reünie..! vsssr»mo*> 'GROOT PflflSCHPROCBAMMflïf! [schduwbure bioscoop TH ALIA 4 MN DUN'S OHIBINEEIE VOLENDAMMERS GOUDSCHE COURANT - ZATERDAG 26 MAART 1932-TWEEDE BLAD GOUDSCHECOURANT ^nd paaschprogramma film en variété Mijn Urouw - De Avonturierster t en uurtje op een 1 heater-Bureau l tend^Snanon^'irS vo°' tjeh* ct-—.s?- I *«3&8ï DE GROQTE ATTRACTIE WOENSDAG MATINEE met speciaal paaschprogramma Adverteert In dit blad VRÖÜWENKR ONIEK. voLLr bentI Dan kriiS ik eXT„^Ziekf?,knU^- mLerf 1 TL *aat het rkrie vri^ t ieuke da^ m 1862 - 1932 GOUDA SINDS 1862 g m iBBaBffiaaBffi88ffi88®gg8ggfflraMmmgggm l)* lieveling der Goden. Lossc bladen uit het Dagboek oan een Gouwenaar. Vnnaf WWUUA RrNft P.'^ruo^1 Maand, g 28 Maart EEN schitte- GrootCircus-dram. - De nieuwste Circosfilm I JcTeur'n D°N C0LEMAN' d« P°P«'- Cowboy. DE ONBEKENDE RUITER en spanne'ld Wild-West Avontuur. OP ONS TOONEEL: De Meester van den Lach: CHAPLIN PARODIE LACHEN! CHARL AND JONNY LACHEN! 1 A.rnv"8nv!,renzl!"i7 To"t"n» «lke» '"«««d - Gewone prifcen I LET WELI BEIDE paAVn^L Ur Doorloo'"nd« Vooretellin»en. VOORST- UÖ™^HDAGEN VANAF HALF 4 DOORL. met 'n .nanne H UUR MAT,NÉE voor eiken leeftijd spannend proer.mm., C. n.er Rennie, ledereen doet'tl CIRCUS RENZ IN REÜNIE Uanaf heden b U U U A ALS HOOFDFILM: nj,, d)l lee.liSe U.F.A. f,|mklucht E VOn <<ieliefe.lligep,in«pui,Hl„Hoo(hl.id BeTte|l eo Heinz Rühmann de faun,«.n.,ui, D.i, me.Be. Dee. ster beeetMn oïieier ei, Bommen MoMa.Ca.lo) eerondeert U een heerüik Antueemeotii, OP HET TOONEEL: Joop van Leeuwen's Revue-BezelschBp mee de groote Komi.che Lachrevue I Medewerkenden: ■l« Flippie de tonneelknrchf RIENIXS DE WILDE •1. Theaterdirecteur N.polnaamche Tenor A. Ruysdaal Miep fran.en llliaioniat j Soubret.e I Prof. Bods Boranoff 1 Het Muzikale Wonder Corry Betist I TheFamcusScala-Glrls Dramairice Zan* en Dar. loon wn I °°tC Wor9te,wedstHjdtu„chen Besprerkt vooral Uwe nlaataen Wii 6 en 8 30 uur presenteert U vsnsf HEDEN t.e.m. DONDERDAG GROOT PAASCHFEEST FILM- EN Vfl"'tTÉ PROGRAMMA ALS HOOFDFILM De wondermooie Zang-' en Muziekfilm De nieuwste en mooiste film van den beroemden zanger RICHARD TAUBER bijgestaan door Marianne Winkelstein en Siegfried Arno OP ONS TOONEEL: x ACCORDEON-BAND Bekend van Radio en Gramofoon Enorm succes TOEGANG VOOR IEDEREN LEEFTIJD Rubriek voor de Jeugd Paul en Pauline. FTi *?s "vfl'tien jaar en Pauline twaalf. Zy waren broeder en zuster en onafscheidelijk van elkander. Zij waren één hart en één ziel en nooit twistten zy samen. Zij woonden in een dorp, dat in een holte van een hoogen berg jag en In de nabijheid nestelden ade laars. Zij hadden hun ouders verloren en woonden bij een verren neef, die veel, van hen Meld. zooals trouwens ieder, die met hen bekend was, Paul hielp hem op het land; Pauline zijn vrouw m de huishouding. Op een dag kwam Panline niet als- gewoonlyk, haar neef en broer hun middagmaal brengen. Zfi was ziek uit V^wfSTl"- P«1 's avonds bedroefd tehuis kwam, vond hfi haar doodsbleek in haar bedje liggen. Dien nacht waakte hfi' bjj haar en daar zij met slapen kon, zong hfi zachtjes voor haar, en zij luisterde dankbaar. Den volgenden morgen waren zfi'n gedach ten niet bfi den pfodg waarachter hi) liep. 's Middags was Pauline erger en zfi'n neef vroeg hem of hfi den dokter uit de stad wilde gaan halen. Hfi' vertrok on middellijk. De dokter liet dadelijk in spannen en reed met hem terug. Pauline zag nu nog veel Meeker en haar zwarte oogen hadden alle glans verloren. De dokter zette een zeer ernstig gezicht. Hfi' haalde een flesch uit zfin rijtuig en wreef met den in houd daarvan de lippen van Pauline, waarbij haar wangen voor een oogen- blik weer een weinig kleur kregen. „Morgen kom ik terug," zeide hij. dokter," riep Paul, „gij zult haar immers beter maken?" „Ik zal doen wat ik kan," ant woordde de brave man, „maar..." Paul begreep hem onmiddellijk en rag hem wanhopig na, toen hij weg reed in den huilenden wind en den stroQmenden regen. Paul ging naar Pauline's kamer en viel op de stoel neer. Zou er in 't ge heel geen hoop meer zyn? „O, als zy sterven moest, hoe kon hy dan biyven leven Op dit oogenblik riep Pauline hem. Hy vloog n^ar haar toe. „O, Pau line," zeide hy, „denk je dat je spoe dig beter zult zyn?" „Neen, neen," zei het kind bedroefd, „wy zullen nooit meer samen spelen, ik voel, dat ik naar vader en moeder zal gaan." „O, stil toch." En hy legde haar de hand op den mond, om haar tot zwygen te brengen. Neen, zy moest gered worden. Maar hoe? „Kom Paul," zeide my'n neef, „ga nu naar bed, ik zal by je zusje blij ven." v Maar Paul wilde niet. Hy bleef met haar alleen en dacht na, terwyl de wind tegen de gesloten blinden sloeg en tusschen de rotsen gierde. Om een uur of tien werd er aan de huisdeur geklopt. Paul ging open doen en een haveloos gekleede doornatte oude vrouw trad binnen en vroeg of zy zich wat mocht drogen en het einde der bui afwachten. Paul liet haar in Pauline's kamer, waar een helder vuur brandde. De kinderen kenden haar wel. Het was een oude bedelares, die door het gebergte zwierf, sommigen zeiden, dat zy krankzinnig, anderen, dat zy byzonder verstandig was. De meeste menschen waren bang voor haar. i «Waarom zyn jelui zoo laat od'" I vroeg zy. „Myn zusje is ziek," antwoordde hy. Toen naderde de oude vrouw het bed. 45y keek Pauline strak aan, met haar vreemde, schitterende oogen, die echter *een angst inboesemden. „Luister eens, Paul," zeide zy, „ben je dapper?" J Pan?/" fntW,°?rdde de jonden, „om loopen Z0U ik door het vuur „Luister dan goed. Je moet naar de I aarsrots gaan en daar drie bloe men plukken. De adelaarsrots was een kolossale Puntige rots, waar talrijke adelaars nestelden. Niemand was or nog in ge slaagd, die te beklimmeii. Hoe zouden die dne bloemen Pauline kunnen ge- nezen? jongen," vervolgde de oude. Vóór de dag aanbreekt moet je terug zyn." J „Neen, neen," riep Pauline, „ik wil liever sterven, dan je aan zulk een gevaar blootstellen." Doch Paul omhelsde haar en vertrok Sares end<! 0nder de h°ede der I"1s'roomen en de wind" ontwortelde de pgnboomen. Maar Paul dacht slechts aan Pauline en aan de dne bloemen, die hij hebben moest. De oude vrouw had hem eenige druppels ™Je"rre™,de draak gegeven en dit vocht had zijn krachten vertienvoudigd Het was hem te moede, of hij bergen zou kunnen omverwerpen, oceanen overtrekken. Hij had zfin met ijzer be slagen stok en den revolver van zfin neef medegenomen en wachtte de arenden af. Na een uur .stond hij aan den voet der rots en begon deze te beklimmen, terwyl de arenden en de wind om hem heen een afgrijselijk eoncert gaven. Telkens gleed hy uit op het mos; de wind slingerde hem nu eern tegen de rotsen, dreigde hem dan weer te doen rallen, de regen verblindde hem maar hy drukte de tanden op elkaar en be kommerde zich niet om de schrammen, die hy opliep. Hfi dacht slechts aan Pauline. Daar was een adelaarsnest. Hy moest er voorby. Hy greep zyn revolver en gaf vnur. De adefaars vlo gen verschrikt weg en hfi kon voort gaan. Hy ziet den top reeds! Een vree- selyke windvlaag wil hem naar be neden werpen, maar hy „klemt zich vast. Daar staat hy op het terras, dat een top vormt en daar zyn ook drie ichtgele bloempjes. Hy vliegt er on toe. Pauline is gered, dacht hy. Maar daar komen de adelaars aan vliegen en slaan hem met de vleugels ta het gezicht Het knallen van den revolver jaagt hun geen schrik meer aan. Hfi neemt zfin ztok en slaat om zich heen. De arenden vliegen gewond weg, maar er komen anderen en ztfn Mantelpakjes. Het Is met de mantelpakjes als met de zwaluwen, als ze op komen zetten, kan men er zeker van zyn, dat de lente met ver meer is. Men ziet op het oogenblik een heele groote verscheiden heid van mantelpakjes, waarfjy de korte jasjes echter sterk overheer- schend zyn. Er zyn ook allerlei aardige r nieuwe stoffen, die zich tot leuke effec ten leenen, byv. aardige, geribde diago- naalstoffen, waarbij, door de ribbels dan in verschillende richting te nemen, dwars op elkaar, heele aardige dingen te bereiken zfin, zonder extra moeite van garneering, enz. Links op het plaatje is daarvan een aardig voor beeld gegeven. Het rechte jasje wordt met een gemsleeren ceintuur gesloten, neeit geen kraag van achteren, maar wel van voren twee breede revers. Door de ribbels dwars te nemen, heeft men op de revers, on hm boven de taille, pp <u „UT- T chetten en den rok aardige stukken gekregen. Voor dit*®'8' (patr. nr. 3462) heetf men Stof van 1.40 M. breed ,1£ 11 Rechte een costuumpje van blauwe charmelaine met onT^™*' teltje, zoowel als op de 41 S" Ingeslikte plooien, die op den rok onderen overgaan in stolpploï"? wordt een ceintuur van k™i„i& gemsleer met een gesp van SB* gedragen. Ook hiervoor (3™"" 3463) is 3 M. stof van 140 Mk toereikend. M' i»»! En wilt U het laatstp „ia,,,, de hoedjes hooren? Volgens de nW ste mode-gegevens uit Parii» u York zfin de voorjaarsmodeklenïl voor hoeden in de eerste plaats in diverse tinten, daarna rood 2 groen, beige, wit en dan natujSjk ta 0 overheerschende zwart. Gani ringen dikwijls met lint, strikken 1?' pen en heel veel bloemen. Om hstS" ■ge, recht opstaande haneveertie te vergeten, al schynt het, dat het 2 populariteit verliest Madeleine. Recept. Ejer-ragout: Hiervoor neemt men t harde eieren, V. L. melk, 2 afgestreL eetlepels bloem, 1« afgestrfken lepel boter, 1 uitje, 1 theelepel geh2 peterselie, 1 theelepeltje mostert oft theelepeltje kerry, 1 theelepel maevik aroma, wat peper en zont. b3. verwarmt men de boter met de blwm en voegt daarby langzamerhand f warme melk. Dit sausje laat men n.,1 wï™ het Koed Kenden maakt het dan op smaak af met Dei*r sout, mosterd en afgeschrapteUi. (eigenlyk dus uiensap). I„ de saus laat men de in stukjes gesneden eieren even warm worden, dan roert men er de maggi's aroma en de fyngestamnte peterselie erdoor en brengt de ragout over op een verwarmd schaaltje. Als omranding gebruikt men driehoeldze stukjes brood, in wat byter goudbruin gebakken. krachten geraken uitgeput. Daar scMet een bliksemstraal tusschen de strijden den door. Als Paul de oogen, die verblind waren door den slag, weer opent, zfin de adelaars verdwenen. Hy neemt den terugtocht aan en treedt Pauline's kamer binnen, juist als een roode streep den oostelfiken horizon kleurt. Met een vrengdkreet valt zfin zusje hem om den hals. Paul wil de oude vrouw de bloemen geven, doch zy vraagt: u „Ben je genezen, Pauline." »0. ja, de angst voor Paul heeft my myn gezondheid teruggegeven. „Dat is goed, antwoordde de oude, „bewaar die bloemen maar, wat met zooveel moeite verkregen wordt, is 'emand altijd dierbaar. Je zenuwen hebben den schok doorstaan en je bent gered. Vaarwel," En zy ging heen, terwijl de eerste zonnestraal in de kamer viel, waar de kinderen elkander nog eens omhelsden. Cnrrespnndentie. „Zwaluw". Wat ffin, dat er een cir- ia' Kom maar biet te dicht hfi de leeuwen en tijgers, hoor! „Zwartoogje". Maar kindje, ben je nu alweer ziek geweest? Arme meid, wat ben je toch aan 't sukkelen! Zorg maar, dat je in de vacantie eens flink opknapt! „Boterbloem". Gelukkig, dat Vader zoo goed vooruit gaat. Wensch hem m T?. .b!?erschaP namens my, wil jy Je briefjes moeten Dinsdagsmor gens vóór 12 uur aan 't bureau bezorgd n ,Wat een PraeMi» rap- nlmithV" ïektre?en' Flink Myn pleegkinderen krygen vandaag hun rapporten. Ik hoop maar, dat ze ook goed zullen zyn! „Anjelier". Jouw rapport was ook goed, hoor. Alleen die 5 voor Ned. Taal moet hooger worden, hè? „Micky Mouse". 't Is niets erg als je een keertje niet schryven kunt, om- NifuurliilT 6en eXtra ,angen brief! Natuurlyk mag Je me nu ook Tante noemen, hoor nichtje! "Kitty". Myn nieuwe adres zal ik lemK°iÏÏtJe" J?' kindi<!' 'l ia ,n Haar- Moeder? Je helpt haar toch nog wel zooveel je kunt? Denk er aan S Moeder met op haar knieën mag liggen hoor. Nu je maar halve dagen in be trekking bent, kan je Moeder nog heel wat uit de handen nemen, hè „Bob". Wat fyn, hè, dat het voor 2 mnar t rt 'ietsen is naar Haar lem. Dan kom je my zeker vaak on- V vJlend-ie doorgebracht! „Krul J«, Ik hoop maar, dat we veel m<*>! weer zullen hebben in de vacantie. Schryf my vooral de cHfers van je rapport, hoor! Öfers „Parkietje". Ja, hoor, ik wist wel, wie je nichtjes waren! Je cyfers waren weer best in orde. Je bent een flinke vent, hoor! Alleen moet je nu eens pro- beeren, om een beetje mooier te gaan schryven. „Weerprofeetje". Wat een massa spreekwoorden heb jy! Enorm, hoor! Je hebt mooi weer gehad, Woensdag, hè? Heb je fyn gewandeld? „Kroeskopje". Kleine Zus heeft een f^jpen verjaardag gehad, hè? „Nachtegaaltje". Wat heerlijk, dat Moeke nu zoover beter is. Je moet haar maar flink helpen, hoor vrouwtje. Beeldig zyn die zilverkatjes toch, hè? V riendelyke groetjes. „TANTE LUCIE".1 Oplossingen der Raadsels. I. Beter hard geblazen, dan den mond gebrand. II. feester-meester. III. Ruurlo, Os, Roermond. De prys viel ten deel aan: JEANNE v. d. TOOREN. Nieuwe Raadsels. I Zoek uit onderstaande zinnen een bekend spreekwoord. Na dien tyd heb ik nog een poosje gewandeld. re&en vie' gisteren by stroomen. Myn nichtje komt morgen. De menschen houden veel van bloe men en zonneschyn. II. Eenmaal b en tweemaal e, Eenmaal g en eenmaal p, Driemaal o en eenmaal z, Eenmaal r en eenmaal n, En daarna nog eenmaal m, Welke plaats in Noord-Holland noemt men zoo? III. Ik ben een gewicht, laat men myn eerste letter vallen dan ben ik een vier voetig dier. Anecdotes. In de apotheek. Bezoeker, die hoofdpyn heeft: Ach mynheer, wil u me niet wat geven voor myn hoofd? Apotheker: Nee, vriend, dat kan ik niet gebruiken. Iemand die erg hardhoorig is, loopt met een ander op het perron van een spoorweg, terwyl plotseling een loco motief een oorverdoovend gefluit uit stoot. „Luister," zei de hardhoorige, „dat is de eerste leeuwerik, die ik van 't jaar hoor!" In den rouw. Slager: „Mevr. Styls, welk vleesch belieft u Vandaag?" „Zend mij maar een schapenbout, doch van een zwart schaap?" „Van een zwart schaap?" ..Ja, wij zijn in den rouw, we«t ge." Ter gelegenheid van het feit dat de Goudsche Courant Èffi op Donderdag 31 Maart haar 70en jaargang voleindigt, zal z\j op dien avond, den vooravond van haar 70-jarig bestaan, in meerdere bladen verschijnen, welker inhoud goeddeels gewijd zal zijn aan gg Dank zfj de gewaardeerde medewerking van tal van ingezetenen zal dat nummer vele bijdragen bevatten over de ontwikkeling van de gemeente, kerkelijke en maat schappelijke genootschappen en instellingen, benevens over handel en industrie uit die dagen en thans en tal van onderwerpen, welke met Gouda en hare bewoners uit vroeger en later tijd verband houden. Bö Een groot aantal voor Gouda merkwaardige illustraties zullen hierbij worden opgenomen. Ki Voor dit bijzonder nummer, dat in EXTRA GROOTE oplage zal verschijnen en aan ieder ingezetene zal worden thuisbezorgd, bestaat gelegenheid tot het plaatsen van fg| advertentiën op de bekende voorwaarden. Inzending daarvan kan geschieden tot uiterlijk a.s. Woensdagmiddag 12 uur. g§ Paaschgebruiken in Duitschland. Vele oude Duitsche volksgebruiken zyn helaas in onzen modernen tyd een slacht offer geworden van de industrialisatie, die geleidelyk al het oorspronkelyke vernielt. Toch is nog menige oude gewoonte in Duitschland, en dit voornameiyk op het platte land, blyven voortbestaan om tot heden hoog in eere te worden gehouden. In dien men een overeenkomstig programma opmaakt, kan men zich hiervan tydens een Paaschreisje overtuigen. Laten wy U hier fenige gemeenten noemen, waarin enkele interessante Paaschgebruiken tot heden toe behouden zyn gebleven. In Zuid-Beieren, dat ondanks zyn drukke vreemdelingenverkeer, zyn eigen karakter nog zorgvuldig heeft bewaard, is de oude, mooie gewoonte van het wyden der palmen ^nog niet uitgestorven. Men neemt hiertoe naturiyk geen echte palmen. De den, die hier thuis om, doet het ook. Om den stam *ördei», met veel amaak, ringen gemaakt, w* Kroon Van dèft boom wordt getooid met kleurig papier, kleurige linten en banden. Geheel boven prykt een bosje wilgekatjes, met een paar takjes van een buksboom of een taxus. In vele dorpen kan men 's Za terdags voor Paschen nog het „Judaabran- den" en het wyden van het water by wonen. In den Harz bestaat nog steeds het oude gebruik van het Paaschvuur, een symbool van de overwinning van de Lente op den Winter. Wanneer men omstreeks Paschen naar Aschersleben, Halberstadt, Goalar, het „schaakspelersdorp" Ströbeck, Langels en Wasserleben, naar Ilfeld in den Zuid-Harz, naar Elbingerode, Rothehütte of Rübeland komt, ziet men 's avonds op de omliggende hoogten de Paaschvuren branden. Ryshout, stukken hout, die by elkaar zyn gebedeld, verdroogde kerstboomen, die extra voor dit doel worden bewaard, worden door de jeugd op een hoop geworpen en aangestoken. Ge- woonlyk geschiedt dit op den avond van den eersten Paaschdag, soms echter ook aan den vooravond van het Paaschfeest. Van den Harz trekken wy een flink stuk naar het Noorden: naar Helgoland. Hier spelen de jongens een voor dit watergewest waardig Paaschspel. Met oude, reeds lekke booten varen zy van hun rotseiland naar de nabygelegen duinen. Overwinnaar is hy Er is maar één zonde, één misdaad, één slechtheid, gebrek aan hart. ONSZ ATERDAG^EUI LLETON wiens boot het meeste water heeft opge nomen. Wie met droge voeten aan land komt, komt voor geen prys in aanmerking. Een ander Noord-Duitsch gebruik wordt door kinderen in het Westfaalsche stadje Ahaus in eere gehouden. Hier trekken in de week voor Paschen de misdienaars met de „Raspe" (een houten voorwerp, dat de bel len van het altaar vervangt) naar het na bygelegen dorp Ammeln, om daar by de boeren Paascheieren te gaan bedelen. In de Saksische Lausitz wordt op Witten Donderdag druk aan „Eierschieben", aan „eieren-rollen" gedaan. Dit eigenaardige ge bruik kan men wel het best te Bautzen gadeslaan. Vlak tegenover de stad verheft zich de Proitschenberg. Op zyn top ver eenigen zich op den ochtend van den eer sten Paaschdag de volwassenen der stad en laten dan harde eieren van den berg afrol len. De jeugd rent joelend de eieren achter na en tracht er zooveel mogelyk van buit te maken. Beschikt men niet over voldoen de eieren, dan komen er ook sinaasappelen, mandarynen en koek, waren die door ven ters te koop worden geboden, by te pas. Op dit feest wordt door de jeugd Van Baut zen een byzonder lied op een eenvoudige melodie gezongen. Behalve dit vroolyk gehruik, wordt in de katholieke deelen van de Lausitz, wier be volking nog uit Wenden bestaat, het plech tige „Paasohryden" in eere gehouden. Op feestelyk versierde paarden trekken de boe ren in hun donker Zondagsche pak, den hoogen hoed op het hoofd, oeroude liederen zingend, in een lange processie door de dorpen naar een van de kloosters van de Lausitz. In de dorpen staat de bevolking aan weerszyden van den weg, de vrouwen in hun Wendische kleederdracht, met de groote, zwarte strik in het haar en den wyden groenen rok met zwart fluweelen band. Ongeveer tien vartyiergeiyke proces sies worden gehouden. Byzonder indruk wekkend is die van Grostwitz naby Kamenz, de geboorteplaats van Lessing. Zy trekt 's middags over Liebitz en Schweinerden naar het klooster der Cisterciënsers Ma- rienstern, waar zestig nonnen leven. In de brouwery van het klooster worden de rui ters op bier onthaald, waarna zy den terug tocht aanvaarden. Het „Paaschryden" is een van de mooiste nog behouden gebleven Paasoh-gebruiken. Wie deze ernstig stap voets rydende boeren heeft gezien, hun die pen vromen zang heeft gehoord, alsook hun juichend „Hallelujah", zal den indruk niet snel vergeten. Een ontmoeting Tardieu-MacDonald. Conferentie van vier mogendheden in het verschiet. De ontmoeting tusschen Tardieu en Mac- Doiialü, schijnt thans te zullen doorgaan. Tardieu heeft, zoo luidt een bericht, geant woord op een mededeelmg, Donderdag door de Britselie regeering aan de Fransolie ge richt, dat liet zeer waarschyiilijk w dat Tardieu onverwjjid met MacDonald en öir John bimon een conferentie zal hebben. Het verluidt dat deze ontmoeting gevolgd zal worden door een conferentie tusschen vertegenwoordigers van Frankrijk, Enge land, Duitschland eo Italië P Minister-president Tardieu heeft gisteren m den Senaat een rede over de regeerings- politiek gehouden, .waarin bij in de eerste plaats het conflict in het verre Oosten be- handeide. Hij wees er daarbij op, dat de Volkenbond in deze aangelegenheid niet veel heeft kunnen uitrichten, omdat de Ver. Staten niet töt den Volkenbond behooren en Engeland ziieh in het Verre Oosten niet wU. vastleggen, zonder zeker to zijn van overeenstemming met de Ver. Staten. Se dert 13 jaar heeft men steeds getracht den rol von den Volkenbond te verkleinen, toch hebben op het laatste beroep van den i aadsvoorzitter de kanonnen gezwegen. Nadat volgens veller opvatting de orga nisatie van dezen internationalen factor niet het verwachte resultaat heeft opgele verd, staat men voor de volgende feiten: Men zal van den Volkenbond moeten af zien, of er tote moeten besluiten deze orga nisatie tot een realiteit te maken. De Fransche regeering heeft dit probleem in zijn vollen omvang aan de orde gesteld, door liet plan, dat zij op de ontwapenings conferentie heeft ingediend. Dit plan is niet de politiek van één kabinet, of van één mi nister, doch de politiek van Frankrijk. Wij verlangen, aldus zeide Tardieu, dat de Vol kenbond een strijdmacht tot haar beschik king krijgt en ook de bevoegdheid om zich van deze strijdmacht te bedienen. Te Sjang hai wus een internationale strijdmacht aan wezig. De arm bestond, doch de hersens om deze te laten handeLen, ontbraken. Ver volgens behandelde Tardieu de schadever- goedingsproJiitiek, waarbij hij er op wees, dat. in de begrooting een post van f ll73.000.00o fre. als ontvangsten ia opge nomen, die Duitschland in Juli moet be talen. Moge de hemel geven, aldus Tardieu dat die 1173 millioen zich op een goeden dag in onze kas bevinden. Frankrijk is be rend de vrijwillig onderteekende verdragen in overeenstemming met do omstandigheden te brengen, doch het verlangt, dat de on- derteekeningen gerespecteerd worden. Up de conferentie Van Lausanne zat Frankrijk vastberaden j^an dij. standpunt vasthouden. l>e onderhandelingen over de vorming van een Donaufederatie hebben een bevredigend verloop. Met Engeland wordt op vriendschappelijke wijze onder handeld. Wat de betrekkingen tusschen Frankrijk en Italië betreft, is het noodig, dat de laatste nog bestaande hinderniseen uit den weg worden geruimd. BUITEN LANDSCH NIEUWS. FRANKRIJK. Alle Fransche theaters zullen sluiten. Ook die in de provincie en de koloniën. De directeuren van de theaters en bios copen te l'arija hebben in een gisternacht gehouden vergadering besloten,, eendrachtig samen te werken en een stakings-comité op te richten. Zij waren van oordeel, dat» de strijd tegen de hooge belastingen slechts dan met succes gevoerd kan worden, als allen samenwerken en de sluiting zich niet alleen zal bepalen tot Parijs, maar ook zal gelden voor de provincie en dg koloniën. De sluiting niet alleen van de schouw burgen en de bioscopen doch ook van de variété-theaters, blijft gehandhaafd tegen 29 Maart &.s. Zooal* wij meldden, is uitstel met drie dagen niet toegestaan. Daar de directeur van de Groote Opera, uit het Engelsch van BARONES ORCZY. bewerkt door J. t. WESKELÏNK—VAN ROSSUM. 0 "Ik bid Osiris en Isis, dat ik begraven moge worden op de plek, waarve-.n myn voetstappen my leidden, toen ik nog jong was, om moeder Isis! Wat was uw heilige wesnsch, toen gy myn oogen tot gids waart, Pm «ie mysteries van uw volk te lezen! Ik ameek begraven te worden in dezelfde graf- toml», waarin ik den papyrus vond, die mij -oerde naar het land van .tarwe en gerst vMi oud Kamt, dat achter de woesteny van het land ligt, van het oosten naar het westen. Ik stond op de plek en ik schoot myn pyl in het hart van Osiris, als hy ver- wynt achter Manou, in de vallei van voortdurenden nacht op den eersten dag dat Hapi goedheid geeft aan het land. Ik de «mdwoestynen ook van het fa»en naar het westen; ook ik was ver- teugd, toen ik de rots van Anubis zag, en ^^azkte, dat de weg niet langer voor my *H»geslaten naar dat land van overvloed r*Rn -het, uitverkoren volk van Ra woont, "^■wtd-voos alls vijanden groot, eernaam en eeuwig. Maar helaas! Het was niet voor my weggelegd in hun midden te wonen! Genoeg! Zy zyn er! En Ra en zyn kinderen hebben hen omringd met een slagboom, welke door geen menschenkind kan over schreden worden." „Ik moet bekennen dat ik na het hooren van den inhoud van dezen zoogenaamde verklarenden papyrus nog meer verbijsterd was dan te voren. „Je begrypt dit niet, is het wel, Mark?" hernam Hugh, ,,niet meer dan myn vader; maar het geheel scheen hem zoo raadsel achtig en toch zoo waar zoo vreemd, dat hij levendig rond keek naar een oplossing. Achter elkaar opende hy de overige gewelf de vazen, en het was in de laatste, dat hy den onschatbaren papyrus vond van een datum, ongeveer drie duizend jaar vroeger dan den tyd, waarin de schriftgeleerde leefde, in wiens tombe het lag. Hier was klaarblykelyk de sleutel tot bet raadsel, hetwelk in het geschrift van den Griekschen priester werd gegeven, en de verklaring van zyn geheimzinnige aanwyZingen; maar helaas! Op het oogenblik, dat de buitenlucht den ouden sfchat aanraakte, viel het voor het oog myn8 vaders in meer dan duizend heel kleine stukjes." Hy zweeg, maar voegde er toen aan toe, alsof hy wenschte, dat elk zyner woorden onuitwischbaar in myn geheugen geprent zouden blyven: „Het heeft veertig jaar van onverpoos den arbeid gekost, om het groote en heer- iyk« mysterie op te lossen, maar nu is het de heer Kouohé, zioh jegens den minister van Onderwijs en Kunst bereid heeft ver klaard om tot 10 April in betrekking te blij ven, meent men, dat de Groote Opera ntet gesloten zal worden. Een nader Reu tor-telegram meldt, dat inderdaad met do directeuren van de the aters in de provincie en de koloniën ie overeengekomen om tot sluiting over te gaan. Ook de mum oli ai Is zijn bij het conflict betrokken. STADSNIEUWS. GOUDA, 26 Maart 1982. Avondschool voor Ambachtslieden. Promotie der leerlingen. Donderdagavond had in een der ruime lokalen van de Avondschool voor Ambachts lieden, de promotie der leerlingen plaats. Na een kort openingswoord van den direc teur, de heer J. F. Uoddyn, waarin deze in 't byzonder de voorzitter van de commissie van toezicht op het Middelbaar Onderwys, de heer dr. A. C. A. Hoffman welkom heet te, had de bevordering van de leerlingen naar de hoogere klassen plaats, waarby dr. Hoffman de pry zen, welke bestonden uit fraaie leesboeken, overhandigde. De leerlingen die het einddiploma ontvin gen werden met hartelyke woorden van ge- lukwensch toegesproken door den heer God don. JBy verschillende leerlingen was, zegt spr., merkbaar een invloed van de slechte tyden. Nieuwe tyden zullen echter eens aanbreken, waarin men niet zal vragen wie ben je, maar hoe ben je en zy die willen zullen dan zeker een toekomst vinden. Ook dr. Hoffman, die de scheidenden toe sprak, was niet onbekend met de vrees voor de toekomst, en de twyfel aan het succes van het genoten onderwys by verschillende leerlingen. Er was een geesteLyke malaise over hen gekomen. Spr. wyst dan op Duitschland, waar de crisis wel een toppunt bereikt heeft. In datzelfde ryk stierf 100 jaar ge leden de groote Goethe, die thans in de ge- heele wereld wordt herdacht. Deze groote man stamt uit een geslacht, dat in het verre verleden een even ernstige crisis moest doorstaan. Toch zyn talryke nakome lingen uit dat geslacht van kleine ambachts lieden, die in groote armoede leefden, op geklommen tot beroemdheden. Spr. noemde dit opdat de jonge menschen die thans de school verlieten, de moed niet zullen laten zakken, en eindigde met de woorden: „Houdt moed en werkt voort." Hieronder volgt de iyst der namen van de bevorderden en de toegekende prijzen. Bevorderd van de le tot de 2e klasse: M. Haag, M. v. Harten, J. C. Hertog, H. J. Hoogendoorn, L. Hornis, H. J. Koetsier, J. van Leest, H. J. Noort, G. Nomen, J. Over- kamp, A. Polet, J. Revet, Chr. Söet, B. Thoen, H. Verboom, C. van Wingerden, T. Kersbergen, P. Nieuw poort, W. Sirre, S. van Vliet, J. P. Achterberg, R. de Boer, H. Boon, J. A. J. Ekkelboom, H. Glasbeek, J. van Harberder, A. Heemskerk, M. de Jong (voorw.), Ar. Jongerius, J. Lammers (v.w.), H. J. Polet, C. Steenbeek, J. Stouthart, K. Tak en Am. Jongerius. Niet bevorderd 6 leerlingen. Bevorderd van de 2e tot de 3e klasse: H. Agten, G. J. Blankers, P. de Bfuin, J. J. van Dam, Fr. van Dyk, A. de Groot, H. de Groot, B. Grootendorst, A. J. Heerkens, F. van Herk, C. J. den Hertog (voorw.), J. K. Th. Jansen (voorw.), J. F. X. Koch, H. C. Polman, A. v. d Pool, Th. A. v. d. Pouw, P. Swanenburg, A. Verblauw, J. Verzyden, J. van Vliet, A. Boom, M. v. d. Berg, G. Eegdeman, Ohr. Jansen, A. A. van Mas- tricht, G. J. Pelgram, J. F. Vroom, B. Weel- denburg, H. de Jong, W. J. v. d. Akker, W. Leeflang, A. M. Welling. Niet bevorderd 3 leerlingen. Bevorderd van de 3e tot de 4e klasse: A. C. Boogaart, P. van Duuren, N. Faase, L. Gerritsen, J. S. Heemr .erk, W. Heemskerk, A. Huurman, J. Huurman, J. Jongeboer, Fr. Noorlander, C. van Roon, C. Sevenho- ven, W. Steen]and, C. Uitenbroek, B. Ver meer, H. Verwey, R. de Wit, G. J. van Bek- „Was hilfts, wenn ihr ein Oanzes dargebracht, Das Publikum wird es each doch zerpflücken." OOET HE, F AU ST. Donderdag 24 Maart. Koperwiek, m{jn pedante kantoorbe diende, stelde rnü vanmorgentoen ik niets kwaads vermoedend met een hoffe lijk „Ooeden morgen", het kantoor be trad, bout portant de vraag: „Meneer Bottelaar, wat denkt U van Ooethe Het begint mij langzamerhand de keel uit te hangen door mijn eigenwijze kan toorbediende voortdurend te worden ont wikkelden ik antwoordde dus kortaf ,fiat gaat je niet aan m'n jongen." Deze repliek was niet hoffelijk, maar men moet den durf hebben onhebbelijke lieden op een afstand te houden. Eenigen tijd was alleen 't krassen onzer penhouders te hooren in het sobere maar degelijk gemeubileerde werkvertrek. Ko perwiek schoof wat onrustig op zijn stoeltje heen en weer, hij is in deze dagen wat nerveus met Paschen moet hij een vuur ontsteken en reidansen en de nach ten werken niet mee, want ze zijn zoo bitter koud. Toen vroeg hij opeens weer Wat hebt U eigenlijk van Goethe ge lezen Nu weet ik zeker dat hy zelf nooit iets in 't Duitsch heeft kunnen lezen, want zijn correspondentie is héél slecht, maar... de half-ontwikkelden weten alles 't best en 't komt mij voor dat Jacobus misschien toch wel ééns door de radio naar een declamatie van den ,Jirlkönig" heeft ge luisterd. Ik zweeg dus en deed alsof mijn arbeid alle aandacht absorbeerde. Koperwiek echter is een volhardend individu als 't op hinderlijk zijn aan komt. Hy ging dus voort: geneer Bottelaar, is 't waar dat U een boek hebt over „Goethe's Liefde leven"? Mag ik dat 'ns van U leenen Ik bedwong mijzelve met heroïsche wilskracht. Mijn kweller wachtte even, zooals een oorlogsschip dat langzaam by gaat draaien en dat zijn tijd neemt om alle vuurmonden te richten, teneinde plotse ling de volle laag te kunnen geven. „Men zegt yan Goethe^dat hij nog op ruim 70-jarigen leeftijd in staat was alle vrouwen te betooveren met zjjn onna volgbare charme." Er zyn grenzen. Dit is dus de soort belangstelling die de Koperwieken hebben voor menschen van een figuur als Goethe I Dit is dus de kum, G. Boekkamp, H. de Bruyn, W. van Bueren, A. den Edel, T. van Gent, A. C. de Jong, A. Kok, G. Lokum, A. de Kovel, J. v. d. Heuvel, M. de Jong en C. A. Bakker. Niet bevorderd 7 leerlingen. Bevorderd van de 4e tot de 5e klasse: J. Blonk, C. Bontebal, G. van Dam, P. de Graaf, J. Jongeneel, A. C. Kasbergen, A. Koot, W. van Lange, H. Merbis, A. Neder- hof, A. Neven, A. Pek, A. H. van 't Sant, D. Syl, C. Verdouw, J. Verdouw, G. L. Ver wey, Ht Vink, G. de Wit, C. Woudenberg, B. Bakker, W. Bouwer, J. F. Frie, J. H. van Ham, 4 D. Lens, Th. Rieken, W. P. Ver kerk, J. Koemans, W. Lagerberg, M. Lin- gen, G. Rook, P. Stoppelenburg en P. Stout. Niet bevorderd 2 leerlingen. Het einddiploma werd toegekend aan: J. W. Baas, C. Blonk, C. de Brujjn, J. van Eyk, J. C. de Gruyl, J. Jansen, G. de Jong, W. de Jong, N. Jongeneel, A. Klomp, Fr. Klomp, H. Priem, A. Slaman, G. Slootjes, eindelyk gedaan; en ik, Hugh Tankerville, ben gereed om met jou hulp aan de wereld te bewyzen, dat het groote volk, hetwelk door den vreemdeling de woeatyn in werd gedreven, niet in de wildernis is omgeko men; dat zij een land hebben gevonden, hetwelk ligt achter de rollende baren van zand en keisteenen, waar het een keizerrijk stichtte, grooter en uitgestrekter, wonder lijker en heerlijker dan waarvan wij ooit gedroomd hebben in onze zoogenaamde wetenschap." „Dit is een bespiegeling," zeide ik met een glimlach. ,H«t is een feit," antwoordde hij ernstig, „het was tenminste twee duizend jaar ge leden een feit, toen diezelfde Grieksche priester door de wildernis zwierf, om de verdwenen horden van Egypte te zoeken: toen hy met eenvoudige overtuiging, mis schien met zijn laatste ademhaling uitsprak: „Genoeg! Zij zijn er!" „Dus wil je mij zeggen?..." begon ik. ,Jk zeg je, Mark, dat achter die ontoe gankelijke zandbergen, welke de Lybische woesty'n omgeven in die zoogenaamde ver schroeide wildernis, op dit oogenblik de af stammelingen wonen van hetzelfde volk, dat de pyramiden van Ghireh bouwde, en de mywterieuse majesteit van de Sphinx sneed." „Laat hen in vrede leven," zeide ik on verschillig, Haar niemand tot hen kan ko men. Je hebt het zelf gezegd, zij zijn indien zij er al zijn acht*- de ontoe gankelijke „Ontoegankelijk alleen voor den onweten de, maar niet voor hen, die weten. Zj' waren niet ontoegankelijk voor den schrift geleerde, die dit perkament schreef meer dan drie duizend jaar na de groote landver huizing naar de wildernis." „Houd je dus vol," zeidie ik' nog altijd angeloovig, ,yda,t de schrijver van het per kament No. werkelijk een woestynreis heeft ondernomen om de waarheid te zoe ken van wat h» het perkament No. 1 is ver meid?" „Hoe hij ia het bezit van den origineelen papyrus kwam, zegt hy niet duidelijk, maar zoodra hy hem had ontcijferd, begaf hy zich op weg door de Lybische woestijn en door die ontoegankelijke duinen, gebruikte hij den weg, die duidelyk is aangegeven in het oude Egyptische document en die tot 1° de kleinste by zonderheden volkomen juist bleek te zyn volgens den eersten papyrus. „Maar, hy ia er nooit gekomen." „Dat weten wy niet. zyn manuscript eindigt plotseling, en..." „Even als Poe's Arthur Gorcon Pym, is het niet, beste Girlie? Het is de manier, die verhalers van avonturen hebben." „Het zyne is geen avontuur; hy ging op reis om zekere feiten te bevestigen. Hy be vestigde ze. Wy weten niet, wat er hem toe bracht in het gezicht van het einddoel terug te keeren." ifHml dat fcerugkeeren in het gezicht van het einddoel is niet geschikt om een koppigen Brit te overtuigen." „N*en!... Niets sou ons tegenhouden, Mark, is het wel?" zei hy bedaard: „Wij zullen niet terugkeeren." „Wy Ik sprong in verbazing op, de oorzaak van Hugh's opwinding, de bedoeling van zyn geduldige uiteenzetting schemerde plotseling by my door. Ik floot even, stak de handen in myn zakken, keek Hugh met de oogen van een medicus aan en zeide... „Je bent beslist en zonder eenigen twy fel krankzinnig, Girlie I" Hy kwam naar my toe, legde de hand op myn schouder, en keek my aan. Ik heb het reeds gezegd, hy was iemand, die een onbegrensden invloed had op zyn medemenschen, als hy dien wilde uitoefe nen. Kom hier en zie zelf myn papyrus zeide hy. „Vervl... de papyrus. Het heele ding is te mal om er woorden aan te verspillen." Hy zeide eenvoudig: „Waarom?" „Omdat... omdat... Vervloekt, Hugh," zeide ik heel boos... en... ik ging den pa pyrus zien. Hjj was natuurlyk nog niet geheel in zyn verband, daar er op enkele plaatsen nog stukken ontbraken, maar enkele gedeelten waren byzonder duidelyk, byvoorbeeld dat, hetwelk den weg beschreef welken de trek kende troepen der Egyptenaren namen, toen ze een tehuis zochten. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1932 | | pagina 4