DEUGDELIJKHEID
0 der waar,
PIRIK
ma
Er was er eens „Huismuziek"!
I X
Beheerschars van het voetlicht.
Damrubriek.
Voor kleine tuinen.
oorzaken. Ook de scheepvaart, de andere
verkeersmiddelen en eigenlijk iedereen voor
zichzelf stellen een levendig, belang in het
antwoord op deze vraag en kunnen op den
duur geen genoegen nemen met weersvoor
spellingen die onjuist blijken.
Qndenet^nijp beschrijving van het weer,
dat WU V(>or den winter 1951/1982 kunnen
verwachten, is dan ook niet heer dan een
poging tot, weersvoorspelling op langen ter
mijn; ik Beschouw m^elf piet als eep on
feilbaar weerprofcet, dpch slechts als een
meteoroloog, die op grond van gemaakte
berekeningen, in verband met vele en veler
lei waarnemingen, tot een overzicht van de
te verwachten weersgesteldheden is geko
men. Kortweg kan gezegd worden, dat de
komende wintej zeer zacht zal wezen. De
neerslag zal niet zoozeer bestaan uit sneeuw
doch grootendeels uit andere soorten, voor
al regen. Door het ontbreken van strenge
vorst kan een onaangename mistvorming
worden verwacht. Evenals de overgang van
den zomer na den herfst bijna ongemerkt
plaats vond, omdat de weersgesteldheid van
deze beide jaargetijden weinig verschilde,
evenzoo zal ook de overgang van den herfst
naar den winter zeer geleidelijk zijn. Tus-
schen winter en lente zat er echter een
groot verschil zijn, omdat Februari en
Maart kans geven op voTst en sneeuwval,
terwijl de eerste lentedagen al dadelijk bij
zonder mooi zullen zijn. De vraag, of er
in de gebergten veel sneeuw zal vallen, wat
in het voorjaar een hoogen waterstand ten
gevolge zou hebben, is nog niet te beant
woorden. Wel meen ik met zekerheid te
kunnen zeggen, dat de winter stormachtig
en onaangenaam wordt, zonder echter koud
te zijn.
Dat is dus het programma. Thans zal ik
trachten op een voor leeken begrijpelijke
wijze te verklaren, hoe ik hiertoe gekomen
ben. Van groote waarde schenen mij de
waarnemingen van boeren, tuinlieden en
dierenbezitters. Zy bleken allen van mee
ning te zijn, dat planten en dieren zich op
een zach'tèn winter met gunstige voedings-
voorwaardeft hebben ingesteld. Zoo begin
nen de vogels pu pas te ruien, een verschijn
sel dat slechts by zachte winters voorkomt.
De veldmuizen voeden thans nog jongen op,
wat weer een aanwijzing is voor gunstige
voedngsvoorwaarden in den winter en deze
kunnen alleen aanwezig zyn by zacht weer
zonder langdurige vorst. Het instinct van
deze diertjes zpu hen wel waarschuwen, als
er een strenge winter te verwachten was,
waarby de grond bevroren raakte.
Dit heeft nu wel niets te maken met we
tenschappelijke berekening van de lucht-
stroomingen, zooals die door de meteorolo
gische stations wordt uitgevoerd, doch er
zijn tal van voorbeelden bekend, waarbij in
de vrije natuur opgegroeide herders of zee
lieden met jarenlange ervaring met zeker
heid weersvoorspellingen op langen termijn
kunnen doen door dieren w»ar te nemen en
dat langs dezen weg de minste vergissin
gen wordengemaakt. De meteorologische
stations in Amerika zien dit reeds in pn
nemen de natuur en 4e dierenwereld waar,
om hierdoor hun< meteorologische bereke
ningen aan te vullen en hun weersvoorspel
lingen betrouwbaarder te maken.
In dit verband lijkt het my ook van be
lang, dat in de streken, waar veel aard
bevingen voorkomen, de beyolking reeds
weken van tevoren een ramp vermoedt,
zonder det de zeismograaf nog de geringste
aanwijzing heeft gegeven. Dit komt, door
dat deze menschen nauwkeurig ap de hoogte
zyn van de gedragingen der dierenwereld,
die onrustig wordt en soms het bedreigde
gebied verlaat, wanneer het dierlijk instinct
reeds lang van tevoren waarschuwt voor
het dreigende gevaar. Hoe de dieren aan dit
instinct komen, is nog onbekend, doch het
is my'n vaste overtuiging, dat het gedrag
der dieren in' combinatie met meteorolo
gische berekeningen e» waarneming der
natuur gunstige resultaten mogelijk maakt,
als het gaat om weersvoorspellingen op lan
gen termijn. Het is te betreuren, dat waar
neming van dieren door vele geleerden nog
als bijgeloof wordt verworpen en daarom
niet wordt opgenomen onder de reeks van
wetenschappelijke waarnemingen, die ge
regeld worden verricht.
(Nadruk verboden.)
Van Kasteelen en Burchten
aan den Beneden-Rijn.
Wie kent niet door het werk van Richard
Wagner de sage van Lohengrin, den ridder
van den Heiligen Graal, die onbekend en
vol geheimatanig© kracht, in een door een
zwaan getrokken bootje aangedreven kwam
om te pleiten voor de onschuld van Elaa van
Brabant? Wie weet echter, dat 'de burcht,
waar dit wonder volgen» de sage geeohied-
dej nog heden bestaat? Het is ie Zwanen-
hurcht aan den Duitschen Beneden-Rijn.
Burchten aan den Beneden-Rijn, un een
uitgestrekte, groene laagvlakte? Deze vraag
was te verw&chten. Men kent wel de be
roemde kasteelen en ruines, die den Rijn in
het middengedtee/fte van f ijn loop begeleiden
door het gebergte en aan dit landsohap zijn
eigertlijke romantische bekoring en zijn we
reld vermaArdhefef verleenen. Wié dien Rijn
gezien hééft.' dweept er mee. Maar burchten
ean den Béneden-Rijn?
Inderdaad1: (Jok daar vindt mexi kasteelen
en burchten, wrier uiterlijk tót op den dag
van heden vrijwel onveranderd behouden is
gebleven, die rijk zijp aen heerlijke kunst
werken, rijker echter nog aan herinneringen
uit sage en geschiedenis. Dichters, vorsten
en Staatslieden, die eerak téiding gaven aan
de Europeesohe geschi^entó, léven in de
kroniek dezer kasteelen voort.
Latpn wij U eerst wat vertellen van de
Zwanenl.urcht (Schwananburg), die indruk
wekkend hoog boven het oude schilderach
tige stadje Kleef troont, en het gènsche uit
gelekte gebied van den Beneden-Rijn be-
heerscht Terwijl 9» overige burchten over
eenkomstig het karakter van het vlakke land
als waterburchten in de laagvlakte zijn op
gericht, ligt de Zwanen burcht, als eenige,
trotsqh op den vuitiooper van ecu uitgestrek- i
te bergketen. De geweldige vierhoekige
hoofdtoren, de Zwanentoren, aldus genoemd
naar den grooten metalen zwaan, het em
bleem van de gewezen hertogen van Kleef,
zou, volgens de traditie reed» door Julias
Caesar zyn opgericht. De geschiedenis houdt
er intusschen een ander oordeel op na, maar
liet staat vaiit, dat de oude Romeinen reeds
op deze plek, vanwaar men een goed uitzicht
had tot op Nederlandsch gebied, een wacht
toren hadden opgericht. Het oudste deel van
de tegenwoordige burcht werd in de Xllde
eeuw opgericht door de Graven van Kleef,
die beweerden van den Graalridder Lohen
grin af te stammen en daarom oo»k 'n zwaan
ju hun wapen loerdenf Gedurende langen
tijd was de Zwananburch'f de grootste burcht
aan den Rijn, met haar talrijke torens, bin
nenplaat sen, een wereldvermaard paleis met
uitgestrekte bijgebouwen. Steeds vertoefden
luier hooge gasten. In de Middeleeuwen
bloeide hier een geestelijk leven. Hier dicht-
te de Minnezanger Henderik van Veldeke
zijn „Eneit" ongeveer op hetzelfde tijdatjip,
dat hier de sage van Lohengrin voet vatte.
Hier behaalde Otto, de zoon van den Land-
graal van Hessen, als jager verkleed, bij
ten schuttersfeest de overwinning, waardoor
luj de dochter van de Graat van' Kleef tot
vrouw kreeg.
Gedurende Langen tijd was de burcht de
zetel van het Humanisme aan den Beneden-
Kijn. Hier was toen Koenraad von Hercs-
bacfi, de vriend van Erasmus van Rotter
dam,, iet raar van de zoons van den hertog.
De burcht beleetde m de XV 11de een nieuw
tijdperk van bloei. Zij was het iievehngs-
ver blijf van den Grooten Keurvorst, die
hier de eerste jaren van zijn huwelijk door
bracht. Up de Zwanenburclit werd zijn
troonopvolger geboren, de latere eerste Ko
ning van l'ruisen Frederik 1. Hier heelt
ook Prins Mauribs van Nassau—tiiegen, de
geniale Stadhouder van den Glooien Keur
vorst, die als Nedevlandsch veldmaarschalk
en als kolonisator van Braauié, als diplo
maat en als weldoener van zijn land be
roemd i3 geworden, zijn zetel gehad. In
dien tijd ontstond ook de sage van de „witte
vrouw d,ie 's nachts onheil verkondend,
door de zalen van de Burcht dwaalt en ook
in het Berlijnsche fctlot der Hohenzollern
werd gadegeslagen. Uit dit tijdperk dagtee-
kent ook het volksgeloof, dat de zwaan op
de torenspits luid huilt, wanneer de west-
storm door zijn veeren fluit. Ofschoon in
den loop der eeuwen talrijke gebouwen ver
dwenen zijn, is de burcht ook heden nog
zeer indrukwekkend Wanneer Tn warme
zomernachten de maneschijn haar torens en
gével3 betoovert. zou nog steeds een Elsa
van Brabant van den hoogen trans kunnen
uitkijken naar haar held en redder Lohen
grin
Kijkt men van de Zwanenburcht naar het!
Dosten, dan valt de blik op een spitsen
tpren. Hlot Moyland. (Jok deze waiter burcht,
ip®t haar talrijke torens, behoorde toe aan
dfe Pruisische Koningen, voor zij door de
Nederlandsohe barons van Steengracht werd
vérworven. Deze wonen ook thans nog daar.
Ir. dit Slot heelt Frederik de Groote op het
einde van den zomer van 1740 zijn eerste
ontmoeting met Voltaire gehad. Men toont
heden nog den zetel, waarin de koning zat.
Ken geschilderd portret van Keizerin Maria
Theresia van Oostenrijk, dat de Koning met
zijn degen heelt gescheurd, verraadt de ge
dachten, die hem onmiddellijk voor het be
gin van den eersten Silezisohgji oorlog, ten
opzichte van Oostenrijk bezielden.,
Naet ver van Moyland slaapt tusschen
hooge populieren, wild woekerende vlier
struiken en stilstaande grachten een Slot,
dat ook een belangrijke rol in de geschiede
nis van Frecbeiik den Grooten heeft ge
speeld: Slot Rosenthal. Het herinnert aan
het conflict tusschen den jongen Kroon
prins Fredemk en zijn strengen vader Fre-
derik Willem I. Frederik, die er genoeg van
had onder de streng# voogdij van zijn vader
te leven, was met hulp van zijn vriend Kat
te gevlucht, echter weer gevat en zou nu
door den Krijgsraad te Wezel a. d. Rijn
worden gevonnast. Zijn vader leidde zelf het
verhoor van zijn weerspanmgen zoon en ver
loor daarbij zoozeer zijn relfbeheersching,
dat hij zijn degen greep om zijn zoon te
doorboren Op dit oogenblik wierp zich de
bedaagde generaal von der Moeel tusschen
vader en zoon en redde aldüs het leven van
den jongen prins. Frederik heeft de dappere
daad van den generaal nooit vergeten en
toen hij aan het bewind kwam, schonk hij
hem de heerlijkheid Rosenthal, die nog
heden door de von der Moeels wordt be
woond.
Niet steedg hebben de Burchten een zoö
onmiddellijke rol in de geschiedenis ge
speeld. Zij, ctae bescheiden op den aohter
grond der historie staan, onderscheiden zich
echter vaak door rijkdom van vormen en
inrichting. In de nabijheid1 van Kevelaer,
het vermaarde oord, dat elk jaar door dui
zenden bedevaartgangers wordt bezocht, lig
gen twee heerlijke burchtenSlot Haag en
Slot Wissen. Op het eerste wonen sinds
eeuwen de von Loe's, op het, tweede de
Dijksgraveai von Hoensbroich. Vermelden
kunnen wij nog Slot Kriekenberg aan de lie
felijke Krickenbecker Meren, Slot Millen-
donk, de oude „Kempener Burg" in de stad
van den grooten geleerde Thomas van Kem
pen. Slot Harff in het da,l van óe Erit, Zij
allen liggen afzijds van den Rijn, waardoor
zij vei-moedei ij k voor de vernieling gespaard
zijy gebleven, wat helaas niet met een der
geweldigste burchten aan den oever van
den Beneden-Rijn is geschied!; De Palt3 van
Keizer Frederik Barbarossa te Kaïserwerttt
bij Duseeldorp. Nog heden getuigen de ba-
z alt-rui nee van de trotsche pracht, die hier
eens werd ontplooid1, maar ook van het. ge
weld waannede de Kemserlyke en Geallieer
de troepen hier in 1702 hebben huisgehou
den In de ruïne van Kamerwerth vindt,
men een laatste herinnering aan de roman
tiek van de burchten van den Midden-Rijn.
Een offer der toekomst huismuziek.
Een gesprek met Generalmusikdirektor
Prof. Dr. Julius Prüwer.
De steeds voortschrijdende mecha
niseering der muziek doek de vraag
rij aen, of de karakteristieke huis.
muziek niet in het gedrang zal ko
men. Onze correspondent heeft deze
kwestie besproken met Geneaalmu-
sikdirektor Prof. Dr. Julius Prüwer,
den verdienstelijken hoogleeraar aan
het Berlynsche Staatsconservatorium
en dirigent der Berlynsche Ph'ihar-
moniker. Prof. Dr. Julius Priiwer
heeft de volgende meening geuit:
Het staat! buiten ktff, dat ons muziek
leven door de buitengewone mechanisee-
ring sterk wordt beïnvloed. Gramofoonpla-
ten, klankfilms en Omroep vooral dreigen
een voornaam element van ons muziekleven
geheel uit te schakelen: de huismuziek. Er
zullen zekerlyk menschen zyn, die dit ver
lies niet zullen betreuren, dat hangt volko
men af van de ervaringen, die zy op het
gebied van de huismuziek hebben opgedaan.
De deskundige echter bekykt deze kwestie
met geheel andere oogen.
Inderdaad is de huismuziek der vroege-
ren tijd meestal uitgevoerd door meer of
minder talentvolle dilettanten, die een ge
not vonden liggen in het musiceeren en die
soms hun genot zoodanig de vrijen loop
lieten, dat de resultaten dan verre van mooi
waren. Wie het geluk of liever de pech
had, veel in families te verkeeren, waar
de huismuziek op een dergelijke wyze werd
uitgeoefend, dieni moet men het thans ook
vergeven, dat zij de verdwijning van zyn
kwellingen toejuicht. Gelukkig zyn deze
menschen in de groote minderheid. Wij, mu
sici, weten dit dillettantisme op waarde te
schatten. Ieder accoustisch genot moet zich
tènslotte eerst op dilettantistische wyze
uiten, want genieën als bijvoorbeeld Mo
zart, die als byna volleerde musici ter we
reld komen, zijn totnogtoe steeds groote
zeldzaamheden geweest. Is het verlangen
naar muzikale prestaties echter aanwezig,
dan wordt dit verlangen ook steeds bege
leid doqr den drang om steeds heter te
willen en steeds moeilijker werk te ver
richten op dit gebied. Deze progressieve
legt echter den grondslag voor
begrijpen der muziek in het algemeen
en dit begrijpen vormt tenslotte het ideale
concertpubliek. Dit kwam voornamelijk uit
in den tijd, toen het nog tot de meest
elementaire beginselen van een goede op
voeding behoorde, het een of andere instru-
ment maakte dan uit of hij of zij zich als
levenstaak de muziek zou kiezen. Dat was
ip den tijd, vraarin de kamermuziek als
huismuziek in vele gezinnen aan te tref
fen was, en toen men zelfs musici enga
geerde om zijn salop te kunnen vullen met
mubliek, dat <>P 6611 hooK geestespeil
stond, dat het dieöfnuziek zou kunnen be
grijpen. Het Duitsche volk is altijd wel
het volk geweest, dat liet meeste ophad
met de huismuziek. Vandaar ook, dat wij
Duitschers het méést onder de mechani
sering dor toekomstmuziek zullen ie lijden
hebben.
Het muzikale genot en de vreugde, die
men aan de huismuziek beleeft, is nog wel
aanwezig. Maar een voortschrijdende elec-
trotechniek verleidt het volk echter tot een
soort gemakzucht, die tenslotte zal voeren
tot de ondergang van de huismuziek in het
byzonder. De vervolmaking der opname
techniek voor gramofoonplaten brengt het
met zich mede, dat de gramofoonplaat
zekere muzikale genietingen biedt, die voor
een dillettant in de meeste gevallen onbe
reikbaar zijn in origineelen toestand. De
omroep biedt dag in dag uit zoo'n keur van
muzikale bydragen, grootendeels van de
beste artisten, dat het verlangen naar mu
ziek rijkelijk bevredigd wordt. Het is aan
hèm te danken, dat de werken der muzikale
cultuur zelfs in streken doordringen, waar
zij vroeger zelfs niet by name bekend wa
ren. Maar ook de Omroep verleidt tot ge
makzucht en tot gedachteloosheid. Het
ia natuurlijk gemakkelijk zich door
draai aan een knop een volledig concert te
verschaffen, dan door eigen arbeid zich zoo-
ver te oefenen, dat men zelf op muzikaal
gebied iets presteert. De vreugde van het
^elf-kunnen'', welke zooals bekend is
de grootste bevrediging verschaft, wordt
daarmede van den beginne af aan uitge
schakeld.
Deze verwoestende werking der gemecha
niseerde muziek wordt nog vergroot, door
de nooden der tijd. Kan men het tegen
woordig iemand kwalyk nemen, wanneer
hy muziekonderricht voor zoover hy dit
voor zyn beroep noodig heeft of zelf geen
muziekleeraar is als een overbodige luxe
beschouwt? De troostelooze toestand van
onze muziekscholen en de nood van onïe
muziekleeraars geeft een duidelijk antwoord
daarop! Kan men het iemand kwalijk ne
men, als hy eerst er aan denkt uit zijn be
hoeftige omstandigheden te komen, voor
dat hy kaarten koopt voor theater of con
cert? Het eenvoudigste en meest primitie
ve verlangen naar muziek wordt immers
door de gemechaniseerde muziek ten volle
bevredigd? En als men hoogere eischen
stelt, schuift men deze terzyde, totdat er
betere tijden aanbraken! Dat is het heden...
"Hier is de nood van den dag c-en faotor
geworden, die de huismuziek tracht te ver
nietigen en die dé mechanische muziek be
vordert. Wiant afleiding heeft een mensch
noodig, vooral in moeilijke tydpn. En waar
toe komen wij dan? Tot de klankfilm
mechanische muziek. Tot de radio me
chanische muziek. Tot de gramofoon
mechanische mrnziek. Tot het café me
chanische ntuzKek, pierement en electrisch
orgel vieren, hofogty! Zoo is het heden...
4 kortom de toekomst van heden is dus
ongeveer zóó: De gemechaniseerde muziek
draagt heel veel bij tot een afstomping
vin de fyne smaak, want het gros van het
publiek (en deze toestand vindt ook al weer
zijn oorzaak in de slechte economische om
standigheden) geeft den voorkeur aan de
schlagermuziek met haar lichte trivaliteit.
Dat blijkt wel het sterkst hieruit, dat de
verkoop van gramofoonplaten met klassie
ke muziek sterk teruggegaan is en de fa
brikanten gedwongen waren de prijzen
daarvoor belangrijke te verminderen. De
huismuziek is beperkt tot slechts enkele
volgelingen en dreigt geheel en al vtan het
tooneel te verdwijnen. Onze jeugd ont
breekt de aanleiding tot dillettantische
oefening en vorming. Misschien staat alleen
de saxofoon nog in de gunst, maar dat is
dan ook alles! Dientengevolge zal binnen
enkele jaren de huismuziek, als er ten
minste niet met alle macht hiertegen ge
streden wordt totaal uitgestorven zijn
en een der sterkste bronnen, waaruit onze
artistenwereld haar krachten putte, ge
dempt zyn.
Voor den beroepskunstenaar is van eenig
gevaar natuurlijk geen sprake. Integén-
deel hij is door zijn eigen arbeid, door
zyn eigen prestaties tegen deze verwoesten
de invloeden beschermd. De tegenwoordige
nood is echter wel een gevaar voor hen, die
eerst van plan waren het beroep van mu
sicus te kiezen. Duizenden, die vroeger in
dit beroep hun brood volop verdienden, zijn
tegenwoordig gedwongen huh werkkracht
in andere banen te leiden, daafr er voor
hen geen bestaan meer in de muziek te vin
den is. Maar hoe is het met de overige be
roepen. Kan een kantoorbediende zich
tegenwoordig een bestaan verzekeren?
Neen immers! De beroepsmusicus, die ten
offer valt, heeft dus de schrale troost, dat
hy niet de eenige is, en dat het niet eraan
gelegen heeft, dat hij juist m u s i c u s ge
worden is, waar zoowelen de schuld op
werpen. Hierop heeft de gemechaniseerde
muziek wel zeker eenigen invloed. Maar
desondanks kan ik de hoop niet opgeven,
dat ook deze dingen eens anders zullen
worden. De verschijnselen, zooals wij die in
het tegenwoordige economische leven mede-
maken, zijn verschijnselen van een over
gangsperiode, die worstelt om nieuwe vor
men, nieuwe karaktertrekken in ieder
opzicht. Betere materieele verhoudingen
zullen ook weer een ruggesteun vormen
voor de origineele, en dus ook voor de huis
muziek. Dan zal het verlangen naar en de
vreugde in het zelf-musiceeren weer ont
waken, een verlangen dat thans op het
sterfbed ligt."
(iNadruk verboden).
RAADSELS VOOR DE JEUGD.
Oplossinge van de raadsels
van vorige week.
Een spaarvarken.
Elspeet.
Lotto.
Eind goed, al goed.
Vaars, kaars, baars, paars.
Moker.
De prys viel by loting ten deel aan
ADRIE DE WILDE, Kattensingel 85.
Nieuwe raadsels.
1. Soms ben ik een slof en
Soms deel van een dier.
En nu 't aantal letters
Het zijn er maar viert
2. Welke visch noemt een deel van je
lichaam
3. Op de beide kruisjeslynen komt een
plaats in ons land.
X
X
I X X X X X X X
X
x
X
le rij: een medeklinker.
2e ry: een drank.
3e ry: een timmermanswerktuig.
4e ry: de gevraagde plaats.
5e ry: een vervoermiddel.
6e ryeen meisjesnaam.
7e ry: een medeklinker.
4. Een vierkant stuk land is omringd door
een sloot. Aan den overkant van de
sloot is natuurlijk weer een ander stuk
land. Op het eerste stuk loopt een
ezeltje. Dat ezeltje moet naar den over
kant. Er is één plank over de sloot,
maar daar mag het ezeltje niet over.
Zwemmen kan de langoor niet. Hoe
komt Hy nu aan den anderen kant?
5. Mijn beide eerste deelen vormen een
voorwerp, dat zoowel in de kamer als
in de keuken gebruikt wordt, mijn derde
is het tegenovergestelde van hoog en
myn geheel is een water in Overljsel.
6. Verborgen plaatsen in het buitenland.
Toch had ik me Dina's huis gezelliger
voorgesteld.
Heeft Piet An geroepen of moet hy dat
nog doen?
Kan ik tegen fcwaalven op uw komst
rekenen
De hond groef alle botten weer op.
Oplossingen inzenden aan de redactie van
de Goudsche Courant, Markt 31.
slechfs de prijs, geef! den
doorslag. U zuli zich misschien wel
I eens door een schijnbaar gunstige
I aanbieding laten verleiden iets
minderwaardigs te koopen; maar
U keert toch gauw genoeg tot
het als werkelijk goed erkende
I terug.
I Hoeveel te meer is dat het
geval bij een geneesmiddel, het
welk toch dienen moet tot het
I terugwinnen van Uw gezondheid.
I U, als weldenkend mensch, zult
I daarom tegen hoofdpijn, rheuma-
I tiek, verkoudheid enz. steeds echte
I Aspirin eischen.
I De oranje-band en het Bayer-
I kruis waarborgen U het middel,
dat goed verdragen wordt en
I tegelijkertijd de beste uitwerking
liaan bil ongaichondan varpakklngan
an voor do ochthald werdan Ingaitaanl
Groningen: Noordel. Elftal
Noord-Hollandsche Combinatie.
Arnhem: Oostel. Elftal—Utrechtsch Elftal.
Enschedé: Twentsch Elftal—West. Elftal.
Breda: N.A.C.—-Zuidelijk Elftal.
Nymegen: Oostel. 2e kl.—Zuidel. 2e kl.
Apeldoorn: Oostel.
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
VOETBAL.
Programma voor Zondag 15 November.
K. N. V. B.
Wedstrijden voor het N. O. C.
Rotterdam: Rotterd. ElftalNederl. Elftal.
Gouda: GoudaWestelijke 2e klassers.
il. Jeugdelftal
Noordel. Jeugdelftal.
Amsterdam: AjaxHaarlemsch Elftal.
Leeuwarden: Leeuwarden
Noordel. 2e klussers.
Afdeeling I
4e klasse E.
Woerden: WoerdenVoorwaarts.
Amersfoort: QuickA.P.W.C.
Soest: Soest—Kampong.
Hilversum: VictoriaE.A.C,
Afdeeling II.
2e klasse A.
Dordrecht: O.D.S.—V.I.O.S.
3e klasse A.
Lefden: U.V.S.-L.F.C.
SchevenimjenScheveningen—Lugdunum.
3e klasse C.
Gorinchem: S.V.W.—D.O.S.B.
Leerdam: L.S.V.Leerdam.
Sliedrecht: Sliedrecht—Emma.
3e klasse D.
Rotterdam: de MusschenTransvalia.
Rotterdam: Coal—V.F.C.
Rotterdam: E.D.S.—Olympia.
4e klasse B.
Den Haag: W.I.K.—de Jagers.
Delft: O.B.—1Terlaak.
MoordrechtMoordrechtWaddinxveen.
4e klasse C.
's-Gravendeel's-Gravendeel—V.N.D.
Rotterdam: S.I.O.D.—O.S.S
Dordrecht: FluksR.D.M.
Reserve le klasse.
Rotterdam: Xerxes II-^Gouda II.
Rotterdam: Excelsior II—C.V.V. II.
Gorinchem: Unitas II—Sparta II.
Den Haag: H.B.S. II—D.H.C. II.
Reserve 2e klasse B
Schiedam: S.V.V. II—Olympia II.
Den Haag: H.V.V. II—V.Ó.C. II.
Dordrecht: D.F.C. II—R.F.C. II.
Rotterdam: Excelsior IIIFeijenoord III.
Reserve 3e klasse D.
Utrecht: Hercules 2—Alphia 2.
Utrechte Utrecht 2-O.N.A. 2.
Utrecht- Velox 3—Bodegraven 2.
Zeist: Zeist 2—G.8.V. 2.
G. V. B
le klasse.
Haastrecht 1Zwervers 1.
Olympia 3—Gouda 3.
O.N.A. 3—Moordrecht 2.
Schoonhoven 2—Gouda 4.
2e klasse A.
G.S.V. 3'Waddinxveen 2.
Lekkerkerk 2-Woerden 2.
2e klasse B.
Zwervers 2—O.N.A. 4.
Waddinxveen 3—Nieuwerkerk 1.
Gouderak 2—Dilettant 2.
Olympia 5-<ï. S. V. 4, 11 uur
3e klasse A.
Schoonhoven 3—Groeneweg 1.
Lekkerkerk 3—Woerden 3, 12 uur.
Nieuwerkerk 2O.N.A. 5.
Bosk. Boys 3Gouda 5, 12 uur.
3e klasse B.
O.N.A. 6Bosk. Boys 5, 11 uur.
Groeneweg 2Nieuwerkerk 3.
Zwervers 3Moordrecht 3, 12 uur.
I
Eventjes Lachen.
,Je moet het gras snyden, de rozen be
gieten, de geraniums planten en het gras
perk afronden."
De nieuwe tuinman: „Pardon mevrouw,
is dat het werk voor één dag of een vyf-
jaarplan?"
„Ik sprak gisteren Jansen in Riche-café."
„En, hoe gaat het met hem? Is hy al
getrouwd of moet hij zyn eten nog zelf
koken?"
„Alle twee."
„Maar juffrouw, die hoed wilt u me toch
niet aansmeren. Daarmee zie ik er als een
idioot uit!"
De juffrouw: „Pardon meneer, dat is de
hoed waarmee U binnenkwam."
„Sic transit gloria mundi".
Gianstijd en einde van een oppermachtig impressario.
Geen „kunst" pp de planken.
door
GEORGE O' OLAREN.
Het grootste Amerikaansche Thea-
terooncern, de Shubert Brothers
Company, is met een tekort van 20
millioen Dollar bankroet gegaan.
Dit is wel de grootste klap die het
V theaterleven in alle landen ter we
reld ooit heeft ondervondep. Het
faillissement sleept een enorm groot
aantal menschen met zich mede, het
geen men gemakkelijk kan begrij
pen, indien men bedenkt, dat de
Shuberts op Ziegfield na de meest
invloedrijke theateragenten waren,
die jarenlang de beschikking hadden
over enorme kapitalen.
Twee-en-veertig tooneelgezelschappen re
vuegezelschappen in New-York, 259 eigen
theatergebouwen en gezelschappen in de
Noord-Amerikaansche Staten, 48 reizende
ensembles, eigen theateragenturen in alle
hoofdsteden ter wereld, 2 eigen uitgeve
rijen met 4050 man personeel, reusachti
ge decor- en costuumwerkplaatsen, een
gigantische propaganda-centrale in New-
York... ziedaar de Shubert's!
Samen met Ziegfield de grootste
revueman der USA beheerschten zy
byna onbeperkt de talrijke groote en kleine
theaters van Amerika. Een wenk van hen
en een klein, vergeten koorrneisje of
girl met «en- weekgage van 15 Dollars werd
een schitterende ster met een inkomen van
2C.000 Dollar per moond. Een onheilspel
lende rimpel tusschen de oogen van een der
Shuberts en de zooeven nog met huizen-
hooge letters op gekleurde affiches aange
kondigde ster verzonk in vergetelheid. Aan
duizenden en duizenden hebben de Shuberts
arbeid en brood en goed brood ook!
versohaft! En diezelfde duizenden hebben
gebeefd voor de beide geweldigen, die er
gens in New-York achter dikke deuren in
hun weelderige apartementen zaten
slanke mannen, met smalle bleeke holle
roofdiergezichten, selfmade-men in den
meest letterlijken zin des woords en die
vanaf hun schrijftafel de Amerikanen
voorschreven: „Dit moet jullie bevallen en
(Ut moet je afschuwelijk vinden!"...
Kunst? William S. Shubert, de oudste
der beide 'gebroeders en tegelijk de ziel van^
de geheele onderneming, toont in een bree-
de lach zyn geelachtige Yankeetanden:
„Kunst? De 'hemel beware me! Het theater
is een '„Gesch&ft", een strikt zakelijke
ekwestie!" En hij druk op het ivoren Hei
knopje... 'Beaiter ver3chynt Beater, het
factotum... een verwarde acteurskop, grijze
haren, kleine slimme oogjes en witte over
hangende wenkbrauwen. „Johny", verkneu
kelt zich William S. S." Willen wij in
kunst gaan doen?" „Kunst? Go to hell,
Sir! Ik dacht, dat wij theateragenten wa
ren?"...
De loopbaan der Shuberts is een typisch
Amerikaansche carrière.
Als zonen van Duitsche immigranten
deze Shuberts zijn geen Weeners, maar
Noordduitschers hebben William S. S.
en zyn kleine broeder in den beginne niet
eraan gedacht, theatermenschen te wor-
worden. William (geb. 15 Maart 1875) was
leerling in een drukkerij, daarna verrichte
hy arbeid op een farm, daarna boekhande
laar, 'waarbij hy failliet ging, toen werd
hy eerste huisknecht in eert groot hotel,
waar hy zonder opzegging van wegliep en
kwam tenslotte ergens in een circus te
recht! Dit laatste ambt greep hem zoo aan,
dat hy zich niet meer kon losmaken van het
circus- en variété-milieu. Niet flat de ar
tistenwereld zélf hem aantrok; dat impo
neerde de door de wol geverfde Yankee
niet meer! Neen, het was de enorme wyze
waarop het iBarnum-circus reclame wist te
maken! Vanaf dien dag wist William S. S.
wat hy wilde worden: reclame-agent!
William S. S. heeft zijn geheele leven als
een paard gewerkt, dat moet hem nage
geven worden. Hy heeft alles aangepakt,
wat in het belang van de Haken kon dienen.
Toen hy de 56-jarige in het Astorho-tel
to New-York vertelt gaarne van dien tyd
met geleend geld Directeur en eigenaar
van een café-chantamt in het „Wilde Wes
ten" werd, deed hy alles zelf: hy ontwierp
aanplakbiljetten, schilderde decoraties, tee-
kende costuum8 voor zijn artisten, hield de
boeken by, speelde voor conferencier, di
recteur, kassier en electricien, alles ver-
eeidgd in zyn persoon! Het interesseerde
hem totaal iniet, wat Hy zyn puHliek dat
daar bestond uit farmers, veehandelaars,
landbouwers, avonturiers, ambtenaren van
de kleine, ververwyderde stationnetjes,
burgers en schavuiten voorzette, maar hem
interesseerde alleen het hoe, het decorum,
de reclame!
Langzaam ging het omhoog. Langzaam
naderde hy heft hem gestelde doel: een
eigen huis op Broadway in New-York!
Maar daar huisde Barnum reeds, en
Ziegfield... en Stone, die alle reusachtige
variété's bezaten en daarin een sprookjes
achtige weelde tentoonspreidden. Eert zui
ver schouwtooneel op te richten leek Wil
liam S. S. toch te riskant! Dus... begon hy
met het theater! ,Hy kocht een huig in het
centrum der reuzenstad, engageerde een
»antal kunstenaars, nam Ben, zijn jongere
broer by zich in huis en promoveerde die
b*t dramaturg en artistiek leider. Zoo be-
to hy... tooneel te spelen!
He hoogste leuze der Shuberts luidde:
-Een suces moet men uitknypen als een
''Heen!" Een bepaald speelprogramma, een
ftcegeld repertoire kenden zy niet! Sloeg
®®n stuk ini, dan werd het in de New-York-
sche theaters gespeeld, zoolang er nog
maar betalende bezoeken kwamen. Abon
nementen, vjy kaarten, prysverlagingen
dingen, waarmede iedere Europeesche thea
terdirecteur rekening moet houden ken
den zy niet. „Wie niet wil betalen, moet
maar wegblijven!" Werd de cassette klei
ner, dan ging het geheele gezelschap op
tournee, reisde maanden ,en maanden soms
jaren achtereen door de provincie. Tour-
née's, die meer dan 2000 opvoeringen tel
den, waren lang geen zeldzaamheid by hen.
Een leger van' acteurs, musici, regis
seurs en technici was op deze wyze gere
geld onderweg. Een koppel agenten bereis
de het land, polste heft publiek, stelde in
getallen vast, hoe de stemming was en wat
het meeste succes zou hebben.
Om zich het alleenopvoeringsrecht van
een bepaald successtuk voor geheel Ame
rika te verschaffen, kocht het Shubert-
concern soms voor enorme bedragen de
tooneel-uitgeveryen op, totdat William S.
S. tenslotte zelf twee uitgeverijen opricht
te, waarvan de uitgegeven werken uitslui
tend op Shubert-tooneelen werden opge
voerd. Daar deze uitgeveryen al heel spoe
dig de beste tooneelschryvers als medewer
kers wisten te verkrygen, zal de concur
rentie in de provincie, de locale tooneel-
ondernemingfcn volkomen vast, kreeg nooit
een behoorlyk stuk in handen en worstelde
schrij-
50.000
„Ik ben
zei WiNam S. S
op klagelyke wyze met de klassh
vers.
Driehonderd en één theater
Shuberts in hun glanstyd! Bi
menschen stonden in hun dien'
de Ford van het theater!'
bevreden...
De Shuberts zyn verstandige, flinke, ge
slepen zakenlieden geweest. Waar zy „Ge
sch&ft" zagen, daar zaten zy achterheen
als de ware duivel! Maar ééns hebben zy
misgerekend en dat was- hun einde. Van
de doodan niets dan goeds!
Dat was, toen William Fox de Groote, de
op de klankfilm gestrande filmman hen een
productiegemeenschap voorstelde; de Shu
berts zouden acteurs en regisseurs aanstel
len en stukken leveren om te verfilmen,
dan zou Fox geld steken in hun concern en
Hy zyn filmcreclame de Shubert-theaters
een eerste plaats inruimen.
Had William S. S. toen deze kans aan
gegrepen, dan leefde de Fox-Film dezer da
gen waarschynly'k nog wel en waren zy
zelf niet ondergegaan. Maar zy waren
eigenzinnig en zeiden „neen".
En op dit „neen" zyn zy gestrand! Drie
honderd en één theaters zyn dezer dagen
gesloten! Byna 50.000 menschen werden
broodeloos. Twintig millioen Dollar tekort,
waartegenover slechts een klein bedrag aan
goederen staat, want de Shuberts hebben
in hun wanhoopsstryd tegen de klankfilm
en radio hun huizen hoog bezwaard. Twee
van hun theaters te New-York zullen in
handen komen van Ziegfield, een deel der
andere theaters zal omgebouwd worden tot
bioscoop. De 56-jarige, groote William S.
S. zal thans propagandaleider worden van
Mister Zuckor, de chef der Metro-Goldwyn-
Mayer. Na een voorbeeldige loopbaan en
een voorbeeldslooze val, eindigt hy zijn
carrière d£ór waar hy begonnen was: als
Reclame-agent...
Onder redactie van de Damclub „Gouda".
Secretaris de la Reyiaan 14, lokaal der
club, Markt 49.
Probleem No. 787.
Zwart schyven op: 5, 7, 8, 10, 15, 18, 19,
23, 28, 29, dam op 46.
Wit schyven op: 16, 21, 25, 30, 34/38, 41,
42, 48.
Probleem No. 788.
Wit schyven op: 5, 7, 8, 10, 14, 15, 18,
20, 26.
Wit schyven op: 19, 25, 28, 29, 31, 35, 37,
39, 41.
Oplossing van Probleem No. 785.
Wit speelt: 2718, 35—30, 82—28,
42-37, 48:19, 33:11.
Oplossing van Probleem No. 786.
Wit speelt: 29—24, 87—31, 31—27,
33 22, 41-36, 38—32, 36 9, 47—42,
44:2.
RUILBUREAU
voor bonsenpUutjoo.
Verzonden aan:
H. B. te Gouda: 33 Van Nelle's bons.
A. de J. te Gouda: 50 Zeewater aquarium
en terrarium plaatjes.
D. M. te Rotterdam: 1 compleet stel Zee
water aquarium en terrarium; 1 compleet
stel Paddenstoelen.
G. B. te Gouda: 44 linnenkastbons.
J. A. F, te Gouda: 58 Lever's bons.
M. de J. te Gouda: 61 Klaverbladplaatjes.
Corrie de J. te Gouda: 26 Klaverblad
plaatjes.
M. van H. te Gouda: 30 Dönszelmann's
bons.
Mevr. T. den U.O. te Gouda: 87 Dros
te's bons.
C. J. K. te Soest: 37 Droste's bons.
E. J. K. te 's-Graveland: 30 Droste's bons
en platen.
E. J. v. A. te Gouda: 11 Droste's platen.
B. D. v. N.W. te Boskoop: 28 Leupen's
platen, 17 Lever's boiis.
C. v. d. W. te Gouda: 104 Klaverblad
plaatjes.
P. W. B. te Gouda: 110 Cactussen bons.
E. v. W. te Gouda: 27 Cactussen bons.
P. C. S. te Gouda: 61 Van Nelle's bons.
Genoteerd voor:
Mevr. van B. te Gouda: 3 linaenkastbons
A. H. v. d. L. te Gouda: 66 cactussen bons
en 8 Hagzegels.
T. B—R. te Gouda: 194 Lever's bons.
B. D. van N.W. te Boskoop: 142 cactus
sen bons (zie mededeelingen).
A. B. te Gouda: 47 Klaverbladplaatjes.
B. v. d. G. te Gouda: 19 Lever's bons (zie
de mededeelingen).
Er staan nog genoteerd de navolgende
hoeveelheden Doste's bons of platen en wel
voor:
F. v. 2i. te Gouda: 24 stuks van d.d.
22-4-'31.
C. J. K. te Soest: 21 stuks van d.d."
13-5-'31.
E. J. K. te 's-Graveland: 43 stuks van d.d.
19-5-'31.
K. P. te Veenendaal56 stuks van d.d.
4-6-'3l.
T. den U.—O. te Gouda: 173 stuks van
d.d. 24-8-'31.
E. J. v. A. te Gouda: 54 stuks van d.d.
10-9-'31.
W. N. v. N.W. te Boskoop: 172 stuks
van d.d. 22-9-81.
P. v. E. te Gouda: 211 stuks van d.d.
12-10-"31.
T. den U.O. te Gouda: 10 stuks van d.d.
12-10-'81.
J. Sch. te Gouda: 67 stuks van d.d.
12-10-'81.
K. P. te Veenendaal: 25 stuks van d.d.
5-ll-'31.
Mededeelingen voor:
Mevr. K. P. te Veenendaal: d.d. 4-6-'31
noteerden we voor u 56 Droste's bons; d.d.
5-ll-«31 25 van dezelfde. U hebt er nog 7
voor, met een totaal v^n $53 bons, dus nog
een weinig geduld s.v.p. i
Mevr. van B. te Gouda: De Van Nelle's
bons zonden wy U retour, hebben daar voor
lopig voldoende van, meldden dit reeds in
enkele vorige rubrieken
Schura bons en Delta vierkantjes zyn niet
opgenomen, gaan duB eveneens retour.
B. de G. te Gouda: Van de Verkade's bon»
en plaatjes zyn alleen geldig by onze ru
briek Zeewater aquarium 2 punten en de
cactussen bons k 8 punten.
Alle voorgaande uitgaven hebben geen
waarde voor ons.
Coelingh's plaatjes of bons nemen we niet
op.
Mevr. B. D. van N.W. te Boskoop.
Plaatjes „Hoe heet die vogel" zyn ree£»-
lang opgenomen. U kunt ze dus^gerustrzén
den, maar niet aanvragen; zyn hiermede
reeds ver achter, te ver.
Mevr. T. den U.—O. te Gouda: Voor U
staan nog genoteerd d.d. 24-8-'31 173 Dros
te's bons en van 12-10-'31 10 Droste's bons.
Aanvankelyk waren we van plan voor-
loopig geen soorten bons of plaatjes uit de
aanvraag te onttrekken. Thans zyn we ech
ter genoodzaakt dit wel te doen.
We zyn ver achter met de Lever's bons.
Hebben op dit oogenblik af te leven aan
26 personen een totaal van 2164 bons, dus
gemiddeld per ruiler 83 stuks.
Accepteeren dus vanaf dit oogenblik geen
aanvragen om Lever's bons. Eerst willen
we „by zyn". V kunt natuurlyk wel inzen
den, elke hoeveelheid is ons welkom.
HET RUILBUREAU.
Verzorgt Uw grasveld in den herfst!
Voor het behoud van een mooi grasveld
is de zorg, die daaraan in den herfst wordt
besteed van het allerhoogste belang. Zon
der dat zal men in de lente slechts met veel
moeite en zorg een goed grasveld kunnen
verkrygen. Het gras groeit namelyk in den
herfst beter dan in eenig ander jaargetyde,
omdat het dan minder concurrentie onder
vindt van allerlei onkruid.
Het byvoegen van kunstmest kan ge
schieden op een dag, dat het gras droog is;
dddelyk daarna wordt het grasveld rijkeUjk
begoten om de kunstmest goed h» den bo
dem te laten doordringen. Het gras moet
trouwens steeds goed begoten worden, zelfs
wanneer het kouder wordt, hoewel men dan
uit den aard der zaak de hoeveelheid water
eenigszins kan verminderen.
Een grasveld, dat eenmaal mopi vol staat,
behoeft slechts op gezette tyden geheel met
water doorweekt te worden, doch met een
pas bezaaid veld moet men meer geregeld
begieten, om te voorkomen dat de grond aan
de oppervlakte droog wordt. De jonge gras
plantjes hebben n.l. zeer weinig wortel en
sterven daarom spoedig af, wanneer de
grond aan de bovenzijde uitdroogt.
Het grasveld moet dikwyis gemaaid wor
den, doch niet korter dan 4 c.M. H^J ia niet
goed, om het gras in den herfst naar wille
keur te laten groeien, omdat het dan ver
ward wordt en een deklaag vormt, die den
groei van het gras in de lente belemmert.
Vergeet de bloembollen niet!
De planten, die ons reeds in het begin
vian de lente door hun» bloemen genoegen
schenken, zijn meerendeela bolgewassen.
Deze behooren oorepronkelyk thuis m iooï-
bosachen of steppen en worden door de
theologische omstandigheden aldaar ge
dwongen om met den bloei aldaar zoo vroeg
mogelyk na het eindigen van den winter te
beginnen, omdat z(j het later niet meer
konden doen, in de loofbosschen wegens ge
brek aan licht, in de steppen door de groote
droogte. Onze meest geliefde voorjaarsbloe
men behooren tot deze groep: sneeuwklok
jes, crocus8en, narcissen en tulpen. Vooral
deze bolgewassen is het' nu de geschikte
planttijd; deze duurt nog tot halt Novem
ber. Wie een zonnig of half beschaduwd
hoekje in zyn tuin heeft, hoe klein ook, ver-
zuime niet een paar "van deze dankbare
planten een plaatsje te geven.
in de eerste plaats neemt men natuurlyk
een paar sneeuwklokjes, die reeds in Fe
bruari of Maart bloeien met hun mooie,
witte bloempjes, die inderdaad de sneeuw
kunnen trotseeren. Daarna bloeien de cro-
cussen in hun verschillende kleuren, doch
tegelykertyd ook de gel® snecuwster (chio-
nodoxa) en de narcissen. Vanaf Maart
bloeien zy aan de boschranden in rotstuin
tjes en in grasvelden met lossen bodem, in
April volgen dan de veelkleurige hyacin
then, de mooie blauwe en witte muscari, de
lichtblauwe sterretjes van de scilla. Even
rftooi zyn de in dezen tyd bloeiende trom
pet-narcissen met hun groote, mooi ge
vormde gele bloemen op stevige, lange ste
len.
Een nog grooter verscheidenheid van
kleur brengen begin Mei de tulpen. Zy heb
ben slechts één bezwaar: de vroegbloeiende
soorten geven ons een zeer kortstondig ge
hot. De later bloeiende Darwintulpen, die
ook in Mei nog wekenlang in bloei staan,
verdienen daarom de voorkeur. Ook voor
het vullen van geheele perken en als vaas-
bloem is deze soort daarom geschikt als
geen andere. Dit alles weegt wel op tegen
het feit dat zy pas half Mei hun eenigs
zins langwerpige, gesloten bloemvormen
vertoonen. Ook de stelen zyn lang en sterk
en de kleuren zyn mooier dan de vroeg
bloeiende, lagere soorten. Heeft men bed
den met planten, die pas in den zomer of
herfst bloeien, dan is het aan te radejv er
wat Darwintulpen tusschen te planten om
ook in de lente wat kleur te zien. De bollen
worden in den herfst in kleine groepjes 12
k 15 c.M. diep tusschen de andere planten
gelegd; zij schieten dan nog wortel, voor
dat de strenge koude invalt. Als zy het vol
gend jaar uitgebloeid zyn, wordt ook de
hoeveelheid blad steeds kleiner om ten
slotte geheel te verdwynen. De bollen ech
ter biyven in den grond leven en het schaadt
hen niets, dat in den zomer andere planten
over hen heengroeien. Het volgend voor-
jèar bewyzen zy toch weer hun levens
krachten door een ryken bloei.
(Nadruk verboden.)
Het zout der zeeën.
Het vodgende zyn wij zoo vry uit de Vra
gen van den Dag over te nemen
Duizenden rivieren stroom en van het vas
teland der aarden naar do zeeën en voeren
onnoembare hoeveelheden zoet water naar
de oceanen. Met zou daaruit at Leiden, dat
het zoute water der zeeën langzamerhand
een geringer zoutgehalte moet verkrijgen,
en eindelijk zoet wordt- Kik toch ia het om
gekeerde het geval. Want het zout der zeeen
wordt in werkelijkheid voortdurend aange
voerd door de zoetwater-houdende rmeren.
lie zonnewarmte doet het water aan de op
pervlakte der oceanen voortdurend verdam
pen de wind verbreidt dien waterdamp als
wolken over de aarde, au voornamelijk in
de berglanden condenseert die waterdamp
en voedt de regen de rivieren met zoet, door
de natuur gedistilleerd water, om als zoo
danig weer naai de zeeen terug te vloeien.
Maar dit water,, etroomend van ds bergen
en hoogten op weg naar de zee, wasoht de
verweerde aardkorst uit, en voert daarvan
opgeloste mechanisch gedragen stollen mede.
De laatste blijven in de laagten, waar het
si elstroomend water weer uk rust komt,
liggen, men kan dit na eiken regen in de
heuvelachtige streken van one land zien.
Maar de zouten der aardkorst worden opgei-
loet in het stroomeude watèr der rivieren
en aldua naar zee gedragen. De hoeveelheid
io de rivieren ie zeer gering. Maar terwijl
het water in de zee verdampt, bhjlt het zout
bij de distillatie daar voortdurend ach tor.
Daardoor is in den loop der vele eeuwen
het aangevoerde zout m de zeeën der aarde
verzameld, opgehoopt, la de verdamping van
het water veel grooter dan de toevoer, dan
ontstaat er sterke verzouting van het water,
vooral als de rmeren door sterk zouthou
dende aardlagen stroomen. Dat ziet men bij
vele steppenmeren, die daardoor zout wor
den, o.a. bij de Doode Zee, die een zoo sterk
zoutgehalte heeft verkregen, dat het leven
daarin gedood wordt. Het grootste zoutge
halte <fer zee vindt men in die streken, waar
de verdamping het grootst en de regenval
of aanvoer van zoet water het geringst w.
Gemiddeld is het zoutgehalte in de Noord
zee 3.5 pet., in de Zuiderzee 0.8 1.8 pet,,
in de Uoetzee 1.3 pet., in de Doode Zee 23.7
pot., in het Groote Zoutmeer van N.-A.
13,6 pet.
Naar het zoutgehalte heeft men getracht
den ouderdom der oceanen te berekenen,
d. den tijd da en de rivieren noodig gehad
hebben om den oceanen 't zout voor dit ge
halte toe te voeren Men ia daarvoor gefco.
men tot 150.00) millioen jaren.
GEMENGDE BERICHTEN.
Omgangsvormen.
Moderne briefat ijl. Vrije lichaams-
cultuurgroeten.
*in Het Kind scünjlt de redacteur D. L.
Daalder een aardig artikeltje over oiugangs-
vcimen in brieven. Hy deelt mede, dat „d®
oude gurue hem m Diaeven aanspreekt aas
„Weledelgeboren", „Zeergeleerd" of „Wel
edel maar dat de jongeren zich op zyn
hoogst bepalen tot mijnheer. Het schijnt,
dut ui het kamp der „vrije jeugdbewegers"
moeilijkheden en mogelijkheden bestaan, die
een buitenstaander niet vermoed zou neb
ben. Uit een orgaan van deze jongenen
neemt de heer Daalder o.a, het voteéude
over:
De tijd van „Amice" en „Waarde vriend"
van „Mijnheer en „Geachte Heer" is voor
du ouderling® correspondentie m de jeugd
beweging; voorbij. We kunnen nu lezen-
^Kameraad", W. K., W. Pg., Beste Mak
ker, Waarde Medestrijder, Beate Mede. .'er.
Anderen zetten alleen de voornaam als aan
bel boven een briet, maar er zijn ex ook,'
dae dut weer te kif vindien, die eiganlyk al
les mat, sentimenteel ol koel vinden, en di®
dus maar heelemaaf niët» boven hun brie
ven zetten. Moeiiyk is de keus voor den
ernstigen brievenschrijver.
Mog moeilijker wordt het hem gemaakt,
ais hy moet eindigen. Hy zat waarecbyniljk
met meer ouder zyn brief zetten: Nu, lieve
Zus, ik weet mets ineer en eindig dus maar.
Ui gedachten gekust en omhelsd door je lief
hebbende, of je toegenegen., of: „Bteed* de
(Jwe of meer van dat traais. „Kuamu"
geeft men tegenwoordig met meer en d®
menschen, dio aan deze oude gewoonte
trouw gebleven zyn,, noemen het geen „kus"
meer, maar „zoen". Als men nog iets geeft
is het „een hand", of „een ferm® vijf", een
„knuist", zelfs een „poot" en dat ook weer
in de vaiiaUea „stevig", „aiap", enz.
De meeste kopzorg geven echter de tradi
tioneel© „groeten", die onverbrekelijk met
den slotzin verbonden zyn, en waarvan het
weglaten als een groote zonde tegen het bfi®-
venntueel wordt beschouwd.
De metsten - maken zich er van af met
h®t toevoegsel „beste", precies ais bij het
begin van een bnef( waar ze „beste" dt®-
eo-die" schrijven. Dat is dan het eenvou
digste, maar er zijn weer heei veel men-
üjfu-n, die dit te saai vinden. Veel wordt
Hlit Duitschland overgenomen. We roepen
elkaar „HeiF' toe, als we elkaar tegenko-
irtt'h, alsof we m het hartm yan het Ger-
man en ryk waren. Maar ooitTdat ia veelal
onvoldoende. Het wordt: „Bergheü", „Jeugd
heil", „Herbergsheil". Waarom dan ook
geen „Zeelied" of „Lutjebtoekheii" of
„Tentheil"? Naast het nieuw® „Herbergs
heil" heeft men ook „Herbeirgsgroeten" ale
riiedwsio phase in de ontwikkeling van den
groet. Want nog grooter dan het Germanis
tische „Heil"-leger is het aantal van hen,
dia een oneindig aantal vooivoegBala voor
„groeten" gebruiken.
We hebben alle sóórten '„bonOsgroetan".
zpoafs „A. J. C.-groeten", „Piagroeteo",
enz. Ook kan men lezen „bewegingagroe-
ten" en „jeugdbewegingsgroeten". Maar nog
nooit heb ik gelezen „met Nederlandsch®-
vereemging-tot-atschaliing-van-alnohoiische-
aranken-groeten". De V. L. K. schrijft trouw
„Met Zon negroeten", maar niet „met Vrye-
lichaams-cultuurgroeten". Geliefd is „met
strydersgroeten'„met drankbestrijders-
groeten", of met „pJrtijgroeten". Waarom
dan niet „met medestrijder sgroeten" of
„met godsdienstgroeten" Gelukkig hebben
we wel vegetanër8gehakt, maar geen vege-
tyiërsgroeten.
f Er is een groot veracjul tusschen „mili
taire groeten" en „beste groeten", maar wie
geeft een juiste omschrijving van het ver
schil tusschen „N.B.A.S.-groetea" en „J.G.
O.B.-groeten". Steekt de een soms a'n hand
op, als ie groet, en de ander twee vingers?
li an krijg je zoo meteen weer raadselach
tige teekeningetj-es ondér aan de brieven,
die dez« groeteneoorten eymboinsch moetan
voorstellen Aardig klinkt het Vtaaageche
„keste groetenisssn."
VOOR DE HUISVROUW
Iets over vlekken verwyderen.
Het is niet altijd zeker, dat men een vjek
met één middeltje verwijderen kan. Im
mers, de vlek is soms veroorzaakt door een
samenstelling van verschillende stoffen. En
dan heeft men dikwyis een middel noodig
om de stof zqjjf te verwyderen en weer een
ander middel om de kleurstof weg te krij
gen. Neem b.v. roode wryfwas. Een vlek,
hierdoor veroorzaakt, moet men eerst met
wat warm water of terpentyn behandelen,
om de was uit Het goed te verwyderen.
Doch dan is de roode kleurstof .nog niet
weg. En daar deze meestal een anilineverf
stof is, moet men de vlek nog behandlen met
wat zuiveren alcohol, spiritus of Eau d«
Cologne. Een ander geval is, wanneer men
een vlek van koffie of thee (met melk en
suiker) op het f(oeó krijgt. De vlekken van
de koffie en de tHee zelf, welke dus van
plantaardigen oorsprong zyn, zal men met
Eau de Cologne of spiritus moeten weg
maken. Maar dan is het vet van de melk er
nog niet uit: daartoe *oet men wat ben
zine aanwenden. Over de suiker heeft men
zich dan niet meer bezorgd te maken, aan
gezien die dan al in de voorgaande vloei
stoffen opgelost is. Schoencrème, waarin
waarschynlyk ook al een anline-verfstof
zit, kan men dus uit sokken of kousen op
boven aangegeven wyze (voor roode wryf
was) verwyderen. Met schuurmiddelen,
zooals Brusselsch zand. Parijsch rood enz.
moet men ook oppassen, omdat hierdoor
leelyke roestvlekken kunnen ontstaan. Deze
soorten aarde bevatten nameiyk veel yzer.
Daarmee veroorzaakte roestvlekken zou
men dus met een zwakke oplossing van zu
ringzout moeten behandelen en daartegen
zyn alle stoffen niet opgewassen.