FRED FRY komt
VloerbBdekkiDg, Vloerzeil, Linoleum
BRUNS
TURFMARKT
fn FONGERS
/ALBERT HEIJN
JAK V1R1EIUXD
Berijd A.S.S. rijwielen
Venhus Kano's
Grond-, Glans
en Lakverven
Schouten Zn.
(oéIuUiMm
DINSDAG EN
2 DAGEN
Linoleum prima 183 br. f 1.20
- HOEK GOUWE -
ENORME 1932
PRIJSDALING
THANS
ALBERT HEIJN
PILOOT een prima 6 cents sigaar
AVANTI een prima 8 cents sigaar
Aromatische
Staal tinctuur
VERPLAATST
GOUDSCHE COURANT - ZATERDAG 9 APRIL 1932 - TWEEDE BLAD
•en populaire lezing houden
mmi Lichtbeelden over Londen
PRACHT PARTIJ
Alfa 183 c.M. breed. 72 cent
Berga 183 cIVI. breed 78 cent
ILMA 183 cM. breed 86 cent
HET adres voor
Schoonmaakartikelen is:
J. H. KROM Zoon
Borstelwerk, Sponsen, Zeemen,
Dweilen, Trappen, Koord, enz.
Spanraman (ook te huur.)
EEN PRACHTIGE
TROMMEL
CADEAU.
MAAKT U HET LEVEN GOEDKOOPER
SCHOONMAAK
ARTIKELEN
„De Kleine
Winst"
Mm
Rooken en dan toch tevens sparen,
Rookt daarom „Luchtpost K. L. M.' sigaren.
•J. C. Langeraar
Sigaren huls „AVANTI"
Drofl, „Het 6roens Kruis*
Modern Garrvituu
N.V. HET MEUBELHUIS A. M. KOBESSEN
i. BAGGERMAN
GIIOENENDAAL 87
Egypte 10 jaar onafhankelijk
„Het Congres danst"
De lieveling der Doden.
»ooooooooooo<xxxxxxxxxxxxxxxxxxx>ooo<xxxxxxxxxxxxxx>c><xxxxx>
en over talenkennis en techniek, met demonstratie en electrische leerplaten.
Fred Fry, ons allen bekend door de Radio, zal op onderhoudende en geestige
wijze de waarde van talenkennis voor Nederlanders uiteenzetten en
demonstreeren wat de techniek kan doen bereiken.
Op MAANDAG 11 APRIL 's avonds HALF NEGEN
in RESTAURANT „HET SCHAAKBORD", Kleiweg, GOUDA.
Opening der zaal 8 uur. Kaarten a 50 cent 's avonds aan de zaal.
0^<>0<X><><><>000000000<><X><X><X><><><X><X><><X><>0<>00<>00<><><><><><>00<>0<><X><>"
GEDURENDE DEZE
BIEDEN WIJ AAN EEN
DE NIEUWSTE DESSINS EN PRIMA KWALITEIT,
TEGEN ONDERSTAANDE PRIJZEN
ONZE BEKENDE MERKEN ZIJN:
Onze enorme keuze in Karpetten, Loopers, Cocos, stelt ons in
staat aan elke vraag te voldoen.
OVERTUIGT U DOOR EEN BEZOEK.
DOET UW VOORDEEL EN KOOPT BIJ
Pona«ra>Kwalllalt
Fongars-oaranlla
Miohllat da moitellan bl|
HULLBMAN KLEIWEG «O
GOUDA
Wijdstraat 29
Tal. 3306
bewaard worden
Koffie en Thee n
gesloten bus
Wij lieten'daarom een parui
fraaie imitatie
oudzilveren bussen
aanmaken* met opschrilten
.Koffie
The,
de week van Zaterdag 9
met Vrt|dag 15 April stellen
t een bus beschikbaar bi| aan-
in een pond koffie venal 65 ct
opschrift .suiker
Voor keuken of
249
lste kwaliteit WITTE SUIKER per pond 18 ct.
Abrikozen per pond 27 V2 ct. Tarwebloem 4 pond voor 25 ct.
Pruimen 12 '/z Zelfrijzend Bakmeel per pak 12V%
Pmimedanten 22 Havermout per pond 8
Stukjes Appelen32 Echte Javarijst p. pondspak 16
Californische Peren 2fe Maizena per pak 10
PRIMA ROOMBOTER p. pond 53 ct.
Margarine per pond 16 ct. Bruine Boonen 5 pond v. 27 ct.
Bakr en Braadvet pondspak 20 Witte Boonen 5 25
Edammer Kaasper stuk 125 Capucjjners per pond 10
Volv. Goudsche Kaas per pond 35 Walchersche Witte Boonen
Prima Leidsche Kaas 20 2 pond voor 21 cent.
BISCUIT ZAANSCHE MOLENS:
l»er pond 25 cent, per blik v. 3 pond (ruim 300 biscuits) 67 ct.
Zachte Zeepper pond 7 ct. Huishoudzeep 8 stukken v. 25 ct.
Zeeppoeder 4 pak voor 25 Stijfsel per pond 9
Toiletzeep per K.G. 65 ct.
Speciaal aanbevolen:
ONZE ALLERFIJNSTE KWALITEIT DESSERT-KOFFIE
per V2 pond 50 ct.
jROCTSTb EN VOORDEELIGSTE KRUI DEN IE RS BEDRIJF IN NEDERLAND
w« 0 n «n b 10 r g n londtr prijaverhooging aan huia.
GOUDA, Markt 51.
MARKT2
GOU DA
Korte Tiemdewag 22
GOUDA
WITTE DAMES
DOKTERS
KAPPERS
SLAGERS
WINKEL
UUOOull
KRUIDENIERS
1
KANTOOR
Wij hebben iets voor de meest verwende rookers
Verkrijgbaar bij:
SIGARENMAGAZIJN „LUCHTPOST K. L. M."
BURGEM. MARTENSSINGEL - TELEF. 2839
J. DE JONG, ZEUGESTRAAT No. 10. Tel. 2318
het batare rijwiel
UITSLUITEND EIGEN
FABRIKAAT -
CONST. HUYGENSKADE 150
tegen Bloedarmoede en Bleekzucht.
KLEIWEG 91 Tetef. 2018.
NEVENSTAAND
BESTAANDE UIT
8 Fauteuils en 4 Stoel»
MET VEEREN,
BEKLEEDING
MOD. VELOUR
NAAR KEUZE
OUDE BINNENWEG 85 - 87 - 89, ROTTERDAM
Op vertoon dezer advertentie franco thuisbezorgd.
.HETTRICOTHUIS".P. ALKEMA - KARNEMELKSLOOTI
.LINNEN STROOKEN voor Nachtzakken - Sloopen e« Lflhena»
Geborduurd met „GOEDEN NACHT" per strook 2025 en 66 eer
Scheepsbouwkundig juiste vorm.
Vraagt geïll. prospectus aan:
VENHUS Kanowerf, Zaandam of:
Scheltemastraat 12, Gouda. 15
BLOEMENMAGAZIJN
j van
GROENENDAAL 107
naar
Het eeuwenoude Rijk een den Njjl.
door
Dr. J. H. FREDERIKS.
De geschiede nis van Egypte, het eeuwen
oude rijk aan den Njjl, dat in Maart
van dit jaar den dag herdacht, dat tien jaar
geleden een constitutioneele regeering het
Engelsche protectoraat verving, is een der
merkwaardigste in de annalen der wereld-
liistorie.
De geschiedenis wordt onderverdeeld
in tal van tijdperken en vindt haar oor
sprong in de voor-dynastische periode van
omstreeks 4250 v. Ghr. De laatste periode
ia de „nieuwe geschiedenis", die in 1798 be
gonnen is.
Zoowel politiek als cultureel is deze
periode het tijdperk van de Europeanisatie,
merkwaardig vooral omdat het is verloopen
onder een Oostersche dynastie. Dit tijdperk
wordt verdeeldi in de periode van de Fran-
sche expeditie en de Turksche restauratie
pogingen (1798—1805), de tijd van jMo-
hammed Ali tot het einde der groote -
mogendheidperiode (18051840), de tijd
tot aan de bezetting door de Engelschen
(1840—1882); tot aan het Engelsche pro
tectoraat (1882—1914); het Engelsche pro
tectoraat tot aan de onafhankelijkheidsver
klaring (1914—1922).
Deze kleine opsomming van perioden, die
elkaar in zulk een kort tijdsbestek opvolg
den, bewijst reeds dat Egypte altijd een der
woeligste rijken is geweest van het Verre
Oosten; practisch gesproken is er vanaf de
vroege oudheid tot voor tien jaar geleden
aan één stuk door strijd gevoerd. Een strijd
die meestentijds was gericht tegen aanval
lers van buiten-af; Egypte is alle eeuwen
door een begeerenswaandig object geweest
voor de koloniale rijken. In de oudheid was
de strijd gericht tegen de Perzische en
Romeinsche macht; later waren het de ko
loniale mogendheden, bij uitnemendheid en
Frankrijk, die elkaar de Nyldelta betwist
ten. Waren er geen koloniale aspecten, die
de rust van Egypte bedreigden, dan werd
het gerommel hoorbaar van den heksen
ketel van Europa: de Balkan. Sedert 1100
na Chr. heeft de Turksche halve maan
dreigend over Egypte gestaan en een reeks
van Sultans, waaronder de beroemde
Mohammed Ali, hebben over Egypte ge-
heerscht. De Arabieren hebben zich even
eens niet onbetuigd gelaten; onder andere
heeft Egypte onder het bewind gestaan van
het bekende geslacht der Abassiden als een
vazalstaat van Ara'bië.
Zoolang Egypte onder het bewind van
een vreemde mogendheid stond en deze mo
gendheid krachtig genoeg was om zich te
handhaven, heerschte er in het land, be
trekkelijk gesproken, welvaart en nijver
heid, d«ch nauwelijks verschenen er nieuwe
kapers op de kust of Egypte was weer het
slachtoffer, waarop oude veeten werden be
slecht.
Het spreekt vanzelf, dat een dergelijke
staat slechts sporadisch in de gelegenheid
is om haar welvaart te ontwikkelen; de
vele oorlogen en niet te vergeten de vreem
de overheerachers mergelden het land tot
op het been toe uit.
Tien jaren van onafhankelijkheid hebben
het land dan ook veel goed gedaan, het is
thans gebleken dat Egypte wel degelijk
over de capaciteiten beschikt om zich in de
toekomst tot een welvarend rijk te ont
plooien. Tijdens de Osmaansche periode
van 18671914 werd voor de Egyptische
ontwikkeling door pasha Mehemet Ali reeds
de eerste steen gelegd.
De twistappel.
De „nieuwe geschiedenis van Egypte"
werd in 179® door Napoleon Bonaparte in
geluid met de Fransche expeditie die het
indirecte gevolg was van de koloniale con
flicten van Frankrijk en Engeland in Indië
en in de aangrenzende landen.
Egypte lag juist op de toekomstige ver
bindingsweg met Indië en de bezetting door
de Franschen was de verwezenlijking van
een oud plan; het doel was den Engelschen
voor te zyn. De Engelschen wisten echter
deze onderneming te fnuiken, want nadat
de Franschen op 2 Juli 1798 in Alexandrië
geland waren, vernietigde Nelson de Fran
sche vloot in de golf van Aboukir, waardoor
de mogelijkheid van terugkeer naar Frank
rijk voor het leger was afgesneden. De be
zetting van Egypte zelf evenwel voltrok
zich zonder veel moeite. Alleen de Mame-
loeksche 'beys, de overheerschers van dien
t(jd en hun legers waren in staat tegen
stand t© bieden, doch deze was spoedig ge
broken wegens hun militaire minderwaar
digheid; zij vluchtten naar het binnenland,
om betere tijden af te wachten.
De Franschen hadden zich aangekondigd
als vrienden van den Turkschen Sultan en
van den Islam en bevrijders van de Mame-
loeksche tyrannie, maftr by de bevolking
ontmoetten zy algemeen wantrouwen, dat
in den aanvang zelfs even tot opstand
leidde. Een van de oorzaken hiervan was
mi el, dat de Franschen genoodzaakt waren
in ruime mate gebruik te maken van de
diensten der inlandsche Christenen, die by
de Mohammedanen zeer gehaat waren. Het
duurde tot Juli 1799 voordat een Turksch
leger (waarbij zich Mehemet Ali als offi
cier bevond) in Alexandrië landde, om even
wel kort daarna geheel verslagen te wor
den. Bonaparte vertrok in Augustus van
da,t jaar naar Frankrijk en daarna hielden
de Franschen zich nog twee jaar staande
onder Kléber (vermoord in 1800) en Menon,
totdat zij in Augustus 1801 voor de Engel
schen en Turken moesten capituleeren. Hoe
wel de Fransche bezetting van te korten
diuur was geweest om veel invloed op de
cultureele ontwikkeling van Egypte te heb
ben, heeft zij toch indirect groote gevolgen
gehad, daar de studieën der aan de expe
ditie verbonden Fransche geleerden den
stoot hebben gegeven tot de moderne Egyp
tische studiën. In de nu volgende jaren
slaagde de Porte er niet in, haar gezag in
Egypte te herstellen. Op den duur werd
Mehemet Ali, die steunde op zyn Albanee-
sche troepen, de meest invloedrijke man in
het land, zoodat de Porte genoodzaakt was,
hem in 1895 als pasja van Egypte te er
kennen.
Osmaansche dynastie.
Mehemet Ali heeft aan Egypte een
dynastie geschonken, welke men wel, de
Khediven-dynastie noemt naar den tite,l
dien de Pasha's van Egypte van 1867 tot
1914 hebben gedragen. De huidige koning
Foead is uit deze dynastie voortgesproten.
Mehemet ALi wist in de eerste jaren door
krachtige maatregelen zyn positie te ver
sterken, vooral in 1811 door den moord op
de Mameioeksche beys, die steeds een op
roerig elemertt in den staat waren geble
ven. Hy bestuurde het land naar de tradi
tie der Turksche autocratie, doch zyn be
stuur onderscheidde zich van dat der an
dere Mohammedaansche overheerschers,
doordat hy piethodisch alle Europeesche
instellingen trachtte over te nemen, die
hem voor zyn plannen nuttig schenen. Daar
om liet hy tal van Europeesche (vooral
Fransche) deskundigen en instructeurs naar
Egypte komen, om hem by de hervorming
van het leger, den aanleg van kanalen, de
verbetering van het onderwijs en de maat
regelen ten behoeve van den landbouw van
advies te dienen. Zoolang Mehemet Ali
leefde, zorgde hy ervoor dat de invloed der
vreemdelingen niet te groot werd; de
Europeaniseering is in opzet zyn eigen
werk en was daardoor ook geen natuur
lijke cultureele evolutie van het Egyptische
volk zelf. De vice-koning bereikte echter in
zooverre zyn doel, dat hy Egypte tot een
zelfstandige politieke macht maakte, die
haar grootste uitbreiding kreeg tusschen
1833 en 1840. In dien tijd heeft hy ook
(Syrië beheerscht en in zijn conflicten met
den Turkschen Sultan (dien hy ondanks
alles steeds als zyn leenheer zeide te be
schouwen) drong het Egyptische leger on
der aanvoering van Ibrahim Pasja tot ver
met Lilian Harvey en Willy Fritsch
in den Nieuwen Schouwburg.
Lilian Harvey als „Christel"
„Het Congrps Danst", de groote amuse
mentsfilm van de Erich-Pornmer-nlm der
Ufa, die haar triumftochf vanaf Januari
reeds ioor vele plaatsen van ons land heeft
gemaakt, «vordt thans ook in den Schouw-
buig veitoond.
„Het Congres Danst t^-»k in Brussel,
Berlyn, I arys, Weenen en onden avond
aan avond volle zalen, in Amsterdam, Rot
terdam en Den Haag heeft deze buitenge
wone film eveneens vele weken gedraaid en
steeds maar weer was er groote belang
stelling voor deze rolprent met de bekoor
lijke Lilian Harvey als Christel Weinzinger
en haar partner Willy Fritéch als Tsaar
Alexander I van Rusland.
„Het Congres Danst", door de beroemde
filmproductieleider Erich Pommer op het
witte doek gebracht, speelt in Weenen in
het jaar 1815.
Toen Napoleon, de groote veroveraar, ge
vallen was, bleef het moeilijke werk over,
Europa opnieuw op te bouwen. De vorderin
gen van de verbonden mogendheden, de
wenscheni der verschillende machthebbers,
persoonlijke verlangens van de eerzuchtigen,
dat alles gaf een onontwarbare kluwen van
elkander tegenstrijdige belangen.
In de eerste plaats scheen een oplossing
door een algemeen congres mogelijk. Zoo
wel uit politiek als geografisch oogpunt
bleek Weenen voor dit congres de aangewe
zen plaats te zyn.
Zoo was Weenen eenige maanden van
het jaar 1815 de hoofdstad van Europa en
beleefde een tijdperk vol schittering.
Weenen, en in 't bijzonder het hof en de
adel, zetten voor dit buitengewone congres
in ieder opzicht hun beste beentje voor.
20.000 Grenadiers werden in de stad ver
zameld, allen in nieuwen tenue gestoken, de
beste dansers en danseressen uitParys
werden geëngageerd, evenzoo de grootste
acteurs uit Duitschland. De keizerlijke
disch heeft dagelijks ƒ50.000.gekost en
de 5 maanden van het congres kwamen kei
zer Frans op 40 millioen franken.
Eigenlijk was deze verkwisting zeer in
tegenstelling met de ellende der lagere
klasse, en ook de burgerstand leed nog
zwaar onder de gevolgen van het staats
bankroet van het jaar 1811, maar uiterlijk
was er van deze ellende niets te bespeuren
in den glans van de prachtige keizerstad.
De stroom der gasten begon al in Sep
tember, alhoewel het congres eerst in No
vember geopend zou worden.
Uit Rusland kwam Tsaar Alexander I,
Engeland werd door Castbreagt en later
door Wellington vertegenwoordigd, het
overwonnen Frankrijk zond Talleyrand.
Zeer talryk was natuurlijk de schare van
Duitsche vorsten en staatslieden, o.a. kwa
men de koning van Pruisen, de koningen
van Beieren en Wurtemberg.
Naast gekroonde hoofden kwam natuur
lijk ook éen groote menigte edellieden, ge
leerden en kunstenaars, pleizierreizigers en
ten slotte velen van twijfelachtig allooi.
Uit Oostenrijk zelf was vorst Mettemich
wel de bekendste persoonlijkheid, de man
die den grooten Corsicaan te slim af was
geweest en Oostenrijk een schitterende we
reldreputatie verschaft had.
De élite vond haar verzamelpunt behalve
bij het hof ook ten huize van eenige voor
name ingezetenen, wier „salons" van merk
baren invloed waren op het congres. Menig
gewichtig vraagstuk, hetwelk bij de offi-
cieele zittingen geen succes had, werd in een
vensternis onder de klanken van een senti-
menteele wals, of by het dessert in onge
dwongen kout opgelost.
De feestelijkheden namen in deze maan
den een zeer grooten omvang aan. Daar
waren de feestelijke ontvangsten der hooge
gasten, optochten en vuurwerken in het
„Prater", een volksfeest In „Augarten",
ontvangsten in Schonbrunn en ontelbare
bals. De muziekstad Weenen luisterde dit
alles natuurlijk met groote concerten op.
Beethoven componeerde twee cantates, op
gedragen aan „het congres". Het vroolijke
leventje, by dit congres geleid, werd voor
korten tijd onderbroken door den dood van
dén ouden vorst de Ligne, wiens lijfspreuk
in dezen tyd was en ook nu nog bekend is:
„der KongresB tanzt, aber er kommt nicht
vorwürts"..
Op den 9den Juni 1815 werd de kroon op
het werk gezet met de feestelijke ondertee-
kening van de congresacte, waarmede de
grondslag was gelegd voor het Europa van
de 19e Eeuw. Voor Weenen werd echter
een glanatijd afgesloten, die in de geschie
denis .zyn weerga niet vindt.
Deze glansperiode is in de Ufa-toonfilm
„Het Congres Danst" op schitterende wijze
vereeuwigd.
In deze waarlijk magnifieke film speelt
de bekoorlijke Lilian Harvey de rol van het
kleine handschoenenverkoopstertje Christel
Weinzinger, die oorzaak was dat Alexander
de Eerste van Rusland meestentijds op het
congres schitterde door afwezigheid. Z(j
was allerliefst, de kleine Christel. Willy
Fritsch, de beminnelijken bonvivant, kan
men bewonderen als den mondainen Czaar
en zijn dubbelganger, de Donaukozak
Uralsky, Conradt Veidt speelt Vorst Met
temich, de man die op het congres aan de
touwtjes trok. Lil Dagover is de geheim
zinnige comte8se en een van de meest in
tieme vriendinnen van den vorst. Haar
kunst om te verleiden mist ook ditmaal zijn
doel niet. Otto Walburg, geperst in den gou
den «rok van vleugeladjudant, was heel
grappig.
Er was voor deze film in den Schouwburg
op den eersten avond reeds groote belang
stelling. Geen wonder. Het oude Wienerlied
„Das muss ein Stück vom Himmel sein" en
„Das gibt's nur einmal" zijn door radio en
gramofoon reeds zoo bekend geworden, dat
het wel vanzelf spreekt, dat velen deze bij
zondere levensblije Ufa-film, die de beste
van het seizoen wordt genoemd, willen zien.
in Klein-Azië door. De inmenging van de
groote mogendheden (met uitzondering van
Frankrijk) was tenslotte noodig om aan de
ambities van Mehemet Ali paal en perk te
stellen. Hy was genoodzaakt den keizerlij
ken firman van 1841 te aanvaarden, die aan
hem en aan zijn geslacht het erfelijk stad
houderschap oVèr Egypte schonk en verder
de verhouding van deze provincie tot het
Turksche Ryk regelde. In het volgende tijd
perk bleef het sterk persoonlijk karakter
van het bestuur der Pasja's gehandhaafd.
Alleen werd de invloed der in het land wo
nende vreemdelingen en daardoor die van
de mogendheden grooter. Verder begon zich
in dien tyd langzaam een nieuwe geest in
Egypte te ontwikkelen, die tegen het einde
dezer periode tot de eerste uitingen van
nationalisme zou leiden.
De nationale geest ontwaakt.
Abbas I, de kleinzoon van Mehemet Ali
(18481854) was nog een Oostersch
despoot, die niets van hervorming wilde
weten, maar onder zyn twee opvolgers Said
en Ismail begon de onsystematische uitvoe
ring van allerlei grootsch opgezette wer
ken (w.o. ook het Suezkanaal), die alleen
gedekt konden worden door buitenlandsche
leeningen. De financiën geraakten allengs
meer en meer in de war en de hierdoor
steeds dreigender wordende buitenlandsche
interventie riep weer verzet wakker by de
jonge Egyptische intellectueelen. De schuld
van dezen rampspoedige ontwikkeling
wordt vaak gegeven aan den Khediv^ Ismail
Pasja, doch zyn voorganger Said had reeds
voor hem het hellende vlak betreden en
Ismail had al het mogelijke gedaan om een
catastrophe te vermijden, o.a. door in 1878
aan Egypte een constitutioneelen staats
vorm te geven. Van de buitenlandsche mo
gendheden was Frankrijk vooral geïnteres
seerd bij de Egyptische leeningen en Enge
land by den Egyptischen handel en van
187779 hadden deze beide mogendheden
een gezamenlijke controle op de financiën
uitgeoefend. Deze poging was mislukt door
de tegenwerking der nationale oppositie,
daartoe aangespoord door den ellendigen
toestand waarin de groote massa van'het
Egyptische volk verkeerde, tengevolge van
de buitensporige lasten, die moesten dienen
om de rente van de staatsschuld te dekken.
Eindelijk kwam de uitbarsting, de aanvan
kelijk door het leger beperkte opstand van
Arabi Pasja. Deze nam spoedig het karak
ter aan van een beweging tegen vreemde
inmenging en een incident in Alexandrië
werd de onmiddellijke aanleiding tot het
bombardement van die stad doo*. een En
gelsche vloot in 1882 en de daaropvolgende
bezetting van het land door de Britsche
troepen. De Khedive bevond zich tusschen
twee vuren en eindigde met zich aan de
zijde van de Engelschen te stellen. De En
gelschen hebben in dien tyd vele malen ver
klaard, dat hun doel volstrekt niet een per
manente bezetting van Egypte was en dat
zy zouden heengaan, zoodra de omstandig
heden het veroorloofden. Aan de oprecht
heid van deze verklaring behoeft niet ge
twijfeld te worden, maar de omstandighe-
Het aantrekkelijkste beroep is steeds
datgene, wat men nooit kan bereiken.
ONS ZATERDAG-FEUILLETON.
uit het Engelsch van
BARONES ORCZY.
bewerkt door
J. P. WESSELINK—VAN ROSSUM.
8
Wat hielp verder redeneeren Ik had reeds-
lang geweten, dat ik tm laatste zou toege-
wn. Ik was bemiddeld, myn eigen meester
ondanks tante Charlotte; ik had niets te
doen wk was nauwelijks dertig jaar; is het te
verwonderen, ^t de zuoht naar avonturen
e^en aan eiken Engelschman, myn verstand
reeds geheel had doem zwijgen Ik kon even
goed met Hugh Tankerville op zoek gaan-
naar oude Egyptenaren in onmogelijke,,
woeste streken, als op mogelijke patiënten
tc wachten in Harleystreet.
Ik stak myn hand uit naar Sawnie Girlie,
en zeide:
„Neen, Girlie, dat zal j« niet. Wanneer
zullen we gaan?"
HOOFDSTUK IV.
De rota van Aaubm.
Ongeveer een week later gingen wy op
reis; het zou my moeilyk vallen precies te
zeggen, hoeveel ik geloofde van Hugh's
hartstochtelijke theoriën.
Het geheel boeide mij sterk, en ofschoon
ik geen oogenblik de gedachte koesterde,
eenig ander levend wezen te zullen vinden,
dan woeste Bedouiney. en 'Tibitanen, in dat
gedeelte van de Lybische woestijn, hetwelk
wy dachten door te trekken, hoopte ik toch
beslist, dat wy eenige belangwekkende
overblijfselen zouden vinden van een groot
verdwenen verleden.
Hugh had een goede reproductie gemaakt
der beide rollen, terwijl hy hét origineel
veilig achter liet in een zware brandkast,
die was vastgeschroefd aan den vloer van
het museum onder de oude „Chesnut3".
Janet met haar dochter en schoonzoon zou
den zorg dragen voor het oude huis tijdens
de afwezigheid van den eiR-naar» en wy
gingen op reis.
Niemand, die ons ontmoette, hetzy te
Charing Cross of Parijs of achtereenvol
gens te Marseille of Cairo kon door oitó ge
drag vermoeden, dat wy iets anders waren
dan een paar jonge enthousiaste toeristen,
die het roemrijk land voor het eerst be
zochten, met geen ander uoel dan genot.
En onze geheele ziel was er op gericht, een
half vasteland te doorkruisen, om een volk
te vinden, hetwelk sinds ongeveer vijfdui
zend jaar uit de wereldgeschiedenis was
verdwenen.
De dTagoman, van wien wij de dahabyeh
en de bemanning huurde, die ons tot Wady-
Halfa de Njjl op zou brengen, waren spra
keloos van verbazing over de twee krank
zinnige Engelschen, die hardnekkig weiger
den andere dan terloops te kyken naar de
heerlijkheden van Thebes en Luxor of hier
en daar te landen of tijd te verliezen.
Ik kon natuurlijk niet precies Hugh's ge
dachten en gevoelens nagaan; terwijl ons
vaartuig stil en langzaam de heilige en
historische rivier opvoer, 's Avonds, als het
water donker en vredig was, en de maan
zilverachtig stralend scheen op dadelpalmen
en verwijderde moskeeën, op zandige oevers
en majestueuae ruïnen hurkten de bootslie
den, die wy van tamboerijnen en darabuka's
hadden voprzien, op het dek en zetten een
van hun droefgeestige eentonige melodiën
in. Dan zag ik, hoe Hugh's oogen verlan
gend en zoekend waren gericht op dien ver
wijderden horizon in het Westen en ik zelf
de koele, zakelyke Brit die ik was, be
gon te droomen van het volk, hetwelk wy
besloten waren te vinden. Ik zag, terwyl de
dahabyeh geruiachloos voortdreef de groote
processie der zwervende troepen, die hun
geboorteland verlieten, ontheiligd door den
onoverwiimenden vreemdeling, zoekende
naar een nieuwe en roemrijke rustplaats in
het verre Westen,
De groote en geheimzinnige vlakten der
Lybische woestijn werden in mijn geest be
volkt met hoogepriesters, gphuld in slee-
pende gewaden en de huid van den luipaard;
door priesteressen met zwaar gevlochten
pruiken en priesters met geschoren kruin,
door mannen en vrouwen hoekig en groot,
zwart, met zware kaakbeenderen, platte
voeten en groote oogen, zooals wy ze zien
uitgebeeld op oude graftomben en papyrus
rollen. Het was "my, alsof ik de eentonige
zangerige klanken hoorde der oude Egyp
tische taal, waarmede de goede, oude heer
Tankerville mij had bekend gemaakt; de
lucht werd vervuld van geluiden van de
sistrum en de trommel, en het hooge papy
rus gras waar wij langs voeren, scheen een
lang gerekten zucht te zenden, naar het
roemrijk verleden.
Overdag studeerden wy hard in de Egyp
tische grammaire van Champollion en den
heer Tankerville, en terwyl ik nu en dan
toegevend glimlachte over het geduld van
Hugh en zijn ijverige studie eener taal, die
ik dood waande, trachtte ik toch met hem
te wedijveren by de pogingen om de vele
moeilijkheden te overwinnen. Wy oefenden
elkaar dagelijks in het spreken en hielden
elk een dagboek by, geschreven in hiëro
gliefen en spijkerschrift.
Voordat wij Wady-Halfa bereikten,
maakte het verstand vertegenwoordigd door
myn nederig persoontje, een laatste over
eenkomst met het enthousiasme, dat door
Hugh werd verpersoonlijkt.
„Luister eens, Girlie", zeide ik op een
avond tegen hem, toen wy op ons gemak
op het dek van de dahabyeh zaten te roo
ken, „ik ben heel bly, je op welk dwaas
avontuur dan ook, op dit donkere en inte
ressante vasteland te vergezellen, en de
Lybische woestijn is even goed als eenige
andere plaats om zes maanden in je gezel
schap door te brengen, maar toch ben ik
niet voldoende begeesterd voor de weten
schap om den kans te wagen van honger
en dorst om te komen, in de een of andere
verschrikkelijke wildernis. Toen Rholfs ^ien
tocht beproefde te doen, dien wy nu voor
nemens zyn te ondernemen, moest hy het
opgeven, omdat een reeks ontoegankelijke
en verschuivende duinen recht voor zyn pad
in de woestijn oprezen."
,J3ij begon te Beni-Adin en Assuan en..."
„Dat weet ik. Wy beginnen aan een ge
geven punt de graftombe van den ge
storven priester en je bent er zeker van,
dat wy in een rechte lijn ten Westen van
de graftombe zullen vinden, dat de genoem
de reeks ontoegankelijke duinen niet ontoe
gankelijk is."
I „Ik ben er beslist van overtuigd, dat de
i Grieksohe priester er door heen ging."
„Heel goed, dit is mijn voorwaarde. In
dien, beginnende bij de graftombe en rei
zende naar het Westen, wij merken, dat wij
recht voor ons er niet door kunnen, moet
je my plechtig beloven, dat je niet het een
of ander dwaas plan zult koesteren, de
woestijn door te zwerven, om ingebeelde
wegen te zoeken, die toch verdwenen kun
nen zyn, of een ellendigen en roemloozen
dood zult zoeken in het doolhof van de ver
schroeiende woestenij.
Hy keek my aan en glimlachte. Ik was
half beschaamd over myn drift en myn ver
waanden toon, want ik had zeer plechtig
gesproken.
„Dat kan ik je veilig beloven, oude jon
gen, want ik ben zeker, dat w\j den weg
zullen vinden."
(Wordt vervolgd.)