Thalia Theater GEBR. SPAAS O.. BEDOEL JE DAT HET STOFFENHUIS KAISERWALZER WILT III «WH Een Regentendagboek uit de 18e eeuw. Veilige en Economische Door smart gelouterd Raadsels voor de Jeugd. muziek. Martha Eggerth, Willy Eichberger NIEUWE SCHOUWBURG - Soc. Ons Genoegen, Gouda I DOET UW VOORDEEL DIT ZEGT ALLES Markt 16 - Gouda Ti. I DEKKER 1 ZONEN WISKUNDE P. S. DAUVILLIER. G0EDK00PE TREIN XLII. „2 Mey 1771 Inthimatie (Verhoor) op „de poort „8 Mey Persistit genomen by Scheepe- „ne op de Gevange Poort „10 Mey Bailliu R: O (ratione officii ambtshalve) doet eisch van Geeselen „en Brand tekenen en gebannen „Scheepenen houden de zaaxe in advte „(beraad) „11 Mey Scheepenen vonnissen Frede- „rik Butger om publicq te geeselen en „Bannissement (verbanning) voor 1 j „en 6 w! en condemneeren (veroordee- „len) hem in de kosten Den 2en Mei 1771 werd Fredrik Budger voor de derde maal verhoord. Uit die ver- hooren bleek, dat hy geboortig was uit het Stift Hilthem en dat hy de kost had trach ten te verdienen met baggeren. Hy was twintig jaar en woonde sinds twee jaar in Gouda. Budger werd verdacht van een eigen aardige vorm van oplichting. Vanuit Gelderland en Duitschland kwa men in den oogsttijd een groot aantal zoo genaamde bovenlanders het tekort aan land arbeiders in Holland aanvullen. Behalve bo venlanders werden ze ook wel hanneke- maaiers of pikmaaiers genoemd. Tot voor een betrekkelijk klein aantal jaren bestond dit gebruik nog; het machinaal maaien ech ter heeft die jaarlijksche bezoeken geheel doen ophouden. Die bovenlanders werden in de 18e eeuw blijkbaar ten deele in natura betaald. Ook kochten zy hier in Holland van het door hen verdiende geld verschillende levensbehoeften, die zy in den volgenden winter aan door hen aangegeven adressen lieten bezorgen en den daarop volgenden zomer naar hun land meenamen. Een zoo'n levepsmiddelenmagazyn voor hanneke- maaiers bevond zich ten huize van Harmen Oapelle aan de „Wagterstraat". Budger had nu ohder het bedriegeiyk voorwendsel, dat er voor hem een zak met sppk was bezorgd, de huisvrouw van Capelle weten te bewegen hem eeiXvan die zakken met levensmiddelen uit het magazijn mede te geven. Vrouw Capelle zei, dat hy reeds by een vroeger bezoek een van de grootste zakken als zijn eigendom had aangewezen; Budger daaren tegen beweerde, „dat hy toen maar een van 't middelslag had willen medenemen". De zak, die hy machtig had weten te worden bleek „een .grote quantityd (hoe veelheid) Spek, gerookte Gansebouten, Met worst, Linnen en boter" te hebben bevat. Budger was met die zak gegaan naar Dirk Weevers, „herbergier in de drie Snoeken in dé Keyserstraat binnen dese Stad". Aldaar had hy den inhoud gedeeltelijk verkocht aan een „Slaper (logé)" en aan de „vrouW". De reBt was voor een appel en een ei verkocht „aan een bakker in de Korte Groenendaal en aen een Spekslager". Hy bekende alle hem te laste gelegde feiten en gaf toe „het Geld, dat hy by de Verkooping van het Spek en Linnen etcetera (enzoovoort) daar voof had gemaakt, en ten tyde van syn appre- hensie (hechtenis) by hem was gevonden, sinisterlyk (op misdadige wijze) onder zyn voetsooien tussen zyn kousen eir andere plaatsen te hebben verborgen, om dat Ie t verduysteren en was het doenlyk (zoo mo gelijk) zyn OntkentenUse goed te maken". Budger had zich ook nog aan andere op lichteryen schuldig gemaakt. Zoo had hy op naam van zyn vroegeren kostbaas, den „Blyker Gerrit Harmeling" by Jan Trip op de Gouwe een paar blauwe kousen gekocht voor 42 stuivers. Die kousen had hij te koop aangeboden aan de „hospes of diens vrouw in de drie snoeken". Deze hadden echter geen kousen noodig gehad. De „gemelde hospita had hem doenmaals bestraft en gesegt, als hy zoo voort gong nog aan de galg zou komen". Dat nam echter niet weg, dat zy „twee of vier van die gerookte gansebouten en twee metworsten" van hem ten ge schenke had aangenomen. Tenslotte had hy ook nog geprobeerd om „Pieter de Ketel- boeter (ketellapper) van Woubrugge", die ook een niagazyntje hield ten behoeve van de „bovenlanders", te bewegen hem een zak met spek mee te geven. Dit laatste was echter niet gelukt. Den 8en Mei werden hem al zyn vroe gere verklaringen nog weer eens voorge houden en werd hem gevraagd, of hy daarbij „persisteerde (volhardde)". Budger bleef toen by zijn bekentenis. Den lOen Mei kwam de baljuw met zijn eisch. Hy vorderde, dat „de gevangen ter voorszegder zake zal worden gecondemneert (veroordeeld) om gebragt te worden ter plaatse daarmen hier gewoon is executie van Crimineele Justitie te doen (lijfstraffen ten uitvoer te leggen) om daar strengelyk te worden gegeesseld en gebrandtekend en dat voorts ook de gevangen sal worden ge condemneert (veroordeeld) in de kosten en misen van Justitie (gerechtskosten) ter taxatie (volgens schatting) van Heeren Scheepenen deser Stad, ofte tot andere zulke poene (straffe) als Haar Edele Agt- bare naar Regt en Ópregte Justitie bevin den zullen te behooren". Den volgenden dag wezen schepenen reeds vonnis en veroordeelden „den gevangen om gebragt te worden op het Schavot agter het raadhuys dezer Stad ter plaatse daar men gewoon is Crimineele Justitie te doen om aldaar ter discretie van Heeren Schee- pnen met roeden te worden gegeesseld, ban nen wyders hem gevangen uyt dg Stad en jurisdictie (rechtsgebied) van^ien, voor den tijd van een Jaar en ses weeken, sonder middelerwyle daar in te komen, op poene (straffe) van swaarder straffe en condem neeren (veroordeelen) hem in de Costen van syn gevankenisse en mise van Justitie (in de gerechtskosten)". „Ter discretie van Heeren Scheepenen" wilde in diV geval zeggen, dat Budger net zoo lang zou worden gegeeseld totdat de scheepenen vonden, dat hy zijn portie te pakken had. „13 Mey Publicatie Staaten Generaal „tegens^de Besmette Ziekte Die publicatie was van den 3en Mei 1771 en werd tien dagen later in Gouda afge kondigd. In den aanhef van die publicatie werd meegedeeld, dat „de besmettelyke Siekte welke in Podolien en Volhynien ont- stooken was seer merkelyk was afgenomen en dat de voornaamste Zeehavenen yan de Oostzee onder Gods zeegen tot hier toe vry en onbesmet waren gebleeven en dat ook by (<joor) de Mogendheden over welkers Territoir (gebied) de Goederen uit Polen moesten passeerén seer goede en heilsaame maatregelen waren genoomen teegens de verdere communicatie (verspreiding) van deese verschrikkelyke Plaage". De Staten-Generaal brachten in verband daarmee ter kennis, dat zy „aan de eene kant soo veel van de Menschelyke sorg en voorsigtigheid afhangt willende voorsien teegens alle oorsaak van de verspreiding deeser Plaage en aan de andere Kant de Commercie (handel) Vaart en Haydel met en op deese Landen sooverre sulks geraaden schynt willende bevorderen", hadden goed gevonden „by provisie (voorloopig) en tot nader orde te renoveeren (hernieuwen)" het plakaat van den 28 Augustus 1770. Op grond daarvan werd het verboden, dat „Landloopers of Bedelaars en insonderheid Pakdraagende Joodën Mans of Vrouwen haar geneerende (zich onderhoudende) met beedelen of met koopen en verkoopen en met omdraagen van oude Kleederen Vodden en diergelyke Waaren aan besmetting on- derheevig hier te Lande in het gantsche Dis trict van den Staat inkoomen of ingebragt worden het sy te Lande het sy te Water met Vaartuygen uit de kleine Oost van de Elve Weeser Eems of daar omtrent als meede langs den Rhyn Maase het Scheld of andere Rivieren". Bovengenoemde personen moesten „op de eerste Plaatse van haar aankomste daar sy bekend sullen worden aangehoudep worden en de Goederen die sy by haar hebben worden verbrand". Boven dien moest hun worden gelast „binnen see- keren korten tyd te reguleeren (regelen) na de distantie (afstand) dat de Plaatsen der aanhoudinge af geleegen zyn van de uitterste Frontieren (grenzen) die de naaste zyn van het Territoir (gebied) van den Staat te verlaaten sonder weeder daar inne te koomen op poene (straffe) dat weeder daar in gevonden (bevonden) wordende sul len worden gegeesseld en gebrandmerkt en belegging van Uw Kas- en Spaargelden. Spaarbank 3 GEMEENTE Giro-, Stortings-) 2.62 I en Ophaaldienst; GOUWE 2 GOUbA. voor altoos verbannen". Aan de „Voerluyden op de Veeren van de Rivieren en Stroomen langs de Fron tieren (grenzen) sig strekkende" en aan „alle Herbergiers Waarden of Slaaphou- ders" werd gelast hun medewerking by het uitvoeren van de bovenstaande bepalingen te verleenen. Voldeden deze daaraan niet, dan zouden zij „veertien daagen te Waater en te Brood "gevangen worden geaet". De „voerluyden" mochten dan bovendien hun veren niet langer bedienen en de „Herber giers Waarden of Slaaphouders" werden van haare Neringen ontset". Aan alle „Officieren (baljuws) en Ge- regten" werd bovendien gelast een nauw keurig signalement van al die uitgewezen personen op te maken ten einde deze te verhinderen „voor de tweede reysê weder om in het Land te komen". De Staten-Generaal bepaalden verder, dat „binnen de tyd van Ses maanden geen oude Kleederen, Vodden tot Lompen, Bedden en Veeren, mitsgaders geen Schryfpennen uit eenige Plaatsen in Poolen of uit de OostzSw in deese Landen over Zee of langs de Rivie ren souden werden ingebragt als onder beneficie van behoorlyke en wettige Certi ficatie (dan met een behoorlyke en aan de wettelyke vereischten voldoende verklaring) dat de voorszegde Kleederen oude Vodden tot Lompen Bedden Veeren en Schryfpen nen koomen uit Plaatsen alwaar geen be smetting is of dat deselve behoorlyk syn gesuivert". Voldeden die goederen niet aan de hierboven gestelde eischen, dan werden ze verbrand en de „Scheepen Schuyten Waagens of Karren waarmede deselve syn ingebragt geconfisqueert (verbeurd, ver klaard)". Gedurende een tydvak van zes maanden moesten bovendien „alle Scheepen koomen- de vanoHamburg of andere Plaatsen aan de Elve geleegen als meede van Koningsber gen Dantsig en uit de geljeele Oostzee in de Zeegaten blyven leggen tot dat der sel- ver Papieren geexamineert (onderzocht) en der sèèva^tquioagie (bemanning) door de Chirurgyns\N|^ateurs (contröleerende dok ters) ge visiteert Jollen syn". Ook hier was dtTstraf by overtreding „Confiscatie (verbeurdverklaring) van het Schip". Bovendien werden lyfstraffen be dreigd tegen „den Schipper en Loots welke sonder visitatie sullen zyn opgeseyld". Een uitzondering was gemaakt voor de schepen „voorsien met volkoomen Gesondheids- brieven" en met een gezonde bemanning. Ook wanneer er geen gezondheidsbrieven wdren mochten de schepen „sonder eenige quarantaine" de reis stroomopwaarts voort zetten, behalve wanneer de inhoud bestond uit goederen „suspect (verdacht) van be smetting of wit Wolle of wolle Manufac- tuuren ruwe Zyde Hair de Jugten (jucht leer) en het bereide Leer hieronder niet be- greepen Pelteryen of diergelyke. In dat ge val „sullen deese Scheepen gehouden moeten worden onder quarantaine van veertig daa gen en de Goederen Soo veel doenlyk ver- lugt (gelucht) worden in de groote Schee pen in een oud Oorlogschip of in Ligters". Daarna moest bovendien nog een visitatie van de bemanning plaats hebben. Kwam een schip aan, waarvan de beman ning besmet bleek, dan moest dat „soo spoedig doenlyk genoodsaakt te vertrek ken". Ten slotte bevatte het plakaat nog een aantal bepalingen van ondergeschikten aard. Het plakaat moest door de zorg van de „officieren (baljuwen)" overal worden be kend gemaakt. Op grond van die bepaling, werd het den I3en Mei 1771 in Gouda af gekondigd. „Bailliu Hoeve en Kedts benevens de „Secretaris Boers versoeke aan Heeren „Burgemeesteren om haar kamer om't „vonnis ter Executie (ten uitvoer) te „leggen aan F Bqtger en dat 't Schavot „gereed gemaakt mag worden „Geaccordeert (toegestaan) „14 Mey Regtdag ten hoogsWn Pre sent alle de Heeren „F Butger gegeeselt met 27 Slagen „Regtdag ten hoogsten" wil zeggen, dat de vierschaar in deze samenkomst moest oordeelen over het hoogste, dat voor een mensch van belang is, zyn l(jf en leven. Zooals hierboven reeds is medegedeeld, stond het aantal slagen „ter discretie" van de vierschaar. Deze oordeelde zevenentwin tig het juiste getal te zijn. „16 July Magistraat „Berigt van Linkers op 't request van „de Kaaskopers gesteld in handen van „de Commissarissen Immerzeel, Noort- „berg en Schippers Op 16 Juli 1770 had Linkers het eerste „berigt" ingediend en nu, precies op den dag af, een jaar later, kwam hy met het tweede. Hy begon met jiaarin het eerste „berigt" in zyn geheel op te nemen. Ver volgens deelde hy mede, dat hy had onder zocht, „wat er van het weegen op de dorpen hier omstreeks zy" en dat hy „daaromtrent aanmerkingen had gemaakt, die hy ver trouwde niet ongefundeerd (zonder grond)" te zyn. Hy ving zijn „aanmerkingen" aan met een historische beschouwing. Daaruit bleek, dat „de Wage, Specialyk (in het bij zonder) van deeze Stad van ouds behoord had tot de Graaffelykheids Domainen, en dat by (uit) de premisse (overwegingen) van het placaat van den 8e April 1584 bleek, dat al langen tyde te voren was geordon neerd (bevolen) een Wage binnen der Steede van der Goude, om aldaar gebragt ende ghewoogen worden boter, kazen, etc: dat alle de voorszegde waren ook in den dorpen daar omtrent nergens gewoogen mogten worden dan in de voorszegde wage van der Goude". Niemand binnen „dëezer Steede van der Goudé, nog in geenderhande plaatzen offte dorpen daar omtrent als Stolwyk, Haastrecht, Boskoop en Ouderkerk mocht een „wage" hebben, „daar men meer dan thien ponden tot eene reyse meede wee gen mach". Bovendien was „daarbij zeer scherpelyk bevolen, dat alle die geene die eenige waren offte goederen hebben te verkoopen boven de tien%ond, dezelve wa ren ende goederen brengen\nde laten wegen zullen in de gemelde wage éar voorszegde Steede.van der Goude". Later was het recht van'de waag door de grafelijkheid verpacht en nog later was het waaggeld een belasting geworden, die op haar beurt ook weer verpacht was. Zoo- wfel de pachter van het „Graaffelyk Do main" als die van „den Impost (de belas ting)" hadden in hun eigen „interest (be lang)" zorg gedragen, dat er in de dorpen om Gouda geen concurreerende wagen ont stonden. In het jaar 1748 was echter de verpachting van de belastingen afgeschaft en van dien nieuwen toestand hadden de dorpen in stryd met het Placaat van haar Edele Groot Mogende van 12 April 4749 gebruik gemaakt om zelf te gaan wegen. Die dorpen vonden, volgens Linkers ten onrechte, steun in een daarbp volgende pu blicatie van 29 Juli 1749. Voor Linkers be stond nog steeds het plakaat van 8 April 1584 en dat eischte, dat „alle producten die uit kragte van privilege nergens elders mochten gewogen worden, metter daad hier ter wage werden gebragt". Hij maande het stadsbestuur aan de oude rechten van Gouda te handhaven en niettegenstaande alle pu- blicatien van Haar Edele Groot Mogende te bepalen, dat van alle goederen, „der Stads Wage subject (die op de Goudsche waag gewogen hadden behooren te wor den), by invoer in Gouda de Stads Excyns op de Wage, mitsgaders de gewone arbeids lonen, of waag- en wikkegelden moesten worden betaald". Zooals blykt, had Linkers zijn „berigt" uit twee deelen laten bestaan. Het eerste deel was een ongunstig advies op het rekest van de kaaskoopers; het tweede deel wees het stadsbestuur de middelen aan om de inkomsten van de waag te verhoogen. De magistraat benoemde een commissie om over rekest en advies rapport uit te brengen; commissarissen werden de burge meester de Moor van Immerzeel en de schepenen Noortberg en Schippers. (Wordt vervolgd.) Nadruk verboden. Dr. jtfr. J. SMIT. Langzaam gaat zeker als gij den tijd hebt. FEUILLETON. doox HALLIWELL SUTOLIFFE Voor Nederland bewerkt door J 1'. Wes8eJink—van Kossum. 107 Nadruk verboden En Griff nam den draad van zijrr verhaal opnieuw op. Hij Beschreef, hoe hij het huis had verlaten, waar zijn eigen geluk gestor ven washoe hy het pad insloeg, dat naar Bents Tost leidde, het huisje, waar Rid- doch beest-wijf wachtte op het einde van een dronkaard. Het pad voerde hem langs het hui.», half boerenhuis, half heerenhuis, dut Roddick om zijn afgelegenheid gehuurd had en Griff was als bij ingeving blijven staan om over de lage vensterkozijnen naar binnen te kijken.' Daar had bij Roddick bij den haard zien staan en naast hem een meisje, dat mét blik en gebaar Roddick toonde, dat 2^ hem liefhad. Ik wachtte en luisterde, schreeuwde Griff heesch, en leerde een andere reden kennen, waarom Roddick naar Ling Crag uekomen was. Dit meisje en hij hadden el kaar in het Zuiden gekend en elkaaT daar liefgehad, en toen haar vader haar, om aan alle verzoeking een einde te maken, naar zijn huis op het veen gebracht had, was 1 Roddick haar gevolgd, r Een harde kerel, die Roddick, van buiten, plotseling brak hij af en zijn stem ging over in een zinneloos lachen, maar van binnen een weifelaar, zooals wij allen zijn. Hij kon niet van het meisje scheiden en toch wilde hij haar niet overhalen dade lijk met hem weg te gaan en er zoo een einde aan te maken. Vrouwen zijn roekeloo- zer in zulke zaken Nell keek hem aan, om te zien of de zie- ke man, die zulke diepzinnige woorden sprak, eigenlijk niet wakker was. Maar neen, hij herhaalde, als was het een van buiten geleerd lesje, de gedachten, die eens to zijne geweest waren jaren en jaren, voor hij hier in Lostwithens kwam, om nog een andere leg te leeren, een hardere les. Vrouwen zijn roekeloozer, ging Griff voort, en het meisje was juist, toen ik mijn hoöfd door het vensterkozijn stad er lag sneeuw op en deze begon te smelten door de warmte van het vuur in de kamer - bezig Roddick over te halen haar mee te nemen. Ik zag, hoe Roddick streed tegen liet dier in hem. God. het was een zware kamp - een gevecht, we] de moeite waard om er naar te kijken en hij dreef het beest naar den muur; en het meisje, die kleine dwaas, barstte in tranen uit om dat hij meer bezorgd was voor haar dan voor zichzelf. Toen herinnerde ik me weer een ander beest de vrouw, daarginds te Bents Foot en de weg, dien ik te gaan had. was helder als op klaarlichten dag. Ik had niets te verliezen niets dat begrijp je, niete, wat voor rlwaasheid Gabriël Hirst ook zeggen moge en ik kon den ouden Roddick een dienst bewijzen. Waarom moes ten dat meisje en bij gescheiden blijven? Omdat een slechte vrouw maar niet wilde sterven? Nell Nethercliff,, ofschoon huiverend bij de gedachte aan het beeld, dat haar op zulk een eerlijke, recht op het doel afgaan de wijze werd voorgehangen, huiverde niet bij het verhaal zelf. Ze wist, wat er zou volgen, maar ze wist ook, dat de gruwel daad bedreven was terwille van een ander, niet in Griff's eigen belang. - God, hoe leehjk is het, riep hij, alsof het terugkeerend verstand streed tegen de ijlende koorts, alsof hij op een andere wijze begreep, dat hij niet op een gebeurtenis uit het tegenwoordige, maar op een uit het ver leden terugzag. Ik zie nog het zonlicht op de sneeuw, toen ik naar Bents Foot ging: ik hoor nog het roodborstje zingen voor zijn ontbijt van broodkruimels, op den lijs terbes naast de deur van het landhuisje. O, ik sloop heel Btil, daar kun je zeker van zijn! Wanneer mensehen nog leven, die eigenlijk dood moesten zijn, dan moet men wel zachtjes naar hen toeeluipen. Ik maak te de deur open maar ik deed dit zoo zachtjes, dat het roodborstje zich niet be woog, zelfs niet ophield mei zingen en ik ging naar binnen. De verpleegster sliep naast den haard en Roddick's vrouw een mensch van vel en been, met lange, scher pe nagels kwam mummelend naar me toe. Ze wees me op den zak van de ver pleegster, waarin de sleutels van de hoek kast waren, en ik stal ze als een dief. Ik deed de kast open en nam er een flesoh uit, die nog voor drie kwart vol drank zat Ik bedacht o, ja zeker, ik dacht er aan, - dat deze vloeistof vergif was, tenzij ze door de verpleegster bij uitzondering en dan in kleine hoeveelheden gegeven werd. Ik was blij, toen ik het bedacht, want nu zou Rod dick vrij komen; daarom gaf ik de fleech aan de vrouw en Een plotselinge huivering beving hem zijn gelaat, dat te voren droog en strak was, werd nat. Toen opende hij verbaasd en met l>ewustzijn de oogen en een glans van her kenning begroette Nell. Heb ik - heb ik me verslapen? fluis terde hij- bunder lijkt niet zooveel om om te spitten, maar meisje,, deze afgraying is maar langzaam en moeilijk tot stand te brengen. Het. is nog geen ochtend, suste Nell. Ga maar weer liggen en slaap nog wat. Spoedig was hij in slaap, nu niet meer onrustig, maar met natuurlijke kalmte, en Nell wist, dat hij zijn zwakte en zijn zonde in haar hoede gegeven iiad, zooals hij haar eens zijn kracht had geschonken. En op dat oogenblik wist ze ook, dat geen geheim van het verleden nog langer tusschen hen kon komen; dat ze veilig waren en eleahts schuld hadden tegenover God. Er was nu geen twijfel meer, dat hij zou herstellen de kracht terugwinnen, die haar bijna even dierbaar was als zijn zwakheid. Hij zou blijven leven, omdat zij op zijn kus wachtte. De zomernacht ging voorbij erf de dage raad steeg rood en blauw boven Cranshaw Rigg, en de zomermorgen werd krachtig en Op zoek naar de waarhtld. Kan de mensch een geheim bewaren? doör Dr. 11. G. 11UL8EBOS. liet geieonii lieett m onzen lyu geen pyu- iiouk meer tot zyn besuiuuurig om een ver dachte tot bekeytenis U) brengen geiuk- Hg, want velen hebben daardoor nusuuueu bekend, die zy nooit haouen bedreven. Het ia oult niet meer zoo noouig> want. met al lerlei technische en eiiemiBohe middelen kan er dikwijls zooveel bewijsmateriaal wor den verzumeld, dat men geen bekentenis uieer uoocug Heelt of dal de beklaagde er onder den indruk van komt en uit eigeu beweging bekent. Toch blytt een bekentenis van groot» waurde voor bet gereohlerlyk onderzoek.] Men tracht haar den beklaagde te ontlok- ken door hem te overbiutteu,, door heirf woedend, jaloersch of wraakzuchtig te ma ken, kot torn door zijn zellbeheeraolung te schokken. In een dergelyken toestand „ver geet men zich" en veuaflat daardoor dik wijls,, wat hy rustig nadenken nooit over de lippen zou zyn gekomen. Zee): moeilijk is het ook, om mét een sclujnbekentenis te verkrijgen, waarin waur- beiA^n leugen liundig met elkaar zyn ver- menguS-Metr" heelt het lang geleden met hypnose geprobeerd, maar iemand, die zijn geheim niet prya wil geven, liegt ook onder do hypnose. Menj beelt het beproefdmet instrumen ten, die een versnelde 'polsslag, een ver hoogde bloeddruk, enz. constateerden. Zul ke veréch|jnselen gaan hiderdaadf dikwijls met het Uitspreien van een leugeii gepaard maar., alleen wanneer het geweten ^preekt van den leugenaar. Er zyn genolg 'krach tige persooyiykhedepj die bok ïnntjfiyk 'vol komen rustig blijven ais ze liegeii en aan den andereh kant menschel, die «|ikeldoor een beschuicugyig reeds 111 opwinding ge raken, ook al hebben1 zy niets jfoïrkeerds gedaan. De beste resultaten lieeit men tft< nu toe verkreaffi met xopoiaimnp. Ueze'stoI verf? oorzaakt^een lichte narcose# daarin de her senen bepJhdde functies me meer kunnen uitoefenen. Het. systematisch denken is on- mogefyk en f\et geheugenJ vyjerkt zonder de controle van het bewustzijn! Liegen wordt moeilijk, omdat concentraitte en oplettend. ■RelcTNipn het bewustzijn w| kort sdhiaten. Zoo kan meh oök dingen in liet géheugen terugroepen, die .men zich Jnet den besten wil met meer hÖrinnerery k#ijj het zyn dps niet alleen misdadigers, waarop men de teopoloininenarcojie met succes kan toepas sen. Toch is ook d$ middel met voor het gereohf^de waarheid aan te brengen. De Jjersoon, die onder den in vloed van het mfdicament verkeert, vertelt n.l. niet zoozeer (de waarheid, als wel dat gene wat er m 'zijn binnenste lééft. Hy spreekt, misschien zyn tfenschen en fanta sieën uit, ïnplaate van de dingen, die wer kelijk gebeurd zijn Bovendien kan men nem ongemerkt euggereeren tot het doen van een bekentenis. Een sprekend voor beeld daarvan heelt zich voorgedaan op Hawaï. E'en schooljongen was ontvoerd eu vermoord, en de verdenking van de politie viel op een Japansch chauffeur, die in dienst wus bij zijn ouders. De man bezwoer zyn onschuld> muar bekende onder den in vloed van medicamenten, de misdaad ge pleegd te hebben. Deze bekentenis was valsch,, later werd d$ werkelijke moorde naar gevangen. Vermoedelijk was de in zijn geestvermogens kunstmatig geschokte ■Ja panner zoodanig onder de suggestie geko men van de aan zyn schuld met meer twij felende rechercheurs, dat hij alles toestem de wat hem gevraagd werd. Wy zijn er dus nog steede niet aan toe, automatisch de waarheid te ontrukken aan iemand, die besloten is om te zwygen. De bovengenoemde middelen kunnen het on derzoek vergemakkelijken, doch zij kunnen met den doorslag geven, zeker met wan neer het gaat om het leven van den be klaagde. De geheimste diepten van de men schelyke ziel kan de inedemensch met door gronden, ook met met een knap uitgevon den middel. De menscli is en blijft een redelijk wezen en geen machine. Men kan slechts trachten, door middel van het ste nogram der onder narcose afgelegde beken tenis aan den beklaagde een werkelijke be kentenis te ontlokken. adliMPn an Danzig da groota concurrantan. lunxla bermpt Ah >'P h<t verdrag van I u Versailles I Bii de onderhandelingen over het verdrag „J Versailles heelt I'olen reeds uitgespro- dat een groove haven aan de Ooetzce ïoor het land onmisbaar was. Het hoopte, haven vanzelt te krflgen door een toe- «imng van üanzig aan i'olen. l)e groote ...ogeftdheden beslisten echter anders. Dan- L werd een onaihankelgk stadstaatje en p0ien een haven wilde hebben, moest het ,elf maar een aanleggen. Dit gebeurde d,„ ook. Er werden al spoedig, nadat de be- ilisiing gevallen was, voorbereidingen ge troffen en gaandeweg sag men op een kust- wedeelte, waar niet eens een flink dorp aan lag was, een groote haven en een nieuwe havenktad ontstaan. Terwijl men in Weat- ISuropa aan den eenen kant dese prestatie bewonderde, twijfelde men anderzuds toch aan de rentabiliteit van de zoo kunstmatig in het leven geroepen havenstad. Deze twijfel is intusschen ongegrond ge weken, Het is waar, dat et voor twee groote havensteden, zoo drcht bij elkaar in deze treken geen-volle bestaansmogelijkheid be staat, dooh (idingen heeft een deel van Danzig's verkeer aangetrokken en er be staat nu tusschen de beide havens een con currentie, zoo fel, als men zich maar in kan denkep. ZÜ ÜK«en i10» Seen 20 4'M' ™n I elkaar. Het is dus niet te verwondèren, dat I Daiïig door deze stand van zakop reeds s™nadeel heeft oudervqhden en; Voor de >mst het ergste Vreest. De' vfde stad it zich'dan',oók reeds 4n Mei ||3li be- gd b(j den Volkedbonjjerf wel ip grond hef» verdrag van Versailles jjelf! Hoe f mi mno-eiiik?i h li. Aibtrt Schweltz*rt*Lambarene ijciuieiu, wfeautau voor geesteiyxe eu ïnaaiscnappeiyKe suoumtn, rieuic rn nuar nnuuuer van Zit Jum een aaiuai brieven van Albert bcnweïtzer opgenomen, waarin luj zyn terugreis naar Lunibarene nescnryit en erteu, hoe hy het terrein van zyn werx- zaamnetien terugvond. Wy nemen een paar stukjes uit de een- ouuige correspondentie over. „Werk wus'er in overvloed voorhanden", schryit Echweitzer 28 April 1.1. uit Lam- burene. „Reeds in het jaar 1931 was het afdoolde, I aan net J om licht jyerdr^j jJ'Daiutjg juist [k losgêmjLkt J IJen ty*dë l«en loten, vterd i'" ivent^a dqiwal| di| Jtot ■Ub Iiu 11IV6--U~ folgenljhet v're< ghet Duitsche ha jen tên .eipgen uitgang na öMiet verdrag,1) van ber 1920 werd afj „commissie voor dt 'vaiED&nzig" ingestapt, di$ to (ielJfaven.van Danzijj te b^turen ,m§It te breiden ^4|e ontwikkele: ten allen tyde het $*eele overzeil keer van Polen kou yerwerken. Opr 1921 heeft dé Hooge* Commissaris -v| Volkenbond zelfs een besluit diigeva dat dé Poolsche regeering yer^üdlt ter. volle gebruik té maken van haien, onverschillig welke andere havens zy in d.e toekpmst ook mochfc>««^jggen a?¥n de Oostzeekust. Al deze besluiten geven dus \iting aan de bedoeling, dat Danzig de zeelaven van Polen zou worden. Het aanleggenUan Gdin- gen is met die bedoeling iu stryd en was ook niet noodig uit economische overwegin gen want in den tyd, toen ermee werd be gonnen, kon Danzig Polen's goederenver voer over zee nog gemakkelijk verwerken; bovendien bestonden er verscheidene moge lijkheden om de haven van Danzig te ver- grooten. Het aanleggen van Gdingën heeft Polen zelfs groote financieele offers gekost, terwijl de rentabiliteit van de nieuwe haver, door de nabijheid van Danzig aanmerkelijk dubieus was. Zou men tegen de eeuwenoude' relaties en ervaring van Dauzig wel de concurrentie kunnen opnemen? Deze uit gaven, dit risico heeft Polen zich getroost uit politieke overwegingen. Het had er zyn redenen voor, doch het valt miet te ontken nen, dat ook Danzig redenen had om zich te beklagen, want Polen trekt ^ich niets aan van ,zjjn verplichting, om ten volle gebruik te maken van Danzig's "Haven en doet in tegendeel alles om te bereiken, dat de van de regeering zeer afhankelijke buitenland- sche handel van Polen in de eerste plaats gebruik maakt van den haven van Gdingem. bchitterend van het saffier in 't westen en het donkerrood in het oosten. En nog altijd zat Nell Nethercliff op, het gelaat tusschen de handen en zij dankte de steeds wakende krachten, dat Griff's verhaal op deze wijze verteld was. Had hij haar dien dag op het veen zijn zonde geleden> had hij zijn ge zondheid en kraoht behouden om de laatste bunders te voleindigen en het haar dan te vertellen, zooals zijn voornemen was ge weest, dan zou allee zoo heel anders heb ben kunnen zijn. Op zijn best zou hij haar, het volledige verhaal gegeven hebben van wat in het landhuisje Ben te Foot gebeurd was. en naar zijn aard zou hij zich zoo wei nig mogelijk gespaard of verontschuldigd hebben. Het lot had zijn verhaal en de wijze van vertelllen in eigen handen ge nomen in koorts kan een mensch niet lie gen, en tot in de kleinste bijzonderheden - kleine aanduidingen van tijd en omstandig heden maakten het verhaal overtuigend en begrijpelijk. De vertelling van de werkelijke geschie denis werd onderbroken door wilde uitbar stingen de koorts Had Haar visioenen mee gebracht krankzinnige, licjiaamlooze spo ken, die nooit de werkelijkheid gekend had den. Een zonderlinge vrees vootr neervallen de rotsen en bruisende wateren had Griff gekweld; soms had de „Bruine Hond" aan zijn voeten geblaft met onwezenlijke bruta liteit, of hij had weeT zijn hand opgeheven en in een bepaalde riohting gewezen en uit geschreeuwd, dat hij den dooden Bquire hard zag komen aanrijden om zijn de1 te halen. (Wordt i Oplossingen van vorige week. 1. Bergen, Ede, Lisse, Eist, Alir.en, Acht. 2. Molen. "3. Nikker, kikker, knikker. 4. Piet Hein, thee, pit, hit, tin. Be pr(js viel by loting ten deel aan JAN NEDERHORST, van Swretenstraat Nieuwe raadsels. 1. Verborgen vruchten. Moeder riep eerst Mies, daarna Tom. Zy stond daar met een beschaamd ge zicht. Kom Bep, ruim deze boeken eens vlug op! t?. Maak eilanden van: DAAN MEL CEL WAN HER EVA iLIND L 3. Kruisraadsel. Op de beide kruisjeslynen komt de naam van een dorp in Utrecht. X X X Jr X X X X X X X X X x le rij een medeklinker. 2e een diepe groeve, een lengtemaat. 't gevraagde woord, een vruchtje dat in 't wild groeit, een rond voorwerp, waarmee dik wijs gespeeld wordt, een medeklinker. 4- Een balletje rood, Een balletje rond, Ik groei aan een boom, Maar nooit op den grond. 4 It Ben lekker en sappig En zelfs heel gezond. It Weet vast: elké kleuter Stopt my in den mond! Oplossingen inzenden aan de redactie van de Goudsche Courant, Markt 81, Gouda. 4e 5e 7e aantal zieken vj het jaar 1932! deld door 251 nomen, lerwyj J930 en 1931 Van 200 dagel gerekend, ofsc zorgde. Dat de strt lag deels steeds wydei droeg daarti door dr. van ,de wyze hem bereikt bedryf een ln troepen kilometer afii ren. TerwyJ operaties aantal in het De gezonjj verpleegsterl gend. Een allen] Ziekenhuis den van het j tertje van Lumbarene van sips jwas, besl dienst* irtdurend toegenomën. In rd het ziekenhuis jgemid- zwarte patiënten ïnge- oen ik de geboiiwen in .chtte, met een gemiddelde te herbergen zieken had 'on ik voor plaats voor 300 der patiënten zoo toenam, •aan, dat het ziekenhuis in kring bekend werd. Veel ook by, dat de chirurgie Eist op zulk een uitsteken- 'ertegenwoordigd. Raider deel van het zïekenhuis- iiding als nooit te voren, ten de ziekjen van wel 500 f om zich te laten operee- 1931 totaal 214 grootere uitgevoerd, bedroeg dit 1932 wel 488! lsboestand'' van artsen' Ïr het geheerbevredii gebeuïWiisjprof het i 1933, llObr overly iguëlus 1932 |eboren doch- Van der Eist. Daar >p) de oudj)(fs edirt plaats hlërihnerinaèn geworden niet vfflle ttveè jaaf Jr huiswaarts té ref ziekenpuis jjdeimöen ik 'i#t onrtigldel- zenden. 'Aoo aantil weke] Verricht«i. te •eik ,e na ëen reis mét v< n gezelschap van lid, den opvolger van tl Vpril wederom zijn ge- Asin' de aanlegplaats van schrijft hy, juffrouw Emma Haffiszknecht knet mevrouw Bonne- ma en juffrouw Koch) ons op en brengt ons in de motorboot naar het ziekenhuis. By het landen zyn er ontelbare zwarte handen te drukken. Ontroerd dank ik den heer Bonnema voor alles, wat hy gedaan heeft. Den anderen morgen halen we met een sleepboot en een lichter, die een bevriende houthandelaar ons ter beschikking stelde, onze 4800 kilo bagage van de rivierboot af. Wat doet het ons leed, de eerste uren van den Zondag op deze wyze te moeten door brengen! Maar het kan niet anders. De rivierboot wil zyn reis stroomopwaarts v oortzetten." Sfhweitzer begon natuurlyk dadelyk te uispecteeren en hy is een en al dankbare blydschap over het in zyn afwezigheid ver richtte. Aardig en typisch vertelt hy o.a. het volgende: „Onze riollandsche arts Bonnema heeft steeds groote zorgen over de geopereerde patiënten, omdat ze de voorschriften, die hun aanbevolen worden, niet opvolgen. Reeds twee dagen na een operatie gaan ze, wanneer de lust hun daartoe gvervait, 's nachts in de rivier baden, er zich niet om bekommerend, dat zy hun verband nat en vuil maken. Of de man, die wegens een darmnaad, zich voorloopig van alle eten en drinken moest onthouden, gebruikt op den dag na de operatie, het vasten moe, heime- iyk een rykelyken maaltyd. Byna nimmer kunnen de geopereerden de verzoeking weerstaan, met hun vingers onder het ver band te komen, om de wond, door de opera tie gemaakt, te bevoelen, waardoor deze ge vaar loopt geïnfecteerd te worden. Het is heusch geen grapje, chirurg by de wilden te zijn. De patiënten, die 4 4 500 kilometers van ons vandaan komen om zich te laten opereeren, komen gewoonlijk half verhon gerd en uitgeput door de lange reis, by ons aan. Dikwyls hebben ze een verpleging van verscheidene weken noodig, voor ze zoover hersteld zijn, dat men de operatie durft te wagen. Hedenmorgen voer een voornaam hoofd man uit het binnenland, die hier door arts Bonnema van een kolossale elephantiasis- tumor was bevrijd geworden, naar huis. Hy had my'n komst afgewacht, om mij op het hart te drukken ook op zyn grondgebied een ziekenhuis te openen, opdat zijn onder danen niet zoo'n lange reis behoefden te maken, om geopereerd te kunnen worden. Tot mijn spijt moest ik hem zeggen, dat daar op het oogenblik wegens de economi sche crisis niet aan te denken viel. Doch misschien is het nog eens mogelijk, dat ik een arte gedurende het droge jaargetijde er naar toe zend, om te opereeren." Voor de eerste preek Zondags na zijn te rugkeer koos Schweitzer 1 Thess. 5, deze woorden: „Dankt Cod in allez, want dit ia dc wil van God in Christus Jezus voar U. De lange brief heeft het volgende slot: Geachte vrienden en irevers in Europa' wSTnz overtuigd, dut wij hier met de middelen, die gij ons ten dienste stelt, velen menschen, die anders zonder hulp g®*1'"'™ zonden zi|h, barmhartigheid knnnen bew«- tun. Wy Vleten niet, hoe u daarvoor te danken, dat ge ons de mogelijkheid ver schaft, als -WW lasthebbers, hier den strijd te voeren tegen, verschrikkelijke ellende. De Zuidpooltocht van kapltoln Scott. De reiB over de Zuidelijke IJszee. Evans vurtelt van «en pooltocht. Admiraal isvans, die met Kapitein Scott naar het Zuidpoolgebied ia geweest, heeft een boeiende lezing gehouden over Scott's laatste re's naar de Zuidelijke IJszee, in itllO werd lingeland verlaten en vanaf Kaapstad de Oceaan overgestoken naar Australië en Nienw-Zeoland. Er was voedsel voor Sü jaar aan boord, benevens 19 paar den, 34 honden en een uitgebreide uitrus ting. Voorbij Nieuw-Ze'eland maakte het schip een hevigen storm door, die 48 uur aanhield en zooveel golven over het schip deed slaan, dat het water naderhand met emmers moest borden verwijderd. Kort daarna werden echter de ijsvelden bereikt en nu volgde eeh zeer voorspoedige reis hier doorheen, waarbij 400 mijl werd af gelegd. Weliswaar raakte het schip eens zoodanig in het ijs vast, dat men drie weken lang niet van de plaats kon komen, maar alles by elkaar genomen had men over de zeereis niet te klagen. I Nu zou er een sledetocht van 500 mijl volgen, waarna het eerste kamp zou wor den opgeslagen, alvorens men op weg ging om dep resteerende 1800 mijl naar den Pool af te leggen. TerWyl men in het winterkamp wachtte op gunstjg weer voor.deze laatste stelde kapitein Scoft een voor in in de pichting van Kaap bij hy 16 myl aflegde over oen hy op zijn terugreis nog T_jl vjas verwijderd van den rand an dit ijsveld, brak de fceheele ysnias a en dreef weg. Later' dreef de wind de igalukten echter terug naar de veilig- van het kamp en tok nog zes weken ewacht te 'hebben, begon het gezelschap >p 11 April 1911'de tocht naar Kaap Evans 'over lift puntige ij9v recht, tegen de yzige ilrïe maanden lang kon gèen van hen sjic{i schen. Onderweg riaalddde temperatuur ,t a graden on^er Inul. Toep' zii op 22 AugJ/tps 1911 eindelijk in de verte weer een |j?nnestraal Jjewaar werden, bereidden "urfadelykï&oor dp de laatste étappe, i'leven vin Kapitek Scott heeftl ge- Pp 24 October girig Evans met .vier I l.r.o..oJll,n,rl 17.nl/j4ill linArilit.' l.ii een hoeveelheid voed tel vooruit; bij »yor effëft ijs. Daarna elea, <He 15 mijl afleg- Ziéjinig weer, Sfott aansul bijtt^r ykrAr'weer. Na öÖO mijl te hëb- fgelegdj JSirfioetten de jjfeide afdeeün- en 'op 4 December werd een door ontdekte gleteclier bereikt. Nu begon ddip^ch voor deJexpeditie. Het regende vijf dagen aanhoudend en de fee- heele omgeving veranderde in een glad moe- as. Op 10 December .werden de dieren weer jitgegraven onder de sneeuw, maar de paardek konden niet goed meer voprt, het voer was op en zij moesten worden dood geschoten. De honden hielden liet nog drie dagen uit, nraar op 16 December moesten zij terug naar het kamp. Zelis v^or de men schen begon de reiB ondoenlijk te worden; sommigen werden ziek erf Dr. Wilkinson nadat zij reeds op 1186 mijl afstand van de laatste tenten waren gekomen Gp 3 J anti ar 1912 begon zelfs kapitein öcott t0 vreezen, dat hij wel de Food zou bereiken maar niet meer terug zou komen. Evan kreeg bevel om terug te keeren en Scott ging met een uitgezocht viertal de on bekendheid tegemoet. Op 12 Januari heeft hij de sporen van Amundsen's expeditie gevonden en volgens zijn dagboek heeft hij den Pool bereikt op 17 Januari 1912, pre cies een maand na Amundsen. Hij is echter niet levend teruggekomen. Evans is op zijn terugtocht meermalen ineengezonkem, zoodat twee van zijn kame raden hem moesten voorttrekken. Eenmaal hadden zij niets anders om hun honger te stillen dan een stuk van een dood paard, maar zij bereikten toch het kamp. Eerst acht maanden later werden de lijken van kapitein Scott en zijn heldhaftige kamera den gevonden op 11 mijl afstand van de naastbijgelegen voedselvoorraad. Waar hij zijn leven op het spel heeft gezet, iB hij be graven onder een monument van het ijs, dat hij getrotseerd heeft om zijn idealen verwezenlijkt te zien. De nieuwe Opereiie fan Fritz Hiraeh. Kichurd Tauber dirigeert: Fritz Hirsch en de zijnen zijn met roem en eer uit Parijs teruggekoman en openen op Vrijdag 21 Juli a.s. in den Princesse- Schourfburg het zomerseizoen. Dien dag vindt de gala-première plaats van: „Die Dubarry", operette in negen tafereelen, door Paul Knepler en J. M. Welleminsky, muziek „aar melodieën van C. Millöcker door Theo Mackeben. De hoofdrollen zullen worden vervuld door Mary Losseff, Claire Clairy, Elly Krasser, Fritz Hirsch, Paul Harden, Albert May, Herbert Weissbach, Walter Triebei, enz. Een bijzondere verrassing wordt gevormd door het feit, dat Richard Tanber met al leen de gansche muzikale studie leidt, ook het orkest eiken avond zal dmgeeren. Tanber, die oorspronkelijk de loopbaan van dirigent gekozen had, vervult hiermede een zijner lievelingsbezigheden. Ter gelegenhaid van zijn tournés met „Friedenke en „Das Land des Liichelns" heeft Richard Tauber telkens een maand zomerverblijf te Scheve- ningen genoten, hetgeen hem dermate is bevallen, dat hy telkens na een inspannen der winter zuil een „Erholung" in onze hadplaats zoeken wil. Nu, na zyn ^arhsche triomfen, heeft hij wederom tot een ver blijf te Scheveningen besloten en het is de Fritz Hirsch-operette gelukt, hem te win nen voor de leiding der bijzonder zware mu ziek van „Die Dubarry". Daarom heeft Fritz Hirsch zijn repertoirë omgezet en de aanvankelijk aangekondigde operette „Das weisze Rözsl" tot later uitgesteld. van VRIJDAG t.e.m. WOENSDAG vertooningen van de nieuwste Aafa Operettefilm Muziek van JOHANN STRAUSZ met in de hoofdrollen en SZÖKE SZAKALL HANSI NIESE PAUL HÖRBIGER FRITZ KAMPERS TRUDE BERLINER. Een dol amusante film. Heerlijke muziek. M«oie zang. In ons bijprogramma: OUVERTURE WILHELM TELL gespeeld door het beroemde orkest van de Staatsopera te Berlijn. Aanvang weekdagen 8.15 uur. Zaterdag 8 uur. Zondag doorloopend vanaf 3.30 uur. Entréeprijzen vanaf 25 ct. ZOMERFEEST 1933 WOENSDAG 19, DONDERDAG 20, VRIJDAG 21 en ZATERDAG 22 JULI lederen avond 8 UUR precies N.V. Nationale Revue presenteert DE GROOTELACHREVUE j!i in 1 proloog en 18 tafereelen. Auteur JjACQ. VAN TOL Muziekarr. PIM DE LA FUENTE i i met i ILOU BAWDïl WIEKJE BOUWMEESTER 'i in. AIKET'i'E HAMMé J i i - BEPPY RAMEAU JEAN DU BELA. WILLY WALDEN ~FRANS bogaerts Het bekende Fransche Danspaar MADO et CHAINOF1 12 NATIONAAL WHIRLWIND GIRLK "If MANNEQUINK orkest onder leiding van PIM DE LA FUENTE. EEN OVERWELDIGENDE MONTEERING. ZES GROOTE FINALES. GROOTE BALLETTEN. HET GROOTSTE SUCCES VAN 1933. Prijzen der plaatsen: Loge en Stalles ƒ2.25, Leden 1.80: Frontbalcon ƒ1.75, Leden ƒ1.35; Balcon ƒ1.50; Galerij 0.75 per persoon, incl. alle belastingen. Plaatsbespreking op den dag van elke voorstelling vanaf 9 uur s mor gens a 0.10 per plaats. Voorbespreking ^oor leden der Sociëteit: Dinsdag 18 Juli, des avonds 8 uur. - eerste klas materiaal en tot Uw volle tevredenheid worden bediend? Wendt U dan tot de VEST 35 TELEF. 2386 BILLIJKE TARIEVEN. lessen aangeboden, op zeer billijke voor waarden, voor leerlingen H. B. S. ®n Gymnasium, voor candidaten BOUWKUN DIG OPZICHTER, enz. door Ml 11 B. I4ABTEN38INGBL 12. van den Haag, Voorburg, Rot terdam, Gouda, Leiden, Alphen a. d. Rijn, Bodegraven en Woer den naar ARNHEM EN NIJMEGEN op de ZONDAGEN t.m. 3 SEPT. (behalve Zondag 6 Aug.) Strooibiljetten met alle gegevens kosteloos aan de stations.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1933 | | pagina 4