'm m ia sa a V/öK oV PIRIN m a m m m m m iWaV m m m. afjr van neweu i re storingen door over- mrhings> tmw'm. iüi up politiek. Het politieke stelsel is zoo geheel en al gebaseerd op de belangen der handels wereld, dat deze de lijnen voorschrijft, waarlangs de politieke ontwikkeling zich moet bewegen. Zoo werd er een wetsvoorstel ingediend om in een der Zuidelijke staten allen kin derarbeid te verbieden. Hiertegen werd als argument aangevoerd, dat dan de negerkin deren, die nu op het veld moesten werken, in de gelegenheid zouden komen om naar school te gaan. De voorstanders van het wetsvoorstel bleven er echter aan vasthou den, dat alle kinderarbeid zonder uitzonde ring verboden moest worden en dit had ten gevolge, dat het wetsvoorstel „in strijd met de grondwet" werd verklaard. En wat de opvoeding betreft, zoowel de karaktervor ming als de ideeën, die het onderwijs be- heerschen, worden zorgvuldig in overeen stemming gebracht met de wenschen der kopstukken uit de zakenwereld. Aan de jeugd wordt de veilige stelling geleerd en uitgelegd, dat de macht in handen moet blijven van hen, die haar thans bezitten. En als een buitenlandsch geleerde aan zoo'n school een lezing komt houden,' zal hij als natuur- of scheikundige, als ingenieur of mathematicus vrijuit kunnen spreken, doch wanneer hy econoom is, zal hy dat niet kunnen doen, tenzij dat hy voorzichtig is en zwijgt, totdat zijn reputatie zoodanig gevestigd is, dat men niet» tegen hem durft te beginnen. Natuurlijk heb ik ook in Amerika veel idealisme gevonden, misschien zelfs meer dan ergens anders, doch er bestaatgroot gevaar, dat men daar te lande iemand met liberale opvattingen niet voor vo^ aanziet en hem slechts beschouwt als een excen triek intellectueel. Individueele meeningen en die groote verscheidenheid, waarvan de bloei van elke samenleving afhankelijk is, worden in Amerika onderdrukt. Meer wer kelijke vrijheid zou daar te lande veel kun nen verbeteren; het zou ook geen slecht idee zyn, als Amerika eens iets wilde aan nemen van Europa, West-Europa dan en niet Sovjet-Rusland, waarop tegenwoordig zelfs de millionairs het oog gericht houden in de hoop, dat zy er nog wel iets van kun nen leeren. 7y maken plannen voor zoo en zooveel jaar. En in Amerika vindt men in- tusschen een toenemend scepticisme jegens de tradities van macht, die er nu nog heer schen; wanneer de beheersching van het geheele land door de zakenwereld geen mil dere vormen aanneemt, zal er zeker een tegenzin tegen dit alles komen, zooals Amerika niet meer heeft beleefd sinds de dagen van Jefferson's democratie. (Nadruk verboden.) Voor onze tuinen- DK OMHEINING VAN DEN TUIN. Hegge», hekken? Voor velen is het een ■j>unt van overwe ging, of zy hun tuin met een hek of met een natuurlijke heg zullen omgeven en menigeen voelt voor een hek, omdat zyn heg niet geheel en al aan liet doel beant woordt. In dat laatste geval vrage men zich echter eerst eens af, waarom de heg >iiet voldoet. Is zy te oud? Is zy misschien slecht onderhouden? Laat men toch niet te spoedig een heg opruimen om er een kunst matige afscheiding voor in de plaats te stellen. Wij houden dit vol, ook in dezen nuchteren tyd, waarin slechts naar nut en niet naar schoonheid gevraagd wordt. Een heg als omheining van den tuin is echter meer dan alleen maar mooi, zy ik ook prac- tisch en goedkoop. Zy steekt gunstig af tegen de kunstmatige afscheiding, die het goedkoopste is en helaas het meest wordt 'gebruikt: het prikkeldraad. „Dat doet even goed dienst" zegt men daarvan, als men geen geld heeft voor iets beters. Ja, over het algemeen houdt prikkeldraad menschen en dieren evengoed tegen als een heg, doch het beschermt njet tegen weer en wind en het geeft het oog geen rustpunt aan de grens van den tuin- Een gevoel van veilig geborgen zyn zal men achter prikkeldraad niet krijgen. Langs Ihet prikkeldraad kan men dan wel struiken gaan planten, doch daarmee verkrijgt men toch nooit het mooie geheel van een aangesloten, geregeld ge snoeide heg, die als een groene wand den tuin afmaakt en juist een kleinen tuin daardoor zoo kan „ophalen". Een gemetselde muur heeft in menig op zicht dezelfde voordeelen van volkomen af sluiting en is zeer duurzaam, doch juist voor kleine tuintjes is een muur minder geschikt, omdat daardoor de horizontale beweging der lucht te zeer wordt belem merd, wat voor tal van planten zeer ongun stig is. Bij groote tuinen en in geacciden teerd terrein is een muur echter het beste; daar kan men hem bovendien aan de zon zijde. met leiboomen beplanten en er dus dubbel van profiteered Muren lokken bo- iun nestjes te zy aan den bovenkant niet met glasscherven bezet zijn. De in alle richtingen teruggekaatste licht stralen maken de vogels onrustig en doen hen zulke ommuurde stukken grond ver mijden. IJzeren hekken ziet men tegen woordig weinig meer en dat behoeven wij niet te betreuren, want by al hun duur zaamheid zyn zij meestal heel leelrjk, tenzij men er zeer veel geld voor kan uitgeven. Hetzelfde kan gezegd worden van houten hekken; deze behoeven tegenwoordig vol strekt niet minder mooi te zijn, doch dan is de prijs voor velen eeh bezwaar. En de levende omheining, de lieg, is geschikt voor elke beurs. De jonge planten, die men daar voor koopen moet, zyn niet zoo duur. Het eenige bezwaar is, dat een heg nu eenmaal tyd moet hebben om te groeien en daarom in de eerste jaren versterkt moet worden door prikkeldraad. Dit laatete kan men in de heg laten zitten; de paaNes kunnen later gemakkelijk verwijderd worden, wan neer zy van onderen vergaan zyn. Het voornaamste bezwaar, dal men tegen heggen hoort aanvoeren is, dat de struiken van de heg hun wortels ver naar weerskun- lyke nabijheid ervan niets kan planten. De tuin moet echter al zeer klein zyn, voordat dit verlies voelbaar wordt. Dut tr schade lijk© insecten een schuilplaats m de neg vinden, is niet zoo n groot bezwaar ais men zou denken, want er gaan ook vogels in mostelen, die van zulke insecten leven. Be halve haar schoonheid heelt de heg op an dere omheiningen nog het goedkoope onder houd voor, benevens net tegenhouden van den wind en de groote ondoordringbaarheid, wanneer men tenminste doornachtige plan ten kiest. Zelfs wanneer terwilie van de heg de grond nog bemest moet worden en dat zal meestal het geval zyn is de heg nog goedkoop in vergelijking met een kunstmatige omheining. Natuuriyk kan men geen groot aantal dicht naast elkaar geplaatste struikjes zien gedijen, om in den loop der jaren een dichte, groene wand te gaan vormen, wanneer de bodem niet vruchtbaar of vruchtbaar gemaakt is- Een goede voorbereiding vóór het planten brengt daarentegen reeds spoedig een be looning met zich mee in den vorm van goede resultaten. De plantgeul moet 40 a 50 c.M. breed en 30 a 40 c.M. diep worden. Op den bodem legt men eerst een laagje oude mest en vervolgens een laagje zwarte aarde of goeden hurtiusgrond; op dit laat ste werdt geplant. Men kiezt planten van 2 of 3 jaar oud; oude planten vertoonen dikwijls reeds in het eerste jaar kale plek ken, zoodat men de geheele heg op 20 c.M. hoogte moet afsnijden en de doode struiken door nieuwe moet vervangen. Jonge planten halen de oude in enkele jaren in en zyn bovendien veel goedkooper. Onder de planten, die zeer goed voor heg gen te gebruiken zyn, noemen wy in de eerst© plaats de witte hagedoorn. Deze groeit op allen grond, dit niet bijzonder arm, droog of nat is en het beste op kalk- houdenden grond. De vogels bouwen er by voorkeur hun nestjes in; zy kiezen eéhter voor hun vroegste broedsels het liefst spar ren, omdat deze ook in het eerste begin van het voorjaar voldoende bescherming bieden. In heggen houdt de witte hagedoorn het zeer lang uit; men kan zelfs de oude strui ken nog krachtig snoeien. Haagbeuken en roode beuken kan men zonder moeite zoo hoog laten opschieten als men wil, terwijl de heg toch naar verhouding zeer weinig dicht iwordt; op armen grond gedijen zij echter niet. Hooge heggen tegen den wind of tegen inkijken van buurhuizen maakt men dikwijls van linden en olmen. De ge wone liguster, de Japansche kweepeer, de berberis en de buksdoorn geven dichte heg- van matige hoogte. Ook de wilde kruis bes is daarvoor geschikt, vooral, op scha duwrijke plekken. Verder r.oemen wy de „Schotsche haagroos", die eigenlijk in Thuringen inheemsch is en officieel rosa iginosa heet. De bladeren verspreiden een heerlijken appelgeur, vooral warneer zy nog jong en door den regen bevochtigd zijn. Deze struiken groeien snel en krach tig op niet te lichten grond, doch zy heb ben veel 'kalk noodig, terwijl de stand van het grondwater niet te hoog mag zyn. Zij vormen ondoordringbare heggen en hebben vrijwel in het geheel niet te lijden van on gedierte. Zn mogen echter niet smal ge snoeid worden. Hetzelfde geldt van de buks doorn of lyceum barbarum, di men mak kelijk op arme zand- en gnntgronden uit stekken kan kweeken. Kornoelje en esch- doorn zijn eveneens aan te bevelen voor heggen. Voor altijd groene heggen noemen wij buksboompjes, taxus, t-ija en hulst Taxusheggen blijven slechts gelijkmatig van dichtheid, wanneer er geen schaduw op valt; in gedeeltelijk beschaduwd te» rein voldoet de ilex beter. Tuja gedijt zelfs tus- schen boomen, doch alleen na zorgvuldige voorbereiding van den bodem. Zy ontwik kelt zich natuurlijk het mooist, wanneer zij vrij staat. (Nadruk verboden). Eventjes Lachen. Bijbetalen. U heeft me een flesch wonderolie mee gegeven, inplaats van leventraan en mijn zoontje heeft alles uitgedronken! Wat moet ik nu doen? vroeg de angstige moeder aan den apotheker. Twee kwartjes bijbetalen, zei de dro gist. Een nieuw vak. Wat doet hy voor den kost? Hy is worm-imitator. Wat is dat? Hy boort wormgaatjes in namaak-an- tieke meubelen voor een antiquair! De saxofoonspeler. Ik wou dat ik geld had, zuchtte de saxofoonspeler, dan raakte ik nooit van myn leven een instrument meer aan. Ik wou dat ik geld had, zuchtte zyn buurman, dan Ijon je het allemaal van me krygen! Naar de Opera. —Vrouwtje, ik heb plaatsen genomen O, heerlijk! Ik ga me dadelijk kleeden. Ja, dat kon je wel vast doen. Het is voor morgenavond... Een gewichtige dag. Morgen is weer een gewichtige dag in mijn leven! Hoezoo Wel, dan is het toch de laatste van de Historische Kasteelen in Nederland. vin. Het Kaeteel van Bredeiode. Het Kasteel van Br ederode. Al is het niet meer dan een ruïne, hoewel een ruïne van omvang en beteekenis, die van de oude indeeling van den burcht nog het noodige doet zien, toch kan men zonder vrees voor tegenspraak zeggen, dat de ruïne van Brede rode vormt de meest be kende van dien aard in ons land. Wanneer men bedenkt, dat in Holland en Zeeland en Gelderland en Utrecht en andere provinciën de groote, sterk gebouwde riddersloten, om geven door wallen en grachten minstens even talrijk waren als thans de groote en kleine dorpen, dan staat men eigenlijk ver baasd, dat zoo weinig daarvan over is. Aan den anderen kant behoeft dit weer niet te verwonderen, omdat de geslachten, die deze burchten bewoonden, soms uitstierven, ter wijl die ridderlijke woningen zeiven meer dan eens door wapengeweld werden neerge haald. Voor een deel is het met het slot der Brederodes aldus gegaan. Doch dit heeft de Middeneeuwen ruimschoots overleefd. Wel legden de Spanjaarden tijdens het be leg van Haarlem er bezetting in, doch al werd de burcht daardoor verwoest, deze diende in de eerste helft der zeventiende eeuw nog tot woning aan een rentmeester met geheel zyn gezin. Wind en regen heb ben de geblakerde muren, door de Span jaarden op menig punt achtergelaten, in den loop der tijden van het roetachtig zware ontdaan, maar ipen liet de bouwvallen on beheerd liggen tot in den loop der negen tiende eeuw. Toen heeft men zich die weer een weinig aangetrokken, en vandaar dat wy thans kennen de ruïne van Brederode, gelegen in een der mooiste gedeelten van de zoo mooie omstreken van Haarlem. De naam schynt te komen van: Breede Rode, hetgeen in de taal der tiende eeuw beteekende een ruim ontgonnen vlakte. Het heeft zelfs, dat daar omstreeks het jaar 1Ü00 door Graal Aernout met den bouw van een kasteel is begonnen, ongeveer ter zelf- der tyd, dat hy naby Winkel door de Frie zen werd gedood. Een zijner drie zonen, de romantische Syvaert, die een schoone maagd van lager geboorte huwde, bewees groote diensten aan Dirk III, die hem deze vergold met de landvoogdij over Kennemerland, waarbij hem tevens in leen-eigendom werd gegeven geheel die uitgebreide streek, die thans tot de mooiste deelen van ons land behoort. Al spoedig heette het dan ook, dat de heeren van Brederode, wanneer zy van Noordeloos naar Dordrecht wilden gaan, den weg geheel over eigen land konden nemen. Deze Syvaert zou dan de eigenlijke bouwheer van het kasteel zyn geweest en daar is hij in 1030 overleden. Zijn oudste zoon Diederik trad in zyne voetsporen, en een der beide zonerf van dezen is de stam vader van een nieuw, bekend geslacht ge worden, dat der Teylingens. Willem van Brederode, zyn jjroé/der, gold voor den eer ste van den Hollandschen adel van zyn tyd; hy en zyn zoon stonden dan ook aan het grafelyk hof in hooge gunst. Maar hun ge bied werd telkenmale bedreigd door de in vallen der stroopende West-Friezen, die soms kwamen tot Santpoort, dus onder de muren van het kasteel. De zware wallen, waarmede het werd omgeven; de dikke mu ren bleken meer dan eens geen overdreven luxe en heel wat wapengekletter is er in en om dit kasteel vernomen. De vierde Willem in het geslacht der Bre- derode's, de negende heer van zyn stam, werd door den Roomschkoning Willem II tot Maarschalk van Holland verheven. Was de Roomschkoning te Haarlem, dan was ook Willem van Brederode daar aanwezig. Met zyn heer trok hij op tegen de West-Friezen, en met den heer van Lyden leidde hij dat deel van het 30.000 man tellende leger, dat den weg Oostelijker zou nemen dan de Ko ning om langs de Wog- en Borschdorper- meren het hart des lands in te trekken. Zij geraakten op den goeden weg, en zij zoefden tegen de Friezen een belangrijk resultaat te boeken hebben gehad, ware het niet, dat hem onderweg de tyding gewerd, dat de Roomschkoning was gesneuveld, waarop zy terugkeerden. De vierde Willem was even. zeer in aanzien by Floris V, en werd, gelijk daarna zijn zoon Diederik als Baanderheer erkend. Het is deze Diederik, die ten on rechte verdacht werd te hebben deelgeno men aan de samenzwering tegen Floris V en daarom het land moest verlaten .De be jegening, hem van de zijde van Borselen ten deel gevallen, deed hem het besluit nemen zich van alles terug te trekken en in bede vaart naar Jeruzalem te gaan, vanwaar hy naar Reims terugkeerde, alwaar hy over leed., Zijn kleinzoon, evenals hy geheeten, zette de tradities der Brederode's voort. Hy heeft gestreden in den scheepsstrijd by Zwarte- waal, op de Maas, nadat hy eenige dagen tevoren bij Arnemuiden voor Margaretha van Henegouwen de overwinning had be haald. Na hem kwam zyn zoon Reynout aan' het bewind en in het bezit van den trotschen burcht, die in 1283 Floris V op bezoek had gezien en waar in 1323 Willem de Goede de belofte bezegelde, die aan de gemalin van Hendrik van Brederode het bezit van het slot verzekerde. Men leefde toen in den tijd der Hoeksche en Kabeljauwsche twisten. Twisten, die op eiken heerweg, in elke groote en kleine stad, aan de orde van den dag waren. Twisten, die werden gestimu leerd door het uiterlijk kenteeken, dat de aanhangers der beide partyen droegen. Twisten, die politieke beteekenis en doelein den hadden, en deze door het volk op eigen rug deed uitvechten. Het was in die dagen, dat Reynout woonde op het slot der Brede rode's; Reynout, de wakkere, maar wat stugge, grimmige ridder, getrouwd met vrouwe Joanna, even lieflijk en zacht als hy grimmig en ruw kon zyn. Zy behoorden zou het anders kunneft? tot de Hoek- schen, en zy leefden in een streek, waar de Hoeksche meerderheid verzekerd kon wor den geacht. Maar toch, in die dagen werd de kryg anders gevoerd dan wy dien thans kennen; overal loerde het Kabeljauwsch verraad. Men was niet veilig om uit te gaan dan met sterk gewapend geleide, en men moest nog steeds op den weg verkenners uitsturen om den omtrek en den terugtocht waar te nemen. Het was op een zonnigen zomerochtend, dat Reynout zich gereed maakte met een groot gezelschap van gasten ter jacht te gaan. Hy kwam in de stallen; vond de too rnen van zijn paard verkeerd; verhief luide zyn stem tegen den staljongen, die een woord van verontschuldiging wilde spreken, maar reeds was de staf van den heer om hoog gegaan, gedaald op zyn schouders, en met een pijnlijke kreet sprong de jongen terug. Op dat oogenblik kwam vrouwe Jo anna binnen. Haar zacht gelaat betrok; zij vroeg opheffing van de straf van den jon gen, en Reynout schonk die om harentwil, al verzocht hy haar niet meer in dergelijke gevallen tusschenbeide te komen. De jachtstoet reed uit. De zoo juist ge strafte staljongen was mede; zijn taak was in het veld. Afdwalend van den ridderstoet, zwierf hy door de duinen. Naby Castricum werd de hondentrein ontkoppeld, en werden valk en havik ontdaan van strik en bellen- kap. Het jagerssein klonk en de jacht nam een aanvang. Maar plotseling, terwijl vrou we Joanna in het midden was van het jacht genot, dat ook haar, zachte vrouw dier tyden, aangenaam was, stond de staljongen met ongedekten hoofde naast haar. Hy baa haar dringend voorzichtigheid te betrach ten; hy had in de duinen gezworven; hy had het blazoen van Bloemsteyn gezien, en hy vermoedde met dezen vele andere vijan den. Ja, hy had zelfs de speren zien blinken en vreesde een groote gewapende macht. En op hetzelfde oogenblik keerde de geervalk op haar hand terug, zonder prooi of buit. Zij erkende, haar vogel had iets vreemds gezien; de knaap moest de waarheid ge sproken nebben. Vrouwe Joanna deed luide de klanken van haar zilveren hoorn weerklinken. Reynout kwam, verbolgen, dat hy de jacht had moe ten afbreken, op haar toesnellen. Zy deed hem het verhaal, maar hy lachte. Waar is de knaap, vroeg hy. De knaap was niet meer te zien, en dit versterkte Reynout in zyn ongeloof. Zy mocht wijzen op den valk, die het bericht bevestigde, hy wilde het niet gelooven; hier was geheel de omtrek Hoeksch, hier duchtte men geen Kabeljauw- schen overval. Op datzelfde oogenblik maakte zijn valkenier er hem opmerkzaam op, dat de staljongen trachtte weg te vluch ten op het lastpaard, dat hy juist miste. Zelf legde Reynout aan; de knaap werd aan den arm getroffen; het paard keerde met tragen stap terug. Maar op het oogenblik, dat Reynout de jacht wilde hervatten, werd hij een stoet van ruiters gewaar, getooid met den grauwen hoed der Kabeljauwen, en hij zag nu, dat 'het gevaar hem van zeer naby bedreigde. Reeds trok hy het zwaard en wilde zich teweer stellen, maar vrouwe Joanna begreep, dat hij in dezen ongelyken kamp geen eer kon behalen, bad hem om terug te keeren en vond gehoor. Hy zelf nam zyn gade voor zich op het ros, hij reed voor zijn mannen uit, spoorslag den weg terug, dien men zoo juist met luid jacht- rumoer gegaan was. Maar de Bloemsteyner zette hem na, trachtte hem den weg af te sluiten. 'Bij Castricum lachte l>ü reeds, dat het Hoek sche vogeltje in het nauw zou zitten. Rey nout en de zijnen vonden nog juist tijd om de kerkdeur binnen te gaan; met balen en banken en alles wat inen vinden kon werd deze versperd. Maar dat begreep men wel, lang zou men het hier niet kunnen uithou den. Indien niet spoedig hulp opdaagde, was men verloren. Maar hoe die hulp te vinden. Nog peinsde men toen eensklaps de klokken van den toren angstig begonnen te luiden. De omliggende bevolking van Castricum was goed Hoeksch; zij werd gewaarschuwd; dat beteekende ontzet en hulp. Maar wie, wie in hemelsnaam trok daar aan de tou wen? Al spoedig was er buiten rumper; de landluyden kwamen gewapend toesnellen om hun heer te ontzetten. En men trok naar den kerktoren en vond daar, bijna gebonden aan het touw dat nog steeds bewoog, den armen staljongen, die de klokken in bewe ging had gebracht om ontzet te verkrijgen. Toen Zijn heer niet wilde gelooven wat hij meldde, had hij begrepen te moeten han delen zonder zijn voorkennis; hij had het eerste paard genomen dat hem voor de voe ten kwam, hij had, erop willen rijden naar Castricum's toren om de omliggende bevol king te waarschuwen. Zijn heer had op hem geschoten; schoon uitgeput door bloedver lies had hij zich voortgesleept. HJ had zijn heer, maar hij 'had vooral vrouwe Joanna gered. Teeder nam zij den knaap in haar armen; zij hoopte dat redding nog mogelijk was. Maar het had te lang geduurd; het luiden van de klokken had te veel van de inspanning van den reeds uitgeputten knaap geëischt. Op de blanke armen van de edel- vrouwe legde hij het hoofd neer en blies, dankbaar haar in de oogen Hikkend, den - ,m uit. «eer speelt.de burcht van Brede rode een rol in het oorlogsgeweld. Dat kan niet verbazen, wanneer men bedenkt welke positie de Brederode's innamen en met wel ke geslachten zij waren vermaagschapt. In Het ademlooze tempo van het tegenwoordige econo mische leven met ziin ver scherpten concurrentiestrijd, zijn gejaagdheid en zijn drukte is de schuld van veel nerveuze storingen, welke zich door hevige hoofdpijn om en nabij de slapen doen gevoelen. In deze, zoowel als in andere gevallen van hoofd pijn werkt Aspirin ongeë venaard. 1-2 tabletten met een slok water ingenomen, en na korten tijd is men weer frisch, kan weer wer- ken, zonder dat de hoofd zenuwen zich doen gelden. Weiger namaak en lef er op dat op elke itablet het woord f BAYER* staat. Prijs 75 ets. eenig op de wereld den Gelderschen opvolgingskryg stond een Brederode menigmaal in de plaats van Jan van Blois, aan wiens gemalin hy groote bedragen had geleend. Een andere Brede rode begaf zich in het klooster te Utrecht, terwyl zyn gemalin in het nonnenklooster te Wyk by Duurstede den sluier aannam, doch de ernstige gedachten waren niet van langen tijd, en toen zyne gemalin niet van de kloostergelofte kon worden ontslagen, kwam hy met gewapenden en ontvoerde hy haar met geweld. Een zijner broeders nam deel aan ■menigen krijgstocht tegen do Friezen, later ook aan de Arkelschen oor log, waarin hij aan de zyde van den Graaf van Oostervant streed en zelfs het bevel voerde over de krijgsbenden van Jacoba van Bieren by den aanval op Gorinchem in 1417. Daarbij toonde hy een al te onstuimige dap perheid, viel, van alle zijden door tegen standers belaagd en werd te Ameide voor het hoogaltaar in de kerk begraven. In dien tijd was intusschen Brederode reed3 een zaam komen te liggen, zoodat de Haarlem- sche Kabeljauwen licht spel hadden om het slot te overmeesteren. Zy hebben het gelijk dat van Heemstede geplunderd en vernield, maar later werd het gedeeltelijk hersteld, al is de vroegere pracht daarin niet meer teruggekeerd. Romantisch avontuurlijk en krijgszuchtig gaat de geschiedenis der Brederode's ver der. Daar is de bastaard Walraven, die te Wy k-by -Duurstede gevangen werd gezet, in verband met deelneming zijnerzijds aan een samenzwering van Adolf van Gelderen tegen de Bourgondiërs, maar die hoe ook gepijnigd in den donkeren en stormachtigen nacht van 22 Augustus 1470 wist te ont snappen, en zoodanigen steun by Karei den Stoute vond, dat hij tot hooge eere werd gebracht. Hy viel intusschen als slachtoffer van een geheimen aanslag. Bijkans in dien. zelfden tijd was de echte zoon van Reynout ook Walraven geheeten party gewor den in nieuwe Kennemerlandsche twisten. Daafna kwam echter verzoening, en by de kroning van Maximiliaan van Oostenrijk tot Roomsch-koning werd ook Reynout van Brederode tot ridder geslagen met het zwaard, dat eenmaal aan Karei den Groote had toebehoord. Het was een broeder van dezen Reynout, Frans geheeten, naar wien de jonker Frans-oorlog is genaamd, die weinig fortuinlijk in het oorlogvoeren was, beter verging het Reynouts naamgenoot, den negentienden heer van Brederode, die het aandurfde het volle wapen van Holland onverdeeld te voeren en zelfs den titel ge boren Graaf van Holland openlijk te Gent deed aanslaan. Dit was Karei V, die hem overigens zeer genegen was, toch wat al te erg; dit werd hem verboden, waarop hij toegaf. Hy werd met den titel van eersten Vliesridder beschonken; zyn heerlijkheid Vianen ware tot een graafschap verheven, indien hy niet, met het oog op de daaraan verbonden voordeelen, zyn verzoek had in getrokken, omdat hy liever baron wilde blijven, gelijk hy was, dan een zoo onafhan kelijke graaf als hy zou moeten worden. Deze Reynout was met een dochter van den Graaf van der Mark, tevens heer van Sedan getrouwd en daardoor verwant aan de Ko ningin-Weduwe Maria van Hongarije. Zijn tweede zoon Hendrik, die tengevolge van den ongelukkigen dpod van den eerste reeds op 25-jarigen leeftijd in het bezit kwam van de groote goederen van zyn vader, heeft deelgenomen aan het eedgenootschap der edelen, en behoort reeds daardoor tot de grondleggers der Nederlandsche vrijheid. By een langer leven zou zeker meer be zadigdheid zijn deel zyn geworden, maar hy stierf als balling, te jong en zonder dat hy de beloften, die zyn leven inhield, tot uiting had kunnen brengen. Zyn goederen gingen, waar hy kinderloos overleed, over aan zyne oudste zuster, doch de heerlijkheid Brede rode en Kennemerland kwamen aan het Graafschap te vervallen. Hendrik's volle neef echter, Reynout van Brederode bewees den Staten van Holland zyn wettig bloed verwantschap en werd daarop met al de rechten der Brederode's beleend. Van hem stammen de verdere leden van dit geslacht af, die echter, gelijk men mag aannemen, aan den burcht Brederode weinig aandacht meer hebben geschonken, veelal vertoefden op binnen- en buitenlandsche slagvelden of ,icb ophieldfen te Vianen. Nadat in bet einde der zeventiende eeuw twee Brede rode's voor Ofen waren gesneuveld, kwa men de goederen, ook die in Kennemerland, aan Gravin Dohna, die ze aan haar zoon van der Lippe-Detmold naliet en deze weer verkocht ze aan de Staten van Holland en West-Friesland. Eigenaardig is het wel, dat van Lennep en Hofdyk weten te ver halen van een tak van. het roemruchtige ge- slacht uit een nooit erkend huwelijk van Reynout III, di eeerst in het begin der ne gentiende eeuw uitstierf. Dezelfde Wal raven van Brederode, van wien wy ver haalden, liet een bastaard na, wiens nako melingen zich in Holland hebben verspreid, maar tot zeer verschillende klassen der maatschappij zyn gaan behooren. Vandaar wellicht, dat men den naam Brederode nog veelal aantreft, ook al zal het in zoodanige gevallen niet altyd mogelijk zyn de juiste afstamming te bewijzen. Het heette eens indatbekende rympje: Brederode het edelst, Wassenaar het oudst, Egmond het rijkst, Arkel het stoutst, en dat bewijst op zichzelf reeds welk een plaats de Brederode's in de geschiedenis der Hollandsche achtereenvolgende grafelijke huizen hebben ingenomen. Wie nu de ru/ne van Brederode ziet, zou daaraan niet een zoodanige afkomst toeschrijven! Ons Pluimvee. Gevederde pooten bij hoenders en duiven. De voorouders van onze kippen en duiven hadden gladde pooten, doch in den loop der tyden .hebben zich tal van rassen ontwik keld, waarbij de pooten met vederen bedekt zyn. Deze eigenaardige vedergroe; wordt door vele fokekrs als een waardevolle eigen schap beschouwt en is dan ook kunstmatig langekweekt. Hebben gevederde pooten nu ook een praktisch voordeel? O.i. is dit "iet het geval. De dieren kunnen zieh minder gemakkelijk bewegen en daardoor ook niet zoo goed 'hun eigen voedsel zoeken. Boven dien hinderen de veeren aan de pooten de dieren dikwijls by het broeden, vooral dui ven met lange veeren aan de pooten werpen dikwyls ongemerkt eieren en jongen uit het nest. By regenachtig weer blijft het vocht langer in de veeren zitten, waardoor de dieren rheumatiek krijgen. Wanneer men zijn kippen en duiven dus wil houden met een ander doel dan alleen het „mooie ge zicht", kan men 'beter dieren met gladde pooten nemen. Kippen en duiven met vee ren aan de pooten moeten bovendien goed verzorgd worden, anders zien zy er dadelijk leelijk en verwaarloosd uit. Op kleiachtigen grond kan men ze in het geheel niet hou den, omdat er dan kluiten modder tusschen de veeren blijven hangen, die de dieren het loopen nog meer bemoeilijken en ten gevol ge hebben, dat de veeren afbreken. Men moet om die reden ook de kippenhokken en den vloer van het duivenhok vaker schoon maken dan by dieren met gladde pooten. Bovendien duurt bij dieren met veeren aan de pooten de rui langer met alle gevaren, daaraan verbonden, o.a. dat de dieren el kaar de nieuwe veeren uitpikken, die zich slechts langzaam vormen. Groenvoer voor kippen in den winter. Wanneer onze kippen in den winter op houden met leggen, is dit niet altyd te wij ten aan ongunstige weersomstandigheden. Het is evengoed mogelijk, dat het voer niet op de juiste wyzewsamengesteld is. Ook in den winter hebben de dieren alle voedings stoffen noodig, die zij 's morgens krygen en wanneer een bepaalde soort voedsel in dezen tijd van het jaar niet verkrijgbaar is, moet daarvoor een geschikt surrogaat worden gezocht. Dierlijk voedsel als wormen, en ongedierte wordt vervangen door vischmeel, beendermeel, bloedmeel e.d. En het groen voer mag evenmin ontbreken. De kippen eten dat 's zomers niet maar als lekkernij of omdat zy niets anders te doen hebben, maar omdat zy het voor hun stofwisseling noodig hebben. Wanneer men hen slechts met graankorrels voedt, worden de orga nen te zwaar met zetmeel belast. Een beetje visch- of beendermeel maakt dit niet goed; de aanvulling van het voedsel met groen voer is eenvoudig onmisbaar. Groene plan ten bevatten waardevolle voedingsstoffen, vooral ook voedingszouten, die spijsverte ring en de algemeene gezondheid der dieren bevorderen. Zij voeren aan het organisme niet slechts eiwit, koolhydraten, fosfor, kalk, kalium, ijzer, zwavel, magnesium, chloor en kiezel toe, doch ook water. Waar een ei voor het grootste gedeelte uit water bestaat, is dat laatste voor onze legkippen een belangrijk punt. Het is bekend dat kippen, die vry buiten kunnen rondloopen en dus zooveel groen kunnen eten als zy willen, veel meer eieren leggen dan dieren, welke in rennen of op a{gesloten- binnen plaatsen worden gehouden, en slechts eeni- gen groente-afval krygen- Nu kan men in zoo'n geval 's zomer nog gemakkelijk het noodige groenvoer aan de kippen verschaf fen, doch 's winters niet. Dan is er echter ook nog wel iets op te vinden. SPORT EN WEDSTRIJDEN. VOETBAL. Programma voor Zondag 24 Januari. K. N. V. B. Afdeel ing I. Schiedam: H.-D.V.&.-X.C.H. EnkhuizenW«*-Friflifr-H.B.B. Den Haag H.V.V.—Ajaa. Hilversum: 't Gooi—Sparta. Koog a.d. Zaan K.F.C.—Stormvogels. 4e klasse E. Utrecht: E.A.C.—Laren. Hilversum Victoria,—Voorwaarts. Amersfoort; A.P.W.O-Woerden. Afdeeling TT. Ie klasse. Den Haag: A.D.O.—Z.F.C. Amsterdam: Blauw Wit—Xerxes. RotterdamFeijenoordr-D.F.U. VelsenV.S.V.—V.U.C. Haarlem: H.K.C.—Hilversum. 2s klasse A. Dordrecht: O.D 8—Overmaas. Gouda- O.N.A.— Umtas, Delft: D H.C.—Ö.V.V. Rotterdam8. Hooger— Excelsior. Rotterdam; Neptunus—C.V.V. Rotterdam. V.O.U.—V.D.L Rotterdam: D.C.L.—Quick. VIaardingen; Fortuna—Gouda. 3« klasse A. Gouda: G.S.V.—U.V.S. Den Haag; 8oheveningenAlphia. Leiden Lugdunum—R.V.G. Leiden: L.F.C.A.8.C. 3e klasse C. Leerdam: L.B.V.—J üoninahem: S.V.W. Dordrecht Emma-D.OS.B SchoonhovenSchoonhoven—Vriendenschaar 3e klasse D. Rotterdam: E.D.8.—Goal. Rotterdam. TbcK. Hope—V.F.C. Rotterdam, 't NoordenOlympia. Schiedam D.H.S.—de Mui Mooidreehti: Mourdrecht-AV.I.K. Den Haag: H.D.V.—Teriaak. Den Haag. üelantas—Waddmxveen. Den Haag: 8.V.C.-O.B. Den Haag Tonegido—de Jagers. Dordrecht: Fluks—Lekkerkerk '8-G ra vended'«-Gravendeel—O.S.8. Rotterdam Urooewfjk—8.E.P. Reserve 1© klasse. Rotterdam Sparta 2-Unitas 2. Rotterdam: Xerxes 2—Excelsior 2. Rotterdam C.V.V. 2—D.H.C. 2. Gouda: Gouda 2Feijanoord 2. Den Haag H.B.8. 2—A.D.O. 2. Reserve 2e klasse B Gouda Olympia 2—8.V.V. 2. Dordrecht: D F.O. 2—V.O.C. 2. Rotterdam: Excelsior 3—Fortuna 2. RotterdamFeijenoord 3Neptunus 2. Reserve 3e klasse D. Aiphen- Alpliflia 3—O.N.A. 2. Utrecht' Hercules 2—Ü.8.V. 2. Utrecht- Utrecht 2—Zeist 2. Afdeeling III. Ie klasse. Almelo: Heraclee—Rob. et Vel. Arnhem: Vitesse—Tubantia. Zwolle: l'.K.C.Z.A.U. Wageningen. W ageningen—Go A'head. Apeldoorn AG.O.V.V.—Enschede. Afdeeling IV. Ie klasse. BleijerheideBleijerheid©— MV V Tilburg: Willem 11-N.A.C. Eindhoven: l'.S.V— Eindhoven. Afdeeling V. Ie klasse. Leeuwarden. F.V.U.Velocitas. LeeuwardenFnsiaAicides. Groningen: Ü.V A.V.—Leeuwarden. Veendam VeendamFriesland. "~~4' G. V. B. Ie klasse: Haastrecht 1—Gouda 4. Dilettant 1—Moeroapelle 1. GoudJerak 1—Zwervers 1. O.N.A 3-Olynipia 3, 10 uur. 2e klasse A: Waddinxveen 2—Woerden 2. 2© klasse B: Oljmpia 5O.N.A. 4, 11 uur. 3e klasse A: Woerden 5-Gouda 5. Lekkerkerk 3—Naeuwerkerk 2. Bosk. Boyfl 3—Groene weg 1. 3e klasse B: Goudia 6-Boek. Boys 5, 11 uur. Nieuwerkerk 6— Moordrecht 3. Ü.8.V. 6Boek. Boys 4, 11 uur. Overzicht. Een zeer belangrijk programma draait er morgen af vöor de meeste clubs in het Goud- eche rayon. Gouda gaat naar fortuna, een oude tegenstander, die er alles op zal zetten om de rood-witten den voet dwars te zetten, ondankg dat d© prestaties der Via&rdingers beneden de verwachtingen zijn gebleven. Opmerkelijk is dat na B.M-T. en V.O.C. eerst Neptunus en dan Gouda in aantal voor-doelpunten elkaar opvolgen. Fortuna heeft de meeste doelpunten op haar naam, zoodat de verdediging er goed het oog m moet houden. We hopen dat Gouda aan veler verwachtingen zal voldoen en met «en gunstig resultaat zal terugkeeren. O.N.A. zou zach met een overwinning op Umtas veilig kunnen stellen, maar of de club van Wel© de kat van de rare sprongen zal zijn, dient te worden afgewacht. G.8.V. krijgt een laatste kans. D© groen- witten traden zoo sterk mogelijk aan en een overwinning op U.V.8. zal moeten worden behaald om den achterstand in te halen. L.F.C.—A.8-0. is daarom mede van belang Schoonhoven—Vriendenschaar is inge- lsscht. Nummer laatst tegen nummer één belooft voor de thuisclub met veel goette. Van veel belang is óok 't Noorden—Olym pia. De Gouwenaars zien er met zonder reden een zware tegenpartij in, maar in het gezicht van de haven zal men er wed zon der kleerscheuren af zien te^ komen. Moor drecht dient van W.l.K. te winnen en mis schien helpt Waddinxveen nog een handje om de kans te behouden, door Celerita© iets af te snoepen. Lekkerkerk zal tiegen Fluks wel in 't zand moeten bij too. Gouda 2, Olympia 2 en G.8.V. 2 komen reap, tegen de leiders hunner af deelingen er. het succes zal daarom niet groot zijn. In den G. V. B. komen dé kampioenscan- didaten Gouderak en Dilettant tegen ploe gen, waarover zy wel kunnen zegevieren. Vöor d« Jeugd. TWEE PIJPJES KRIJT of Jalttje maakt 10 fouten in zijn dictee door cOTTO. „De juffrouw heeft vandaag die japon met die blauwe balletjes aan. Dan krygen we vast weer zoo'n monljjk dictee,' zei Henkje Molenaar toen de ju4frouw van de vierde klas op de schooi afstapte. De andere jongens knikten. Het was vreemd, maar waar: als de juffrouw die japon met de blauwe balletjes zoo noem den de leerlingen van de vierde het aan had was ze altijd in een slechte stemming. Z© was erg streng, kon geen gepraat of gelach van de kinderen hebben en... besloot den dag meestal met het geven van een van haar „beruchte" dictee's waarin altyü geweldig veel fouten werden gemaakt. „Dag juffrouw," zei Jantje Dolkema. „Heeft U goed geslapen?" En zonder het antwoord af te wachten maakte hy zyn schooltasch open en gaf zijn peer die hij van moeder meegekregen had om in het speelkwartiertje op te eten aan de juf frouw. Maar toen zy weg was gegaan zei Henkje lachend: p<Het helpt je toch niet of je die peer ook weggeeft. De juffrouw zal er toch geen fout voor laten zitten in je dictee." Jantje zuchtte. Ja, het was zoo; hij maakte altyd vreeseljjk veel fouten in zyn dictee's. Dat was niet omdat hy lui was... in het geheel niet Hy deed moeite genoeg om het goed te doen maar... hy wist niet waarom; 't ging nu eenmaal niet. In zyn sommen maakte hy nooit fouten maar die dictee's... Maar er was geen tijd meer voor verdere overpeinzingen. De bel ging en de jongens traden d© klas binnen. „De japon met de blauwe balletjes" was weer te merken. De juffrouw was erg kribbig, deelde veel standjes uit en moest by het lesoverhooren \eel meer weten dan anders. En natuurlyk kwam het tweede uur het gevreesde dictee. Jantjé rilde van angst toen de juffrouw de eerste zinnen begon op te lezen. Hè, wat was het weer moeilyk! Daar had je bijvoorbeeld het woord onmid dellijk. Hoe moest je dat nu schrijven? Eerst probeerde hy het zoo: ommiddelyk. Maar dat stond eigenlijk een beetje gek, die twee m's achter elkaar,., dat zou zeker fout zyn. Jantje dacht even na. „Onmidde- lyk schreef hij toen. Dat leek er mier op. Maar of het nu goed was...? Taal was zoo moeilijk! Maar er was weer geen tijd om lang na te denken. De juffrouw noemde de volgende zin al. En Jantje schreef door en fronst© zyn voorhoofd by alle moeilijkhe den die er waren. En dat waren er véél... Toen de juffrouw het werk aan het na kijken was zat Jantje in spanning. Hij kon vanaf zyn ibank goed op h^ tafeltje dat voor de klas stond zien. Ja, otu had de juf frouw zyn blaadje. Kras ging het potlood. Dat was één fout. Weer kras, kras, kras, kras. Jantje telde het al nipt meer. Hij hield zyn hart vast. Het was weer erg slecht geweest, dat voelde hij wel. Hy kon nu eenmaal geen dictee's maken. Zijn sommen. „Maar dat is nu toch vreeselyk Jantje," hoorde hy de juffrouw plotseling nijdig zeggen. „Tien fouten in je dictee.'Neen, dat gaat zo° niet jongenheer. Ik heb je nu al genoeg gezegd dat je meer je best moet doen maar je schynt niet t« willen. Dat is goed hoor. Ik weet er wel iéts anders op. Ga jij je werk maar aan meneer Bosman laten zien." Pots! Daar had je het. Hy moest naar den bovenmeester om zyn dictee waarin maar liefst tien fouten waren, te laten zien. Dat werd natuurlijk straf, héél veel straf. Jantje stond aarzelend op. By de tweede bank struikelde hy over Henkje's been. Die had zyn been natuurlijk met opzet uitge stoken. „Wacht maar tot twaalf uur buiten," gromde hy. Toen kwam 'hy bij de juffrouw en nam zijn werk in ontvangst. Het was rood van de fouten. Wat zou meneer Bos man kwaad zijn. Jantje had wel eens in boekjes gelezen dat men kon loopen alsof men „lood in de schoenen had." Hij had dat nooit goed be grepen, maar nu wist hij wel degelijk wat dat voor een gevoel was. Nog nooit had hij ioo traag door de gang geloopen. Hij had heelemaal geen haast. Bij de vijfde klas bleef hij even staan luisteren. Hy hoorde de stem van den meester en plotseling het ge schater der kinderen. De meester maakte zeker een grapje. Dat was meester Boven- boom. Een aardige man was dat. Altijd had hy een mopje! Ja dat was leuk Leuker dan de juffrouw als ze de japon met de blauwe balletjes aanhad. Anders kon ze ook héél aardig zyn. Maar daar was de deur van meneer Bos nian's kamer. Jantje stond er vlak voor en voelde zich plotseling héél erg klein. Van uit de kamer drongen gedempte manne- stemmen tot hem door. Meneer had bezoek. Was dat een voordeel voor hem of...? Daar weid de deur van de kamer reeds geopend en de heer Bosman en ja Jantje vergiste zich niet de heer Alexander, de schoolinspecteur, traden naar buiten. „Zoo Jantje," sprak de heer Bosman op geruimd. „Wat is er van Uw dienst me neer?" Meneer Alexander keek glimlachend toe. Jantje dacht bliksemsnel na. Wat moest hij doen. Het dictee laten zien? Neen, dat kon niet Dan weid hy minstens van sehool- gestuuxd. Die meneer Alexander kon zoo streng zijn. „Meneer," zei hy met een benepen stem metje, j'jffrouw vraagt twee pijpjes krijt" i hmft fiat— i gehad. Ze moet wat zuiniger zyn hoor!" En Jantje kreeg zyn twee stukjes kryt. Hy ging terug naar de klas en toen hy nauwelijks was binnengetreden rinkelde de bel voor het speelkwartier. Maar Jantje deed niet mee met de spelletjes hoewel hij daarby anders altyd nummer één was. Maar nu brandden de twee pijpjes kryt hem in zyn broekzak. Wat zou er gebeuren als zyn leugentje uitkam? En uitkomen deed het vast Ja slechte daden kwamen altyd uit! Het laatste uur was hy erg onoplettend. Hy kon zyn gedachten niet by de les hou den, want aldoor zat hy maar te denken aan die twee pijpjes kryt in zyn broekzak. De juffrouw was veel beter gestemd dan in het begin van den morgen. Toen de bei om twaalf uur ging en alle kinderen de klas al uit waren bleef Jantje nog staan. „Hé Jantje," sprak de juffrouw vriende lijk, „heb je geen haast om weg t© komen?" En toen kon Jantje het niet meer uithou den. Snikkend vertelde hy de heele ge schiedenis en samen met een aantal touw tjes, een knikker en een stukje kryt kwamen de twee pijpjes kryt te voorschijn. Angstig keek hy naar het ge zicht van de juffrouw. En hy vond het heerlijk dat ze deed alsof ze zyn traantjes niet zag maar hem daarentegen vroeg of hy nu eens rustig wilde vertellen welke moeilijkheden hy by het dictee had. En voordat ze dien middag het lokaalf verlieten had de juffrouw begrepen waar om die kleine Jantje altijd zooveel fouten in zyn dictee's maakte Daarna was het nooit meer noodig om hem naar meester Bosman te sturen ook al had de juffrouw haar japon met de blauwe balletjes aan...! (Nadruk verboden). Op reis door het wereldruim. Hoe staat het met de interplanetaire vluchten? Een interessante beschouwing door K. R. VAN KESTEREN. De vuurpijl, die den naachtelyken hemel doorkliefde om er zyn bontgekleurde spet terregen te verspreiden, bleef langen tyd niets anders dan een-voorwerp van volks vermaak. Niemand vermoedde de fabelach tige mogelijkheden, die zy opende, ofschoon men toch reeds duizenden jaren van haar gebruik maakte. Wanneer de wereldberoemde romans van Jules Verne den lezer in zyn fantastisch domein brachten en onwerkelijke droomen te voorschijn riepen, geloofde niemand, dat in het tweede kwartgedeelte van onze eeuw het grootste gedeelte dezer verbeeldingen werkelijkheid zouden worden. Tegenwoordig staan de motoren die ex ploreerend gas als krachtbron gebruiken, in het middelpunt van de belangstelling der technische kringen en zyn de verbeteringen op dit gebied verbazingwekkend en in over eenstemming met het tempo van onzen tijd. De motor, die door raketten wordt voort bewogen, beteekent een omwenteling in het vliegwezen en draagt ertoe by tot nu toe ongedachte, geweldige snelheden te berei ken. Afstanden tellen niet meer mee. Alle afstandsrecords, die wy op het oogenblik kennen, zoowel op aarde als in het lucht ruim, beteekenen slechts vertrekpunten voor de raket. De transportmiddelen, welke wy' op het oogenblik kennen, hebben over het alge meen een voortstuwing, welke door omwen telingskrachten wordt verkregen. Op deze wyzie worden de wielen van een automobiel op aarde, de schroef van een vliegtuig in de lucht, de schroef van een boot te water voortbewogen. De raket is echter een pro jectiel, dat zich voortbeweegt op een abso luut onafhankelijke wyze door het directe benutten van de kracht der reactie. In een korte spanne tyds kan de raket een snel heid van 11 K.M. per seconde bereiken, wel ke voldoende is om de atmosfeer te door kruisen en in de interplanetaire ruimten aan te Janden". De merkwaardige Btudies die over dit on derwerp door de groote geleerden van hei Westen zyn gepubliceerd, de professoren Goddani, G. Overt, Esnault-Peletier, Max Vallière, hebben de mogelijkheid vastge steld om de theoretische proefnemingen als basis te nemen voor het fabriceeren van een apparaat, dat practische beteekenis heeft. Na de verschijning van het eerste werk van Professor Obert in 1923 begon in Duitschland een nieuw tydvak in de prac tische bruikbaarheid van het vervoer per raket. In 1928 voorzag Opel een automobiel van buskruitfaketten, welke een snelheid van 240 K.M. per uur bereikte. In 1930 slaagde de thans overleden Max Vallière er in met een slede, eveneens met buskruit- raketten uitgerust een snelheid van 400 K. M. per uur te bereiken. Toch is het gebruik van buskruitraketten te kostbaar en te gevaarlijk. Daarom heeft men volgens den eenparigen raad van in genieurs het kruit vervangen door een vloeibaar gasmengsel: benzine, alcohol, zuurstof of vloeibare waterstof. Vanaf dit oogenblik opende zich een nieu we phase voor de experimenten. Een nieuw motor-type ipoest worden geconstrueerd, die met een uitsluitend vloeibaar gevaar loos gasmengsel gevoed werd en grootere snelheden zou kunnen ontwikkelen. In 1928 nam professor Goddard in Ame rika goedgeslaagde proeven met een groote raket. Darwin Layen gebruikte in Italië een raket van eigen maaksel, die een hoogte- record van 10 K.M. bereikte. In Duitsch land worden thans belangryke proeven ge nomen door den ingenieur Nebel met de eerste Fuseodrome, die hy heeft geconstru eerd. Nebel ontwierp een poetverbinding met pakketten tusschen verschillende pun ten der aarde. De volgende cyfers geven een indruk van de omwenteling op het ge- bied van postvervoer in de toekomst: Een raket met een gewicht van drie' ton kan den afstand Moskou-Berlyn in 11 minuten afleggen, van Beriyn naar Londen in 6 mi nuten, van Londen naar New-York in een half uur, van Moskou naar Wladiwoatok ook in een half uur, enz. Om de bestudeering van een vlucht per raket aan te moedigen, is in Frankryk een jaarljjksche prys gesticht Van 500 gulden. Tot nut toé is deze prys echter slecnts een maal uitgereikt en wel aan processor Obert. Den laatsten tyd hebbten ook de militaire autoriteiten van verschilléiide landen leven dige belangstelling aan den dag gelegd voor de geweldige rol, die dit projectiel in tyden van oorlog zou kunnen spelen. Hierin kan men ook de verklaring vinden waarom de voornaamste raket-specialisten op hei oogenblik voor de militaire autoriteiten van hun land werken, Professor Goddard in zyn kwaliteit als Amerikaansch kolonel en pro fessor Obert als Hongaarsch commandant. Dit verklaart ook waarom men in langen tyd geen enkel bericht over tot stand ge komen resultaten heeft vernomen van deze twee groote specialisten. Aldus staat het met de studie van het, om het zoo eens te zeggen, aardsche be staan van den raket. De volgende etappe zal zich moeten be zighouden met het ombouwen van de ge wone vliegtuigen in z.g. fuseoplanes, die met raketten worden voortbewogen, alsook met een toestel voor het bereiken van hoog ten, die buiten de atmosfeer liggen, voor een vlucht in de stratospheer, een strato- plane en eindelyk de constructie van een kosmisch vliegtuig voor interplanetaire vluchten. Volgens den huidigen stand der weten schap en technisch is de practiBche verwe- zenlyking van een ruimteschip mogelyk en uitvoerbaar. Deze ruimteschepen zullen over een re serve brandstof moeten beschikken, die hen niet alleen in staat zal stellen de aarde en haar aantrekkingskracht te verlaten, maar ook om hen naar andere planeten te leiden en weer naar de aarde terug te brengen. Onder een van deze projecten is het in teressant diegene te noemen, welke door den Russischen geleerde Tsiopkovsky, een der voormannen op het gebied der raketten- vluchten, is ontworpen. Een werkelyk stoutmoedig plan is de schepping van dezen geleerde. Niet minder dan een kosmisch station heeft hy gecon strueerd, waarmee hy rond de aarde wil gaan vliegen in een ononderbroken vlucht. Met deze constructie zal het ook niet moei lijk zyn om interplanetaire vluchten uit ie voeren. De landing op een planeet of een van zijn satellieten zou onder verschillende omstan digheden mogelyk zyn. Indien er geen at mosfeer is, zal de ral^et dalen door middel van een speciaal geconstrueerde rem. In dien er wel een atmosfeer is zal een daling zonder moeilykheden en byzondere voor zorgen kunnen geschieden, omdat dan de luchtweerstand voldoende remming zou bie den. - Het probleem van een vluqhi buiten de atmosfeer is oplosbaar geworden. Wy staan aan den vooravond van de overwinning der aardsche aantrekkingskracht, niet slechts door theoretische berekeningen, maar door practische middelen, welke op wetenschap pelijke basis geschied zijn. De tijd is niet verre meer, dat de gedroomde ruimte-sche pen werkelijk door den kosmos zullen vlie gen. (Nadruk verboden.) Damrubriek. Onder redactie van de Damclub „Gouda". Secretaris de la Rejjlaan 14, lokaal der club, Markt 49. Probleem No. 805. Zwart scljijven op: 3, 4, 10, 14, 27, 28, 31. Wit schijven op: 25, 29, 34, 38/41. Probleem No. 806. Zwart schijven op: 3, 7, 10, 20, 29, 35, 40. Wit schijven op: 13, 17, 22, 28, 38, 44, 50. Oplossing van Probleem No. 803. Wit speelt: 4<>-r#4, 3732, 24 33, 20—14, 48—42, 42:2. Oplossing van Probleem No. 804. Wit speelt: 25—20, 3&—30, 44—40, 2722, 43—39, 28 18, 37—31, 41 1.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1932 | | pagina 4