E Jlttractiemfcoop Frans van Camp 600N EDERL AN D5CH E ARBEIDER5 STAAN GEREED 011 00K UW LEPELS EN VORKEN TE MAKEN GERO-ZILVEP ZILMETA JAC. MUL Ts Ctallem Foto-Albums FOTOHANDEL H. J. DAEMS ZEER TALRIJK Leen Brandse Leert nu Autorijden GOUDSCHE COURANT ZATERDAG 22 OCT. 1932 - TWEEDE BLAD PIANO KRUISSNARIGTÏÖÖ;. - ORGErélegTT^ f 132.SO bij Fa. J. T. KERPER Zn. Een Demi-Saison of Winterjas bij T. C Reparon, Keizerstr. 38, Kleermakerij 4 Bestelbiljet EEN NEN5CHENLEEFTIJD GARANTIE VLEKVQIJ DOOR EN DOOD KWALITATIEF AAN DE SPITS' VOORDEELIG IN PRIJS NEDEULANDSCH FABRIKAAT Hoeden Petten Overhemden RECLAME Houtwaren Een Regentendagboek uit de 18e eeuw. Brieven uit de Hofstad. De geheimzinnige ver dwijning van Robert Grell. f^GOUDA- 1 £'J &E5TR.7S"dO-62 m.3S«vi(2LUNehT \ZE HAtlSTRA vindt U in groote sorteering by ZEUGESTRAAT 56. NIEUWSTE DESSINS. 'PRIJZEN VANAF 10 CENT. RADIO „WECO" met 6 Watt eindlamp en Electr. Dynamische Luidspreker KARNEMELKSLOOT 122 TE LEF. 3157. naar mant voor I ZO. zijn de bestellingen, welke de uitgevers A. BRINKMAK ZOON ontvingen op de NIEUWE UITGAVE 1932/1933. Nog bestaat.de gelegenheid voor hen die hun bestelbiljet nog niet inleverden, een of meerdere ex. 0.25 ingenaaid of 0.50 gecai ton- neerd te bestellen. ISP Let wel, na de verschoning wordt de prijs 0.40 resp. 0.65. Men zende dus onderstaand biljet nog omgaand in. I5rP Geen Gouwenaar kan deze practische Gids ontberen! Ondergeteekende bestelt hiermede bij de Uitgevers *A. BRINKMAN ZOONMARKT SI, GOUDA Et. GOUDSCHE VRAAGBAAK uitgave 1982-19SS. Prijs tot de verschijning f 0.25 -per ex- Ex. Idem gecartonnee-rd 0.50 (na de verschijning f 0.65) Indien men zijn exemplaren door taisschenkomst van een Boekhandel wenscht te ontvangen, gelieve men den naam van dien Boekhandel te vermelden. Modellen, ontworpen door Nederlandsche kunstenaars Hollandsche zilvermodellen. Lepels en vorken vanaf fl. 16.50 per dozijn. Cassettes met tafelzilver voor 6 personen vanaf fl. 45. met monogram fl- 48.75. Gratis bijlevering der elegante cassette. Geen vlekken meer geen lastig poetsen. Blijvend bestand tegen azijn, mosterd en andere scherpe stoffen. Onverslijtbaar. Lepels en vorken vanaf fl 6.60 per dozijn. Cassettes met tafelzilver voor 6 personen vanaf fl. 28.45, de fraaie cassette inbegrepen. Notaris Mr. H. C. J. M. FRANKEN te GOUDA, zal verkoopen op MAANDAG 7 NOVEMBER 1932, n.m. 7t/2 uur in het Café „DE HAR MONIE" aan de Markt, aldaar: met Erf aan de Kleiweg nr. 16 te Gouda, verhuurd tot 31 December 1932. Betaling 8 December 1932. Bezichtiging volgens plaatselijk gebruik. DENK VOORAL AAN DE van bij Bij aankoop van minstens 10. ontvangt iedere kooper tot en met St. Ni col aas EEN MOOI SCHILDERIJTJE CADEAU. ZEUGESTRAAT 8. Zeeuwscha Eigenheimers en Bravo's Uitsluitend prima kwaliteit tegen lage prijzen bij SPOORSTRAAT 31 TELEFOON 2955 - van ouds bekend adres. Op WOENSDAG 26 OCTOBER 1932, 's morgens 10 uur, zal door de Deur waarders VAN DE WERVE en DEN BÖER aan de Karnemelksloot te Gouda worden verkocht afkomstig van onteigend graanpak- huis te Waddinxveen, waaronder zware planken, balken, ribben, schro ten, deuren, kozijnen, enz. Clublessen 0.50 per uur Privélessen ƒ2. Nette bediening. Prachtige wagens. SPOORSTRAAT 35 - GOUDA. VI. „16 April 1762 ten selven dage ontfan- „gen twee pakkies in 't Eerste was 24 gl. „synde mantellaken 't geen aan de Ma gistraat alleenig werd gegeven en 30 gl. „synde wethouders geld 't laatste werd „alle drie maanden gegeven. 54—,,—,, Het „mantellaken" was een vorm van salaris van de leden van de Magistraat. Oorspronkelijk was hun dat geld gegeven om er het laken voor te koopen, waarvan zy hun ambtscostuum, den wethoudersmantel, moesten laten maken. In latere tyden echter staat het hun vry dat geld naar eigen believen te besteden. Het „mantellaken" is dan een onderdeel van het salaris geworden. In ons wetboek van koophandel vinden we iets dergelijks in het „kaplaken des schip pers". „6 April Magistraat present alle. „Den Baillu versoek apprehensie cor poreel op (in hechtenis te mogen nemen) „de persoon van Jan Verwint alias (byge- „naamd) Jan den Bult, voorgevende (dat) „de suppte (verdachte) zig quam op te „houden (zich bezighield met) gestoole „goederen te koopen volgens de attes tatie (verklaring) van verscheyde „Luyde. „Dog 't bleek niet dat de Magistraat „zoo veel fondament in de attestatie „vond door de Baillu opengelegt (Doch „het bleek, dat de Magistraat de door „den Baljuw overgelegde verklaringen „niet heel sterk vond) waarom den Bail- ,Ju syn versoek is afgeslagen. Edog „(echter) aan Syn Ed. overgelaten om „hem te dagvaarden voor de eerste Ma gistraat (tegen de eerstvolgende zit ting van de Magistraat)." Hier deed zich het geval voor, dat de ver dachte dadelyk terecht moest staan voor de Magistraat en niet voor de gewone schepen bank. De Magistraat was ook de rechtbank, waarby men in hooger beroep ging. „11 Uren hebben Baillu en Scheepenen „persistit genomen op de poort over Ma- „rigie Mison Huysv. (huisvrouw) v. „Laurens Engelen, die tegens haar ban- „nissement (verbanning) was binne (in „de stad) gekomen en vleeselyke conver satie gehouden te hebben met een (een „zekeren) Ary Hage. „Eenige artikelen haar gevangene „voorgeleesen synde heeft sy verklaart ,,'t de waarheyd te syn en vervolgens „haar confessie (bekentenis) ondertee- „kend, en versogt genade." „Baillu en Scheepenen hebben persistit genomen over Marigie Mison" beteekent in dit verband, dat de Magistraat had besloten de strafrechtelijke vervolging tegen Marigie Mison, die zich reeds in hechtenis bevond, voort te zetten. Dat besluit was genomen „op de poort". Nu zou men geneigd zyn hier te denken aan de „poort" in de Groeneweg, het vroegere politiebureau. Dat is echter niet het geval. Met „de poort" werd bedoeld de Tiende- wegspoort, die zich bevond ter plaatse, waar tegenwoordig de Tiendewegsbrug over de Singel ligt. Het water van de Fluweelen singel stond in dien tyd niet in regelrechte verbinding met den Bleekerssingel; het stroomde langs de Wasschery en de Stoom- ververy in Klein-Amerika naar de Karne melksloot. De Karnemelksloot stond, even als nu, in communicatie met Jen Bleekers singel. In een vertrek boven den poortdoorgang werd in den regel het onderzoek in straf zaken, of 2ooals men toen zei, de examina- tie, gehouden. Uit het „examinatieboek" blijkt, dat aan Marigie Mison, ,,'s Heeren gevangene", een aantal vragen werden gesteld, „articulen", zooals toen de benaming was, welke vragen door Scheepenen op verxoek van den „Heer Baillu en Schout" werden gedaan. Marigie Miaon was ,,'b Heeren gevan gene", d. w. z., zij werd beschouwd gevan gen te zitten op last van den „Heer". Met den „Heer" werd bedoeld de souverein. Die souverein was niet de Stadhouder, maar waren de Staten van Holland en Westfries land. De baljuw was de vertegenwoordiger van den souverein; hy had Marigie Mison gevangen laten zetten en rechtsingang tegen haar doen verleenen. Uit de by de vragen gestelde antwoorden blykt, dat Marigie Mison tusschen de 39 en 40 jaar oud was en in de Messemakers- steeg woonde. Haar „kostwinning" was pypmaker. Zy was „getrout" met Laurens Engelenbergh. Haar man was echter „eenige jaaren geleden naar Oostindien gevaren". Hy was tussenbeyden weer thuys geweest en een jaar geleden weder derwaarts ver trokken". Op de vraag, of haar man „niet als nog in de Oostindien ende in levende lyve was", antwoordde zy, nog „geen be- scheyd van hem gehad te hebben". Toen kwam de beslissende vraag; »Of sy gevangene niet weet, dat sy op den 20 Juli 1757 ter zake van begane over spel gepleegt met Eenen Teun van Heuke- len, en naderhant met de Persoon van Ary Hagen is gebannen geworden voor den tyd van vyftig agtereenvolgende jaren uyt den Lande van Holland en Westvriesland zon der middelerwyl daar weder inne te komen op poene van swaarder straffe." Marigie antwoordde daarop, dat „sy door ontsteltenis het selve niet heeft verstaan en gemeent had voor vyf Jaren gebannen te zyn geweest". Uit de vraag en het antwoord blykt, dat Marigie vyf jaren van tevoren voor vyftig jaar uit de stad was verbannen. „Bannissc- ment" of verbanning was in dien tyd een zeer geliefkoosde straf. By voorkeur werd een misdadiger voor honderd jaar tegelijk verbannen. Kwam hjj dan terug, dan wacht te hem gevangenisstraf of geeseling of, in vroeger tyden, het verlies van een hand of de doodstraf. De overheid ging hierby uit van de ge dachte, dat men een misdadiger bij verban ning niet de kost behoefde te geven en dat dit goedkooper uitkwam dan hem in de ge vangenis te zetten. Het directe gevolg van al die „bannissementen" was, dat overal in het land menschen rondzwierven, die ner gens een thuis hadden en op den duur van kwaad tot erger vervielen. Het loont de moeite het vonnis, waarby Marigie Mison in 1757 werd verbannen, e i de daaraan voorafgaande behandeling van de strafzaak, nader te bekyken. De geheele strafzaak is te vinden in bet vonnisboek. Daamit blykt, dat Marytje Mi son, 's Heeren Gevangene, „woonende in het Jan Melsen poortje en zijnde een Pypen- maakster van haar handtwerk", in 1767 reeds met Laurens Hengelenberg was ge huwd. Haar man was „omtrent ses jaaren ge leeden gevaaren na Oost Indien" In zyn afwezigheid, zoo bekende zy, had zij over spel gepleegd met „de persoon van Ary Haage, mede een getrouwt man". Verder bekende zy, dat zij ook reeds vroeger in overspel had geleefd. Naar aanleiding van deze feiten nad de Baljihg in 1757 de volgende straf tegen haar Baljdw in geëischt: „dat sy gevangene over en ter sake vooriz sal werden gebragt op de Kaak bezyde 't Raadhuys deser Stad omme aldaar met een Briefje op de borst waar op geschreeve zal staan Fameuse overspeelster Een half Uur ten toon gesteld of wel dat sy Gevangene door 's Heeren dienaar* niet de Gardens om den hals sal werden omge- leyd (rondgeleid) en ten toon gevoert cnde in alle gevallen dat sy Gevangene sal wer den gebannen uyt de Lande van Holland ende Westfriesland voor den tyd van vyftig agtereenvolgende Jaaren zonder middeler wyl daar weder te komen op poene van zwaarder straffe, en dat sy Gevangeue zal werden gecondemneert (veroordeeld) in de kosten van haare Gevankenisse en Mise van Justitie (de overige kosten aan de straf zaak verbonden)." De schepenbank vyftig jaar vi Marigie Mison wel voor vyftig jaar verbannen en in de kosten veroordeeld, maar zy had geweigerd haar te kaak te stellen of haar te doen rond leiden. Dat de schepenbank bad geweigerd op dien eisch in te gaan, was het bewijs, dat moderner tyden in aantocht waren. De „Kaak" is nog altyd aan het Stadhuis aanwezig. Op het kleine balcon aan den kant van de Botermarkt werden de daartoe veroordeelde misdadigers ten toon gesteld. Zooals uit het hierboven medegedeelde blykt, was Marigie binnen de vyftig jaren teruggekomen en had zij haar vroegeren le venswandel hervat. Zy bekende ook nu weer het gepleegde overspel. Aan het eind van het verhoor moest zy de door haar afgelegde en blijkbaar aan haar voorgelezen verkla ringen met haar handteekening bekrach tigen. De arme ziel kon echter niet schrijven. In het „examinatieboek" staat onder haar verklaringen een groot beverig kruis met een inktvlek er overheen. Rondom het kruis staat geschréven: „Dit Merk is gestelt by Marytje Mison. In kennisse van my als secretaris Brandwijk." Uit het dagboek blijkt, dat zy vervolgens aan de Heeren van de Magistraat om ge- Nergens, noch in het examinatieboek, noch in het vonnisboek, kan men lezen, dat Ary Haage, die toch ook getrouwd was, Strafrechtelijk werd vervolgd. Dit hangt sampn met de toenmalige opvatting, dat overspel van een vrouw een veel ernstiger feit was dan overspel van een man. Zooals men weet is ook nu nog overspel een strafbaar feit. Vervolging heeft echter alleen op klacht plaats. Daarbij moeten zich echter zooveel bijzondere omstandig heden voordoen, dat practisch nooit tot ver volging wordt overgegaan. „7 April regtdag present alle. „De saken van Cinq syn beslag heb- „bende syn de stukken en bewysen over „gegeeven, en de 'saak gehouden in ad- „viB." De „zaak van Cinq" was blijkbaar zoo ver gevorderd, dat de partyen hun „stuk ken en bewysen", of zooals men nu zou zeg gen, hun dossiers, inleverden om de sche penbank in de gelegenheid te stellen vonnis te wijzen. De schepenbank wees uit den aard der zaak niet dadelyk vonnis, maar hield haar beslissing aaq om zich te kunnen beraden. „gedagvaart Sparnay over schuit van „kalfsvelle, „Commissaris geordonneert (als sche den-commissarissen aangewezen), Eyck „en Burch." Na de beide burgerlijke zaken kwam aan de orde de strafzaak van Marigie Mison. „Den Baillu Eysch gedaan hebbende „wegens 't quaad leven en tegen haar „bannissement ingekomen van Marrigie „Mison, zijnde de Eysch: „om haar te confineeren (gevangen te „zetten) voor 25 jaaren in 't tugthuys, „en voorts gebannen en gecondemneerd „in de Costen en Misen van Justitie (ver oordeeld in alle kosten). „Hebben Heeren Scheepenen goedge vonden na rijpe deliberatie (na rijp „overleg) om haar te confineeren (ge- Vangen te zetten) den tyd van 4 jaaren, „haar verder gecondemneerd in de mise „van Costen (veroordeeld in de kosten) „en voorts haar vonnis gehouden in Ef fect van den Jare 1757 (en voorts het „door hen in het jaar 1757 gewezen von- „nis gehandhaafd). „Versogt door Baillu, JEyck, Burg en „Secretaris Brandwijk aan Heeren Bur- „gemeesteren om 't Tugthuys, 't geen „geaccordeert (toegestaan) is, vervol- „gens dezelve Heeren 't vonnis ter Exe cutie gelegt (vervolgens hebben de bo vengenoemde heeren het vonnis doen „uitvoeren, d. w. z. zü hebben Marrigie „naar de gevangenis laten brengen)." Zooals men ziet, was de straf niet malsch. Uit het vonnisboek blijkt, dat de schepen bank haar „confineerde voor den tijt van vier agter een volgende Jaren in 't Tugt huys deser Stede omme aldaer met haer handen werk de Kost te winnen" en dat zy na afloop daarvan voor vijftig jaar uit Hol land en West-Friesland werd verbannen. Uit het „Kamerboek" blykt, dat aan de Burgemeesters verzocht is om Marrigie in het tuchthuis te mogen opsluiten en dat deze „hebben goedgevonden en verstaan de Regenten van het Tugthuys deser stad te authoriseeren (toe te staan) om in der sel- ver' huys in te neemen Marytje MiBon in gevolge het vonnisse van Heeren Scheepe nen in dato huyden den 7 April 1762 voor den tyd van vier jaaren geconfineert in het Tugthuys deser Stad, om aldaar geduuren- de die tijd met haer handen werk de kost t© winnen." Het tuchthuis bevond zich in den Groene weg, ter plaatse waar tegenwoordig de bij zondere neutrale school staat. De herinne ring er aan leeft nog voort in den niet- officiëelen naam „Achter 't Tuchthuis", waarmee vele Gouwenaars de Geuzestraat by voorkeur aanduiden. Het Goudsche tuchthuis diende blijkbaar niet alleen voor het opbergen van misdadi gers, want een dag nadat Marrigje Mison was opgesloten, namen „Burgemeesteren" het navolgende besluit: „Ia na voorgaande deliberatie (beraadslagingen) goedgevonden ende verstaan de Regenten van het Tugt huys deser stad te authoriseeren (toe te staan) om jannigje Melchers weduwe van Frans Verhoek als Provenierster in het ge melde huys in te neemen en te onderhouden in kost en drank waar toe wekelijks zal con- tribueeren (bijdragen) het Aelmoeseniers- huys zes en dertig stuivers." Ten tyde van het dagboek waren er in Gouda nog twee armbesturen, de Heilige Geest en de Aalmoezeniers. Aan elk van die beide besturen was de zorg voor een wees huis opgedragen. Het Heiligegeesthuis was tot voor onge veer tien jaren de wapenkamer en het kle dingmagazijn van het garnizoen; het Aal moezeniershuis is later omgezet in het Ver- eenigde Wees- en Aalmoezeniershuis. De Burgemeesters bepaalden nu, dat van de inkomsten van het Aalmoezeniershuis zes en dertig stuivers moesten worden af gezonderd voor de verzorging en huisvesting van de armlastige jannigje Melchers en dat zij in het tuchthuis moest worden op genomen. De gevangenis was blijkbaar het goed koopste kosthuis, dat men voor haar hier ter stede had kunnen vinden. (Wordt vervolgd.) Nadruk verboden. Dr. Mr. J. SMIT. MCXLV1I. 4 Verhuizen. Eén van de kwalen in een groote stad is die van het verhuizen. In de residentie heerscht die kwaal voortdurend epidemisch. Dit is natuurlijk alleen mogelijk als er voor- laad woningen genoeg is en dat is inder daad het geval. Kr is overschot in zeer rui me mate en de verhuislustigen kunnen hun hart ophalen. Voor de verhuurders is die kwaal niet veel voordeel want er is een genre menschen, dat heel graag eenB ver andert en dit heel dikwijls doet. Het is niet het beste deel der bevolking, in dien zin dat het als regel zijn woning niet de eer geeft, welke haar toekomt. Als het huis is uitgewoond, gelijk het populair heet dan zoekt men een nieuwe om daar dit pro ces opnieuw aan te vangen. Verleden jaar zijn twee en vijftig duizend menschen in den Haag verhuisd, dat is dus meer dan een tiende deel. Onder dit aantoi zijn in de eerste plaats de „gemeubileetd- wonenden", de vrijgezel» «n vrijgezellinnen die tn den regel niet heel honk-vast-zijn. Het kamer-leven in een stad als den Haag is niet aangenaam, 't Zijn altijd financieel- zwakkeren, die het beroep van hospes en hospita uitoefenen en zij, die het beroep op wat grooter schaal zijn gaan beoefenen (foor er een speciaal bedrijf van te maken, hebben ook niet altijd het succes dat wenachten. Het beroeps-pension is wel in reputatie verbeterd maar hel heeft zijn be zworen voor den huurder, die in den regel niet al te lang op hetzelfde nest blijft zitten Die vrijgezellen-bevolking is zeer vlot tend vooral onder de vrouwelijke helft. De vrouwelijke helft tracht weer een eigen honie te scheppen, hetzij door een eigen huisje to gaan betrekken hetzij door zich in een familiekring te laten opnemen. Zij krijgt don den fraaien titel van paying guest. Groot is het aantal werkende vrouwen, dat een surrogaat van een eigen huis vestigt dcor met twee of drie bijéén te gaan wonen en dus een soort eenzijdig ^ezin te vormen. Buiten die verhuislustige enkelingen zijn er tienduizenden gezinnen die in den loop van het jaar verhuizen. Men behoeft niet te vragen wat een arbeid dit al aan den burgerlijken stand bezorgt en het zou In derdaad niet onredelijk zijn als men hier nu eens al was het maar een kleine retri butie hief voor het boeken «ener verhuizing. Al was het maar ten kwartje per persoon dan bracht dit al een dertien duizend gul den in de lade. Voor een eenvoudig rekest, aan de overheid moet men een zegel van dertig cent betalen en heel vaak aJs men de beslissing er op ontvangt nog een gulden bovendien, zoodat het lang niet onredelijk zou zijn voor het werk van den bungeriij ken stand een 'kleine vergoeding te eisohen. Wie door rijn hizondere verhuisluat over last bezorgt aan de administratie moet er maar iets Voor betalen leder jaar wordt nog eens gecontroleerd of de registers van den burgerlijken stand 'wel kloppen mot de werkelijkheid. Hot blijkt dan altijd, dat er heel wat verhuisd is zonder dat daarvan aangifte is gedaan. Een kleine boete daarop was ook redelijk. Door te vergen, dat bij verhuizing van een bepaald formulier werd gebruik gemaakt, dat voor een zeker bedrag te koop was, had men tevens een aardige controle op de be volking. vooral de vlottende die niet ge makkelijk is te controleeren. Reeds nu oefe nen gemeentebesturen onderling contTOle uit, door elkaar op de hoogte te houden van hen, die zich vestigen en uit een ande- re plaats afkomstig zijn. De gemeente van vestiging geeft bericht aan de gemeent® ctoe verlaten is en op deze manier achterhaalt men vele naiatigen. «waaronder er ook wel eens zijn die zonder al te Veel orde op hun zaken gesteld te hebben naar een andere gemeente verhuizen De belasting-man wit weten waar zijn klanten zijn gebleven en menige crediteur heeft er ook belang bij dit te weten. Het denkbeeld is wel eens geopperd om ieder meerderjarige een legimitatie-boekje te verstrekken waarin al zijn verhuizingen en veranderingen van staat des levens geboek staafd zouden worden. Wanneer dit voor zien was van een portret en een signale- ment kon dit tevens als paspoort dienst doen en als legitimatiebewijs. Tegelijk met de cijfers over liet verhuizen in onze gemeente rijn die over de huwelij ken gegeven, .met name wat betreft de z.g. gemengde huwelijken Zoowat tweederde van de huwende paren is van het zelfd® ge loof, bij liet. overige deel is er tegenstelling. Men weet, dat vooral de Katholieken zeer gekant zijn tegen d« gemengde huwelijken. Nog altijd zijn er juist bij dit geloof zeer velen van dit soort huwelijken. Niet minder dan 698 huwelijksbanden zijn in 1931 geslo ten, waarbij één der partijen Katholiek was en de andere niet. Daarnaast zijn er 745 gesloten waarbij beide partijen het zelfde geloof hadden. Het is dus inderdaad juist dat het heel vaak voorkomt. In dat aantal van 698 gemengden waren 302 maal de vrouw de Katholieke helft en in 306 raaol de man. Het geloof is de. haart) en de kennis is de lamp. 't Is goed, waar die beide bran den. FEUILLETON. (Geautoriseerde vertaling). 30 Nadruk verboden. j hy verscholen blijft, ziet alles er leelijk voor hem uit, Het is ons gelukt de zaak stil te houden tot het geval voor de rechtbank komt. Wanneer het zoover is, kunnen wij onmogelijk de verwarring der identiteit, volhouden. Zooals de zaken nu «taan, zijn wij bijna absoluut zeker, dat een jury hem van moord zal besohuldigen. Als hij onschuldig is, is zijn beste kanB dat wij Jem vinden. Begrijp mij goed. Sir Ralph. Als hij onschuldig is. doet u hem geen dienst wanneer u ons niet helpt. Iedere dag maakt ie zaak ongunstiger. Als hij schuldig is Ja dan, staat het aan u te beoordeelen, of u een moordenaar wilt beschermen, zelfs aI >s hij uw vriend. Bij ieder ander zou Foyle een andere ma. n'er van overtuiging hebben Wgepast. meer Potend en minder zeggend Hij had veel '•P het spel gezet bij zijn sohatting van het arakter van den baronet en wachtte op 11)0 antwoord met een spanning, waarvan U'eta op zijn gezicht te lezen was. Fairfield spc-lde met zijn horlogeketting n de groote kantoorklok tikte luid vijf mi nuten lang. Ik zal u helpen zooveel ik kan, maar u moet mij laten beslissen, wanneer ik neu traal wil blijven, zei hij ten slotte. Aangenoman. zei Foyle en de beide mannen drukten elkaar de hand hierop. HOOFDSTUK XXIV. Dutch Fred veranderde van plaats en ging verder op de tram zitten op een min der in het oog vallende plek. Hij voelde dat zyn kans was verdwenen en dat nu juist Heldon Foyle op deze tram moest komen, deed. zooals Fred zou hebben gezegd, de deur dicht. Fred wist heel goed. hoe hij den voorzorgsmaatregel moest ontgaan, door de politie genomen tegen zakkenrollers, n.l. dat al de ruggen der zitplaatsen dicht moes ten wezen. In plaats van achter een slacht- offer te gaan zitten, nam men naast hem plaats, met een helper achter zich, wien men de buit. toestak. Een „behoorlijke" zakkenroller en Dutch Fred was een er kend meester in de kunst houdt nooit dik langer de buit bij zich dan Maar met Foyle op den wagen was het te gevaarlijk werken, voornamelijk als men alleen was Daarom vond Fred de wereld een ellendige plaats. Hij was alleen en zonder eenige gedachte aan stelen op de tram geklommen. Als het in zijn „werktijd" was geweest, zou hij ten minste een misschien twee medeplich tigen hij zich gehad hebben. Het toeval wilde dat een deftige businessman met een massieven gouden ketting over rijn dikken huik. vlok naast hem was komen ritten. En Fred bad beslist dat het horloge aan het eind van den zwaren ketting wel waard was er een poging voor te wagen. Boven dien sprak de blijkbare rijkdom van den man van een waarschijnlijke portefeuille vol bankpapier. Ja, zelfs bij afwezigheid van een helper, was het de moeite van een kansje waard. En toen kwam Foyle en be dierf alles. Als iemand op de tram iets ver loor. zou hij weten wie de schuldige was Want Heldon Foyle had een van de grootst® „coups" bedorven, welke een zak kenroller ooit op het punt stond uit to voe ren. Fred, onberispelijk gekleed, en met on berispelijke referenties, was bij Greenfiteide, de Bond Street juweliers gekomen met een formule om goud te maken. Hij had den steen der wijzen gevonden. Het spreekt van zelf. dat ik niet ver lang. dat ge hierop ingaat, voor ik heb he rwezenwaartoe ik in staat ben. zei hij luch tig. Ziehier. Dien handvol stofgoud heb ik zelf gemaakt, onderzoek he' en zie dat het iu orde is. Ik wil u het geheim dit te ma ken verkoopen voor 100.000 pnd. st. Ik ver lang geen geld voor ik u een demonstratie heb gegeven. Dit werd in orde gebracht. De juweliers geloofden met een vertrouwen, dat niette genstaande hun lange ervaring niet ge schokt was. in Fred. Niettemin namen zij de voorzorg Foyle er bij te roepen, van wien Fred tot nu toe alleen den naam ken de Tn een klein kamertje in Clerkenwell had het experiment plaats. Met sluwe op rechtheid maakte Fred een smeltkroes ge reed ten aanzien van een uitgezocht pu bliek. nadat de verschillende ingrediënten aan een strikt onderzoek waren onderwor pen. Toen plaatste hij ze op het vuur en roerde nu en dan in den inhoud1. Toen eindelijk het proces was afgeloo- pen, werd op de bodem van den smeltkroes een lepeltfe vol onbetwistbaar stofgoud ge vonden. Fred glimlachte met een breed en lach van voldoening en wachtte op het oor deel. toen de recheroheur. die het vreemd had gevonden dat hij zijn handsuhoenen hud aangehouden, terwijl hij in de smelt kroes roerde, op hem toetrad en snel een handschoen van zijn Hand trok. In de vin gers waren sporen van stolgoud genoeg om Fred te doen veroordeelen tot drie jaar in Old Bayley. Met een half oog zag Fred dat te recher cheur thans opstond en lang» het dak van den wagen op hem toekwam. Het gezicht van den dief was onschuldig en hij glim lachte als iemand, die weet dat hij niets te verbergen heeft, toen de chef naast hem ging zitten. Hallo, Mr. Foyle, blij u te zien. zei hij met e»*n opgewektheid, waarvan hij best wist dat de ander er niet inliep. Het is lang geleden dat wij elkaar gezien hebben De detective beantwoordde den groet met een opgeruimdheid, die geheel oprecht was Het is chance dat ik je ontmoet, Fred dy. vervolgde hij. Maar ik heb altijd chan ce. Jij bent de mm in de heele wereld, dien ik gaarne wilde ontmoeten. Wat is er gaande? gromde Fred, dade lijk vol argwaan O, met jou is alles in orde. stelde de detective hem gerust Ik wil alleen dat je mij helpt. Laten wij aan de volgende halte afstappen en een glaasje drinken. Toen hij gerustgesteld was. volgde Fred den detective bij het afstappen van den wagen. Zij waren in hun beroep vijanden, dat was waar, maar in den regel waB hun verhouding zeer vriendschappelijk. Het,was politiek van weerskanten. In, de gelagkamer van een dichtbijzijnd koffiehuis, sprak Freddy openlijk ®n eerlijk terwijl hij zijn vermouth aiurpte. Blij dat u mij zag op mijn woord, dat ben ik. zei hij ernstig, terwijl zijn Bneile geest trachtte te raden wat de rechercheur van hem wilde. Die kerel droeg een gouden horloge en ofschoon ik mijn best wilde doen het hem af te rollen, had ik het gevoel dat ik er in zou loopen. Als u een minuut of twee later was gekomen,, zou u -— Waarom spreek je over die onaange- nanie dingen. Freddy? zei Foyle, met zijn hand wuivend. Je weet hoe onaangenaam ik het zou vinden iets te doen dat de rust van je geest verstoort. Hij trok hem naar een afgelegen hoekje van 'ie gelagkamer. Ga mee. hierheen. Nu, luister! Ken ja Golden burg of een van zijn kameraden5 Freddy schrikte en keek peinzend naar de punten van zijn glanzend gepoetste laarzen. De kerel, die Grell heeft gemold Ik ken hem oppervlakkig, ze! hij voorzichtig. Hij wa» 'in een geheel nndere branche, weet u. Werkt ook meestal alleen. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1932 | | pagina 3