IEL f iven 65 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN Ne. 17747 Maandag 3 »fua 1331 70* Jaargang l/AN RIJK IND BOSKOOP, Dit blad verschijntdagelijksbehalve op Zon- enFeestdagen lassen! FEUILLETON. landel aé 2 infabriek DA. WERD .V. ;aterdags n REVET ig en net. Aan de oevers van de Berwen. r-Utrecht. [epdaymiddag 12 nr EN HEUVEL laai. Tel. 2604 184. Petitionnement voor Internationale Ontwapening, van het Nederland.che Volk aan de Ontwapening!- conferentie in Februari 1932 te Genève te houden Georganiseerd door de Nederlandsche Dagbladpers Een laatste kans. 40 J De Vrijwilligers van 1831. BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, *G0UDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. ven OER—v. rijk. door den Res.-Luit. M. Pont. Naam: Naam: Adrea Adrea tour f 0.25. Naam - Naam Adrea Adrea enz. TEPEL 3316 3 HOOFDSTUK 111. De Openluchtbtfeenkomst. (Wordt vervolgd). aat 38 GOUDA uteursrecht. en vanaf 7 uur. I. Lu<rt Melsert, Renée Michel. r HET EINDE. Dit formulier door personen van 18 jaar en ouder, ingevuld en getee- kend toe te zenden aan de Administratie van de Goudsche Courant, Markt 81. JOTEN t Sleutels) EEG 14 3STRAAT 68 2 u. en 4 u IELKSLOOT 80 Ik verzoek Uwe Conferentie met den meeaten aandrang, in naam der menachelijkheid, die maatregelen te zullen leiden. antwoordde niet direct. Ze keek horizon, waar het blauw van den het blauw van de zee ineenvloei- Naar het Engelsch van ALLEN RAINE. (Nadruk verboden). !afé-Restaurant „DE Tel. 551770. Gezellige Hing voor Rijwielen, Groote Garages en >.a. Koffers, Hoeden, ebrachte consumptie. SToom 0.20, Thee 0.20, roodjeg met roastheef bev. J. v. BOVEN. 3eren en tsteenen IS „MarcheerenMarcheeren Die nog bij moeder’s pappot zit, Dat is een kerel zonder pit. Marcheeren! Marcheeren!”” Het spreekt van zelf, dat hoe uitnemend overigens de geest was, met de vrijwilligers in den eersten tijd niets uit te richten zou zijn geweest, althans niet op open veld, tegenover een vijand, die op eigen bodem strijdt. Vermoeienissen, ontberingen, krijgs tucht waren zaken, die onbekend waren voor de jolige studenten. Het was echter wonder baarlijk om te zien, hoe zy be zield door het Heilige Vuur van den geest- j drift in een minimum van tijd tot uit muntende soldaten werden gevormd, „wier intelligentie een ware steun voor het leger was”. Het bewijst tevens, dat het Holland- sche volkskarakter in geenen deele een be letsel is, tot het vormen van goede verdedi gers van het Vaderland! Het blijkt ons dat er nog velen zijn, die gaarne het Petitionnement zouden teekenen, hetgeen zij tot dusver verzuimden. Wij zullen hen nog in de gelegenheid stellen, hun verzuim te herstellen en plaatsen alleen nog heden het formulier. Men benutte deze laatste gelegenheid! De volgende dag, die dag van de open luchtbijeenkomst, zette helder en schitterend in, en veroorzaakte een buitengewoon druk verkeer van voetganger» en voertuigen van allerlei aard op de wegen. Cardo zat op de omhelnig van het terrein, ADVERTENTIEPRIJS» Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den besorgkrtag 1—5 regels 1.86, elk*, xugel meer fiJi. Van halten Goada on den besorgkriag: 1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.80 AdvertantUn in het Zaterdagnammer 20 bjjslag op den prijs. Ilefdadighaida-aavertontiin do helft van dan prijs. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN s 1—4 regels 2d», elke rage! meer Mt* O> de voorpagina 50 hoogar. Gewone advertentKn en ingesonden mededeelingen btf contract tot asar gereduceerdao prijs. Groote letten en ranoen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tuMchenkomat van eoliede Boekhande laren, Advertentiebureau en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan hot Bureau zjjn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te ztfn. vrijwilligerskorpsen gestaag en de brutali teit van de opstandelingen werd met den dag grooter; zelfs gingen er al stemmen op om „de Hollanders tot Échter den Moerdijk te verdrijven”. Zoo heel vermetel scheen die bedreiging niet; wat konden wij er tegen over stellen Een handjevol soldaten, eenige grootendeels ontbonden cavalerie regimenten en een vrÜ rtefke artillerie! Het veldleger, onder commando van generaal van Geen, die zijn hoofdkwartier te Breda had, telde slechts een tienduizend man. En met dit „leger” moest men de Zuidgrens bewaken! De toekomst was zwart en drei gend. In die dagen begon het oude, Vaderlands lievend Vuur weer in de harten der Hollan ders te gloeien. Had niet Van Speyk op 5 Februari 1831 getoond, dat hjj den eens ge zworen eed naar den letter zou uitvoeren? Had hij niet liever dan de Nederlandsche vlag door muitershanden te zien bezoedelen een vreeseljjke dood verkozen? Neen er bestonden nog mannen, die hun Vader land beminden, die hua leven veil hadden voor him land en voor de Oranje’s, die hen vanaf de zestiende eeuw door alle moeilijk heden in veilige haven hadden gebracht. Nu was het oogenblik daar om hun dankbaar heid te toonen. En niet vergeefs was de oproep van onzen vorst: „Te wapen! Te wapen voor Koning en VaderlandTe wapen voor orde en recht!” De schutterijen, volgens de Grondwet slechts bestemd voor de verdediging van het Vaderlandsch Grondgebied, ver zochten eenparig den Mmlhg-» mogen op trekken tegen e€n vyand, op grondgebied, dat niet meer gerekend kon worden tot den Staat te behooren. En zou daarby de jeugd, de „Spes patriae” achterblijven? Hoort, hoe het schalt langs onze grachten: Tusschen student en soldaat was in derdaad wel eenig onderscheid, vooral in 1831. Nachtelyke braspartijen, het uitsla pen van de traditioneele „kater”, rytuigen en korpsdiners fantasiekleeding ter onder scheiding van de „ploerterij” (hospes, hos pita, enz.) of de kleeding, bepakking en maaltijden van den „lichten” infanterist uit aan haar blos en vriendelijken lach, dat ze verheugd was over zijn komst. Waar ben je toch geweest? vroeg hij. Thuis, was het fluisterend gegeven ant woord. Waarom vraag je dat? Omdat ik gehoopt had, dat je buiten zoudt zijn. Ze schudde het hoofd, stond op en keek hem een oogenblik besluiteloos aan, maar hij raadde haar gedachten. 4 Neen, niet naar huis maar langs de kust, zei hij gedécideerd, en samen sloegen ze de richting van het strand in. Daar ruischte de Berwen over de steenen naar zee. De Noord-Westenwind woei het schuim omhoog, de golven buitelden als spelende kinderen naar het gele zand, de scholeksters zeilden la waaiïg-sch reeuwend boven de rot sen, en de zeemeeuwen riepen hun makkers toe, terwijl ze over de golven scheerden of stil stonden op het sohel-witte zand. Wat is dat prachtig, zei Valmai, en met krachtige teugen ademde ze den zee- wind in. ik ben pas hier, en (och is het me, alsof ik dit Alles al lang kende. Ie denk, dat het komt, dat ik van kind af van mijn vader hier over hoorde vertellen. Het was zijn geboorteplaats en hij verfluigde er altijd naar terug. Ja, zei Cardo, dat kan ik me voor stellen. Ik geloof ook, dat ik nergens zoo gelukkig zou kunnen zijn. En ik evenmin, nu ik dit hier ken, zei Valmai. - Ik hoop, dat je hier nooit vandaan jiaat Het i«, alsof jij er bij hoort. En ik hoop, dat ik nooit weg hoef te gaan, ten minste nemen die tot ontwapening der naties Een herinnering aan den Tiendaagschen Veldtocht. Het ontstaan der Utrechtsche, Leidsche en Groningsche vrijwilligerskorpsen, alsmede van de particuliere vrijwillige korpsen, als de „Jagers van van Dam” en de „Koninklijke Jagers”. En het bleef niet bij liedjes. De vrijwilli ge korpsen, academiekorpsen of particuliere korpsen, groeiden met den dag... Zoo zien wij in September 1830 een aan tal Utrechtsche studenten zich verzamelen op het plein van de Willemskazerne, om daar door de hen toegevoegde sergeanten en korporaals te worden ingewijd in de gehei men van Mars. En zoo ontstond allengs het leger, dat kranige leger, dat zich in de tien dagen van den veldtocht tegen de Belgen zoo uitste kend handhaafde. Weer had het oude devies der Oranje’s „Je Maintiendrai” ge zegevierd, dank zij de trouw en de kordaat heid der vrijwillige korpsen, dank zij de dappere daden van ons veldleger. Wy willen deze korpsen tüans eens iets naderbij gaan beschouwen. Zijn oogen dwaalden over de woelige me nigte, die zich neerzette om naar den eer sten spreker te luisteren. Voortdurend vroeg hij zich af, waar Valmai toch zou zijn. Op weg naar de samenkomst had het jon ge meisje droevig gepeinsd over het verle den. Nog geen twee jaar geleden was ze in het verre land het middelpunt geweest van het leven en geluk van haar vader en moe der. Een hevig heimwee greep haar aan, naar hen en naar het verre huis, waar zoo veel warme liefde gewoond had. Nu was ze alleenNiemand nam notitie van haar. Nie mand had ze, om zich bij aan te sluiten! De fanulie-groepjee, ook op weg naar den heuvel, groette ze vriendelijk, maar ze voel de zich toch ontzettend eenzaam. Zoo zal het nu voortaan altijd afijn Ik moet er aan wennen, dat ik alleen ben. Wat kan ik anders verwachten, nu mijn vader en moeder er niet meer zijn? Wie zal zich om mij bekommeren? Ze kwam op het drukke terrein en ging een beetje afgezonderd op een, heuveltje zit ten. De zeewind woei om haar hoofd en speelde met de lokjes, die onder haar hoed uitkwauien. Te midden van hei en wilde hyacinth en voelde zo riah niet meer een zaam want Valmai was jong, en hield van het sterke, gezond makende leven in de na tuur. Het duurde niet lang, óf Cardo ontdekte haar. Met een van vreugde wildkloppend hart en een blos, op zijn bruin verbrand ge zicht stond hij op en ging naar haar toe. Een kreet van blijdschap ontsnapte haar, toen ze hem zag Haar gezicht helderde op^ en Cardo, die naast haar ging zitten, zag ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2 JO, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt franco per post per kwartaal 8.15, met Zondagsblad 8.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA, bij onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zyn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie en Redactie Telef. Interc. 2745. Postrekening 48400. dien tyd. Om van boven af te beginnen eerst de chacet, met al „deszelfs versierselen”, waarover op rnarsch een stevig foudraal werd getrokken om de vangsnoeren tegen stof te beschermen. Dat kolossale ding, ook wel in de wandeling „kolenbak” genoemd, drukt den nieuweling als lood op het hoofd, (gelukkig voor de studenten, dat men toen nog geen „stalen helmen” had!), daarby bovendien nog als bergplaats diende voor dingen, waarvoor in den ransel geen plaats meer was, als tabak, sigaren, enz. Het wa ren dat moet gezegd worden uitmun tende pakhuizen. Vervolgens het berenhui den ransel, reikende van hals tot heupen, waarop de groot tenue-rok, netjes opgerold in een foudraal wordt vastgeyespt. De ran sel, zwaar gepakt met waschgoed, reserve- uitrustingsslukken, zeep borstel, eetgerei, enz. Dan op de rechterheup een taschje, hangende aan een witten bandelier, gevuld met een aantal rolletjes papier, waarin een hoeveelheid kruit en een kogel, de zooge naamde „patronen”, alsmede verscheidene vuursteenen voor het vuursteenslot van het Hij aarzelde,, want hij dacht aan een wensch van zijn vader, dat hij een oom, die sinds jaren in Australië woonde, zou gaan bezoeken. Zoo 11 bezoek aan de tegenvoeters had Cardo nooit bijzonder toegelachen, maar nu, in den droom van dien heerlijken, stralenden lentedag en in Vaimai's aantrek kelijk gezelschap, was die gedachte hem dubbel onaangenaam. Ze keek naar hem op en vroeg(ia je hier vandaan? Cardo kon de verleiding niet weerstaan, om de mogelijkheid van een spoedig vertrek grooter voor te stellen dan zij Inderdaad was. Hij wilde eene zien, of het haar spfjten zou. Hij eindigde zijn mededeeling met de vraag En jij? Zóu jïj me missen? Je hebt zoo weinig afleiding, niiasdfrien zou je me daardoor missen. Valmai naar den hemel en den. Ja, zei ze eindelijk, het zou me erg spijten, als je weg ging En waar ga je dan heen? Ver wegy Naar Australië’! Naai Australië? O, dan kom je nooit meer naar Traeth Berwen terug. - Maai natuurlijk, kóm ik terug! Het gesprek kwijnde, en zij staarden ver der zwijgend over de zee, te vol van ge dachten om veel te zeggen. Eindelijk zei het meisje, nadat zij nog een eïndweegs zwij- ,gend waren doorgeloopenKijk, nier Is de weg naar Dinas, hier scheiden onze wa gen. I Het is in deze dagen honderd jaar ge leden dat de Tiendaagsche Veldtocht plaats had. Wanneer wy heden memoreeren het feit dat ons leger vóór 100 jaar de laatste maal ten strijde trok, dan heeft dat niet anders dan historische beteekenis. Nu de verhou- oingen in deze dagen zoo gansch anders zyn dan een eeuw geleden en allerwegen een sterken drang tot internationale ont wapening wordt geoefend, mogen toch de feiten (ter historie niet woideii verzwegen. Het zal velen zeker belang inboezemen hoe in de dagen van 1831 de vrijwilligers korpsen zyn ontstaan, die zich in zoo groote populariteit hebben mogen verheugen. Na de val van Napoleon hadden de groo te Mogendheden te Weenen de kaart van Europa grondig gewijzigd; de voormalige Bataafsche Republiek was na de verlossing van het Fransche juk vereenigd met Wallo nië en het Zuid-Nederlandsche taalgebied, door Spanje in de tachtigjarige worsteling heroverd, in 1713 bij de Vrede van Utrecht aan Oostenryk afgestaan en tenslotte na de revolutie in het jaar 1794 bij Frankrijk in- gelyfd. Vijftien lange jaren reeds waren Zuid- en Noord-Nederland één Koninkrijk, doch meer en meer bleek het, dat deze ver- eeniging een diplomatieke vergissing was geweest. Deze disharmonie wij zouden het beter een „mesalliance” kunnen noe men was voornamelijk toe te schrijven geweest aan Fransche kuiperijen. Daarbij kwam, dat de Zuidelijke Nederlanden ver deeld waren in een Fransche- en in een Nederiandsch-sprekend gedeelte, Wallonië en Vlaanderen. Was Wallonië in 1815 by Frankrijk, Bra- b an tsch-VI aanderen en Limbing bij de Noordelijke Nederlanden gevoegd, dan zou den er vele onaangenaamheden zyn uitge bleven. De „echtscheiding” werd voorafgegaan door een actie, die de nationale afkeerigheid veranderde in nationale haat; de Pers, de redevoeringen, de wapenen tenslotte, maak ten in die dagen Hollanders (zooals wy de Noord-Nederlanders kortheidshalve zullen noemen) Belgen tot doodsvijanden. Hier bij kwam nog, dat het grauw in de Zuide lijke Nederlanden met Fransch geld tegen den Hollander werd opgestookt. Op deze wyze is het te verklaren, dat onze stamge- nooten in Vlaanderen er ook de andere leden van den Dietschen stam in de Zuidelijke Stel niet uit tot later wat nu kan en moet gedaan worden. Weet ge of ge er straks de goede gelegenheid nog voor zult hebben Iiülirai E <01RAM. Vergeefs keek hij uit naar eenig toeken van het meisje, met wie hij zoo onverwacht had kennis gemaakt en dat toen wel in het nachtelijk duister scheen te zijn opgetost. Op één van zijn avondwandelingen nader de Cardo het huis en liep er om heen. Aan de zuidzijde stond een raam open, waarvoor een rozenboom zijn takken waaiervormig had uitgespreid. Door een liefdevolle hand waren z« naar het raam gelend. Een stem, die hij dadelijk herkende, hoorde hij zin gen Het moest Valmai zijn, die bij haar werk zong Nauwelijks kon hij zijn verlan gen weerstaan, om door het vlierboechje heen te breken en haar aandacht op zich te vestigen. Hij was zóó dicht bij, dat bij zelfe de woorden kon verstaan. Na eenigen tijd werd er een kaars opge- ®token en nu kon hij in de kamer kijken. De oude Essec Podell zat naast de tafel, de enen over elkaar (geslagen, de handen •aamgevouwen, met groote belangstelling te Nederlanden lydelijk moesten toezien hoe onze troepen overal werden verjaagd. Van de eene Zuid-NederlaiuLuhe vesting na de andere werd de Nederlandsche vlag wegge rukt. Ze had plaats gemaakt voor de ver ticale muiteryvlag, in de kleuren van het Brabantsche wapenschild. Men gaf zich in Europa geen rekenschap van de oorzaak dier nederlagen, men vroeg niet of het grootste deel van het vereenijjde Nederland sche leger had bestaan uit inwoners van de opgestane Zuidelyke gewesten, dat velen hun vaandel verlieten, vóór den tijd dat ze dit met eëre konden doen. Men telde niet, dat verraad en verleiding grooter rol speel de dan dapperheid. Maar het kon niet ge loochend worden het gezag van Koning Willem I had in de Zuidelyke Nederlanden opgehouden te bestaan. En Noord-Neder land scheen weerloos. Een uiteengerukte weermacht, die nog slechts bestond uit een klein troepje getrouwen, de kern van het voormalige leger, doch te zwak om de op standelingen te bedwingen, restte ons nog. Al was de opstand ingezet door het laag ste Belgische gepeupel, dat al heel weinig onderscheid maakte tusschen Belgisch en Hollandsch eigendom, al hadden tal van Vlamingen in de moeilijke uren vóór den stryd by Brussel tallooze bewyzen van dapperheid en trouw aan hun eens gezwo ren eed aan den Koning geleverd, tenslotte hadden <x>k zij aan de stem van de vryheids- brallers gehoor gegeven en hadden zij de zyde gekozen van Leopold van Saxen- Coburg, den nieuwbenoemden souverein. Vestingen als Luik, Nanjen, Bergen en Ostende werden geheel onverdedigbaar; plichtverzuim en desertie vierden hoogty. Op sommige plaatsen werden de Holland- sthe officieren krijgsgevangen verklaard. Te Antwerpen verschynt op S October 1830 de Prins van Oranje in de dubbelzinnige rol van Stedehouder van den Koning, waaruit het genoegzaam blykt, hoezeer ook in Hol land, zelfs door onzen vorst, de a d m i nistrat ieve scheiding, als een voldon gen feit wordt beschouwd. De Koning hoop te slechts België voor de dynastie te kun nen redden. De prinselyke zending bleek echter vol komen mislukt te zyn en met stille trom tiok Prins Willem af. Onmiddellijk volgden de gruwelijkste moordtooneelen op de ach tergebleven bezetting en het beschieten van het Nederlandsche eskader op de Schelde. Inmiddels groeide het aantal Belgische luisteren naar zijn nicht, die hem nu uit een boek voorlas. Buiten in de schemering staarde Cardo gretig naar het huisje, dat sinds hun ont moeting op den weg van Gear Madoc niet uit zijn gedachten was geweest. Ze had een heel lief gezicht, nog liever dan hij zich in zijn droomen had voorge steld. Nu viel hem haar goudblond haar, dat over haar hoog blank voorhoofd krulde, nog meer op, en haar wenkbrauwen van dezelfde kleur, waaronder twee heldere blauwe oogen schitterden, de rechte, goed gevormde neus, de bedachtzame, beweeglijke mond, en daarbij nog de onbeschrijfelijke gratie van haar bewegingen en manieren. Moest dat nu zoo maar, dat VaJmai in een schemerige kamer over een duf boek ge bogen zat, terwijl buiten de zaohte, groene velden en de schuimende golven m het zil veren maanlicht glansden? Het lezen ging voort, maar de vriendelijke stem begon allengs vermoeid en eentonig te klinken, en de mooie oogleden rustten al zwaarder op de blauwe oogen. Nog lang bleef Caido kijken, en ten slotte aanvaard de hij den terugweg naar huis.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1931 | | pagina 1