V. T. P. VIRULY Co's STOOMZEEP- ZIEDERIJ „de HAMER" GOUDA GOUDSCHE COURANT DERDE BLAD De Kerkgenootschappen in Gouda. Gedurende de jaren na 1860. Viruly's Zeeppoeder „DE HOLLANDSCHE WASCHVROUW" is toch ook UW steun in den aanstaanden schoonmaaktijd. Denkt ook bij aankoop van Zeeppoeder aan Nederlandsch Fabrikaat. Schitterende kwaliteit! Waardevolle Geschenken! Het regel matig gebruik van Zeeppoeder „De Hollandsche Waschvrouw" waarborgt U gratis aanvulling van Uw linnenkast. Wij noodigen U gaarne uit tot een bezoek aan onze Toonkamer van Geschenken, Buurtje - Gouda. De Ned. Hervormde Kerk van Qouda. Een greep uit de Historie. Wie de statige, immer indrukwekkende St. Janskerk betreedt door den hoofdin gang, aanschouwt aan zyn linkerzijde in het groote voorportaal aan de muren in gul den letteren op zwarten achtergrond een eerbiedwaardige lijst van namen van «de predikanten, die de Nederlandsch Hervorm de Kerk hebben gediend sinds den jare 1573 tot den dag van heden. De eerste van hen was de predikant J. Adriaansz, die in 1573 uit Oudewater hierheen kwam en hier verbleef tot hij in het jaar der Synode van Dordrecht in 1618 overleed. Slechts enkele jaren later kwamen de predikanten H. Dirksz in 1676, W. G. Leydekker Graviua in 1576 en in dat zelfde jaar ook C. Ingelsz. De eerste predikant heeft deze anderen al len overleefd; zy stierven resp. in 1583, 1580 en 1581. Wie de lijst der predikanten verder na gaat vindt in den jare 1619 vermeld: „uit hun ambt ontzet". Een korte aanteekening, maar van groote historische beteekenis. In 't kort een geschiedenis te geven van de Ned. Herv. Kerk van Gouda sinds 1860 ongeveer, is een niet eenvoudige zaak. De gegevens daarvoor zijn in talrijke schrif turen in de ardhieven der kerk bedolven; geordend en beschreven zyn ze niet. Ze wachten op den geschiedschrijver, die de taak op zich wil nemen de historie dezer kerk vast te leggen voor het nageslacht. We hebben er slechts een greep uit kun- nt-n doen. In het jaar 1862 waren aan de „Neder- duitsch Hervormde Kerk", zooals het Jaar boekje voor Gouda van dat jaar vermeldt, vier predikanten verbonden: Dr. M. A. G. Vorstman, die in 1837 uit Katwijk a. d. Rijn naar Gouda was gekomen, Ds. J. Broe- delet, die in 1840 Wijk bij Duurstede voor Gouda had verlaten, Ds. J. W. Haverkamp Begemann, die in 1849 zijn intrede hier deed en Geervliet tot vroegere standplaats had en Ds. H. C. N. van Ameron, die in 1857 Bolsward had verlaten om de Ned. Herv. Kerk van Gouda te dienen. De vijfde predikantsplaats was met mach tiging van Z. M. den Koning niet vervuld. In de kerkeraadsvergadering van 4 Maart 1862 is blykens de Handelingen van den Breeden Kerkeraad, waarvan praeses was Ds. van'Ameron en scriba Ds. Vorstman, deze aangelegenheid een punt van bespre king geweest. Toen werd besloten dat de kerkeraad aan Z. M. den Koning zou ver zoeken geen bezwaar te hebben de vijfde predikantsplaats wederom voor tien jaren onvervuld te laten (zooals bepaald bjj Kon. Besluit van 16 Dec. 1841 no. 36), wijl ze niet noodzakelijk wordt geacht daar 4 predikanten voldoende werden genoemd voor de toenmalige behoeften der gemeente, maar voorts ook wijl de bezoldiging der pre dikanten, ofschoon verhoogd met de eene helft van het vijfde predikantstractement, geen vermindering toelaat in „de tegen woordige tijden" en ten slotte ook omdat de bestaande „Armenkerk", die uit de an dere helft van het vijfde predikantstracte ment wordt onderhouden, een wezenlijke be hoefte in de gemeente is geworden. By beschikking van Z. M. den Koning van 21 April 1862, wordt het verzoek na ingekomen rapport van den Minister van Eeredienst, ingewilligd, echter niet voor 1TJ, doch voor 5 jaar, aangezien de Minister van oordeel is dat de omstandigheden zich bin nen 10 jaar wel zoo kunnen wijzigen dat een andere regeling voor de gemeente noo- dig zou .kunnen zijn. Na die 5 jaar is het verzoek aan den Koning herhaald, ihaar ondanks het op den Minister gedane beroep met fcet oog op de drukkende tijden het verzoek aan den Ko ning gunstig te adviseeren, wordt het af gewezen. Het rijkstractement bedroeg toen ƒ1450.—, waarbij kwam ƒ50.voor het waarnemen der Armenkerk. Door Kerk voogden is daarop in 1870 het tractement mèt 100.verhoogd. Op den dag van heden heeft de Ned. Herv. Kerk nog steeds 4 predikanten. Van het college van Kerkvoogden maak ten in 1862 oqk de predikanten Ds. Haven- kamp Begemann en Ds. Vorstman deel uit, terwijl voorzitter daarvan was Mr. J. L. A. de Grave, een der beide wethouders der ge- Restauratie der 8t. Janskerk. In het jaar 1898 werd op den llden Juni dp eerste ver gadering gehouden van die heeren, welke plannen tot herstel van het zeer in verval ge raakte kerkgebouw hadden opgevat. Het waren de hee ren C. Graaf van Bylandt, R. L. Martens, Mr. D. J. van Heusde, H. Jager en G. C. Fortuyn Drooglever, benevens de Kerkvoogden C. Hoogenboom, C. van Eyk, A. van Veen, A. Dortland, H. J. Nederhorst, J. M. Noothoven van Goor en de architect Jos. Th. J. Cuypers. Deze vergadering werd geleid door den heer Noothoven van Goor, wegens afwezig heid van den Pres. kerkvoogd, den heer G. Straver. Als voorzitter werd gekozen de heer G. Straver, als onder-voorzitter de heer R. L. Martens, als penningmeester de heer H. J. Nederhorst en als secretaris de heer J. M. Noothoven van Goor. Jhr. van Riems dijk nam zitting in* de commissie (deze krasse 81-jarige grijsaard is thans nog lid) als Regeeringsgedelegeerde. De Rijkssubsidie zou bedragen 3500.— men hoopte van Provincie, Kerkelijke ge meente en particulieren in 't geheel 7000- beschikbaar te zullen krijgen. Tot boek houder werd benoemd de heer S. F. Tee ling, penningmeester der Ned. Herv. Kerk, tot opzichter de heer IK Kleyweg, koster van, de St. Janskerk. Als architecten zouden optreden de heeren Jos. Cuypers en W. Kromhout. De heer Martens werd voorzitter, om dat de heer Straver wegens hoogen leeftijd zich niet meer aan dit werk kon wijden. In hetzelfde jaar ontving de commissie bericht, dat de Provincie Zuid-Holland ge durende 10 jaar een subsidie van 1000. had toegestaan (deze subsidie werd in 1907 weer voor 10 jaar verleend), de Gemeente Gouda zou, aan te vangen met 1899, een 10-jaarlijksche subsidie verstrekken van 1000.(in 1908 weer voor 19 jaar ver lengd), Kerkvoogden der Kerkelijke ge meente een subsidie van ƒ2000.— 's jaars. De Gemeente Gouda vond goed, de aan de kerk gebouwde woningen, alsmede het brandspuithuisje af te breken, op voorwaar de, dat het Kerkbestuur het verfhok af brak en door een nieuw brandspuibhuisje Al spoedig werd ingezien, dat het noo- meente. Kerkelijk Ontvanger was de nota ris C. C. Krom, organist de heer P. Brons Middel. Voor de Armenkerk was een spe ciale commissie, welke was benoemd door Z.E. den Minister van Staat, belast met de Generale Directie voor de zaken der Her vormde Kerk. Organist dier Armenkerk was de heer W. Wijnmalen. De Ned. Herv. Gemeente heeft na de hierboven genoemden, 16 predikanten gehad, de thans aanwezige hierbij begrepen. Ach tereenvolgens dienden de Ned. Herv. Kerk hier: Ds. J. F. H. Bloemers 1876-1877, Ds. B. J. Suian 18781889, Dr. C. H. van Rijn 18801886, Dr. J. H. Gunning J.Hzn. 1887—1891, Ds. L. ten Bosch 1888—1913, Ds. A. Wartena 1890—1910, Ds. J. W. Ber- kelbach y. d. Sprenkel 18951918, Ds. J. G. Deur 1895—1919, Ds. H. Cannegieter 1914—1917, Ds. J. Borger 1917—1928, Ds. F. G. Hospers 1921—1926, Ds. Is. Voor- steegh 19271929 en de thans nog in func tie zijnde predikanten Ds. Joh. Bijl vanaf 1911, Ds. F. W. G. Verheul vanaf 1920, Ds. H. van Dijken vanaf 1929.en Ds. G. Elzinga vanaf 1930. Het arbeidsveld der Ned. Herv. Kerk heeft zich van jaar tot jaar van binnen de muren der St. Jan, waar door alle tijden heen het woord des predikers Ten het schoone orgelspel stichting heeft» gebracht, over de gansché gemeente uitgestrekt. Haar diaco nale arbeid is groot; haar aandeel in de ziekenverzorging is mede .niet gering; men denke aan de Wijkverpleging. By het bij zonder onderwijs is deze kerk niet achter gebleven; aan de Constantyn Huygenskade zal straks een nieuwe school verrijzen. Door tal van vereendgingen op kerkelijk gebied vindt de Ned. Herv. Kerk overigens gele genheid haar taak te verrichten-. De ffèöi dig zou zyn een verhoogde subsidie aan te vragen. Het resultaat toch van de pogingen om flinke bijdragen van, particulieren te ver, krijgen was met erg bemoedigend: aan gif ten ineens kwam binnen pl.m. 1750.ter wijl het» bedrag der jaarlyksche by dragen ruim 900.bedroeg. Het eerste glas dat hersteld zou worden was No. 2. Dit werk werd opgedragen aan de heeren Schouten te Delft en Nicolas te Roermond. De restauratie van de glazen 11 en 12 werd opgedragen aan den heer Schouten. Een paar kunstvrienden zouden de kosten voor hunne rekening nemen. De rekening 1899 sloot met een tekort van ruim ƒ2000. In het volgende jaar verzochten de Kerk voogden aan de Commissie zich te willen belasten met het geheele jaarlyksche on derhoud der Kerk tegen een verhooging van ƒ500.der jaarlyksche subsidie. Aan dit verzoek werd gevolg gegeven. Deze bij drage is sindsdien onveranderd gebleven. Uit de Kerkekas zijn evenwel nog extra- bydragen gegeven voot verschillende wer ken, b.v. het herstellen van het koperen hek, beheiïng der muren enz. In 't algemeen is uit deze kas niet bijgedragen voor het herstellen der ramen. Verschillende legaten zyn daarvoor ontvangen: het eerste legaat was van wijlen den heer G. J. Kranenburg De Rijkssubsidie werd in 1901 gebracht op ƒ5000.—. Met de restauratie der ramen werd ge regeld voortgegaan. No. 3 en 4 in 1901. In hetzelfde jaar werd de bepaling in werking gesteld, dat de Kerkvoogden krachtens hun ambt lid van de Restauratiecommissie zou den zyn. Vermelding verdient, dat in 1901 als lid optrad de heer A. Dortland, thans nog in functie. Ook werd benoemd tot hersteller der glasramen de reeds genoemde heer Dt bevolking van Qouda naar de godadlenatlge gezindten volgent de offlclaele gegevens ontleend aan de Veralagan dar Gemeente Gouda over de jaren 1800—1930. Op 81 Dec.: 1860 1870 1880 1890 1900 1910 1920 1980 Ned. Hervormden 8910 10057 10678 11406 11668 18206 14173 14881 Waalsch Hervormden 27 28 34 44 37 39 50 13 Evang. Lutherschen 881 418 409 460 392 376 422 4G(4 Hersteld Evang. Luth14 2 1 10 44 42 45 11 Doopsgezinden 19 2 33 42 33 64 88 99 Remonstranten 539 401 40» 532 518 461 426 397 Christelijk Gereformeerden 53 87 438 566 462 416 394 236 Gereformeerden 1216 1569 1716 2451 Roomsch-Katholieken 4387 5084 5787 6164 6967 7634 8231 8360 Oud-Roomsohen of Bissch. Cleresy 98 108 110 136 173 187 206 162 Nederl. Israëlieten 397 398 302 350 380 309 290 188 Niet genoemden, 159 134 181 551 Geen godsdienstige gezindte 5 14 83 167 262 ^366 401 1868 van den Tempel Ezra 6) vasteren vorm aan. ln 19® werd een aanvang gemaakt met de restauratie van de hooge koor ramen. Geregeld is sedert dien met de her stelling voortgegaan, waardoo* de kerk haar keurig aanzien heeft terug ontvangen, zoo dat ze met glans een vergelijking met andere groote kerkgebouwen in ons vaderland kan doorstaan. Tot hare verfraaiing heeft in hooge mate bijgedragen het aanhrengen van een prachtige kroon verlichting, die i# 1931 in gebruik is gesteld. Aangezien de tekorten steeds grooter werden, werden nieuwe pogingen gedaan tot verhooging der subsidiën. Het resul taat was, dat de Rijkssubsidie ge bracht werd op 65 van het verwerkte be drag tot een maximum van 24000.ter wijl de Provinciale subsidie 25 bedraagt van die van het Rijk. Getracht is in de laatste jaren in sneller tempo te werken, hetgeen ook is gelukt. Evenwel zijn de tekorten niet verdwenen, hetgeen moet toegeschreven worden aan De Westheften omstfèeks 1875. Naast de Muziekschool het huis van den heer Temminck, later door zijn dochters geschonken aan de Diaconie der Nederd. Herv. Gemeente, ten behoeve van de Wijkverpleging. ^gstraaf in 1904. De rails van de stoomtram GoudaOudewdter slingeren nog door de straat. Schouten, die ook thans nog zijn groote capaciteiten aanwendt bij het herstellen dezer heerlijke kunstschatten, die hun die pen en stralenden glans in de gewijde ruim ten werpen. Het is er den heer Schouten, die den leeftijd der „zeer sterken" nadert, alles aan gelegen deze restauratie te beëin digen, hetgeen hem zal gelukken, als hem nog enkele levensjaren worden geschonken. Thans moeten er nog 2 glazen in het koor der kerk warden hersteld. In het jaar 1902 werd de commissie aan gevuld met twee leden: één der Herv. Goud. sche predikanten, en den voorzitter van het College van Notabelen. Ook dienden in dit zelfde jaar de architecten een begrooting in van de geheele restauratie. Raming 600.000.zonder de glazen. (De glazen op 159.000.—). Weer werd verhooging der Rijkssubsidie gevraagd en wel van 5000.op 10.000. Tevens kwam van den 'heer v. Eeghen te Amsterdam de e e r s t e gift in voor een aan te brengen gedenkraam „herstelling der kerk". Ook werd op de Decern be rvergnde- ring door Ds. Wartena een poging gedaan de St Janskerk verwarmd te krijgen, die evenwel geen resultaat kon hebben, daar het aanbrengen van eeh verwarmingsinstalla tie niet tot de „Restauratie" behoorde. De kosten werden begroot op 30.000. Het heeft nog tot den winter van 1929 ge duurd, eer de electrische verwarming tot stand kwam, die aan redelijke eiscben uit stekend voldoet. In 1903 werd besloten tot het aanvragen der rechtspersoonlijkheid. In 1904 werd als kroon op een gevoerde actie aan giften in eens ontvangen 3655.—, terwijl het bedrag der jaarlyksche bijdragen steeg tot 1400.In 1906 werd de Rijksbijdrage gebracht op ƒ10.000. Met de restauratie werd in de volge^P jaren, bestendig voortgegaan. In 1910 ont ving "de commissie de eerste gift van de vereeniging „Crabeth". Vermelding verdient nog, dat in 1917 door den Minister van Bin- nenlandsche Zaken een missive werd ge zonden, waarin mededeeling werd gedaan, dat de plannen voor verdere restauratie toegezonden moesten worden aan een door hem benoemde commissie, bestaande uit de heeren Dr. P. J. H. Cuypers te Roermond, Mr. Dr. J. C. v. Overvoorde te Wassenaar en J. A. Frederiks te 's-Gravenhage. De Minister had dit besluit genomen, omdat omtrent sommige punten verschil van mee ning was gerezen omtrent de uitvoering en op deze wyze nieuwe moeilijkheden voor komen zouden worden. In 1917 namen de plannen tot het plaat sen van een gedenkraam (de Wederopbouw het feit, dat het bedrag der particuliere bijdragen aanzienlijk gedaald is (thans =t- 360). Daarbij komt, dat de Gemeentelijke subsidie, die enkele jaren 6000.heeft be dragen, tot op de helft verminderd is, waar door de Ryks- en Provinciale subsidie auto matisch dalen. Jammer, dat de tijdsomstandigheden zeer remmend op den voortgang der restauratie werken. Nog blijft er veel te doen, aange zien van het dak nog maar een klein ge deelte is vernieuwd. Mogen er spoedig betere tijden aanhreken! Voor Gouda is het een eer in haar stad zoo'n prachtig nationaal museum van de beroemde voortbrengselen der Oud-Holland- sche glasschilderkunst te hebben, waaraan haar vermaarde inwoners uit de 16e eeuw, de gebr. Dirk en Wouter Crabeth, hun na men voor altyd verbonden hebben. V«r over de landsgrenzen dragen de vele buitenland- sche bezoekers haar naam en wekken de belangstelling van kunstliefhebbers voor de prachtige glazen harer St. Janskerk. Ver schillende natuurrampen hebben deze oude kerk getroffen. Moge zij voor een herhaling daarvan voor altijd worden gespaard. 4 D. BIJLSMA, Secr. Restauratiecommissie. In de tijden die wy thans beleven, waar in versobering en bezuiniging overal als gebiedende eisch klinken, kan het niet an ders dat ook het grootsche werk der restau ratie van de monumentale St. Janskerk en haar onvergelijkelijk schoone glazen, daarvan mede de gevolgen ondervindt. De middelen om dit werk te voleinden zijn aanzienlijk gedaald. Dat is zeer te betreuren. Het miiyi der vloeien der bijdragen moet echter een zaak zjjh van tydelijken aard. De St. Jans kerk met zijn kostbare .schatten is ten mo nument van eeuwen her, dat ook de komen de eeuwen moet kunnen trptseeren. Daar om moet don ook het oog er op blijven ge richt dat de aangevangen restauratie, zy het dan in langzamer tempo, maar toch in elk geval binnen den noodigen tijd geheel ten einde wordt gebracht. Ook in tijden, waarin velen belangrijk verminderde inkomsten hebben, zijn er al tijd nog, wier welstand ongeschokt is, ja nog wel toeneemt. Voor hen ligt hier de weg open de gemeenschap aan zich te ver plichten door de restauratie-commissie der St. Jan in staat te stellen te doen wat zy zich ten plicht acht: aan Gouda te hergeven in geheel gereataureerden staat de schoone kerk, die een monument is van nationale beteekenis. RED. lets over het ontstaan en de eerste levenejaren der Qeret. Kerk te Qouda. Naast eene keur van artikelen over het leven om- freaks, den tijd /VlajjyldSO, die dui- d^H^l'ullen aan- toonen, we'ke ge weldige verande ringen het maat schappelijk leven sinds dien tijd heeft ondergaan, leek het mij niet ondienstig, naar aanleiding van uw verzoek eene bijdrage te willen leveren voor het jubileumnummer Uwer courant, in korte trekken ook eens de ontwikkeling eener geestelijke strooming uit die dagen te schet sen. Verschillende conflicten met de lagere en hoogere Kerkbesturen der Ned. Herv. Kerk hadden in 1834 geleid tot schorsing en af zetting van predikanten, die de oude belij denis hadden willen handhaven. Hoewel zij met de hun getrouw gebleven volgelingen overgingen tot het vormen van eene nieuwe kerkengroep, beschouwden zij zich toch als de zuivere voortzetting der al oude Ned. Hervormde of Gereformeerde Kerk. In 1835 verklaarde de Regeering echter, dat de Afgescheidenen (aldus noemden zij zich) echter niet alleen geen recht mochten laten gelden op de goederen der Gerefor meerde Kerk, maar ook zelfs niet op den naam dier kerk. Aanvankelijk weigerden de Afgescheide nen zich onder deze uitspraak te buigen. Van de goederen wilden zy desnoods afstand doen, maar niet van den naam en de rech ten der Geref. Kerk. Indien zij ook van deze beide laatste af hadden willen zien en ^tfch dus als Afge scheiden gemeenten wenschten te organi- seeren, wilde de Regeering hun de vrije uit oefening van hun godsdienst toestaan. Edoch, dit weigerde men en eene bittere vervolging van de zijde der Regeering was daarvan het gevolg. De Afgescheidenen werden veroordeeld tot gevangenisstraffen (soms van verschei dene maanden), tot het betalen van zware boeten of gestraft met inkwartiering, wan neer men met meer dan 20 menschen eene godsdienstoefening gehouden had. Het vervolgen moede besloot in 1839 ren deel der Afgescheidenen aan de eischen der Regeering toe te geven en aan de Regeering te verzoeken, hunne gemeenten als Christe lijk Afgescheiden gemeenten te erkennen. Daarmede werden dus de naam en de rech ten der Gereformeerde Kerk prijsgegeven. Een klein gedeelte hield echter moedig stand en wilde liever vervolging en kruis verduren, dan zijn rechten prijsgeven. Deze groep bleef dus weigeren aan de Regeering erkenning aan te vragen, omdat zij naar hunne meening de wettige voortzetting van de oude Kerk waren en dus geen nieuwe kerk gesticht hadden. De Gouwe in 1908, tijdens de afbraak van het vroegere magazijn „De Zon voor welks herbouw de Raad helaas ver gunning heeft gegeven. 4 De St. Jan op den achtergrond.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1932 | | pagina 5