PMS MHO MUIT SJOOU j.albert HEIJM I PRIJSVERLAGING ALBERTHËïjn Adri van Maaren AUTO-RISKS N.V, BSataairagig-. 1.1. MUIS MlrölilTW, I. Hwnlml Ij. 1TTEMIHI w g slagroom WAFELS HERFST XobrtsfliBrinoineters Gunny Krulspeld ■ALT. Jl. DE JONG srïN - v M0ET ZE ZFLP EENs asr zult u -w FRANS BIK Oe nieuwe j.Koordegraaf, Kleiweg 12, MM V. d. GRAAF ANTON COOPS CMllin ZE ZIJN PRAGHTIG GOEDKOOPE GOEDOraNDSTOF immr"» ,m~L. IJ levaren U voop ff éltf so Niemand goedkooper I Op nieuw geweldige IGroote Thee-Reclame CADEAU De Goudsche fruithandel GRATIS K. TIENDEWEG Antoon Oessing SCIOOMAAK lb33 behandelan el llw SCIOOMAAK 1&33 JJ GAZELLE GOUDSCHE COURANT - ZATERDAG 18 FEBR. 1933 - TWEEDE BLAD WH hobbsn alle toastellen in voorraad. Komt U eens luisteren nF« briefkaart ,o.r koételoeze z0„d„ jjg vïrpHcfttl«B DANi gele zeep Bovendien-: $rP87y" ofniooIfctPond ™EE a 621/21 EEN LEUK POPPENSPEL gevuld met HEERLIJKE PINDAROTSJES V0°r G°°<ia Parfumeriën, Eau de Cologne's, Toilet artikelen Khasanna Creme, Rouge, Lippenstiften Scheerbenoodigdheden. Groots bussen toilet poeder vanaf f 0.30 De nieuwe groote poeder doozen „FLIP FLAP" Ihana enorm variaagd. Premie voor All-Risks-Verzekerin, Plaatselijke I DH^hel pt U bësïistTl Wintef Sgr Zalf DIVERSE GEBAKJES GEBR. KAMPHUISEN Ontharingsplaatje „ROLI" Onzo nieuwe collectie Kinderwaoens weacst---.- k arneme lk sloot °1°34 ;Tenomen: TELEF'WM' Oroen.nda.l9a H«t Wordt de llld waan Een Regentendagboek uit de 18e eeuw. Ongeluk of opzet? 'fe GELDERSCHE worst N.-HOLL. CAPUCIJNERS GROENE ERWTEN GROVE RIJST havermout GEURIGE THEE ROOMBOTER CHOCOLADE hagel" "v SPERCIEBOONEN ZEEPPOEDER soda Oe echte bekendeAANSCHE M°LEN. per pond 81 ct. 6 »i 7 6 per pond vanaf 31 'i n ii 14 per pond 77 M 2g per groot Mik 25 per pond 6 ct. 4 pak voor 25 per pond 2'/g BISCUITS per pond 25 ct. dag Ï^J^EMELANGKS^an ïle - aag 18 t/m Vrydag 24 Februari bil aan Manila Maakt U hal leven goedkooper R. 44. GOUDA. Markt Nr. 51. Het aangewezen motorrijwiel voor dezen hm. - Een 4 P.K. motor compleet uitgerust goedkooP' betrouwbaar. Eleetrische hoorn. Duozitting enz voor 399 ^iï'?chc "'installatie, /Mt is werkelijk een juweel KoLTh. t Gouwe 15 Tel. 2152 BLAUWE DRUIVEN PERZIKEN POMPELMOES TAFELPEREN TAFELAPPELEN mandarijnen SINAASAPPELEN CITROENEN BANANEN TOMATEN NIEUWE VIJGEN DOOSJES TUNISDADBLS STUDENTENHAVER DOFFE KASTANJES VRUCHTEN IN GLAS EN BLIK Diverse soorten NOTEN Firma LANOB TIENDEWEG 27 TBLEP. 1318 per dag f 2.50 per week vanaf f 15- per maand vanaf f 35 - per jaar vanaf f Ö5._ 4M1I lapis vapukapings.eonip.oi/ J? hal l^anRv"""nBBÏ"„u°2 "T001*1* b""«"'Blno Iv##(, VRAAGT ONVERPLICHT INLICHTINGEN. ■■•TUU"D«« «n d. INZITTBNDM Voorr inlichtingen Wende men zich tot: I FK.mW^jBOgGAERDT L. TIENDEWEG 43, TEL. 2593 Per pot slechts 35 cent. C. Langaraar "■Gedipt. Drogist, i Burg. Martenssingel Tel. 2839 DROGIST WIJDSTRAAT 7 cent per stuk Amandelpers 15 cent per rol Boterkoekjes 18 cent per ons I J^nketkoekjes 20 cent per ons I geeft Uw haar een ritboie golf. Per kaart 50 cent Haf wonder van 1933 verwijdert onmiddellijk alle onee- wenschte haren op gelaat S en beenen. OOSTHAVEN 29 GOUDA Magazmi wan Parfumerieën en Tojetartlkelen. Jf;''.yp|»!i ,7 Ti- "T Uitmuntend middel voor T. B. C. lijdere. _Verkr^baar in: Drogisterij „Hot Groene KFüls" kleiweg in telef. 2013. MOOI VAN 1 UN HEfBEN WIJ DEZE WEEK GEETALEERD ,.ZE ZIJN PRACHTIG" r overtreft alle verwahti/tgen. looze tweede versnelling^^s=hfbrek®. 'Keruisch- a p te noomen, voor iSfwSC3^bm en daarbij de zuinigheid. Afrent voor Gouda en Omstreken- -ƒ0.75 H.L l'AREL BRECHC0KESRCENTRALE VERWARMING Prijzen franco huis alhier. 1M 10° KANTOOR: 00STHAV*EN,24,,O,,', °Wi"" Oo- e^m-OOT 134, Magazjjn TURFSINGEL 35 ensingel O^Gouda, Telef. 2497. Depot: Prinses Julianastraat 9. 2 FAUTEUILS en 4 STOEI FN a *7,W vour aanüthafflng v» ea, nieuw RIJWIEL, er zjjn vele aerkeu, doeh maar tin Probeer U hem ook eens! •Agent» N. NOORDRTba a» Pryfen vanjrf 16^-. DEC"AAP, MMweg 12. Prflaauranten gratie rertoHglw. HO W 1 Uiterlijke teekenen van welvaart. Door het Centraal Bureau voor ile Sta- utlek wordt jaarlijks uitgegeven het zoo- „onaamde Statistisch Zakboek. Deze publicatie moest eigenlijk ieder be- .chaald Nederlander in zen bezit hebben Mea vindt er toch cijfers in, die .ederoen te ,.aa komen, wanneer hij althans ziel, een La,zins nauwkeurig beeld w.l vormen <w den toestand der maatschappij en van de veranderingen, dte daarin van jaar tot jaar plaats hebben. ta deze publicatie nu komt een hoofdatuk .oo, dat tot titel draagt „Uiterlijke teeke- Iien van Welvaart". Het ia aan dit hoofd tak, dat wü enkele cijfers willen ontleenen. Ba wel in de eerste plaats betreffende de hneveeiheid van sommige voedmgs- en ge- .„taaldelen, die het Nederlandache volk per inwoner jaarlijks verbruikt. In den Lu worden deze cijfers berekend uit de in^sl productie en de cUfers >n- !ake den hl- en uitvoer. Soms ook leveren de opbrengsten van bepaalde belastingen l verlangde gegevens. Dit is o.a. het ge val bn suiker, rundvleesch en sigaren. Moeilijk valt de bepaling der door de men- ;the„ verbruikte hoeveelheid, indien het eer. artikel betreft, dat ook voor technische doeleinden of voor veevoeder dient, ioo is het b.v. onmogelijk vaat te stellen, hoeveel rogge en hoeveel aardappelen de inwoners ,„o, hunne voeding gebruiken. In de eerste plaats dan iets over het ver- brnik ,an tarwe, de voornaamste grondstof voor het brood. In de jaren 1912/14 ver- b,nikten wij 1.48 H.L. tarwe per hoofd der bevolking. Gedurende de oorlogsjaren daal de deze boeveelheid tot .1.28 HA. In 1931 bedroeg zij 1.72 H.L. Wanneer men dit laatate cijfer vergelijkt met dat van 1912/14 net men eeae niet onbelangrijke stijging. Ueze stijging klopt niet met de van de zijde der bikkers gehoorde klacht, dat het brood- verbruik in de laatste jaren Is afgenomen. Het il intosschen mogelijk, dat hier de oiergang van roggebrood tot tarwebrood, die ia verschillende streken des lands on getwijfeld te constateeren viel, eene rol speelt. Ook zal wellicht de hoeveelheid tarwe, gebruikt voor pluimveevoeder, eene rol spelen. Belangrijk toegenomen is het verbruik van suiker. In de jaren 1912/14 bedroeg dit 15.9 K.G. per hoofd en in 1931 was het ge stegen tot 29.2 K.G. Ook toegenomen is het verbruik van rundervleesch, dat in 1912/14 154 K.G. en in 1930 17.6 K.G. bedroeg. Merkwaardig is, dat het verbruik van kof fie belangrijk is gedaald en dat van thee niet onaanzienlijk toegenomen. In de jaren 1912/14 verbruikte ons volk per hoofd 6.63 K.G. koffie en in 1931 nog slechts 4.57 K.G. Het verbruik van thee daarentegen bedroeg in 1912/14 0.92 KJ}, en In 1931 1.44 K.G. Belangrijk afgenomen is het verbruik van bier. In 1912/14 dronk een Nederlander ge middeld 38.1 L. bier. In 1981 was dit ver bruik gedaald tot 26.3 L. In het Statistisch Zakboek komen ook ctjfera inzake het bier- verbruik voor in enkele andere landen, waar uit wel blijkt, dat de Nederlanders in het bierverbruik matig nyn. Zoo verbruikte België niet minder dan 201 L. per hoofd, Duitschiand 74 L. en Engeland 71 L. Zeer sterk is het verbruik van gedistil leerd verminderd ,wat trouwens voor velen wk wel niets nieuws zal zyn. Men denke er alleen maar aan, dat een halve eeuw ge- Bden het laveeren van over de straat iets heel *ijl men het nv» nagenoeg nooit meer ziet. Voor ruim een halve eeuw bedroeg dan ook het jaarlijks verbruik van gedistilleerd niet .minder dan 10 L. per hoofd. In 1912/14 be- „23 September lTöï Comparitie gehou den by Burg, Hoeve, Secretaris Jong- 1 „kind. „Ariaenke Jongkoen Weduwe van Jan „de Wit als moeder en voogdesse over „Elisabet de Wid synde in de kraam ge- „komen van Steeve Meyers over alimen tatie (onderhoud) gevonden (geschikt) „met 10% [stuiver] Sweeks ingaande „1 Oct 1763 den tyd van 18 jaren. De alimentatieplicht, die hier ten tyde van de Republiek bestond, is in den Napoleon- tischen tyd opgeheven. Ze is echter in het jaar 1909 opnieuw in ons Burgerlijk Wet boek gebracht. „27 September Magistraat demptis „Lange, Jongkind sero (d.w.z. Jongkind „kwam te laat) Secretaris Boers „Johanna Colster Weduwe Y Mar „schalk versoek haar huwelyk aange daan met Dirk van Swol in den jare „1760 te dissolveeren (ontbinden), om dat het tegenstrijdig is tegens het pla- „caat van trouwen met Roomsche, om dat hy opgegeeve had gereformeert te „syn, goedgevonden 't request aan de „Leden rond te sturen. Ook in de 18e eeuw was het zoogenaamde gemengde huwelijk verboden. Dit verbod ging echter niet uit van een bepaald kerk genootschap, maar van de Staten-Generaal. De „Gereformeerde Religie" was de over- heidsgodsdienst en de overheid achtte het dan ook haar plicht om voor de belangen daarvan te waken. Het hierboven genoemde „placaat van trouwen met Roomsche", officieel geheeten „Placaat van de Staaten Generaal raakende de Huwelijken tussen Personen van de waare Gereformeerde of Protestantsche Re ligie en die van de Roomsche Godsdienst", was nog niet van ouden datum. Het was den 3en Juni 1750 afgekondigd en in 1751 nader toegelicht. Het loont de moeite dit placaat nader te bekijken. dioeg het nog 5.36 L, en in 1931 maar 2.41 L. Toegenomen is het verbruik van wijn. In 1912/14 was het 1.23 L. en in 1930 1.63 L. per hoofd. In dit opzicht zyn wy heel wat matiger dan de Franschen, die niet minder dan 136 L. wijn per hoofd georuiken. Dat ons volk veel rookt, is bekend. In 1931 verbruikte het per hoofd 171 sigaren en 444 sigaretten, alsmede 1.54 K.G. rook- en pruimtabak. Totaal werd dit 3.55 K.G- ti-bak. Het bedrag, dat in 1930 door ons volk voor rookmateriaal werd uitgegeven, bedroeg niet minder dan 183 millioen gul den. Thans nog enkele cjjfers over het gebruik van rijwielen en motorrijtuigen. Het aantal rijwielen in ons land is buitengewoon groot en nog voortdurend toenemende, zooals uit onderstaand staatje blijkt. Aantal rijwielen in de jaren: 1924 1.810.700 1925 2.222.739 1927 1928 1929 1930 1931 2.324.501 2.578.663 2.694.516 2.816.124 2.858.669 Dit laatste cijfer komt dus neer op meer dan 1 rijwiel op drie inwoners, oud en jong. Het aantal motorrijtuigen bedroeg in 1931: rijwielen met hulpmotor 1055 motorrijwielen 32.823 personenauto's 73.369 motorbussen 3625 vrachtauto's 46.012 Totaal 156.384 De aanhef is een uiteenzetting van de redenen, waarom de Staten-Generaal tot de uitvaardiging daarvan hadden besloten. Die aanhef luidt aldus: „Alzoo Wy tot Ons leedwezen onderricht worden, dat in het District van de Generaliteit (in het gebied van de Republiek) meer en meer koomen in te kruipen Huwelijken tussen Persoonen van de Gereformeerde en die van de Roomsche Godsdienst, waar uit niet alleen veele twis ten en oneenigheden tusschen zoodanige Echtgenooten, deszelve Kinderen en Huis- gesinnen ontstaan, maar waardoor ook komt te gebeuren, dat eenige, zoo niet alle de Kinderen, uit zoodanige Huwelyk gebooren, m de Roomsche Religie worden opgevoed, ja dat zelfs zulke Gereformeerde Echtge nooten door lastige aanhouding en vexatie (plagery) van haar Roomschgezinde Mans of Vrouwen, en derzelver aanhang worden gepermoveert (bewogen) en verleid, om tot openbaare ergernisse, de waare Gerefor meerde Religie te verlaaten, en zich te be- geven tot de Roomsche dwalinge, zoo ist, Daarna volgt een mededeeling over het- geen de Staten-Generaal wilden tegengaan Zy wilden voorkomen, „dat Onze Goede In- gezeetenen door jonkheid van jaaren, on bezonnen driften en zonder overweegine van de beklaaglyke en verdettelyke gevol gen van de voom Huwelyken tot het aan gaan van deselve werden verleid, en in te gendeel aan de zulken die daar toe reeds een voorneemen moehten hebben, of in eenige zoodanige Huwelyks- of Trouwbe- loften zyn ingewikkeld, de t«d en geleegent- heid willende geeven om te luisteren na goede raadgeevingen, en van het voltrekken l te "zier» V0°rneemena en8ageinenten af Vervolgens komen dan een aantal ver bodsbepalingen. Een absoluut verbod van gemengde huwelijken behelsde het placaat echter niet. De eerste van die bepalingen hield in, dat aan mannen en vrouwen van de „Gerefor meerde Religie", respectievelijk beneden 25 en 20 jaar, „de Huwelijksgeboden met Per soonen van de Roomsche Religie niet moch ten worden gegunt". Met andere woorden, het was aan de predikanten enj bij de niet kerkelijk gesloten huwelijken, aan de secre tarissen verboden om minderjarigen van de „Gereformeerde Religie" in ondertrouw met Roomsch-Katholieken op te nemen. Want op eiken ondertrouw volgden de drie ,Jinwe- lijksproclamatiën" of geboden. Op drie ach tereenvolgende Zondagen na den dag van ondertrouw werd óf in de kerk óf vanaf de „puye" van het stadhui» het voorgenomen huwelijk bekend gemaakt en tevens verzocht om kennis te willen geven van de bezwaren, die eventueel tegen dat huwelijk mochten bestaan. Die huwelyksafkondigingen van de „puye" van het stadhuis zijn eerst in 1913 officieel afgeschaft. In de praktijk gebeur de het in Gouda al lang niet meer. In den laats ten tyd, dat die afkondigingen nog in eere waren, gebeurden ze op Zaterdagmid dag by monde van een stadsbode, hoewel voorgeschreven was dat het moest geschie den door den ambtenaar van den burger lijken stand. Bij de Roomsch-Katholieken is dit gebruik van de huwelijksgeboden tot op heden in stand gebleven. De Staten-Generaal gingen met de hier boven weergegeven bepaling uit van de ge dachte, dat men den weg, die naar de door hen ongewenschte huwelijken leidde, reeds in h^t begin moest versperren. De tweede verbodsbepaling sloot nauw aan by de eerste en hield in, dat alle „trouw beloften tussen de voornoemde personen ab- solut krachteloos en zonder effect zouden zijn zonder dat het aan eenig Rechter ge- permitteert sal syn op de voorszegde trouw belofte regt te doen". Deze bepaling hing samen met de bestaande rechtsopvatting, dat trouwbeloften tot een huwelijk dwingen. Ten aanzien van „manspersoonen boven de 25 en vrouwspersoonen boven de 20" wilden de Staten-Generaal niet dwingend op treden. Meerderjarigen moesten zelf maar weten, of zy den verkeerden weg wilden op gaan of niet. Het werd hun echter niet ge makkelijk gemaakt. Terwijl partyen bij nor male huwelijken drie weken onder de ge boden stonden, moest een man of vrouw van de „Gereformeerde Religie", die met een „Roomsgesinde" wilde trouwen, achttien weken wachten, omdat de drie „huwelyks- proclamatiën" telkens met zes weken tus- schenruimte moesten worden afgekondigd. Met deze bepalingen hoopten de Hoog mogende Heeren de gemengde huwelijken zooveel mogelijk te beletten. Zeker van hun zaak waren zy evenwel niet. Anders hadden zy niet nog enkele bepalingen aan het pla caat toegevoegd, die kennelijk tegen een mogelijke ontduiking daarvan waren ge richt. Zoo moest ieder Protestant, die Roomsch- Katholiek werd en daarna met een Room sche in het huwelijk wenschte te treden, een vol jaar wachten, eer de huwelyksprocla- matiën werden gedaan. Verder voorzag het placaat de mogelijkheid, dat zelfs Roomsch- Katholieken van geloof zouden veranderen ten einde met een Persoon van de Gerefor meerde Religie te kunnen trouwen, doch met intentie (de bedoeling) om na het vol trokken Huwelijk tot het Roomsche Geloof weeder te keeren". Dergelijke huwelijken werden gewoon als gemengde huwelyken beschouwd en de bepalingen van het placaat waren daarop in hun volle gestrengheid van toepassing. Johanna Colster wenschte op dit placaat een beroep te doen. Nu, na 170 jaar, is het voor ons moeilijk na te speuren, of eerbied voor de bepalingen van het placaat van 1750 of het vervlogen zijn van den liefdesroes Johanna Colster hadden bewogen zich tot de Magistraat te „28 Sept Sep: Rutte Eysseres Contra „Johannes Oudaan om alimentatie (on derhoud) 2de Citatie door non Compa ritie (tweede dagvaarding wegens niet- „verschyning van Johannes Oudaan op „verleend 't 2de default (verstek) Johannes Oudaan was den eersten keer wel gekomen, maar had niets gezegd, zoo dat hij werd beschouwd als niet te zijn ver schenen. Volgens toenmalig gebruik was hij nu voor den tweeden keer gedagvaard. Nu vertoonde hij zich zelfs niet. Het tweede .verstek werd dientengevolge verleend. Von nis volgde echter nog niet; Johannes werd nogmaals gedagvaard. „4 October Magistraat „Pieter Boon presenteert request om- „trent het misbruyken van de dóodklee- „den, gesteld in handen van't Snyers- gilde. Het verzoek van Pieter Boon geeft een merkwaardigen kijk op een nog merkwaar diger keür, het „Reglement en Lyste op 't Verhuuren van de Dood-Kleeden en Rouw- Behangsels binnen de Stad Gouda". In het jaar 1704 was de financiëele toe stand van de stad Gouda niet gunstig. Dat schijnt later nog wel eens te zyn voorge komen. Ongelukkigerwijze verkeerde de stedelijke kerk, de St. Jan, in een zoodanigen toestand, dat groote herstelwerken moesten plaats hebben. De Magistraat was evenwel van meening, da de daarvoor benoodigde gelden niet door belastingverhooging moes ten worden gevonden, want „dat seer be- swaarlyk in deese tyden eenige meerdere schattinge op de Goede Ingesetenen soude kunnen geleyt worden". Naar het voorbeeld van andere steden werd toen een nieuwe bron van inkomsten aangeboord. De Magi straat besloot namelijk, dat het „verhuuren van de Dood-Kleeden en Rouwbehangsels in de Sterfhuyzen binnen deze stad" ten voor- deele zou komen van de Kerk. Wanneer voortaan iemand stierf en zyn nabestaanden wenschten, zooals in dien tijd het gebruik medebracht, dat in het sterfhuis een dood kleed op de kist werd gelegd, dan konden zij dit slechts bereiken door het aan het kerkbestuur van de St. Jan te verzoeken. Dit kerkbestuur zond dan een ondergeschikt ambtenaar, die het kleed bracht en haalde en de huur in ontvangst nam. ln de keur was rekening gehouden met leeftijd, rang en stand. Er waren „Dood- Kleeden" voor de volwassenen en „Dood- Kleetjes voor de kinderen die op den Arm werden gedragen". By de „Dood-Kleeden" van de volwassenen onderscheidde men zeven klassen, waarin de huurprijs varieer de van zeven tot een gulden. By de „Dood- Kleetjes" waren er drie klassen. De huur in de hoogste was tien, die in de laagste zes stuivers. De Magistraat stond dadelijk al bij het ontwerpen van de keur voor een groote moeilijkheid, omdat de gilden^lf oo kleeden hadden en gewoon waten ten dienste van de Gilde BroedeVs I te overlyden te gebruyken". De Magistraat wenschte nu niet zoo maar in eens die ver kregen rechten teniet te doen en koos daar om een tusschenweg. Alleen by de „soo- danige personen, dewelcke tot haer Dood toe effective Gilde Broeders sullen syn ge weest" zoo bepaalde de keur zou het gildekleed mogen worden gebruikt. Maar voor <iq „Dood-Kisten van haar Vrouwen en Kinderen" moesten de doodskleeden van de Kerk worden gebezigd. Om bedrog te voorkomen was verder bepaald, dat wan neer een gilde-doodskleed werd gebruikt, daarop een „kennelyck teeken van het Gil de" moest worden gehangen. Die gunstige bepaling voor de gilden zou bovendien alleen maar gelden voor de kleeden, die op dit oogenblik in gebruik waren. Waren ze ver sleten, dan mochten ze niet door andere worden vervangen. De klaarblijkelijke be doeling van deze bepaling was om de gilde- doodskleeden, zooals men in dien tyd zei, te laten „uytsterven". In het jaar 1760 was die keur aangevuld. Blijkbaar waren de gilde-doodskleeden taai of werden ze op een zoodanige vindingrijke manier door het steeds aanzetten van nieu we stukken hersteld, dat hun het eeuwige leven was beschoren. Hoe het dan ook zij, 56 jaar na de oorspronkelijke keur waren die doodskleeden nog in blakenden welstand. En wat erger was, zy werden zelfs gebruikt bij de begrafenissen van familieleden van de gildebroeders. Bij de aanvulling van de keur werd nu weer een tusschenweg gevon den. De vrouwen van de leden van het Smits-, Schoenmakers-, Kuypers- en Pyp- makersgilde" zouden voortaan ook onder de gildedoodskleeden begraven mogen worden, mits daarvoor aan de Kerk of aan den man, die van de Kerk het verhuren van de doods kleeden in pacht had, telkens ƒ2.— werd betaald. Van de kleermakers of „snyers" werd in de aanvulling van 1760 niet gerept. Uit het verzoek nu van Pieter Boon, den pachter van het ve|huur van de doods kleeden, blijkt dat laatstgenoemde heeren zich heelemaal niet aan de keur hadden ge stoord. De „snyers" gebruikten het doods kleed niet alleen bij de begrafenis van de gildebroeders, maar ook by die van de „gildesusters, die in tien, twintig, ja meer der jaren bevorens der selver Ambagt niet meer hadden geexerceert gehad (uitge oefend)". Het ergste was, dat de „snyers" zich in dergelijke gevallen voor het gebruik van de doodskleeden lieten betalen. Dat was een zijdelingsche aanslag op de beurs van Pieter Bdon. Pieter Boon verzocht dan ook aan „overman en deekens van 't kleer makersgilde binnen deze stad" te verbieden hun Jegenwoordig doodkleet anders te ge bruyken of te laten gebruyken als ten dienste van hunne Gildebroeders en wel de soodanige, dewelke tot haar dood toe effec tive Gildebroeders zyn geweest". Het rekest werd in handen gesteld „van't Snyersgilde". Het gebruik om ten sterfhuize een doods kleed op de kist te laten leggen, heeft nog lang bestaan. De heer B. Lens, de direc teur van de Protestantsche Begrafenissen, deelde mij mede, dat tot voor ongeveer 25 jaar de doodskleeden in Gouda op kosten van de gemeente werden aangeschaft. Dit kan niet anders worden verklaard dan uit den nauwen band, die vroeger tusschen stads bestuur en Groote Kerk had bestaan. De doodskleeden werden toen echter niet meer verhuurd. Een van de dragers, by wien Geduld is een heerlijke gave, die over wint waar de sterke is bezweken. Een mensch zonder geduld is een lamp waar- 'n de olie ontbreekt. - FEUILLETON. Naar het Engelsch van J. S. FLETCHER. (Nadruk verboden), hau wel eens heldere oogenblikken, ook nu en plotseling richtte hij zich k>t zijn ondervrager. Heel goed riep hij uit. Ik zal u alles vertellen dan is Tiet gebeurd! HOOFDSTUK XIV. Inlichtingen uit de eerste hand. Piv^L^0 eeü Pftftr laatste minuten had dn» - 0Ulsnel nnWacM- Hij besefte, hi; j ia. banden van de politie was en dat mi a"opn kon ontsnappen door een ^esterhjke diplomaten-zet. Hij besefte ook d.1, """j'Bok moest worden gevon- no* f dH n0l,!l mevrouw Stanhury Lucaa Elherton m ,ijn Het arm.°1^enwegellik h<lt j"8'». MrMi tn de 18 w«l**t - om lot hot laatste beon- kleL ™IdM\C,lea!cten' En met blrch, de Hik ^rflI1eaise dat waa een noodzake- «n ÜT0/8 daa™n. Vlug en vindingrijk ke.t„ 8,8 hll was' schoen hem dat het *«t htj doen kon Hij nam oen heel onschuldige en zelfs zeer vertrouwelijke houding aan, toen hij zicll tot den commis- saris richtte: Het zit zoo, begon hij. Bij het onder zoek vertelde ik niet alles wat ik wist op geen stukken na' De redenen daarvoor zal ik u dadelijk uitleggen. Maar één daar van kan ik alvast zeggen er was 'n vtouw, een jonge vrouw zelfe, m het spel en déar- om heb ik., wel, ik ben een fatsoenlijke vent en ik wilde dat de waarheid aan liet licht kwam door iemand anders dan door mij. Niemand antwoordde of maakte een op merking op deze verklaring en Pike, die besefte dat zijn ondervrager sleohts feiten wenschte, begon zijn verhaal. U hoorde mij bij liet onderzoek zeg gen, dat ik aan slapeloosheid leed en op aanraden v,an den dokter lange wandelin gen maakte, vervolgde hij. Nu, natuurlijk ben ik dikwijls op de heide geweest, op alle uren van den nacht, van tien tot. één.. En sinds eenigen tijd weet ik iets, wat ik aan niemand verteld heb. Tot deze week heb ik daar trouwens ook niet zooveel over nagedacht, man,- sinde het gebeurde op Maandagavond krijgt alles een heel andfer aspect. Het is iets over Blrch, den advo caat. Pik© zweeg op dat oogenblik, om zijn inededeelingen den noodigen indruk te laten maRen. Maar óe gezichten om hem heen bleven kalm en onbewogen en de commis saris beduidde hem, door te gaan. -- Over Birch, herhaalde hij En over dat Frangaisetje van den kolonel. Het ia pen feit, dati die twee van elkaar houden. Dit voorjaar heb ik ze dikwijls 's avonds heol laat samen gezien. De eerste maal dat ik ze snapte, is eenige weken geleden, lk zat op een avond, ongeveer elf uur, bij het boschje van Swales, dat op de heuvels bij Lithersdole ligt, toen ik iemand uit de rich ting van den Dal weg hoorde komen. Het bleek Birch te zijn. Hij Hoe kqn u zien dat hij het was, op dat uur Van den avond? vroeg Calvert die Pike nauwlettend gadesloeg. Ik herkende hem direct, antwoordde Pike. De lucht was helder en de maan was in het laatste kwartier. Ik' zag wie het was, duidelijk genoeg hij was een meter of vier van me af, maar hij had er geen idee van, dat er iemand in de buurt was, want ik zat in de schaduw. En even daarna kwam Mile de Coulanges om den hoek van het boschje, uit de richting vani het huis van den kolonel dat ligt daar- juist beneden. Ik herkende haar ook dadelijk. Ik zag ze naar elkaar toe gaan en hoorde ze samen fluisteren: toen liepen ze samen de heide op. Daarna heb ik dat tweetal daar "dik wijls gezien op dezelfde uren, zei hij. Soms was ik dicht bij hen, soms zag ik ze in do verte. Naturlijk snapte ik het wel zo vrijden in het geheim en blijkbaar sloop mademoiselle weg. als bij den kolonel alles sliep en kwam dan naar de heide om" Biroh stilletjes te ontmoeten. En. Een oogenblikje, viel Calvert l^m in de red». Hij keek naar den eommissaris. Als wat hij zegt, woar is, mérkte hij op, dan is het wel heel eigenaardig, als dat niet bevestigd kan worden. De helde ie wel een zaam, maar Sir CheVille had toch opzidh- ters. Als die twee daar 's nachts in de buurt Pxke viel hem met een lach in de rede. U bent een beetje voorbarig, meneer Calvert, hernam hij. Ik ben nog niet klaar met mijn verhaal. Ik weet iemand, die Birch en Mile de Coulanges daar gezien heeft en zoover ik weet, zal hij ze wel meer dan eens gezien hebben. Wie is dat? vroeg Calvert. Een oude man, een zekere Garrett, antwoordde Pike prompt. Woont in een van die huisjes tusschen de oude weverij en de schaapskooi. Hij was jarenlang heide- opzichter bij Sir Cheville. Hoe weet u, dab hij hen zag? vroeg de commissaris. Omdat ik zag, dat hij z© zag! verklaar de Pike triomfantelijk. Op een avond, niet zoo heel lang geleden1, toen ik op de heide was, bij dat boschje, waarvan ik vertelde het was een heldere maannacht zag ik Garrett uiti het boschje komen en over de berm kijken. Die twee kwamen er juist aan en ik weet, dat hij zo zag, want hij Ver school zich onder een paar struiken en keek naar ze. Gaat u het hem maar vragen, be sloot Pike zelfverzekerd. U zult zien, dat het. waar is! De vier luisteraars wisselden blikken. Pike's verhaal en do opienhartige en on schuldige manier, waarop hij het vertelde, maakten blijkbaar indruk. En Pike zag. dat hij succes hnd en besloot zijn uiterste best voor zichzelf te doen. NU. wAt Maandagavond betrefts ging hij voort en tot. zijn voldoening zag hij gé- spantwn hemnüstMMntr Irt ite vter pui streugfi oogen. Wat ik bij het onderzoek vertelde was'waar: ik zag èn Ethertan, èn mevrouw Stanbury, op dat uur en op die plek. Maar ik zag nog anderen: Birch en dat Frangaisetje. Uien avond? vroeg Calvert. Dienzelfden avondVroeger dan ik de anderen zag. lk denk dat het iets over half twaalf was. Z0 liepen langs me heen ze gingen in de richting van de Zwarte Klip. Ze spraken heel zachtjes en liepen gearmd ze zagen me niet, net zoo min als Ether ton en mevrouw Stanbury. Ze gingen geheel in elkaar op, dat kan ik u wel zeggen. En wat ik toen deed, dat raadt u niet. Wat dan? vroeg de commissaris. Ik ging Ze na! grinnikte Pike. Ze wa- ïen zoo in elkaar verdiept, dat ze voor niets anders oog of oor hadden, anders zou ik het heusch niet gedaan hebben. Ik volg de z», tot waar het pad smaller wordt bij de Zwarte Klip Nu is er in die rotsen boven het pad een soort hol, een nis, met steenen erin waarop men kan zitten> ik heb daar 's nachts dikwijls gezeten, toen ik die wandelingen maakte. Ik zag ze daaT in gaan. En toen ben ik weer terug gegaan. Hoe laat zei ut dat dit gebeurde5 Zoowat half twaalf, of vijf minuten er over, antwoordde Pike. D0 commissaris zocht even in eenige pa pieren op zijn bureau, las er een van door en keek naar Calvert. (Wofdb vervolgd).

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1933 | | pagina 3