iWIJK
7.50]
ARDEN
UWE’’
:s in bloei,
bekende vlieger,
kNS, Chef van
erdam, met rijn
iVE BEZOEKEN
EGBAAN komen
o. 18878
Dit bladverschijnt dagelijks behalve opZon en Feestdagen
ai
M
1OMPIER
•zijn WOLF, Théreslastrm
DEN HAAG.
winrWFRKFRK niiniroif'vDv ^BODEGRAVEN, evonwr, uuuututAn, haasikulht, wiuukuke-ch l, tviucKCAi r,
NIEUWEKKEKK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWUK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN,
kman”
De Nationale Volkshulde
ter herdenking van het Vierde Eeuwfeest
geboorte van Willem van Oranje.
jPinadag 18 April 1933
BBKKENWOUDE, bodegraven, boskoop, gouderak, haastrecht, moordrecht, moercapelle,
enz.
Door smart gelouterd.
postkantoren.
van de
i
taet der Potentaten alsulken vasten verbont
verlies van vrienden, kinders, maegher.
de
gewezen heeft.
»d«
MANICURE 75 et
5 CABINES.
dij onze
Onze I
tevreden lijn.
1NBÜRG
EG 17 GOUDA.
aftrekken.”
Waar het ging om de eenheid zag hy dan
ook geen Roomschen of Protestanten, maar
Nederlanders, die het onverdraaglijk juk
hadden at te werpen.
De vrijheid van zijn vaderland, zooals hy
GOUDA
JA.
vele soorten)
sdedeelingen.
mer:
HAASTRECHT.
den Almachtige behaagt.”
Nog sterker treedt dit aan den dag in zijn
antwoord aan Sonoy: „Gy schrijft oris, dat
men U zoude laten weten of wij oock mef
eenigen groten, machtigen Potentaet in
vasten verbonde staen. Waerop wy met
laten en willen ulieden voor antwoorde te
Heel, zonder reserve geven. Wat hy zich
eenmaal heeft voorgesteld, zal hij niet los
laten. Doorzettingsvermogen straalt uit deze
figuur. Scherp is zyn blik, maar trouw en
open.
Zyn deze
-Snoek
HOLLAND
DSTRIJDEN.
beschermenisse der Christenen ende andere
verdrukten in 'dese landen aangevangen
van zyn ge-
ƒ1.50
1.10
zyn gewetensvrijheid. Breedheid van blik
kenmerkt de leider. De Prins heeft die in
wel ruime mate bezeten. En zelfs dan, wan
neer men hem hierom verdacht wilde maken,
men denke aan Petrus Datheens houding,
geeft hy niet toe.
De tolerantie werd voor hem een kwestie
van beginsel. Moge het ontstaan wellicht
uit nuttigheidsoverwegingen zyn af te lei
den, later verdwijnen deze zeer zeker.
Deze tolerantie-gedachte, die wy niet zien
als zyn persoonlyk eigendom, alsof hy
daarin zijn tyd verre vooruit was, heeft het
Volk van de Zeventien Provinciën niet ver
staan. En ook niet aanvaard. De Pacificatie
van Gent heeft niet gebracht, wat de Prins
zielsgraag wilde, Verdeeldheid is gebleven,
ondanks de krachtige roep tot eenheid. Ne
derland heeft niet geluisterd. Nederland
schijnt slechts te kunnen leven bij partij
schap en particularisme. Laat Oranje ons
leeren, dat de volkseenheid boven de belan
gen van de groep uitgaat. Dit beduidt niet,
dat de Prins wilde komen tot een gods
dienst boven geloofsverdeeldheid. Ook wie
niet die gelijkgestemdheid bezit, die m.i.
noodig is om deze dingen te verstaan, zal
moeten toestemmen, dat de Prins, althans in
‘t laatst van zyn leven, 'n ernstig Calvinis-
t;sch geloovige is. God heeft hem het leed
niet bespaard. En juist door dat leed is zyn
levenshouding een andere geworden. In een
brief aan de ongelukkige Anna van Saksen
heet het: „Ik ben besloten mij in de hand
des Almachtigen Gods over te geven, opdat
Hij mij brenge, waarheen zijn welgevallen
rny leidt. Zoo zie ik wel, dat ik dit leven
in nood en arbeid m'oet doorbrengen, waar
mede ik weltevreden ben, omdat het alzoo
hadden gegraven. Zij moesten de lïlede hier
een voet of vier hoog optillen tot boven de
bovenste sneeuwlaag; en toen vervolgden
zij hun weg over dn verblindend witte vlak-
1 te, totdat zij den Gevaarlijken Hoek voorbij
■waren en de grenslijn voljplen tot aan Lan
cashire. l)e paarden, di^ tot nu toe rustig
waren geweest, konden niet, langer den
i vy- scherpen wind verduren, die hun het heete
bloed in de aderen prikkelde; den koetsier
ten spijt ondanks het gladde, glooiende
pad, dat hen met den ondergang bedreigde,
zetten zij zich in galop; de slede, met haar
stille vrachtgleed botsende van den eenen
kant van den weg naar dan anderen en
ontsteltenis stond duidelijk op ieders gelaat
te lezen. De steile weg naar de Herders’
herberg bracht hen echter eindelijk tot
staan en de koetsier kon hen nu tot bedaren
brengen De rouwklagers vervolgden op
nieuw. al worstelende den akeligen tocht.
Door Wyecollar gingen zij, met zijn her
innering aan den Rijdenden Jonker en zijn
oude hol. bedolyen onder de sneeuw, tus-
sehen de niet «neeulw bedekte muren door
en langs de kille graslanden, totdat zij ten
slott0 hun doel hadden bereikt. Het graf
was gereed, de hMidvol bevroren aarde
werd neergeworpen op de kist en de vrou
wen weenden luid. En toen lieten zij haar
achter in haar kille rust en was het kerk
hof ledig, op een doodgraver na, die boven
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bexorgkring)
1—5 regels ƒ1.80, elke regel meer 05. Van buiten Gouda en den bezorgkrlngi
1—5 regels L55, elke regel meer f K8fl. Advertentifa in het Zaterdagnummer 21
'ijjslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiin de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 14 regels ƒ2.25, elke regel meer ƒ0.50. Op
voorpagina 50 hooger.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van «oliede Boek
handelaren, Advevtentiebureux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing
het Bureau zyn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zjjn.
“kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
•ter kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal wa»r de bezorging per loooer geschiedt
Franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad 3.8CL P 8
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA.
agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
,nten.
leden der Commissie voor Oranje en andere
openbare Feesten. Ook verschillende bur- heeft hem genoemd sluw
GremeeSteFs uit nmlio"0-Pn<1f> «remeenten wnran 1
OOI BMJIE IfflL
beloften verwezenlijkt? Men
1^,/ en berekenend,
diplomaat van het zuiverste water. En wie,
I die zich in het leven van den Prins ver- 1
j diept, zal ontkennen, datj hü in dten moeilijken
stryd, die hij te strijden' had, vaak wegen
is gegaan, waaraan hy in zyn jonge jaren
niet zou hebben kunnen denken. Deze er
kenning ponmf mlop 1
tiekken van zyn karakter, meer dan zyn
maar die volbrengt ondanks
f en verraad, ondanks verar-
ming en verguizing, ondanks het niet be
grepen worden door hen, voor wie hij alles
gaf.
Neen, niet is hy „een genie, in de machia
vellistische sluwheid, waarmede hij perso
nen en gebeurtenissen beheerscht, tot in
het dubbelzinnige toe”, maar wel is hij een schrijft, is de vryheid voor allen. De Spaan-
genie, wanneer men althans hier dit woord sche last benauwt niet alleen, die van de
mag gebruiken, in de onbaatzuchtigheid, Religie zijn. Maar daarom moet er dan ook
waarmee hij zyn leiderschap bevestigde.
Oranje heeft zijn leiding-mogen-geven ge
zien als diehst aan de Nederlandsche Ge-
v. esten. Hy, de vreemdeling van afkomst,
heeft zich één geweten met degenen, "die
hem waren toevertrouwd. En die eenheid
was voor hem geen leu^amaar werkelijk
heid.
Om die eenheid te belwerken, heeft hij
zichzelf en het zyoe, ja zichzelf en de zynen
gegeven. Hy wist, dat hy stond in dienst
van de anderen. Ik breng u in herinnering
zijn woorden: ,4'Ondersaten en ztfn niet
van God geschapen tot behoef van den
Prince om hem in alles wat hy beveelt,
weder het goddelick, oft ongoddelick, recht
cft onrecht islonderdanigh te wesen en
als slaven te lienen, maar den Prince om
d'ondersaten wile, sonder dewelcke hij geen
Prince en is, |ni deselve met recht ende
redenen te regéren.” Een man, die aldus
spreekt omdat hij zoo zyn verhouding ziet
tot hen, aan wie hij leiding moet geven,
is sterk om ook in dagen, waarin men hem
Giet begrijpt, ja zelfs verwenscht, het ideaal
vast te houden. Ik denk nu aan ’t voorjaar
>van 1583, waarin zyn huwelyk valt met
Louise de Coligny en men hem koud en kil
bejegent, aan de houding van de Staten,
die nu niet de meest tegemoetkomende kan
genoemd worden, om het‘zacht uit te druk
ken. Alsof hy in de Apologie enkele jaren
te voren, niet gezegd had„so langh als het
Gode believen «al, maar een droppel bloets
ofte eenen p^nningh slechts van onse goe
den, ja maer een weingh verstandts neer-
stigheit, gheloofs ende aensiens ons te laten
cverblyven, wy willen dat selve noch tot
uwen dienste geerne besteden, toeeyghenen
aan die diep ingewortelde schuwheid, welke
zich juist dan van hem meester maakt, ais
hij er het mihst op verdacht is. Om deze
red^n en Ephraim Shackleton had een
ongewone fijngevoeligheid aan den,dag ge
legd, toen hij dit raadde - was Griff bui
ten gebleven,, waar hij tegen de paarden in
hun eigen taal spiek tn probeerde Inih den
scherpen geesel van den wind met meer op
geruimdheid to doen verdragen.
Eindelijk werd de doodkist naar beneden
gebracht en op dé slede geplaatst. Het ge-
heele dorp Ling Crag was daar dien dag
aanwezig en ook volk van Mayshcotes en
Cranshaw: en twee aan twee namen zij hun
jdaatsen in Achter heb ruwe voertuig, dat
dé vrouw van Ephraim naar het kerkhof
ging brengen.
Mep moest, in een "eerbiedig-langzamen
pas, een bevróren pad van vijf mijlen afleg
gen en de wind, die den spot met hen dreef,
belies koud over de bevroren sneeuw. Toch
onttrok niemand zich aan dezen eenvoudi-
gen plicht zwakke meisjes en zieke lijke
mannen waren hier en als zij hoestten,
deden zij den menschem gelooven, dat zij
snikten, uit vrees, dat iemand zou gissen,
wat deze koude tocht hun kostte. O. droe
vig iwas het, en ongelooflijk naargeestig
de levenden, spelende met den dood, die
eenigen van hen bijna even dicht naderde
als de doode vrouw op do slede de zon-
gemcesters uit omliggende gemeenten waren
tegenwoordig.
Nadat Ds. J. J. Stam den kansel had be- i
klommen zette het orgel het dankgebed
„Dankt, dankt nu allen Godwin. Toen de
orgeltonen verstorven warend sprak Ds.
Stam de volgende herdenkingsrede uit.
Nederlanders, Rede Ds. J. J. Stam.
Wanneer wij hier, in. deze oude stad, de
laatste woonplaats van den Prins, op deze
eerbiedwaardige plek bij zyn graf, samen
komen om te gedenken, zullen wy ons be
wust moeten zyn van drieërlei;
Allereerst: deze volkshulde aan de nage
dachtenis van Vader Willem kan en mag
geen feestelyke zijn. Afgezien van het feit,
dat de zware tyden, die wy beleven, dit
niet verdragen, moet ’t ons allen toch wel
tot diep nadenken stemmen, dat wij ais
Nederlandsch volk nog steeds niet ten volle
de idealen van de Prins hebben kunnen
verwezenlijken. Integendeel, de gescheurd-
heid, die wy blijkbaar wel dragen en ver
dragen kunnen, is zoo fel, dat de herden
king van het levenswerk van hem, die de
verscheurde Provinciën tot een eenheid wil
de brengen, een parodie dreigt te worden.
Dit, en dat is het tweede, waarop ik na-
diuk leg, 'dwingt ons in deze ure tot oot
moed. Geen uitbundigheid, maar verdee-
rivoediging kan alleen de juiste toon zijn,
waarin wy ons woord willen spreken.
Aanvaarden wy die toon, dan is ons in de
uerde plaats duidelyk, dat ons hier zyn
ons allen verplichtingen oplegt. Verplich
ting om, wanneer de herdenking van wat
de Zwyger voor ons volk beteekent ons
waarlijk ernst is, te willen leven in het be
sef van saamhoorigheid en solidariteit,
waarin wij elkander hebben te dienen.
Immers, dit is het groote voorbeeld, dat
Prins Willem als leider ons gegeven heeft.
Een voorbeeld, dat nu meer dan ooit mis
schien, tot ons spreekt.
Gy kunt van my niet verwachten, dat ik
in den korten tyd daarvoor nu gegeven, zyn
beteekenis als leider kan uiteenzetten.
Slechts enkele trekken van dit beeld mogp
ik meer naar voren brengen.
Wie het jeugdportret in Cassel, dat ge-
woonlijk toegeschreven wordt aan Moro,
aandachtig beschouwt, zal daarin zien een
jenge man, die weet wat hy wil. Fijn van
teekening is deze edele, vol van ingehouden
kracht. Geen man van het oogenblik, die
1 zich zal laten meesleepen door anderen, maar
ern man van volkomen beheerschtheid. Eén.
die eigen oordeel heeft. Voorzichtig zal hij
zijn .weg gaan. Maar als ft moet, zich ge
loofd, dat hij hiei- bijtijds zou zijn, om met
ens mede te Joopen.
Het lijkt wel, of hij bang is voor goed
lifcidevolk. wierp een huurmlni hier tus-
sclien in. Wat den man sdieelt, kan ik niet
zeggenmaar hij lijkt veel op een dollen
hond, die zich k^ert tegen dengene, van
wien hij, eens gehouden heeft en naar’hem
bijt. Bij het Heilige Hart, hij was de mooi
ste knaap, dien ik ooit geiien 'heb net
gelijk of hij stroopte, of vocht of eena vijf
voudige hindernis nam - voordat hij in
moeilijkheden kwam.
Wel, hij kan. een spade hanteeren als’
de beste, zei Ephraim, en hij weet in de
puntjes, hoe men een afvoersloot moet gra
ven en goeden grond kan maken van dorre
heide. En wafü-achüg, onderbrak hij zich
zelf. terwijl hij door het venster keek, hij
staat daarginds bij' de slede to wachten en
praat tegen de paarden, alsof het zijn bloed
eigen broeders waren. Het kan besfl zijn,
dat hij tegenwoordig niet al te veel houdt
van huisinussehen en hij heeft het lijk
reeds gezien. Dus zullen wij maar opbreken
vrienden, of wij zullen meer duisternis clan
daglicht krijgen.
Griff kon werkelijk den moed niet vinden
om naar binnen te gaan. Het gevjql van
kameraadschap van een oogenblik geleden
had hem verlaten en hij deinsde er voor
terug - als iemand, die bang is voor zijn
34
Het Was goede wijn, met krachtigen
haar<l6Wi3n in d* laa^te <la?eiRvan
ziekte was het haar «en troost geweest
4nthUönen <ienken- dat Ephraim zieh als
eer niet zou behoeven te schamen, als
rouwklagers kwamen eten en drinken.
dia iDU Waa d’e dat=' tfokomen, De handen,
en ^ijn’hadden klaar gemaakt, lagen
g gevouwen onder de lijkwade, maar
«Ir flesch aan flesch., naast de
LJ?, e br°oden en krakelingen, die op het
Wblad opgehoopt lagen.
enden «n familieleden zwermden rond
- e terwijl iedere nieuw aangekome-
het li-i*Tlfcel^rap fWn« om eeret even naar
stond dijken - »n op den weg buiten
getim een 81Pd4® —/een groote, ruw in elkaar
«tevaiv* t vierkante eledte, zooals het hei-
hoo®‘« gebruikt om bij vrolijk Jnli-weder
vervoeren naar de schuur. Twee
Tot herdenking van het vierde eeuw
feest van de geboorte van Prins Willem van
Oranje zyn op den Tweeden Paaschdag van
deze lentemaand vele tienduizenden Neder
landers uit Noord en Zuid, uit Oost en West,
in Delft bijeengekomen. Ook uit het land
van Vlaanderen zijn er 2000 naar de Prinsen
stad getrokken om -zich te scharen in die
groote massa-demernstratie tot huldiging
van de nagedachtenis van den Grooten
Zwjjgei, die in ons volk heeft willen wek-,
ken het geloof in saamhoorigheid en volks
gemeenschap, een ideaal dat nog niet is
verwezenlijkt.
Het stille Delft heeft by menschenheuge-
nis nog nimmer zulk een enthousiaste mas
sale betoogi’ng binnen zyn muren zien ge
beuren, zoovele tienduizenden nationaal
voelende Nederlanders byeen gehad. Met
talrjjke speciale treinen kwamen ze uit alle
richtingen, trams en autobussen voerden ze
aan en enorm was het aantal auto's dat de
deelnemers aan de nationale volkshulde
jegens den Vader des Vaderlands naar de
l'rinsenstad heeft gebracht. Het is waarlyk
geen kleinigheid geweest om al deze deel
nemers met hun talryke vaandels en banie
ren in groepen bijeen te brengen op de
voor hen bestemde plaatsen en aan de tal
rijke muziekkorpsen een plaats aan te wij
zen in den stoet op het breede marktplein
en do daaraan grenzende straten. Het is
alles, dank zij de goede leiding van de tech
nische commissie, politie, ryksveldwacht,
padvinders en ordecommissarissen vrij vlot
verloopen.
Het Nationale dundoek woei uit tal van
huizen en het Oranje-blanje-bleu wisselde
dat hier en daar af. De nationale hymnen
schalden door de straten.
Terwijl de opstelling van alle deelnemers
plaats had, liet de Delftsche beiaardier van
<!en hoogen torentrans der Nieuwe kerk de
vaderlandsche zangen over de stad klinken,
als een juichkreet over dp machtige ge
beurtenis van dezen dag, die door de bron
zen stem van den zwaren Bourdon-klok der
°n|e kerk werd ingeluid.
De plechtige hulde in de Nieuwe Kerk.
Tegen half één kwamen de talrijke ge
nodigden de Nieuwe Kerk reeds binnen.
Deze groote kerk, die in restauratie is, is
thang slechts voor -de helft in gebruik. Wel
dra waren alle beschikbare plaatsen rnge-
wwnea.
Onder de aanwezigen waren vele bekende
Persoonlijkheden uit den lande uit weten-
whappeljjke, diverse maatschappelijke en
Politieke kririgen.
Uit Gouda metkten we op Bergemee.-.-
»r en Mevrouw Gaarlandt en meerdere
Prijs hem alleen gelukkig, die het leven
Nukkig volbracht heeft.
FEUILLETON.
door
HILLIWELL SUTCLIFFE
vo°r Nederland bewerkt door
J Wesselink--van Rossum.
(Nadruk verboden),
goede wijn, met krachtigen
A 'mlfo .1 ...in
-L I syn, dat wy en alle degenen die vastecyuk
En ongeveer uit dienzelfden tjjd het woord: daarop betrouwen, door-sün geweldige en
I machtige hand ten lesten noch outset sul
len worden.”
Wie Oranje’s werk losmaakt
loof in God doet hem onrecht.
Deze man is leider, omdat hy zich daar
toe geroepen weet, under het gezichtspunt
der eeuwigheid heeft hy gearbeid. En zoo
is zyn werk gebruikt geworden.
Zijn idealen zyn niet verwezenlijkt. Maar
iets ervan leeft ontegenzeggelijk in ons
volk. Dat ons land een toevluchtsoord ge
worden is voor de velen, die vervolgd wer
den om hun geloof, dat wy ons land nebuen
kunnen opennouden voor alle verurukten e»i
’erjaagden, is mede voortjtetung van het
vzerk van den leider, den Prins van Uranje-
Wy danken God voor wat h^, in den
Vader des Vaderlands ons gaf en wider,
^anvaarden de voortzetting van zijn arbeid
in de richting, die hij ons gewezen heeft.
Terstond na het uitspreken van deze rede
zong de baritonzanger Bram van der Stap
het „Neerlant en Oranje”, waarna de cem-
missie voor de herdenking zich naar het in
de kerk aanwezige praalgraf van den
Grooten Zwyger begaf om daar een- krans
neder te leggen. Daarop zongen alle aan
wezigen van het Wilhelmus
„Myn schilt ende betrjrtiwen
Sijt ghij, o Godt mijn Heer’.’
waarmede deze plechtigheid eindigde.
De Volkshulde op^ de Markt.
Op het Marktplein en aanliggende stra
ten stonden de tienduizenden deelnemers in
volgorde met vaandels en banieren ge
schaard, toen de oud-commandant van het
leldleger, generaal Snijders het podium voor
het Stadhuis betrad. Het plein bood een
fleurigen veelkleurigen aanblik^ aan. Zoo-
dra was de nimmer oud wordende krasse
oud-commandant op het podium verschenen
of alle geroezemoes verstomde. Plots hiever
allen uit volle borst het Wilhelmus aan,
waarna generaal Snyders met luide forsohe
stem aanving:
Rede Z.E. Generaal C. J. Snijders.
Medeburgers
Willem van Oranje... Vader des Vader
lands! Onder dezen eerenaam hééft hij in
onze geesten en harten geleefd sedert onzr
schooljaren, toen hy als edele en grootsche
moed van een man geJieel in de schoenen
doet zinken en hem daarna oplieft, tot een
luchthaj-tigheid».waartegen hij kan vechten,
zonder ze te overwinnen. Aan den rand van
liet graf had dit volk de smart over het
verlies gevoeld, de vrees voor den dag,
waarop het hun eveneens zoo zou* gaanzij
hadden hun teederheid getoond door dien
langen pelgrimstocht, welke zoowel hun
hart als hun lichaam had verkild, en nu dit
alles achter den rug wae, stonden zij op,
gelijk David opetond van het graf van zijn
kind, en gingen naar het feest. Ephraim
was geen rijk man, zelfs niet onder de
pachters, die zijns gelijken warenmaar
hij had gespaard voor t-en dag als deze -
voor zijn eigen begrafenis en die van zijn
vrouw-— en er was overvloed' aan drank
en spijs'in de herberg te Trawdon. Eerstens
was er rum voor hen, die daarvan hielden
en de vrouwen met haar gelaat,, dat door
koude en «tranen rood afstak tegen de zwt/t
gerande zakdoeken wilren niet fnmde.-
belust dan de mannen. De tongen begon
nen los te komen en de deugden der doode
x'rouw werden geprezen, terwijl de glazen
rondgingen en het thee-uurtje naderde.
Er waren maar weinigen beter dan zij,
Ephraim, zei zijn buurman, terwijl hij den
bloedrooden drank tegen het licht hield.
Ja, maar weinigen, zei Ephraim met
het voorkomen yan iemand, die zichzelf oen
ende opofferen.” En aan het einde van
diezelfde Apologie; „So ghij dan bevindt,
mijne heeren, of te het Ulieden so dunekt,
dat ons afwesen, ofte oock onse doodt
Ulieden iet dienen kan: wij syn bere-ydt
Ulieden gehoorsaem te wesen. Sendt ons
slechts henen, ende ghebiedt ons tot aen
‘t eynde der weerelt te gaen: ende wij sul- geven, dat aleer wy ooit dese sake eo, de
len ’t ghewillighli’ck doen. Siet daer is oock besdiermenisse der Christenen ende andere
ons hooft, over ’t welcke gheen Vorst noch 5
Potentaet maajit en heeft dan ghy alleene. 1 hebbefi, wy metten alderoppersten Poten-
doet daermede wat ulieden belieft tot uwe 1 taet der Potentaten alsulken vasten verbont
welvaert ende tot onderhoudinghe van den hebben gemaekt, dat wij geheel versekert
neemt niet weg, dat de grond- alghemeynen staet.”
«Lm J E” Mlt dip
hooge geboorte, hem gemaakt hebben tot «Het gantsche huys van Nassau is geheelyck
ei-n leider, die zyn, hem opgedragen taak ten dienste van deese landen, ende gheen
niet loslaat, maar die volbrengt ondanks verlies van vrienden, kinders, maeghei.
teleurstelling en verraad, ondanks verar- enoe broeders ons daeral en sal kunnen
den zich opgelucht, toen zij zich voortbe
wogen naar de dorpsherberg, bevrijd als zij
waren van den last, dien zij achter haddai
gelaten.
Er is iet* bij een begraJenis, dat den
.eigen verwildering om met zijn
menschen in aanraking te komen. Kame
raadschap was goed en gisteren had hij
haar welkom geheeten; maar geen mensch
kan «durende jaren alleen en van de w®.
reld afgezonderd leven en tech onfenappen
hier en daar rose getinte sneeuw.
Langzaam passeerden zij Scart op Water
en klommen naar boven, tot zij het einde
van den weg hadden bereikt, welken
Ephraim en aijn vrienden in de sneeuw
bliek. Zij had natuurlijlTeen tong, maai
welke vrouw heeft die met? Ja. een tong
zoo lang als een klos garen had zij en zij
was niet gewoon die te sparen.
(Wordt vervolgd.)