VOUDIGE
GOÜDSCHE COURaNT - ZATERDAG 2 APRIL 1932 - TWEEDE BLAD
975 ^2" 147
2850 3250 3975
Gemeenteraad van Gouda.
De lieveling der Bodes.
i, BRENNINK MEYER
Waar l> ook kijkt: C A it toch voor-
daallgarl Chiaua Kamoalhaar Mantel
prima van kwaliteit, varwarking, coupe
an pasvormI Gahaal op ._7p
Irijda gavoard an mat J
Bétêf aft
nar gans I Keurig', zuivar*woTlan Kam?
garan Coatufem. gahaal op zijde an
m. gllat Van wollen Crêpe co
.d,n prlj.?, In OQ50
n Zwart slechts ML Mm
Vergelijkt onze prUeenl
el^ Mental,
land Dlagonaaln
heel op zijde' an gahaal i
^modernen'rug Slfchts
Mantels in
aparte, ruggarn? In
in dit genre ook in Tomaat,
Bleu Petou, Réséda en Niatiw-Beiga
Grl«
voor
Bovendien groóteJiMM
dit genre flok made voO#
rtreepdessini ook voor'slechts
78 197s 0475
Slaafnta%Wol Georgette Mantal, ga<
new óp Crépa Maroc, m. fraaie garn,
y nervQres op zij an op don rug én'
m. kraag'v acht Buenos- m -ik
bont. In Marine, Nieuw-
brijin^ en^Zwsrt'v. slechts w»
Mantels in dit genre, ook mat bont^
garn., reeds voor den prijs van slechts'
1
AMSTERDAM ROTTERDAM DEM MA.
1.TF1 iwAPnrN siNjrFTA zwolle
Vto°*
LvACLEM LEIDEN UTRECHT* ARNHEM GRONINGEN
r~HFr,F- DORDRECHT tvjJFV1 F~ClF"J - Fir -HHOVFN
Zitting van Donderdag 31 Maart
n.m. 8 uur.
(Vervolg.)
Avondvergadering
van Donderdag 31 Maart 1932.
In de avondzitting waren Mevr. Kiesz en
de heer Van Staal niet tegenwoordig.
De behandeling der agenda van de mid
dagzitting werd voortgezet.
Aan de orde werd gesteld:
Het voorstel om niet over te gaan tot
verhooging van den post straten en
pleinen op de begrooting 1932.
Aangenomen.
Het voorstel om niet over te gaan tot
wyzigmg van die Algemeene Politie
verordening voor wat betreft het
verkeer over de spoorbrug over de
Karnemelksloot met z.g. bakfietsen.
Aangenomen,
liei voorgel ioi nooaig-vw muring van
de opneming van ïanaoouwnuianoua-
eursussen uoor ae uiaeeiutg uouaa
aer tiouanascne iuuatsciiappij van
Lauuiuouw georganiseerd.
De fteeX iwiLALuuLiVvC/CiiiL/ vr.K.J vraagt
noeveei leerungen uit Lrouua van uie senooi
georuié matten.
De v Ocnw.1 r i l,K zal Uil onüei zoeken en
Het latei medeüeeien.
iiet voorstel tot tydeiyke vernuitd«-'iutg
van net aantal aweeKe-iingen aer De-
waarschoien.
Aangenomen.
Het voorstel tol oyerdracni van giond
gelegen aan de Lonsiaiuyn i»uijg"ns-
kade aan den Herkeraatj der Neder
landsen Hervormde Gemeente voor
den bouw van een school ter plaatse.
De heer xUKKKitS ts.U.j zegt voortaan
zich te zullen Keeren tegen elk voorstel De-
treilende oesclukoaarsteiiing van geinen
ten behoeve van Het Dyczonder oncierwy»,.
de itegeerrng net standpunt ïn-
dat zy voor alle mogeiyae kleine
schoortjes gein bescmkDaar moet steden.
Dat standpunt moge illegaal zyn, spr. zaï
het toch toepassen. Spr. noemt liet gelu
De heer MAASKAN'! (&A.) verklaart
desgelijks. Wanneer het zou blijven tot 1
school voor de dmstelyken en 1 school voor
de katholieken, dan zou er niets tegen zyn.
Ais voor een openbare school gelden wor
den gevraagd, dan moet er bezuinigd wor
den terwyl het andere oogenbiik voor het
byzonder onderwijs bedragen worden ge-
De heer HEERKENS (r.k.) .noemt dat
onjuist. Wanneer vanwege het
kinderen een nieuwe school noodig
is, moet die er komen. Maar op de inrich
ting wordt wel degelijk bezuinigd.
De heer VERKERK (a.r.) vraagt: Wie
draagt de schuld van den bloei van het by-
denwys? Zyn antwoord is: de
onderwijzers, die anti-nationaai
zyn.
De byz. scholen hebben meer leerlingen
per klasse per school dan de openbare. De
openbare onderwijzers zullen steeds meer
het openbaar onderwijs afbreken. Spr. zal
blijven strijden voor het bijzonder onder
wijs. En de heer Fokkers zal de noodige
bedragen krachtens de wet moeten voteeren
De heer SANDElRS (sxl.J zal vóórstem-
men aangezien art. 101 der L.O.-wet de ver
goeding regelt.
De heer POLET (a.r.) wyst op een mis
verstand. Er is bijzonder neutraal onderwijs
en in Heerlen is zelfs een socialistische
school. Spr. onderschrijft de. opmerkingen
van den heer Verkerk.
De heer VAjtf WIJNEN (e.g.) stelt aan
den heer Verkerk de vraag waarom er zoo
veel scholen worden opgericht voor de ver
schillende richtingen, die slechts in onder-
deelen van elkander afwijken.
De VOORZITTER zegt geen onderwijs
debat te hebben verwacht.
De heer SANDEiRS (s.d.) begrijpt niet
dat de commissie maar aanvraagt.
Het voorstel wordt bij stemming aange
nomen met 13 stemmen voor en 6 tegen.
Het voorstel tot vaststelling van het
voorschot 1932 op de gemeentelijke
vergoeding als bedoeld in artikel 101
der L. O-Wet 1920.
Aangenomen.
Het voorstel tot medewerking ex-arti
kel 72 der L. O-Wet 1920 aan het
bestuur der schoolvereeniging voor
bijzonder neutraal onderwijs voor
uouda en omstreken «ooi Uc mui-
aciutinng d«r nenniuunca.
Aangenomen.
net voorspel tot wyztging a«r veroru*-
ïung uu neriing van opcenten op du
n ooi ileum der personeeie mnastuig en
to| vervanging van oeiaettngucura-
gen, voorkomende in de wn op de
personeeie oeiastnig rasu, aoor an
dere Belastingbedragen.
Aangenomen.
Hei voorstel inzake het grans gebruik
maken van het voiksbad door werk-
loozen en dunne niet verdienende ge
zineleden.
Aangenomen.
Het voorstel tot het weigeren eener
vergunning als bedoi'id by artikel 2i
sub b der Bouw- en Wocungverorde-
ntng, aan A. uermenet voor net
bouwen van woningen aan den Ach-
terwuienscne weg.
Aangenomen.
Het voorstel tot verhuur van een per
ceel grond, gelegen achter het Zoui-
mansplein aan den heer G. M. de
Rotte.
Aangenomen.
Het voorstel tot vermindering van
pacht van landerijen verduurd aan
de heeren J. MaUe, 1'. van Veglen
en Th. van Rlujn en handhaving van
de pacht van het land verhuurd aan
den heer H. de Heer.
Aangenomen.
Het voorstel tot verlenging van de huur
van een stuk land gelegen tusschen
Graaf Horisweg en den Staatsspoor
weg aan den heer W. v, d. Weerdt.
Aangenomen.
Het voorstel tot verhuur van grond in
het Van Bergep IJzendoornpark aan
den heer J. K. C. A. Wolff.
Aangenomen.
Het voorstel tot verhuur van een ge
noteerde zijl, gelegen achter het per
ceel Vlamingstraat 13 aan den heer
I. Kooien te Bodegraven.
Aangenomen.
Het voorstel tot verhuur van weiland,
gelegen tusschen het Slachthuis en
de Cornelia Ketelstraat aan de Korf
balclub „De Zwaluwen'".
Aangenomen.
Het voorstel tot verhuur van een ge-
rioleerde zijl, gelegen achter het per
ceel Kattensingel 36 aan den heer J.
Alberts.
Aangenomen.
Het voorstel tot verhuur van een ge
deelte der Jan Verzwollewetering aan
den heer J. v. d. Zaan.
Aangenomen.
Het voorstel tot verhuur van het per
ceel Varkenmarkt 23/25 aan den
heer J. van Galen.
Het voorstel tot veifcoop van grond,
gelegen aan het Regentesseplantsoen
aan de heeren R. e» G. van Dam.
Aangenomen.
Het voorstel tot verkpop van grond,
gelegen aan de Van ltersonlaan aan
de fa. Nieuwveld en Co. en den he< r
G. J. Bos.
Aangenomen.
Het voorstel tot aankoop van een ge
deelte grond van het perceel Katten
singel no. 3.
Aangenomen.
Vastgesteld werden:
het kohier schoolgeld Stadsmuziek-
school voor 1932.
het suppletoir kohier schoolgeld gym
nasium voor 1931/32.
het 2e suppletoir kohier hondenbelas
ting voor 1932.
Oninbaarverklaard werden diverse pos
ten belastingen en huren enz.
Wijziging gemeente-begrooting dienst
1931 en 1932.
Aangenomen.
Interpellatie-Sanders over de school-
quaestie.
De heer SANDERS (s.d.) krygt verlof
de volgende vragen tot B. en W. te richten:
1. Zyn B. en W. bereid de lokalen van
de scholen 6 en 7 weer open te stellen voor
de kinderen, die daar zijn ingeschreven
2. Zyn B. en W. bereid de kinderen van
eohool B toe te laten tot de school, waar zy
door hun ouders zijn ingeschreven?
De heer SANDERS (s-d.) licht deze vra-
gen uitvoerig toe. Spr. gaf een uiteenzet-
ting van de bekende quaestie, die geleid
heeft tot een vervolging, waarna de be
handeling voor het kantongerecht heeft ge
leid tot een vonnis, volgens hetwelk
de beklaagden zijn vrijgesproken, zoodat
dit een veroordeeling inhoudt van het stand
punt van B. en W.
De VOORZITTER zegde een schriftelijk
antwoord toe op de gestelde vragen, doch
verklaarde dat aangezien er hooger beroep
is aangeteekend tegen het vrijspreken'i
vonnis er geen aanleiding is thans die vrij
spraak als het juiste inzicht te aanvaarden.
Er wordt volgens spr. geen enkel onderwijs-
belang geschaad, terwijl er wel voor de
Gemeente 10.000 is bezuinigd. Dat by het
tweede geval de overplaatsing zou zijn ge
dicteerd, noemt spr. een legende. De Mi
nister van Onderwijs kent volkomen het
standpunt van B. en W. en heeft daaraan
zyn goedkeuring gehecht.
RONDVRAAG.
Hoe staat het met de Lichtfabrieken.
De heer MAASKANT (sd.) is verstoord
dat er geen mededeelingen komen over de
Electrische Centrale, de uitbreiding daar
van 5f een voorstel tot het betrekken van
stroom van elders.
De VOORZITTER deelt mede dat Zater
dag voor Paschen een bespreking heeft
piaats gehad met Prof. Veltman en dat
diens rapport zeer spoedig te wachten is.
De Kleiwegsbrug.
De heer FOKKERS (s.d.) wilde weten
hoe ver de plannen voor de nieuwe Klei
wegsbrug waren gevorderd.
Wethouder DONKER (r.k.) heeft de mo
gelijkheid van herstel der brug ook nog'
onder het oog gezien. Na serieus onderzoek
van den ingenieur Verhey blijkt dit herstel
zeer wel mogelijk. Echter de Wethouder1
{ïeeft ook geen geheel nieuw plan in ont-
werp gereed, voor 't geval er toch een
nieuwe brug moet komen.
De heer ZANEN (eg.) die ook over deze
brug had willen spreken, vraagt nadere in
lichtingen. Spr. ontraadt ten sterkste de
oude brug op te lappen, maar met spoed
een nieuwe te maken. Het geld kan er voor
komen, daar het beschikbaar is gesteld.
Wethouder DONKER (r.k.) merkt op
dat Gedeputeerde Staten daarover de be
slissing hebben. Op de vraag van den heer
Zanen of Ged. Staten bevoegd zijn goed
keuring op dit raadsbesluit te weigeren,
antwoordde spr. toestemmend. Dat behoort
tot de taak van Ged. Staten.
Diversen by de Rondvraag.
By de Rondvraag liet de heer VAN
SOEST (s.d.) klachten hooren over de on
voldoende gelegenheid voor schippers om
van boord aan het Veerstal te komen, en
verzocht de heer SANDERS (s.d.) aandacht
voor de walbeschoeiing van de Bleekers-
singèl.
Te kwart voor elf werd de openbare ver
gadering gesloten, waarna de Raad nog in
besloten -zitting overging.
Nederland en België.
Een verklaring Va» Minister BeelaerU
van Blokland.
In de gisteren gehouden vergadering van
de Eerste Kamer, waar de behandeling van
de begrooting van Buitenlandsche Zaken
iwerd voortgezet, heeft minister Be ei aer Is
van Blokland de volgende verklaring afge
legd
Inzake liet overleg niet België over de
herziening van de verdragen van 1839 heb
ben verschillen die leden zich over de zwijg-
zaamheid der rêgeering beklaagd. Het ie
onverstandig over waarschuwingen de
schouder^ op te halen, ook ai zijn zij over
bodig.
Eén der sprekers heeft gezegd, dat die
regeering g<*en aanraking zocht niet Voor
aanstaande mannen uit handel en soheep-
viaart en met andere specialisten, maar
meermalen ifl op hun adviezen een beroep
gedaan en overleg gepleegd met vertegen
woordiger» van Kamers van Koophandel,
enz. De regeering Zal voortgaan, voorlich
ting te zoeken wanneer zij die noodig heeft.
Als het mogeiijk was door liutvoenge mede
deelingen mqgelijke mieverstanden weg te
nemen op dit oogenbiik, zou dat voor spre
ker aangenaam zijn. De publiceering van
het Witboek in 1929 bewijst wel, dat de
regeenng niet afkeong is van publicaties.
De regeer ing zal verstandig doen, rekening
te houden niet de stemmen uit
Generaal, maar zij is niet de
van de Kamers. Alleen zij beschikt over de
gegevens om te beoordeelen of deefnemong J
Loste bladen uit het Dagboek
van een Gouwenaar.
J'y suis, j'y reste
MAC MAHON
Vrijdag I April.
Eén der 40 volgelingen, die met de aan
doenlijke trouw van een Vendée-er aan
het Fransche Koninghuis, mét den Roo-
den leider uit de Party zijn getreden, is
myn boekhouder Jacobus Koperwiek. Ge
weldig trotsch is hij op dit Jeit en een
trek van mannelijke vastberadenheid is
voortdurend waarneembaar op zyn ge
laat. Met de vurigheid van een Jamtsaar,
deel uitmakend van de Garde van den
Orooten Heer, vecht hij den ganschen
dag en stort zich allerwegen in het dicht
ste strijdgewoel, d. w. z. hy debatteert
met een iegelijk, die hem ontmoet.
Ofschoon ik in den laatsten tijd wei
nig met hem converseer en mij gesloten
houd gelyk een Papimaanschen pot, zoo
treed ik nu en dan toch gaarne uif deze
myne geslotenheid om de floretten van
onze eloquentie te kruisen.
koperwiek, zoo begon ik vanmorgen
terwijl Gertrud de thee kwam brengen en
daarbij uiterst vriendschappelijke lonk-
jes toewierp aan den kreeftrooden Jaco
bus, ik verwonder my ten zeerste over de
vreemde houding van je vriend Van
Staal I"
„Hoe zoo, meneer Bottelaar?" vroeg
mijn boekhouder thans correct en met
dien schijn van hoffelijke wellevendheid,
dien by hem steeds waarneembaar is als
de blozende en flirtzieke Gertrud, met
haar mollige armen in zyn nabijheid ver
keert.
„Wel,,, antwoordde ik kalm, ,*t is toch
wel héél zonderling, als iemand die
plotseling uit een partij is getreden, ern
stig en alsof er niets gebeurd was, de
functie blijft waarnemen hem door zijn
partijgenooten in overeenstemming van
ideeën toevertrouwd ten tijde toen alles
koek en ei was
Deze vraag kwam mijzelf toe een zeer
pijnlijke te zijn en ik had gedacht den
.jeugdigen betweter hiermede in 't nauw
te drijven.
Met een supérieuren glimlach, met 't
air van een toegefelijk leeraar, die een
debielen maar sympathieken leerling iets
wil uitleggen, schikte hij zich echter ten
antwoord.
Daar hebben we weer één varr die
hopeloos ouderwetsche denkbeelden van
den heer Bottelqar doceerde hy toen.
Ziet U dan niet in, waarde patroon (Hier
hief ik afwerend de hand op, want inti
miteiten van dezen aard moet ik wan
trouwen, ze plegen steeds vooraf te gaan
aan de een of andere uitgezochte hate
lijkheid ziet U dan niet, hoe door deze
manoeuvre een belangrijken voorsprong
wordt verkregen Op deze manier be
hoeven de voormannen der nieuwe partij
aan de dis
lang is.
Op het oogenbiik kan zy haar
alleen gebruiken om het publiek buiten de
Kamer te waarschuwen, niet af te gaan op
allerlei geruchten. Men kweekt daardoor
onrust.
Overigens is de aangelegenheid slechts
van betrekkelijk actueelen aard. Beide lan
den hadden gehoopt, de zaak tot een oplos
sing te kunnen bi-erwten vóór de verkiezin
gen in beide landen het volgende jaar
Maar moeilijkheden zijn gerezen, die nadere
overwegingen voor beide regeeringen wan-
schelyk maken, mede in verband met de
economische moeilijkheden van thans.
Urgenter dan deze quaestie ia die der
economische toenadering. Het sluiten van
een handelsverdrag is van veel gewicht, en
de moeilijkheden voor de beide landen kun
nen slechts gemakkelijker worden opgelost
als liet den beiden landen gelukt zal zijn
elkaar op economisch gebied te vinden.
Da breuk in de S.D.A-P.
in dan Raad
De sociaal-democratische Raadsfractie
heeft na het jongste party-congres, waarop
het tot een breuk is gekomen me' de uiterst-
links staande elementen in de party, die
zich als de Onafhankelijke Socialistische
Partij heeft geconstitueerd, de consequentie
daarvan aanvaard en den door zijn uittreden
uit de party vanzelf ook aftredenden voor
zitter van de afdeeling en van de raads
fractie Van Staal zonder omwegen doen
weten dat hij den plicht had te gaar, ook
ais vertegenwoordiger van de-S. D. A. P. in
de overheidscolleges, waarin hy zitting
heeft. Dat dit standpunt, dat volkomen
logisch is, niet door den heer Van Staal zou
worden gedeeld, was bekend, daar de nieuwe
party, welker medebestuurder de heer Van
Staal is geworden, besloten had dat alles
wat zit, blyft zitten! Daarom heeft de S.
D. A P. door haren nieuwen voorzitter
Fokkers doen verklaren, dat de heer Van
Staal door de S. D. A. P.-fractie niet kan
worden erkend, aangezien zyn mandaat van
de S. D. A. P. vervallen is. De heer Van
Staal, tot aan de vorige raadszitting frac
tie- en party voorzitter, ia dus door de 8.
D. A. P. overboord gezet. Wel heeft de heer
Van Staal verklaard van zyn kant tot
samenwerking bereid te zyn, verandering
van raadspolitiek ook niet noodig te achten,
hy beschouwt zich de gekozene van de uit
getreden en nog uit te treden leden der S.
D. A. P., maar hy heeft toch terdege be
grepen dat hy als eenling in den Raad van
de nieuwe socialistische party, een zeer ge-
isoleerde positie gaat innemen.
Wat leven we toch snel! Hoe Jcort nog is
het geleden dat de strijdkreet klonk: „Met
acht man op eigen kracht in den Raad!"
En toen die illusie niet werd verwezenlijkt,
hoevele malen heeft de wethouder en liet
raadslid Van Staal in den Raad een demon
stratie gegeven als de leider van de grootste
groep! Is het beeld van vandaag niet sinis
ter dat de getrouwen van de vorige maand,
nu tot den uitgetreden veldheer zeggen: Ga
weg van hier, wij erkennen U niet!
Dat het zóóver moest komen, is volstrekt
niet vreemd. Het aanzien dat een leider by
zijn volgelingen niet missen kan, was voor
Van Staal by de kern in de S. D. A. P. zoo
wel in het partijbestuur als in de afdeeling
al lang zoek, al hing men het niet aan de
groote klok. Maar nu is de breuk gekomen,
die de zuivering in de party heeft gebracht,
die al lang eerder had moeten plaats heb
ben.
Het afdelingsbestuur en de raadsfractie
hebben zich door het uittreden van den heer
Van Staal uit de party de gelegenheid zien
ontapmen het odium van zich af te werpen
dat door den heer Van Staal sinds geruimen
tijd op de party is gelegd dat het revolu-
tionnair karakter, dat de heer Van Staal
sinds lang aan zijn optreden heeft gegeven,
door de afdeeling in Gouda maar steeds is
gesanctionneerd. Zij heeft zich laten dry ven
in een richting, die zij thans na de breuk
in de S. D. A. P, desavoueert, waaruit mag
worden geconcludeerd dat zij tegen haar
wensch den weg is gegaan, door den heer
Van Staal aangegeven.
Het is teekenend, dat geen enkel lid der
s.d. raadsfractie de zijde van den heer Van
Staal heeft gekozen!
Wy zyn benieuwd wat de beteekenis der
nieuwe party in den Raad zal zyn. Zal de
O. S. P. de S. D. A. P. volgen of omge
keerd? De heeren hebben in de jongste
raad8ziting wel verklaard dat het niet hun
voornemen was elkaar te gaan bekampen,
maar als het om zieltjes winnen gaat...
De kleinste plichten kosten vaak den
meesten strijd.
ONS ZATERDAG-FEUILLETON.
uit het Engelsch van
BARONES ORCZY.
bewerkt door
J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM.
„Je ziet, dat zij de richting van den Njjl
zuidwaarts nemen," zeide Hugh levendig,
terwijl hij my de tee kening der rivier wees
en de menigte, die den loop er van volgde;
en van d« eenzame plek, waar de Grieksche
schriftgeleerde begraven ligt, trokken zy
naar het Westen."
„Dat is niets dan een veronderstelling,"
bracht ik in het midden.
„De schriftgeleerde zegt:"
„Uat mij begraven worden, daar, waar
den papyrus vond!" en verder: „ik
stond op de plek en ook ik echoot mijn pijl
in het hart van Osiris enz. Osiris is de zon
*n een figuur, een pijl afschietende, is een
van d« eenvoudigste hiërogliefen die be
kend zyn, daarmede wordt een volmaakt
icchte richting bedoeld."
„Ja! en hier!" riep ik eensklaps uit, „is
d« gestalte, die een pijl schiet naar de on
dergaande zon."
Ondanks mijzelf was iefa van Hugh'.s
geestdrift ook mij beginnen te bezielen. Het
geheele geval was natuurlijk mal, maar de
oude bekoring, die oud-Egypte met zijn
pracht, zijn mysteries, zyn schitterende
kunst op my had uitgeoefend, zelfs in mijn
ruw schooljongen® gemoed, kwam over mij.
„Bedenk ook, Mark, dat recht naar het
Westen, in de richting van Wady-Halfa,
een paar duizend mijlen verwijderd, de
hooge piek van Uj-en-ari ligt, en dat bijna
vlak aan den voet daarvan, Rholf sporen
vond van een ouden weg, die volgens hem,
naar en daarom ook van Egypte leidde.
,Bn de pijl, die de hierogliefische per
soon schiet, wordt in 'het vojgend teeken
voorgesteld, als geraakt in een hoogen en
steilen berg, dde heel licht de Uj-en-ari kan
zyn," voegde hy er opgewonden aan toe.
Klaarblijkelijk werd mijn gezond verstand
in slaap gesust.
Hugh nam my by den mouw van mijn
jas, en trok my naar de plaats, waar een
groote kaart van Egypte en de Lybische
woestijn aan den wand hing.
,,Daar ligt het land," zeide hij, met zijn
vinger rondom een uitgestrekte leege plek
der kaart gaande, „en het is mijn plan
daarheen te gaan."
En het gezond verstand gaf den doods
snik.
„Rholf Gaillaud beiden verklaarden,
dat ontoegankelijke en veranderende duinen,
die van het Noorden naar het Zuiden liepen
eiken weg door de Lybische woestijn
versperden," merkte ik op.
„Indien wy regelrecht naar het Westen
gaan, dan ben ik er van overtuigd, dat wy
een weg zullen vinden door die ontoeganke
lijke zandduinen," antwoordde Hugh met
nadruk.
Hy was zoo zeker, zoo* overtuigd, er
sprak zulk een kracht uit zyn geheele per
soon, dat heel spoedig de overtuiging by
my postvatte, dat hy de gevaarlijke
woestyinreis alleen zou wagen, door het
hartstochtelijk zoeken naar zyn Egyptena-
xen, indien ik hem niet wenschte te volgen.
Met een ongeduldigen zucht keerde ik
weer terug naar den papyrus.
„Zie eens hoe duidelijk de aanwijzingen
zyn," hernam Hugih, „nadat wy van de
plek zijn vertrokken hebben wij duidelijk
vele dagreizen voor ons, recht naar het
Westen, door de woestijn, want wy zien
de menigte trekken, en een paar dood op
den weg, maar spoedig komen wy aan dit
beeld, een man die zich verheugt kan jè
het zien? het ie heel duidelijk kyk naar
de wapenen! en nu de woorden: Want
d« Rots van Anubis te zien is, dan is de
weg niet versperd voor hem, en voor hem
zijn geopend de poorten van het land van
tarwe en gerst, van het land van Kamt.
„Hoe leg je dat uit, Girlie?" vroeg ik.
„De Grieksche priester zag die rots. Ik
denk, dat do vorm iets van den kop van een
jakhals had Anubis, Mark, was de god
met den jakhalskop van oud Egypte het
is ook mogelijk, dat er werkelijk een beeld
van den god in den rots was gehouwen. Wy
zullen het zien, als wij er zijn."
Het was natuurlijk een sprookje. Mijn
verstand riep my ter verantwoording, en
zedde mij, dat het denkbeeld onuitsprekelijk
i dwaas was: het zeide my, dat, indien deze
Egyptenaren hun weg gevonden en zich ge
vestigd hadden in de een of ander onbeken
de, vruchtbare oase, in het hartje van de
meest dorre wildernis van den wereldbol,
volgende geslachten van hen moesten heb
ben gehoord en hun bestaan of verdwijnen
zou zijn gemeld. Het zeide mij, dat geen
volk gedurende vijfduizend jaren tevreden
zou zijn geweest op eenige plek ter wereld
zonder met zyn toenemende bevolking er
naar te verlangen zyn domeinen (rit te brei
den; en dat het er niet heengegaan kon zyn
zoiSder te verlangen terug te keerendat
Rholfs, Caillaud, Gat, wie dan ook der on
derzoekers der groote woestyn eenig spoor
zouden hebben gevonden van den weg naar
dit onbekende land, wanneer er een weg
was. Hij toonde my dit aan, en nog honderd
meer argumenten, en toch, terwyl Hugh
Tankerville, sprak, verklaarde en overreed
de, luisterde ik steeds aandachtiger; zyn
invloed zelf wist hij, dat die grenzeloos
was, en hij was bezig hem ten volle uit
oefenen begon mij te beheerschen; mijn
tegenwerpingen werden steeds zwakker.
ment inbrengen tegen mijn nauwkeurig in
elkaar passende feiten, Mark! Je vertelt
my niet, dat personen, van wien de een
drie-duizend jaren voor den ander heeft ge
leefd, na dertig eeuwen elkaar de hand rei
ken, om denzelfden leugen te beramen.
Welk doel zou een Grieksch priester heb
ben om de leugens van een Egyptenaar te
bevestigen, wiens bestaan hijzelf niet
kent?"
„Ik kan dien Grieksohen priester van jou
niet begrijpen," redeneerde ik.
„Waarom keerde hy terug?"
„Het kan zijn, dat hij niet genoeg pro
viand had voor de verdere reds; nadat hy
had opgemerkt dat er mijlpalen waren is
het ook mogelijk dat hjj is teruggekeerd,
met het doel opnieuw en oplettender op weg
te gaan. Hy kan..."
„Hij kan een vervloekte leugenaar zijn
geweest, zooals de meeste inwoners,
vooral de priesters van die landen ge
woonlijk zyn," lachte ik.
Hugh fronste het voorhoofd en zeide ein
delijk met iets minder geestdrift:
„Natuurlijk, beste kerel, wensch ik je
met tegen je zin te overtuigen. Toen :k je
telegrafeerde heb ik eenvoudig aan mijn
belofte voldaan, en..."
„Wel?"
„Ik kan alleen gaan."
(Wo«dt vervolgd).