E
Jlttractiemfcoop
Frans van Camp
600N EDERL AN D5CH E ARBEIDER5
STAAN GEREED 011 00K
UW LEPELS EN VORKEN TE MAKEN
GERO-ZILVEP
ZILMETA
JAC. MUL
Ts Ctallem
Foto-Albums
FOTOHANDEL H. J. DAEMS
ZEER TALRIJK
Leen Brandse
Leert nu Autorijden
GOUDSCHE COURANT ZATERDAG 22 OCT. 1932 - TWEEDE BLAD
PIANO KRUISSNARIGTÏÖÖ;. - ORGErélegTT^
f 132.SO
bij Fa. J. T. KERPER Zn.
Een Demi-Saison of Winterjas
bij T. C Reparon, Keizerstr. 38, Kleermakerij
4 Bestelbiljet
EEN NEN5CHENLEEFTIJD GARANTIE
VLEKVQIJ DOOR EN DOOD
KWALITATIEF AAN DE SPITS' VOORDEELIG IN PRIJS
NEDEULANDSCH FABRIKAAT
Hoeden
Petten
Overhemden
RECLAME
Houtwaren
Een Regentendagboek uit de 18e eeuw.
Brieven uit de Hofstad.
De geheimzinnige ver
dwijning van Robert Grell.
f^GOUDA-
1 £'J &E5TR.7S"dO-62
m.3S«vi(2LUNehT
\ZE HAtlSTRA
vindt U in groote sorteering by
ZEUGESTRAAT 56.
NIEUWSTE DESSINS. 'PRIJZEN VANAF 10 CENT.
RADIO „WECO" met 6 Watt eindlamp en Electr. Dynamische Luidspreker
KARNEMELKSLOOT 122 TE LEF. 3157.
naar mant voor I ZO.
zijn de bestellingen, welke de uitgevers A. BRINKMAK ZOON
ontvingen op de
NIEUWE UITGAVE 1932/1933.
Nog bestaat.de gelegenheid voor hen die hun bestelbiljet nog niet
inleverden, een of meerdere ex. 0.25 ingenaaid of 0.50 gecai ton-
neerd te bestellen.
ISP Let wel, na de verschoning wordt de prijs 0.40 resp. 0.65.
Men zende dus onderstaand biljet nog omgaand in.
I5rP Geen Gouwenaar kan deze practische Gids ontberen!
Ondergeteekende bestelt hiermede bij de Uitgevers
*A. BRINKMAN ZOONMARKT SI, GOUDA
Et. GOUDSCHE VRAAGBAAK uitgave 1982-19SS.
Prijs tot de verschijning f 0.25 -per ex-
Ex. Idem gecartonnee-rd 0.50 (na de verschijning f 0.65)
Indien men zijn exemplaren door taisschenkomst van een Boekhandel
wenscht te ontvangen, gelieve men den naam van dien Boekhandel te
vermelden.
Modellen, ontworpen door Nederlandsche
kunstenaars Hollandsche zilvermodellen.
Lepels en vorken vanaf fl. 16.50 per dozijn.
Cassettes met tafelzilver voor 6 personen
vanaf fl. 45. met monogram fl- 48.75.
Gratis bijlevering der elegante cassette.
Geen vlekken meer geen lastig poetsen.
Blijvend bestand tegen azijn, mosterd en
andere scherpe stoffen. Onverslijtbaar.
Lepels en vorken vanaf fl 6.60 per dozijn.
Cassettes met tafelzilver voor 6 personen
vanaf fl. 28.45, de fraaie cassette inbegrepen.
Notaris Mr. H. C. J. M. FRANKEN
te GOUDA,
zal verkoopen op
MAANDAG 7 NOVEMBER 1932,
n.m. 7t/2 uur in het Café „DE HAR
MONIE" aan de Markt, aldaar:
met Erf aan de Kleiweg nr. 16 te
Gouda, verhuurd tot 31 December
1932.
Betaling 8 December 1932.
Bezichtiging volgens plaatselijk
gebruik.
DENK VOORAL AAN DE
van
bij
Bij aankoop van minstens 10.
ontvangt iedere kooper tot en met
St. Ni col aas
EEN MOOI SCHILDERIJTJE
CADEAU.
ZEUGESTRAAT 8.
Zeeuwscha Eigenheimers
en Bravo's
Uitsluitend prima kwaliteit
tegen lage prijzen bij
SPOORSTRAAT 31
TELEFOON 2955 -
van ouds bekend adres.
Op WOENSDAG 26 OCTOBER 1932,
's morgens 10 uur, zal door de Deur
waarders VAN DE WERVE en DEN
BÖER aan de Karnemelksloot te
Gouda worden verkocht
afkomstig van onteigend graanpak-
huis te Waddinxveen, waaronder
zware planken, balken, ribben, schro
ten, deuren, kozijnen, enz.
Clublessen 0.50 per uur
Privélessen ƒ2.
Nette bediening.
Prachtige wagens.
SPOORSTRAAT 35 - GOUDA.
VI.
„16 April 1762 ten selven dage ontfan-
„gen twee pakkies in 't Eerste was 24 gl.
„synde mantellaken 't geen aan de Ma
gistraat alleenig werd gegeven en 30 gl.
„synde wethouders geld 't laatste werd
„alle drie maanden gegeven.
54—,,—,,
Het „mantellaken" was een vorm van
salaris van de leden van de Magistraat.
Oorspronkelijk was hun dat geld gegeven
om er het laken voor te koopen, waarvan zy
hun ambtscostuum, den wethoudersmantel,
moesten laten maken.
In latere tyden echter staat het hun vry
dat geld naar eigen believen te besteden.
Het „mantellaken" is dan een onderdeel van
het salaris geworden.
In ons wetboek van koophandel vinden we
iets dergelijks in het „kaplaken des schip
pers".
„6 April Magistraat present alle.
„Den Baillu versoek apprehensie cor
poreel op (in hechtenis te mogen nemen)
„de persoon van Jan Verwint alias (byge-
„naamd) Jan den Bult, voorgevende (dat)
„de suppte (verdachte) zig quam op te
„houden (zich bezighield met) gestoole
„goederen te koopen volgens de attes
tatie (verklaring) van verscheyde
„Luyde.
„Dog 't bleek niet dat de Magistraat
„zoo veel fondament in de attestatie
„vond door de Baillu opengelegt (Doch
„het bleek, dat de Magistraat de door
„den Baljuw overgelegde verklaringen
„niet heel sterk vond) waarom den Bail-
,Ju syn versoek is afgeslagen. Edog
„(echter) aan Syn Ed. overgelaten om
„hem te dagvaarden voor de eerste Ma
gistraat (tegen de eerstvolgende zit
ting van de Magistraat)."
Hier deed zich het geval voor, dat de ver
dachte dadelyk terecht moest staan voor de
Magistraat en niet voor de gewone schepen
bank.
De Magistraat was ook de rechtbank,
waarby men in hooger beroep ging.
„11 Uren hebben Baillu en Scheepenen
„persistit genomen op de poort over Ma-
„rigie Mison Huysv. (huisvrouw) v.
„Laurens Engelen, die tegens haar ban-
„nissement (verbanning) was binne (in
„de stad) gekomen en vleeselyke conver
satie gehouden te hebben met een (een
„zekeren) Ary Hage.
„Eenige artikelen haar gevangene
„voorgeleesen synde heeft sy verklaart
,,'t de waarheyd te syn en vervolgens
„haar confessie (bekentenis) ondertee-
„kend, en versogt genade."
„Baillu en Scheepenen hebben persistit
genomen over Marigie Mison" beteekent in
dit verband, dat de Magistraat had besloten
de strafrechtelijke vervolging tegen Marigie
Mison, die zich reeds in hechtenis bevond,
voort te zetten.
Dat besluit was genomen „op de poort".
Nu zou men geneigd zyn hier te denken aan
de „poort" in de Groeneweg, het vroegere
politiebureau. Dat is echter niet het geval.
Met „de poort" werd bedoeld de Tiende-
wegspoort, die zich bevond ter plaatse, waar
tegenwoordig de Tiendewegsbrug over de
Singel ligt. Het water van de Fluweelen
singel stond in dien tyd niet in regelrechte
verbinding met den Bleekerssingel; het
stroomde langs de Wasschery en de Stoom-
ververy in Klein-Amerika naar de Karne
melksloot. De Karnemelksloot stond, even
als nu, in communicatie met Jen Bleekers
singel.
In een vertrek boven den poortdoorgang
werd in den regel het onderzoek in straf
zaken, of 2ooals men toen zei, de examina-
tie, gehouden.
Uit het „examinatieboek" blijkt, dat aan
Marigie Mison, ,,'s Heeren gevangene", een
aantal vragen werden gesteld, „articulen",
zooals toen de benaming was, welke vragen
door Scheepenen op verxoek van den „Heer
Baillu en Schout" werden gedaan.
Marigie Miaon was ,,'b Heeren gevan
gene", d. w. z., zij werd beschouwd gevan
gen te zitten op last van den „Heer". Met
den „Heer" werd bedoeld de souverein. Die
souverein was niet de Stadhouder, maar
waren de Staten van Holland en Westfries
land. De baljuw was de vertegenwoordiger
van den souverein; hy had Marigie Mison
gevangen laten zetten en rechtsingang tegen
haar doen verleenen.
Uit de by de vragen gestelde antwoorden
blykt, dat Marigie Mison tusschen de 39 en
40 jaar oud was en in de Messemakers-
steeg woonde. Haar „kostwinning" was
pypmaker. Zy was „getrout" met Laurens
Engelenbergh. Haar man was echter „eenige
jaaren geleden naar Oostindien gevaren".
Hy was tussenbeyden weer thuys geweest
en een jaar geleden weder derwaarts ver
trokken". Op de vraag, of haar man „niet
als nog in de Oostindien ende in levende
lyve was", antwoordde zy, nog „geen be-
scheyd van hem gehad te hebben".
Toen kwam de beslissende vraag;
»Of sy gevangene niet weet, dat sy op
den 20 Juli 1757 ter zake van begane over
spel gepleegt met Eenen Teun van Heuke-
len, en naderhant met de Persoon van Ary
Hagen is gebannen geworden voor den tyd
van vyftig agtereenvolgende jaren uyt den
Lande van Holland en Westvriesland zon
der middelerwyl daar weder inne te komen
op poene van swaarder straffe."
Marigie antwoordde daarop, dat „sy door
ontsteltenis het selve niet heeft verstaan en
gemeent had voor vyf Jaren gebannen te
zyn geweest".
Uit de vraag en het antwoord blykt, dat
Marigie vyf jaren van tevoren voor vyftig
jaar uit de stad was verbannen. „Bannissc-
ment" of verbanning was in dien tyd een
zeer geliefkoosde straf. By voorkeur werd
een misdadiger voor honderd jaar tegelijk
verbannen. Kwam hjj dan terug, dan wacht
te hem gevangenisstraf of geeseling of, in
vroeger tyden, het verlies van een hand of
de doodstraf.
De overheid ging hierby uit van de ge
dachte, dat men een misdadiger bij verban
ning niet de kost behoefde te geven en dat
dit goedkooper uitkwam dan hem in de ge
vangenis te zetten. Het directe gevolg van
al die „bannissementen" was, dat overal in
het land menschen rondzwierven, die ner
gens een thuis hadden en op den duur van
kwaad tot erger vervielen.
Het loont de moeite het vonnis, waarby
Marigie Mison in 1757 werd verbannen, e i
de daaraan voorafgaande behandeling van
de strafzaak, nader te bekyken.
De geheele strafzaak is te vinden in bet
vonnisboek. Daamit blykt, dat Marytje Mi
son, 's Heeren Gevangene, „woonende in het
Jan Melsen poortje en zijnde een Pypen-
maakster van haar handtwerk", in 1767
reeds met Laurens Hengelenberg was ge
huwd.
Haar man was „omtrent ses jaaren ge
leeden gevaaren na Oost Indien" In zyn
afwezigheid, zoo bekende zy, had zij over
spel gepleegd met „de persoon van Ary
Haage, mede een getrouwt man". Verder
bekende zy, dat zij ook reeds vroeger in
overspel had geleefd.
Naar aanleiding van deze feiten nad de
Baljihg in 1757 de volgende straf tegen haar
Baljdw in
geëischt:
„dat sy gevangene over en ter sake vooriz
sal werden gebragt op de Kaak bezyde 't
Raadhuys deser Stad omme aldaar met een
Briefje op de borst waar op geschreeve zal
staan
Fameuse overspeelster
Een half Uur ten toon gesteld of wel dat
sy Gevangene door 's Heeren dienaar* niet
de Gardens om den hals sal werden omge-
leyd (rondgeleid) en ten toon gevoert cnde
in alle gevallen dat sy Gevangene sal wer
den gebannen uyt de Lande van Holland
ende Westfriesland voor den tyd van vyftig
agtereenvolgende Jaaren zonder middeler
wyl daar weder te komen op poene van
zwaarder straffe, en dat sy Gevangeue zal
werden gecondemneert (veroordeeld) in de
kosten van haare Gevankenisse en Mise van
Justitie (de overige kosten aan de straf
zaak verbonden)."
De
schepenbank
vyftig jaar vi
Marigie Mison wel
voor vyftig jaar verbannen en in de kosten
veroordeeld, maar zy had geweigerd haar
te kaak te stellen of haar te doen rond
leiden.
Dat de schepenbank bad geweigerd op
dien eisch in te gaan, was het bewijs, dat
moderner tyden in aantocht waren.
De „Kaak" is nog altyd aan het Stadhuis
aanwezig. Op het kleine balcon aan den
kant van de Botermarkt werden de daartoe
veroordeelde misdadigers ten toon gesteld.
Zooals uit het hierboven medegedeelde
blykt, was Marigie binnen de vyftig jaren
teruggekomen en had zij haar vroegeren le
venswandel hervat. Zy bekende ook nu weer
het gepleegde overspel. Aan het eind van
het verhoor moest zy de door haar afgelegde
en blijkbaar aan haar voorgelezen verkla
ringen met haar handteekening bekrach
tigen.
De arme ziel kon echter niet schrijven.
In het „examinatieboek" staat onder haar
verklaringen een groot beverig kruis met
een inktvlek er overheen. Rondom het kruis
staat geschréven: „Dit Merk is gestelt by
Marytje Mison. In kennisse van my als
secretaris Brandwijk."
Uit het dagboek blijkt, dat zy vervolgens
aan de Heeren van de Magistraat om ge-
Nergens, noch in het examinatieboek,
noch in het vonnisboek, kan men lezen, dat
Ary Haage, die toch ook getrouwd was,
Strafrechtelijk werd vervolgd. Dit hangt
sampn met de toenmalige opvatting, dat
overspel van een vrouw een veel ernstiger
feit was dan overspel van een man.
Zooals men weet is ook nu nog overspel
een strafbaar feit. Vervolging heeft echter
alleen op klacht plaats. Daarbij moeten
zich echter zooveel bijzondere omstandig
heden voordoen, dat practisch nooit tot ver
volging wordt overgegaan.
„7 April regtdag present alle.
„De saken van Cinq syn beslag heb-
„bende syn de stukken en bewysen over
„gegeeven, en de 'saak gehouden in ad-
„viB."
De „zaak van Cinq" was blijkbaar zoo
ver gevorderd, dat de partyen hun „stuk
ken en bewysen", of zooals men nu zou zeg
gen, hun dossiers, inleverden om de sche
penbank in de gelegenheid te stellen vonnis
te wijzen.
De schepenbank wees uit den aard der
zaak niet dadelyk vonnis, maar hield haar
beslissing aaq om zich te kunnen beraden.
„gedagvaart Sparnay over schuit van
„kalfsvelle,
„Commissaris geordonneert (als sche
den-commissarissen aangewezen), Eyck
„en Burch."
Na de beide burgerlijke zaken kwam aan
de orde de strafzaak van Marigie Mison.
„Den Baillu Eysch gedaan hebbende
„wegens 't quaad leven en tegen haar
„bannissement ingekomen van Marrigie
„Mison, zijnde de Eysch:
„om haar te confineeren (gevangen te
„zetten) voor 25 jaaren in 't tugthuys,
„en voorts gebannen en gecondemneerd
„in de Costen en Misen van Justitie (ver
oordeeld in alle kosten).
„Hebben Heeren Scheepenen goedge
vonden na rijpe deliberatie (na rijp
„overleg) om haar te confineeren (ge-
Vangen te zetten) den tyd van 4 jaaren,
„haar verder gecondemneerd in de mise
„van Costen (veroordeeld in de kosten)
„en voorts haar vonnis gehouden in Ef
fect van den Jare 1757 (en voorts het
„door hen in het jaar 1757 gewezen von-
„nis gehandhaafd).
„Versogt door Baillu, JEyck, Burg en
„Secretaris Brandwijk aan Heeren Bur-
„gemeesteren om 't Tugthuys, 't geen
„geaccordeert (toegestaan) is, vervol-
„gens dezelve Heeren 't vonnis ter Exe
cutie gelegt (vervolgens hebben de bo
vengenoemde heeren het vonnis doen
„uitvoeren, d. w. z. zü hebben Marrigie
„naar de gevangenis laten brengen)."
Zooals men ziet, was de straf niet malsch.
Uit het vonnisboek blijkt, dat de schepen
bank haar „confineerde voor den tijt van
vier agter een volgende Jaren in 't Tugt
huys deser Stede omme aldaer met haer
handen werk de Kost te winnen" en dat zy
na afloop daarvan voor vijftig jaar uit Hol
land en West-Friesland werd verbannen.
Uit het „Kamerboek" blykt, dat aan de
Burgemeesters verzocht is om Marrigie in
het tuchthuis te mogen opsluiten en dat
deze „hebben goedgevonden en verstaan de
Regenten van het Tugthuys deser stad te
authoriseeren (toe te staan) om in der sel-
ver' huys in te neemen Marytje MiBon in
gevolge het vonnisse van Heeren Scheepe
nen in dato huyden den 7 April 1762 voor
den tyd van vier jaaren geconfineert in het
Tugthuys deser Stad, om aldaar geduuren-
de die tijd met haer handen werk de kost
t© winnen."
Het tuchthuis bevond zich in den Groene
weg, ter plaatse waar tegenwoordig de bij
zondere neutrale school staat. De herinne
ring er aan leeft nog voort in den niet-
officiëelen naam „Achter 't Tuchthuis",
waarmee vele Gouwenaars de Geuzestraat
by voorkeur aanduiden.
Het Goudsche tuchthuis diende blijkbaar
niet alleen voor het opbergen van misdadi
gers, want een dag nadat Marrigje Mison
was opgesloten, namen „Burgemeesteren"
het navolgende besluit: „Ia na voorgaande
deliberatie (beraadslagingen) goedgevonden
ende verstaan de Regenten van het Tugt
huys deser stad te authoriseeren (toe te
staan) om jannigje Melchers weduwe van
Frans Verhoek als Provenierster in het ge
melde huys in te neemen en te onderhouden
in kost en drank waar toe wekelijks zal con-
tribueeren (bijdragen) het Aelmoeseniers-
huys zes en dertig stuivers."
Ten tyde van het dagboek waren er in
Gouda nog twee armbesturen, de Heilige
Geest en de Aalmoezeniers. Aan elk van die
beide besturen was de zorg voor een wees
huis opgedragen.
Het Heiligegeesthuis was tot voor onge
veer tien jaren de wapenkamer en het kle
dingmagazijn van het garnizoen; het Aal
moezeniershuis is later omgezet in het Ver-
eenigde Wees- en Aalmoezeniershuis.
De Burgemeesters bepaalden nu, dat van
de inkomsten van het Aalmoezeniershuis
zes en dertig stuivers moesten worden af
gezonderd voor de verzorging en huisvesting
van de armlastige jannigje Melchers en
dat zij in het tuchthuis moest worden op
genomen.
De gevangenis was blijkbaar het goed
koopste kosthuis, dat men voor haar hier
ter stede had kunnen vinden.
(Wordt vervolgd.)
Nadruk verboden.
Dr. Mr. J. SMIT.
MCXLV1I.
4 Verhuizen.
Eén van de kwalen in een groote stad is
die van het verhuizen. In de residentie
heerscht die kwaal voortdurend epidemisch.
Dit is natuurlijk alleen mogelijk als er voor-
laad woningen genoeg is en dat is inder
daad het geval. Kr is overschot in zeer rui
me mate en de verhuislustigen kunnen hun
hart ophalen. Voor de verhuurders is die
kwaal niet veel voordeel want er is een
genre menschen, dat heel graag eenB ver
andert en dit heel dikwijls doet. Het is niet
het beste deel der bevolking, in dien zin
dat het als regel zijn woning niet de eer
geeft, welke haar toekomt. Als het huis is
uitgewoond, gelijk het populair heet
dan zoekt men een nieuwe om daar dit pro
ces opnieuw aan te vangen.
Verleden jaar zijn twee en vijftig duizend
menschen in den Haag verhuisd, dat is dus
meer dan een tiende deel. Onder dit aantoi
zijn in de eerste plaats de „gemeubileetd-
wonenden", de vrijgezel» «n vrijgezellinnen
die tn den regel niet heel honk-vast-zijn.
Het kamer-leven in een stad als den Haag
is niet aangenaam, 't Zijn altijd financieel-
zwakkeren, die het beroep van hospes en
hospita uitoefenen en zij, die het beroep op
wat grooter schaal zijn gaan beoefenen
(foor er een speciaal bedrijf van te maken,
hebben ook niet altijd het succes dat
wenachten. Het beroeps-pension is wel in
reputatie verbeterd maar hel heeft zijn be
zworen voor den huurder, die in den regel
niet al te lang op hetzelfde nest blijft zitten
Die vrijgezellen-bevolking is zeer vlot
tend vooral onder de vrouwelijke helft. De
vrouwelijke helft tracht weer een eigen
honie te scheppen, hetzij door een eigen
huisje to gaan betrekken hetzij door zich
in een familiekring te laten opnemen. Zij
krijgt don den fraaien titel van paying
guest.
Groot is het aantal werkende vrouwen,
dat een surrogaat van een eigen huis vestigt
dcor met twee of drie bijéén te gaan wonen
en dus een soort eenzijdig ^ezin te vormen.
Buiten die verhuislustige enkelingen zijn
er tienduizenden gezinnen die in den loop
van het jaar verhuizen. Men behoeft niet
te vragen wat een arbeid dit al aan den
burgerlijken stand bezorgt en het zou In
derdaad niet onredelijk zijn als men hier
nu eens al was het maar een kleine retri
butie hief voor het boeken «ener verhuizing.
Al was het maar ten kwartje per persoon
dan bracht dit al een dertien duizend gul
den in de lade. Voor een eenvoudig rekest,
aan de overheid moet men een zegel van
dertig cent betalen en heel vaak aJs men
de beslissing er op ontvangt nog een gulden
bovendien, zoodat het lang niet onredelijk
zou zijn voor het werk van den bungeriij
ken stand een 'kleine vergoeding te eisohen.
Wie door rijn hizondere verhuisluat over
last bezorgt aan de administratie moet er
maar iets Voor betalen
leder jaar wordt nog eens gecontroleerd
of de registers van den burgerlijken stand
'wel kloppen mot de werkelijkheid. Hot
blijkt dan altijd, dat er heel wat verhuisd
is zonder dat daarvan aangifte is gedaan.
Een kleine boete daarop was ook redelijk.
Door te vergen, dat bij verhuizing van een
bepaald formulier werd gebruik gemaakt,
dat voor een zeker bedrag te koop was, had
men tevens een aardige controle op de be
volking. vooral de vlottende die niet ge
makkelijk is te controleeren. Reeds nu oefe
nen gemeentebesturen onderling contTOle
uit, door elkaar op de hoogte te houden
van hen, die zich vestigen en uit een ande-
re plaats afkomstig zijn. De gemeente van
vestiging geeft bericht aan de gemeent® ctoe
verlaten is en op deze manier achterhaalt
men vele naiatigen. «waaronder er ook wel
eens zijn die zonder al te Veel orde op hun
zaken gesteld te hebben naar een andere
gemeente verhuizen De belasting-man wit
weten waar zijn klanten zijn gebleven en
menige crediteur heeft er ook belang bij dit
te weten.
Het denkbeeld is wel eens geopperd om
ieder meerderjarige een legimitatie-boekje te
verstrekken waarin al zijn verhuizingen en
veranderingen van staat des levens geboek
staafd zouden worden. Wanneer dit voor
zien was van een portret en een signale-
ment kon dit tevens als paspoort dienst
doen en als legitimatiebewijs.
Tegelijk met de cijfers over liet verhuizen
in onze gemeente rijn die over de huwelij
ken gegeven, .met name wat betreft de z.g.
gemengde huwelijken Zoowat tweederde
van de huwende paren is van het zelfd® ge
loof, bij liet. overige deel is er tegenstelling.
Men weet, dat vooral de Katholieken zeer
gekant zijn tegen d« gemengde huwelijken.
Nog altijd zijn er juist bij dit geloof zeer
velen van dit soort huwelijken. Niet minder
dan 698 huwelijksbanden zijn in 1931 geslo
ten, waarbij één der partijen Katholiek was
en de andere niet. Daarnaast zijn er 745
gesloten waarbij beide partijen het zelfde
geloof hadden. Het is dus inderdaad juist
dat het heel vaak voorkomt. In dat aantal
van 698 gemengden waren 302 maal de
vrouw de Katholieke helft en in 306 raaol
de man.
Het geloof is de. haart) en de kennis is
de lamp. 't Is goed, waar die beide bran
den.
FEUILLETON.
(Geautoriseerde vertaling).
30 Nadruk verboden.
j hy verscholen blijft, ziet alles er
leelijk voor hem uit, Het is ons gelukt de
zaak stil te houden tot het geval voor de
rechtbank komt. Wanneer het zoover is,
kunnen wij onmogelijk de verwarring der
identiteit, volhouden. Zooals de zaken nu
«taan, zijn wij bijna absoluut zeker, dat een
jury hem van moord zal besohuldigen. Als
hij onschuldig is, is zijn beste kanB dat wij
Jem vinden. Begrijp mij goed. Sir Ralph.
Als hij onschuldig is. doet u hem geen dienst
wanneer u ons niet helpt. Iedere dag maakt
ie zaak ongunstiger. Als hij schuldig is
Ja dan, staat het aan u te beoordeelen, of
u een moordenaar wilt beschermen, zelfs
aI >s hij uw vriend.
Bij ieder ander zou Foyle een andere ma.
n'er van overtuiging hebben Wgepast. meer
Potend en minder zeggend Hij had veel
'•P het spel gezet bij zijn sohatting van het
arakter van den baronet en wachtte op
11)0 antwoord met een spanning, waarvan
U'eta op zijn gezicht te lezen was.
Fairfield spc-lde met zijn horlogeketting
n de groote kantoorklok tikte luid vijf mi
nuten lang.
Ik zal u helpen zooveel ik kan, maar
u moet mij laten beslissen, wanneer ik neu
traal wil blijven, zei hij ten slotte.
Aangenoman. zei Foyle en de beide
mannen drukten elkaar de hand hierop.
HOOFDSTUK XXIV.
Dutch Fred veranderde van plaats en
ging verder op de tram zitten op een min
der in het oog vallende plek. Hij voelde dat
zyn kans was verdwenen en dat nu juist
Heldon Foyle op deze tram moest komen,
deed. zooals Fred zou hebben gezegd, de
deur dicht. Fred wist heel goed. hoe hij
den voorzorgsmaatregel moest ontgaan, door
de politie genomen tegen zakkenrollers, n.l.
dat al de ruggen der zitplaatsen dicht moes
ten wezen. In plaats van achter een slacht-
offer te gaan zitten, nam men naast hem
plaats, met een helper achter zich, wien
men de buit. toestak. Een „behoorlijke"
zakkenroller en Dutch Fred was een er
kend meester in de kunst houdt nooit
dik langer de buit bij zich dan
Maar met Foyle op den wagen
was het te gevaarlijk werken, voornamelijk
als men alleen was Daarom vond Fred de
wereld een ellendige plaats.
Hij was alleen en zonder eenige gedachte
aan stelen op de tram geklommen. Als het
in zijn „werktijd" was geweest, zou hij ten
minste een misschien twee medeplich
tigen hij zich gehad hebben. Het toeval
wilde dat een deftige businessman met een
massieven gouden ketting over rijn dikken
huik. vlok naast hem was komen ritten.
En Fred bad beslist dat het horloge aan
het eind van den zwaren ketting wel waard
was er een poging voor te wagen. Boven
dien sprak de blijkbare rijkdom van den
man van een waarschijnlijke portefeuille
vol bankpapier. Ja, zelfs bij afwezigheid
van een helper, was het de moeite van een
kansje waard. En toen kwam Foyle en be
dierf alles. Als iemand op de tram iets ver
loor. zou hij weten wie de schuldige was
Want Heldon Foyle had een van de
grootst® „coups" bedorven, welke een zak
kenroller ooit op het punt stond uit to voe
ren. Fred, onberispelijk gekleed, en met on
berispelijke referenties, was bij Greenfiteide,
de Bond Street juweliers gekomen met een
formule om goud te maken. Hij had den
steen der wijzen gevonden.
Het spreekt van zelf. dat ik niet ver
lang. dat ge hierop ingaat, voor ik heb he
rwezenwaartoe ik in staat ben. zei hij luch
tig. Ziehier. Dien handvol stofgoud heb ik
zelf gemaakt, onderzoek he' en zie dat het
iu orde is. Ik wil u het geheim dit te ma
ken verkoopen voor 100.000 pnd. st. Ik ver
lang geen geld voor ik u een demonstratie
heb gegeven.
Dit werd in orde gebracht. De juweliers
geloofden met een vertrouwen, dat niette
genstaande hun lange ervaring niet ge
schokt was. in Fred. Niettemin namen zij
de voorzorg Foyle er bij te roepen, van
wien Fred tot nu toe alleen den naam ken
de Tn een klein kamertje in Clerkenwell
had het experiment plaats. Met sluwe op
rechtheid maakte Fred een smeltkroes ge
reed ten aanzien van een uitgezocht pu
bliek. nadat de verschillende ingrediënten
aan een strikt onderzoek waren onderwor
pen. Toen plaatste hij ze op het vuur en
roerde nu en dan in den inhoud1.
Toen eindelijk het proces was afgeloo-
pen, werd op de bodem van den smeltkroes
een lepeltfe vol onbetwistbaar stofgoud ge
vonden. Fred glimlachte met een breed en
lach van voldoening en wachtte op het oor
deel. toen de recheroheur. die het vreemd
had gevonden dat hij zijn handsuhoenen
hud aangehouden, terwijl hij in de smelt
kroes roerde, op hem toetrad en snel een
handschoen van zijn Hand trok. In de vin
gers waren sporen van stolgoud genoeg
om Fred te doen veroordeelen tot drie jaar
in Old Bayley.
Met een half oog zag Fred dat te recher
cheur thans opstond en lang» het dak van
den wagen op hem toekwam. Het gezicht
van den dief was onschuldig en hij glim
lachte als iemand, die weet dat hij niets te
verbergen heeft, toen de chef naast hem
ging zitten.
Hallo, Mr. Foyle, blij u te zien. zei hij
met e»*n opgewektheid, waarvan hij best
wist dat de ander er niet inliep. Het is
lang geleden dat wij elkaar gezien hebben
De detective beantwoordde den groet met
een opgeruimdheid, die geheel oprecht was
Het is chance dat ik je ontmoet, Fred
dy. vervolgde hij. Maar ik heb altijd chan
ce. Jij bent de mm in de heele wereld,
dien ik gaarne wilde ontmoeten.
Wat is er gaande? gromde Fred, dade
lijk vol argwaan
O, met jou is alles in orde. stelde de
detective hem gerust Ik wil alleen dat je
mij helpt. Laten wij aan de volgende halte
afstappen en een glaasje drinken.
Toen hij gerustgesteld was. volgde Fred
den detective bij het afstappen van den
wagen. Zij waren in hun beroep vijanden,
dat was waar, maar in den regel waB hun
verhouding zeer vriendschappelijk. Het,was
politiek van weerskanten.
In, de gelagkamer van een dichtbijzijnd
koffiehuis, sprak Freddy openlijk ®n eerlijk
terwijl hij zijn vermouth aiurpte.
Blij dat u mij zag op mijn woord,
dat ben ik. zei hij ernstig, terwijl zijn Bneile
geest trachtte te raden wat de rechercheur
van hem wilde. Die kerel droeg een gouden
horloge en ofschoon ik mijn best wilde doen
het hem af te rollen, had ik het gevoel dat
ik er in zou loopen. Als u een minuut of
twee later was gekomen,, zou u
-— Waarom spreek je over die onaange-
nanie dingen. Freddy? zei Foyle, met zijn
hand wuivend. Je weet hoe onaangenaam
ik het zou vinden iets te doen dat de rust
van je geest verstoort.
Hij trok hem naar een afgelegen hoekje
van 'ie gelagkamer.
Ga mee. hierheen. Nu, luister! Ken ja
Golden burg of een van zijn kameraden5
Freddy schrikte en keek peinzend naar
de punten van zijn glanzend gepoetste
laarzen.
De kerel, die Grell heeft gemold Ik
ken hem oppervlakkig, ze! hij voorzichtig.
Hij wa» 'in een geheel nndere branche,
weet u. Werkt ook meestal alleen.
(Wordt vervolgd).