)ASPIRIN
wujrujÊ
Damrubriek.
1 fltt
WfrM M IK
i.iJJJ
-
Van 't Haagsche Binnenhof
Voor onze tuinen.
De Voorjaanmode.
Ona Pluimvee.
staatseigendom ,maar particulier bezit be
trof. In den wereldoorlog zyn dergelijke
zorgvuldige rechtsonderzoekingen niet meer
voorgekomen.
De behuizing der Banque de France is
het prachtige oude hertogelijke paleis, hóbel
de Lavrillière, een van de schoonste voor
malige adellijke paleizen van Parijs. Dit
paleis herbergt thans in zijn, van buiten on
toegankelijke keldergewelven een volledige,
door betonnen muren en pantserplaten be
schermde citadel, waarin de goudschat zorg
vuldig wordt behoed.
Deze vesting is zelfs in staat een belege
ring van verschillende weken te doorstaan,
want zij is mét woonruimten, water, elec-
triciteit uitgerust, terwijl er bergplaats is
voor maanden proviand. Men schijnt bg
deze voorbereidingen meer aan den Ijinnen-
landschen, dan aan den buitenlandschen
vijand gedacht te hebben. Tijdens de com
mune opstanden in het voorjaar van 1871
had de roode regeering het eerste de bank
ingenomen en zich van de geldmiddelen die
zij noodig had in bezit gesteld. De man,
die de bank in dezen onstuimigen tijd leid
de, een student, Jouve genaamd, heeft ove
rigens volgens de getuigenis van den krijgs
raad, die hem na het neerslaan van den
opstand veroordeelde, een zakelijk en spaar
zaam beheer gevoerd en alle plunderingen
verhinderd. Intussdhen zou de bank het wel
niet op een dergelijk experiment met de
tegenwoordige revolutionairen laten aan
komen. Alle voorzichtigheid en toezicht'
heeft echter niet kunnen verhinderen, dat
enkele jaren voor den oorlog een aantal
buidels met gemunt goud op geheimzinnige
wijze verdwenen zijn. De zaak is nooit op
gehelderd, want óf er waren teveel die het
wisten, óf het was slechts één enkele en I
die heeft niets gezegd.
Crediet geven, crediet opzeggen, dat zijn l
ongetwijfeld tegenwoordig twee machtige
hefboomen der buitenlandsche politiek. In
Duitschland en ook in andere landen weet
men ervan mee te spreken en hun druk te
gevoelen. Wanneer Engeland dan al ge
tracht heeft door een koene koerswijziging
zich aan den hefboom te onttrekken, die de
goudstaten Frankrijk en Amerika in wer-
king brengen, dan weet men zelfs thans
nog niet waar deze financieele escapade op
uit zal loopen. De positie van Duitschland
tegenover de Banque de France is de aller
moeilijkste en zij zou het zelfs ook dan nog
blijven als Duitschland van alle politieke
betalingen werd bevrijd.
Dat de Banque de France niet alleen in
de buitenlandsche, maar ook in de binnen-
landsche politiek een stuk in de melk te
brokkelen heeft, en een voorname rol speelt,
is vanzelfsprekend. Door de lieden der op
positie is in den Senaat reeds zeer dikwyls
gevraagd wat toch de rekening „Diversen"
(2 milliard francs) op de balans voor be-
teekenis heeft. De minister van financiën
heeft daarop steeds geantwoord, dat de gou
verneur der bank daarover geen uitsluitsel
wil geven. Als de nu zoo nieuwsgierige en
vragende oppositie eens zelf aan het roer
zal zijn, zaj zij aan de dan interpelleerende
oppositie evenmin uitsluitsel geven over de
geheimzinnige rekening „diversen". Deze
twee milliard zijn om zoo te zeggen het
speldegeld der republiek, waaruit zekere
kleine uitgaven, die noodzakelijk zijn, moe
ten worden bestreden en waarover verstan
dige lieden niet spreken.
(Nadruk verboden.)
Natuuronderzoekers in sneeuw en ijs.
Internationale samenwerking op de
Jungfrau-pas
door Prof. Dr. K. RICHTER.
Een verblijf van eenige weken in het
hooggebergte is het ideaal van velen, voor
al als zij in de groote steden wonen. En
het werk van een natuuronderzoeker schijnt
menigeen eveneens een ideaal toe. Wanneer
hy bezig is met zyn routinewerk, denkt hij
met afgunst aan het interessante en belang
rijke werk van den geleerde en vergeet, dat
zijn eigen werk een even onmisbaar onder
deel van het geheel is. Het schijnt dus wel
dat de geleerden, die thans 3500 M. boven
den zeespiegel op de Jungfrau-pas werken,
volgens het algemeene oordeel een ideaal
bestaan hebben.
Nu, zoo ideaal is het niet. Integendeel, de
geleerden moeten zich van alles ontzeggen
en zich menige opoffering getroosten in het
belang der wetenschap en hun idealistische
opvatting van hun roeping wordt ten zeer
ste op de proef gesteld. Zeker, er blijven
nog wel enkele vrije uren over, waarin zij
volop kunnen genieten van het machtige
Alpenlandschap, doch daartegenover staan
tyden, dat het weer dag aan dbg donker en
somber blijft. Zij, die hier werken, zijn in
den grond der zaak niet véél anders dan
vrijwillige gevangenen in hun eigen labo
ratorium en studeerkamers. Bovendien
moet de wilskracht voortdurend en in hooge
mate worden ingespannen, want het is be
kend, dat reeds op iets grootere hoogte dan
waarop men gewoonlijk verblijf houdt, een
algemeene verslapping optreedt, die zich
bij hoofdarbeid nog veel sterker doet ge
voelen dan bij lichamelijken arbeid. Licha
melijk werk kan in het hooggebergte nog
wel op 5000 en 6000 M. hoogte gedaan wor
den en in het Himalayagebied is het zelfs
op 7000 M. hoogte wel mogelijk gebleken,
doch 3600 M. is wel de grootste hoogte,
waarop nog vruchtbaar wetenschappelijk
werk kan worden gedaan en dat is de hoog
te, waarop zich het internationaal instituut
voor wetenschappelijk onderzoek op de
Jungfrau-pas bevindt. En ook op die hoogte
komt het nog dikwijls voor, dat een geleer
de zich zeer voldaan voelt over het door
hem verichte werk, terwijl hij later in het
dal datzelfde werk met zeer gemengde ge*
voelens beschouwt.
Het instituut ligt als gekleefd tegen een
duizelingwekkend steile berghelling. De
eenige weg erheen voert van binnen uit
door het rotsgesteente. Het ligt vlak bij hei
eindpunt van de Jungfrau-baan, waarvan
het laatste gedeelte ook geheel binnen in
den berg ligt. Alleen daardoor kan men
hier n.l. onafhankelijk zijn van het weer.
En zoo staan daar, vlak bij elkaar en toch
slechts langs de binnenzijde van den berg
met elkaar verbonden, twee gebouwen op
de helling, die een geheel andere bestem
ming hebben: het instituut en het hotel
voor de reizigers van de Jungfrau-baan.
Men kan zich gemakkelijk indenken, dat
zelfs het bouwen van het instituut al niet
gemakkelijk is geweest. Het kon niet ge
beuren in het goede jaargetijde, omdat dan
de baan geheel in beslag werd genomen
door het vreemdelingenverkeer en er geen
gelegenheid was, bovendien het vervoer van
de bouwmaterialen te verzorgen. De stee-
nen, waarvan het gebouw is opgetrokken,
moesten zelfs met den St. Gothard-spoor-
weg uit het kanton Tessino worden aange
voerd, omdat zij met het oog op de groote
temperatuursverschillen moesten voldoen
aan bijzonder hooge eischen wat hun weer
standsvermogen betreft. Om de metselaar
bij hun werk tegen de koude te bescher
men ,werd er eerst een grooter houten huis
gebouwd; dit werd verwarmd en daarbin
nen werd toen het eigenlijke instituutsge
bouw opgetrokken. De verwarming ge
schiedde op zeer eenvoudige wijze, want
door den tunnel van de JungfraUbaan waait
voortdurend een warme luchtstroom (war
me lucht stijgt immers vanzelf op) en deze
was toereikend voor de verwarming.
Het instituut telt twee verdiepingen; ge
lijkvloers wordt er gewerkt en boven ge
woond en geslapen. Het dak is afgedekt
door een sterke plaat van graniet; daar
boven verheft zich een toren met een plat
vorm voor waarnemingen. Bij het bouwen
hebben zich natuurlijk nog wel eenige ver
rassingen voorgedaan. Eens werd het ge-
heele spoorwegverkeer op de Jungfraubaan
stilgelegd door een lawine op een plaats,
waar al in geen 80 jaar een lawine was ge
passeerd. Er kon eenigen tijd geen mate
riaal worden aangevoerd en de bouwwerk
zaamheden stonden stil. De arbeiders moes
ten natuurlijk doorbetaald worden en daar
om beteekende dit voorval een verlies van
niet minder dan 20.000 Zwitsersche francs
Toen het instituut reeds in gebruik was ge
nomen, gebeurde er iets dat meer beden
kelijk was. Op een mooien dag vielen er
twee tamelijk groote rotsblokken op het
dak, dat gelukkig tegen deze krachtproef
bestand was. De rotsblokken waren bij het
werken met dynamiet losgeraakt, doch niet
geheel verwijderd; sindsdien is men op het
instituut voorzichtiger geworden en laat
men zulke verdachte rotsgebieden in het
oog houden.
Het wetenschappelijk werk, dat op het
instituut verricht wordt, is van een zeer
groote verscheidenheid. Astronomen maken
ervan gebruik dat bij helder weer de lucht
op de hoogte buitengewoon doorzichtig is,
Zoodat zy waarnemingen kunnen doen, die
elders onmogelijk zijn. De meteorologen
vinden er een rijk arbeidsveld, immers, hun
wetenschap houdt zich met de geheele at
mosfeer bezig en niet alleen met de onder
ste laag daarvan, waartoe zij zich helaas
dikwijls beperken moeten. De natuurkun
digen onderzoeken de verschillende soorten
van stralen, die in het zonlicht voorkomen
en wellicht ook van elders tot de aarde
doordingen, zooals de stralen, die voorloo-
pig kosmische stralen zijn genoemd. Deze
stralen worden hier minder sterk geabsor
beerd door de lucht dan in lagere streken.
Zelfs de plant- en dierkundigen hebben er
nog veel te doen; in verdubbelde mate is
dit het geval met de medici en physiologen.
De geleerden, die daar werkzaam zijn, wor
den door hun collega's tevens als proefper
sonen beschouwd .waaraan men kan zien,
hoe het menschelijk lichaam reageert op de
ongewone omstandigheden, waaraan het
hier blootgesteld is. De ademhaling en de
hartslag versnellen zich; hierdoor wordt
meer zuurstof aan het bloed toegevoerd,
terwijl het bloed sneller door het lichaam
wordt gedreven; zoo past het lichaam zien
aan aan de ijle lucht. De nauwkeurige bij
zonderheden van dit alles zijn echter nog
niet bekend. In een ruimte, waar de lucht
willekeurig verdund kan worden, reageert
het lichaam op andere wijze; er moeten in
het hooggeJ>ergte dus nog andere factoren
meewerken, misschien de veelvuldige ver
anderingen in den luchtdruk, die op het
trommelvlies een voorloopig nog niet ge
heel verklaarde uitwerking hebben, mis
schien ook de groote kracht van bepaalde
stralen of een andere omstandigheid.
Op de meest uiteenloopende terreinen der
wetenschap moet hier dus een groote hoe
veelheid werk gedaan worden. De uitrus
ting van het instituut is uitstekend, ver
geleken met die van andere op groote hoog
te gebouwde laboratoria, doch moet natuur
lijk ten achter staan bij wat men thans in
de zeer ver gespecialiseerde laboratoria
vindt als gevolg van de grondig doorge
voerde verdeeling van arbeid op het terrein
van het wetenschappelijk onderzoek. Daar
staat echter een voordeel tegenover, dat
anders niet dikwijls bereikt kan worden:
een nauwe samenwerking tusschen geleer
den van alle takken van wetenschap, die
alleen reeds door de beperkte werkruimte
in de hand gewerkt wordt. De omstandig
heden zijn dus bijzonder gunstig voor het
behandelen van vraagstukken, die betrek
king hebben op meer dan één wetenschap.
Juist de grensgebieden tusschen de ver.
Hoe lang nog duikbooten
rampen
Het drama van de onderzeesche scheepvaart
in tijden van vrede.
(Bijzondere correspondentie.)
Naar aanleiding van ^den thans
gezonken, in 1918 gebouwden
Engelschen onderzeeër M II.
De lange serie tragische rampen, die be
gint met het vergaan van de S 51 en die
via het ongeluk met de M 1 thans besluit
met het zinken van de M II, doet weer eens
de vraag rijzen, of deze groote offers aan
menschenlevens en dood materiaal midden
in vredestijd wel opwegen tegen de ge-
vechtswaarde van het onderzeesche wapen
Als men bedenkt, dat de 21 dooden, die in
1925 een graf in de golven vonden aan
boord van de door de „Stad Rome" geram
de onderzeeër S 51, een Amerikaansche
duikbootalsmede de 68 dooden van de M I,
die eveneens in 1925 zonk, nog niet de
eenigen zijn, die hun leven tijdens den vrede
op een onderzeesche vaart verloren, is het
antwoord op deze vraag bijna niet meer
twijfelachtig.
Sedert 1918 heeft Frankrijk niet minder
dan vier, Engeland zelfs vijf, Amerika drie
en Japan drie duikbooten verloren! Hoeveel
menschen sterke en gezonde mannen in
de beste jaren van hun leven daarbij om
kwamen, is zelfs bij schatting niet te be
naderen /iaar de betreffende getallen on.
begrijpelijke redenen door de respectieve
lijke Marine-autoriteitpn geheim worden ge
houden.
Het verlies aan menschenlevens is dus ook
in vredestijd op de onderzeeërs gewéldig
groot! Want men mag niet alleen de ver
ongelukten tellen, maar eerlijkheidshalve
moet men daarbij tellen de talrijke veron
gelukten, die door de gassen in de machine
kamer zware gasvergiftigingen opliepen, de
verdronkenen, die zich bij vaarten aan de
oppervlakte niet meer staande konden hou
den en door het gevaarlijk opspuitende kiel
water werden meegesleurd, om niet te spre
ken van de vele gewonden, die ivooit meer
hersteld zijn. Zou men al deze dooden en
zwaargewonden bij elkaar tellen, dan zou
de einduitkomst schrikbarend groot zijn.
Desondanks blijven de Marine-autoritei-
ten van Engeland en Amerika op het stand
punt staan, dat een dergelijk offer inder
daad gerechtvaardigd wordt door de groote
gevechtswaarde van een onderzeeër. In hoe
verre dit standpunt aanvechtbaar is, kan
men zonder de overige factoren van den
oorlog ter zee te kennen moeilijk vast
stellen. De tegenstanders van het onder
zeesche wapen meenen echter, dat de uit
werking, zelfs van de modernste en groot
ste booten, betrekkelijk beperkt is en dat
hun zuivere gevechtswaarde aan de opper
vlakte van de zee dus zichtbaar nihil
is; bovendien zijn zij van oordeel, dat de
onderzeeërs tegenwoordig door mijnenvel
den en andere vernielers, zooals zonder
twijfel in de verschillende landen reeds zijn
uitgevonden, hoewel deze uitvindingen na
tuurlijk geheim gehouden worden, zoodanig
in hun bewegingen worden belemmerd, dat
zij meer verliezen, dan successen zullen
kunnen boeken. De Duitsche onderzeesche
oorlog bewijst, zoo verklaren deze tegen
standers, dat het ook met de grootste en
snelste schepen niet mogelijk is, de wereld
handel te verlammen of zelfs maar een en
kel land te blokkeeren. Integendeel door
het gebruik van onderzeeërs had de wereld
handel juist een gemakkelijker verloop. Tij
dens de blokkade gebruikten de Duitschers
onderzeeërs, om goederen mee te vervoe
ren. Tenslotte, zoo zeggen zij, is de aan-
valskracht van onderzeeërs tegenover groo
te pantserschepen heel gering, daar pant
sers, vangkettingen en een kordon van tor
pedojagers hun werk afdoende verrichten.
De admiraliteiten wisten al deze bewe
ringen den steun te ontnemen door te be
weren: „Dat 'is alles wel waar geweest,
maar tegenwoordig kunnen wij deze bezwa
ren niet meer laten gelden, want tegen
woordig beschikken wij over duikbooten, die
niet meer kunnen zinken!"
Het sprookje van den „onderzeeër, die
niet k&n zinken" is natuurlijk inderdaad
een sprookje, of men zou zulk een boot tot
aan den rand met kurk moeten volstoppen,
maar dan kan hij ook niet meer duiken.,
of men vertrouwt op de goede werking der
duiktajiks, maar dan blijft er steeds nog
gevaar voor zinken! Een derde mogelijkheid
heeft men tot nog toe niet kunnen ontdek
ken.
„De booten van een verouderd type", zoo
zegt de admiraliteit, „zijn reeds lang ver
dwenen; zij bestaan niet meer." Verouderde
booten? De M I en de M II zijn beide(!)
nog gedurende den wereldoorlog gebouwd
en gingen door voor heel moderne schepen,
die niet alleen met jorpedo-lanceerbuizen,
maar bovendien met betrekkelijk zware, in-
zinkbare kanonnen waren uitgerust, terwijl
er ook verscheidene machinegeweren aan
boord waren. En beide zijn zij gezonken..
Modern, wérkelijk nieuw en practisch, zijn
schillende vakken zijn bij den tegenwoor-
digen stand der wetenschap van belang en
niet zelden hangt de vooruitgang in haar
ontwikkeling daarvan af. Het instituut
brengt echter niet alleen de verschillende
takken van wetenschap nader tot elkaar,
doch ook de volkeren. Wetenschappelijke
instellingen uit alle groote landen zenden
hier geleerden heen, die collegiaal met on
derdanen van een andere natie samenwer
ken. In den omgang met elkaar moet er
wel eens wat geschikt worden, doch het
schijnt, alsof dat gemakkelijker gaat op
deze hooge en steile plek, waar allen een
zelfde doel hebben: de vooruitgang der
wetenschap.
(Nadruk verboden.)
Bijna dagelijks duiken producten dikwijls
v|n twjjfeladitige en duistere herkomst op,
welke somtijds onder fraaiklinkende na
men op de markt gebrfcht worden.
|DUtA) oogen apca en schenk Uw vertrouwen
aan het product, dat reeds meer dan 30 jaar
ean op den voorgrond tredende plaats in
de geneesmiddelenschat inneemt en door
bijna alle doktoren tegen verkoudheden,
rheumatiek en griep enz. aanbevolen wordt.
eenig op de wereld
Let ep den oranje band. Prlji 7f ch.
bij de onderzeeërs alleen de reddingstoe
stellen. Dat iedere onderzeeër zuurstofpa
tronen meevoert, die genoeg lucht bevatten
om de manschappen 10 dagen van lucht te
voorzien, is begrijpelijk. Minder bekend is
echter het zoogenaamde „Drager reddings-
toestel", dat op de groote schepen voor
iederen man aanwezig moet zijn (by de
M I was het niet aanwezig, vandaar het
groote aantal verongelukten, namelijk 68
man!). Dit toestel lijkt eenigszins op een
duikerhelm met ademzak. De ademzak be
zit zooveel opstuwende kracht, dat de daar
mede uitgeruste man, zonder dat deze me
dewerkt, automatisch naar de oppervlakte
wordt gedreven. Het verlaten van de boot,
onder water, geschiedt door een tweetal
volgens het sluizenprincipe gebouwde ka
mers met een bijzondere compressie-inrich-
ting. Het verlaten van den onderzeeër door
lanceedbuizen, die toch 45 c.M. diameter
hebben ,mag slechts in het uiterste nood
geval plaats vinden.
Tot de moderne reddingstoestellen voor
onderzeeërs behooren natuurlijk ook ster
ke bokken, zoogenaamde „dubbele schepen"
die uitgerust zijn met kranen en waarmede
zelfs de' grootste booten gelicht kunnen
worden. Op deze dubbele schepen zyn na
tuurlijk ook duikers aanwezig, uitgerust
met de allerbeste toestellen, die de tech
niek heetf opgeleverd. Zij zijn intern in de
haven, zoodat er steeds een ploeg gereed
staat om bij het eerste- hulpsignaal uit te
varen.
Het is hier niet de plaats om na te gaan,
of de strijdkracht der duikbooten wérkelijk
in een eenigszins gelijkmatige verhouding
staat tot de offers, die dit wapen ook in
vredestijd vergt van materiaal aan men
schenlevens en aan menschengezondheid.
Het zou wel een vreeselyke gedachte zijn,
dat de geweldige uitgaven der groote sta
ten, uitgaven zoowel aan geld als aan leven,
nutteloos verspild waren. Hoe hoog derge
lijke „uitgaven" zijn, moge blijken uit het
volgende:
Engëlands vlootbegrooting 1931 635.4
millioen guldens voor onderzeeërs (28%).
Amerika's vlootbegrooting 1981 958.8
millioen guldens voor onderzeeërs (34
Japan's vlootbegrooting 1931 326.4 mil
lioen guldens voor onderzeeërs (2%). f
Fpankrijk's vlootbegrooting 1931 315.6
millioen guldens voor onderzeeërs (89
Duitschland's vlootbegrooting 1931 112.8'
millioen guldens voor onderzeeërs
Reeds hieruit blijkt, welk een gewicht de
verschillende landen aan de vergrooting
van hun onderzeesche vloot hechten. Helaas
blijkt uit deze staten niet, of de ter be
schikking gestelde gelden alleen voor nieu
we schepen worden uitgegeven ,of dat zij
ook gedeeltelijk worden besteed voor maat
regelen ter vermijding van rampen, als die
der M I en thans van de M II.
(Nadruk verboden).
Onder redactie van de Damclub „Gouda".
Secretaris de la Reijlaan 14, lokaal de*
club, Markt 49.
Probleem No. 809.
Zwart schijven op: 9, 18, 19, 23, 29 dam
op 32.
Wit schijven op: 27, 38, 40, 42/44, 47, 48.
Probleem No. 810.
'sggs r4fk8
4AY/A W
Zwart schijven op: 3, 8, 12/16, 18, 19,
21, 23, 24.
Wit schijven op: 25, 28, 30, 32, 33, 85, 36,
38, 39, 42, 43, 48.
Oplossing van Probleem No. 807.
Wit speelt: 33—29, 30—24, 38—33,
31—26, 26 19, 32 1.
Oplossing van Probleem No. 808.
Wit speelt: 22—18, 17—12, 12 3, 3 15.
De Eerste Kamer weder aan den arbeid.
De Pachtwetten verworpen.
Terwijl de Tweede Kamer op 9 Februari
haar Kerstvacantie ziet eindigen, is de
Eerste Kamer Dinsdag weer bijeengekomen
tot hervatting der werkzaamheden. Zoo'n
hervatting geschiedt bij de Eerste Kamer
altijd op een ietwat eigenaardige wjjze.
Straks, in de Tweede Kamer, zitten we
reeds in de eerste vergadering in het mid
den van het werk. Van de Eerste Kamer
krijgt men altyd den indruk dat zy aarzelt
weder aan den arbeid te gaan. Haar eerste
vergadering toch na een korter of langer
reces, is steeds een bijeenkomst van luttele
minuten, waarop óf wordt uitgemaakt, da',
men den volgenden dag werkelijk aan den
slag zal gaan, dan wel een paar hamerstuk
ken worden goedgekeurd, waarna de heeren
welgemoed weer huiswaarts keeren. Zoo-
iets geschiede imn\er in een avondvergade
ring .waarna dan de eerste serieuse bij
eenkomst den volgenden dag om elf uur
aanvangt.
Dat betrekkelijke vroege uur, waarop de
Kamer met'hare werkzaamheden een begin
maakt, is de voor de hand liggende ver
klaring van die eigenaardig korte avond
vergaderingen; het meerendeel der leden
van de Eerste Kamer is buiten Den Haag
gevestigd, moet dus, wil het bijtijds zyn op
de elfuursvergadering, óf zeer vroeg uit de
veeren, óf wel reeds den vorigen dag naar
de Residentie sporen en er overnachten.
Aan dat laatste geven de meesten de voor.
keur en de avondvergadering is dus te be
schouwen als een soort van wapenschouw,
waarop de leden kennis geven van hun aan
wezigheid.
De booze wereld weet een andere ver.
klaring voor die zeer korte avondvergade
ring te geven. Men weet, dat de leden der
Eerste Kamer geen salaris of schadeloos
stelling, gelijk hun collega's der Tweede,
ontvangen. Hun wordt alleen voor elke ver
gadering, welkp zy bijwonen, vergoeding
van/reis- en verblijfkosten toegelegd. Om
allé moeilijkheden te ondervangen, is deie
op y 20.per vergadering bepaald. Dat
schijnt ons wel een behoorlijke dekking van
uitgaven toe voor een verblijf van 24 uur
,te 's-Gravenhage, waar men te doen heeft
met geposeerde mannen als leden der Eer
ste Kamer geacht kunnen worden te zijn.
Toch heeft eenigen tijd geleden de sociaal
democratische senator Oudegeest met een
ernstig gelaat verkondigd, dat dit oedrag
te gering zou zyn voor een lid der Eerste
Kamer, die zyn stand moet ophouden! Zijn
ambtgenooten hebben dit met onbewogen
gelaat aangehoord, maar ze zullen in hun
binnenkamer er wel even óm gelachen heb-
ben. Intusschen valt te vermelden, dat geen
hunner er ooit aan gedacht heeft die ver
goeding niet aan te nemen. Zy aanvaar
den haar zonder blikken of blozen, en nu
beweert de booze wereld, dat zij er vol
strekt geen bezwaar tegen hebben, wanneer
het aantal vergaderingen wat vergroot
wordt door de samenkomsten in te leiden
met zoo'n onbeduidende avondvergadering.
Men zal het misschien kleingeestig vin-
den om daartegen te protesteeren, wanneer
die onderstelling inderdaad waarheid mocht
zyn. Maar het is niet zulk een kleinigheid!
De Kamer telt vijftig leden en als die allen
opkomen bedraagt dus de vergoeding voor
één vergadering 1000.—. Daarbij komen
dan de onkosten van verwarming en ver
lichting, terwy'l het gansche apparaat voor
een vergadering gemobiliseerd wordt: ka
merbewaarders, bedienden, stenografen en,
niet te vergeten, de militaire politie, dieij
altyd door een detachement wordt vertegen
woordigd voor de handhaving van de orde
tijdens de vergadering. Over de pers zwij
gen wy. Deze wordt door dit deel der Volks
vertegenwoordiging niet bijzonder gewaar
deerd en zeker niet geëerd.
Nadat dus de Eerste Kamer in een ver
gadering van zeven minuten Dinsdagavond
teeken van leven had gegeven, heeft *i)
Woensdag de nieuwe Pachtwet in behan
deling genomen, Donderdag is zij daarmee
voortgegaan en gisteren is er over gestemd
en heeft men de wet verworpen.
Tegen de nieuwe wet waren gekant
de liberalen, die ook in de Tweede
Kamer getoond hebben van deze inbreuk op
de contractsvrijheid niet gediend te zijn-
Daarnaast wilden ook de antirevolutionairen
en de christelijk-historischen niets van de
ontworpen regeling weten. Met hun drieën
vormden zy evenwel niet de meerderheid m
de Eerste Kamer. Tegenover hen ston
den de sociaal-democraten, dien in
voortbrengsel van het wetgevend talent van
het rechtsche ministerie een begin zien van
hun ideaal eener socialisatie van den gro
in ieder geval een ommekeer in de socl"f
verhoudingen, in zooverre, dat by de nieu
wet de pachter meer zal hebben in t®
gen dan de verpachter. Daarnaast schaam®
zich de vrijzinnig-democraten, die gaarne
in het kielzog der roode broeders varen en
meenen, dat aan de pachters in het alge
meen grooter vryheid van optreden tegen
over de verpachters moet worden gewaar
borgd. Ten slotte de Katholieken. In de
Tweede Kamer hebben deze als één man
vóór het ontwerp gestemd. Dat was onder
den invloed van wylen monseigneur Nolens,
die het wachtwoord: voorstemmen, had ge
geven. Sedert is eenigen tyd verloopen. De
heer Nolens is overleden, de Katholieke
senatoren hebben den tyd gehad om de zaak
eens rustig en onbevooroordeeld te onder
zoeken en nu heeft zich by de debatten over
het voorstel het eigenaardige feit voorge
daan, dat van de vyf Katholieke sprekers
er drie zich met kracht van argumenten
tegen de nieuwe pachtregeling verklaar
den. Eerst de heer Blomjous, daarna de
heer Michiels van Kessenich, ten slotte de
heer Van Sasse van IJsselt. Tegenover hen
deden zich hooren de heeren Steger, meer
filosoof dan staatsman, die eenige mooi-
klinkende theorieën ten beste gaf en Van
Lanschot. De laatste is een goed spreker,
dat valt niet te ontkennen, en ook een ge-
wikst debater, doch het was toch maar po
vertjes wat hy te berde bracht om den
steen des aanstoots voor zeer velen, het
continuatierecht, goed te praten. Dat i s ook
eigenlyk niet goed te praten. Het geeft den
pachter het recht, nadat de pacht volgens
volkomen wettelyken weg is afgeloopen, by
den recher aan te kloppen om verlenging-
van de pacht tot desnoods tien jaar, waar
bij dan de rechter ook nog zal bepalen,
welke pacht er zal betaald worden. En dat
kan geschieden tegen den wil van den
grondeigenaar! Op welke wyze dat goed ia
te praten, begrijpen we ons niet en terwyl
we met genoegen hebben zitten luisteren
naar een rede van prof. Diepenhorst, die
deze bepaling mitsgaders de gansche wet
met argumenten dooddrukte, hebben we ons
zitten verbazen over de sofistische rede
neeringen van een anders toch zoo scherp
zinnig man als de heer Van Lanschot, die,
we zouden byna zeggen, tegen beter weten
in, probeerde die enormiteit goed te prater,
en beweerde, dat het in de practyk wel zou
medevallen. Dat wfeet hy toch evenmin als
wy! r
Tenslotte hebben toch met de liberalen
de christ.-hist. en anti-revoluitionairen een
zestal katholieken zich tegen de wet ver
klaard en wel de heeren Arntz, Dobbelman,
Janssen, Blomjous, Michiels van Kessenich
en van Sasse van IJsselt. We achten minis
ter Donner knap genoeg om z(jn werk over
te maken, en misschien is hy ook wel jurist
genoeg om zich in zyn binnenkamer er over
te verheugen, dat aan dit monster van wet
geving de nek is omgedraaid.
De reiniging van den kalen boom.
Tot Maart heeft men nog den tyd, de
echadelyke insecten, die den boomgaard
schade toebrengen, uit te roeien op de meest
radicale manier, n.l. door de nog niet uit
gekomen eieren te vernietigen. Als de bóo-
men reeds uitgeloopen zyn of in bloei staan
en als de vruchten zich reeds gezet hebben,
kan men tegen deze insecten weinig meer
uitriahten. Soms ziet men aan den boom
's winters nog enkele opgerolde en dichtge-
sponnen bladeren zitten; met de eerste
zachte lentedagen komen hieruit reeds de
kleine zwarte rupsjes te voorschyn, die
zulke verwoestingen aanrichten onder de
juist uitkomende blad- en bloesemknoppen.
Er mag dius niet één opgerold blaadje blij
ven zitten. Verder vindt men aan zwakke
takjes van pere- en pruimeboomen by
nauwkeurig onderzoek dikwyls kleine zwar
te ringen, die dicht tegen de tak aanliggen.
Van dichtby gezien blyken er geelwitte
puntjau in te zitten; dat zyn de eitjes
waaruit de ringelrupsen zich ontwikkelen,
die ook in het voorjaar uitkomen, snel
groeien en zeer vraatzuohtig zijn. De zwar
te ringen moeten dus nog in den winter
zorgvuldig afgekrabd en verbrand worden.
In de derde plaats waarschuwen wy tegen
de kleihe zwamachtige verzamelingen van
eieren, die men op boomstammen kan vin
den, vooral in de kloven tusschen de schors
der appelboomen. Ze lyken op een vuile
zwam en schijnen te bestaan uit bruine
haartjes. Binnenin bevinden zich dicht op
elkaar een groot aantal geelachtige eieren.
Ook deze hoopjes eieren moeten afgekrabd
en verbrand worden, omdat de daaruit krui
pende rupsen, wanneer zy eenigszins talrijk
zyn, den geheelen oogst kunnen vernietigen.
Het beste is natuurlijk, te zorgen voor
een algemeene reiniging der stammen, voor
al by oudere vruchtboomen. Hoe ouder de
boom wordt, hoe meer de bast zijn gladheid
verliest en bedekt raakt met grootere en
kleinere doode stukken. Deze kan men ge
makkelijk afvegen, zonder de groene laag,
die zich onder dé bruine bast bevindt, te
beschadigen. Voor zoover de stukken schors
nog vastzitten, moeten zy niet verwijderd
worden, omdat zij den stam dan nog be
schermen tegen de plotselinge tempera
tuursveranderingen en tegen uitdrogen.
Deze gezonde schors mag dus niet onver
schillig worden afgeschuurd. Met de doode
schors verwijdert men echter meteen mos
en zwammen, die een schuilplaats vormen
voor schadelijke insecten en bovendien den
boom ontsieren. Zy kunnen het beste ver
wijderd worden met een yzerdraadborstel
by vochtig weer; dit werk steile men vooral
niet te lang uit. Als men dan om (ten boom
heen oude doeken legt, kan alle afval ge
makkelijk verzameld en verbrand worden
en behoeft men niet te vreezen, dat daarin
aanwezige insecten, larven en poppen mis
schien op den grond vallen en in leven blij
ven.
Tenslotte zyn er nog tal van schadelijke
insecten, die niet op den boom zelf over
winteren, doch aan den voet daarvan in
den grond. In dgn herfst gaan «ij langs den
Veel garneering. Balonmouwen. Hoedjes.
De tijden, dat de mode gespeend was van iedere
garneering, zyn voorbij, men is thans tot het andere
uiterste overgegaan en in het komende voorjaar zal
de garnébring zelfs een overheerschende rol in de
damesmode spelen. Men is in de „haute couture" de
gladde, ronde decolleté's beu, waaraan niet de klein
ste gameering mocht worden verwerkt en die abso
luut geen chic met zich brachten. Thans heeft men
den V-vorm gekozen en toont groote voorliefde voor
het heerenmodel, wit geganeerd en met breedere
reversdaarnaast ziet men fichu-effecten en revers
in iedere bewerking en van licht materiaal, kleine
shawls van fijn handwerk en vestèn in contrastee-
rende kleunen. Deze garneering ziet men dan gewoon
lijk toch aan de mouwen en is op zeer verschillende
wijze verwerkt; nu eens is ze zoo breed als van de
kleeding der nonnen, dan weer smal en nauwsluitend
om den pols, doch steeds is de garneering aanwezig.
Kleine pouffes spelen een zeer belangrijke rol en wor
den gedeeltelijk met de hand gemaakt of ook wel van
anders gekruld georgette. Ja, ook de ^pailletten-mode
wordt op de moderne japonnen toegepast uitslui-
tent terwille van de gameer-idee.
Plissé's, franjes en bekleede halsuitsnijdingen in
twee kleuren vormen zeer chique en modkrne ideeën.
De mouw staat in het middelpunt der belangstel
ling. Zij is korter maar ook wijder gewordch, ballon-
mouwen worden zeer veel gelanceerd' Verder ziet
men elegante mouwen, bestaande uit twee of drie
volants of een soort epualette uit verschillende stof-
banen aan elkaar gezet. Men vindt ook veel cape-
vormige volants, die aan dqn schouder zyn aangezet
en daar een soort kort mouwtje vormen.
Des voörmiddags en by de sport hebben wol en
jersey de overhand en zal men in hoofdzaak licht
groene en donkerbruine tinten zien, waarbij men
stam naar beneden of zy laten zich aan
spin draden van de takken neer; gedeelte
lik geraken zy ook met het vallen der bla
deren op den grond. Het ibeste bestrijdings
middel is het zorgvuldig en diep omwerken
van den grond rondom den boom op vry
grooten afstand daar vandaan; ook om an
dere redenen moet dit steeds in den herfst
of winter gedaan worden. Vele insecten
worden reeds vernietigd by de werkzaam
heden of opgegeten door de kippen, die men
daarby met dat doel vrij in den boomgaard
laat rondloopen. De rest van het ongedierte
wordt dan wel gedood door de nachtvorsten.
(Nadruk verboden).
Verzorging van kamerplanten.
Planten hebben niet slechts vocht noodig
in den grond, waarin zy geplant zyn, doch
ook in de lucht, die hen omringt. Dit is
vooral het geval by planten, die uit de met
vocht verzadigde atmosfeer van een hroei-
kas komen in een kamer, waar gestookt
wordt. 'By centrale verwarming is de lucht
nog droger; dan is zy zelfs voor de men.
schelyke ademhalingsorganen ongezond,
zoodat waterhouders moeten worden aan
gebracht. Voor de planten is deze maatregel
echter nog niet voldoende. Men kan het ge
makkelijkst onder elke pot twee onderzet
ters plaatsen, waarvan de grootste met
water gevuld is en onderaan staat. De pot
ten zelf mogen n.l. niet in het water staan,
omdat dan de wortels gaan rotten. Het be
gieten der planten is dan tevens gemakke
lijker, men heeft minder kans op morsen
en de planten hebben vochtige lucht om
zich heen, terwyl zy minder last hebben van
parasieten als schildluizen en mijten.
De afmetingen van het kippenhok.
Om de oppervlakte te berekenen, die een
bepaald aantal kippen noodig heeft, kan
men het eenvoudigst 1 M2. op 8 kippen
nemen. By hokken voor minder dan 100
dieren moet de zoo berekende oppervlakte
eenigszins uitgebreid worden, terwijl men
bij zeer groote aantallen niet ten volle 1 M2.
voor 3 kippen noodig heeft. Kleine hokken
kan men het beste vierkant maken en bij
grootere hokken in rechthoekvorm moet de
korste zijde nooit minder dan 6 M. lang zijn.
Grootere afmetingen zyn echter beter, van
daar dat wij ook voor groote kippenhokken
aan een vierkanten vorm de voorkeur ge
ven. Een breed hok is warmer en de dieren
zitten 's nachts meer beschut, omdat zy
verder van de raampjes vandaan kunnen
blijven, waardoor een goede ventilatie be
reikt wordt. Wanneer de raampjes goed ge
plaatst worden, behoeft de verlichting van
zoo'n kippenhok volstrekt niet ontoereikend
te zijn. Meer vierkant gevormde hokken
zijn bovendien goedkooper.
De hoogte van het dak is afhankelijk van
de grootte, doch aan de voorzijde moet het
niet hooger dan Zj5 M. en niet lager dan
1.75 M. zyn, terwyl de achterzijde b| groote
hokken ongeveer 1.75 M. hoog dient te zijn
en bil kleine althans zoo hoog, dat men voor
de zitstangen nog rechtop kan staan. De
raampjes moeten zoo geplaatst worden, dat
er in elk hoekje van het hok nog licht valt,
al schynt de zon er ook niet rechtstreeks
in. De voorzijde van het hok moet daarom
minstens voor de helft van de oppervlakte
uit verschillende raampjes bestaan.
Het nesten van konijnen.
Konynen worden altyd gemest in het
kpude jaargetyde, omdat zij dan door hun
zetmeelhoudend voedsel reeds uit den aard
der zaak meer in gewicht toenemen dan
's zomers, wanneer zy in hoofdzaak groen
voer krygen. De beste leeftyd voor het
mesten ligt al naar het ras tusschen de
vyfde en zesde maand. In hoofdzaak ligt
de groeiperiode dan achter den rug. Het is
onvoordeelig om nog vroeger met het mes
ten te beginnen, omdat dan de groei der
beenderen nog m?t geheel afgesloten is,
terwyl ook de spieren een zekeren graad
van ontwikkeling bereikt mdeten hebben,
voordat noemenswaardige vetvorming kan
plaats hebben. Tot zoolang wordt al het
voedsel gebruikt voor het opbouwen van het
lichaam.
Men beginne ook niet plotséling met het
toedienen van mestvoer; geleidelyk wordt
het voer van samenstelling veranderd, om
dat anders slechts darmziekten worden ver
oorzaakt, die natuurlyk een ongunstigen in
vloed hebben op het mesten. De algemeene
regel, dat naast groenvoer ook steeds een
flinke hoeveelheid hooi ter beschikking der
konynen moet staan, geldt ook voor den
mesttyd. Men beperke slechts de hoeveel
heid sterk waterhoudend groenvoer, doch
ook hier schaadt overdryving, omdat dan
de eetlust der dieren achteruitgaat. Het
voer wordt meer geschikt gemaakt voor de
vetvorming door er haver en gerst aan toe
te voegen; deze graansoorten kunnen daar
toe ook grof vermalen wdrden. Aangezien
konynen niet den geheelen nacht door sla
pen, kan men dit krachtvoer het beste des
avonds geven. By de andere maaltyden
krygen de dieren pap van gekookte aard
appelen, koolrapen, beetwortelen, wortel
tjes e.d., waaraan men grof gemalen graan
toevoegt, totdat zy droog en kruimelig
wordt. Zeer voedzaam en geschikt voor ons
doel zyn ook gedroogde en fyngewreven
bladeren van brandnetels en klavermeel.
Ook gedroogde klaver is zeer voedzaam en
kan inplaats van hooi gegeven worden
Wanneer de dieren eraan gewend zyn en
men het niet te duur vindt, kan men ze
meer of minder sterk afgeroomde melk ge
ven. Ook brood eten ze graag, terwyl het
een geschikte aanvulling van het mestvoer
thans als nouveauté een aardbeienkleur bregt. Knoop-
garneering speelt bij alle japonnen een belangrijke
rol.
Wat de hoedjes betreft, de overgangsmodellen zijn
meerendeels in donkere tinten gehouden; zwart,
marineblauw, donkerbruin en Russisch groen behoo
ren tot de meest gewilde kleuren, doch men geeft aan
deze modellen door garneering in lichte nuances een
levendige note.
Tot de meest interessante nouveauté's behooren
modellen, welke van achteren rechtstandig omhoog
geslagen zijn. Deze opgeslagen rand is dikwijls zeer
aanzienlijk, in vele gevallen
«komt hij zelfs boven den bol
van den hoed uit. Alleraar
digst zjjn Tiroier en Da-
chauer hoeden, echte Seppl-
modellen, die bekende firma's
met veel succes lanceeren.
Wij hadden met onze knip
patronen zooveel succes, dat wy
ook dit keer een japon afbeelden,
waarvan onze lezeressen een knip,
patroon kunnen aanvragen.
Dit model is zeer geschikt voor
gezette figuren.
Noodig hebben wy ongeveer
4 Meter van 130 c.M. breed of 5
Meter van 100 c.M. Zeer goed
leent zich wollen mouseline of een
effen wollen stof. Voor de kraag
en manchetten is 40 cJVI. effen
stof of zyde noodig.
Wy stellen dit aantrekkelyke
model beschikbaar voor den prys
van ƒ0.55 in de matgn 46, 48 en
50.
Men schryve aan onze admini
stratie, Markt 31, Gouda.
zondste is. Verder moet het hok aan de
binnenzyde zoo glad mogeiyk zyn, zoodat
het gemakkelyk gereinigd, o.a. met heet
water uitgeschuierd kan worden. Dit moet
eens of tweemaal per jaar gebeuren, ter
wyl het hok elke week uitgemest dient te
worden. Neemt men deze eenvoudige voor
zorgsmaatregelen, dan zullen de mestdieren
en ook de andere konynen vry blyven van
ziekte en goed gedyen, omdat zy gezond
zyn.
De voor de mest bestemde konijntjes
moeten niet teveel vryheid van beweging
hebben, doch ook hierin wake men tegen
overdryving. Er worden weieens konynen
gemest in hokjes, die niet veel grooter zyn
dan een sigarenkistje. Zoo kunnen de dieren
echter niet gezond blijven; daarvoor moe
ten zy ook tydens de mestkuur nog kleine
sprongen kunnen maken. Anders ontaardt
de mestkuur trouwens in dierenkwelling.
Even verwerpeiyk is het om geen licht tot
de konynen te laten doordringen; sommigen
meenen n.l. dat de vleesch- en vetvorming
in het donker sneller plaats vindt. Tydens
den mesttyd moet vooral gezorgd worden
voor schoon stroo, omdat een onaangename
lucht in het hok het vleesch een by smaak
geeft.
Uit het bovenstaande is wel reeds geble
ken, dat ook tydens de mestkuur de ge
zondheidsmaatregelen in acht genomen die
nen te worden, die onder alle omstandig
heden in het belang van de dieren zyn. Zoo
kan men het beste elk dier een eigen hok
geven met droge ligging. Zy mogen vooral
niet met urine in aanraking komen. De
vloer bestaat uit een houten rooster, omdat
de ervaring geleerd heeft dat dit het ge-
WETENSCHAPPELIJK NIEUWS.
De zuivere atitiraehitische vitamine D
gevonden.
Wij hebben eenigen tijid geleden in het
kort meegedeeld, dat het na jarenlangen
arbeid gelukt is de zuivere antirachitische
vitamine ala zuiver kristal al te zonderen
Daaromtrent, wordt thans het volgende ge
schreven
Vijf jaren geleden ontdekte de bekende
chemicus prof. Windaus te Göttlngen (hij
werd voor die ontdekking onderscheiden
met den Nobelprijs), in samenwerking met
Amerikaansche en Engeledhe onderzoekers,
dat door ultraviolette bestraling van een
reeds bekende sterine 'n vitamine ontstaat,
die buitengewoon werkzaam is tegen rachi
tis (Engelsc-he ziekte). Daarmede was de
reedg lang bekende gunstige werking van
ultraviolette stralen bij rachitische aandoe
ningen verklaard. De door bestraling ge
makkelijk aetiVeerbare, d.w.z. in een anti-
rachitisch werkzaam geneesmiddel om te
zetten, ergosterine komt in de nabuur voor.
Vooral uit gist i8 zij in zuiveren toestand
te verkrijgen.
Op deze wijze was de mogelijkheid ge
geven, voor de eerste -maal de antirachafcir
sche vitamine fabriekmatig te bereiden. Het
aldus gewonnen geneesmiddel „Vigantol"
aanvaardde weldra zijn zegetocht over de
geheele wereld.
Daar echter bij het bestralen van ergoste
rine naast de antTrachitische vitamine nog
andere, welliswaar op overeenkomstige wijze
opgebouwde, doch anwerkzame lichamen
ontstaan, waa het vooreerst niet mogelijk
deze vitamine, die met de letter D wordt
aangeduid, in zuiveren toestand te verkrij
gen. Men kon slechts door zorgvuldig ver
richtte dierproeven haar werking bepalen,
hnar dus biologisch standaardiseeren, gelijk
dat bij vele belangrijke geneesmiddelen,
waarvan men den chemiischen aard nog niet
nauwkeurig kent, noodzakelijk is.
Nog bijna vijf jaren van ingespannen ar
beid door talrijke chemici waren er voor
noodig, alvorens het ten slotte gelukte ook
de antirachitische vitamine D als een fraai
kristallitseerend, chemisch zuiver eenheids
lichaam te winneA. Aanvankelijk verkregen
verschillende onderzoekers 'n andlere landen
kristallen, die wel reeds hooge antirachiti
sche werkzaamheden bezaten, doch nog al
tijd niet zuivèr waren. Zij bevatten nog on
werkbare stoffen Ten slotte gelukte het ook
hier weer prof. Windaus en zijn vroegeren
medewerker dr. Lineert, dlia in de weten
schappelijke laboratoria der I.G. Farbenin-
dustrie fe Elberfeld werkzaam is, als eer
sten, de zuivere antiraohatische vitamine D
in mooie kristallen, zonder eenige bijmen
ging, te verkrijgen Dez» vitamine heeft de
hoogste antirachitische werkzaamheid, die
ooit werd waargenomen. Zij i8 twee drie
ir.aai zoo sterk als de zuiverst© preparaten,
die men tot duAver kende. Het honderdste
gedeelte van een milligram van cfez© kris
tallijnen antirachitische viitamine, een hoe
veelheid, zóó klein, dat. men zich daarvan
geen vooretelling kan maken, ontplooit reed»
in de dierproef aantoonbare antirachitische
werkingen. Voor de bestrijding van de ra
chitis bij kinderen zijn natuurlijk belangrijk
grootere hoeveelheden noodig.
Bii dez® ontdekking van betcekemis geeft
het feit, dat de zuivere vitamine U-krlatal-
len niet enkel maar bij gelegenheid in het
laboratorium gewonnen kunnen worden,
doch dat het procédé, dank zij den arbeid
van Duitsche ohenöci, thang reeds zoover
is gevorderd, dat ook het geneesmiddel Vi
gantol vrij van elke hinderlijke verontrei
niging uitsluitend uit de geheel zuivere kris
tallijnen vitamine D zal worden bereid, den
doorslag.
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
Zondag 7 Februari 1932.
i
VOETBAL.
K. N. V. B
Afdeel ing I.
Ie klasse.
Haarlem: R.CJL—H.B.S.
Schiedam: Hermes-D.V^.Ajax.
Enkhuizen: West-FrisiaSparta.
Den Haag: H.V.V.K.F.C.
IJmuiden: Stormvogels't Gooi.
Afdeeling II. v
le klasse.
Zaandam: Z.F.C.Xerxes.
Den Haag: A.P.O.D.F.C.
Amsterdam: Blauw-WitV.U.C.
Rotterdam: Feyenoord—H.F.C.
Hilversum: HilversumV.S.V,
2e Jtlaaee A.
Rotterdam: R.F.C.Overmaas.
Rotterdam: ExcelsiorUnitas.
Rotterdam: Steeds HoogerD.H.C.
Dordrecht: O.D.S.—S.V.V.
Gouda: O.N.A.—V.I.O.S.
4 2e klasse B.
Rotterdam: C.V.V.—Gouda.
fotterdam: Neptunus—V.D.L.
otterdam: V.OjC.—D£.L|
Vlaardingen: FortunaB.M.T.
Delft: B.E.CQuick.
4e klasse B.
Den Haag: W.IJLTerlaak.
4e klasse C.
RotterdamVJ4.D.—-Crooswyk.
Reserve 1© klasse.
GorinchemUnitas 2Feyeyoord 2.
Rotterdam: Sparta 2Eexcelsior 2.
Rotterdam: Xerxes 2—C.V.V. 2.
Gouda: Gouda 2A.D.O. 2.
Delft: D.H.C. 2—HJ3.S. 2.
Reserve 2e klasse B.
Schiedam: S.V.V. 2—V.O.C. 2
Gouda: Olyinpia 2Fortuna 2
Dordrecht: D.F.C. 2—Neptunus 2.
Rotterdam: Excelsior 3R.F.C. 2.
Den Haag: H.V.V. 2Feyenoord 3.
Reserve 3e klasse D.
Utrecht: Velox 3—O.N.A. 2.
Zeist: Zeist 2—(Bodegraven 2.
Afdeeling III.
le klasse.
Almelo: HeraclesVitesse.
Zwolle: U.E.C.Robur et Velocitas.
Wageningen: WageningenTubantia.
Apeldoorn :A.G.O.V.V.—'Z.A.C.
Enschedé: EnschedéGo Ahead.
Afdeeling IV.
le klasse.
Tilburg: LongaNA-G.
Bleyerheide: Bleyerheide'Willem II.
Valkenswaatfd: de Vala-r-<P.S.V.
Afdeeling V,
le klasse.
Leeuwarden: FrieslandG.V.A.V.
Leeuwarden: Leeuwarden'Be Quick,
Veendam: Veendam:F.V.C.
Meppel: AlcidesFrisia.
Groningen: VelocitasAchilles.
Om den Nederlandschen Voetbalbeker.
le ronde
Gouda: Olympia—A.S.C.
Gouda: G.S.V.The Rising Hope.
Alphen: Alphia—Steeds Volharden.
Rotterdam: E.D.S.'Bodegraven.
Den Haag: Celeritas—nSchoonhoven.
Moordrecht: MoordrechtR.C.L.
Gorinchem: S.V.W.Waddinxveen
Delft: Delfia-D.V.K.—LekkerHerk.
G. V. B.
le klasse:
Gouda 3Dilettant 1, 11 uur.
Gouderak 1Olympia 3.
Zwervers 1Haastrecht 1.
Bosk. Boys 1Gouda 4.
Moercapelle 1O.N.A. 3.
2e klasse A:
Haastrecht 2Waddinxveen 2.
2e klasse B.
Waddinxveen 3O.N.A. 4.
Dilettant 2Zwervers 2.
Olympia 5Nieuwerkerk 1, 11 uur.
3e klasse A:
Gouda 5Groeneweg 1, 11 ur.
Bosk. Boys 3O.N.A. 5, 12 uur.
Schoonhoven 3'Woerden 3.
3e klasse B:
Nieuwerkerk 3G.S.V. 5.
Groeneweg 2O.N.A. 6.
ATHLETIEK.
Atletiekwedstrijden.
De diio competitiedagen van den Goud-
sehen Afchletiek Kring zullen dit jaar piaat»
hebben op 21 en 22 Mei op het Goudto-ter-
rean, op 4 en 5 Juni op het Olympia-tcrrem
en op 18 en 19 Juni op het O.N A.-veld.
De yedstaijden om den Lok-beker zijn
vastgesteld op 3 Juli op het G.8.V.-terrenn.
De jaarlijksehe singel loop-eet a [et te vindt
plaats op Zaterdag 20 Augustus.
De schoolsportdag wordt gehouden op
Zaterdag 28 Mei.
Overwogen wordt het organiseren van
een juniores-estafett© in het Van Bergen
IJ zendoor npark