reünie..! vsssr»mo*>
'GROOT PflflSCHPROCBAMMflïf!
[schduwbure bioscoop
TH ALIA
4 MN DUN'S OHIBINEEIE VOLENDAMMERS
GOUDSCHE COURANT - ZATERDAG 26 MAART 1932-TWEEDE BLAD
GOUDSCHECOURANT
^nd paaschprogramma film en variété
Mijn Urouw - De Avonturierster
t en uurtje op een 1 heater-Bureau
l tend^Snanon^'irS
vo°' tjeh* ct-—.s?-
I *«3&8ï
DE GROQTE ATTRACTIE
WOENSDAG MATINEE
met speciaal paaschprogramma
Adverteert In dit blad
VRÖÜWENKR ONIEK.
voLLr bentI Dan kriiS ik
eXT„^Ziekf?,knU^-
mLerf 1 TL *aat het
rkrie vri^ t ieuke da^
m
1862 - 1932
GOUDA SINDS 1862 g
m
iBBaBffiaaBffi88ffi88®gg8ggfflraMmmgggm
l)* lieveling der Goden.
Lossc bladen uit het Dagboek
oan een Gouwenaar.
Vnnaf
WWUUA
RrNft P.'^ruo^1 Maand, g 28 Maart EEN schitte-
GrootCircus-dram. - De nieuwste Circosfilm
I JcTeur'n D°N C0LEMAN' d« P°P«'- Cowboy.
DE ONBEKENDE RUITER
en spanne'ld Wild-West Avontuur.
OP ONS TOONEEL: De Meester van den Lach:
CHAPLIN PARODIE
LACHEN! CHARL AND JONNY LACHEN!
1 A.rnv"8nv!,renzl!"i7 To"t"n» «lke» '"«««d - Gewone prifcen
I LET WELI BEIDE paAVn^L Ur Doorloo'"nd« Vooretellin»en.
VOORST- UÖ™^HDAGEN VANAF HALF 4 DOORL.
met 'n .nanne H UUR MAT,NÉE voor eiken leeftijd
spannend proer.mm., C. n.er Rennie, ledereen doet'tl
CIRCUS RENZ IN REÜNIE
Uanaf heden b U U U A
ALS HOOFDFILM:
nj,, d)l lee.liSe U.F.A. f,|mklucht
E VOn <<ieliefe.lligep,in«pui,Hl„Hoo(hl.id BeTte|l eo
Heinz Rühmann de faun,«.n.,ui, D.i, me.Be.
Dee. ster beeetMn oïieier ei, Bommen MoMa.Ca.lo)
eerondeert U een heerüik Antueemeotii,
OP HET TOONEEL:
Joop van Leeuwen's Revue-BezelschBp
mee de groote Komi.che Lachrevue
I Medewerkenden:
■l« Flippie de tonneelknrchf
RIENIXS DE WILDE
•1. Theaterdirecteur
N.polnaamche Tenor
A. Ruysdaal Miep fran.en
llliaioniat j Soubret.e
I Prof. Bods Boranoff
1 Het Muzikale Wonder
Corry Betist I TheFamcusScala-Glrls
Dramairice Zan* en Dar.
loon wn I °°tC Wor9te,wedstHjdtu„chen
Besprerkt vooral Uwe nlaataen Wii 6 en 8 30 uur
presenteert U vsnsf HEDEN t.e.m. DONDERDAG
GROOT PAASCHFEEST FILM- EN
Vfl"'tTÉ PROGRAMMA
ALS HOOFDFILM
De wondermooie Zang-' en Muziekfilm
De nieuwste en mooiste film van den beroemden zanger
RICHARD TAUBER
bijgestaan door Marianne Winkelstein en Siegfried Arno
OP ONS TOONEEL: x
ACCORDEON-BAND
Bekend van Radio en Gramofoon Enorm succes
TOEGANG VOOR IEDEREN LEEFTIJD
Rubriek voor de Jeugd
Paul en Pauline.
FTi *?s "vfl'tien jaar en Pauline
twaalf. Zy waren broeder en zuster en
onafscheidelijk van elkander. Zij waren
één hart en één ziel en nooit twistten
zy samen. Zij woonden in een dorp,
dat in een holte van een hoogen berg
jag en In de nabijheid nestelden ade
laars. Zij hadden hun ouders verloren
en woonden bij een verren neef, die
veel, van hen Meld. zooals trouwens
ieder, die met hen bekend was, Paul
hielp hem op het land; Pauline zijn
vrouw m de huishouding.
Op een dag kwam Panline niet als-
gewoonlyk, haar neef en broer hun
middagmaal brengen. Zfi was ziek uit
V^wfSTl"- P«1 's avonds
bedroefd tehuis kwam, vond hfi haar
doodsbleek in haar bedje liggen. Dien
nacht waakte hfi' bjj haar en daar zij
met slapen kon, zong hfi zachtjes voor
haar, en zij luisterde dankbaar. Den
volgenden morgen waren zfi'n gedach
ten niet bfi den pfodg waarachter hi)
liep.
's Middags was Pauline erger en zfi'n
neef vroeg hem of hfi den dokter uit de
stad wilde gaan halen. Hfi' vertrok on
middellijk. De dokter liet dadelijk in
spannen en reed met hem terug.
Pauline zag nu nog veel Meeker en
haar zwarte oogen hadden alle glans
verloren. De dokter zette een zeer
ernstig gezicht. Hfi' haalde een flesch
uit zfin rijtuig en wreef met den in
houd daarvan de lippen van Pauline,
waarbij haar wangen voor een oogen-
blik weer een weinig kleur kregen.
„Morgen kom ik terug," zeide hij.
dokter," riep Paul, „gij zult haar
immers beter maken?"
„Ik zal doen wat ik kan," ant
woordde de brave man, „maar..."
Paul begreep hem onmiddellijk en
rag hem wanhopig na, toen hij weg
reed in den huilenden wind en den
stroQmenden regen.
Paul ging naar Pauline's kamer en
viel op de stoel neer. Zou er in 't ge
heel geen hoop meer zyn? „O, als zy
sterven moest, hoe kon hy dan biyven
leven
Op dit oogenblik riep Pauline hem.
Hy vloog n^ar haar toe. „O, Pau
line," zeide hy, „denk je dat je spoe
dig beter zult zyn?"
„Neen, neen," zei het kind bedroefd,
„wy zullen nooit meer samen spelen,
ik voel, dat ik naar vader en moeder
zal gaan."
„O, stil toch." En hy legde haar de
hand op den mond, om haar tot zwygen
te brengen.
Neen, zy moest gered worden. Maar
hoe?
„Kom Paul," zeide my'n neef, „ga
nu naar bed, ik zal by je zusje blij
ven." v
Maar Paul wilde niet. Hy bleef met
haar alleen en dacht na, terwyl de
wind tegen de gesloten blinden sloeg
en tusschen de rotsen gierde.
Om een uur of tien werd er aan de
huisdeur geklopt. Paul ging open doen
en een haveloos gekleede doornatte
oude vrouw trad binnen en vroeg of
zy zich wat mocht drogen en het einde
der bui afwachten.
Paul liet haar in Pauline's kamer,
waar een helder vuur brandde.
De kinderen kenden haar wel. Het
was een oude bedelares, die door het
gebergte zwierf, sommigen zeiden,
dat zy krankzinnig, anderen, dat zy
byzonder verstandig was. De meeste
menschen waren bang voor haar.
i «Waarom zyn jelui zoo laat od'"
I vroeg zy.
„Myn zusje is ziek," antwoordde hy.
Toen naderde de oude vrouw het bed.
45y keek Pauline strak aan, met haar
vreemde, schitterende oogen, die echter
*een angst inboesemden.
„Luister eens, Paul," zeide zy, „ben je
dapper?" J
Pan?/" fntW,°?rdde de jonden, „om
loopen Z0U ik door het vuur
„Luister dan goed. Je moet naar de
I aarsrots gaan en daar drie bloe
men plukken.
De adelaarsrots was een kolossale
Puntige rots, waar talrijke adelaars
nestelden. Niemand was or nog in ge
slaagd, die te beklimmeii. Hoe zouden
die dne bloemen Pauline kunnen ge-
nezen?
jongen," vervolgde de
oude. Vóór de dag aanbreekt moet je
terug zyn." J
„Neen, neen," riep Pauline, „ik wil
liever sterven, dan je aan zulk een
gevaar blootstellen."
Doch Paul omhelsde haar en vertrok
Sares end<! 0nder de h°ede der
I"1s'roomen en de wind"
ontwortelde de pgnboomen. Maar Paul
dacht slechts aan Pauline en aan de
dne bloemen, die hij hebben moest. De
oude vrouw had hem eenige druppels
™Je"rre™,de draak gegeven en dit
vocht had zijn krachten vertienvoudigd
Het was hem te moede, of hij bergen
zou kunnen omverwerpen, oceanen
overtrekken. Hij had zfin met ijzer be
slagen stok en den revolver van zfin
neef medegenomen en wachtte de
arenden af.
Na een uur .stond hij aan den voet
der rots en begon deze te beklimmen,
terwyl de arenden en de wind om hem
heen een afgrijselijk eoncert gaven.
Telkens gleed hy uit op het mos; de
wind slingerde hem nu eern tegen de
rotsen, dreigde hem dan weer te doen
rallen, de regen verblindde hem maar
hy drukte de tanden op elkaar en be
kommerde zich niet om de schrammen,
die hy opliep. Hfi dacht slechts aan
Pauline. Daar was een adelaarsnest.
Hy moest er voorby. Hy greep zyn
revolver en gaf vnur. De adefaars vlo
gen verschrikt weg en hfi kon voort
gaan. Hy ziet den top reeds! Een vree-
selyke windvlaag wil hem naar be
neden werpen, maar hy „klemt zich
vast. Daar staat hy op het terras, dat
een top vormt en daar zyn ook drie
ichtgele bloempjes. Hy vliegt er on
toe. Pauline is gered, dacht hy.
Maar daar komen de adelaars aan
vliegen en slaan hem met de vleugels
ta het gezicht Het knallen van den
revolver jaagt hun geen schrik meer
aan. Hfi neemt zfin ztok en slaat om
zich heen. De arenden vliegen gewond
weg, maar er komen anderen en ztfn
Mantelpakjes.
Het Is met de mantelpakjes als met
de zwaluwen, als ze op komen zetten,
kan men er zeker van zyn, dat de lente
met ver meer is. Men ziet op het
oogenblik een heele groote verscheiden
heid van mantelpakjes, waarfjy de
korte jasjes echter sterk overheer-
schend zyn. Er zyn ook allerlei aardige
r
nieuwe stoffen, die zich tot leuke effec
ten leenen, byv. aardige, geribde diago-
naalstoffen, waarbij, door de ribbels
dan in verschillende richting te nemen,
dwars op elkaar, heele aardige dingen
te bereiken zfin, zonder extra moeite
van garneering, enz. Links op het
plaatje is daarvan een aardig voor
beeld gegeven. Het rechte jasje wordt
met een gemsleeren ceintuur gesloten,
neeit geen kraag van achteren,
maar wel van voren twee breede
revers. Door de ribbels dwars te nemen,
heeft men op de revers, on hm
boven de taille, pp <u „UT- T
chetten en den rok aardige
stukken gekregen. Voor dit*®'8'
(patr. nr. 3462) heetf men
Stof van 1.40 M. breed ,1£ 11
Rechte een costuumpje van
blauwe charmelaine met onT^™*'
teltje, zoowel als op de 41 S"
Ingeslikte plooien, die op den rok
onderen overgaan in stolpploï"?
wordt een ceintuur van k™i„i&
gemsleer met een gesp van SB*
gedragen. Ook hiervoor (3™""
3463) is 3 M. stof van 140 Mk
toereikend. M' i»»!
En wilt U het laatstp „ia,,,,
de hoedjes hooren? Volgens de nW
ste mode-gegevens uit Parii» u
York zfin de voorjaarsmodeklenïl
voor hoeden in de eerste plaats
in diverse tinten, daarna rood 2
groen, beige, wit en dan natujSjk ta
0 overheerschende zwart. Gani
ringen dikwijls met lint, strikken 1?'
pen en heel veel bloemen. Om hstS"
■ge, recht opstaande haneveertie
te vergeten, al schynt het, dat het 2
populariteit verliest
Madeleine.
Recept.
Ejer-ragout: Hiervoor neemt men t
harde eieren, V. L. melk, 2 afgestreL
eetlepels bloem, 1« afgestrfken
lepel boter, 1 uitje, 1 theelepel geh2
peterselie, 1 theelepeltje mostert oft
theelepeltje kerry, 1 theelepel maevik
aroma, wat peper en zont. b3.
verwarmt men de boter met de blwm
en voegt daarby langzamerhand f
warme melk. Dit sausje laat men n.,1
wï™ het Koed Kenden
maakt het dan op smaak af met Dei*r
sout, mosterd en afgeschrapteUi.
(eigenlyk dus uiensap). I„ de saus laat
men de in stukjes gesneden eieren even
warm worden, dan roert men er de
maggi's aroma en de fyngestamnte
peterselie erdoor en brengt de ragout
over op een verwarmd schaaltje. Als
omranding gebruikt men driehoeldze
stukjes brood, in wat byter goudbruin
gebakken.
krachten geraken uitgeput. Daar scMet
een bliksemstraal tusschen de strijden
den door.
Als Paul de oogen, die verblind
waren door den slag, weer opent, zfin
de adelaars verdwenen. Hy neemt den
terugtocht aan en treedt Pauline's
kamer binnen, juist als een roode
streep den oostelfiken horizon kleurt.
Met een vrengdkreet valt zfin zusje
hem om den hals. Paul wil de oude
vrouw de bloemen geven, doch zy
vraagt: u
„Ben je genezen, Pauline."
»0. ja, de angst voor Paul heeft
my myn gezondheid teruggegeven.
„Dat is goed, antwoordde de oude,
„bewaar die bloemen maar, wat met
zooveel moeite verkregen wordt, is
'emand altijd dierbaar. Je zenuwen
hebben den schok doorstaan en je bent
gered. Vaarwel,"
En zy ging heen, terwijl de eerste
zonnestraal in de kamer viel, waar de
kinderen elkander nog eens omhelsden.
Cnrrespnndentie.
„Zwaluw". Wat ffin, dat er een cir-
ia' Kom maar biet te
dicht hfi de leeuwen en tijgers, hoor!
„Zwartoogje". Maar kindje, ben je
nu alweer ziek geweest? Arme meid,
wat ben je toch aan 't sukkelen! Zorg
maar, dat je in de vacantie eens flink
opknapt!
„Boterbloem". Gelukkig, dat Vader
zoo goed vooruit gaat. Wensch hem
m T?. .b!?erschaP namens my, wil
jy Je briefjes moeten Dinsdagsmor
gens vóór 12 uur aan 't bureau bezorgd
n ,Wat een PraeMi» rap-
nlmithV" ïektre?en' Flink Myn
pleegkinderen krygen vandaag hun
rapporten. Ik hoop maar, dat ze ook
goed zullen zyn!
„Anjelier". Jouw rapport was ook
goed, hoor. Alleen die 5 voor Ned. Taal
moet hooger worden, hè?
„Micky Mouse". 't Is niets erg als
je een keertje niet schryven kunt, om-
NifuurliilT 6en eXtra ,angen brief!
Natuurlyk mag Je me nu ook Tante
noemen, hoor nichtje!
"Kitty". Myn nieuwe adres zal ik
lemK°iÏÏtJe" J?' kindi<!' 'l ia ,n Haar-
Moeder? Je helpt haar toch nog wel
zooveel je kunt? Denk er aan S
Moeder met op haar knieën mag liggen
hoor. Nu je maar halve dagen in be
trekking bent, kan je Moeder nog heel
wat uit de handen nemen, hè
„Bob". Wat fyn, hè, dat het voor
2 mnar t rt 'ietsen is naar Haar
lem. Dan kom je my zeker vaak on-
V vJlend-ie doorgebracht!
„Krul J«, Ik hoop maar, dat we
veel m<*>! weer zullen hebben in de
vacantie. Schryf my vooral de cHfers
van je rapport, hoor! Öfers
„Parkietje". Ja, hoor, ik wist wel,
wie je nichtjes waren! Je cyfers waren
weer best in orde. Je bent een flinke
vent, hoor! Alleen moet je nu eens pro-
beeren, om een beetje mooier te gaan
schryven.
„Weerprofeetje". Wat een massa
spreekwoorden heb jy! Enorm, hoor!
Je hebt mooi weer gehad, Woensdag,
hè? Heb je fyn gewandeld?
„Kroeskopje". Kleine Zus heeft een
f^jpen verjaardag gehad, hè?
„Nachtegaaltje". Wat heerlijk, dat
Moeke nu zoover beter is. Je moet haar
maar flink helpen, hoor vrouwtje.
Beeldig zyn die zilverkatjes toch, hè?
V riendelyke groetjes.
„TANTE LUCIE".1
Oplossingen der Raadsels.
I. Beter hard geblazen, dan den
mond gebrand.
II. feester-meester.
III. Ruurlo, Os, Roermond.
De prys viel ten deel aan:
JEANNE v. d. TOOREN.
Nieuwe Raadsels.
I
Zoek uit onderstaande zinnen een
bekend spreekwoord.
Na dien tyd heb ik nog een poosje
gewandeld.
re&en vie' gisteren by stroomen.
Myn nichtje komt morgen.
De menschen houden veel van bloe
men en zonneschyn.
II.
Eenmaal b en tweemaal e,
Eenmaal g en eenmaal p,
Driemaal o en eenmaal z,
Eenmaal r en eenmaal n,
En daarna nog eenmaal m,
Welke plaats in Noord-Holland
noemt men zoo?
III.
Ik ben een gewicht, laat men myn
eerste letter vallen dan ben ik een vier
voetig dier.
Anecdotes.
In de apotheek.
Bezoeker, die hoofdpyn heeft: Ach
mynheer, wil u me niet wat geven voor
myn hoofd?
Apotheker: Nee, vriend, dat kan ik
niet gebruiken.
Iemand die erg hardhoorig is, loopt
met een ander op het perron van een
spoorweg, terwyl plotseling een loco
motief een oorverdoovend gefluit uit
stoot. „Luister," zei de hardhoorige,
„dat is de eerste leeuwerik, die ik van
't jaar hoor!"
In den rouw.
Slager: „Mevr. Styls, welk vleesch
belieft u Vandaag?"
„Zend mij maar een schapenbout,
doch van een zwart schaap?"
„Van een zwart schaap?"
..Ja, wij zijn in den rouw, we«t ge."
Ter gelegenheid van het feit dat de Goudsche Courant Èffi
op Donderdag 31 Maart haar 70en jaargang voleindigt,
zal z\j op dien avond, den vooravond van haar 70-jarig
bestaan, in meerdere bladen verschijnen, welker inhoud
goeddeels gewijd zal zijn aan gg
Dank zfj de gewaardeerde medewerking van tal van
ingezetenen zal dat nummer vele bijdragen bevatten over
de ontwikkeling van de gemeente, kerkelijke en maat
schappelijke genootschappen en instellingen, benevens
over handel en industrie uit die dagen en thans en tal
van onderwerpen, welke met Gouda en hare bewoners uit
vroeger en later tijd verband houden. Bö
Een groot aantal voor Gouda merkwaardige illustraties
zullen hierbij worden opgenomen. Ki
Voor dit bijzonder nummer, dat in EXTRA GROOTE
oplage zal verschijnen en aan ieder ingezetene zal worden
thuisbezorgd, bestaat gelegenheid tot het plaatsen van fg|
advertentiën op de bekende voorwaarden.
Inzending daarvan kan geschieden tot uiterlijk a.s.
Woensdagmiddag 12 uur. g§
Paaschgebruiken in
Duitschland.
Vele oude Duitsche volksgebruiken zyn
helaas in onzen modernen tyd een slacht
offer geworden van de industrialisatie, die
geleidelyk al het oorspronkelyke vernielt.
Toch is nog menige oude gewoonte in
Duitschland, en dit voornameiyk op het
platte land, blyven voortbestaan om tot
heden hoog in eere te worden gehouden. In
dien men een overeenkomstig programma
opmaakt, kan men zich hiervan tydens een
Paaschreisje overtuigen. Laten wy U hier
fenige gemeenten noemen, waarin enkele
interessante Paaschgebruiken tot heden toe
behouden zyn gebleven.
In Zuid-Beieren, dat ondanks zyn drukke
vreemdelingenverkeer, zyn eigen karakter
nog zorgvuldig heeft bewaard, is de oude,
mooie gewoonte van het wyden der palmen
^nog niet uitgestorven. Men neemt hiertoe
naturiyk geen echte palmen. De den, die
hier thuis om, doet het ook. Om den stam
*ördei», met veel amaak, ringen gemaakt,
w* Kroon Van dèft boom wordt getooid met
kleurig papier, kleurige linten en banden.
Geheel boven prykt een bosje wilgekatjes,
met een paar takjes van een buksboom of
een taxus. In vele dorpen kan men 's Za
terdags voor Paschen nog het „Judaabran-
den" en het wyden van het water by wonen.
In den Harz bestaat nog steeds het oude
gebruik van het Paaschvuur, een symbool
van de overwinning van de Lente op den
Winter. Wanneer men omstreeks Paschen
naar Aschersleben, Halberstadt, Goalar, het
„schaakspelersdorp" Ströbeck, Langels en
Wasserleben, naar Ilfeld in den Zuid-Harz,
naar Elbingerode, Rothehütte of Rübeland
komt, ziet men 's avonds op de omliggende
hoogten de Paaschvuren branden. Ryshout,
stukken hout, die by elkaar zyn gebedeld,
verdroogde kerstboomen, die extra voor dit
doel worden bewaard, worden door de jeugd
op een hoop geworpen en aangestoken. Ge-
woonlyk geschiedt dit op den avond van
den eersten Paaschdag, soms echter ook aan
den vooravond van het Paaschfeest.
Van den Harz trekken wy een flink stuk
naar het Noorden: naar Helgoland. Hier
spelen de jongens een voor dit watergewest
waardig Paaschspel. Met oude, reeds lekke
booten varen zy van hun rotseiland naar
de nabygelegen duinen. Overwinnaar is hy
Er is maar één zonde, één misdaad,
één slechtheid, gebrek aan hart.
ONSZ ATERDAG^EUI LLETON
wiens boot het meeste water heeft opge
nomen. Wie met droge voeten aan land
komt, komt voor geen prys in aanmerking.
Een ander Noord-Duitsch gebruik wordt
door kinderen in het Westfaalsche stadje
Ahaus in eere gehouden. Hier trekken in de
week voor Paschen de misdienaars met de
„Raspe" (een houten voorwerp, dat de bel
len van het altaar vervangt) naar het na
bygelegen dorp Ammeln, om daar by de
boeren Paascheieren te gaan bedelen.
In de Saksische Lausitz wordt op Witten
Donderdag druk aan „Eierschieben", aan
„eieren-rollen" gedaan. Dit eigenaardige ge
bruik kan men wel het best te Bautzen
gadeslaan. Vlak tegenover de stad verheft
zich de Proitschenberg. Op zyn top ver
eenigen zich op den ochtend van den eer
sten Paaschdag de volwassenen der stad en
laten dan harde eieren van den berg afrol
len. De jeugd rent joelend de eieren achter
na en tracht er zooveel mogelyk van buit
te maken. Beschikt men niet over voldoen
de eieren, dan komen er ook sinaasappelen,
mandarynen en koek, waren die door ven
ters te koop worden geboden, by te pas.
Op dit feest wordt door de jeugd Van Baut
zen een byzonder lied op een eenvoudige
melodie gezongen.
Behalve dit vroolyk gehruik, wordt in de
katholieke deelen van de Lausitz, wier be
volking nog uit Wenden bestaat, het plech
tige „Paasohryden" in eere gehouden. Op
feestelyk versierde paarden trekken de boe
ren in hun donker Zondagsche pak, den
hoogen hoed op het hoofd, oeroude liederen
zingend, in een lange processie door de
dorpen naar een van de kloosters van de
Lausitz. In de dorpen staat de bevolking
aan weerszyden van den weg, de vrouwen
in hun Wendische kleederdracht, met de
groote, zwarte strik in het haar en den
wyden groenen rok met zwart fluweelen
band. Ongeveer tien vartyiergeiyke proces
sies worden gehouden. Byzonder indruk
wekkend is die van Grostwitz naby Kamenz,
de geboorteplaats van Lessing. Zy trekt
's middags over Liebitz en Schweinerden
naar het klooster der Cisterciënsers Ma-
rienstern, waar zestig nonnen leven. In de
brouwery van het klooster worden de rui
ters op bier onthaald, waarna zy den terug
tocht aanvaarden. Het „Paaschryden" is
een van de mooiste nog behouden gebleven
Paasoh-gebruiken. Wie deze ernstig stap
voets rydende boeren heeft gezien, hun die
pen vromen zang heeft gehoord, alsook hun
juichend „Hallelujah", zal den indruk niet
snel vergeten.
Een ontmoeting Tardieu-MacDonald.
Conferentie van vier mogendheden
in het verschiet.
De ontmoeting tusschen Tardieu en Mac-
Doiialü, schijnt thans te zullen doorgaan.
Tardieu heeft, zoo luidt een bericht, geant
woord op een mededeelmg, Donderdag door
de Britselie regeering aan de Fransolie ge
richt, dat liet zeer waarschyiilijk w dat
Tardieu onverwjjid met MacDonald en öir
John bimon een conferentie zal hebben.
Het verluidt dat deze ontmoeting gevolgd
zal worden door een conferentie tusschen
vertegenwoordigers van Frankrijk, Enge
land, Duitschland eo Italië
P
Minister-president Tardieu heeft gisteren
m den Senaat een rede over de regeerings-
politiek gehouden, .waarin bij in de eerste
plaats het conflict in het verre Oosten be-
handeide. Hij wees er daarbij op, dat de
Volkenbond in deze aangelegenheid niet
veel heeft kunnen uitrichten, omdat de Ver.
Staten niet töt den Volkenbond behooren
en Engeland ziieh in het Verre Oosten niet
wU. vastleggen, zonder zeker to zijn van
overeenstemming met de Ver. Staten. Se
dert 13 jaar heeft men steeds getracht den
rol von den Volkenbond te verkleinen, toch
hebben op het laatste beroep van den
i aadsvoorzitter de kanonnen gezwegen.
Nadat volgens veller opvatting de orga
nisatie van dezen internationalen factor
niet het verwachte resultaat heeft opgele
verd, staat men voor de volgende feiten:
Men zal van den Volkenbond moeten af
zien, of er tote moeten besluiten deze orga
nisatie tot een realiteit te maken.
De Fransche regeering heeft dit probleem
in zijn vollen omvang aan de orde gesteld,
door liet plan, dat zij op de ontwapenings
conferentie heeft ingediend. Dit plan is niet
de politiek van één kabinet, of van één mi
nister, doch de politiek van Frankrijk. Wij
verlangen, aldus zeide Tardieu, dat de Vol
kenbond een strijdmacht tot haar beschik
king krijgt en ook de bevoegdheid om zich
van deze strijdmacht te bedienen. Te Sjang
hai wus een internationale strijdmacht aan
wezig. De arm bestond, doch de hersens
om deze te laten handeLen, ontbraken. Ver
volgens behandelde Tardieu de schadever-
goedingsproJiitiek, waarbij hij er op wees,
dat. in de begrooting een post van
f ll73.000.00o fre. als ontvangsten ia opge
nomen, die Duitschland in Juli moet be
talen. Moge de hemel geven, aldus Tardieu
dat die 1173 millioen zich op een goeden
dag in onze kas bevinden. Frankrijk is be
rend de vrijwillig onderteekende verdragen
in overeenstemming met do omstandigheden
te brengen, doch het verlangt, dat de on-
derteekeningen gerespecteerd worden.
Up de conferentie Van Lausanne zat
Frankrijk vastberaden j^an dij. standpunt
vasthouden. l>e onderhandelingen over de
vorming van een Donaufederatie hebben
een bevredigend verloop. Met Engeland
wordt op vriendschappelijke wijze onder
handeld. Wat de betrekkingen tusschen
Frankrijk en Italië betreft, is het noodig,
dat de laatste nog bestaande hinderniseen
uit den weg worden geruimd.
BUITEN LANDSCH NIEUWS.
FRANKRIJK.
Alle Fransche theaters zullen sluiten.
Ook die in de provincie en de
koloniën.
De directeuren van de theaters en bios
copen te l'arija hebben in een gisternacht
gehouden vergadering besloten,, eendrachtig
samen te werken en een stakings-comité op
te richten. Zij waren van oordeel, dat» de
strijd tegen de hooge belastingen slechts
dan met succes gevoerd kan worden, als
allen samenwerken en de sluiting zich niet
alleen zal bepalen tot Parijs, maar ook zal
gelden voor de provincie en dg koloniën.
De sluiting niet alleen van de schouw
burgen en de bioscopen doch ook van de
variété-theaters, blijft gehandhaafd tegen
29 Maart &.s. Zooal* wij meldden, is uitstel
met drie dagen niet toegestaan.
Daar de directeur van de Groote Opera,
uit het Engelsch van
BARONES ORCZY.
bewerkt door
J. t. WESKELÏNK—VAN ROSSUM.
0
"Ik bid Osiris en Isis, dat ik begraven
moge worden op de plek, waarve-.n myn
voetstappen my leidden, toen ik nog jong
was, om moeder Isis! Wat was uw heilige
wesnsch, toen gy myn oogen tot gids waart,
Pm «ie mysteries van uw volk te lezen! Ik
ameek begraven te worden in dezelfde graf-
toml», waarin ik den papyrus vond, die mij
-oerde naar het land van .tarwe en gerst
vMi oud Kamt, dat achter de woesteny van
het land ligt, van het oosten naar het
westen. Ik stond op de plek en ik schoot
myn pyl in het hart van Osiris, als hy ver-
wynt achter Manou, in de vallei van
voortdurenden nacht op den eersten dag dat
Hapi goedheid geeft aan het land. Ik
de «mdwoestynen ook van het
fa»en naar het westen; ook ik was ver-
teugd, toen ik de rots van Anubis zag, en
^^azkte, dat de weg niet langer voor my
*H»geslaten naar dat land van overvloed
r*Rn -het, uitverkoren volk van Ra woont,
"^■wtd-voos alls vijanden groot, eernaam
en eeuwig. Maar helaas! Het was niet voor
my weggelegd in hun midden te wonen!
Genoeg! Zy zyn er! En Ra en zyn kinderen
hebben hen omringd met een slagboom,
welke door geen menschenkind kan over
schreden worden."
„Ik moet bekennen dat ik na het hooren
van den inhoud van dezen zoogenaamde
verklarenden papyrus nog meer verbijsterd
was dan te voren.
„Je begrypt dit niet, is het wel, Mark?"
hernam Hugh, ,,niet meer dan myn vader;
maar het geheel scheen hem zoo raadsel
achtig en toch zoo waar zoo vreemd, dat hij
levendig rond keek naar een oplossing.
Achter elkaar opende hy de overige gewelf
de vazen, en het was in de laatste, dat hy
den onschatbaren papyrus vond van een
datum, ongeveer drie duizend jaar vroeger
dan den tyd, waarin de schriftgeleerde
leefde, in wiens tombe het lag. Hier was
klaarblykelyk de sleutel tot bet raadsel,
hetwelk in het geschrift van den Griekschen
priester werd gegeven, en de verklaring
van zyn geheimzinnige aanwyZingen; maar
helaas! Op het oogenblik, dat de buitenlucht
den ouden sfchat aanraakte, viel het voor
het oog myn8 vaders in meer dan duizend
heel kleine stukjes."
Hy zweeg, maar voegde er toen aan toe,
alsof hy wenschte, dat elk zyner woorden
onuitwischbaar in myn geheugen geprent
zouden blyven:
„Het heeft veertig jaar van onverpoos
den arbeid gekost, om het groote en heer-
iyk« mysterie op te lossen, maar nu is het
de heer Kouohé, zioh jegens den minister
van Onderwijs en Kunst bereid heeft ver
klaard om tot 10 April in betrekking te blij
ven, meent men, dat de Groote Opera ntet
gesloten zal worden.
Een nader Reu tor-telegram meldt, dat
inderdaad met do directeuren van de the
aters in de provincie en de koloniën ie
overeengekomen om tot sluiting over te
gaan.
Ook de mum oli ai Is zijn bij het conflict
betrokken.
STADSNIEUWS.
GOUDA, 26 Maart 1982.
Avondschool voor Ambachtslieden.
Promotie der leerlingen.
Donderdagavond had in een der ruime
lokalen van de Avondschool voor Ambachts
lieden, de promotie der leerlingen plaats.
Na een kort openingswoord van den direc
teur, de heer J. F. Uoddyn, waarin deze in
't byzonder de voorzitter van de commissie
van toezicht op het Middelbaar Onderwys,
de heer dr. A. C. A. Hoffman welkom heet
te, had de bevordering van de leerlingen
naar de hoogere klassen plaats, waarby dr.
Hoffman de pry zen, welke bestonden uit
fraaie leesboeken, overhandigde.
De leerlingen die het einddiploma ontvin
gen werden met hartelyke woorden van ge-
lukwensch toegesproken door den heer God
don.
JBy verschillende leerlingen was, zegt
spr., merkbaar een invloed van de slechte
tyden. Nieuwe tyden zullen echter eens
aanbreken, waarin men niet zal vragen wie
ben je, maar hoe ben je en zy die willen
zullen dan zeker een toekomst vinden.
Ook dr. Hoffman, die de scheidenden toe
sprak, was niet onbekend met de vrees voor
de toekomst, en de twyfel aan het succes
van het genoten onderwys by verschillende
leerlingen.
Er was een geesteLyke malaise over hen
gekomen. Spr. wyst dan op Duitschland,
waar de crisis wel een toppunt bereikt
heeft. In datzelfde ryk stierf 100 jaar ge
leden de groote Goethe, die thans in de ge-
heele wereld wordt herdacht. Deze groote
man stamt uit een geslacht, dat in het
verre verleden een even ernstige crisis
moest doorstaan. Toch zyn talryke nakome
lingen uit dat geslacht van kleine ambachts
lieden, die in groote armoede leefden, op
geklommen tot beroemdheden.
Spr. noemde dit opdat de jonge menschen
die thans de school verlieten, de moed niet
zullen laten zakken, en eindigde met de
woorden: „Houdt moed en werkt voort."
Hieronder volgt de iyst der namen van
de bevorderden en de toegekende prijzen.
Bevorderd van de le tot de 2e klasse: M.
Haag, M. v. Harten, J. C. Hertog, H. J.
Hoogendoorn, L. Hornis, H. J. Koetsier, J.
van Leest, H. J. Noort, G. Nomen, J. Over-
kamp, A. Polet, J. Revet, Chr. Söet, B.
Thoen, H. Verboom, C. van Wingerden, T.
Kersbergen, P. Nieuw poort, W. Sirre, S.
van Vliet, J. P. Achterberg, R. de Boer, H.
Boon, J. A. J. Ekkelboom, H. Glasbeek, J.
van Harberder, A. Heemskerk, M. de Jong
(voorw.), Ar. Jongerius, J. Lammers (v.w.),
H. J. Polet, C. Steenbeek, J. Stouthart, K.
Tak en Am. Jongerius. Niet bevorderd 6
leerlingen.
Bevorderd van de 2e tot de 3e klasse: H.
Agten, G. J. Blankers, P. de Bfuin, J. J.
van Dam, Fr. van Dyk, A. de Groot, H. de
Groot, B. Grootendorst, A. J. Heerkens, F.
van Herk, C. J. den Hertog (voorw.), J.
K. Th. Jansen (voorw.), J. F. X. Koch, H.
C. Polman, A. v. d Pool, Th. A. v. d. Pouw,
P. Swanenburg, A. Verblauw, J. Verzyden,
J. van Vliet, A. Boom, M. v. d. Berg, G.
Eegdeman, Ohr. Jansen, A. A. van Mas-
tricht, G. J. Pelgram, J. F. Vroom, B. Weel-
denburg, H. de Jong, W. J. v. d. Akker, W.
Leeflang, A. M. Welling. Niet bevorderd 3
leerlingen.
Bevorderd van de 3e tot de 4e klasse: A.
C. Boogaart, P. van Duuren, N. Faase, L.
Gerritsen, J. S. Heemr .erk, W. Heemskerk,
A. Huurman, J. Huurman, J. Jongeboer,
Fr. Noorlander, C. van Roon, C. Sevenho-
ven, W. Steen]and, C. Uitenbroek, B. Ver
meer, H. Verwey, R. de Wit, G. J. van Bek-
„Was hilfts, wenn ihr ein Oanzes
dargebracht,
Das Publikum wird es each doch
zerpflücken."
OOET HE, F AU ST.
Donderdag 24 Maart.
Koperwiek, m{jn pedante kantoorbe
diende, stelde rnü vanmorgentoen ik
niets kwaads vermoedend met een hoffe
lijk „Ooeden morgen", het kantoor be
trad, bout portant de vraag:
„Meneer Bottelaar, wat denkt U van
Ooethe
Het begint mij langzamerhand de keel
uit te hangen door mijn eigenwijze kan
toorbediende voortdurend te worden ont
wikkelden ik antwoordde dus kortaf
,fiat gaat je niet aan m'n jongen."
Deze repliek was niet hoffelijk, maar
men moet den durf hebben onhebbelijke
lieden op een afstand te houden.
Eenigen tijd was alleen 't krassen onzer
penhouders te hooren in het sobere maar
degelijk gemeubileerde werkvertrek. Ko
perwiek schoof wat onrustig op zijn
stoeltje heen en weer, hij is in deze dagen
wat nerveus met Paschen moet hij een
vuur ontsteken en reidansen en de nach
ten werken niet mee, want ze zijn zoo
bitter koud.
Toen vroeg hij opeens weer
Wat hebt U eigenlijk van Goethe ge
lezen
Nu weet ik zeker dat hy zelf nooit iets
in 't Duitsch heeft kunnen lezen, want
zijn correspondentie is héél slecht, maar...
de half-ontwikkelden weten alles 't best
en 't komt mij voor dat Jacobus misschien
toch wel ééns door de radio naar een
declamatie van den ,Jirlkönig" heeft ge
luisterd.
Ik zweeg dus en deed alsof mijn arbeid
alle aandacht absorbeerde.
Koperwiek echter is een volhardend
individu als 't op hinderlijk zijn aan
komt. Hy ging dus voort:
geneer Bottelaar, is 't waar dat U
een boek hebt over „Goethe's Liefde
leven"? Mag ik dat 'ns van U leenen
Ik bedwong mijzelve met heroïsche
wilskracht.
Mijn kweller wachtte even, zooals een
oorlogsschip dat langzaam by gaat
draaien en dat zijn tijd neemt om alle
vuurmonden te richten, teneinde plotse
ling de volle laag te kunnen geven.
„Men zegt yan Goethe^dat hij nog op
ruim 70-jarigen leeftijd in staat was alle
vrouwen te betooveren met zjjn onna
volgbare charme."
Er zyn grenzen.
Dit is dus de soort belangstelling die
de Koperwieken hebben voor menschen
van een figuur als Goethe I Dit is dus de
kum, G. Boekkamp, H. de Bruyn, W. van
Bueren, A. den Edel, T. van Gent, A. C. de
Jong, A. Kok, G. Lokum, A. de Kovel, J.
v. d. Heuvel, M. de Jong en C. A. Bakker.
Niet bevorderd 7 leerlingen.
Bevorderd van de 4e tot de 5e klasse: J.
Blonk, C. Bontebal, G. van Dam, P. de
Graaf, J. Jongeneel, A. C. Kasbergen, A.
Koot, W. van Lange, H. Merbis, A. Neder-
hof, A. Neven, A. Pek, A. H. van 't Sant,
D. Syl, C. Verdouw, J. Verdouw, G. L. Ver
wey, Ht Vink, G. de Wit, C. Woudenberg,
B. Bakker, W. Bouwer, J. F. Frie, J. H. van
Ham, 4 D. Lens, Th. Rieken, W. P. Ver
kerk, J. Koemans, W. Lagerberg, M. Lin-
gen, G. Rook, P. Stoppelenburg en P. Stout.
Niet bevorderd 2 leerlingen.
Het einddiploma werd toegekend aan: J.
W. Baas, C. Blonk, C. de Brujjn, J. van
Eyk, J. C. de Gruyl, J. Jansen, G. de Jong,
W. de Jong, N. Jongeneel, A. Klomp, Fr.
Klomp, H. Priem, A. Slaman, G. Slootjes,
eindelyk gedaan; en ik, Hugh Tankerville,
ben gereed om met jou hulp aan de wereld
te bewyzen, dat het groote volk, hetwelk
door den vreemdeling de woeatyn in werd
gedreven, niet in de wildernis is omgeko
men; dat zij een land hebben gevonden,
hetwelk ligt achter de rollende baren van
zand en keisteenen, waar het een keizerrijk
stichtte, grooter en uitgestrekter, wonder
lijker en heerlijker dan waarvan wij ooit
gedroomd hebben in onze zoogenaamde
wetenschap."
„Dit is een bespiegeling," zeide ik met
een glimlach.
,H«t is een feit," antwoordde hij ernstig,
„het was tenminste twee duizend jaar ge
leden een feit, toen diezelfde Grieksche
priester door de wildernis zwierf, om de
verdwenen horden van Egypte te zoeken:
toen hy met eenvoudige overtuiging, mis
schien met zijn laatste ademhaling uitsprak:
„Genoeg! Zij zijn er!"
„Dus wil je mij zeggen?..." begon ik.
,Jk zeg je, Mark, dat achter die ontoe
gankelijke zandbergen, welke de Lybische
woesty'n omgeven in die zoogenaamde ver
schroeide wildernis, op dit oogenblik de af
stammelingen wonen van hetzelfde volk,
dat de pyramiden van Ghireh bouwde, en
de mywterieuse majesteit van de Sphinx
sneed."
„Laat hen in vrede leven," zeide ik on
verschillig, Haar niemand tot hen kan ko
men. Je hebt het zelf gezegd, zij zijn
indien zij er al zijn acht*- de ontoe
gankelijke
„Ontoegankelijk alleen voor den onweten
de, maar niet voor hen, die weten. Zj'
waren niet ontoegankelijk voor den schrift
geleerde, die dit perkament schreef meer
dan drie duizend jaar na de groote landver
huizing naar de wildernis."
„Houd je dus vol," zeidie ik' nog altijd
angeloovig, ,yda,t de schrijver van het per
kament No. werkelijk een woestynreis
heeft ondernomen om de waarheid te zoe
ken van wat h» het perkament No. 1 is ver
meid?"
„Hoe hij ia het bezit van den origineelen
papyrus kwam, zegt hy niet duidelijk, maar
zoodra hy hem had ontcijferd, begaf hy
zich op weg door de Lybische woestijn en
door die ontoegankelijke duinen, gebruikte
hij den weg, die duidelyk is aangegeven in
het oude Egyptische document en die tot 1°
de kleinste by zonderheden volkomen juist
bleek te zyn volgens den eersten papyrus.
„Maar, hy ia er nooit gekomen."
„Dat weten wy niet. zyn manuscript
eindigt plotseling, en..."
„Even als Poe's Arthur Gorcon Pym, is
het niet, beste Girlie? Het is de manier,
die verhalers van avonturen hebben."
„Het zyne is geen avontuur; hy ging op
reis om zekere feiten te bevestigen. Hy be
vestigde ze. Wy weten niet, wat er hem
toe bracht in het gezicht van het einddoel
terug te keeren."
ifHml dat fcerugkeeren in het gezicht van
het einddoel is niet geschikt om een
koppigen Brit te overtuigen."
„N*en!... Niets sou ons tegenhouden,
Mark, is het wel?" zei hy bedaard: „Wij
zullen niet terugkeeren."
„Wy
Ik sprong in verbazing op, de oorzaak
van Hugh's opwinding, de bedoeling van
zyn geduldige uiteenzetting schemerde
plotseling by my door. Ik floot even, stak
de handen in myn zakken, keek Hugh met
de oogen van een medicus aan en zeide...
„Je bent beslist en zonder eenigen twy
fel krankzinnig, Girlie I"
Hy kwam naar my toe, legde de hand op
myn schouder, en keek my aan.
Ik heb het reeds gezegd, hy was iemand,
die een onbegrensden invloed had op zyn
medemenschen, als hy dien wilde uitoefe
nen.
Kom hier en zie zelf myn papyrus zeide
hy.
„Vervl... de papyrus. Het heele ding is te
mal om er woorden aan te verspillen."
Hy zeide eenvoudig: „Waarom?"
„Omdat... omdat... Vervloekt, Hugh,"
zeide ik heel boos... en... ik ging den pa
pyrus zien.
Hjj was natuurlyk nog niet geheel in zyn
verband, daar er op enkele plaatsen nog
stukken ontbraken, maar enkele gedeelten
waren byzonder duidelyk, byvoorbeeld dat,
hetwelk den weg beschreef welken de trek
kende troepen der Egyptenaren namen,
toen ze een tehuis zochten.
(Wordt vervolgd.)