opgee lagen. WISSELKOERSEN. 22 Juli. 23 Juli Officieel. Londen 12.04 12 034 Berlijn 59.00 58 95 Parije 9.73 9.73J BrueaeJ 34.59 54.62 Zwitserland 48.72j 4837) Ween en 34.98 34.95 Kopenhagen 66.30 66.30 Stockholm 66 40 66.40 Oslo ,66.30 66 30 New-York 2.48ft 2.48ft Niet-officiéel. Praag 7.3(1 7.34 Madrid 22.86 22.65 Milaan Ï2.97J J2.97J MOORDRECHT Loonsverlaging in de Tapijtindustrie. De directie der Kon. Vereen. Tapijtfabrie ken, gevestigd te Rotterdam, Deventer «1 Moordrecht, heeft zich genoodzaakt geaiarr haar personeel over de geheele lmie, vajiaf directie tot den laagsten arbeider in de fabriek, een loonsverlaging van 10 pci aan- te zeggen. Beuraoverrieht. De beurs ondervond de ««vloed van de Londensche conferentie. Er wn« een gedruk te stemming, en de koereen waren meeren- deels lager. Het zakenverkeer bewoog zich lieden in kalme banen en de handel was van kleine afmetingen. 1 Het resultaat der conferentie te Londen heeft niet aan de verwachtingen beantwoord en het verleenen van een crediet op langen tormijn aan Duitochtand wf opnieuw <*p de lange baan geschoven. ^Koninklijken werden in een open hoek verhandeld doch gaven toch geen omvang, rijke affaire te zien. Het aanbod had echter de overhand, zoodat meerdere proenten ver loren pipgen. Van de Ind. fondsen veroorzaakte» Ku- 1 chenmedèter Accoualiek nogal wat beweging j Er was vrij vefl materiaal aan de markt. h zoodat een nieuw laagterecord werd behaald Unilevers zagen enkele punten verloren j: gaan. Ahu's lagen zwaar in de markt. ij RATMO-TELEGRA FISCH WEERBERICHT C "Verwachting: Matige tot zwakke, meest H zuidelijken wind, gedeeltelijk bewolkt, aan- jj vankeiijk weinig -of geen. later toenemende kans op tegen, iete warmer.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1931 | | pagina 2