N?ElJ_ws’ EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
No. 17748
Dinsdag 4 Aagwatwa 1*31
io tor en
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, RE^JWIJK SCHoS
Dit blad vcrschijntda^clijksbthalve opZon-enFeestdagen
GEN
FEUILLETON.
De Vrijwilligers van 1831.
Aan de oevers van de
Berwen.
73» Jaargang
l
sliteiten
dart
vanuit
(Wordt vervolgd.)
ich Booten
invraag.
>r>nelco
R. 30 en 32.
riek, zonder dieet,
ndig gebruik. Het
BRANDER, Over-
ing, onder st rikte
zenden.
staat alle brieven
entie binnen zeer
20
en,zoo
f0.85
i Apoth.
Jacoba
zaain onder den sterbezaaiden hemelkoepel
het bijna onbegaanbare pad langs den heu
vel af. Uardo had het haar gevraagd. Zou
hij al vlak bij zijn? Aan den voet van de
rots, op het harde, stevige zand zag ze hem
staan, starend naar de glanzende streep,
die de maan op de zee tooverde. De vis-
scherepinken van ‘Yarmouth gleden uit de
duisternis onder de lichte strook naar het
onbekende. Uardo had haar niet zien aan
komen. Onhoorbaar sloop ze naar hem toe
ei. zei zacht: Cardo!
Hij draaide zich om, blij Verrast. Wel,
Valmai, wat heb je dat stilletjes gedaan. Ik
was heelemaal in mijn droomen verdiept!
Het is ook wel een schouwspel om alles
voor te vergeten en om door geboeid te wor
den zei het meisje.
Ze wandelden over het strand langs de
branding.
Het doet me denken aan iets, wat ik
mijn oom gisteravond voorlas, ging zo Voort.
Ik heb het gezien.
Heb je me gezien? Hoe kan dat?
Ik had me verstopt in het vlierboschje
en heb een poosje naar je gekeken.
V alm ai antwoordde met.
Je bent er tooh niet boos om? vroeg
Uardo.
Ze zweeg nog steeds, maar haar hart en
hoofd jvaren vol van een sprankelende blijd
schap. Hij was voor haar naar Dmae ge
komen en had zich verborgen om naar haar
te kijken! Ze vond het zoo verbazend pret
tig. dat ze er stil van was.
Ben je er boos om? vroeg hij nog eens,
I toen het meisje bleef zwijgen.
1 Boos? Wel neen I Waarom zou ik? Maar
nisatie is «p
het geheele
o Boot- on
ingestold.
vertreffen de
»n. 16 en 18
Glijbooton
ard-ramilie-
>leet met 1931
f Fl. 525.-.
>nze booten
Een herinnering aan den Tiendaagschen Veldtocht.
en Groningsche
van de particuliere vrijwillige
van Dam” en de „Koninklijke
van i tot ]2
'andard buiten-
P.K. fl. 285
Wy willen thans de veie tochten naar het
gebied van den opstand, waarbij het geluk
kig niet tot bloedvergieten kwam, alsmede
de verschillende marschen en garmzoens-
yzigingen voorbijgaan om eens een kykje
te gaan nepyp bil de arulwe -
Den 23sten Juli had. de beroemde wapen
schouwing plaats op de uitgestrekte heide i
naby het kamp van Ryen. Prachtig en in
drukwekkend moet dit schouwspel inder
daad geweest zyn. De Koning, de Prinsen,
de drie zonen van den Kroonprins (waar
onder onze latere Willem III) kwamen dit
gedeelte van het leger in oogenschouw ne
men. Maar niet zonder eenige zorg in het
hart wordt door het koninklyke gezin deze
tocht ondernomen. De inspectie heeft nog
een andere beteekenis dan eep ^loot bezoek
aan het kamp. Het gaat hier om de vraag,
wie dat leger zou aanvoeren, wanneer het
ten stryde trok. Prins Frederik was tot pu
toe opperbevelhebber, maar deze bezat de
zeldzame deugd, zichzelf niet te overschat
ten; zyn broeder, wiens krygsgenie zoowel
in Spanje als by Quatre-Bras en Waterloo
zoo schitterend had uitgeblonken, was de
aangewezen persoon, maar er was helaas in
dien tusschentyd zooveel voorgevallen, dat
de natie van dezen koningszoon had ver
vreemd. En hoe zou de •■■temming by het
leger zyn? In de gelederen stonden nog
velen, vooral onder de officieren, die het
treurige schouwspel in Belgfé nog hadden
bygewoond en velen schreven het geleden
échec toe aan de meer dan dubbelzinnige
houding van den prins. Het zou er dus van
afhangen, hoe de houding tydens de inspec
tie tegenover den kroonprins was.
En gelukkig! „Hoezee! Leve de Koning-
Leve de Prinsen! klinkt het. Als langs een
electrischen draad plant het gejuich zich
voort, dondert over de Noord-Brabantsche
heide. Het verleden is vergeven en verge
ten; het heden stelt weer het oude vertrou
wen in den Prins van Oranje. Met hem aan
het hoofd, is de overwinning zeker!
Na afloop dezer inspectie onderhield Z.
M. de Koning zich nog eenigen tijd met de
generale staf in de tent van den hertog van
Saxen-Weimar. De Utrechtsche Jagers ge
noten de onderscheiding tot de eerewacht
opgecommandeerd te worden, 't Was toen,
dat generaal van Geen, als oudste der ge
neraals daar aanwezig, op den prins toe
trad en uit naam van allen, meerderen en
minderen, zwoer dat iedereen zyn plicht
zou doen en zooverre het van het leger af
hing, geen duim gronds van oud-Nederland
zou worden ontnomen. „Dat zweren wy!"
herhaalden alle overigen met ontbloote
hoofden, als werd die eed afgelegd voor het
aangezicht van den Alziende.
Naar het Engelsoh van
ALLEN RAINE.
(Nadruk verboden).
Kunnen we niet langs het strand terug
wendelen? Ik heb ook nooit iemand om
mee te praten.
Dat kan ik niet, ik moet gauw naar
huis.
Kun je vanavond naar het strand ko
men?
Ik weet het nog niet. Tot ziens.
Toen hij thuis kwam, zat zijn vader aan
de thee. De oude kamergeleerde keek ont
stemd.
Je bent laat, Cardo, begroette hij zijn
zoon. Waar ben je geweest?
Op het ..Langeveld”, en daarna aan
het strand. Het is een schitterende middag.
O, vader, ik wou. dat u eens van die heer
lijke lucht ging genieten. Het; kan onmoge-
hjk goed zijn, om altijd in een stoffige stu
deerkamer over duffe boeken gebogen te
zitten.
Mijn boeken zijn niet duf. klonk het
uit de hoogte, en ik zal mijn tijd door
brengen zooals ik het verklei en zooals het
mij het beste voorkomt.
Later in dien avond daalde Valmai ean-
ADVERTENTIEPRIJB: Uit Goud* «a omstreken (behoorende tot den baaorgkring)
1—6 regel* 1.M», elk*, .egel meer M6. Van buiten Gouda en den beaorg kring;
1—6 regel* 1.65, elke regel meer 040 Advertentie in het Zaterdagnummer 20 kb
byalag op den prys. Liefdadigheida-aoverUmtiin de helft van den prij*.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN1—4 regel* 245, eU» regel meer MA Up
de voorpagina 50 hooger
Gewone advertenttita en ingezonden mededeelinge» öjj contract tot zeer ge reduceerden
prys. Groots letters en ranoen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentian kunnen worden ingezonden door tuzschenkomst van «oliede Boekhande
laren, Advertentiebureaus en onze agenten en moeten daag* vóór de plaatsing aan he<
bureau zyn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn.
Storm.
Enkele dagen daarna veranderde het weer.
De Zuidwestenwind stak op met hevige vla
gen, die de groene golven aan flarden
scheurden en in schuim uiteen deden spat
ten. De zeemeeuwen, elkaar krijschend aan
moedigend. lieten zich door den wind mee-
voereij. maar de scholeksters bleven rustig
in hun veilige verblijfplaatsen in de rotsen.
Oude Dan Griffiths, de visscher, trok zijn
boot hooger op het land, en alles vluchtte
voor den naderenden storm. Maai- deson
danks was Valmai er al vroeg op uit. Haar
huishoudelijke plichten waren gedaan, ze
had in de boerderij de melk geroomd, het
pasgeboren kalf gevoed, de kippen en dui
ven gevoerd, ook had ze de jas van hoor
oom geborsteld, en. terwijl ze hem die hielp
aantrekken, had ze gevraagd:
Gaat u vandaag uit, oom?
—Ja, heb ik het je niet gezegd? Ik ga
naar een vengadering in Pen Morien en kom
vanavond niet terug.
Gaat u te voet?
Wel neen, te paard natuurlijk. Waar is
Malen?
Ik geloof, dat Shoni haar juist voor den
wagen spant'
O, ik vergat hem te zeggen, dat hij
haar zadelen moest, antwoordde de ver
strooide man. En laat hij haar dadelijk
voor brengen.
Valmai vloog weg. en zag. dat Shoni juist
de laatste gesp van Malen’s tuig vast maak
te.
Wil hij haar gezadeld hebbed? En mop-
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal 245, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal /240, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt
Franco per post per kwartaal f 8.16, met Zondagsblad ƒ8.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 81, GOUDA,
by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zyn dagelyks geopend van 96 uur. Administratie en Redactie Telef.
Interc. 2745. Postrekening 48400.
Daar de aanleiding tot den plotselingen
martialen geest by de Leidsche academie
burgers dezelfde was, als bij hun Utrecht-
- J”J«s us„__
Toen in de Noordelijke provinciën de va
derlandslievende geest zich luide openbaar
de, richtten eenige houtvesters en opzich
ters van de jacht, evenals andere onderhoo-
rigen van het jachtdepartement, het ver
zoek tot den koning om hunne diensten aan
te nemen en tot één korps vereenigd te
worden.
Ttonr reo-eering wend dadelyk ingezien,
getrokken kon elementen panij
schietgeoefendheid by het leger net ïra w -
wenschen over; vermoedelyk werd daar
toenmaals minder werk van gemaakt, om
dat de in gebruik zynde geweren toch een
zeer onzekere trefkans opleverden. Vele be
richten uit dien tijd en bij de Leidsche
jagers zullen wy dat bevestigd vinden,
geven die reden op. Hier had men dadelyk
een geoefend korps scherpschutters, wien
het de moeite waard was, de weinige juist-
heidswapenen, die de magazijnen in voor
raad hadden, in handen te geven. Zoo ont
stond op 11 November 1830 het korps der
„Koninklijke Jagers”. Er waren aan dienst
neming zéér gunstige voorwaarden ver
bonden; enkele laten wy hier volgen:
lo. In de kleeding en het équipement
dezer vrijwillige Jagers zal door het Depar
tement van Oorlog worden voorzien. (Art.
5, Organisatie).
2o. De soldij, voor hen, die soldy wen
schen te betrekken, zal gelyk zyn aan die
van de infanterie. (Art. 7, Qfg.).
3o. (Een voor dit korps exceptioneel ar
tikel): De gewone weekgelden der jacht
opzieners zullen aan derzeiven vrouwen wor
den uitbetaald; zoolang hunne mannen in
dienst afwezig zyn. (Art. Org.).
4o. De buitengewone opzieners der
jacht (zoogenaamde koddebeiers) zullen tot
het is erg dwaas van je. Het was verstandi
ger geweest om binnen te komen, en te
luisteren naar de wijze woorden, die ik voor
las, spotte ze.
Ik had het gezicht van je oom wel eens
willen zien, als ik dat gedaan had. Hij zou
ongenadig boos zijn geweest!
Daar had je ten minste een aardige
kans op gehad!
Uardo vond het absoluut noodi
Valmai over de glibberige keièn
door den Res.-Luit. M. Pont.
IL
goed besteed werd, blykt ten duidelijkste
uit het feit, dat in November de compagnie
reeds voldeed aan den door den Koning ge
stelden eisch. Op 4 November hield de ge
neraal Tindal, berucht als een streng criti
cus, die niets door de vingers zag, inspectie.
Vooraf waren door de dochter van den bur
gemeester en door de dochters van enkele
professoren twee vaandels uitgereikt, een
meer poëtisch, dan practisch geschenk voor
een compagnie, die voor den tirailleurs-
aienst is bestemd.
De uitslag van de inspectie is zeer bevre
digend. En op dien emstigen, plechtigen
morgen, na een langen kerkdienst, trekt
het Utrechtsch studenten-vrywilligerskorps
naar het tooneel van den opstand, Verge
zeld van de zegewenschen van vaders, moe
ders, broers, zusters, en van de... geliefden.
Het ontstaan der Utrechtsche, Leidsche
vrijwilligerskorpsen, alsmede
korpsen, als de „Jagers van
Jagers”.
lig. dat hij
1 hielp, en
met haar hand in de zijna etapte hij voor
zichtig over den stroom, die bij de monding
kalm wae. Toen ze veilig aan den anderen
kant was, speet het hem, dati hij geen reden
meer had haar hand vaat te houden, en hij
vatte liet onderwerp van daar net weer .op.
Laten we al die kibbelanjtjes en plage
rijtjes maar aan je oom en mijn vader over
laten. Voor ons moet iuer aan de vredige
oever van de Berwen mete anders bestaan
dan vriendschap en hartelijkheid.
Ja, het ia heerlijk, om vrienden te heb
ben. Ik heb mijn vriend in een ver land
achtergelaten, en met. gedacht, al zoo gauw
weer een nieuwen to knjgen. Maar hier zijn
we weer aan den weg naar Dinas.
Wat jammer. De wandeling waa veel te
kort naar mijn zin. Je moet weer eeng ko
men. dan doen we het nqg eens dunnetjes
over.
Wat nog eens over? vroeg Valmai met
een zonnigen glimlach.
Nog eens over die glibberige steenen
en dan weer terug hier heen, ik kan je im
mers helpen, zei hij met guitige verlegen
heid.
In het begin van October was de toestand
het stadium ingetreden, dat koning Willem
van de vrijwillige dienstaanbiedingen ge
bruik meende te moeten maken. Nu volgde
dan ook achtereenvolgens de Korünklyke
besluiten over de mobilisatie der schutte
rijen en de formatie der vrijwillige korpsen,
op advies van het Departement van Oorlog.
Dit advies, van 7 October, behelsde het vol
gende:
lo. dat het Utrechtsche studentenkorps
werd erkend deel van het leger uit te ma
ken, onder de benaming van „De compagnie
vrijwillige Jagers van de Utrechtsche Hoo-
geschool" en
2o. dat ze hunne kleeding zelven zouden
bekostigen; dat die kleeding gelijk zou zijn
aan die der Jagers tot het staande leger
behoorende, echter met vrijheid, het num
mer in den hoorn op de chacot, op de knoo-
pen en op het ledergoed te vervangen door
iets anders, „iets eigenaardigs’’. Wapens en
ledergoed zouden hun uit Ryksmagazijnen
worden verschaft.
3o. dat ze hun eigen kader officieren en
onderofficieren mochten kiezen. De offiefé-
wm. non leger «uavwwuifc, c»v«'
wel door den Koning worden benoemd.
Verder bepaalde Zijne Majesteit:
Dat de studentenkorpsen „eerst dan hun
ne academieplaatsen zouden verlaten, als
zy voldoende geoefend waren”. De generaal-
majoor de Virien werd belast met de orga
nisatie van de compagnie. De administra
tieve indeeling zou zyn bij het 1ste bataljon
Jagers. Later werd aan het studentenkorps
nog toegestaan met een vaandel uit te trek
ken. Ingevolge deze Koninklyke Besluiten
werd nu onmiddellyk overgegaan tot het
aanmaken der monteeringen en de keuze
der officieren en~ onderofficieren. Door de
vrijwillige jagers werd samengebracht een
som van 10.700 en door de Ijoogleeraren
Suerman en van Goudoever, alsmede door
de curatoren, den senaat en enkele burgers
van de stad Utrecht 5396, waan an de uit
rustingen werden bekostigd. Als bevelheb
ber van de compagnie werd benoemd kapi
tein D. E. Wilhelmie, van de 4de afdeeling
Infanterie.
De totale sterkte was, volgens het stam
boek in het Dept. v. Oorlog 245 mun, hoe
wel er later klaarblijkelijk nog mannen bij
gekomen zijn, want elders is namelijk op
gegeven 266 man.
Nu kregen de oefeningen met het volle
dige kader een beter aanzien. Dat dien tyd
Kleinigheden maken de som des levens
uit.
De varkens, zei hij, de varkens5 O
ja. Shoni, dat is waar ook. Nu moet je ze
morgen maar naar de markt brengen.
U denkt er zeker niet aan, dat het van
daag marktdag is?
Heb ik van mijn levenDan de volgen
de week maar! En hij reed weg. door Shoni
nasrestaard met een blik vol onverholen
minachting.
alk kan je vertellen, Valmai,'dat hij al
lang geruïneerd zou zijn, als ik het niet
voorkomen had.
- Ja. dat gelóóf ik dadelijk. Shoni. Maar
waar is vandaag markt?
fn Langton natuurlijk. Had je dat dan
nog niet gehoord? Ik zou zeggen: jij moest
daar zijn om plezier te maken met de jon
gelui en des avonds thuis te komen met een
zakdoek vol gemberkoek en pepernoten! En
hij bekeek haar van het hoofd tot de voeten.
Het was hem noq niet eerder opgevallen,
hoe aardig ze er eigenlijk wel iritzag.
Ja, ging hij voort, met de duinen in de
armsgaten van zijn vest, en toch zou het
me niet verwonderen, als de jongens daar
niefs van je zouden willen weten*, want je
gaat al net zoo goed Engelsch spreken als de
dominee, en je bent anders dan de meisjes
hier, Valmai.
van hun kleeding en verdere benoodigdhe-
den; alleen wapens, leergoed en ransels
werden van rijkswege verstrekt Zy zouden
liever buksen dan geweren hebben ontvan
gen, doch ontvingen op hun verzoek ant
woord, dat dit onmogelyk was, daar ,4e
meesten in de Belgische magazijnen waren
achtergebleven". Ook het witte leergoed
stond hen maar matig aan; zwart was er
niet voorhanden en om het zelf te betalen,
zooals de Utrechtenaren, daarin schenen
deze hoeren zin te hebben gehad. Zy
hebben zich dus met de witte beholpen,
totdat zy in Hasselt een Belgische erfenis
konden ovememen en nu verder zwart leer
goed droegen. Tot kapitein werd benoemd
L. F. T. Baron van Boecop, van het staan
de leger. Het korps werd administratief in
gedeeld bij het eerste bataljon Jagers.
By het begin van den veldtocht bedroeg
de totale sterkte van de „compagnie vrij
willige Jagers van de Leidsche universi-
teit”, zooals de officieele benaming luidde,
230 man. Eenige studenten van deze uni-
\ersiteit hebben vrijwillig by andere korp
sen gediend.
Nog moet ons van het hart, dat de com
pagnie door de Leidsche jufferschap werd...
vereerd met een vaandel. Wy waren in de
verzoeking om, vrjj oneerbiedig te schrij
ven... opgescheept, en tóch, een ander
woord is er moeilijk voor te vinden. Verre
van ons, ’t de schenksters ten kwade te
duiden; hun bedoeling was goed en edel,
doch van een veldtocht hadden zij geen be
grip. Verre ook van ons om anders dan met
eerbied te spreken van een vaandel. Maar
^étirnhcr vXT-.-Ve'rc ie nnder-
schoten vaandel, getuige van zoo menigen,
eervollen stryd, van zoo menigen helden
daad, be»pat wellicht met het bloed van zoo
menig braaf krijgsman, voor het Vader
land gesneuveld, het vaandel, dat fier heeft
gewapperd boven hunne hoofden. Verre van
ons nogmaals, om daarmede te spotten.
Maar een regiment strijdt voor het grootste
gedeelte in gesloten massa’s. Geheel an
ders was het met een enkele, op zichzelf
staande compagnie tirailleurs, bestemd om
verspreid, van achter boomen, vanuit
huizen, enz. te handelen.
Doet zich het geval voor, dat die com-
pagnie aaneengesloten op de vyand moet
instormen, ja dAn heeft een vaandel be
teekenis, maar... dan geen zwaar gebor
duurd vaandel, waarbij de zucht om iets
moois te schenken in de eerste plaats heeft
gegolden; dAn liever een klein vaandel, dat
gemakkelijk kan worden op^eborgen, als
het by gelegenheid eens geen dienst behoeft
te doen; de Utrechtsche vaandels waren
practischer, het waren slechts kleine vaan
tjes, zoogenaamde /anions”. In eenige
herinneringsschriften vinden wy over deze
kwestie: „Wy moeten nog vermelden, dat
wy een vaandel hadden; het was ons uitge-
perend gespte hij het dier weer los en bracht
het eVen later gezadeld voor.
Zei u niet, dat we de varkens vandaag
zouden verkoopen? vroeg hij, toen zijn mees
ter veilig in het zadel zat.
Essec Foweil, niet zonder moeite op het
paard gestegen, keek Shoni met een afwezi
gen blik aan.
gewone opzieners worden aangesteld, wan
neer zy zich als vrijwillige Jagers aanmel
den. (Art. 9, Org.).
5o. In het onderhoud der vrouwen en
kinderen, voor zooverre deze onderstand
mochten behoeven, zal door de plaatselijke
besturen worden voorzien”.
Deze gunstige bepalingen schijnen het
dienstnemen zeer bevorderd te hebben, want
weinige dagen later is het korps te Utrecht
geïnstalleerd. Op 27 December 1830 had de
benoeming van eigen officieren plaats: aan
kapitein J. C. Büchner, een ervaren leger
officier, werd het commando opgedragen.
Het korps werd verder bewapend met de
beste juistheidswapenen, die in de Ryks-
arsenalen voorhanden waren, zijnde de
„buks” en verder egn hartsvanger, die als
bajonet dienst kon doen.
Daar de meesten dezer Jagers, zeer
waarschynlyk, vroeger in militairen dienst
waren geweest immers voor jachtopzie
ners kwamen by voorkeur oud-gedienden in
aanmerking zoo behoefde er weinig tyd
te verloopen eer de compagnie geschikt was
tot den specialen dienst, waarvoor zij be
stemd was, den tirailleurdienst, en werden
de Koninklyke Jagers ingedeeld by de twee
de brigade van de tweede divisie. Wat zy
gedurende den winter hebben gedaan, waar
zij in kwartier of garnizoen hebben gelegen
is onbekend; onmiddellyk voor den Tien-
daagschen Veldtocht lagen zy gekanton-
neerd t» Westel in Middel-Beers. By het
overtrekken van de grenzen behoorden zy
tot de eerste troepen, die bestemd waren
om tegen den vyand te worden aangevoerd,
op de voor Raevels "staande"‘Berj’fMtne
gers en het gelyktydig overmeesteren van
het voorste gedeelte van dat dorp, besliste
den stryd, vóór dat de Koninklijke Jagers
op het terrein van het gevecht waren aan
gekomen. Tegen den avond besloot Saxen-
Weimar den vyand uit het nog door hem
bezette gedeelte van Raevels te verdryven
eni kregen de Jagers bevel „en tirailleurs”
te „avanceeren”. Niellon wachtte dien her
nieuwden aanval echter niet af. Door zyn
terugtocht op Turnhout kwamen zy dus
dien dag niet met den vyand in aanraking,
doch werden den daarop volgenden nacht
tot den voorpostendienst gecommandeerd.
Verder valt hun geschiedenis tezamen met
die van de overige gedeelten dezer divisie.
sche broeders, wyden wij hierover met
verder uit. Binnen één maand was dit uit
stekende korps gereed om uit te trekken.
Ter onderscheiding van de andere Jagers-
compagniën verkregen zij toestemming om
voor op de chacot een gekroonde W te
plaatsen. Evenals de Utrechtsche vrijwilli
gers, droegen ook de Leidenaars de kosten
HOOFDSTUK IV
||(H DSIIIE COURANT
W T*w-r« - - -