Blad
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
*“I, enz.
No. 17749
Woensdag 5 Augustus 1931
79* Jaargang
>-
BERGAMBACHT,
BOSKOOP,
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADD1NXVEEN, ZEVENHUIZEN
Dit blad verschijntda£tlijks behalve op Zon- enFeettdagen
FEUILLETON.
De Vrijwilligers van 1831.
Aan de oevers van de
Berwen.
**•**•*-> X’ WL/IU, UVL/lJVllVr» luA D VÜllUvl, MVvL/DlVrtll, llxlrtu 1 IVlJvll X, JUWlXL'lUJVll
of
4
oolc wel gevarieerd:
ia
is
(Wordt vervolgd).
„De Jagers van van Dam,
Die hebben gestolen een vette ham;
Alle boeren die weten er van.
Maar ze eten er lekkertjes van, enz."
„De Jagers van van Dam,
Die hebben zoo’n plezier gehad,
Met de meisjes van Rotterdam, enz.”
prya. Groote ietlem en ranoen worden berekend naar plaataruimta.
AdvertenUen kunnen worden ingezonden door tuaacheoKomat van «oliede BoeUhanoe-
taren, Advertenueoureaux en onze ageuMn en moeten daags vóbr de piaataing aan bei
bureau zyu ingekomen, teneinde van opname verzekerd te a^n.
rant nu moet ik water
t de geit melken.
<-Men
Een herinnering aan den Tiendaagschen Veldtocht.
Het ontstaan der L'trechtsche, Leidsehe en Groningsche
vrijwilligerskorpsen, alsmede van de particuliere vrijwillige
korpsen, als de „Jagers van van Dam’’ en de „Koninklijke
Jagers".
Naar het Engelsoh van
ALLEN RAINE.
(Nadruk verboden).
en dat
Jagers, de Jagers van Valkenburg, de Ja
gers van Van Dam, grootendeels samenge
steld uit mannen, die aan een geheel andere
levenswijze gewoon waren, dan in studenten
of in de jongelieden van h«t korps van Book
maker. Dat de flinke, militaire geest zoo
spoedig in de studenten zou varen, had men
niet kunnen voorzien.
De oprichtingsgeschiedems van het Gro
ningsche korps is met enkele variaties na
genoeg dezelfde als die der andere; lang
behoeven wij daarbij niet stil te staan.
Zoo stond het dus op 1 Augustus van het
jaar 1831 met d« vrijwillige korpsen van
Noord-Nederland. Een geoefend bekwaam
leger, vóór alle dingen bezield met een rots^
vast vertrouwen, liefde tot het vaderland
en strijdlust.
Toen besloot Willem I, verontwaardigd
over de 18 artikelen, volgens welke de mo
gendheden de scheiding wenschten, het
zwaard te laten beslissent In een dagorder
aan het veldleger maakte hy zjjn voorne
men bekend en stelde den Prins van Oranje
als opperbevelhebber daarover aan. Deze
had immers zyn sporen op het gebied der
strategie by Quatre-Bras en Waterloo ver
diend. 1
men niet gekomen. Afgezien van de
aDt Uil Gouda en omsirekan tbeüoorenae lot öwa beaorgaruig)
l—o regels em. ^vgel meer Van buiten uouua en den bezorgaium.
1regels l.bö, elke regel meer J UMi Adverumuau in het Zaterda^ibinnuK zu
tniaing op uen pr^s. laefuadigneidb-anverumuan Os lauXt van aan pxya
INUiUAJNbAN MWWEfcAANGEN. 1—4 regui» j O», elk» Mgei moer RML Up
de voorpagina bü 19 booger.
BUITEN LANDSCH NIEUWS.
tfELGlK
Loonovereenkomst in de mijnindustrie.
Den len Augustos opgezegd.
De «Peuple”’ maakt bekend dat de pa
troons in de Belgische steenkoolindustrie
de loonovereenkomst 1 Augustus hebben
opgezegd.
Zoo rest ons nog slechts het Korps der
Groningsche studenten, de „Groninger
Fiankeurs”, zooals zij officieel werden ge
noemd. Dat wy dit korps het laatste be
spreken is gelegen in het feit, dat de Gro
ninger studenten eigenlijk als „spelbrekers”
moeten worden aangemerkt, want door hen
kan men niet in het algemeen spreken van
„vrijwillige Jagerkorpsen”. Een Jager kan
men zich niet anders voorstellen, dan een
in het groen gekleede persoon en deze stu
denten moesten rich vergenoegen met het
meer plebeïsche blauw, de kleur, die ook
iedere gewone soldaat en remplacant by de
afdeelingen infanterie <in>eg; snit en witte
uitmonstering walen u.iaraan gelijk. Jagoïs
e^ Grenadiers waren, in de publieke schatting
altyd wat meer dan een „gewoon soldaat”;
eavjdleristen genoten alweer een andere re
putatie, namelyk die van „Don Jvan” en
dus behoorden de Groningsche studenten
óók tot de „gewone soldaten”! Het onder
scheid tusschen flankeur en fuselier be
greep de menigte niet. Officieel werden zy
ook maar half als een afzonderlijk korps
aangemerkt. Wel werd bepaald, „dat zy een
afzonderlijk lichaam zouden uitmaken,”
maar dadelyk daarop volgt „dat ze als flan-
keurscompagnie aan de 8ste afdeeling in
fanterie zullen worden toegevoegd”, waar
uit men eigenlijk moet lezen: van de Gro-
mnger studenten zullen we een afzonderlijke
compagnie vormen, zonder bijvoeging van
vreemde elementen, maar als onderdeel van
een bestaande veldleger-eenheid. Dat was
dus iets anders dan de korpsen van hun
collega’s, die alleen administratief aan het
veldleger gebonden waren, doch niets met de
hoogere of lagere officieren daarvan te ma
ken hadden. Waarschijnlijk heeft men by
het legerbestuur bedacht, dat er al afzon
derlijke vrijwilligerskorpsen genoeg waren,
die allen hun speciale moeilijkheden mee
brachten; bovendien was het aantal studen-,
ten van de Groningsche universiteit niet
groot genoeg om hiertoe over te gaan. Dit
is zeker en dat geldt voor alle studenten
korpsen dat de regeering meer vertrou
wen stelde in de korpsen, als de Koninklijke
kleine rotsen, de rotsdijk genoemd, verbon-
etond deze verbinding totaal onder water.
Was Valmai beter niet die kust bekend ge
weest, dan zou ze zeker niet over den dijk
hebben' durven gaan bij zoo’n storm, die
nog ieder oogenblik in hevigheid toenam.
Het was eb en de rotsen staken dus boven
water uit. De hevige wind joeg haar voort
over steenen en plassen, en met haar man
tel dicht om rich heen kwam ze veilig op
het eiland, zoo dikwijls haar toevlucht,
want hier vond ze de hartelijkheid en ge
degenheid, die haar verlangend hart zoo
ruiste in het huis van haar oom.
Tusechen de duinen lagen enkele eenzame
ifu’ejes verspreid. In één daarvan woonde
Nance. Het door rook gebruinde woninkje
leek wel één met de omgeving. Zelfs graas
de Nance’s geit soms op het rieten dak,
waarop hier en daar gras en mos groeide! In
de open deur stond Nance naar den storm
te kijken. Plotseling bemerkte ze Valmai,
die moeizaam door het losse zand baggerde,
ep een blijde glimlach van verrassing kwam
op haar gezicht.
O, kindlief, kom je me werkelijk op
zoo’n dag opzoeken5 Kom gauw naar bin
nen, lieveling.
Wat een storm zei Valmai in het Welsh
wat ze zoo zuiver sprak als Nance zelf, ter
wijl de oude vrouw haar in de hut trok en
de deur sloot.
Maar jij merkt er niet veel van, aan
dezen kant van het eiland, ging het meisje
voort, lang niet zooveel als in het dorp.
De schuiten zijn allemaal op het land ge
trokken tot vlak aan den weg.
Nance nam haar hoed en mantel af en
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal f22b, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt.
Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad 8.80.
Abonnementen worden dagelyks aangenomen aan ons Bureau: MARKT II, GOUDA,
by onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelyks geopend van 96 uur. Administratie en Redactie Telef.
In tere. 2745. Postrekening 48400.
-..w wv «.WiATT WU.
hebben^Als je met een boer wilt trouwen,
-- >vêren over ]10|. jjoQ.
jken naar je schoenen, of ze ook
GOIIDSCH E COlRANT.
Ja, antwoordde hij ernstig,
lachend.
Zou ik heusch ander8 zijn? vroeg ze
juist zoo jammer. Er is hier geen man, die
een ecl/te dame als jij tot vrouw zou willen
hebben.,,Als
«neet jrt leei
der te kijl
vuil worden.
Nu, om je de waarheid te
lang ik niet te trouwen met
'eniand anders, die me
zen of onmiddelljjk terzyde gelegd,
moest dus wel een goeden staat van dienst
hebben, wilde men zyn verzoek toegestaan
krijgen.
Op 8 November schreef de gouverneur 1
van Noord-Holland aan den dirècteur-gene-
raal van Oorlog betreffende het korps van
Bookmaker „dat zich reeds aanvankelijk
eenige ambtenaren en jongelieden hebben
doen inschrijven. Verscheidenen derzelve
Verlangen zonder soldij te dienen, terwijl i
andere, die zich de opofering willen ge
troosten om zich uit eigen middeen te klee-
den, maar die, ofschoon van deftige burger-
huize, het niet lykent op eigen kosten ge
heel te leven, de vraag hebben gedaan
zy niet de gewone soldij genieten?”
J zeggen, ver
een boer, of
ni©t héél graag wil
hebben.
Shoni schudde vermanend het hoofd, en
Ja,, ja, nu begrijp ik het; niet alleen
e Mveren en kippen meet ik naat de
markt brengen, maar ook jou,, anders zul
ten we je nooit uithuwelijken. Hij keerde
i om en Valmai staarde hem in gedach
ten na.
l»,Waarfi€ea M nu «aan? Hoe wu den
angen dag door brengen? Niemand had haar
°oodlg en niemand dacht aan haar
brak de wakkere oud-gediende niet op het
appel. Overigens schijnt va». Dam’s korps,
wat gehalte betreft, het meest overeen
komst te hebben vertoond met de Konink
lijke Jagers. Door zyn betrekking als hout
vester kwam van Dam in aanraking met
het jachtpersoneel van een gedeelte van
Gelderland, de beneden-Waal-streek. Even
wel, de gunstige bepalingen voor dit korps
bestonden voor het zyne niet; het werd dan
ook waarschynHjk uit nog andere bestand-
deelen samengesteld dan uitsluitend uit
personeel van het jachtpersoneel. Volgens
de volksoverlevering men denke aan de
Versjes moeten er nog al vrooljjke kna
pen bij gediend/hebben, maar vreemd is
het, dat niemand bepaalde feiten weet mede
te deelen.
DÜHWHLAND.
Een radio-rede van rijkskanselier Briining.
Duitschlands nooden.
Rykskanselier dr. Briining heeft gister
avond voor de microfoon zyn aangekondig-
de rede gehouden, die door alle Duitsche
zenders werd verspreid en, na vertaling in
het Engelsch ook naar buitenlandsche,
vooral Amerikaansche zenders werd gere
is yeerd.
De rykskanselier verklaarde o.m. Het
Duitsche publiek heeft er recht op, door de
lyksregeering te worden ingelicht over de
gebeurtenissen der laatste weken. Reeds
zes weken geleden heb ik langs dezen weg
tot het Duitsche volk gesproken en gewaar
schuwd tegen de illusie, dat wij van van
daag op morgen van al onze nooden bevryd
zouden worden. De gebeurtenissen hebben
my in het gelyk gesteld. In die weken zyn
van de banken voor milliarden aan credie-
ten op korten termijn onttrokken. Dit be-
tee kende voor het Duitsche economische
leven een plotseling en gevaarlijk bloed
verlies.
Het Duitsche volk heeft deze zware be
proeving met voorbeeldige rust gedragen.
De Rijksdag heeft in overeenstemming met
het verlangen der regeering afgezien van
streek haar over het haar met haar ruwe
handen.
Wat ben ik blij je te zien, en al heb je
geen vrienden* en niemand, die zich aan je
gelegen laat liggen, oude Nance is er toch
nog altijd, om van je te houden.
Ja hoor, Nance, dat weet ik! Wat zeg
je van mijn nieuwe jurk? vroeg het meisje,
en ze hield met twee handen haar rok uit
voor de bewonderende blikken van de
vrouw.
O, wat is dat prachtig, eu zoo fijn en
zacht! Maar het is wit. Je draagt altijd wit!
Ja, ik houd zoo van wit.
Wat herinner ik me nog beet, dat ik je
je eerste kleertjes aantrok
Daarover wilde ik wel, dat je me wat
vertelde, Nance Ik hoor die oude geschiede
nis zoo graag
Na de thee dan, wa
gaan halen en ik moet
Dan zal ik het water gaan halen, zei
Valmai, ga jij dan melken.
Toen het noodige huiswerk gedaan was en
het knusse kamertje door de vlijtige handen
vim Valmai gezellig was gemaakt en de bei
de vrouwen genoten van de thee en het ge
roosterde brood, zei het meisje: Toe.
Nance, vertel me nu wat er gebeurde toen
ik geboren werd, 7,00 lang geleden.
Voor mijn is het niet zoo lang geleden,
lieveling. Voor j<nf is het een menschen-
leven, maar voor mij De blauwe oogen
vulden sich met tranen en de dorre lippen
trilden, toen het verleden haar weer voor
den geest kwAm.
door den minister gerichte voorstel luidde
in groote trekken als volgt:
„De adressant alreeds door tusschen-
komst van den heer Minister van Binnen-
landsche Zaken (De la Coste, een Belg) de
toezegging van JJ. M. ontvangen hebbende,
dat, wanneer de omstandigheden zulks
noodzakelijk mochten maken, van de aan
geboden diensten met vertrouwen zal wor
den gebruik gemaakt en ik zelf geen an
dere dan goede gevolgen van een zoodan»t
onderneming kunnende verwachten^ blijft
my niets anders over, dan het tegenwoordig
verzoek te ondersteunen en Uwe M. voor te
stellen, om, bij onderseneiding van de vrij
willige Jagers bestaande uit studenten,
deze compagnie te noemen „Vrijwillige Ja
gers van Van Dam” en my voorts te willen
machtigen om ten aanzien dezer compagnie
te handelen, evenals zulks geschiedt met de
vrijwillige Jagers van Leiden en Utrecht,
enz.”
Den volgenden dag werd door den Koning
goedkeurend over dit voorstel beachikt.
Niets, dan alleen de manschappen, ontbre
ken nu nog aan dit korps, waarvan met
reden iets te verwachten valt.
Op 14 October bericht de generaal de
Eerens aan den van Dam, dat de ko
ninklijke goedkeuring is verkregen en dat
de minister met den oprichter in overleg
wensoht te treden over het benoemen van
officieren, zoo noodig Van onderofficieren,
Weeding, bewapening, onderscheidingstee-
kenen „als anderszins”.
Den 28sten werd Van Dam tot Majoor be
noemd, echter buiten 'bezwaar voor de
schatkist „willende een bejriifl Jtfven van
onze tevredenheid den yver en ge
hechtheid aan vorst en vaderland”. Op die
gehechtheid en ijver valt niets af te din
gen, maar er was toch nog een andere re
den, waarom Z. M. tot dat besluit kwam.
Van Dam van Isselt was lid van de Staten-
Generaal en daarin mochten geen officieren
zitting hebben, met een lageren rang dan
dien van majoor.
Omtrent de Jagers van Van Dam is al
heel weinig bekend. Volgens het stamboek
hebben er 413 man by het korps gediend.
By den veldtocht was de sterkte 233 man.
Van één dezer jagers is het de moeite waard
vermelding te maken, namelyk van den 60-
jarigen heer Daniël de Vos Brouwer. Deze
was met van Dam persoonlijk bevriend en
evenals hy oud-vrywilliger van 1815. Nau
welijks had hy vernomen, dat door van
Dam aanvraag was gedaan om een vrijwil
ligerskorps op te richten, of hy schreef „dat
hij zeer gaarne daarbij zou worden opgeno
men; zyn oude beenen zoudeö het nog wel
kunnen uithouden, zyn oogen waren nog
goed, zyn hand nog vast genoeg om den
kogel uit de buks te brengen waar hy hem
hebben wilde”. Van Dam moest maar be
richten, wanneer hy hem kon gebruiken, hy
was elk oogenblik gereed. Toen de com
pagnie aantrad om af te marcheeren, ont-
den met het vaste land, maar bij vloed
Goeden morgen, zei de dominee, we
zien je toch op de markt?
Ja zeker, antwoordde CardQ, tot
stiakn! En hij hield zijn paard even in, om
geen last te hebben van het door het rijtuig
opgejaagde stof.
Vahnai’s hart klopte onstuimig, want ze
zag opeens Cardo afstijgen en in gedachten
verzonken in het groene dal ataren. Zijn
blik werd vroolijk eu zijn oogen gnngen
stralen, wat haar hart nog levendiger deed
k'oppen en haar wangen nog meer kleuren.
Maar ze verschool zich nog dieper in de
schaduw, en durfde pas weer kijken, toen ze
het paard hoorde voortgaan. Toen boog ze
over de leuning en keek Cardo na, hoe hij
met zijn bneede schouders, zijn vaste hand
aan de teugels, stevig in het zadel gezeten,
verder galoppeerde.
Ze voelde zich diep-gehikkig, toen ze haar
weg langs het beschaduwde pad voortzette.
Wat hinderde het, dat ieder oogenblik de
wind sterker werd en de takken boven haar
kreuden en kraaktenWat kxyam het er op
aan, dat de vogels zwegen en dat het ge
bulder van de zee op grooter afstand hoor
baar was dan gewoonlijkZe zou naar huis
gaan om haar karig maal van bruin brood
en pap te gebruiken En ze zou naar Yni-
sour gann ai een bezoek brengen bij Nance
Owen, die, voordat haar ouders Wales had
den verlaten, haar kindermeisje was ge
weest.
Ondanks den aanwakkerenden storm be
reikte ze de kust en sloeg den weg naar
Ynisour in, een eilandje, of liever: een
•chiereilandje. Bij eb was het door een reekft
JAGERS VAN VAN DAM.
Waarom dit korps eigenlijk zoo populair
was, heeft men niet kunnen ontdekken.
Verder dan het bekende liedje:
in
deze beide poëzie-pronkstukken omschreven
dapperheden, verspreiden zy al heel weinig
licht over de meerdere verdiensten van dit
korps tegenover de andere. Waarschynlyk
is de echt-Hollandsche naam „van Dam”
een dankbaar onderwerp geweest voor de
volksdichters van dien tyd en is daaruit de
populariteit gegroeid.
De heer Edmond Willem van Dam van
Isselt, lid van de Tweede Kamer van de
Staten-Generaal, behoorde tot de eersten,
die by het uitbreken der revolutie hun dien
sten aanboden. Toen die aanbieding langen
tjjd onbeantwoord bleef, betuigde hy daar
over zijn bevreemding in een schrijven aan
den directeur-generaal van Oorlog, gene
raal de Eerens.
Het antwoord van den generaal de Eerens
liet niet lang op zich wachten. Den llden
Oct. 1830 werd geantwoord, dat het adres
aan .den Koning was aangeboden en dat
adressant binnenkort daarop het eindbesluit
kon tegemoet zien. Het aan den koning
Daar kreeg ze het steile pad door liet
struikgewas in het oog. Ze dacht aan Corda
en, in de hoop, hem te ontmoeten, daalde ze
vlug naar de rivier af. Maar niete dan ab
solute eenzaamheid vond ze aan de Berwen.
Benedlen in hdt> dal voelde ze den wind
niet, maar in de toppen der boomen lioordta
ze hem bulderen. De vogels waren stil, de
hemel was grauw, en een gevoel van som
berheid overmeesterde haar, toen ze door de
struiken voortliep, tot ze ten slotte de brug
bereikte, waar Cardo en zij den avond van
hun eerste kennismaking hun kruidkoek
hadden gegeten. De weg, op dien avond zoo
stil en verlaten, was nu vol drukte en ver
tier, en toen Valmai, dichter bij gekomen,
de menigte voetgangers en voertuigen zag,
aarzelde ze even om dén weg op te gaan’
maar keek eerst door de takken naar de
voorbijgangers, di’e allen naar de markt en
de kermis op Langton gingen.
Plotseling hoorde ze wielgeratel, en in een
wolk van stof zag ze den dominee der aan
grenzende gemeente met zijn twee mooie
dochters. Juist naast de brug werden zy
door een jongen man te paard ingehaald en
aangespro&CTi. Valmai herkende de stem, en
door het groen heen zag ze Cardo, een krach
tige figuur te paard en heelemaal een heer
Hij nam beleefd zijn hoed af en de dominee
beantwoordde zijn groet hartelijk, terwijl de
jonge dames hem lachend en blozend toe
knikten. Want Cardo was buitengewoon ge
zien bij de meisjes in de buurt, door zijn
knap uiterlijk en den rijkdom van zijn
vader, en het geheimzinnige van den zwijg-
zamen dominee hulde ook diens zoon in een
ietwat romantisch wui,
door den Res.-Luit. M. Pont.
III.
Nu wy de Jagers van Valkenburg bespro
ken hebben, het Korps dus, dat ditmaal niet
uit studenten bestond, komen wy tenslotte
ook by de compagnie vrywillige Jagers
van Bookmaker.
Allereerst de opmerking dat Bookmaker
hier niet de oprichter is, zooals hy <1° an-
uere vrijkorpsen, van de compagnie Jagers,
naar hem genoemd. Rookmaker was door
den Koning persoonlijk als commandant
benoemd, alvorens het korps nog was opge
richt, hetgeen ongetwijfeld veel er toe heeft
bijgedragen een voldoende aantal vrijwilli
gers te doen toetreden, zoodat tot oprich
ting kon worden overgegaan. Inderdaad
was de persoon van Hendrik Bookmaker
een goede bekende in de militaire wereld.
Vergelijken wy slechts zyn staat van
dienst:
„Hendrik Bookmaker (of Rokemaker) is
geboren te Arnhem 16 Juli 1786. Trad in
dienst als Jager by het derde bataljon per
J Maart 1799 (dus op dertienjarigen leef
tijd!!) Korporaal by het 9de regiment van
linie 20 Mei 1807. Sergeant idem 20 Juni
1807. Sergeant-Majoor idem 10 November
1807. Kwartiermeester adjunct by het derde
regiment (dat ia 1810 by de inly ving by
Frankryk door Napoleon het 124e linie-
regiment werd) den 18en October 1809. 1ste
luitenant bij hetzelfde regiment 20 Juli
1811. Kapitein bij het tweede regiment
étrangers 4 September 1812. Ridder van
het Legioen van Eer 15 December 1813.
Volgens twee overplaatsingen in denzelfden
rang. Met demissie uit Franschen dienst 4
Juni 1814. In Nederiandschen dienst! Ka
pitein by het 11de bataljon nationale mili
tie 20 Juni 1814. Gepensioneerd als kapitein
by de derde afdeeling infanterie 18 Juni
1822. Gedane veldtochten: 1806 in Pruissen;
1807 in Zweedsch Pommeren; 1808 in Noord-
Duitschland; 1809 idem in Zeeland; 1812
met de groote armee; 1818/14 in Tyrol en
Italië. Geblesseerd by de affaire van Mar
co in Tyrol, 22 October 1813, door een ge
weerkogel in den voet en in de bataille van
Mentio, den 8sten Februari 1814 door een
bajonetsteek. (By koninklijk besluit van 14
Juli 1833 benoemd tot majoor-titulair!)
Bookmaker overleed te Haarlem, den 17den
September 1860. Het pensioen was betaal
baar gesteld te Amsterdam, hetgeen onge
twijfeld zyn laatste woonplaats is geweest.
De regeering ging zeer voorzichtig te
werk by het oprichten van vrijkorpsen.
Een geweldig aantal aanvragen is binnen
gekomen, doch de meeste werden afgewe-
Een goede reputatie gaat ver; een
slechte reikt verder.