'm m
ia sa a
V/öK
oV
PIRIN
m a m
m m m m
iWaV
m m m. afjr
van neweu
i re storingen
door over-
mrhings>
tmw'm.
iüi up
politiek. Het politieke stelsel is zoo geheel
en al gebaseerd op de belangen der handels
wereld, dat deze de lijnen voorschrijft,
waarlangs de politieke ontwikkeling zich
moet bewegen.
Zoo werd er een wetsvoorstel ingediend
om in een der Zuidelijke staten allen kin
derarbeid te verbieden. Hiertegen werd als
argument aangevoerd, dat dan de negerkin
deren, die nu op het veld moesten werken,
in de gelegenheid zouden komen om naar
school te gaan. De voorstanders van het
wetsvoorstel bleven er echter aan vasthou
den, dat alle kinderarbeid zonder uitzonde
ring verboden moest worden en dit had ten
gevolge, dat het wetsvoorstel „in strijd met
de grondwet" werd verklaard. En wat de
opvoeding betreft, zoowel de karaktervor
ming als de ideeën, die het onderwijs be-
heerschen, worden zorgvuldig in overeen
stemming gebracht met de wenschen der
kopstukken uit de zakenwereld. Aan de
jeugd wordt de veilige stelling geleerd en
uitgelegd, dat de macht in handen moet
blijven van hen, die haar thans bezitten.
En als een buitenlandsch geleerde aan zoo'n
school een lezing komt houden,' zal hij als
natuur- of scheikundige, als ingenieur of
mathematicus vrijuit kunnen spreken, doch
wanneer hy econoom is, zal hy dat niet
kunnen doen, tenzij dat hy voorzichtig is
en zwijgt, totdat zijn reputatie zoodanig
gevestigd is, dat men niet» tegen hem durft
te beginnen.
Natuurlijk heb ik ook in Amerika veel
idealisme gevonden, misschien zelfs meer
dan ergens anders, doch er bestaatgroot
gevaar, dat men daar te lande iemand met
liberale opvattingen niet voor vo^ aanziet
en hem slechts beschouwt als een excen
triek intellectueel. Individueele meeningen
en die groote verscheidenheid, waarvan de
bloei van elke samenleving afhankelijk is,
worden in Amerika onderdrukt. Meer wer
kelijke vrijheid zou daar te lande veel kun
nen verbeteren; het zou ook geen slecht
idee zyn, als Amerika eens iets wilde aan
nemen van Europa, West-Europa dan en
niet Sovjet-Rusland, waarop tegenwoordig
zelfs de millionairs het oog gericht houden
in de hoop, dat zy er nog wel iets van kun
nen leeren. 7y maken plannen voor zoo en
zooveel jaar. En in Amerika vindt men in-
tusschen een toenemend scepticisme jegens
de tradities van macht, die er nu nog heer
schen; wanneer de beheersching van het
geheele land door de zakenwereld geen mil
dere vormen aanneemt, zal er zeker een
tegenzin tegen dit alles komen, zooals
Amerika niet meer heeft beleefd sinds de
dagen van Jefferson's democratie.
(Nadruk verboden.)
Voor onze tuinen-
DK OMHEINING VAN DEN TUIN.
Hegge», hekken?
Voor velen is het een ■j>unt van overwe
ging, of zy hun tuin met een hek of met
een natuurlijke heg zullen omgeven en
menigeen voelt voor een hek, omdat zyn
heg niet geheel en al aan liet doel beant
woordt. In dat laatste geval vrage men zich
echter eerst eens af, waarom de heg >iiet
voldoet. Is zy te oud? Is zy misschien
slecht onderhouden? Laat men toch niet te
spoedig een heg opruimen om er een kunst
matige afscheiding voor in de plaats te
stellen. Wij houden dit vol, ook in dezen
nuchteren tyd, waarin slechts naar nut en
niet naar schoonheid gevraagd wordt. Een
heg als omheining van den tuin is echter
meer dan alleen maar mooi, zy ik ook prac-
tisch en goedkoop. Zy steekt gunstig af
tegen de kunstmatige afscheiding, die het
goedkoopste is en helaas het meest wordt
'gebruikt: het prikkeldraad. „Dat doet even
goed dienst" zegt men daarvan, als men
geen geld heeft voor iets beters. Ja, over
het algemeen houdt prikkeldraad menschen
en dieren evengoed tegen als een heg, doch
het beschermt njet tegen weer en wind en
het geeft het oog geen rustpunt aan de
grens van den tuin- Een gevoel van veilig
geborgen zyn zal men achter prikkeldraad
niet krijgen. Langs Ihet prikkeldraad kan
men dan wel struiken gaan planten, doch
daarmee verkrijgt men toch nooit het mooie
geheel van een aangesloten, geregeld ge
snoeide heg, die als een groene wand den
tuin afmaakt en juist een kleinen tuin
daardoor zoo kan „ophalen".
Een gemetselde muur heeft in menig op
zicht dezelfde voordeelen van volkomen af
sluiting en is zeer duurzaam, doch juist
voor kleine tuintjes is een muur minder
geschikt, omdat daardoor de horizontale
beweging der lucht te zeer wordt belem
merd, wat voor tal van planten zeer ongun
stig is. Bij groote tuinen en in geacciden
teerd terrein is een muur echter het beste;
daar kan men hem bovendien aan de zon
zijde. met leiboomen beplanten en er dus
dubbel van profiteered Muren lokken bo-
iun nestjes te
zy aan den
bovenkant niet met glasscherven bezet zijn.
De in alle richtingen teruggekaatste licht
stralen maken de vogels onrustig en doen
hen zulke ommuurde stukken grond ver
mijden. IJzeren hekken ziet men tegen
woordig weinig meer en dat behoeven wij
niet te betreuren, want by al hun duur
zaamheid zyn zij meestal heel leelrjk, tenzij
men er zeer veel geld voor kan uitgeven.
Hetzelfde kan gezegd worden van houten
hekken; deze behoeven tegenwoordig vol
strekt niet minder mooi te zijn, doch dan
is de prijs voor velen eeh bezwaar. En de
levende omheining, de lieg, is geschikt voor
elke beurs. De jonge planten, die men daar
voor koopen moet, zyn niet zoo duur. Het
eenige bezwaar is, dat een heg nu eenmaal
tyd moet hebben om te groeien en daarom
in de eerste jaren versterkt moet worden
door prikkeldraad. Dit laatete kan men in
de heg laten zitten; de paaNes kunnen
later gemakkelijk verwijderd worden, wan
neer zy van onderen vergaan zyn.
Het voornaamste bezwaar, dal men tegen
heggen hoort aanvoeren is, dat de struiken
van de heg hun wortels ver naar weerskun-
lyke nabijheid ervan niets kan planten. De
tuin moet echter al zeer klein zyn, voordat
dit verlies voelbaar wordt. Dut tr schade
lijk© insecten een schuilplaats m de neg
vinden, is niet zoo n groot bezwaar ais men
zou denken, want er gaan ook vogels in
mostelen, die van zulke insecten leven. Be
halve haar schoonheid heelt de heg op an
dere omheiningen nog het goedkoope onder
houd voor, benevens net tegenhouden van
den wind en de groote ondoordringbaarheid,
wanneer men tenminste doornachtige plan
ten kiest. Zelfs wanneer terwilie van de
heg de grond nog bemest moet worden
en dat zal meestal het geval zyn is de
heg nog goedkoop in vergelijking met een
kunstmatige omheining. Natuuriyk kan
men geen groot aantal dicht naast elkaar
geplaatste struikjes zien gedijen, om in
den loop der jaren een dichte, groene wand
te gaan vormen, wanneer de bodem niet
vruchtbaar of vruchtbaar gemaakt is- Een
goede voorbereiding vóór het planten
brengt daarentegen reeds spoedig een be
looning met zich mee in den vorm van
goede resultaten. De plantgeul moet 40 a
50 c.M. breed en 30 a 40 c.M. diep worden.
Op den bodem legt men eerst een laagje
oude mest en vervolgens een laagje zwarte
aarde of goeden hurtiusgrond; op dit laat
ste werdt geplant. Men kiezt planten van
2 of 3 jaar oud; oude planten vertoonen
dikwijls reeds in het eerste jaar kale plek
ken, zoodat men de geheele heg op 20 c.M.
hoogte moet afsnijden en de doode struiken
door nieuwe moet vervangen. Jonge planten
halen de oude in enkele jaren in en zyn
bovendien veel goedkooper.
Onder de planten, die zeer goed voor heg
gen te gebruiken zyn, noemen wy in de
eerst© plaats de witte hagedoorn. Deze
groeit op allen grond, dit niet bijzonder
arm, droog of nat is en het beste op kalk-
houdenden grond. De vogels bouwen er by
voorkeur hun nestjes in; zy kiezen eéhter
voor hun vroegste broedsels het liefst spar
ren, omdat deze ook in het eerste begin van
het voorjaar voldoende bescherming bieden.
In heggen houdt de witte hagedoorn het
zeer lang uit; men kan zelfs de oude strui
ken nog krachtig snoeien. Haagbeuken en
roode beuken kan men zonder moeite zoo
hoog laten opschieten als men wil, terwijl
de heg toch naar verhouding zeer weinig
dicht iwordt; op armen grond gedijen zij
echter niet. Hooge heggen tegen den wind
of tegen inkijken van buurhuizen maakt
men dikwijls van linden en olmen. De ge
wone liguster, de Japansche kweepeer, de
berberis en de buksdoorn geven dichte heg-
van matige hoogte. Ook de wilde kruis
bes is daarvoor geschikt, vooral, op scha
duwrijke plekken. Verder r.oemen wy de
„Schotsche haagroos", die eigenlijk in
Thuringen inheemsch is en officieel rosa
iginosa heet. De bladeren verspreiden
een heerlijken appelgeur, vooral warneer
zy nog jong en door den regen bevochtigd
zijn. Deze struiken groeien snel en krach
tig op niet te lichten grond, doch zy heb
ben veel 'kalk noodig, terwijl de stand van
het grondwater niet te hoog mag zyn. Zij
vormen ondoordringbare heggen en hebben
vrijwel in het geheel niet te lijden van on
gedierte. Zn mogen echter niet smal ge
snoeid worden. Hetzelfde geldt van de buks
doorn of lyceum barbarum, di men mak
kelijk op arme zand- en gnntgronden uit
stekken kan kweeken. Kornoelje en esch-
doorn zijn eveneens aan te bevelen voor
heggen. Voor altijd groene heggen noemen
wij buksboompjes, taxus, t-ija en hulst
Taxusheggen blijven slechts gelijkmatig
van dichtheid, wanneer er geen schaduw op
valt; in gedeeltelijk beschaduwd te» rein
voldoet de ilex beter. Tuja gedijt zelfs tus-
schen boomen, doch alleen na zorgvuldige
voorbereiding van den bodem. Zy ontwik
kelt zich natuurlijk het mooist, wanneer zij
vrij staat.
(Nadruk verboden).
Eventjes Lachen.
Bijbetalen.
U heeft me een flesch wonderolie mee
gegeven, inplaats van leventraan en mijn
zoontje heeft alles uitgedronken! Wat moet
ik nu doen? vroeg de angstige moeder aan
den apotheker.
Twee kwartjes bijbetalen, zei de dro
gist.
Een nieuw vak.
Wat doet hy voor den kost?
Hy is worm-imitator.
Wat is dat?
Hy boort wormgaatjes in namaak-an-
tieke meubelen voor een antiquair!
De saxofoonspeler.
Ik wou dat ik geld had, zuchtte de
saxofoonspeler, dan raakte ik nooit van
myn leven een instrument meer aan.
Ik wou dat ik geld had, zuchtte zyn
buurman, dan Ijon je het allemaal van me
krygen!
Naar de Opera.
—Vrouwtje, ik heb plaatsen genomen
O, heerlijk! Ik ga me dadelijk kleeden.
Ja, dat kon je wel vast doen. Het is
voor morgenavond...
Een gewichtige dag.
Morgen is weer een gewichtige dag in
mijn leven!
Hoezoo
Wel, dan is het toch de laatste van de
Historische Kasteelen in Nederland.
vin.
Het Kaeteel van Bredeiode.
Het Kasteel van Br ederode.
Al is het niet meer dan een ruïne, hoewel
een ruïne van omvang en beteekenis, die van
de oude indeeling van den burcht nog het
noodige doet zien, toch kan men zonder
vrees voor tegenspraak zeggen, dat de
ruïne van Brede rode vormt de meest be
kende van dien aard in ons land. Wanneer
men bedenkt, dat in Holland en Zeeland en
Gelderland en Utrecht en andere provinciën
de groote, sterk gebouwde riddersloten, om
geven door wallen en grachten minstens
even talrijk waren als thans de groote en
kleine dorpen, dan staat men eigenlijk ver
baasd, dat zoo weinig daarvan over is. Aan
den anderen kant behoeft dit weer niet te
verwonderen, omdat de geslachten, die deze
burchten bewoonden, soms uitstierven, ter
wijl die ridderlijke woningen zeiven meer
dan eens door wapengeweld werden neerge
haald. Voor een deel is het met het slot der
Brederodes aldus gegaan. Doch dit heeft
de Middeneeuwen ruimschoots overleefd.
Wel legden de Spanjaarden tijdens het be
leg van Haarlem er bezetting in, doch al
werd de burcht daardoor verwoest, deze
diende in de eerste helft der zeventiende
eeuw nog tot woning aan een rentmeester
met geheel zyn gezin. Wind en regen heb
ben de geblakerde muren, door de Span
jaarden op menig punt achtergelaten, in
den loop der tijden van het roetachtig zware
ontdaan, maar ipen liet de bouwvallen on
beheerd liggen tot in den loop der negen
tiende eeuw. Toen heeft men zich die weer
een weinig aangetrokken, en vandaar dat
wy thans kennen de ruïne van Brederode,
gelegen in een der mooiste gedeelten van
de zoo mooie omstreken van Haarlem.
De naam schynt te komen van: Breede
Rode, hetgeen in de taal der tiende eeuw
beteekende een ruim ontgonnen vlakte. Het
heeft zelfs, dat daar omstreeks het jaar
1Ü00 door Graal Aernout met den bouw van
een kasteel is begonnen, ongeveer ter zelf-
der tyd, dat hy naby Winkel door de Frie
zen werd gedood. Een zijner drie zonen, de
romantische Syvaert, die een schoone maagd
van lager geboorte huwde, bewees groote
diensten aan Dirk III, die hem deze vergold
met de landvoogdij over Kennemerland,
waarbij hem tevens in leen-eigendom werd
gegeven geheel die uitgebreide streek, die
thans tot de mooiste deelen van ons land
behoort. Al spoedig heette het dan ook, dat
de heeren van Brederode, wanneer zy van
Noordeloos naar Dordrecht wilden gaan,
den weg geheel over eigen land konden
nemen. Deze Syvaert zou dan de eigenlijke
bouwheer van het kasteel zyn geweest en
daar is hij in 1030 overleden. Zijn oudste
zoon Diederik trad in zyne voetsporen, en
een der beide zonerf van dezen is de stam
vader van een nieuw, bekend geslacht ge
worden, dat der Teylingens. Willem van
Brederode, zyn jjroé/der, gold voor den eer
ste van den Hollandschen adel van zyn tyd;
hy en zyn zoon stonden dan ook aan het
grafelyk hof in hooge gunst. Maar hun ge
bied werd telkenmale bedreigd door de in
vallen der stroopende West-Friezen, die
soms kwamen tot Santpoort, dus onder de
muren van het kasteel. De zware wallen,
waarmede het werd omgeven; de dikke mu
ren bleken meer dan eens geen overdreven
luxe en heel wat wapengekletter is er in en
om dit kasteel vernomen.
De vierde Willem in het geslacht der Bre-
derode's, de negende heer van zyn stam,
werd door den Roomschkoning Willem II
tot Maarschalk van Holland verheven. Was
de Roomschkoning te Haarlem, dan was ook
Willem van Brederode daar aanwezig. Met
zyn heer trok hij op tegen de West-Friezen,
en met den heer van Lyden leidde hij dat
deel van het 30.000 man tellende leger, dat
den weg Oostelijker zou nemen dan de Ko
ning om langs de Wog- en Borschdorper-
meren het hart des lands in te trekken. Zij
geraakten op den goeden weg, en zij zoefden
tegen de Friezen een belangrijk resultaat te
boeken hebben gehad, ware het niet, dat
hem onderweg de tyding gewerd, dat de
Roomschkoning was gesneuveld, waarop zy
terugkeerden. De vierde Willem was even.
zeer in aanzien by Floris V, en werd, gelijk
daarna zijn zoon Diederik als Baanderheer
erkend. Het is deze Diederik, die ten on
rechte verdacht werd te hebben deelgeno
men aan de samenzwering tegen Floris V
en daarom het land moest verlaten .De be
jegening, hem van de zijde van Borselen ten
deel gevallen, deed hem het besluit nemen
zich van alles terug te trekken en in bede
vaart naar Jeruzalem te gaan, vanwaar hy
naar Reims terugkeerde, alwaar hy over
leed.,
Zijn kleinzoon, evenals hy geheeten, zette
de tradities der Brederode's voort. Hy heeft
gestreden in den scheepsstrijd by Zwarte-
waal, op de Maas, nadat hy eenige dagen
tevoren bij Arnemuiden voor Margaretha
van Henegouwen de overwinning had be
haald. Na hem kwam zyn zoon Reynout aan'
het bewind en in het bezit van den trotschen
burcht, die in 1283 Floris V op bezoek had
gezien en waar in 1323 Willem de Goede de
belofte bezegelde, die aan de gemalin van
Hendrik van Brederode het bezit van het
slot verzekerde. Men leefde toen in den tijd
der Hoeksche en Kabeljauwsche twisten.
Twisten, die op eiken heerweg, in elke
groote en kleine stad, aan de orde van den
dag waren. Twisten, die werden gestimu
leerd door het uiterlijk kenteeken, dat de
aanhangers der beide partyen droegen.
Twisten, die politieke beteekenis en doelein
den hadden, en deze door het volk op eigen
rug deed uitvechten. Het was in die dagen,
dat Reynout woonde op het slot der Brede
rode's; Reynout, de wakkere, maar wat
stugge, grimmige ridder, getrouwd met
vrouwe Joanna, even lieflijk en zacht als
hy grimmig en ruw kon zyn. Zy behoorden
zou het anders kunneft? tot de Hoek-
schen, en zy leefden in een streek, waar de
Hoeksche meerderheid verzekerd kon wor
den geacht. Maar toch, in die dagen werd
de kryg anders gevoerd dan wy dien thans
kennen; overal loerde het Kabeljauwsch
verraad. Men was niet veilig om uit te gaan
dan met sterk gewapend geleide, en men
moest nog steeds op den weg verkenners
uitsturen om den omtrek en den terugtocht
waar te nemen.
Het was op een zonnigen zomerochtend,
dat Reynout zich gereed maakte met een
groot gezelschap van gasten ter jacht te
gaan. Hy kwam in de stallen; vond de too
rnen van zijn paard verkeerd; verhief luide
zyn stem tegen den staljongen, die een
woord van verontschuldiging wilde spreken,
maar reeds was de staf van den heer om
hoog gegaan, gedaald op zyn schouders, en
met een pijnlijke kreet sprong de jongen
terug. Op dat oogenblik kwam vrouwe Jo
anna binnen. Haar zacht gelaat betrok; zij
vroeg opheffing van de straf van den jon
gen, en Reynout schonk die om harentwil,
al verzocht hy haar niet meer in dergelijke
gevallen tusschenbeide te komen.
De jachtstoet reed uit. De zoo juist ge
strafte staljongen was mede; zijn taak was
in het veld. Afdwalend van den ridderstoet,
zwierf hy door de duinen. Naby Castricum
werd de hondentrein ontkoppeld, en werden
valk en havik ontdaan van strik en bellen-
kap. Het jagerssein klonk en de jacht nam
een aanvang. Maar plotseling, terwijl vrou
we Joanna in het midden was van het jacht
genot, dat ook haar, zachte vrouw dier
tyden, aangenaam was, stond de staljongen
met ongedekten hoofde naast haar. Hy baa
haar dringend voorzichtigheid te betrach
ten; hy had in de duinen gezworven; hy
had het blazoen van Bloemsteyn gezien, en
hy vermoedde met dezen vele andere vijan
den. Ja, hy had zelfs de speren zien blinken
en vreesde een groote gewapende macht. En
op hetzelfde oogenblik keerde de geervalk
op haar hand terug, zonder prooi of buit.
Zij erkende, haar vogel had iets vreemds
gezien; de knaap moest de waarheid ge
sproken nebben.
Vrouwe Joanna deed luide de klanken van
haar zilveren hoorn weerklinken. Reynout
kwam, verbolgen, dat hy de jacht had moe
ten afbreken, op haar toesnellen. Zy deed
hem het verhaal, maar hy lachte. Waar is
de knaap, vroeg hy. De knaap was niet meer
te zien, en dit versterkte Reynout in zyn
ongeloof. Zy mocht wijzen op den valk, die
het bericht bevestigde, hy wilde het niet
gelooven; hier was geheel de omtrek
Hoeksch, hier duchtte men geen Kabeljauw-
schen overval. Op datzelfde oogenblik
maakte zijn valkenier er hem opmerkzaam
op, dat de staljongen trachtte weg te vluch
ten op het lastpaard, dat hy juist miste.
Zelf legde Reynout aan; de knaap werd aan
den arm getroffen; het paard keerde met
tragen stap terug. Maar op het oogenblik,
dat Reynout de jacht wilde hervatten, werd
hij een stoet van ruiters gewaar, getooid
met den grauwen hoed der Kabeljauwen,
en hij zag nu, dat 'het gevaar hem van zeer
naby bedreigde. Reeds trok hy het zwaard
en wilde zich teweer stellen, maar vrouwe
Joanna begreep, dat hij in dezen ongelyken
kamp geen eer kon behalen, bad hem om
terug te keeren en vond gehoor. Hy zelf
nam zyn gade voor zich op het ros, hij reed
voor zijn mannen uit, spoorslag den weg
terug, dien men zoo juist met luid jacht-
rumoer gegaan was.
Maar de Bloemsteyner zette hem na,
trachtte hem den weg af te sluiten. 'Bij
Castricum lachte l>ü reeds, dat het Hoek
sche vogeltje in het nauw zou zitten. Rey
nout en de zijnen vonden nog juist tijd om
de kerkdeur binnen te gaan; met balen en
banken en alles wat inen vinden kon werd
deze versperd. Maar dat begreep men wel,
lang zou men het hier niet kunnen uithou
den. Indien niet spoedig hulp opdaagde, was
men verloren. Maar hoe die hulp te vinden.
Nog peinsde men toen eensklaps de klokken
van den toren angstig begonnen te luiden.
De omliggende bevolking van Castricum
was goed Hoeksch; zij werd gewaarschuwd;
dat beteekende ontzet en hulp. Maar wie,
wie in hemelsnaam trok daar aan de tou
wen? Al spoedig was er buiten rumper; de
landluyden kwamen gewapend toesnellen
om hun heer te ontzetten. En men trok naar
den kerktoren en vond daar, bijna gebonden
aan het touw dat nog steeds bewoog, den
armen staljongen, die de klokken in bewe
ging had gebracht om ontzet te verkrijgen.
Toen Zijn heer niet wilde gelooven wat hij
meldde, had hij begrepen te moeten han
delen zonder zijn voorkennis; hij had het
eerste paard genomen dat hem voor de voe
ten kwam, hij had, erop willen rijden naar
Castricum's toren om de omliggende bevol
king te waarschuwen. Zijn heer had op hem
geschoten; schoon uitgeput door bloedver
lies had hij zich voortgesleept. HJ had zijn
heer, maar hij 'had vooral vrouwe Joanna
gered. Teeder nam zij den knaap in haar
armen; zij hoopte dat redding nog mogelijk
was. Maar het had te lang geduurd; het
luiden van de klokken had te veel van de
inspanning van den reeds uitgeputten knaap
geëischt. Op de blanke armen van de edel-
vrouwe legde hij het hoofd neer en blies,
dankbaar haar in de oogen Hikkend, den
- ,m uit.
«eer speelt.de burcht van Brede
rode een rol in het oorlogsgeweld. Dat kan
niet verbazen, wanneer men bedenkt welke
positie de Brederode's innamen en met wel
ke geslachten zij waren vermaagschapt. In
Het ademlooze tempo van
het tegenwoordige econo
mische leven met ziin ver
scherpten concurrentiestrijd,
zijn gejaagdheid en zijn
drukte is de schuld van
veel nerveuze storingen,
welke zich door hevige
hoofdpijn om en nabij de
slapen doen gevoelen.
In deze, zoowel als in
andere gevallen van hoofd
pijn werkt Aspirin ongeë
venaard. 1-2 tabletten met
een slok water ingenomen,
en na korten tijd is men
weer frisch, kan weer wer-
ken, zonder dat de hoofd
zenuwen zich doen gelden.
Weiger namaak en lef er op dat op elke
itablet het woord f BAYER* staat. Prijs 75 ets.
eenig op
de wereld
den Gelderschen opvolgingskryg stond een
Brederode menigmaal in de plaats van Jan
van Blois, aan wiens gemalin hy groote
bedragen had geleend. Een andere Brede
rode begaf zich in het klooster te Utrecht,
terwyl zyn gemalin in het nonnenklooster
te Wyk by Duurstede den sluier aannam,
doch de ernstige gedachten waren niet van
langen tijd, en toen zyne gemalin niet van
de kloostergelofte kon worden ontslagen,
kwam hy met gewapenden en ontvoerde hy
haar met geweld. Een zijner broeders nam
deel aan ■menigen krijgstocht tegen do
Friezen, later ook aan de Arkelschen oor
log, waarin hij aan de zyde van den Graaf
van Oostervant streed en zelfs het bevel
voerde over de krijgsbenden van Jacoba van
Bieren by den aanval op Gorinchem in 1417.
Daarbij toonde hy een al te onstuimige dap
perheid, viel, van alle zijden door tegen
standers belaagd en werd te Ameide voor
het hoogaltaar in de kerk begraven. In dien
tijd was intusschen Brederode reed3 een
zaam komen te liggen, zoodat de Haarlem-
sche Kabeljauwen licht spel hadden om het
slot te overmeesteren. Zy hebben het gelijk
dat van Heemstede geplunderd en vernield,
maar later werd het gedeeltelijk hersteld,
al is de vroegere pracht daarin niet meer
teruggekeerd.
Romantisch avontuurlijk en krijgszuchtig
gaat de geschiedenis der Brederode's ver
der. Daar is de bastaard Walraven, die te
Wy k-by -Duurstede gevangen werd gezet,
in verband met deelneming zijnerzijds aan
een samenzwering van Adolf van Gelderen
tegen de Bourgondiërs, maar die hoe ook
gepijnigd in den donkeren en stormachtigen
nacht van 22 Augustus 1470 wist te ont
snappen, en zoodanigen steun by Karei den
Stoute vond, dat hij tot hooge eere werd
gebracht. Hy viel intusschen als slachtoffer
van een geheimen aanslag. Bijkans in dien.
zelfden tijd was de echte zoon van Reynout
ook Walraven geheeten party gewor
den in nieuwe Kennemerlandsche twisten.
Daafna kwam echter verzoening, en by de
kroning van Maximiliaan van Oostenrijk tot
Roomsch-koning werd ook Reynout van
Brederode tot ridder geslagen met het
zwaard, dat eenmaal aan Karei den Groote
had toebehoord. Het was een broeder van
dezen Reynout, Frans geheeten, naar wien
de jonker Frans-oorlog is genaamd, die
weinig fortuinlijk in het oorlogvoeren was,
beter verging het Reynouts naamgenoot,
den negentienden heer van Brederode, die
het aandurfde het volle wapen van Holland
onverdeeld te voeren en zelfs den titel ge
boren Graaf van Holland openlijk te Gent
deed aanslaan. Dit was Karei V, die hem
overigens zeer genegen was, toch wat al
te erg; dit werd hem verboden, waarop hij
toegaf. Hy werd met den titel van eersten
Vliesridder beschonken; zyn heerlijkheid
Vianen ware tot een graafschap verheven,
indien hy niet, met het oog op de daaraan
verbonden voordeelen, zyn verzoek had in
getrokken, omdat hy liever baron wilde
blijven, gelijk hy was, dan een zoo onafhan
kelijke graaf als hy zou moeten worden.
Deze Reynout was met een dochter van den
Graaf van der Mark, tevens heer van Sedan
getrouwd en daardoor verwant aan de Ko
ningin-Weduwe Maria van Hongarije. Zijn
tweede zoon Hendrik, die tengevolge van
den ongelukkigen dpod van den eerste reeds
op 25-jarigen leeftijd in het bezit kwam van
de groote goederen van zyn vader, heeft
deelgenomen aan het eedgenootschap der
edelen, en behoort reeds daardoor tot de
grondleggers der Nederlandsche vrijheid.
By een langer leven zou zeker meer be
zadigdheid zijn deel zyn geworden, maar hy
stierf als balling, te jong en zonder dat hy
de beloften, die zyn leven inhield, tot uiting
had kunnen brengen. Zyn goederen gingen,
waar hy kinderloos overleed, over aan zyne
oudste zuster, doch de heerlijkheid Brede
rode en Kennemerland kwamen aan het
Graafschap te vervallen. Hendrik's volle
neef echter, Reynout van Brederode bewees
den Staten van Holland zyn wettig bloed
verwantschap en werd daarop met al de
rechten der Brederode's beleend. Van hem
stammen de verdere leden van dit geslacht
af, die echter, gelijk men mag aannemen,
aan den burcht Brederode weinig aandacht
meer hebben geschonken, veelal vertoefden
op binnen- en buitenlandsche slagvelden of
,icb ophieldfen te Vianen. Nadat in bet
einde der zeventiende eeuw twee Brede
rode's voor Ofen waren gesneuveld, kwa
men de goederen, ook die in Kennemerland,
aan Gravin Dohna, die ze aan haar zoon
van der Lippe-Detmold naliet en deze weer
verkocht ze aan de Staten van Holland en
West-Friesland. Eigenaardig is het wel,
dat van Lennep en Hofdyk weten te ver
halen van een tak van. het roemruchtige ge-
slacht uit een nooit erkend huwelijk van
Reynout III, di eeerst in het begin der ne
gentiende eeuw uitstierf. Dezelfde Wal
raven van Brederode, van wien wy ver
haalden, liet een bastaard na, wiens nako
melingen zich in Holland hebben verspreid,
maar tot zeer verschillende klassen der
maatschappij zyn gaan behooren. Vandaar
wellicht, dat men den naam Brederode nog
veelal aantreft, ook al zal het in zoodanige
gevallen niet altyd mogelijk zyn de juiste
afstamming te bewijzen.
Het heette eens indatbekende rympje:
Brederode het edelst,
Wassenaar het oudst,
Egmond het rijkst,
Arkel het stoutst,
en dat bewijst op zichzelf reeds welk een
plaats de Brederode's in de geschiedenis der
Hollandsche achtereenvolgende grafelijke
huizen hebben ingenomen. Wie nu de ru/ne
van Brederode ziet, zou daaraan niet een
zoodanige afkomst toeschrijven!
Ons Pluimvee.
Gevederde pooten bij hoenders en duiven.
De voorouders van onze kippen en duiven
hadden gladde pooten, doch in den loop der
tyden .hebben zich tal van rassen ontwik
keld, waarbij de pooten met vederen bedekt
zyn. Deze eigenaardige vedergroe; wordt
door vele fokekrs als een waardevolle eigen
schap beschouwt en is dan ook kunstmatig
langekweekt. Hebben gevederde pooten nu
ook een praktisch voordeel? O.i. is dit "iet
het geval. De dieren kunnen zieh minder
gemakkelijk bewegen en daardoor ook niet
zoo goed 'hun eigen voedsel zoeken. Boven
dien hinderen de veeren aan de pooten de
dieren dikwijls by het broeden, vooral dui
ven met lange veeren aan de pooten werpen
dikwyls ongemerkt eieren en jongen uit het
nest. By regenachtig weer blijft het vocht
langer in de veeren zitten, waardoor de
dieren rheumatiek krijgen. Wanneer men
zijn kippen en duiven dus wil houden met
een ander doel dan alleen het „mooie ge
zicht", kan men 'beter dieren met gladde
pooten nemen. Kippen en duiven met vee
ren aan de pooten moeten bovendien goed
verzorgd worden, anders zien zy er dadelijk
leelijk en verwaarloosd uit. Op kleiachtigen
grond kan men ze in het geheel niet hou
den, omdat er dan kluiten modder tusschen
de veeren blijven hangen, die de dieren het
loopen nog meer bemoeilijken en ten gevol
ge hebben, dat de veeren afbreken. Men
moet om die reden ook de kippenhokken en
den vloer van het duivenhok vaker schoon
maken dan by dieren met gladde pooten.
Bovendien duurt bij dieren met veeren aan
de pooten de rui langer met alle gevaren,
daaraan verbonden, o.a. dat de dieren el
kaar de nieuwe veeren uitpikken, die zich
slechts langzaam vormen.
Groenvoer voor kippen in den winter.
Wanneer onze kippen in den winter op
houden met leggen, is dit niet altyd te wij
ten aan ongunstige weersomstandigheden.
Het is evengoed mogelijk, dat het voer niet
op de juiste wyzewsamengesteld is. Ook in
den winter hebben de dieren alle voedings
stoffen noodig, die zij 's morgens krygen en
wanneer een bepaalde soort voedsel in dezen
tijd van het jaar niet verkrijgbaar is, moet
daarvoor een geschikt surrogaat worden
gezocht. Dierlijk voedsel als wormen, en
ongedierte wordt vervangen door vischmeel,
beendermeel, bloedmeel e.d. En het groen
voer mag evenmin ontbreken. De kippen
eten dat 's zomers niet maar als lekkernij
of omdat zy niets anders te doen hebben,
maar omdat zy het voor hun stofwisseling
noodig hebben. Wanneer men hen slechts
met graankorrels voedt, worden de orga
nen te zwaar met zetmeel belast. Een beetje
visch- of beendermeel maakt dit niet goed;
de aanvulling van het voedsel met groen
voer is eenvoudig onmisbaar. Groene plan
ten bevatten waardevolle voedingsstoffen,
vooral ook voedingszouten, die spijsverte
ring en de algemeene gezondheid der dieren
bevorderen. Zij voeren aan het organisme
niet slechts eiwit, koolhydraten, fosfor,
kalk, kalium, ijzer, zwavel, magnesium,
chloor en kiezel toe, doch ook water. Waar
een ei voor het grootste gedeelte uit water
bestaat, is dat laatste voor onze legkippen
een belangrijk punt. Het is bekend dat
kippen, die vry buiten kunnen rondloopen
en dus zooveel groen kunnen eten als zy
willen, veel meer eieren leggen dan dieren,
welke in rennen of op a{gesloten- binnen
plaatsen worden gehouden, en slechts eeni-
gen groente-afval krygen- Nu kan men in
zoo'n geval 's zomer nog gemakkelijk het
noodige groenvoer aan de kippen verschaf
fen, doch 's winters niet. Dan is er echter
ook nog wel iets op te vinden.
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
VOETBAL.
Programma voor Zondag 24 Januari.
K. N. V. B.
Afdeel ing I.
Schiedam: H.-D.V.&.-X.C.H.
EnkhuizenW«*-Friflifr-H.B.B.
Den Haag H.V.V.—Ajaa.
Hilversum: 't Gooi—Sparta.
Koog a.d. Zaan K.F.C.—Stormvogels.
4e klasse E.
Utrecht: E.A.C.—Laren.
Hilversum Victoria,—Voorwaarts.
Amersfoort; A.P.W.O-Woerden.
Afdeeling TT.
Ie klasse.
Den Haag: A.D.O.—Z.F.C.
Amsterdam: Blauw Wit—Xerxes.
RotterdamFeijenoordr-D.F.U.
VelsenV.S.V.—V.U.C.
Haarlem: H.K.C.—Hilversum.
2s klasse A.
Dordrecht: O.D 8—Overmaas.
Gouda- O.N.A.— Umtas,
Delft: D H.C.—Ö.V.V.
Rotterdam8. Hooger— Excelsior.
Rotterdam; Neptunus—C.V.V.
Rotterdam. V.O.U.—V.D.L
Rotterdam: D.C.L.—Quick.
VIaardingen; Fortuna—Gouda.
3« klasse A.
Gouda: G.S.V.—U.V.S.
Den Haag; 8oheveningenAlphia.
Leiden Lugdunum—R.V.G.
Leiden: L.F.C.A.8.C.
3e klasse C.
Leerdam: L.B.V.—J
üoninahem: S.V.W.
Dordrecht Emma-D.OS.B
SchoonhovenSchoonhoven—Vriendenschaar
3e klasse D.
Rotterdam: E.D.8.—Goal.
Rotterdam. TbcK. Hope—V.F.C.
Rotterdam, 't NoordenOlympia.
Schiedam D.H.S.—de Mui
Mooidreehti: Mourdrecht-AV.I.K.
Den Haag: H.D.V.—Teriaak.
Den Haag. üelantas—Waddmxveen.
Den Haag: 8.V.C.-O.B.
Den Haag Tonegido—de Jagers.
Dordrecht: Fluks—Lekkerkerk
'8-G ra vended'«-Gravendeel—O.S.8.
Rotterdam Urooewfjk—8.E.P.
Reserve 1© klasse.
Rotterdam Sparta 2-Unitas 2.
Rotterdam: Xerxes 2—Excelsior 2.
Rotterdam C.V.V. 2—D.H.C. 2.
Gouda: Gouda 2Feijanoord 2.
Den Haag H.B.8. 2—A.D.O. 2.
Reserve 2e klasse B
Gouda Olympia 2—8.V.V. 2.
Dordrecht: D F.O. 2—V.O.C. 2.
Rotterdam: Excelsior 3—Fortuna 2.
RotterdamFeijenoord 3Neptunus 2.
Reserve 3e klasse D.
Aiphen- Alpliflia 3—O.N.A. 2.
Utrecht' Hercules 2—Ü.8.V. 2.
Utrecht- Utrecht 2—Zeist 2.
Afdeeling III.
Ie klasse.
Almelo: Heraclee—Rob. et Vel.
Arnhem: Vitesse—Tubantia.
Zwolle: l'.K.C.Z.A.U.
Wageningen. W ageningen—Go A'head.
Apeldoorn AG.O.V.V.—Enschede.
Afdeeling IV.
Ie klasse.
BleijerheideBleijerheid©— MV V
Tilburg: Willem 11-N.A.C.
Eindhoven: l'.S.V— Eindhoven.
Afdeeling V.
Ie klasse.
Leeuwarden. F.V.U.Velocitas.
LeeuwardenFnsiaAicides.
Groningen: Ü.V A.V.—Leeuwarden.
Veendam VeendamFriesland.
"~~4' G. V. B.
Ie klasse:
Haastrecht 1—Gouda 4.
Dilettant 1—Moeroapelle 1.
GoudJerak 1—Zwervers 1.
O.N.A 3-Olynipia 3, 10 uur.
2e klasse A:
Waddinxveen 2—Woerden 2.
2© klasse B:
Oljmpia 5O.N.A. 4, 11 uur.
3e klasse A:
Woerden 5-Gouda 5.
Lekkerkerk 3—Naeuwerkerk 2.
Bosk. Boyfl 3—Groene weg 1.
3e klasse B:
Goudia 6-Boek. Boys 5, 11 uur.
Nieuwerkerk 6— Moordrecht 3.
Ü.8.V. 6Boek. Boys 4, 11 uur.
Overzicht.
Een zeer belangrijk programma draait er
morgen af vöor de meeste clubs in het Goud-
eche rayon. Gouda gaat naar fortuna, een
oude tegenstander, die er alles op zal zetten
om de rood-witten den voet dwars te zetten,
ondankg dat d© prestaties der Via&rdingers
beneden de verwachtingen zijn gebleven.
Opmerkelijk is dat na B.M-T. en V.O.C.
eerst Neptunus en dan Gouda in aantal
voor-doelpunten elkaar opvolgen. Fortuna
heeft de meeste doelpunten op haar naam,
zoodat de verdediging er goed het oog m
moet houden. We hopen dat Gouda aan
veler verwachtingen zal voldoen en met «en
gunstig resultaat zal terugkeeren.
O.N.A. zou zach met een overwinning op
Umtas veilig kunnen stellen, maar of de
club van Wel© de kat van de rare sprongen
zal zijn, dient te worden afgewacht.
G.8.V. krijgt een laatste kans. D© groen-
witten traden zoo sterk mogelijk aan en een
overwinning op U.V.8. zal moeten worden
behaald om den achterstand in te halen.
L.F.C.—A.8-0. is daarom mede van belang
Schoonhoven—Vriendenschaar is inge-
lsscht. Nummer laatst tegen nummer één
belooft voor de thuisclub met veel goette.
Van veel belang is óok 't Noorden—Olym
pia. De Gouwenaars zien er met zonder
reden een zware tegenpartij in, maar in het
gezicht van de haven zal men er wed zon
der kleerscheuren af zien te^ komen. Moor
drecht dient van W.l.K. te winnen en mis
schien helpt Waddinxveen nog een handje
om de kans te behouden, door Celerita© iets
af te snoepen. Lekkerkerk zal tiegen Fluks
wel in 't zand moeten bij too.
Gouda 2, Olympia 2 en G.8.V. 2 komen
reap, tegen de leiders hunner af deelingen
er. het succes zal daarom niet groot zijn.
In den G. V. B. komen dé kampioenscan-
didaten Gouderak en Dilettant tegen ploe
gen, waarover zy wel kunnen zegevieren.
Vöor d« Jeugd.
TWEE PIJPJES KRIJT
of
Jalttje maakt 10 fouten in zijn dictee
door
cOTTO.
„De juffrouw heeft vandaag die japon
met die blauwe balletjes aan. Dan krygen
we vast weer zoo'n monljjk dictee,' zei
Henkje Molenaar toen de ju4frouw van de
vierde klas op de schooi afstapte.
De andere jongens knikten. Het was
vreemd, maar waar: als de juffrouw die
japon met de blauwe balletjes zoo noem
den de leerlingen van de vierde het aan
had was ze altijd in een slechte stemming.
Z© was erg streng, kon geen gepraat of
gelach van de kinderen hebben en... besloot
den dag meestal met het geven van een
van haar „beruchte" dictee's waarin altyü
geweldig veel fouten werden gemaakt.
„Dag juffrouw," zei Jantje Dolkema.
„Heeft U goed geslapen?" En zonder het
antwoord af te wachten maakte hy zyn
schooltasch open en gaf zijn peer die hij
van moeder meegekregen had om in het
speelkwartiertje op te eten aan de juf
frouw.
Maar toen zy weg was gegaan zei Henkje
lachend:
p<Het helpt je toch niet of je die peer
ook weggeeft. De juffrouw zal er toch geen
fout voor laten zitten in je dictee."
Jantje zuchtte. Ja, het was zoo; hij
maakte altyd vreeseljjk veel fouten in zyn
dictee's. Dat was niet omdat hy lui was...
in het geheel niet Hy deed moeite genoeg
om het goed te doen maar... hy wist niet
waarom; 't ging nu eenmaal niet. In zyn
sommen maakte hy nooit fouten maar die
dictee's...
Maar er was geen tijd meer voor verdere
overpeinzingen. De bel ging en de jongens
traden d© klas binnen.
„De japon met de blauwe balletjes" was
weer te merken.
De juffrouw was erg kribbig, deelde veel
standjes uit en moest by het lesoverhooren
\eel meer weten dan anders.
En natuurlyk kwam het tweede uur het
gevreesde dictee. Jantjé rilde van angst
toen de juffrouw de eerste zinnen begon
op te lezen. Hè, wat was het weer moeilyk!
Daar had je bijvoorbeeld het woord onmid
dellijk. Hoe moest je dat nu schrijven?
Eerst probeerde hy het zoo: ommiddelyk.
Maar dat stond eigenlijk een beetje gek,
die twee m's achter elkaar,., dat zou zeker
fout zyn. Jantje dacht even na. „Onmidde-
lyk schreef hij toen. Dat leek er mier op.
Maar of het nu goed was...? Taal was zoo
moeilijk! Maar er was weer geen tijd om
lang na te denken. De juffrouw noemde de
volgende zin al. En Jantje schreef door en
fronst© zyn voorhoofd by alle moeilijkhe
den die er waren. En dat waren er véél...
Toen de juffrouw het werk aan het na
kijken was zat Jantje in spanning. Hij kon
vanaf zyn ibank goed op h^ tafeltje dat
voor de klas stond zien. Ja, otu had de juf
frouw zyn blaadje. Kras ging het potlood.
Dat was één fout. Weer kras, kras, kras,
kras. Jantje telde het al nipt meer. Hij
hield zyn hart vast. Het was weer erg
slecht geweest, dat voelde hij wel. Hy kon
nu eenmaal geen dictee's maken. Zijn
sommen.
„Maar dat is nu toch vreeselyk Jantje,"
hoorde hy de juffrouw plotseling nijdig
zeggen. „Tien fouten in je dictee.'Neen, dat
gaat zo° niet jongenheer. Ik heb je nu al
genoeg gezegd dat je meer je best moet
doen maar je schynt niet t« willen. Dat is
goed hoor. Ik weet er wel iéts anders op.
Ga jij je werk maar aan meneer Bosman
laten zien."
Pots! Daar had je het. Hy moest naar
den bovenmeester om zyn dictee waarin
maar liefst tien fouten waren, te laten zien.
Dat werd natuurlijk straf, héél veel straf.
Jantje stond aarzelend op. By de tweede
bank struikelde hy over Henkje's been. Die
had zyn been natuurlijk met opzet uitge
stoken.
„Wacht maar tot twaalf uur buiten,"
gromde hy. Toen kwam 'hy bij de juffrouw
en nam zijn werk in ontvangst. Het was
rood van de fouten. Wat zou meneer Bos
man kwaad zijn.
Jantje had wel eens in boekjes gelezen
dat men kon loopen alsof men „lood in de
schoenen had." Hij had dat nooit goed be
grepen, maar nu wist hij wel degelijk wat
dat voor een gevoel was. Nog nooit had hij
ioo traag door de gang geloopen. Hij had
heelemaal geen haast. Bij de vijfde klas
bleef hij even staan luisteren. Hy hoorde de
stem van den meester en plotseling het ge
schater der kinderen. De meester maakte
zeker een grapje. Dat was meester Boven-
boom. Een aardige man was dat. Altijd had
hy een mopje! Ja dat was leuk Leuker dan
de juffrouw als ze de japon met de blauwe
balletjes aanhad. Anders kon ze ook héél
aardig zyn.
Maar daar was de deur van meneer Bos
nian's kamer. Jantje stond er vlak voor en
voelde zich plotseling héél erg klein. Van
uit de kamer drongen gedempte manne-
stemmen tot hem door. Meneer had bezoek.
Was dat een voordeel voor hem of...?
Daar weid de deur van de kamer reeds
geopend en de heer Bosman en ja Jantje
vergiste zich niet de heer Alexander, de
schoolinspecteur, traden naar buiten.
„Zoo Jantje," sprak de heer Bosman op
geruimd. „Wat is er van Uw dienst me
neer?"
Meneer Alexander keek glimlachend toe.
Jantje dacht bliksemsnel na. Wat moest
hij doen. Het dictee laten zien? Neen, dat
kon niet Dan weid hy minstens van sehool-
gestuuxd. Die meneer Alexander kon zoo
streng zijn.
„Meneer," zei hy met een benepen stem
metje, j'jffrouw vraagt twee pijpjes
krijt"
i hmft fiat— i
gehad. Ze moet wat zuiniger zyn hoor!"
En Jantje kreeg zyn twee stukjes kryt.
Hy ging terug naar de klas en toen hy
nauwelijks was binnengetreden rinkelde de
bel voor het speelkwartier. Maar Jantje
deed niet mee met de spelletjes hoewel hij
daarby anders altyd nummer één was. Maar
nu brandden de twee pijpjes kryt hem in
zyn broekzak. Wat zou er gebeuren als zyn
leugentje uitkam? En uitkomen deed het
vast Ja slechte daden kwamen altyd uit!
Het laatste uur was hy erg onoplettend.
Hy kon zyn gedachten niet by de les hou
den, want aldoor zat hy maar te denken
aan die twee pijpjes kryt in zyn broekzak.
De juffrouw was veel beter gestemd dan
in het begin van den morgen. Toen de bei
om twaalf uur ging en alle kinderen de klas
al uit waren bleef Jantje nog staan.
„Hé Jantje," sprak de juffrouw vriende
lijk, „heb je geen haast om weg t© komen?"
En toen kon Jantje het niet meer uithou
den. Snikkend vertelde hy de heele ge
schiedenis en samen met een aantal touw
tjes, een knikker en een stukje kryt
kwamen de twee pijpjes kryt te
voorschijn. Angstig keek hy naar het ge
zicht van de juffrouw. En hy vond het
heerlijk dat ze deed alsof ze zyn traantjes
niet zag maar hem daarentegen vroeg of
hy nu eens rustig wilde vertellen welke
moeilijkheden hy by het dictee had.
En voordat ze dien middag het lokaalf
verlieten had de juffrouw begrepen waar
om die kleine Jantje altijd zooveel fouten
in zyn dictee's maakte
Daarna was het nooit meer noodig om
hem naar meester Bosman te sturen ook
al had de juffrouw haar japon met de
blauwe balletjes aan...!
(Nadruk verboden).
Op reis door het wereldruim.
Hoe staat het met de interplanetaire
vluchten?
Een interessante beschouwing
door K. R. VAN KESTEREN.
De vuurpijl, die den naachtelyken hemel
doorkliefde om er zyn bontgekleurde spet
terregen te verspreiden, bleef langen tyd
niets anders dan een-voorwerp van volks
vermaak. Niemand vermoedde de fabelach
tige mogelijkheden, die zy opende, ofschoon
men toch reeds duizenden jaren van haar
gebruik maakte.
Wanneer de wereldberoemde romans van
Jules Verne den lezer in zyn fantastisch
domein brachten en onwerkelijke droomen
te voorschijn riepen, geloofde niemand, dat
in het tweede kwartgedeelte van onze eeuw
het grootste gedeelte dezer verbeeldingen
werkelijkheid zouden worden.
Tegenwoordig staan de motoren die ex
ploreerend gas als krachtbron gebruiken, in
het middelpunt van de belangstelling der
technische kringen en zyn de verbeteringen
op dit gebied verbazingwekkend en in over
eenstemming met het tempo van onzen tijd.
De motor, die door raketten wordt voort
bewogen, beteekent een omwenteling in het
vliegwezen en draagt ertoe by tot nu toe
ongedachte, geweldige snelheden te berei
ken. Afstanden tellen niet meer mee. Alle
afstandsrecords, die wy op het oogenblik
kennen, zoowel op aarde als in het lucht
ruim, beteekenen slechts vertrekpunten voor
de raket.
De transportmiddelen, welke wy' op het
oogenblik kennen, hebben over het alge
meen een voortstuwing, welke door omwen
telingskrachten wordt verkregen. Op deze
wyzie worden de wielen van een automobiel
op aarde, de schroef van een vliegtuig in de
lucht, de schroef van een boot te water
voortbewogen. De raket is echter een pro
jectiel, dat zich voortbeweegt op een abso
luut onafhankelijke wyze door het directe
benutten van de kracht der reactie. In een
korte spanne tyds kan de raket een snel
heid van 11 K.M. per seconde bereiken, wel
ke voldoende is om de atmosfeer te door
kruisen en in de interplanetaire ruimten
aan te Janden".
De merkwaardige Btudies die over dit on
derwerp door de groote geleerden van hei
Westen zyn gepubliceerd, de professoren
Goddani, G. Overt, Esnault-Peletier, Max
Vallière, hebben de mogelijkheid vastge
steld om de theoretische proefnemingen als
basis te nemen voor het fabriceeren van een
apparaat, dat practische beteekenis heeft.
Na de verschijning van het eerste werk
van Professor Obert in 1923 begon in
Duitschland een nieuw tydvak in de prac
tische bruikbaarheid van het vervoer per
raket. In 1928 voorzag Opel een automobiel
van buskruitfaketten, welke een snelheid
van 240 K.M. per uur bereikte. In 1930
slaagde de thans overleden Max Vallière er
in met een slede, eveneens met buskruit-
raketten uitgerust een snelheid van 400 K.
M. per uur te bereiken.
Toch is het gebruik van buskruitraketten
te kostbaar en te gevaarlijk. Daarom heeft
men volgens den eenparigen raad van in
genieurs het kruit vervangen door een
vloeibaar gasmengsel: benzine, alcohol,
zuurstof of vloeibare waterstof.
Vanaf dit oogenblik opende zich een nieu
we phase voor de experimenten. Een nieuw
motor-type ipoest worden geconstrueerd,
die met een uitsluitend vloeibaar gevaar
loos gasmengsel gevoed werd en grootere
snelheden zou kunnen ontwikkelen.
In 1928 nam professor Goddard in Ame
rika goedgeslaagde proeven met een groote
raket. Darwin Layen gebruikte in Italië een
raket van eigen maaksel, die een hoogte-
record van 10 K.M. bereikte. In Duitsch
land worden thans belangryke proeven ge
nomen door den ingenieur Nebel met de
eerste Fuseodrome, die hy heeft geconstru
eerd. Nebel ontwierp een poetverbinding
met pakketten tusschen verschillende pun
ten der aarde. De volgende cyfers geven
een indruk van de omwenteling op het ge-
bied van postvervoer in de toekomst: Een
raket met een gewicht van drie' ton kan
den afstand Moskou-Berlyn in 11 minuten
afleggen, van Beriyn naar Londen in 6 mi
nuten, van Londen naar New-York in een
half uur, van Moskou naar Wladiwoatok
ook in een half uur, enz.
Om de bestudeering van een vlucht per
raket aan te moedigen, is in Frankryk een
jaarljjksche prys gesticht Van 500 gulden.
Tot nut toé is deze prys echter slecnts een
maal uitgereikt en wel aan processor Obert.
Den laatsten tyd hebbten ook de militaire
autoriteiten van verschilléiide landen leven
dige belangstelling aan den dag gelegd voor
de geweldige rol, die dit projectiel in tyden
van oorlog zou kunnen spelen. Hierin kan
men ook de verklaring vinden waarom de
voornaamste raket-specialisten op hei
oogenblik voor de militaire autoriteiten van
hun land werken, Professor Goddard in zyn
kwaliteit als Amerikaansch kolonel en pro
fessor Obert als Hongaarsch commandant.
Dit verklaart ook waarom men in langen
tyd geen enkel bericht over tot stand ge
komen resultaten heeft vernomen van deze
twee groote specialisten.
Aldus staat het met de studie van het,
om het zoo eens te zeggen, aardsche be
staan van den raket.
De volgende etappe zal zich moeten be
zighouden met het ombouwen van de ge
wone vliegtuigen in z.g. fuseoplanes, die
met raketten worden voortbewogen, alsook
met een toestel voor het bereiken van hoog
ten, die buiten de atmosfeer liggen, voor
een vlucht in de stratospheer, een strato-
plane en eindelyk de constructie van een
kosmisch vliegtuig voor interplanetaire
vluchten.
Volgens den huidigen stand der weten
schap en technisch is de practiBche verwe-
zenlyking van een ruimteschip mogelyk en
uitvoerbaar.
Deze ruimteschepen zullen over een re
serve brandstof moeten beschikken, die hen
niet alleen in staat zal stellen de aarde en
haar aantrekkingskracht te verlaten, maar
ook om hen naar andere planeten te leiden
en weer naar de aarde terug te brengen.
Onder een van deze projecten is het in
teressant diegene te noemen, welke door
den Russischen geleerde Tsiopkovsky, een
der voormannen op het gebied der raketten-
vluchten, is ontworpen.
Een werkelyk stoutmoedig plan is de
schepping van dezen geleerde. Niet minder
dan een kosmisch station heeft hy gecon
strueerd, waarmee hy rond de aarde wil
gaan vliegen in een ononderbroken vlucht.
Met deze constructie zal het ook niet moei
lijk zyn om interplanetaire vluchten uit ie
voeren.
De landing op een planeet of een van zijn
satellieten zou onder verschillende omstan
digheden mogelyk zyn. Indien er geen at
mosfeer is, zal de ral^et dalen door middel
van een speciaal geconstrueerde rem. In
dien er wel een atmosfeer is zal een daling
zonder moeilykheden en byzondere voor
zorgen kunnen geschieden, omdat dan de
luchtweerstand voldoende remming zou bie
den. -
Het probleem van een vluqhi buiten de
atmosfeer is oplosbaar geworden. Wy staan
aan den vooravond van de overwinning der
aardsche aantrekkingskracht, niet slechts
door theoretische berekeningen, maar door
practische middelen, welke op wetenschap
pelijke basis geschied zijn. De tijd is niet
verre meer, dat de gedroomde ruimte-sche
pen werkelijk door den kosmos zullen vlie
gen.
(Nadruk verboden.)
Damrubriek.
Onder redactie van de Damclub „Gouda".
Secretaris de la Rejjlaan 14, lokaal der
club, Markt 49.
Probleem No. 805.
Zwart scljijven op: 3, 4, 10, 14, 27, 28, 31.
Wit schijven op: 25, 29, 34, 38/41.
Probleem No. 806.
Zwart schijven op: 3, 7, 10, 20, 29, 35, 40.
Wit schijven op: 13, 17, 22, 28, 38, 44, 50.
Oplossing van Probleem No. 803.
Wit speelt: 4<>-r#4, 3732, 24 33,
20—14, 48—42, 42:2.
Oplossing van Probleem No. 804.
Wit speelt: 25—20, 3&—30, 44—40,
2722, 43—39, 28 18, 37—31, 41 1.