v>
De NUTSSPAARBANK
is de SCHAKEL tusschen
ARBEID en WELVAART
NA 75 JAREN
,'9°\
V-
Dat een dusdanig aanvoelen en in gractijk brengen der spaar
bankwerkzaamheden zijn uitwerking op de resultaten niet zal
missen is onmiskenbaar en een snelle toename van het aantal
spaarders, alsmede een stijging van het inleggers-tegoed moet
hiervan noodwendig het gevolg zijn. Een paar cijfers ter
ilfustratie
Maar djt alles zal dan ook medebrengen *hene groote vermeer
dering van werkzaamheden en om de wagen in het rechte spooi
te houden, zal eene voortdurende geleidelijke reorganisatie een
gebièdende noodzakelijkheid zijn. Inlichtingen krijgen van en
voorlichting geven aan andere paarbanken, het aanschaffen
van nieuw materiaal en machines, het ontwerpen van nieuwe
formulieren, uitbreiding-vAn ïripnbilair, verandering van lokali
teiten meer aanpassend aan, dien si^el groeienden dienst zijn
daarvan het geveeg, maar vooral de aanstelling en opleiding van
goed bruikbaar personeel, dat met de noodige opgewektheid en
vanzelfsprekend met nauwgezetheid, eerlijkheid ven zwijgzaam
heid zijn taak heeft te verrichten, is een eerste eisch voor welks
vervulling de spaarbankleiding te waken heeft.
Waarin bestaat i-n het algemeen\die modeftnseering van' het
spaarbankwezen,' bghalve dan door meerdere openstelling? Het
antwoord hierop luidt„In het rtiatfen van RECLAME in den
■fhimsten zin des woords": het mqken van doeltreffende len
fc&vens der spaarbank waardige reclame, hetzij door middel van
advertenties of circulaires b.v. aan nieuw-ingezetenen of aant
de ouders van jong-geborenen, of wel door midd^ vai^ platen
of kaarten in fabrieken of kantorenhetzij door het verspreiden
van propaganda-materiaal vooral op de scholen, waarvoor met'
het uitgeven, van kinderboekjes oï bouwplaten,^an wel met
filmvertooning veel kan worden bereikt; heUtevórderen van het
schoolsporen, eventueel met spaartrommels of zegels; het be-
schikbaarste'llen van spaarbüsjes; het instellen van èen ophaal
dienst (eventueel annex giro-dienst), hoofdzakelijk ten doéf
hebbende het z.g. belastingsparen. Wil zoo'n ophaaldienst aan
zijne sociale roeping beantwoorden, dan moet hij den aange
slotenen zooveel imogelijk faciliteiten bieden, zonder kosten en
zonder administratietyg^ompslomp. Hij moet den aangeslotenen
gelegenheid bieden behalve tot het creeëren van een spaarpot,
tot het doen van allerlei betalingen, niet alleen van belastingen,
doch ook 1 van schoolgelden, hypotheekgelden, lichtfabrieken,
waterleiding, premiën, wissels, enz. enz., alsmede topniet doen
bijschrijven va*, salarüfeen, pensioenen, lijfrenten én dergelijke
emolui^enten. Dat hiervoor een model agenda dient te worden
samengesteld, en zeer nauwkeurig dient te worden bij gehouden,
laat zich begapen. Maar de mooiste vorm van reclame is eene
grodte soepelheid, tegenover het publiek^dat steeds naar de
spaarbank (moet komen in de overtuiging'zieh aldaar niet ge
plaatst te zien tegenover den JrureaucratiSchen ambtenaar, maar
tegenover het instituut, dat moet zijn de dienende instelling
voor iedereen, tegenover een «paarbankman, die een open oor,
feiaar een gesfoten mond m«3t hebben voor de mm Of meer
oeiaïïMjke confidenties (niet altijd van financieren aard) die
tal van Spaarders n^eenen hem} te moeten toevertrouwen.
Het qptvangen van spaargelden is het allereenvoudigste werk.
Dafcralinkt eenigszins paradoxaal, omdat vooral nu in dézen
malaisetijd het ontvangen van geld voor velen mir)i^B^-
youdig, blijkt te zijn. Is de storting eo^r in ontvangst genomRi,
dan legt de spaarbank zich daarmede zevens de zorgelijke vraag
voor, hoe dat geld weer goed rendabel te maken. Onnoodig te
zeggen, dat een goede beleggingspolitiek voor een spaarbank
van het allerhoogste belang is. Zij moet worden geleid door
deze 3 begrippen: SOLJDIT^T, RENTABILITEIT en LIQUI
DITEIT. Het lijkt eenvoudig, maar de practijk wijst anders uit,
omdat die drié factoren vrijwel nimmer samen kunnen gaan.
Het is hier niet de piaats daarover verder uit te wijden; alleen
i «O 14 lt>~ 13 Zo IX. Ls tï Jê So 3A sT
pW CURVE kcêrV A(tNOENLpO?VAN HEtINCEGtf ERS
UiTGCKBCROf RENTS
jjj er hier de aandacht op gevestigd, dat een streven naar een
jeer groote liquiditeit niet onvoorwaardelijk noodzakelijk is,
somwijlen zelfs zeer ongewenscht blijkt te zijn. De Nutsspaar-
bank te Gouda heeft hare liquiditeit nimmer op de spits ge-
dieven. Zij heeft in hare beleggingen altoos de voorkeur gegeven
aan hypotheken boven effecten, waardoor zij bij een terug-
loopende fondsenmarkt in mindere mate getroffen werd door
koersverlies op die effecten. Vooral in het crisisjaar 1920 is dat
heel sterk tot uitdrukking gekomen. Toen hebben vele spaar
banken o.a. ook de Rijkspostspaarbank met hare beleggingen
gevoelige verliezen geleden. In dat jaar was van een reserve bij
de Rijksposspaarbank geen sprake; integendeel de Staat der
Nederlanden had toen eene vordering op haar van bijna ƒ50
millioen.
Hoe anders'was toen de toestand bij de Goudsche Nutsspaar-
bank, die in datzelfde jaar met hare reserve van ruim 15
een heel goed figuur ten aanzien van hare zusterinstellingen
maakte.' Een woord van waardeering voor het beleid van
vroegere bestuurders dezer instelling is hier dan ook zeker op
zjjn plaats.
Vaak wordt als motief voor eén zeer groote liquiditeit aan
gevoerd, dat deze moet bestaan om- weerstand te kunnen bieden
aan een eventueele nm, doch men bedenke bij zulk eene moti
veering wel, dat de spaarders zich klaarblijkelijk alleen ongerust
maken over de hoogste millioenen. Dit kwam ook bij de laatste
run op de spaarbank te Groningen weer heel duidelijk uit Bij
een ingelegd kapitaal van ruim 25 millioen was, toen bij lange
na nog geen ƒ2 millioen was terugbetaald, het vertrouwen
geheel teruggekeerd, en de rust volledig hersteld. Een 'tactvol
optreden yan het bestuur is in zoo'n geval van grooter waarde
dan <fe vaak te dure liquiditeit.
Als een bijzonder soort van belegging zij hier nog even ver
meld de z.g. hulpbankleeningen tot een maximum van 1000.—,
waarvan iedere neringdoende tegen spaarbankrente gebruik kan
maken onder borgstelling van 2 personen. Deze huljjbank-
leeningen moeten met wekelijksche termijnen in één jaar
worden afbetaald.
Moge een goede beleggingspolitiek voor een spaarbank van
het allerhoogste belang zijn, daarnevens ligt nog een' tweeie,
zeer voorname kwestie, waarop de soliditeit van de spaarbank
steunt, n.l. de bestemming van de winst. Waar bij firma's of
handelen nootschappen steeds de bedoeling voorzit de bedrijfs
winst uit te keeren aan firmanten, leden, aandeelhouders of
andere belanghebbenden, kan hiervan bij een spaarbank uit den
aard der zaak geen sprake zijn. TELKENJARE WORDT DE
GEHEELE BEDRIJFSWINST GEVOEGD BIJ DE RESERVE
TOT MEERDERE ZEKERHEID VAN DE SPAARDERS.
D\t de bedrijfswinst der NutsSpaarbank onder alle omstandig
heden (óók in de beide jaren 1930 en 1931, toen 4 spaarbank
rente werd vergoed) reden tot tevredenheid heeft gegeven,
toonen onderstaande cijfers duidelijk aan:»
Bedrijfswinst over de jaren:
1927 1928
resp. 22.001,96 18.263,531,
1930 T981
9.509,70 21,956,99
1929
22.540,lOVij
De Goudsche Nutsspaarbank kan terecht met groote vol
doening terugzien op het werk door haar verricht in hët tijds-
\%rloop van bijna 76 jaren, dat beloond werd door een steeds
toenemend vertrouwen in haar gesteld. Zij zaj haar 76ste jaar
ongetwijfeld ingaan met de stellige overtuiging, dat ook in de
komende jaren het bedrijf zich norm|al zal blijven ontwikkelen.
Het tegenwoordige bestuur wordt gevormd door de Heeren
A. Goedewaagen, voorzitter, A3. Steensma, A. Jonker Cz., H. J.
L. Kamsteeg, M. A. J. 'Kortenoever, J. van^Kranenburg, J. G.
Hupkes, C. A. M. Spruyt, Dr. D. W. IJssel de Schepper, G. J.
J. Pot, J. Haddérus Oostingh, Mr. H. P. C. M. de Witt Wijnen
en den directeur ah^secretaris.
iooooo
Joo.ooo
Zoqo'oq
loo.ooo
ir ui, 1 .au Ï9»a l9*o I102». IW
,9ob .so. '.S.o »9.t
1*00
v,a~ oafWiw* OVER 1000-1930
Grafische, voorstewlusb vaim w»
ftOOOo»
RanT*L INUAG8N O
harrraLüiTRlTisuNOlN I
^•ooo
89ooo
QoooO
bKORA&DSRlNL. Q
OER UITR. B
ffOOO
ƒ0000
6sooo
Loooo
99qpo
ypooo
VOOOO
vrooo
Aoooo
19 oo o
laooo
19000
fooo
Óoooo
mo
téoaooo
lfQO-040
t.ioo ooo
tSm0OOO
4
Moo ooo
ttoaoeo
I t ooo OOO