)ASPIRIN wujrujÊ Damrubriek. 1 fltt WfrM M IK i.iJJJ - Van 't Haagsche Binnenhof Voor onze tuinen. De Voorjaanmode. Ona Pluimvee. staatseigendom ,maar particulier bezit be trof. In den wereldoorlog zyn dergelijke zorgvuldige rechtsonderzoekingen niet meer voorgekomen. De behuizing der Banque de France is het prachtige oude hertogelijke paleis, hóbel de Lavrillière, een van de schoonste voor malige adellijke paleizen van Parijs. Dit paleis herbergt thans in zijn, van buiten on toegankelijke keldergewelven een volledige, door betonnen muren en pantserplaten be schermde citadel, waarin de goudschat zorg vuldig wordt behoed. Deze vesting is zelfs in staat een belege ring van verschillende weken te doorstaan, want zij is mét woonruimten, water, elec- triciteit uitgerust, terwijl er bergplaats is voor maanden proviand. Men schijnt bg deze voorbereidingen meer aan den Ijinnen- landschen, dan aan den buitenlandschen vijand gedacht te hebben. Tijdens de com mune opstanden in het voorjaar van 1871 had de roode regeering het eerste de bank ingenomen en zich van de geldmiddelen die zij noodig had in bezit gesteld. De man, die de bank in dezen onstuimigen tijd leid de, een student, Jouve genaamd, heeft ove rigens volgens de getuigenis van den krijgs raad, die hem na het neerslaan van den opstand veroordeelde, een zakelijk en spaar zaam beheer gevoerd en alle plunderingen verhinderd. Intussdhen zou de bank het wel niet op een dergelijk experiment met de tegenwoordige revolutionairen laten aan komen. Alle voorzichtigheid en toezicht' heeft echter niet kunnen verhinderen, dat enkele jaren voor den oorlog een aantal buidels met gemunt goud op geheimzinnige wijze verdwenen zijn. De zaak is nooit op gehelderd, want óf er waren teveel die het wisten, óf het was slechts één enkele en I die heeft niets gezegd. Crediet geven, crediet opzeggen, dat zijn l ongetwijfeld tegenwoordig twee machtige hefboomen der buitenlandsche politiek. In Duitschland en ook in andere landen weet men ervan mee te spreken en hun druk te gevoelen. Wanneer Engeland dan al ge tracht heeft door een koene koerswijziging zich aan den hefboom te onttrekken, die de goudstaten Frankrijk en Amerika in wer- king brengen, dan weet men zelfs thans nog niet waar deze financieele escapade op uit zal loopen. De positie van Duitschland tegenover de Banque de France is de aller moeilijkste en zij zou het zelfs ook dan nog blijven als Duitschland van alle politieke betalingen werd bevrijd. Dat de Banque de France niet alleen in de buitenlandsche, maar ook in de binnen- landsche politiek een stuk in de melk te brokkelen heeft, en een voorname rol speelt, is vanzelfsprekend. Door de lieden der op positie is in den Senaat reeds zeer dikwyls gevraagd wat toch de rekening „Diversen" (2 milliard francs) op de balans voor be- teekenis heeft. De minister van financiën heeft daarop steeds geantwoord, dat de gou verneur der bank daarover geen uitsluitsel wil geven. Als de nu zoo nieuwsgierige en vragende oppositie eens zelf aan het roer zal zijn, zaj zij aan de dan interpelleerende oppositie evenmin uitsluitsel geven over de geheimzinnige rekening „diversen". Deze twee milliard zijn om zoo te zeggen het speldegeld der republiek, waaruit zekere kleine uitgaven, die noodzakelijk zijn, moe ten worden bestreden en waarover verstan dige lieden niet spreken. (Nadruk verboden.) Natuuronderzoekers in sneeuw en ijs. Internationale samenwerking op de Jungfrau-pas door Prof. Dr. K. RICHTER. Een verblijf van eenige weken in het hooggebergte is het ideaal van velen, voor al als zij in de groote steden wonen. En het werk van een natuuronderzoeker schijnt menigeen eveneens een ideaal toe. Wanneer hy bezig is met zyn routinewerk, denkt hij met afgunst aan het interessante en belang rijke werk van den geleerde en vergeet, dat zijn eigen werk een even onmisbaar onder deel van het geheel is. Het schijnt dus wel dat de geleerden, die thans 3500 M. boven den zeespiegel op de Jungfrau-pas werken, volgens het algemeene oordeel een ideaal bestaan hebben. Nu, zoo ideaal is het niet. Integendeel, de geleerden moeten zich van alles ontzeggen en zich menige opoffering getroosten in het belang der wetenschap en hun idealistische opvatting van hun roeping wordt ten zeer ste op de proef gesteld. Zeker, er blijven nog wel enkele vrije uren over, waarin zij volop kunnen genieten van het machtige Alpenlandschap, doch daartegenover staan tyden, dat het weer dag aan dbg donker en somber blijft. Zij, die hier werken, zijn in den grond der zaak niet véél anders dan vrijwillige gevangenen in hun eigen labo ratorium en studeerkamers. Bovendien moet de wilskracht voortdurend en in hooge mate worden ingespannen, want het is be kend, dat reeds op iets grootere hoogte dan waarop men gewoonlijk verblijf houdt, een algemeene verslapping optreedt, die zich bij hoofdarbeid nog veel sterker doet ge voelen dan bij lichamelijken arbeid. Licha melijk werk kan in het hooggebergte nog wel op 5000 en 6000 M. hoogte gedaan wor den en in het Himalayagebied is het zelfs op 7000 M. hoogte wel mogelijk gebleken, doch 3600 M. is wel de grootste hoogte, waarop nog vruchtbaar wetenschappelijk werk kan worden gedaan en dat is de hoog te, waarop zich het internationaal instituut voor wetenschappelijk onderzoek op de Jungfrau-pas bevindt. En ook op die hoogte komt het nog dikwijls voor, dat een geleer de zich zeer voldaan voelt over het door hem verichte werk, terwijl hij later in het dal datzelfde werk met zeer gemengde ge* voelens beschouwt. Het instituut ligt als gekleefd tegen een duizelingwekkend steile berghelling. De eenige weg erheen voert van binnen uit door het rotsgesteente. Het ligt vlak bij hei eindpunt van de Jungfrau-baan, waarvan het laatste gedeelte ook geheel binnen in den berg ligt. Alleen daardoor kan men hier n.l. onafhankelijk zijn van het weer. En zoo staan daar, vlak bij elkaar en toch slechts langs de binnenzijde van den berg met elkaar verbonden, twee gebouwen op de helling, die een geheel andere bestem ming hebben: het instituut en het hotel voor de reizigers van de Jungfrau-baan. Men kan zich gemakkelijk indenken, dat zelfs het bouwen van het instituut al niet gemakkelijk is geweest. Het kon niet ge beuren in het goede jaargetijde, omdat dan de baan geheel in beslag werd genomen door het vreemdelingenverkeer en er geen gelegenheid was, bovendien het vervoer van de bouwmaterialen te verzorgen. De stee- nen, waarvan het gebouw is opgetrokken, moesten zelfs met den St. Gothard-spoor- weg uit het kanton Tessino worden aange voerd, omdat zij met het oog op de groote temperatuursverschillen moesten voldoen aan bijzonder hooge eischen wat hun weer standsvermogen betreft. Om de metselaar bij hun werk tegen de koude te bescher men ,werd er eerst een grooter houten huis gebouwd; dit werd verwarmd en daarbin nen werd toen het eigenlijke instituutsge bouw opgetrokken. De verwarming ge schiedde op zeer eenvoudige wijze, want door den tunnel van de JungfraUbaan waait voortdurend een warme luchtstroom (war me lucht stijgt immers vanzelf op) en deze was toereikend voor de verwarming. Het instituut telt twee verdiepingen; ge lijkvloers wordt er gewerkt en boven ge woond en geslapen. Het dak is afgedekt door een sterke plaat van graniet; daar boven verheft zich een toren met een plat vorm voor waarnemingen. Bij het bouwen hebben zich natuurlijk nog wel eenige ver rassingen voorgedaan. Eens werd het ge- heele spoorwegverkeer op de Jungfraubaan stilgelegd door een lawine op een plaats, waar al in geen 80 jaar een lawine was ge passeerd. Er kon eenigen tijd geen mate riaal worden aangevoerd en de bouwwerk zaamheden stonden stil. De arbeiders moes ten natuurlijk doorbetaald worden en daar om beteekende dit voorval een verlies van niet minder dan 20.000 Zwitsersche francs Toen het instituut reeds in gebruik was ge nomen, gebeurde er iets dat meer beden kelijk was. Op een mooien dag vielen er twee tamelijk groote rotsblokken op het dak, dat gelukkig tegen deze krachtproef bestand was. De rotsblokken waren bij het werken met dynamiet losgeraakt, doch niet geheel verwijderd; sindsdien is men op het instituut voorzichtiger geworden en laat men zulke verdachte rotsgebieden in het oog houden. Het wetenschappelijk werk, dat op het instituut verricht wordt, is van een zeer groote verscheidenheid. Astronomen maken ervan gebruik dat bij helder weer de lucht op de hoogte buitengewoon doorzichtig is, Zoodat zy waarnemingen kunnen doen, die elders onmogelijk zijn. De meteorologen vinden er een rijk arbeidsveld, immers, hun wetenschap houdt zich met de geheele at mosfeer bezig en niet alleen met de onder ste laag daarvan, waartoe zij zich helaas dikwijls beperken moeten. De natuurkun digen onderzoeken de verschillende soorten van stralen, die in het zonlicht voorkomen en wellicht ook van elders tot de aarde doordingen, zooals de stralen, die voorloo- pig kosmische stralen zijn genoemd. Deze stralen worden hier minder sterk geabsor beerd door de lucht dan in lagere streken. Zelfs de plant- en dierkundigen hebben er nog veel te doen; in verdubbelde mate is dit het geval met de medici en physiologen. De geleerden, die daar werkzaam zijn, wor den door hun collega's tevens als proefper sonen beschouwd .waaraan men kan zien, hoe het menschelijk lichaam reageert op de ongewone omstandigheden, waaraan het hier blootgesteld is. De ademhaling en de hartslag versnellen zich; hierdoor wordt meer zuurstof aan het bloed toegevoerd, terwijl het bloed sneller door het lichaam wordt gedreven; zoo past het lichaam zien aan aan de ijle lucht. De nauwkeurige bij zonderheden van dit alles zijn echter nog niet bekend. In een ruimte, waar de lucht willekeurig verdund kan worden, reageert het lichaam op andere wijze; er moeten in het hooggeJ>ergte dus nog andere factoren meewerken, misschien de veelvuldige ver anderingen in den luchtdruk, die op het trommelvlies een voorloopig nog niet ge heel verklaarde uitwerking hebben, mis schien ook de groote kracht van bepaalde stralen of een andere omstandigheid. Op de meest uiteenloopende terreinen der wetenschap moet hier dus een groote hoe veelheid werk gedaan worden. De uitrus ting van het instituut is uitstekend, ver geleken met die van andere op groote hoog te gebouwde laboratoria, doch moet natuur lijk ten achter staan bij wat men thans in de zeer ver gespecialiseerde laboratoria vindt als gevolg van de grondig doorge voerde verdeeling van arbeid op het terrein van het wetenschappelijk onderzoek. Daar staat echter een voordeel tegenover, dat anders niet dikwijls bereikt kan worden: een nauwe samenwerking tusschen geleer den van alle takken van wetenschap, die alleen reeds door de beperkte werkruimte in de hand gewerkt wordt. De omstandig heden zijn dus bijzonder gunstig voor het behandelen van vraagstukken, die betrek king hebben op meer dan één wetenschap. Juist de grensgebieden tusschen de ver. Hoe lang nog duikbooten rampen Het drama van de onderzeesche scheepvaart in tijden van vrede. (Bijzondere correspondentie.) Naar aanleiding van ^den thans gezonken, in 1918 gebouwden Engelschen onderzeeër M II. De lange serie tragische rampen, die be gint met het vergaan van de S 51 en die via het ongeluk met de M 1 thans besluit met het zinken van de M II, doet weer eens de vraag rijzen, of deze groote offers aan menschenlevens en dood materiaal midden in vredestijd wel opwegen tegen de ge- vechtswaarde van het onderzeesche wapen Als men bedenkt, dat de 21 dooden, die in 1925 een graf in de golven vonden aan boord van de door de „Stad Rome" geram de onderzeeër S 51, een Amerikaansche duikbootalsmede de 68 dooden van de M I, die eveneens in 1925 zonk, nog niet de eenigen zijn, die hun leven tijdens den vrede op een onderzeesche vaart verloren, is het antwoord op deze vraag bijna niet meer twijfelachtig. Sedert 1918 heeft Frankrijk niet minder dan vier, Engeland zelfs vijf, Amerika drie en Japan drie duikbooten verloren! Hoeveel menschen sterke en gezonde mannen in de beste jaren van hun leven daarbij om kwamen, is zelfs bij schatting niet te be naderen /iaar de betreffende getallen on. begrijpelijke redenen door de respectieve lijke Marine-autoriteitpn geheim worden ge houden. Het verlies aan menschenlevens is dus ook in vredestijd op de onderzeeërs gewéldig groot! Want men mag niet alleen de ver ongelukten tellen, maar eerlijkheidshalve moet men daarbij tellen de talrijke veron gelukten, die door de gassen in de machine kamer zware gasvergiftigingen opliepen, de verdronkenen, die zich bij vaarten aan de oppervlakte niet meer staande konden hou den en door het gevaarlijk opspuitende kiel water werden meegesleurd, om niet te spre ken van de vele gewonden, die ivooit meer hersteld zijn. Zou men al deze dooden en zwaargewonden bij elkaar tellen, dan zou de einduitkomst schrikbarend groot zijn. Desondanks blijven de Marine-autoritei- ten van Engeland en Amerika op het stand punt staan, dat een dergelijk offer inder daad gerechtvaardigd wordt door de groote gevechtswaarde van een onderzeeër. In hoe verre dit standpunt aanvechtbaar is, kan men zonder de overige factoren van den oorlog ter zee te kennen moeilijk vast stellen. De tegenstanders van het onder zeesche wapen meenen echter, dat de uit werking, zelfs van de modernste en groot ste booten, betrekkelijk beperkt is en dat hun zuivere gevechtswaarde aan de opper vlakte van de zee dus zichtbaar nihil is; bovendien zijn zij van oordeel, dat de onderzeeërs tegenwoordig door mijnenvel den en andere vernielers, zooals zonder twijfel in de verschillende landen reeds zijn uitgevonden, hoewel deze uitvindingen na tuurlijk geheim gehouden worden, zoodanig in hun bewegingen worden belemmerd, dat zij meer verliezen, dan successen zullen kunnen boeken. De Duitsche onderzeesche oorlog bewijst, zoo verklaren deze tegen standers, dat het ook met de grootste en snelste schepen niet mogelijk is, de wereld handel te verlammen of zelfs maar een en kel land te blokkeeren. Integendeel door het gebruik van onderzeeërs had de wereld handel juist een gemakkelijker verloop. Tij dens de blokkade gebruikten de Duitschers onderzeeërs, om goederen mee te vervoe ren. Tenslotte, zoo zeggen zij, is de aan- valskracht van onderzeeërs tegenover groo te pantserschepen heel gering, daar pant sers, vangkettingen en een kordon van tor pedojagers hun werk afdoende verrichten. De admiraliteiten wisten al deze bewe ringen den steun te ontnemen door te be weren: „Dat 'is alles wel waar geweest, maar tegenwoordig kunnen wij deze bezwa ren niet meer laten gelden, want tegen woordig beschikken wij over duikbooten, die niet meer kunnen zinken!" Het sprookje van den „onderzeeër, die niet k&n zinken" is natuurlijk inderdaad een sprookje, of men zou zulk een boot tot aan den rand met kurk moeten volstoppen, maar dan kan hij ook niet meer duiken., of men vertrouwt op de goede werking der duiktajiks, maar dan blijft er steeds nog gevaar voor zinken! Een derde mogelijkheid heeft men tot nog toe niet kunnen ontdek ken. „De booten van een verouderd type", zoo zegt de admiraliteit, „zijn reeds lang ver dwenen; zij bestaan niet meer." Verouderde booten? De M I en de M II zijn beide(!) nog gedurende den wereldoorlog gebouwd en gingen door voor heel moderne schepen, die niet alleen met jorpedo-lanceerbuizen, maar bovendien met betrekkelijk zware, in- zinkbare kanonnen waren uitgerust, terwijl er ook verscheidene machinegeweren aan boord waren. En beide zijn zij gezonken.. Modern, wérkelijk nieuw en practisch, zijn schillende vakken zijn bij den tegenwoor- digen stand der wetenschap van belang en niet zelden hangt de vooruitgang in haar ontwikkeling daarvan af. Het instituut brengt echter niet alleen de verschillende takken van wetenschap nader tot elkaar, doch ook de volkeren. Wetenschappelijke instellingen uit alle groote landen zenden hier geleerden heen, die collegiaal met on derdanen van een andere natie samenwer ken. In den omgang met elkaar moet er wel eens wat geschikt worden, doch het schijnt, alsof dat gemakkelijker gaat op deze hooge en steile plek, waar allen een zelfde doel hebben: de vooruitgang der wetenschap. (Nadruk verboden.) Bijna dagelijks duiken producten dikwijls v|n twjjfeladitige en duistere herkomst op, welke somtijds onder fraaiklinkende na men op de markt gebrfcht worden. |DUtA) oogen apca en schenk Uw vertrouwen aan het product, dat reeds meer dan 30 jaar ean op den voorgrond tredende plaats in de geneesmiddelenschat inneemt en door bijna alle doktoren tegen verkoudheden, rheumatiek en griep enz. aanbevolen wordt. eenig op de wereld Let ep den oranje band. Prlji 7f ch. bij de onderzeeërs alleen de reddingstoe stellen. Dat iedere onderzeeër zuurstofpa tronen meevoert, die genoeg lucht bevatten om de manschappen 10 dagen van lucht te voorzien, is begrijpelijk. Minder bekend is echter het zoogenaamde „Drager reddings- toestel", dat op de groote schepen voor iederen man aanwezig moet zijn (by de M I was het niet aanwezig, vandaar het groote aantal verongelukten, namelijk 68 man!). Dit toestel lijkt eenigszins op een duikerhelm met ademzak. De ademzak be zit zooveel opstuwende kracht, dat de daar mede uitgeruste man, zonder dat deze me dewerkt, automatisch naar de oppervlakte wordt gedreven. Het verlaten van de boot, onder water, geschiedt door een tweetal volgens het sluizenprincipe gebouwde ka mers met een bijzondere compressie-inrich- ting. Het verlaten van den onderzeeër door lanceedbuizen, die toch 45 c.M. diameter hebben ,mag slechts in het uiterste nood geval plaats vinden. Tot de moderne reddingstoestellen voor onderzeeërs behooren natuurlijk ook ster ke bokken, zoogenaamde „dubbele schepen" die uitgerust zijn met kranen en waarmede zelfs de' grootste booten gelicht kunnen worden. Op deze dubbele schepen zyn na tuurlijk ook duikers aanwezig, uitgerust met de allerbeste toestellen, die de tech niek heetf opgeleverd. Zij zijn intern in de haven, zoodat er steeds een ploeg gereed staat om bij het eerste- hulpsignaal uit te varen. Het is hier niet de plaats om na te gaan, of de strijdkracht der duikbooten wérkelijk in een eenigszins gelijkmatige verhouding staat tot de offers, die dit wapen ook in vredestijd vergt van materiaal aan men schenlevens en aan menschengezondheid. Het zou wel een vreeselyke gedachte zijn, dat de geweldige uitgaven der groote sta ten, uitgaven zoowel aan geld als aan leven, nutteloos verspild waren. Hoe hoog derge lijke „uitgaven" zijn, moge blijken uit het volgende: Engëlands vlootbegrooting 1931 635.4 millioen guldens voor onderzeeërs (28%). Amerika's vlootbegrooting 1981 958.8 millioen guldens voor onderzeeërs (34 Japan's vlootbegrooting 1931 326.4 mil lioen guldens voor onderzeeërs (2%). f Fpankrijk's vlootbegrooting 1931 315.6 millioen guldens voor onderzeeërs (89 Duitschland's vlootbegrooting 1931 112.8' millioen guldens voor onderzeeërs Reeds hieruit blijkt, welk een gewicht de verschillende landen aan de vergrooting van hun onderzeesche vloot hechten. Helaas blijkt uit deze staten niet, of de ter be schikking gestelde gelden alleen voor nieu we schepen worden uitgegeven ,of dat zij ook gedeeltelijk worden besteed voor maat regelen ter vermijding van rampen, als die der M I en thans van de M II. (Nadruk verboden). Onder redactie van de Damclub „Gouda". Secretaris de la Reijlaan 14, lokaal de* club, Markt 49. Probleem No. 809. Zwart schijven op: 9, 18, 19, 23, 29 dam op 32. Wit schijven op: 27, 38, 40, 42/44, 47, 48. Probleem No. 810. 'sggs r4fk8 4AY/A W Zwart schijven op: 3, 8, 12/16, 18, 19, 21, 23, 24. Wit schijven op: 25, 28, 30, 32, 33, 85, 36, 38, 39, 42, 43, 48. Oplossing van Probleem No. 807. Wit speelt: 33—29, 30—24, 38—33, 31—26, 26 19, 32 1. Oplossing van Probleem No. 808. Wit speelt: 22—18, 17—12, 12 3, 3 15. De Eerste Kamer weder aan den arbeid. De Pachtwetten verworpen. Terwijl de Tweede Kamer op 9 Februari haar Kerstvacantie ziet eindigen, is de Eerste Kamer Dinsdag weer bijeengekomen tot hervatting der werkzaamheden. Zoo'n hervatting geschiedt bij de Eerste Kamer altijd op een ietwat eigenaardige wjjze. Straks, in de Tweede Kamer, zitten we reeds in de eerste vergadering in het mid den van het werk. Van de Eerste Kamer krijgt men altyd den indruk dat zy aarzelt weder aan den arbeid te gaan. Haar eerste vergadering toch na een korter of langer reces, is steeds een bijeenkomst van luttele minuten, waarop óf wordt uitgemaakt, da', men den volgenden dag werkelijk aan den slag zal gaan, dan wel een paar hamerstuk ken worden goedgekeurd, waarna de heeren welgemoed weer huiswaarts keeren. Zoo- iets geschiede imn\er in een avondvergade ring .waarna dan de eerste serieuse bij eenkomst den volgenden dag om elf uur aanvangt. Dat betrekkelijke vroege uur, waarop de Kamer met'hare werkzaamheden een begin maakt, is de voor de hand liggende ver klaring van die eigenaardig korte avond vergaderingen; het meerendeel der leden van de Eerste Kamer is buiten Den Haag gevestigd, moet dus, wil het bijtijds zyn op de elfuursvergadering, óf zeer vroeg uit de veeren, óf wel reeds den vorigen dag naar de Residentie sporen en er overnachten. Aan dat laatste geven de meesten de voor. keur en de avondvergadering is dus te be schouwen als een soort van wapenschouw, waarop de leden kennis geven van hun aan wezigheid. De booze wereld weet een andere ver. klaring voor die zeer korte avondvergade ring te geven. Men weet, dat de leden der Eerste Kamer geen salaris of schadeloos stelling, gelijk hun collega's der Tweede, ontvangen. Hun wordt alleen voor elke ver gadering, welkp zy bijwonen, vergoeding van/reis- en verblijfkosten toegelegd. Om allé moeilijkheden te ondervangen, is deie op y 20.per vergadering bepaald. Dat schijnt ons wel een behoorlijke dekking van uitgaven toe voor een verblijf van 24 uur ,te 's-Gravenhage, waar men te doen heeft met geposeerde mannen als leden der Eer ste Kamer geacht kunnen worden te zijn. Toch heeft eenigen tijd geleden de sociaal democratische senator Oudegeest met een ernstig gelaat verkondigd, dat dit oedrag te gering zou zyn voor een lid der Eerste Kamer, die zyn stand moet ophouden! Zijn ambtgenooten hebben dit met onbewogen gelaat aangehoord, maar ze zullen in hun binnenkamer er wel even óm gelachen heb- ben. Intusschen valt te vermelden, dat geen hunner er ooit aan gedacht heeft die ver goeding niet aan te nemen. Zy aanvaar den haar zonder blikken of blozen, en nu beweert de booze wereld, dat zij er vol strekt geen bezwaar tegen hebben, wanneer het aantal vergaderingen wat vergroot wordt door de samenkomsten in te leiden met zoo'n onbeduidende avondvergadering. Men zal het misschien kleingeestig vin- den om daartegen te protesteeren, wanneer die onderstelling inderdaad waarheid mocht zyn. Maar het is niet zulk een kleinigheid! De Kamer telt vijftig leden en als die allen opkomen bedraagt dus de vergoeding voor één vergadering 1000.—. Daarbij komen dan de onkosten van verwarming en ver lichting, terwy'l het gansche apparaat voor een vergadering gemobiliseerd wordt: ka merbewaarders, bedienden, stenografen en, niet te vergeten, de militaire politie, dieij altyd door een detachement wordt vertegen woordigd voor de handhaving van de orde tijdens de vergadering. Over de pers zwij gen wy. Deze wordt door dit deel der Volks vertegenwoordiging niet bijzonder gewaar deerd en zeker niet geëerd. Nadat dus de Eerste Kamer in een ver gadering van zeven minuten Dinsdagavond teeken van leven had gegeven, heeft *i) Woensdag de nieuwe Pachtwet in behan deling genomen, Donderdag is zij daarmee voortgegaan en gisteren is er over gestemd en heeft men de wet verworpen. Tegen de nieuwe wet waren gekant de liberalen, die ook in de Tweede Kamer getoond hebben van deze inbreuk op de contractsvrijheid niet gediend te zijn- Daarnaast wilden ook de antirevolutionairen en de christelijk-historischen niets van de ontworpen regeling weten. Met hun drieën vormden zy evenwel niet de meerderheid m de Eerste Kamer. Tegenover hen ston den de sociaal-democraten, dien in voortbrengsel van het wetgevend talent van het rechtsche ministerie een begin zien van hun ideaal eener socialisatie van den gro in ieder geval een ommekeer in de socl"f verhoudingen, in zooverre, dat by de nieu wet de pachter meer zal hebben in t® gen dan de verpachter. Daarnaast schaam® zich de vrijzinnig-democraten, die gaarne in het kielzog der roode broeders varen en meenen, dat aan de pachters in het alge meen grooter vryheid van optreden tegen over de verpachters moet worden gewaar borgd. Ten slotte de Katholieken. In de Tweede Kamer hebben deze als één man vóór het ontwerp gestemd. Dat was onder den invloed van wylen monseigneur Nolens, die het wachtwoord: voorstemmen, had ge geven. Sedert is eenigen tyd verloopen. De heer Nolens is overleden, de Katholieke senatoren hebben den tyd gehad om de zaak eens rustig en onbevooroordeeld te onder zoeken en nu heeft zich by de debatten over het voorstel het eigenaardige feit voorge daan, dat van de vyf Katholieke sprekers er drie zich met kracht van argumenten tegen de nieuwe pachtregeling verklaar den. Eerst de heer Blomjous, daarna de heer Michiels van Kessenich, ten slotte de heer Van Sasse van IJsselt. Tegenover hen deden zich hooren de heeren Steger, meer filosoof dan staatsman, die eenige mooi- klinkende theorieën ten beste gaf en Van Lanschot. De laatste is een goed spreker, dat valt niet te ontkennen, en ook een ge- wikst debater, doch het was toch maar po vertjes wat hy te berde bracht om den steen des aanstoots voor zeer velen, het continuatierecht, goed te praten. Dat i s ook eigenlyk niet goed te praten. Het geeft den pachter het recht, nadat de pacht volgens volkomen wettelyken weg is afgeloopen, by den recher aan te kloppen om verlenging- van de pacht tot desnoods tien jaar, waar bij dan de rechter ook nog zal bepalen, welke pacht er zal betaald worden. En dat kan geschieden tegen den wil van den grondeigenaar! Op welke wyze dat goed ia te praten, begrijpen we ons niet en terwyl we met genoegen hebben zitten luisteren naar een rede van prof. Diepenhorst, die deze bepaling mitsgaders de gansche wet met argumenten dooddrukte, hebben we ons zitten verbazen over de sofistische rede neeringen van een anders toch zoo scherp zinnig man als de heer Van Lanschot, die, we zouden byna zeggen, tegen beter weten in, probeerde die enormiteit goed te prater, en beweerde, dat het in de practyk wel zou medevallen. Dat wfeet hy toch evenmin als wy! r Tenslotte hebben toch met de liberalen de christ.-hist. en anti-revoluitionairen een zestal katholieken zich tegen de wet ver klaard en wel de heeren Arntz, Dobbelman, Janssen, Blomjous, Michiels van Kessenich en van Sasse van IJsselt. We achten minis ter Donner knap genoeg om z(jn werk over te maken, en misschien is hy ook wel jurist genoeg om zich in zyn binnenkamer er over te verheugen, dat aan dit monster van wet geving de nek is omgedraaid. De reiniging van den kalen boom. Tot Maart heeft men nog den tyd, de echadelyke insecten, die den boomgaard schade toebrengen, uit te roeien op de meest radicale manier, n.l. door de nog niet uit gekomen eieren te vernietigen. Als de bóo- men reeds uitgeloopen zyn of in bloei staan en als de vruchten zich reeds gezet hebben, kan men tegen deze insecten weinig meer uitriahten. Soms ziet men aan den boom 's winters nog enkele opgerolde en dichtge- sponnen bladeren zitten; met de eerste zachte lentedagen komen hieruit reeds de kleine zwarte rupsjes te voorschyn, die zulke verwoestingen aanrichten onder de juist uitkomende blad- en bloesemknoppen. Er mag dius niet één opgerold blaadje blij ven zitten. Verder vindt men aan zwakke takjes van pere- en pruimeboomen by nauwkeurig onderzoek dikwyls kleine zwar te ringen, die dicht tegen de tak aanliggen. Van dichtby gezien blyken er geelwitte puntjau in te zitten; dat zyn de eitjes waaruit de ringelrupsen zich ontwikkelen, die ook in het voorjaar uitkomen, snel groeien en zeer vraatzuohtig zijn. De zwar te ringen moeten dus nog in den winter zorgvuldig afgekrabd en verbrand worden. In de derde plaats waarschuwen wy tegen de kleihe zwamachtige verzamelingen van eieren, die men op boomstammen kan vin den, vooral in de kloven tusschen de schors der appelboomen. Ze lyken op een vuile zwam en schijnen te bestaan uit bruine haartjes. Binnenin bevinden zich dicht op elkaar een groot aantal geelachtige eieren. Ook deze hoopjes eieren moeten afgekrabd en verbrand worden, omdat de daaruit krui pende rupsen, wanneer zy eenigszins talrijk zyn, den geheelen oogst kunnen vernietigen. Het beste is natuurlijk, te zorgen voor een algemeene reiniging der stammen, voor al by oudere vruchtboomen. Hoe ouder de boom wordt, hoe meer de bast zijn gladheid verliest en bedekt raakt met grootere en kleinere doode stukken. Deze kan men ge makkelijk afvegen, zonder de groene laag, die zich onder dé bruine bast bevindt, te beschadigen. Voor zoover de stukken schors nog vastzitten, moeten zy niet verwijderd worden, omdat zij den stam dan nog be schermen tegen de plotselinge tempera tuursveranderingen en tegen uitdrogen. Deze gezonde schors mag dus niet onver schillig worden afgeschuurd. Met de doode schors verwijdert men echter meteen mos en zwammen, die een schuilplaats vormen voor schadelijke insecten en bovendien den boom ontsieren. Zy kunnen het beste ver wijderd worden met een yzerdraadborstel by vochtig weer; dit werk steile men vooral niet te lang uit. Als men dan om (ten boom heen oude doeken legt, kan alle afval ge makkelijk verzameld en verbrand worden en behoeft men niet te vreezen, dat daarin aanwezige insecten, larven en poppen mis schien op den grond vallen en in leven blij ven. Tenslotte zyn er nog tal van schadelijke insecten, die niet op den boom zelf over winteren, doch aan den voet daarvan in den grond. In dgn herfst gaan «ij langs den Veel garneering. Balonmouwen. Hoedjes. De tijden, dat de mode gespeend was van iedere garneering, zyn voorbij, men is thans tot het andere uiterste overgegaan en in het komende voorjaar zal de garnébring zelfs een overheerschende rol in de damesmode spelen. Men is in de „haute couture" de gladde, ronde decolleté's beu, waaraan niet de klein ste gameering mocht worden verwerkt en die abso luut geen chic met zich brachten. Thans heeft men den V-vorm gekozen en toont groote voorliefde voor het heerenmodel, wit geganeerd en met breedere reversdaarnaast ziet men fichu-effecten en revers in iedere bewerking en van licht materiaal, kleine shawls van fijn handwerk en vestèn in contrastee- rende kleunen. Deze garneering ziet men dan gewoon lijk toch aan de mouwen en is op zeer verschillende wijze verwerkt; nu eens is ze zoo breed als van de kleeding der nonnen, dan weer smal en nauwsluitend om den pols, doch steeds is de garneering aanwezig. Kleine pouffes spelen een zeer belangrijke rol en wor den gedeeltelijk met de hand gemaakt of ook wel van anders gekruld georgette. Ja, ook de ^pailletten-mode wordt op de moderne japonnen toegepast uitslui- tent terwille van de gameer-idee. Plissé's, franjes en bekleede halsuitsnijdingen in twee kleuren vormen zeer chique en modkrne ideeën. De mouw staat in het middelpunt der belangstel ling. Zij is korter maar ook wijder gewordch, ballon- mouwen worden zeer veel gelanceerd' Verder ziet men elegante mouwen, bestaande uit twee of drie volants of een soort epualette uit verschillende stof- banen aan elkaar gezet. Men vindt ook veel cape- vormige volants, die aan dqn schouder zyn aangezet en daar een soort kort mouwtje vormen. Des voörmiddags en by de sport hebben wol en jersey de overhand en zal men in hoofdzaak licht groene en donkerbruine tinten zien, waarbij men stam naar beneden of zy laten zich aan spin draden van de takken neer; gedeelte lik geraken zy ook met het vallen der bla deren op den grond. Het ibeste bestrijdings middel is het zorgvuldig en diep omwerken van den grond rondom den boom op vry grooten afstand daar vandaan; ook om an dere redenen moet dit steeds in den herfst of winter gedaan worden. Vele insecten worden reeds vernietigd by de werkzaam heden of opgegeten door de kippen, die men daarby met dat doel vrij in den boomgaard laat rondloopen. De rest van het ongedierte wordt dan wel gedood door de nachtvorsten. (Nadruk verboden). Verzorging van kamerplanten. Planten hebben niet slechts vocht noodig in den grond, waarin zy geplant zyn, doch ook in de lucht, die hen omringt. Dit is vooral het geval by planten, die uit de met vocht verzadigde atmosfeer van een hroei- kas komen in een kamer, waar gestookt wordt. 'By centrale verwarming is de lucht nog droger; dan is zy zelfs voor de men. schelyke ademhalingsorganen ongezond, zoodat waterhouders moeten worden aan gebracht. Voor de planten is deze maatregel echter nog niet voldoende. Men kan het ge makkelijkst onder elke pot twee onderzet ters plaatsen, waarvan de grootste met water gevuld is en onderaan staat. De pot ten zelf mogen n.l. niet in het water staan, omdat dan de wortels gaan rotten. Het be gieten der planten is dan tevens gemakke lijker, men heeft minder kans op morsen en de planten hebben vochtige lucht om zich heen, terwyl zy minder last hebben van parasieten als schildluizen en mijten. De afmetingen van het kippenhok. Om de oppervlakte te berekenen, die een bepaald aantal kippen noodig heeft, kan men het eenvoudigst 1 M2. op 8 kippen nemen. By hokken voor minder dan 100 dieren moet de zoo berekende oppervlakte eenigszins uitgebreid worden, terwijl men bij zeer groote aantallen niet ten volle 1 M2. voor 3 kippen noodig heeft. Kleine hokken kan men het beste vierkant maken en bij grootere hokken in rechthoekvorm moet de korste zijde nooit minder dan 6 M. lang zijn. Grootere afmetingen zyn echter beter, van daar dat wij ook voor groote kippenhokken aan een vierkanten vorm de voorkeur ge ven. Een breed hok is warmer en de dieren zitten 's nachts meer beschut, omdat zy verder van de raampjes vandaan kunnen blijven, waardoor een goede ventilatie be reikt wordt. Wanneer de raampjes goed ge plaatst worden, behoeft de verlichting van zoo'n kippenhok volstrekt niet ontoereikend te zijn. Meer vierkant gevormde hokken zijn bovendien goedkooper. De hoogte van het dak is afhankelijk van de grootte, doch aan de voorzijde moet het niet hooger dan Zj5 M. en niet lager dan 1.75 M. zyn, terwyl de achterzijde b| groote hokken ongeveer 1.75 M. hoog dient te zijn en bil kleine althans zoo hoog, dat men voor de zitstangen nog rechtop kan staan. De raampjes moeten zoo geplaatst worden, dat er in elk hoekje van het hok nog licht valt, al schynt de zon er ook niet rechtstreeks in. De voorzijde van het hok moet daarom minstens voor de helft van de oppervlakte uit verschillende raampjes bestaan. Het nesten van konijnen. Konynen worden altyd gemest in het kpude jaargetyde, omdat zij dan door hun zetmeelhoudend voedsel reeds uit den aard der zaak meer in gewicht toenemen dan 's zomers, wanneer zy in hoofdzaak groen voer krygen. De beste leeftyd voor het mesten ligt al naar het ras tusschen de vyfde en zesde maand. In hoofdzaak ligt de groeiperiode dan achter den rug. Het is onvoordeelig om nog vroeger met het mes ten te beginnen, omdat dan de groei der beenderen nog m?t geheel afgesloten is, terwyl ook de spieren een zekeren graad van ontwikkeling bereikt mdeten hebben, voordat noemenswaardige vetvorming kan plaats hebben. Tot zoolang wordt al het voedsel gebruikt voor het opbouwen van het lichaam. Men beginne ook niet plotséling met het toedienen van mestvoer; geleidelyk wordt het voer van samenstelling veranderd, om dat anders slechts darmziekten worden ver oorzaakt, die natuurlyk een ongunstigen in vloed hebben op het mesten. De algemeene regel, dat naast groenvoer ook steeds een flinke hoeveelheid hooi ter beschikking der konynen moet staan, geldt ook voor den mesttyd. Men beperke slechts de hoeveel heid sterk waterhoudend groenvoer, doch ook hier schaadt overdryving, omdat dan de eetlust der dieren achteruitgaat. Het voer wordt meer geschikt gemaakt voor de vetvorming door er haver en gerst aan toe te voegen; deze graansoorten kunnen daar toe ook grof vermalen wdrden. Aangezien konynen niet den geheelen nacht door sla pen, kan men dit krachtvoer het beste des avonds geven. By de andere maaltyden krygen de dieren pap van gekookte aard appelen, koolrapen, beetwortelen, wortel tjes e.d., waaraan men grof gemalen graan toevoegt, totdat zy droog en kruimelig wordt. Zeer voedzaam en geschikt voor ons doel zyn ook gedroogde en fyngewreven bladeren van brandnetels en klavermeel. Ook gedroogde klaver is zeer voedzaam en kan inplaats van hooi gegeven worden Wanneer de dieren eraan gewend zyn en men het niet te duur vindt, kan men ze meer of minder sterk afgeroomde melk ge ven. Ook brood eten ze graag, terwyl het een geschikte aanvulling van het mestvoer thans als nouveauté een aardbeienkleur bregt. Knoop- garneering speelt bij alle japonnen een belangrijke rol. Wat de hoedjes betreft, de overgangsmodellen zijn meerendeels in donkere tinten gehouden; zwart, marineblauw, donkerbruin en Russisch groen behoo ren tot de meest gewilde kleuren, doch men geeft aan deze modellen door garneering in lichte nuances een levendige note. Tot de meest interessante nouveauté's behooren modellen, welke van achteren rechtstandig omhoog geslagen zijn. Deze opgeslagen rand is dikwijls zeer aanzienlijk, in vele gevallen «komt hij zelfs boven den bol van den hoed uit. Alleraar digst zjjn Tiroier en Da- chauer hoeden, echte Seppl- modellen, die bekende firma's met veel succes lanceeren. Wij hadden met onze knip patronen zooveel succes, dat wy ook dit keer een japon afbeelden, waarvan onze lezeressen een knip, patroon kunnen aanvragen. Dit model is zeer geschikt voor gezette figuren. Noodig hebben wy ongeveer 4 Meter van 130 c.M. breed of 5 Meter van 100 c.M. Zeer goed leent zich wollen mouseline of een effen wollen stof. Voor de kraag en manchetten is 40 cJVI. effen stof of zyde noodig. Wy stellen dit aantrekkelyke model beschikbaar voor den prys van ƒ0.55 in de matgn 46, 48 en 50. Men schryve aan onze admini stratie, Markt 31, Gouda. zondste is. Verder moet het hok aan de binnenzyde zoo glad mogeiyk zyn, zoodat het gemakkelyk gereinigd, o.a. met heet water uitgeschuierd kan worden. Dit moet eens of tweemaal per jaar gebeuren, ter wyl het hok elke week uitgemest dient te worden. Neemt men deze eenvoudige voor zorgsmaatregelen, dan zullen de mestdieren en ook de andere konynen vry blyven van ziekte en goed gedyen, omdat zy gezond zyn. De voor de mest bestemde konijntjes moeten niet teveel vryheid van beweging hebben, doch ook hierin wake men tegen overdryving. Er worden weieens konynen gemest in hokjes, die niet veel grooter zyn dan een sigarenkistje. Zoo kunnen de dieren echter niet gezond blijven; daarvoor moe ten zy ook tydens de mestkuur nog kleine sprongen kunnen maken. Anders ontaardt de mestkuur trouwens in dierenkwelling. Even verwerpeiyk is het om geen licht tot de konynen te laten doordringen; sommigen meenen n.l. dat de vleesch- en vetvorming in het donker sneller plaats vindt. Tydens den mesttyd moet vooral gezorgd worden voor schoon stroo, omdat een onaangename lucht in het hok het vleesch een by smaak geeft. Uit het bovenstaande is wel reeds geble ken, dat ook tydens de mestkuur de ge zondheidsmaatregelen in acht genomen die nen te worden, die onder alle omstandig heden in het belang van de dieren zyn. Zoo kan men het beste elk dier een eigen hok geven met droge ligging. Zy mogen vooral niet met urine in aanraking komen. De vloer bestaat uit een houten rooster, omdat de ervaring geleerd heeft dat dit het ge- WETENSCHAPPELIJK NIEUWS. De zuivere atitiraehitische vitamine D gevonden. Wij hebben eenigen tijid geleden in het kort meegedeeld, dat het na jarenlangen arbeid gelukt is de zuivere antirachitische vitamine ala zuiver kristal al te zonderen Daaromtrent, wordt thans het volgende ge schreven Vijf jaren geleden ontdekte de bekende chemicus prof. Windaus te Göttlngen (hij werd voor die ontdekking onderscheiden met den Nobelprijs), in samenwerking met Amerikaansche en Engeledhe onderzoekers, dat door ultraviolette bestraling van een reeds bekende sterine 'n vitamine ontstaat, die buitengewoon werkzaam is tegen rachi tis (Engelsc-he ziekte). Daarmede was de reedg lang bekende gunstige werking van ultraviolette stralen bij rachitische aandoe ningen verklaard. De door bestraling ge makkelijk aetiVeerbare, d.w.z. in een anti- rachitisch werkzaam geneesmiddel om te zetten, ergosterine komt in de nabuur voor. Vooral uit gist i8 zij in zuiveren toestand te verkrijgen. Op deze wijze was de mogelijkheid ge geven, voor de eerste -maal de antirachafcir sche vitamine fabriekmatig te bereiden. Het aldus gewonnen geneesmiddel „Vigantol" aanvaardde weldra zijn zegetocht over de geheele wereld. Daar echter bij het bestralen van ergoste rine naast de antTrachitische vitamine nog andere, welliswaar op overeenkomstige wijze opgebouwde, doch anwerkzame lichamen ontstaan, waa het vooreerst niet mogelijk deze vitamine, die met de letter D wordt aangeduid, in zuiveren toestand te verkrij gen. Men kon slechts door zorgvuldig ver richtte dierproeven haar werking bepalen, hnar dus biologisch standaardiseeren, gelijk dat bij vele belangrijke geneesmiddelen, waarvan men den chemiischen aard nog niet nauwkeurig kent, noodzakelijk is. Nog bijna vijf jaren van ingespannen ar beid door talrijke chemici waren er voor noodig, alvorens het ten slotte gelukte ook de antirachitische vitamine D als een fraai kristallitseerend, chemisch zuiver eenheids lichaam te winneA. Aanvankelijk verkregen verschillende onderzoekers 'n andlere landen kristallen, die wel reeds hooge antirachiti sche werkzaamheden bezaten, doch nog al tijd niet zuivèr waren. Zij bevatten nog on werkbare stoffen Ten slotte gelukte het ook hier weer prof. Windaus en zijn vroegeren medewerker dr. Lineert, dlia in de weten schappelijke laboratoria der I.G. Farbenin- dustrie fe Elberfeld werkzaam is, als eer sten, de zuivere antiraohatische vitamine D in mooie kristallen, zonder eenige bijmen ging, te verkrijgen Dez» vitamine heeft de hoogste antirachitische werkzaamheid, die ooit werd waargenomen. Zij i8 twee drie ir.aai zoo sterk als de zuiverst© preparaten, die men tot duAver kende. Het honderdste gedeelte van een milligram van cfez© kris tallijnen antirachitische viitamine, een hoe veelheid, zóó klein, dat. men zich daarvan geen vooretelling kan maken, ontplooit reed» in de dierproef aantoonbare antirachitische werkingen. Voor de bestrijding van de ra chitis bij kinderen zijn natuurlijk belangrijk grootere hoeveelheden noodig. Bii dez® ontdekking van betcekemis geeft het feit, dat de zuivere vitamine U-krlatal- len niet enkel maar bij gelegenheid in het laboratorium gewonnen kunnen worden, doch dat het procédé, dank zij den arbeid van Duitsche ohenöci, thang reeds zoover is gevorderd, dat ook het geneesmiddel Vi gantol vrij van elke hinderlijke verontrei niging uitsluitend uit de geheel zuivere kris tallijnen vitamine D zal worden bereid, den doorslag. SPORT EN WEDSTRIJDEN. Zondag 7 Februari 1932. i VOETBAL. K. N. V. B Afdeel ing I. Ie klasse. Haarlem: R.CJL—H.B.S. Schiedam: Hermes-D.V^.Ajax. Enkhuizen: West-FrisiaSparta. Den Haag: H.V.V.K.F.C. IJmuiden: Stormvogels't Gooi. Afdeeling II. v le klasse. Zaandam: Z.F.C.Xerxes. Den Haag: A.P.O.D.F.C. Amsterdam: Blauw-WitV.U.C. Rotterdam: Feyenoord—H.F.C. Hilversum: HilversumV.S.V, 2e Jtlaaee A. Rotterdam: R.F.C.Overmaas. Rotterdam: ExcelsiorUnitas. Rotterdam: Steeds HoogerD.H.C. Dordrecht: O.D.S.—S.V.V. Gouda: O.N.A.—V.I.O.S. 4 2e klasse B. Rotterdam: C.V.V.—Gouda. fotterdam: Neptunus—V.D.L. otterdam: V.OjC.—D£.L| Vlaardingen: FortunaB.M.T. Delft: B.E.CQuick. 4e klasse B. Den Haag: W.IJLTerlaak. 4e klasse C. RotterdamVJ4.D.—-Crooswyk. Reserve 1© klasse. GorinchemUnitas 2Feyeyoord 2. Rotterdam: Sparta 2Eexcelsior 2. Rotterdam: Xerxes 2—C.V.V. 2. Gouda: Gouda 2A.D.O. 2. Delft: D.H.C. 2—HJ3.S. 2. Reserve 2e klasse B. Schiedam: S.V.V. 2—V.O.C. 2 Gouda: Olyinpia 2Fortuna 2 Dordrecht: D.F.C. 2—Neptunus 2. Rotterdam: Excelsior 3R.F.C. 2. Den Haag: H.V.V. 2Feyenoord 3. Reserve 3e klasse D. Utrecht: Velox 3—O.N.A. 2. Zeist: Zeist 2—(Bodegraven 2. Afdeeling III. le klasse. Almelo: HeraclesVitesse. Zwolle: U.E.C.Robur et Velocitas. Wageningen: WageningenTubantia. Apeldoorn :A.G.O.V.V.—'Z.A.C. Enschedé: EnschedéGo Ahead. Afdeeling IV. le klasse. Tilburg: LongaNA-G. Bleyerheide: Bleyerheide'Willem II. Valkenswaatfd: de Vala-r-<P.S.V. Afdeeling V, le klasse. Leeuwarden: FrieslandG.V.A.V. Leeuwarden: Leeuwarden'Be Quick, Veendam: Veendam:F.V.C. Meppel: AlcidesFrisia. Groningen: VelocitasAchilles. Om den Nederlandschen Voetbalbeker. le ronde Gouda: Olympia—A.S.C. Gouda: G.S.V.The Rising Hope. Alphen: Alphia—Steeds Volharden. Rotterdam: E.D.S.'Bodegraven. Den Haag: Celeritas—nSchoonhoven. Moordrecht: MoordrechtR.C.L. Gorinchem: S.V.W.Waddinxveen Delft: Delfia-D.V.K.—LekkerHerk. G. V. B. le klasse: Gouda 3Dilettant 1, 11 uur. Gouderak 1Olympia 3. Zwervers 1Haastrecht 1. Bosk. Boys 1Gouda 4. Moercapelle 1O.N.A. 3. 2e klasse A: Haastrecht 2Waddinxveen 2. 2e klasse B. Waddinxveen 3O.N.A. 4. Dilettant 2Zwervers 2. Olympia 5Nieuwerkerk 1, 11 uur. 3e klasse A: Gouda 5Groeneweg 1, 11 ur. Bosk. Boys 3O.N.A. 5, 12 uur. Schoonhoven 3'Woerden 3. 3e klasse B: Nieuwerkerk 3G.S.V. 5. Groeneweg 2O.N.A. 6. ATHLETIEK. Atletiekwedstrijden. De diio competitiedagen van den Goud- sehen Afchletiek Kring zullen dit jaar piaat» hebben op 21 en 22 Mei op het Goudto-ter- rean, op 4 en 5 Juni op het Olympia-tcrrem en op 18 en 19 Juni op het O.N A.-veld. De yedstaijden om den Lok-beker zijn vastgesteld op 3 Juli op het G.8.V.-terrenn. De jaarlijksehe singel loop-eet a [et te vindt plaats op Zaterdag 20 Augustus. De schoolsportdag wordt gehouden op Zaterdag 28 Mei. Overwogen wordt het organiseren van een juniores-estafett© in het Van Bergen IJ zendoor npark

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1932 | | pagina 4