I Deze Courant komt in vele duizenden gezinnen. Gegarandeerde oplage 6500 ex NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN B!S^BACHT’ BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, IMEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWUK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. He. 18123 Ditblad verschijnt dagelijks behalve op Zon-en Feestdag, EERSTE BLAD 71" Jaargang Bahlmann Loste bladen uit het Dagboek van een Gouwenaar. Zaterdag 22 October 1932 lyjKEN!r EEN GOED ADRES Wat de Mode brengt i Brengt BAHLMANH 1 nimmer 20 ---4"'">---- Pit nummer bestaat uit twee bladen. Ik zal Koperwiek een klimtol schenken. Vwr da Hul wouwen zegt alles de Modelwasscherij Fa J. H. VAN STRAATEN kwartaal 2.25, pr 12 cent, overal waar i vóór de plaatsing te zijn. g- om- GÜtDA Weigert namaak! en Tabletten I wanneer op de van den fabrikant eerste Dü 'c een maar „De stadsmensch heeft zijn verdriet en hij heeft de straat.” PIRANDELLO. I Vraagt de echte Poeders Echt zijn ze alleen, verpakking de naam in nevenstaande handteekening 7- voorkomt. KOMT U EENS ter geworden zouden zijn, en de mijnen hun buitenlandsch afzetgebied verloren zouden hebben. Enkele mjjnen schijnen het standpunt in te nemen, dat verhooging van niet te kort zullen worden gedaan. Spreker betwijfelde dit, en wees er op dat juist in. de mijnstreek, waar geen of weinig concur- rentie is van buitenlandvehe mijnen, de de- I tail prijzen hoog zijn, J Contingenteering zou. .voof de afnemers-,, fiO IIMHE C 01 HAM jtmceic mynen scnynen new bwuujiuiiv t 2. _„Z 1 prijzen niet j’ zal plaats hebben en den consumenten dus i zeker geen voordeel leveren, evenmin voor de producenten, <fie later den terugslag zou den voelen. Maar bovendien, het zijn wel is waar moeilijke tijden voor de mijnen, even- als voor zooveel andere industrieën, maar van nood-toestand mag niet gesproken wor- ADVERTENTIEPRUS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring) 1—5 regels ƒ1.80, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkringi 15 regels 1.55, elke regel meer 0.80. Advertentiën in het Zaterdagnununer 20 bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN14 regels 2.25, elke regel meer 0.50. Op de voorpagina 50 hooger. Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bij contract tot zeer gereduceerden prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van «oliede Boek handelaren, Advertentiebureux en onze agenten en moeten daags aan het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd t geering het maar vinden wil. Er zijn zeker weinig woorden, waarvan meer misbruik wordt gemaakt dan van het wuord „geld”. Voor den eenvoudigen man is geld de sleutel, die alle deuren, door welke men tot bevrediging van zy’ne behoeften kan komen, doet opengaan. Men ziet het immers dagelijks. Als men geld heeft, kan men in eiken winkel terecht. Men vergeet echter, dat geld alleen een bewijs is, af ge geven voor aan de maatschappij bewezen diensten en recht gevende op eene zekere hoeveelheid van de producten en diensten van anderen. Zoodra echter niet meer ge produceerd wordt, verliest ook het geld zijn waarde. Zeker, wij hebben bij de Nederlandsche Bank een goudvoorraad van om en by de 1000 millioen gulden. Daarvoor kunnen wjj ons in het buitenland voorzien. Over 8 mil lioen Nederlanders verdeeld, is dit echter weinig meer dan ƒ120.per hoofd. Onze voornaamste rjjkdom bestaat niet in geld, maar in goederen: huizen, landeryen, schepen, fabrieken, voorraden van allerlei soort. Het grootste deel van deze goederen is echter waardeloos, als men ze niet pro ductief kan aanwenden. Men kan met land, met schepen, met fabrieken zelf de maag niet vullen. Men kan het alleen wanneer zij geëxploiteerd worden. Sommige van deze goederen kan men evenals het goud naar het buitenland uitvoeren ter betaling van aangekochte levensmiddelen. Maar men slacht daarmede de kip, die de gouden eieren legt. Zoo zou het halen van het geld, waar het is, onze volksmassa wel eens ter dege kun nen tegenvallen. En wat voor haar ook eene groote teleurstelling zal zjjn, is, dat het in huizen, landeryen, fabrieken en schepen be legde vermogen aanstonds een groot deel van zijne waarde zal hebben verloren, door dien deze zaken niet worden onderhouden en aangevuld. Hetzelfde geldt ook van de voorraden van allerlei verbruiksgoederen, die ieder voor zijn persoonlijk gebruik bezit. Meubelen, kleeren, allerlei huishoudelijke artikelen worden door de crisisellende wel opgebruikt, maar niet onderhouden en aan gevuld. Door dit alles ontstaat aanstonds pene groote verarming. Wjj spraken tot dusver nog alleen over kapitaal. Nog noodlottiger dreigt de ver arming te worden met betrekking tot den anderen productiefactor, den arbeid, de volkskracht. Als het nog zoo een poosje doorgaat, bestaat de bevolking voof een groot deel uit menschen, die door de werk loosheid het werkpn hebben verleerd of die het door dezelfde oorzaak nooit hebben ge- ’eerd. Eerst iets over de eerste categorie. Hoe <root is niet het aantal personen, in de kracht van hun leven, die óf gedwongen ziin hun tijd in ledigheid door te brengen, óf hunne krachten moeten verspillen aan het '-■’’Mrhten van onproductief werk. En in b'ida gevallen met het ontmoedigende be- "of. dat zij. als de crisis aanstonds mocht rindigen, door ontwenning aan den arbeid of doordien zij te oud zyn, bij de productie ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad per kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt. Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad ƒ8.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bufeau: MARKT 31, GOUDA, onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zjjn dagelijks geopend van 9.-6 uur. Administratie en Redactie Telef. Interc. 2745. Postrekening 48400. waarschynlyk gfooter zyn dan de produc tie in de jaren 1929 en 1930. Crisis op onze steenkoolproductie van wéinig invloed. De wereldcrisis is dus wat de productie van steenkool In Nederland en het aantal arbeiders betreft van weinig invloed ge weest. Een ongeveer gelijke productie als vorig jaar is verkregen met 5 pet minder personeel. Daarna besprak de heer Koster de af zet en de prijzen, welke men heeft kunnen be-, dingen. Neemt men het verschil waarde van in voer en uitvoer over de eerste negen maan den van 1931 en 1932 dan ziet men dat in: 1931 betaald werd 73.661.000 verminderd met 33.090.000 dus 40.571.000; 1932 be taald werd 40.407.000 verminderd met 24.718.000 dus 15.689.000, dus in 1932 24.882.000 rond 25.000.000 minder aan in 1931. De betalingsbalans over dg, negen maan den Januari/September 1932 werd voor de steenkolen-industrie vjjf en twintig millioen gulden gunstiger dan over de maanden Januari/September 1931, gedeeltelijk een gevolg van goedkooper steenkolen en van minder verbruik in Nederland. niet meer als volwaardig arbeider een em plooi zullen kunnen vinden. Er is echter ook nog eene andere cate- wggorie. Het zyn de tallooze jonge menschen, ons land, zoo hoort men zeggen, als de Re- j d*e niet in de gelegenheid worden gesteld --om het werken te leeren en aanstonds, wan neer de crisis over is, de leerjaren zullen zyn gepasseerd. Veel treuriger nog dan hier te lande ziet het er in dit opzicht in Duitschland uit. Dezer dagen lazen wij daarover eenige be- schouwingen. Van de leerlingen, die dit jaar de volksscholen hebben verlaten, kunnen geacht worden 10 h 15 naar vakscholen en inrichtingen van voortgezet onderwijs te zyn gegaan. Zonder zekerheid intusschen, dat zjj, als zjj deze inrichtingen hebben doorloopen, werk zullen kunnen vinden. Van de overigen, die dus zonder verdere school opleiding in het bedrijfsleven geplaatst moe ten woeden, heeft een klein gedeelte een plaats als volontair gekregen. Men mag zoodoende wel aannemen, dat 50 75 van deze jonge menschen niets omhanden heb ben. Dit komt dus hierop neer, dat er alleen dit jaar een kwart millioen jeugdige werk- loozen zjjn bjjgekomen. Voorts werd becijferd, dat in 19291931 2.3 millioen jongens de Duitsche schoolban ken hebben verlaten. Hiervan hebben, naar de schrijver meent te weten, ongeveer 750.000 nog geen emplooi kunnen vinden. In totaal schat hij het aantal jongelui onder de 25 jaar, die werkloos zjjn, op ongeveer 2 millioen. In de Rijnstreek, zegt hjj, is 80 van de jongelui tusschen 14 en 25 jaar voortdurend zonder werk. Het ligt voor de hand, dat van een groot deel dezer jonge menschen de voeding zeer onvoldoende is en dit wel in de periode van den sterksten groei. Naast het groote kwaad, dat deze jongelui geen werken lee- ren en later lichamelijk niet tot werken in staat zullen zyn, treedt nog een ander, mis schien nog grooter kwaad op. Wy bedoelen 1 de demoralisatie, die van het niets doen het>' gevolg is. Zoolang de jongelieden nog een liefderijk thuis hebben, gaat het nog. Hoe velen zyn er echter, die óf in het geheel geen thuis meer hebben óf slechts een thuis, waarvan niets meer ten goede kan uitgaan. Voor hen is het doelloos rondslenteren op straat de eenige afleiding, die het leven biedt. En de behoefte aan activiteit, die ieder jong mensch in zich voelt, vindt vooral twee wegen zich te uiten. De eene is de misdaad, de andere deelneming aan de demonstraties der extremistische politieke partijen. Moorden, roofovervallen, inbraken en rooftochten van werklooze jongelui zyn da gelijks voorkomende feiten. En dat onder deze jongelui het materiaal is te vinden voor de communistische en nationaal-socia- listische beweging, ligt ook voor de hand. Als men het oog richt op de verarming van de maatschappij en op de verwildering, welke de crisis met zich brengt, dan moet men al van zeer optimistischen aard zjjn, als men nóg durft hopen op eene betere maatschappij. Het schjjnt inderdaad, of de beschaving, waarop wjj zoo prat gaan, haar ondergang tegemoet holt. Zal zy op haar weg tijdig worden gestuit, dan is dit o.i. slechts mogeljjk door het optreden van de dictatuur of doordien de democratie tot het inzicht van hare fouten komt. Wjj hopen het laatste. Die hoop vindt vooralsnog echter in hetgeen men dagelijks ziet gebeuren, weinig voedsel. Is Contingenteerlng^an den koleninvoer wenschelijk? t Ir. J. Koster beantwoordt de vraag ten stelligste ontkennend. Op een vergadering der Kamer van Koop handel en F abrieken voor de Zu®-Liiftburg- 1 sche mijnstreek te Heerlèn h«et’t ir. Jan 1 Koster, lid dier Kamer en directeur van Mjjnbouwkundige Werken, lief der Eerste Kamer, een rede gehouden, ^aarin hij i krachtig de meening heeft vudedigd, dat l contingenteeren van den tyjlentnvoer niet alleen een nadeel voor ons land, maar ten slotte zelfs voor onze steenkolenmijnen ial zijn en voorts, dat de uiterste noodzaak om tot dezen maatregel oveF® gaan bij onze t teenkolen-industrie allerminst bestaat. Ir. J. Koster heeft zyn standpunt staafd met vele statistische gegevens trent productie .prjjzen, export en import '.an steenkolen. De steenkolenpryzen zjjn in de laatste maanden zeer gedaald en daarin zag de spreker de aanleiding voor sommigen om aan te dringen op contingenteeringsmaatre- gelen. Redenen worden daarbjj niet voldoende opgegeven. Een daling van de prjjzen op de wereldmarkt mag geen aanleiding geven tot contingenteering. Slechts dumping van uit het buitenland mag in zeer ernstige omstandigheden ons er toe brengen te gaan I contingenteeren. Zoover is het zeker nog niet gekomen. Om dat aan te toonen gaf de heer Koster, aan de hand van de gegevens van het Cen traal Bureau voor de Statistiek een over zicht van den stand der zaken gedurende de drie laatste jaren. De steenkolenproductie was in de jaren 1 1929, 1930 en 1931 resp. 11.581.000 ton, 12.211.000 ton en 12.901.000 ton. Een regel matige styging dus. In 1932 was de productie in de eerste acht maanden 8.309.000 ton tegen 8.471.000 ton in de eerste acht maanden van 1931, dus een kleine achteruitgang van 162.000 ton of van 2 pet. Het aantal arbeiders in de steenkolenmij nen in Nederland was in 1929: 35.485; 1930: 37.553; 1931: 38.188 en in Augustus 1932 36.001. Het aantal arbeiders was dus in vergelij king met 1931 met circa 2000 man achter uitgegaan of te wel ruim 5 pet., doch was j grooter dan in 1929. De productie is echter vrywel constant gebleven, in hoofdzaak dank zij de technische verbeteringen in den laatsten tijd in het mjjnbedrjjf aangebracht. Waren de steenkolenpryzen geljjk geble ven, dan zou deze verandering, hoe onaan genaam ook voor de ruim 2000 arbeiders, die ontslag hadden moeten nemen, uit een economisch standpunt bekeken niet ongun stig zjjn geweest. Toch is een achteruitgang in personeel van 5 pet in de tegenwoordige crisistijden I slechts zeer matig te noemen en menige onderneming zou zeer tevreden zjjn, indien de achteruitgang niet gróoter was. De productie in 1932 is voor de negen maanden vrjj normaal geweest, geheele jaarproductie zal vermoedeljjk .1.^ van hliivpn n Productie vrjjwel afgezet. De Limburgsche Steenkolenmijnen hebbe i tot heden hun productie vrjjwel kunnen af zetten. De productiecijfers toonen dit aan. De export is eenigszins achteruitgegaan maar de import is veel meer verminderd in ons land. De prjjzen zijn, in overeenstem ming met andere landen achteruitgegaan. Is er nu reden om over te gaan tot con tingenteering Voor Nederland in zjjn geheel zou dit met groote bezwaren gepaard gaan, doch de heer Koster verklaarde dat ook de Limburgsche Industrie er geen baat bjj zou hebben, ja zelfs, dat het op den duur scha- deljjk zou zjjn voor de Limburgsche steen kolenmijnen. Deza passen zich op het oogenblik uitste kend by de toestanden aan. Alles daalt in prjjs, zoo ook de steenkolen. Export en import nemen af, doch niet zoodanig, dat het economisch bestel in de war wordt ge bracht. De handel met het buitenland neemt wel af, maar de mynen blyven hun afzet gebied in het buitenland behouden, zjj het dan ook in mindere mate. Contingenteering brengt geerf ver betering. Contingenteering, waartoe men slechts1 in j - ifou de toe- j hoogste - - --T- 1 1 ver- I beteren ten koste van de consumenten. Doch cn daten het zou ten gevolge hebben, dat straks de hand moeilijkheden in meer no-rmale tijden groo- i Sche _Mk.,n v0Qr 1 h ook. weinig onder die van 1931 blijven. IBI M. RKVKRKBRK IBI UI L. Tisndcwaf 86 RADIO - ELECTRA Vermindering van kapitaal en van arbeidskracht. Er loopt onder het volk eene soort legen de, door eene zich hare verpntwoordeljjkheid niet voldoende bewuste volkspers gevoed, dat de ellende, die er tegenwoordig is, wel te lenigen zou zjjn, indien men de bezitters inaar beter aaripakte. Er is geld genoeg in Prachtige Winterstoffen, mooie Bontkragen, vlotte modellen en wat goedkoop.;.... Dit zult U zeggen als U de nieuwe Mantels van BAHLMANN ziet! Onze sorteering in Zwart, Grijs, Bruin en Blauw is werkelijk iets hij zoyidArs Voor ’ft REGENMANTEL naar BAHLMANN. U slaagt zeker. Zaterdag 15 October. Op geregelde tijden breng ik 'n bezoek aan de hyper-inoderne appartementen die mijn vriend Caret van Mandere bewoont in één der pe ree eten aan den Kleiweg. Speciaal de Zaterdagavond pleeg ik op deze wijze door te brengen; gezeten voor het breede raam in een van die hoogst stijlvólle maar buitengewoon ongeriefe lijke gaspijpfauteuils. Wij zien dan tevreden-glimlachend neer op het boute gewoel ider menigte en filosofeeren over 7 gedwee-e sloven van terdege afgerichte huisvaders-pantoffel- helden, over de rondtrekkende gezinnen in uitgaansstemming en over de span nende nooit-eindigende jacht der jonge lieden; de vaste stamgasten bij het hazardspel van de liefde. Ook hedenavond verliet ik mijn stille woning aan de sluimerende Spiering- t straat en spoedde mij naar meergenoem de vqztrekken. ^ni^njeMandere voor 't raam en yè-yo^Ie. ^iefl(jk'gleef^^^ het kleine bolvormige schijfje op en neder langs het magische touwtje, terwijl de kinderlijk-verheugde eigenaar met glin sterende oogen de bewegingen volgde. „Sijbrand zoo riep hij op verrukten toon Sijbrand, hoe heerlijk is t spel met den klimtol (van Mandere veraf schuwt vreemde woorden). Wat 'n rust geeft 't aan ons overprikkeld, overspan nen zenuwstelsel Weldadig en zalig is dit zachte, geregelde, sierlijke bewegen!” Ik ben een tégenstander van het yo-yo- spel. Volgens mij is het enkel een bewijs temeer dat de mensch is een kudde-wezen en anders niks. Ik antwoordde dus niet, maar nam zwijgend plaats en staarde naar buiten, naar de straat. 7 Was 't gewone schouwspel, de Ker mis des Levens. Onophoudelijk schoven twee menschenopiocfiten langs elkaar heen. Gejoel en tumult van stemmen drong tot ons door. Plotseling ontwaarde ik twee lieden met bloote hoofden. De eene had rood haar, dat was warempel Koperwiek, de andere droeg een baard en kwam mij ook bekend voor. Zfj trachtten ’n gedrukt blaadje te verkoopen en prezeh dit luid- keels aan. 1 Ik schoof 't raam op en luisterde „Eén miljoen - tweehonderd - duizend voor 'n doodgewone Koningin 1” schreeuwde Koperwiek. „Strijdt tegen 't fascisme I Weg mei je handlangers van ‘t kapitaal!” riep de andere. „Koopt en leest de Fakkel!" jubelde mijn boekhouder. „Kritiek op het regee- I ringsbeleid I jk sloot het venster en wendde mij ver- ontwaardlgd tot Van Mandere •uiterste nood mag overgaan, zou de tne- j Maar deze hij^ef Jlan- standen niet verbeteren. Ten hoogste zau standlnm«-verb,Vd^ het de prjjzen tjjdeljjk voor de mijnen ver- zende oogen naar het regelmatig rijze beteren ten koste van de consumenten. Doch i en dalen van den klimtol aan zyn rechter- het zou ten gevolge hebben, dat straks de hand, totaal afgestorven van alle aard- - - -t beslommeringen, ontoegankeltjic andere .aandoeningen, welke dan

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1932 | | pagina 1