DEUGDELIJKHEID 0 der waar, PIRIK ma Er was er eens „Huismuziek"! I X Beheerschars van het voetlicht. Damrubriek. Voor kleine tuinen. oorzaken. Ook de scheepvaart, de andere verkeersmiddelen en eigenlijk iedereen voor zichzelf stellen een levendig, belang in het antwoord op deze vraag en kunnen op den duur geen genoegen nemen met weersvoor spellingen die onjuist blijken. Qndenet^nijp beschrijving van het weer, dat WU V(>or den winter 1951/1982 kunnen verwachten, is dan ook niet heer dan een poging tot, weersvoorspelling op langen ter mijn; ik Beschouw m^elf piet als eep on feilbaar weerprofcet, dpch slechts als een meteoroloog, die op grond van gemaakte berekeningen, in verband met vele en veler lei waarnemingen, tot een overzicht van de te verwachten weersgesteldheden is geko men. Kortweg kan gezegd worden, dat de komende wintej zeer zacht zal wezen. De neerslag zal niet zoozeer bestaan uit sneeuw doch grootendeels uit andere soorten, voor al regen. Door het ontbreken van strenge vorst kan een onaangename mistvorming worden verwacht. Evenals de overgang van den zomer na den herfst bijna ongemerkt plaats vond, omdat de weersgesteldheid van deze beide jaargetijden weinig verschilde, evenzoo zal ook de overgang van den herfst naar den winter zeer geleidelijk zijn. Tus- schen winter en lente zat er echter een groot verschil zijn, omdat Februari en Maart kans geven op voTst en sneeuwval, terwijl de eerste lentedagen al dadelijk bij zonder mooi zullen zijn. De vraag, of er in de gebergten veel sneeuw zal vallen, wat in het voorjaar een hoogen waterstand ten gevolge zou hebben, is nog niet te beant woorden. Wel meen ik met zekerheid te kunnen zeggen, dat de winter stormachtig en onaangenaam wordt, zonder echter koud te zijn. Dat is dus het programma. Thans zal ik trachten op een voor leeken begrijpelijke wijze te verklaren, hoe ik hiertoe gekomen ben. Van groote waarde schenen mij de waarnemingen van boeren, tuinlieden en dierenbezitters. Zy bleken allen van mee ning te zijn, dat planten en dieren zich op een zach'tèn winter met gunstige voedings- voorwaardeft hebben ingesteld. Zoo begin nen de vogels pu pas te ruien, een verschijn sel dat slechts by zachte winters voorkomt. De veldmuizen voeden thans nog jongen op, wat weer een aanwijzing is voor gunstige voedngsvoorwaarden in den winter en deze kunnen alleen aanwezig zyn by zacht weer zonder langdurige vorst. Het instinct van deze diertjes zpu hen wel waarschuwen, als er een strenge winter te verwachten was, waarby de grond bevroren raakte. Dit heeft nu wel niets te maken met we tenschappelijke berekening van de lucht- stroomingen, zooals die door de meteorolo gische stations wordt uitgevoerd, doch er zijn tal van voorbeelden bekend, waarbij in de vrije natuur opgegroeide herders of zee lieden met jarenlange ervaring met zeker heid weersvoorspellingen op langen termijn kunnen doen door dieren w»ar te nemen en dat langs dezen weg de minste vergissin gen wordengemaakt. De meteorologische stations in Amerika zien dit reeds in pn nemen de natuur en 4e dierenwereld waar, om hierdoor hun< meteorologische bereke ningen aan te vullen en hun weersvoorspel lingen betrouwbaarder te maken. In dit verband lijkt het my ook van be lang, dat in de streken, waar veel aard bevingen voorkomen, de beyolking reeds weken van tevoren een ramp vermoedt, zonder det de zeismograaf nog de geringste aanwijzing heeft gegeven. Dit komt, door dat deze menschen nauwkeurig ap de hoogte zyn van de gedragingen der dierenwereld, die onrustig wordt en soms het bedreigde gebied verlaat, wanneer het dierlijk instinct reeds lang van tevoren waarschuwt voor het dreigende gevaar. Hoe de dieren aan dit instinct komen, is nog onbekend, doch het is my'n vaste overtuiging, dat het gedrag der dieren in' combinatie met meteorolo gische berekeningen e» waarneming der natuur gunstige resultaten mogelijk maakt, als het gaat om weersvoorspellingen op lan gen termijn. Het is te betreuren, dat waar neming van dieren door vele geleerden nog als bijgeloof wordt verworpen en daarom niet wordt opgenomen onder de reeks van wetenschappelijke waarnemingen, die ge regeld worden verricht. (Nadruk verboden.) Van Kasteelen en Burchten aan den Beneden-Rijn. Wie kent niet door het werk van Richard Wagner de sage van Lohengrin, den ridder van den Heiligen Graal, die onbekend en vol geheimatanig© kracht, in een door een zwaan getrokken bootje aangedreven kwam om te pleiten voor de onschuld van Elaa van Brabant? Wie weet echter, dat 'de burcht, waar dit wonder volgen» de sage geeohied- dej nog heden bestaat? Het is ie Zwanen- hurcht aan den Duitschen Beneden-Rijn. Burchten aan den Beneden-Rijn, un een uitgestrekte, groene laagvlakte? Deze vraag was te verw&chten. Men kent wel de be roemde kasteelen en ruines, die den Rijn in het middengedtee/fte van f ijn loop begeleiden door het gebergte en aan dit landsohap zijn eigertlijke romantische bekoring en zijn we reld vermaArdhefef verleenen. Wié dien Rijn gezien hééft.' dweept er mee. Maar burchten ean den Béneden-Rijn? Inderdaad1: (Jok daar vindt mexi kasteelen en burchten, wrier uiterlijk tót op den dag van heden vrijwel onveranderd behouden is gebleven, die rijk zijp aen heerlijke kunst werken, rijker echter nog aan herinneringen uit sage en geschiedenis. Dichters, vorsten en Staatslieden, die eerak téiding gaven aan de Europeesohe geschi^entó, léven in de kroniek dezer kasteelen voort. Latpn wij U eerst wat vertellen van de Zwanenl.urcht (Schwananburg), die indruk wekkend hoog boven het oude schilderach tige stadje Kleef troont, en het gènsche uit gelekte gebied van den Beneden-Rijn be- heerscht Terwijl 9» overige burchten over eenkomstig het karakter van het vlakke land als waterburchten in de laagvlakte zijn op gericht, ligt de Zwanen burcht, als eenige, trotsqh op den vuitiooper van ecu uitgestrek- i te bergketen. De geweldige vierhoekige hoofdtoren, de Zwanentoren, aldus genoemd naar den grooten metalen zwaan, het em bleem van de gewezen hertogen van Kleef, zou, volgens de traditie reed» door Julias Caesar zyn opgericht. De geschiedenis houdt er intusschen een ander oordeel op na, maar liet staat vaiit, dat de oude Romeinen reeds op deze plek, vanwaar men een goed uitzicht had tot op Nederlandsch gebied, een wacht toren hadden opgericht. Het oudste deel van de tegenwoordige burcht werd in de Xllde eeuw opgericht door de Graven van Kleef, die beweerden van den Graalridder Lohen grin af te stammen en daarom oo»k 'n zwaan ju hun wapen loerdenf Gedurende langen tijd was de Zwananburch'f de grootste burcht aan den Rijn, met haar talrijke torens, bin nenplaat sen, een wereldvermaard paleis met uitgestrekte bijgebouwen. Steeds vertoefden luier hooge gasten. In de Middeleeuwen bloeide hier een geestelijk leven. Hier dicht- te de Minnezanger Henderik van Veldeke zijn „Eneit" ongeveer op hetzelfde tijdatjip, dat hier de sage van Lohengrin voet vatte. Hier behaalde Otto, de zoon van den Land- graal van Hessen, als jager verkleed, bij ten schuttersfeest de overwinning, waardoor luj de dochter van de Graat van' Kleef tot vrouw kreeg. Gedurende Langen tijd was de burcht de zetel van het Humanisme aan den Beneden- Kijn. Hier was toen Koenraad von Hercs- bacfi, de vriend van Erasmus van Rotter dam,, iet raar van de zoons van den hertog. De burcht beleetde m de XV 11de een nieuw tijdperk van bloei. Zij was het iievehngs- ver blijf van den Grooten Keurvorst, die hier de eerste jaren van zijn huwelijk door bracht. Up de Zwanenburclit werd zijn troonopvolger geboren, de latere eerste Ko ning van l'ruisen Frederik 1. Hier heelt ook Prins Mauribs van Nassau—tiiegen, de geniale Stadhouder van den Glooien Keur vorst, die als Nedevlandsch veldmaarschalk en als kolonisator van Braauié, als diplo maat en als weldoener van zijn land be roemd i3 geworden, zijn zetel gehad. In dien tijd ontstond ook de sage van de „witte vrouw d,ie 's nachts onheil verkondend, door de zalen van de Burcht dwaalt en ook in het Berlijnsche fctlot der Hohenzollern werd gadegeslagen. Uit dit tijdperk dagtee- kent ook het volksgeloof, dat de zwaan op de torenspits luid huilt, wanneer de west- storm door zijn veeren fluit. Ofschoon in den loop der eeuwen talrijke gebouwen ver dwenen zijn, is de burcht ook heden nog zeer indrukwekkend Wanneer Tn warme zomernachten de maneschijn haar torens en gével3 betoovert. zou nog steeds een Elsa van Brabant van den hoogen trans kunnen uitkijken naar haar held en redder Lohen grin Kijkt men van de Zwanenburcht naar het! Dosten, dan valt de blik op een spitsen tpren. Hlot Moyland. (Jok deze waiter burcht, ip®t haar talrijke torens, behoorde toe aan dfe Pruisische Koningen, voor zij door de Nederlandsohe barons van Steengracht werd vérworven. Deze wonen ook thans nog daar. Ir. dit Slot heelt Frederik de Groote op het einde van den zomer van 1740 zijn eerste ontmoeting met Voltaire gehad. Men toont heden nog den zetel, waarin de koning zat. Ken geschilderd portret van Keizerin Maria Theresia van Oostenrijk, dat de Koning met zijn degen heelt gescheurd, verraadt de ge dachten, die hem onmiddellijk voor het be gin van den eersten Silezisohgji oorlog, ten opzichte van Oostenrijk bezielden., Naet ver van Moyland slaapt tusschen hooge populieren, wild woekerende vlier struiken en stilstaande grachten een Slot, dat ook een belangrijke rol in de geschiede nis van Frecbeiik den Grooten heeft ge speeld: Slot Rosenthal. Het herinnert aan het conflict tusschen den jongen Kroon prins Fredemk en zijn strengen vader Fre- derik Willem I. Frederik, die er genoeg van had onder de streng# voogdij van zijn vader te leven, was met hulp van zijn vriend Kat te gevlucht, echter weer gevat en zou nu door den Krijgsraad te Wezel a. d. Rijn worden gevonnast. Zijn vader leidde zelf het verhoor van zijn weerspanmgen zoon en ver loor daarbij zoozeer zijn relfbeheersching, dat hij zijn degen greep om zijn zoon te doorboren Op dit oogenblik wierp zich de bedaagde generaal von der Moeel tusschen vader en zoon en redde aldüs het leven van den jongen prins. Frederik heeft de dappere daad van den generaal nooit vergeten en toen hij aan het bewind kwam, schonk hij hem de heerlijkheid Rosenthal, die nog heden door de von der Moeels wordt be woond. Niet steedg hebben de Burchten een zoö onmiddellijke rol in de geschiedenis ge speeld. Zij, ctae bescheiden op den aohter grond der historie staan, onderscheiden zich echter vaak door rijkdom van vormen en inrichting. In de nabijheid1 van Kevelaer, het vermaarde oord, dat elk jaar door dui zenden bedevaartgangers wordt bezocht, lig gen twee heerlijke burchtenSlot Haag en Slot Wissen. Op het eerste wonen sinds eeuwen de von Loe's, op het, tweede de Dijksgraveai von Hoensbroich. Vermelden kunnen wij nog Slot Kriekenberg aan de lie felijke Krickenbecker Meren, Slot Millen- donk, de oude „Kempener Burg" in de stad van den grooten geleerde Thomas van Kem pen. Slot Harff in het da,l van óe Erit, Zij allen liggen afzijds van den Rijn, waardoor zij vei-moedei ij k voor de vernieling gespaard zijy gebleven, wat helaas niet met een der geweldigste burchten aan den oever van den Beneden-Rijn is geschied!; De Palt3 van Keizer Frederik Barbarossa te Kaïserwerttt bij Duseeldorp. Nog heden getuigen de ba- z alt-rui nee van de trotsche pracht, die hier eens werd ontplooid1, maar ook van het. ge weld waannede de Kemserlyke en Geallieer de troepen hier in 1702 hebben huisgehou den In de ruïne van Kamerwerth vindt, men een laatste herinnering aan de roman tiek van de burchten van den Midden-Rijn. Een offer der toekomst huismuziek. Een gesprek met Generalmusikdirektor Prof. Dr. Julius Prüwer. De steeds voortschrijdende mecha niseering der muziek doek de vraag rij aen, of de karakteristieke huis. muziek niet in het gedrang zal ko men. Onze correspondent heeft deze kwestie besproken met Geneaalmu- sikdirektor Prof. Dr. Julius Prüwer, den verdienstelijken hoogleeraar aan het Berlynsche Staatsconservatorium en dirigent der Berlynsche Ph'ihar- moniker. Prof. Dr. Julius Priiwer heeft de volgende meening geuit: Het staat! buiten ktff, dat ons muziek leven door de buitengewone mechanisee- ring sterk wordt beïnvloed. Gramofoonpla- ten, klankfilms en Omroep vooral dreigen een voornaam element van ons muziekleven geheel uit te schakelen: de huismuziek. Er zullen zekerlyk menschen zyn, die dit ver lies niet zullen betreuren, dat hangt volko men af van de ervaringen, die zy op het gebied van de huismuziek hebben opgedaan. De deskundige echter bekykt deze kwestie met geheel andere oogen. Inderdaad is de huismuziek der vroege- ren tijd meestal uitgevoerd door meer of minder talentvolle dilettanten, die een ge not vonden liggen in het musiceeren en die soms hun genot zoodanig de vrijen loop lieten, dat de resultaten dan verre van mooi waren. Wie het geluk of liever de pech had, veel in families te verkeeren, waar de huismuziek op een dergelijke wyze werd uitgeoefend, dieni moet men het thans ook vergeven, dat zij de verdwijning van zyn kwellingen toejuicht. Gelukkig zyn deze menschen in de groote minderheid. Wij, mu sici, weten dit dillettantisme op waarde te schatten. Ieder accoustisch genot moet zich tènslotte eerst op dilettantistische wyze uiten, want genieën als bijvoorbeeld Mo zart, die als byna volleerde musici ter we reld komen, zijn totnogtoe steeds groote zeldzaamheden geweest. Is het verlangen naar muzikale prestaties echter aanwezig, dan wordt dit verlangen ook steeds bege leid doqr den drang om steeds heter te willen en steeds moeilijker werk te ver richten op dit gebied. Deze progressieve legt echter den grondslag voor begrijpen der muziek in het algemeen en dit begrijpen vormt tenslotte het ideale concertpubliek. Dit kwam voornamelijk uit in den tijd, toen het nog tot de meest elementaire beginselen van een goede op voeding behoorde, het een of andere instru- ment maakte dan uit of hij of zij zich als levenstaak de muziek zou kiezen. Dat was ip den tijd, vraarin de kamermuziek als huismuziek in vele gezinnen aan te tref fen was, en toen men zelfs musici enga geerde om zijn salop te kunnen vullen met mubliek, dat <>P 6611 hooK geestespeil stond, dat het dieöfnuziek zou kunnen be grijpen. Het Duitsche volk is altijd wel het volk geweest, dat liet meeste ophad met de huismuziek. Vandaar ook, dat wij Duitschers het méést onder de mechani sering dor toekomstmuziek zullen ie lijden hebben. Het muzikale genot en de vreugde, die men aan de huismuziek beleeft, is nog wel aanwezig. Maar een voortschrijdende elec- trotechniek verleidt het volk echter tot een soort gemakzucht, die tenslotte zal voeren tot de ondergang van de huismuziek in het byzonder. De vervolmaking der opname techniek voor gramofoonplaten brengt het met zich mede, dat de gramofoonplaat zekere muzikale genietingen biedt, die voor een dillettant in de meeste gevallen onbe reikbaar zijn in origineelen toestand. De omroep biedt dag in dag uit zoo'n keur van muzikale bydragen, grootendeels van de beste artisten, dat het verlangen naar mu ziek rijkelijk bevredigd wordt. Het is aan hèm te danken, dat de werken der muzikale cultuur zelfs in streken doordringen, waar zij vroeger zelfs niet by name bekend wa ren. Maar ook de Omroep verleidt tot ge makzucht en tot gedachteloosheid. Het ia natuurlijk gemakkelijk zich door draai aan een knop een volledig concert te verschaffen, dan door eigen arbeid zich zoo- ver te oefenen, dat men zelf op muzikaal gebied iets presteert. De vreugde van het ^elf-kunnen'', welke zooals bekend is de grootste bevrediging verschaft, wordt daarmede van den beginne af aan uitge schakeld. Deze verwoestende werking der gemecha niseerde muziek wordt nog vergroot, door de nooden der tijd. Kan men het tegen woordig iemand kwalyk nemen, wanneer hy muziekonderricht voor zoover hy dit voor zyn beroep noodig heeft of zelf geen muziekleeraar is als een overbodige luxe beschouwt? De troostelooze toestand van onze muziekscholen en de nood van onïe muziekleeraars geeft een duidelijk antwoord daarop! Kan men het iemand kwalijk ne men, als hy eerst er aan denkt uit zijn be hoeftige omstandigheden te komen, voor dat hy kaarten koopt voor theater of con cert? Het eenvoudigste en meest primitie ve verlangen naar muziek wordt immers door de gemechaniseerde muziek ten volle bevredigd? En als men hoogere eischen stelt, schuift men deze terzyde, totdat er betere tijden aanbraken! Dat is het heden... "Hier is de nood van den dag c-en faotor geworden, die de huismuziek tracht te ver nietigen en die dé mechanische muziek be vordert. Wiant afleiding heeft een mensch noodig, vooral in moeilijke tydpn. En waar toe komen wij dan? Tot de klankfilm mechanische muziek. Tot de radio me chanische muziek. Tot de gramofoon mechanische mrnziek. Tot het café me chanische ntuzKek, pierement en electrisch orgel vieren, hofogty! Zoo is het heden... 4 kortom de toekomst van heden is dus ongeveer zóó: De gemechaniseerde muziek draagt heel veel bij tot een afstomping vin de fyne smaak, want het gros van het publiek (en deze toestand vindt ook al weer zijn oorzaak in de slechte economische om standigheden) geeft den voorkeur aan de schlagermuziek met haar lichte trivaliteit. Dat blijkt wel het sterkst hieruit, dat de verkoop van gramofoonplaten met klassie ke muziek sterk teruggegaan is en de fa brikanten gedwongen waren de prijzen daarvoor belangrijke te verminderen. De huismuziek is beperkt tot slechts enkele volgelingen en dreigt geheel en al vtan het tooneel te verdwijnen. Onze jeugd ont breekt de aanleiding tot dillettantische oefening en vorming. Misschien staat alleen de saxofoon nog in de gunst, maar dat is dan ook alles! Dientengevolge zal binnen enkele jaren de huismuziek, als er ten minste niet met alle macht hiertegen ge streden wordt totaal uitgestorven zijn en een der sterkste bronnen, waaruit onze artistenwereld haar krachten putte, ge dempt zyn. Voor den beroepskunstenaar is van eenig gevaar natuurlijk geen sprake. Integén- deel hij is door zijn eigen arbeid, door zyn eigen prestaties tegen deze verwoesten de invloeden beschermd. De tegenwoordige nood is echter wel een gevaar voor hen, die eerst van plan waren het beroep van mu sicus te kiezen. Duizenden, die vroeger in dit beroep hun brood volop verdienden, zijn tegenwoordig gedwongen huh werkkracht in andere banen te leiden, daafr er voor hen geen bestaan meer in de muziek te vin den is. Maar hoe is het met de overige be roepen. Kan een kantoorbediende zich tegenwoordig een bestaan verzekeren? Neen immers! De beroepsmusicus, die ten offer valt, heeft dus de schrale troost, dat hy niet de eenige is, en dat het niet eraan gelegen heeft, dat hij juist m u s i c u s ge worden is, waar zoowelen de schuld op werpen. Hierop heeft de gemechaniseerde muziek wel zeker eenigen invloed. Maar desondanks kan ik de hoop niet opgeven, dat ook deze dingen eens anders zullen worden. De verschijnselen, zooals wij die in het tegenwoordige economische leven mede- maken, zijn verschijnselen van een over gangsperiode, die worstelt om nieuwe vor men, nieuwe karaktertrekken in ieder opzicht. Betere materieele verhoudingen zullen ook weer een ruggesteun vormen voor de origineele, en dus ook voor de huis muziek. Dan zal het verlangen naar en de vreugde in het zelf-musiceeren weer ont waken, een verlangen dat thans op het sterfbed ligt." (iNadruk verboden). RAADSELS VOOR DE JEUGD. Oplossinge van de raadsels van vorige week. Een spaarvarken. Elspeet. Lotto. Eind goed, al goed. Vaars, kaars, baars, paars. Moker. De prys viel by loting ten deel aan ADRIE DE WILDE, Kattensingel 85. Nieuwe raadsels. 1. Soms ben ik een slof en Soms deel van een dier. En nu 't aantal letters Het zijn er maar viert 2. Welke visch noemt een deel van je lichaam 3. Op de beide kruisjeslynen komt een plaats in ons land. X X I X X X X X X X X x X le rij: een medeklinker. 2e ry: een drank. 3e ry: een timmermanswerktuig. 4e ry: de gevraagde plaats. 5e ry: een vervoermiddel. 6e ryeen meisjesnaam. 7e ry: een medeklinker. 4. Een vierkant stuk land is omringd door een sloot. Aan den overkant van de sloot is natuurlijk weer een ander stuk land. Op het eerste stuk loopt een ezeltje. Dat ezeltje moet naar den over kant. Er is één plank over de sloot, maar daar mag het ezeltje niet over. Zwemmen kan de langoor niet. Hoe komt Hy nu aan den anderen kant? 5. Mijn beide eerste deelen vormen een voorwerp, dat zoowel in de kamer als in de keuken gebruikt wordt, mijn derde is het tegenovergestelde van hoog en myn geheel is een water in Overljsel. 6. Verborgen plaatsen in het buitenland. Toch had ik me Dina's huis gezelliger voorgesteld. Heeft Piet An geroepen of moet hy dat nog doen? Kan ik tegen fcwaalven op uw komst rekenen De hond groef alle botten weer op. Oplossingen inzenden aan de redactie van de Goudsche Courant, Markt 31. slechfs de prijs, geef! den doorslag. U zuli zich misschien wel I eens door een schijnbaar gunstige I aanbieding laten verleiden iets minderwaardigs te koopen; maar U keert toch gauw genoeg tot het als werkelijk goed erkende I terug. I Hoeveel te meer is dat het geval bij een geneesmiddel, het welk toch dienen moet tot het I terugwinnen van Uw gezondheid. I U, als weldenkend mensch, zult I daarom tegen hoofdpijn, rheuma- I tiek, verkoudheid enz. steeds echte I Aspirin eischen. I De oranje-band en het Bayer- I kruis waarborgen U het middel, dat goed verdragen wordt en I tegelijkertijd de beste uitwerking liaan bil ongaichondan varpakklngan an voor do ochthald werdan Ingaitaanl Groningen: Noordel. Elftal Noord-Hollandsche Combinatie. Arnhem: Oostel. Elftal—Utrechtsch Elftal. Enschedé: Twentsch Elftal—West. Elftal. Breda: N.A.C.—-Zuidelijk Elftal. Nymegen: Oostel. 2e kl.—Zuidel. 2e kl. Apeldoorn: Oostel. SPORT EN WEDSTRIJDEN. VOETBAL. Programma voor Zondag 15 November. K. N. V. B. Wedstrijden voor het N. O. C. Rotterdam: Rotterd. ElftalNederl. Elftal. Gouda: GoudaWestelijke 2e klassers. il. Jeugdelftal Noordel. Jeugdelftal. Amsterdam: AjaxHaarlemsch Elftal. Leeuwarden: Leeuwarden Noordel. 2e klussers. Afdeeling I 4e klasse E. Woerden: WoerdenVoorwaarts. Amersfoort: QuickA.P.W.C. Soest: Soest—Kampong. Hilversum: VictoriaE.A.C, Afdeeling II. 2e klasse A. Dordrecht: O.D.S.—V.I.O.S. 3e klasse A. Lefden: U.V.S.-L.F.C. SchevenimjenScheveningen—Lugdunum. 3e klasse C. Gorinchem: S.V.W.—D.O.S.B. Leerdam: L.S.V.Leerdam. Sliedrecht: Sliedrecht—Emma. 3e klasse D. Rotterdam: de MusschenTransvalia. Rotterdam: Coal—V.F.C. Rotterdam: E.D.S.—Olympia. 4e klasse B. Den Haag: W.I.K.—de Jagers. Delft: O.B.—1Terlaak. MoordrechtMoordrechtWaddinxveen. 4e klasse C. 's-Gravendeel's-Gravendeel—V.N.D. Rotterdam: S.I.O.D.—O.S.S Dordrecht: FluksR.D.M. Reserve le klasse. Rotterdam: Xerxes II-^Gouda II. Rotterdam: Excelsior II—C.V.V. II. Gorinchem: Unitas II—Sparta II. Den Haag: H.B.S. II—D.H.C. II. Reserve 2e klasse B Schiedam: S.V.V. II—Olympia II. Den Haag: H.V.V. II—V.Ó.C. II. Dordrecht: D.F.C. II—R.F.C. II. Rotterdam: Excelsior IIIFeijenoord III. Reserve 3e klasse D. Utrecht: Hercules 2—Alphia 2. Utrechte Utrecht 2-O.N.A. 2. Utrecht- Velox 3—Bodegraven 2. Zeist: Zeist 2—G.8.V. 2. G. V. B le klasse. Haastrecht 1Zwervers 1. Olympia 3—Gouda 3. O.N.A. 3—Moordrecht 2. Schoonhoven 2—Gouda 4. 2e klasse A. G.S.V. 3'Waddinxveen 2. Lekkerkerk 2-Woerden 2. 2e klasse B. Zwervers 2—O.N.A. 4. Waddinxveen 3—Nieuwerkerk 1. Gouderak 2—Dilettant 2. Olympia 5-<ï. S. V. 4, 11 uur 3e klasse A. Schoonhoven 3—Groeneweg 1. Lekkerkerk 3—Woerden 3, 12 uur. Nieuwerkerk 2O.N.A. 5. Bosk. Boys 3Gouda 5, 12 uur. 3e klasse B. O.N.A. 6Bosk. Boys 5, 11 uur. Groeneweg 2Nieuwerkerk 3. Zwervers 3Moordrecht 3, 12 uur. I Eventjes Lachen. ,Je moet het gras snyden, de rozen be gieten, de geraniums planten en het gras perk afronden." De nieuwe tuinman: „Pardon mevrouw, is dat het werk voor één dag of een vyf- jaarplan?" „Ik sprak gisteren Jansen in Riche-café." „En, hoe gaat het met hem? Is hy al getrouwd of moet hij zyn eten nog zelf koken?" „Alle twee." „Maar juffrouw, die hoed wilt u me toch niet aansmeren. Daarmee zie ik er als een idioot uit!" De juffrouw: „Pardon meneer, dat is de hoed waarmee U binnenkwam." „Sic transit gloria mundi". Gianstijd en einde van een oppermachtig impressario. Geen „kunst" pp de planken. door GEORGE O' OLAREN. Het grootste Amerikaansche Thea- terooncern, de Shubert Brothers Company, is met een tekort van 20 millioen Dollar bankroet gegaan. Dit is wel de grootste klap die het V theaterleven in alle landen ter we reld ooit heeft ondervondep. Het faillissement sleept een enorm groot aantal menschen met zich mede, het geen men gemakkelijk kan begrij pen, indien men bedenkt, dat de Shuberts op Ziegfield na de meest invloedrijke theateragenten waren, die jarenlang de beschikking hadden over enorme kapitalen. Twee-en-veertig tooneelgezelschappen re vuegezelschappen in New-York, 259 eigen theatergebouwen en gezelschappen in de Noord-Amerikaansche Staten, 48 reizende ensembles, eigen theateragenturen in alle hoofdsteden ter wereld, 2 eigen uitgeve rijen met 4050 man personeel, reusachti ge decor- en costuumwerkplaatsen, een gigantische propaganda-centrale in New- York... ziedaar de Shubert's! Samen met Ziegfield de grootste revueman der USA beheerschten zy byna onbeperkt de talrijke groote en kleine theaters van Amerika. Een wenk van hen en een klein, vergeten koorrneisje of girl met «en- weekgage van 15 Dollars werd een schitterende ster met een inkomen van 2C.000 Dollar per moond. Een onheilspel lende rimpel tusschen de oogen van een der Shuberts en de zooeven nog met huizen- hooge letters op gekleurde affiches aange kondigde ster verzonk in vergetelheid. Aan duizenden en duizenden hebben de Shuberts arbeid en brood en goed brood ook! versohaft! En diezelfde duizenden hebben gebeefd voor de beide geweldigen, die er gens in New-York achter dikke deuren in hun weelderige apartementen zaten slanke mannen, met smalle bleeke holle roofdiergezichten, selfmade-men in den meest letterlijken zin des woords en die vanaf hun schrijftafel de Amerikanen voorschreven: „Dit moet jullie bevallen en (Ut moet je afschuwelijk vinden!"... Kunst? William S. Shubert, de oudste der beide 'gebroeders en tegelijk de ziel van^ de geheele onderneming, toont in een bree- de lach zyn geelachtige Yankeetanden: „Kunst? De 'hemel beware me! Het theater is een '„Gesch&ft", een strikt zakelijke ekwestie!" En hij druk op het ivoren Hei knopje... 'Beaiter ver3chynt Beater, het factotum... een verwarde acteurskop, grijze haren, kleine slimme oogjes en witte over hangende wenkbrauwen. „Johny", verkneu kelt zich William S. S." Willen wij in kunst gaan doen?" „Kunst? Go to hell, Sir! Ik dacht, dat wij theateragenten wa ren?"... De loopbaan der Shuberts is een typisch Amerikaansche carrière. Als zonen van Duitsche immigranten deze Shuberts zijn geen Weeners, maar Noordduitschers hebben William S. S. en zyn kleine broeder in den beginne niet eraan gedacht, theatermenschen te wor- worden. William (geb. 15 Maart 1875) was leerling in een drukkerij, daarna verrichte hy arbeid op een farm, daarna boekhande laar, 'waarbij hy failliet ging, toen werd hy eerste huisknecht in eert groot hotel, waar hy zonder opzegging van wegliep en kwam tenslotte ergens in een circus te recht! Dit laatste ambt greep hem zoo aan, dat hy zich niet meer kon losmaken van het circus- en variété-milieu. Niet flat de ar tistenwereld zélf hem aantrok; dat impo neerde de door de wol geverfde Yankee niet meer! Neen, het was de enorme wyze waarop het iBarnum-circus reclame wist te maken! Vanaf dien dag wist William S. S. wat hy wilde worden: reclame-agent! William S. S. heeft zijn geheele leven als een paard gewerkt, dat moet hem nage geven worden. Hy heeft alles aangepakt, wat in het belang van de Haken kon dienen. Toen hy de 56-jarige in het Astorho-tel to New-York vertelt gaarne van dien tyd met geleend geld Directeur en eigenaar van een café-chantamt in het „Wilde Wes ten" werd, deed hy alles zelf: hy ontwierp aanplakbiljetten, schilderde decoraties, tee- kende costuum8 voor zijn artisten, hield de boeken by, speelde voor conferencier, di recteur, kassier en electricien, alles ver- eeidgd in zyn persoon! Het interesseerde hem totaal iniet, wat Hy zyn puHliek dat daar bestond uit farmers, veehandelaars, landbouwers, avonturiers, ambtenaren van de kleine, ververwyderde stationnetjes, burgers en schavuiten voorzette, maar hem interesseerde alleen het hoe, het decorum, de reclame! Langzaam ging het omhoog. Langzaam naderde hy heft hem gestelde doel: een eigen huis op Broadway in New-York! Maar daar huisde Barnum reeds, en Ziegfield... en Stone, die alle reusachtige variété's bezaten en daarin een sprookjes achtige weelde tentoonspreidden. Eert zui ver schouwtooneel op te richten leek Wil liam S. S. toch te riskant! Dus... begon hy met het theater! ,Hy kocht een huig in het centrum der reuzenstad, engageerde een »antal kunstenaars, nam Ben, zijn jongere broer by zich in huis en promoveerde die b*t dramaturg en artistiek leider. Zoo be- to hy... tooneel te spelen! He hoogste leuze der Shuberts luidde: -Een suces moet men uitknypen als een ''Heen!" Een bepaald speelprogramma, een ftcegeld repertoire kenden zy niet! Sloeg ®®n stuk ini, dan werd het in de New-York- sche theaters gespeeld, zoolang er nog maar betalende bezoeken kwamen. Abon nementen, vjy kaarten, prysverlagingen dingen, waarmede iedere Europeesche thea terdirecteur rekening moet houden ken den zy niet. „Wie niet wil betalen, moet maar wegblijven!" Werd de cassette klei ner, dan ging het geheele gezelschap op tournee, reisde maanden ,en maanden soms jaren achtereen door de provincie. Tour- née's, die meer dan 2000 opvoeringen tel den, waren lang geen zeldzaamheid by hen. Een leger van' acteurs, musici, regis seurs en technici was op deze wyze gere geld onderweg. Een koppel agenten bereis de het land, polste heft publiek, stelde in getallen vast, hoe de stemming was en wat het meeste succes zou hebben. Om zich het alleenopvoeringsrecht van een bepaald successtuk voor geheel Ame rika te verschaffen, kocht het Shubert- concern soms voor enorme bedragen de tooneel-uitgeveryen op, totdat William S. S. tenslotte zelf twee uitgeverijen opricht te, waarvan de uitgegeven werken uitslui tend op Shubert-tooneelen werden opge voerd. Daar deze uitgeveryen al heel spoe dig de beste tooneelschryvers als medewer kers wisten te verkrygen, zal de concur rentie in de provincie, de locale tooneel- ondernemingfcn volkomen vast, kreeg nooit een behoorlyk stuk in handen en worstelde schrij- 50.000 „Ik ben zei WiNam S. S op klagelyke wyze met de klassh vers. Driehonderd en één theater Shuberts in hun glanstyd! Bi menschen stonden in hun dien' de Ford van het theater!' bevreden... De Shuberts zyn verstandige, flinke, ge slepen zakenlieden geweest. Waar zy „Ge sch&ft" zagen, daar zaten zy achterheen als de ware duivel! Maar ééns hebben zy misgerekend en dat was- hun einde. Van de doodan niets dan goeds! Dat was, toen William Fox de Groote, de op de klankfilm gestrande filmman hen een productiegemeenschap voorstelde; de Shu berts zouden acteurs en regisseurs aanstel len en stukken leveren om te verfilmen, dan zou Fox geld steken in hun concern en Hy zyn filmcreclame de Shubert-theaters een eerste plaats inruimen. Had William S. S. toen deze kans aan gegrepen, dan leefde de Fox-Film dezer da gen waarschynly'k nog wel en waren zy zelf niet ondergegaan. Maar zy waren eigenzinnig en zeiden „neen". En op dit „neen" zyn zy gestrand! Drie honderd en één theaters zyn dezer dagen gesloten! Byna 50.000 menschen werden broodeloos. Twintig millioen Dollar tekort, waartegenover slechts een klein bedrag aan goederen staat, want de Shuberts hebben in hun wanhoopsstryd tegen de klankfilm en radio hun huizen hoog bezwaard. Twee van hun theaters te New-York zullen in handen komen van Ziegfield, een deel der andere theaters zal omgebouwd worden tot bioscoop. De 56-jarige, groote William S. S. zal thans propagandaleider worden van Mister Zuckor, de chef der Metro-Goldwyn- Mayer. Na een voorbeeldige loopbaan en een voorbeeldslooze val, eindigt hy zijn carrière d£ór waar hy begonnen was: als Reclame-agent... Onder redactie van de Damclub „Gouda". Secretaris de la Reyiaan 14, lokaal der club, Markt 49. Probleem No. 787. Zwart schyven op: 5, 7, 8, 10, 15, 18, 19, 23, 28, 29, dam op 46. Wit schyven op: 16, 21, 25, 30, 34/38, 41, 42, 48. Probleem No. 788. Wit schyven op: 5, 7, 8, 10, 14, 15, 18, 20, 26. Wit schyven op: 19, 25, 28, 29, 31, 35, 37, 39, 41. Oplossing van Probleem No. 785. Wit speelt: 2718, 35—30, 82—28, 42-37, 48:19, 33:11. Oplossing van Probleem No. 786. Wit speelt: 29—24, 87—31, 31—27, 33 22, 41-36, 38—32, 36 9, 47—42, 44:2. RUILBUREAU voor bonsenpUutjoo. Verzonden aan: H. B. te Gouda: 33 Van Nelle's bons. A. de J. te Gouda: 50 Zeewater aquarium en terrarium plaatjes. D. M. te Rotterdam: 1 compleet stel Zee water aquarium en terrarium; 1 compleet stel Paddenstoelen. G. B. te Gouda: 44 linnenkastbons. J. A. F, te Gouda: 58 Lever's bons. M. de J. te Gouda: 61 Klaverbladplaatjes. Corrie de J. te Gouda: 26 Klaverblad plaatjes. M. van H. te Gouda: 30 Dönszelmann's bons. Mevr. T. den U.O. te Gouda: 87 Dros te's bons. C. J. K. te Soest: 37 Droste's bons. E. J. K. te 's-Graveland: 30 Droste's bons en platen. E. J. v. A. te Gouda: 11 Droste's platen. B. D. v. N.W. te Boskoop: 28 Leupen's platen, 17 Lever's boiis. C. v. d. W. te Gouda: 104 Klaverblad plaatjes. P. W. B. te Gouda: 110 Cactussen bons. E. v. W. te Gouda: 27 Cactussen bons. P. C. S. te Gouda: 61 Van Nelle's bons. Genoteerd voor: Mevr. van B. te Gouda: 3 linaenkastbons A. H. v. d. L. te Gouda: 66 cactussen bons en 8 Hagzegels. T. B—R. te Gouda: 194 Lever's bons. B. D. van N.W. te Boskoop: 142 cactus sen bons (zie mededeelingen). A. B. te Gouda: 47 Klaverbladplaatjes. B. v. d. G. te Gouda: 19 Lever's bons (zie de mededeelingen). Er staan nog genoteerd de navolgende hoeveelheden Doste's bons of platen en wel voor: F. v. 2i. te Gouda: 24 stuks van d.d. 22-4-'31. C. J. K. te Soest: 21 stuks van d.d." 13-5-'31. E. J. K. te 's-Graveland: 43 stuks van d.d. 19-5-'31. K. P. te Veenendaal56 stuks van d.d. 4-6-'3l. T. den U.—O. te Gouda: 173 stuks van d.d. 24-8-'31. E. J. v. A. te Gouda: 54 stuks van d.d. 10-9-'31. W. N. v. N.W. te Boskoop: 172 stuks van d.d. 22-9-81. P. v. E. te Gouda: 211 stuks van d.d. 12-10-"31. T. den U.O. te Gouda: 10 stuks van d.d. 12-10-'81. J. Sch. te Gouda: 67 stuks van d.d. 12-10-'81. K. P. te Veenendaal: 25 stuks van d.d. 5-ll-'31. Mededeelingen voor: Mevr. K. P. te Veenendaal: d.d. 4-6-'31 noteerden we voor u 56 Droste's bons; d.d. 5-ll-«31 25 van dezelfde. U hebt er nog 7 voor, met een totaal v^n $53 bons, dus nog een weinig geduld s.v.p. i Mevr. van B. te Gouda: De Van Nelle's bons zonden wy U retour, hebben daar voor lopig voldoende van, meldden dit reeds in enkele vorige rubrieken Schura bons en Delta vierkantjes zyn niet opgenomen, gaan duB eveneens retour. B. de G. te Gouda: Van de Verkade's bon» en plaatjes zyn alleen geldig by onze ru briek Zeewater aquarium 2 punten en de cactussen bons k 8 punten. Alle voorgaande uitgaven hebben geen waarde voor ons. Coelingh's plaatjes of bons nemen we niet op. Mevr. B. D. van N.W. te Boskoop. Plaatjes „Hoe heet die vogel" zyn ree£»- lang opgenomen. U kunt ze dus^gerustrzén den, maar niet aanvragen; zyn hiermede reeds ver achter, te ver. Mevr. T. den U.—O. te Gouda: Voor U staan nog genoteerd d.d. 24-8-'31 173 Dros te's bons en van 12-10-'31 10 Droste's bons. Aanvankelyk waren we van plan voor- loopig geen soorten bons of plaatjes uit de aanvraag te onttrekken. Thans zyn we ech ter genoodzaakt dit wel te doen. We zyn ver achter met de Lever's bons. Hebben op dit oogenblik af te leven aan 26 personen een totaal van 2164 bons, dus gemiddeld per ruiler 83 stuks. Accepteeren dus vanaf dit oogenblik geen aanvragen om Lever's bons. Eerst willen we „by zyn". V kunt natuurlyk wel inzen den, elke hoeveelheid is ons welkom. HET RUILBUREAU. Verzorgt Uw grasveld in den herfst! Voor het behoud van een mooi grasveld is de zorg, die daaraan in den herfst wordt besteed van het allerhoogste belang. Zon der dat zal men in de lente slechts met veel moeite en zorg een goed grasveld kunnen verkrygen. Het gras groeit namelyk in den herfst beter dan in eenig ander jaargetyde, omdat het dan minder concurrentie onder vindt van allerlei onkruid. Het byvoegen van kunstmest kan ge schieden op een dag, dat het gras droog is; dddelyk daarna wordt het grasveld rijkeUjk begoten om de kunstmest goed h» den bo dem te laten doordringen. Het gras moet trouwens steeds goed begoten worden, zelfs wanneer het kouder wordt, hoewel men dan uit den aard der zaak de hoeveelheid water eenigszins kan verminderen. Een grasveld, dat eenmaal mopi vol staat, behoeft slechts op gezette tyden geheel met water doorweekt te worden, doch met een pas bezaaid veld moet men meer geregeld begieten, om te voorkomen dat de grond aan de oppervlakte droog wordt. De jonge gras plantjes hebben n.l. zeer weinig wortel en sterven daarom spoedig af, wanneer de grond aan de bovenzijde uitdroogt. Het grasveld moet dikwyis gemaaid wor den, doch niet korter dan 4 c.M. H^J ia niet goed, om het gras in den herfst naar wille keur te laten groeien, omdat het dan ver ward wordt en een deklaag vormt, die den groei van het gras in de lente belemmert. Vergeet de bloembollen niet! De planten, die ons reeds in het begin vian de lente door hun» bloemen genoegen schenken, zijn meerendeela bolgewassen. Deze behooren oorepronkelyk thuis m iooï- bosachen of steppen en worden door de theologische omstandigheden aldaar ge dwongen om met den bloei aldaar zoo vroeg mogelyk na het eindigen van den winter te beginnen, omdat z(j het later niet meer konden doen, in de loofbosschen wegens ge brek aan licht, in de steppen door de groote droogte. Onze meest geliefde voorjaarsbloe men behooren tot deze groep: sneeuwklok jes, crocus8en, narcissen en tulpen. Vooral deze bolgewassen is het' nu de geschikte planttijd; deze duurt nog tot halt Novem ber. Wie een zonnig of half beschaduwd hoekje in zyn tuin heeft, hoe klein ook, ver- zuime niet een paar "van deze dankbare planten een plaatsje te geven. in de eerste plaats neemt men natuurlyk een paar sneeuwklokjes, die reeds in Fe bruari of Maart bloeien met hun mooie, witte bloempjes, die inderdaad de sneeuw kunnen trotseeren. Daarna bloeien de cro- cussen in hun verschillende kleuren, doch tegelykertyd ook de gel® snecuwster (chio- nodoxa) en de narcissen. Vanaf Maart bloeien zy aan de boschranden in rotstuin tjes en in grasvelden met lossen bodem, in April volgen dan de veelkleurige hyacin then, de mooie blauwe en witte muscari, de lichtblauwe sterretjes van de scilla. Even rftooi zyn de in dezen tyd bloeiende trom pet-narcissen met hun groote, mooi ge vormde gele bloemen op stevige, lange ste len. Een nog grooter verscheidenheid van kleur brengen begin Mei de tulpen. Zy heb ben slechts één bezwaar: de vroegbloeiende soorten geven ons een zeer kortstondig ge hot. De later bloeiende Darwintulpen, die ook in Mei nog wekenlang in bloei staan, verdienen daarom de voorkeur. Ook voor het vullen van geheele perken en als vaas- bloem is deze soort daarom geschikt als geen andere. Dit alles weegt wel op tegen het feit dat zy pas half Mei hun eenigs zins langwerpige, gesloten bloemvormen vertoonen. Ook de stelen zyn lang en sterk en de kleuren zyn mooier dan de vroeg bloeiende, lagere soorten. Heeft men bed den met planten, die pas in den zomer of herfst bloeien, dan is het aan te radejv er wat Darwintulpen tusschen te planten om ook in de lente wat kleur te zien. De bollen worden in den herfst in kleine groepjes 12 k 15 c.M. diep tusschen de andere planten gelegd; zij schieten dan nog wortel, voor dat de strenge koude invalt. Als zy het vol gend jaar uitgebloeid zyn, wordt ook de hoeveelheid blad steeds kleiner om ten slotte geheel te verdwynen. De bollen ech ter biyven in den grond leven en het schaadt hen niets, dat in den zomer andere planten over hen heengroeien. Het volgend voor- jèar bewyzen zy toch weer hun levens krachten door een ryken bloei. (Nadruk verboden.) Het zout der zeeën. Het vodgende zyn wij zoo vry uit de Vra gen van den Dag over te nemen Duizenden rivieren stroom en van het vas teland der aarden naar do zeeën en voeren onnoembare hoeveelheden zoet water naar de oceanen. Met zou daaruit at Leiden, dat het zoute water der zeeën langzamerhand een geringer zoutgehalte moet verkrijgen, en eindelijk zoet wordt- Kik toch ia het om gekeerde het geval. Want het zout der zeeen wordt in werkelijkheid voortdurend aange voerd door de zoetwater-houdende rmeren. lie zonnewarmte doet het water aan de op pervlakte der oceanen voortdurend verdam pen de wind verbreidt dien waterdamp als wolken over de aarde, au voornamelijk in de berglanden condenseert die waterdamp en voedt de regen de rivieren met zoet, door de natuur gedistilleerd water, om als zoo danig weer naai de zeeen terug te vloeien. Maar dit water,, etroomend van ds bergen en hoogten op weg naar de zee, wasoht de verweerde aardkorst uit, en voert daarvan opgeloste mechanisch gedragen stollen mede. De laatste blijven in de laagten, waar het si elstroomend water weer uk rust komt, liggen, men kan dit na eiken regen in de heuvelachtige streken van one land zien. Maar de zouten der aardkorst worden opgei- loet in het stroomeude watèr der rivieren en aldua naar zee gedragen. De hoeveelheid io de rivieren ie zeer gering. Maar terwijl het water in de zee verdampt, bhjlt het zout bij de distillatie daar voortdurend ach tor. Daardoor is in den loop der vele eeuwen het aangevoerde zout m de zeeën der aarde verzameld, opgehoopt, la de verdamping van het water veel grooter dan de toevoer, dan ontstaat er sterke verzouting van het water, vooral als de rmeren door sterk zouthou dende aardlagen stroomen. Dat ziet men bij vele steppenmeren, die daardoor zout wor den, o.a. bij de Doode Zee, die een zoo sterk zoutgehalte heeft verkregen, dat het leven daarin gedood wordt. Het grootste zoutge halte <fer zee vindt men in die streken, waar de verdamping het grootst en de regenval of aanvoer van zoet water het geringst w. Gemiddeld is het zoutgehalte in de Noord zee 3.5 pet., in de Zuiderzee 0.8 1.8 pet,, in de Uoetzee 1.3 pet., in de Doode Zee 23.7 pot., in het Groote Zoutmeer van N.-A. 13,6 pet. Naar het zoutgehalte heeft men getracht den ouderdom der oceanen te berekenen, d. den tijd da en de rivieren noodig gehad hebben om den oceanen 't zout voor dit ge halte toe te voeren Men ia daarvoor gefco. men tot 150.00) millioen jaren. GEMENGDE BERICHTEN. Omgangsvormen. Moderne briefat ijl. Vrije lichaams- cultuurgroeten. *in Het Kind scünjlt de redacteur D. L. Daalder een aardig artikeltje over oiugangs- vcimen in brieven. Hy deelt mede, dat „d® oude gurue hem m Diaeven aanspreekt aas „Weledelgeboren", „Zeergeleerd" of „Wel edel maar dat de jongeren zich op zyn hoogst bepalen tot mijnheer. Het schijnt, dut ui het kamp der „vrije jeugdbewegers" moeilijkheden en mogelijkheden bestaan, die een buitenstaander niet vermoed zou neb ben. Uit een orgaan van deze jongenen neemt de heer Daalder o.a, het voteéude over: De tijd van „Amice" en „Waarde vriend" van „Mijnheer en „Geachte Heer" is voor du ouderling® correspondentie m de jeugd beweging; voorbij. We kunnen nu lezen- ^Kameraad", W. K., W. Pg., Beste Mak ker, Waarde Medestrijder, Beate Mede. .'er. Anderen zetten alleen de voornaam als aan bel boven een briet, maar er zijn ex ook,' dae dut weer te kif vindien, die eiganlyk al les mat, sentimenteel ol koel vinden, en di® dus maar heelemaaf niët» boven hun brie ven zetten. Moeiiyk is de keus voor den ernstigen brievenschrijver. Mog moeilijker wordt het hem gemaakt, ais hy moet eindigen. Hy zat waarecbyniljk met meer ouder zyn brief zetten: Nu, lieve Zus, ik weet mets ineer en eindig dus maar. Ui gedachten gekust en omhelsd door je lief hebbende, of je toegenegen., of: „Bteed* de (Jwe of meer van dat traais. „Kuamu" geeft men tegenwoordig met meer en d® menschen, dio aan deze oude gewoonte trouw gebleven zyn,, noemen het geen „kus" meer, maar „zoen". Als men nog iets geeft is het „een hand", of „een ferm® vijf", een „knuist", zelfs een „poot" en dat ook weer in de vaiiaUea „stevig", „aiap", enz. De meeste kopzorg geven echter de tradi tioneel© „groeten", die onverbrekelijk met den slotzin verbonden zyn, en waarvan het weglaten als een groote zonde tegen het bfi®- venntueel wordt beschouwd. De metsten - maken zich er van af met h®t toevoegsel „beste", precies ais bij het begin van een bnef( waar ze „beste" dt®- eo-die" schrijven. Dat is dan het eenvou digste, maar er zijn weer heei veel men- üjfu-n, die dit te saai vinden. Veel wordt Hlit Duitschland overgenomen. We roepen elkaar „HeiF' toe, als we elkaar tegenko- irtt'h, alsof we m het hartm yan het Ger- man en ryk waren. Maar ooitTdat ia veelal onvoldoende. Het wordt: „Bergheü", „Jeugd heil", „Herbergsheil". Waarom dan ook geen „Zeelied" of „Lutjebtoekheii" of „Tentheil"? Naast het nieuw® „Herbergs heil" heeft men ook „Herbeirgsgroeten" ale riiedwsio phase in de ontwikkeling van den groet. Want nog grooter dan het Germanis tische „Heil"-leger is het aantal van hen, dia een oneindig aantal vooivoegBala voor „groeten" gebruiken. We hebben alle sóórten '„bonOsgroetan". zpoafs „A. J. C.-groeten", „Piagroeteo", enz. Ook kan men lezen „bewegingagroe- ten" en „jeugdbewegingsgroeten". Maar nog nooit heb ik gelezen „met Nederlandsch®- vereemging-tot-atschaliing-van-alnohoiische- aranken-groeten". De V. L. K. schrijft trouw „Met Zon negroeten", maar niet „met Vrye- lichaams-cultuurgroeten". Geliefd is „met strydersgroeten'„met drankbestrijders- groeten", of met „pJrtijgroeten". Waarom dan niet „met medestrijder sgroeten" of „met godsdienstgroeten" Gelukkig hebben we wel vegetanër8gehakt, maar geen vege- tyiërsgroeten. f Er is een groot veracjul tusschen „mili taire groeten" en „beste groeten", maar wie geeft een juiste omschrijving van het ver schil tusschen „N.B.A.S.-groetea" en „J.G. O.B.-groeten". Steekt de een soms a'n hand op, als ie groet, en de ander twee vingers? li an krijg je zoo meteen weer raadselach tige teekeningetj-es ondér aan de brieven, die dez« groeteneoorten eymboinsch moetan voorstellen Aardig klinkt het Vtaaageche „keste groetenisssn." VOOR DE HUISVROUW Iets over vlekken verwyderen. Het is niet altijd zeker, dat men een vjek met één middeltje verwijderen kan. Im mers, de vlek is soms veroorzaakt door een samenstelling van verschillende stoffen. En dan heeft men dikwyis een middel noodig om de stof zqjjf te verwyderen en weer een ander middel om de kleurstof weg te krij gen. Neem b.v. roode wryfwas. Een vlek, hierdoor veroorzaakt, moet men eerst met wat warm water of terpentyn behandelen, om de was uit Het goed te verwyderen. Doch dan is de roode kleurstof .nog niet weg. En daar deze meestal een anilineverf stof is, moet men de vlek nog behandlen met wat zuiveren alcohol, spiritus of Eau d« Cologne. Een ander geval is, wanneer men een vlek van koffie of thee (met melk en suiker) op het f(oeó krijgt. De vlekken van de koffie en de tHee zelf, welke dus van plantaardigen oorsprong zyn, zal men met Eau de Cologne of spiritus moeten weg maken. Maar dan is het vet van de melk er nog niet uit: daartoe *oet men wat ben zine aanwenden. Over de suiker heeft men zich dan niet meer bezorgd te maken, aan gezien die dan al in de voorgaande vloei stoffen opgelost is. Schoencrème, waarin waarschynlyk ook al een anline-verfstof zit, kan men dus uit sokken of kousen op boven aangegeven wyze (voor roode wryf was) verwyderen. Met schuurmiddelen, zooals Brusselsch zand. Parijsch rood enz. moet men ook oppassen, omdat hierdoor leelyke roestvlekken kunnen ontstaan. Deze soorten aarde bevatten nameiyk veel yzer. Daarmee veroorzaakte roestvlekken zou men dus met een zwakke oplossing van zu ringzout moeten behandelen en daartegen zyn alle stoffen niet opgewassen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1931 | | pagina 4