Thalia Theater
GEBR. SPAAS
O.. BEDOEL JE DAT
HET STOFFENHUIS
KAISERWALZER
WILT III «WH
Een Regentendagboek uit de 18e eeuw.
Veilige en Economische
Door smart gelouterd
Raadsels voor de Jeugd.
muziek.
Martha Eggerth, Willy Eichberger
NIEUWE SCHOUWBURG - Soc. Ons Genoegen, Gouda
I
DOET UW
VOORDEEL
DIT ZEGT
ALLES
Markt 16 - Gouda
Ti. I DEKKER 1 ZONEN
WISKUNDE
P. S. DAUVILLIER.
G0EDK00PE TREIN
XLII.
„2 Mey 1771 Inthimatie (Verhoor) op
„de poort
„8 Mey Persistit genomen by Scheepe-
„ne op de Gevange Poort
„10 Mey Bailliu R: O (ratione officii
ambtshalve) doet eisch van Geeselen
„en Brand tekenen en gebannen
„Scheepenen houden de zaaxe in advte
„(beraad)
„11 Mey Scheepenen vonnissen Frede-
„rik Butger om publicq te geeselen en
„Bannissement (verbanning) voor 1 j
„en 6 w! en condemneeren (veroordee-
„len) hem in de kosten
Den 2en Mei 1771 werd Fredrik Budger
voor de derde maal verhoord. Uit die ver-
hooren bleek, dat hy geboortig was uit het
Stift Hilthem en dat hy de kost had trach
ten te verdienen met baggeren. Hy was
twintig jaar en woonde sinds twee jaar in
Gouda. Budger werd verdacht van een eigen
aardige vorm van oplichting.
Vanuit Gelderland en Duitschland kwa
men in den oogsttijd een groot aantal zoo
genaamde bovenlanders het tekort aan land
arbeiders in Holland aanvullen. Behalve bo
venlanders werden ze ook wel hanneke-
maaiers of pikmaaiers genoemd. Tot voor
een betrekkelijk klein aantal jaren bestond
dit gebruik nog; het machinaal maaien ech
ter heeft die jaarlijksche bezoeken geheel
doen ophouden. Die bovenlanders werden in
de 18e eeuw blijkbaar ten deele in natura
betaald. Ook kochten zy hier in Holland van
het door hen verdiende geld verschillende
levensbehoeften, die zy in den volgenden
winter aan door hen aangegeven adressen
lieten bezorgen en den daarop volgenden
zomer naar hun land meenamen. Een zoo'n
levepsmiddelenmagazyn voor hanneke-
maaiers bevond zich ten huize van Harmen
Oapelle aan de „Wagterstraat". Budger had
nu ohder het bedriegeiyk voorwendsel, dat
er voor hem een zak met sppk was bezorgd,
de huisvrouw van Capelle weten te bewegen
hem eeiXvan die zakken met levensmiddelen
uit het magazijn mede te geven. Vrouw
Capelle zei, dat hy reeds by een vroeger
bezoek een van de grootste zakken als zijn
eigendom had aangewezen; Budger daaren
tegen beweerde, „dat hy toen maar een van
't middelslag had willen medenemen".
De zak, die hy machtig had weten te
worden bleek „een .grote quantityd (hoe
veelheid) Spek, gerookte Gansebouten, Met
worst, Linnen en boter" te hebben bevat.
Budger was met die zak gegaan naar Dirk
Weevers, „herbergier in de drie Snoeken in
dé Keyserstraat binnen dese Stad". Aldaar
had hy den inhoud gedeeltelijk verkocht aan
een „Slaper (logé)" en aan de „vrouW". De
reBt was voor een appel en een ei verkocht
„aan een bakker in de Korte Groenendaal
en aen een Spekslager". Hy bekende alle
hem te laste gelegde feiten en gaf toe „het
Geld, dat hy by de Verkooping van het Spek
en Linnen etcetera (enzoovoort) daar voof
had gemaakt, en ten tyde van syn appre-
hensie (hechtenis) by hem was gevonden,
sinisterlyk (op misdadige wijze) onder zyn
voetsooien tussen zyn kousen eir andere
plaatsen te hebben verborgen, om dat Ie
t verduysteren en was het doenlyk (zoo mo
gelijk) zyn OntkentenUse goed te maken".
Budger had zich ook nog aan andere op
lichteryen schuldig gemaakt. Zoo had hy
op naam van zyn vroegeren kostbaas, den
„Blyker Gerrit Harmeling" by Jan Trip op
de Gouwe een paar blauwe kousen gekocht
voor 42 stuivers. Die kousen had hij te koop
aangeboden aan de „hospes of diens vrouw
in de drie snoeken". Deze hadden echter geen
kousen noodig gehad. De „gemelde hospita
had hem doenmaals bestraft en gesegt, als
hy zoo voort gong nog aan de galg zou
komen". Dat nam echter niet weg, dat zy
„twee of vier van die gerookte gansebouten
en twee metworsten" van hem ten ge
schenke had aangenomen. Tenslotte had hy
ook nog geprobeerd om „Pieter de Ketel-
boeter (ketellapper) van Woubrugge", die
ook een niagazyntje hield ten behoeve van
de „bovenlanders", te bewegen hem een zak
met spek mee te geven. Dit laatste was
echter niet gelukt.
Den 8en Mei werden hem al zyn vroe
gere verklaringen nog weer eens voorge
houden en werd hem gevraagd, of hy daarbij
„persisteerde (volhardde)". Budger bleef
toen by zijn bekentenis.
Den lOen Mei kwam de baljuw met zijn
eisch. Hy vorderde, dat „de gevangen ter
voorszegder zake zal worden gecondemneert
(veroordeeld) om gebragt te worden ter
plaatse daarmen hier gewoon is executie
van Crimineele Justitie te doen (lijfstraffen
ten uitvoer te leggen) om daar strengelyk
te worden gegeesseld en gebrandtekend en
dat voorts ook de gevangen sal worden ge
condemneert (veroordeeld) in de kosten en
misen van Justitie (gerechtskosten) ter
taxatie (volgens schatting) van Heeren
Scheepenen deser Stad, ofte tot andere
zulke poene (straffe) als Haar Edele Agt-
bare naar Regt en Ópregte Justitie bevin
den zullen te behooren".
Den volgenden dag wezen schepenen reeds
vonnis en veroordeelden „den gevangen om
gebragt te worden op het Schavot agter
het raadhuys dezer Stad ter plaatse daar
men gewoon is Crimineele Justitie te doen
om aldaar ter discretie van Heeren Schee-
pnen met roeden te worden gegeesseld, ban
nen wyders hem gevangen uyt dg Stad en
jurisdictie (rechtsgebied) van^ien, voor
den tijd van een Jaar en ses weeken, sonder
middelerwyle daar in te komen, op poene
(straffe) van swaarder straffe en condem
neeren (veroordeelen) hem in de Costen
van syn gevankenisse en mise van Justitie
(in de gerechtskosten)".
„Ter discretie van Heeren Scheepenen"
wilde in diV geval zeggen, dat Budger net
zoo lang zou worden gegeeseld totdat de
scheepenen vonden, dat hy zijn portie te
pakken had.
„13 Mey Publicatie Staaten Generaal
„tegens^de Besmette Ziekte
Die publicatie was van den 3en Mei 1771
en werd tien dagen later in Gouda afge
kondigd. In den aanhef van die publicatie
werd meegedeeld, dat „de besmettelyke
Siekte welke in Podolien en Volhynien ont-
stooken was seer merkelyk was afgenomen
en dat de voornaamste Zeehavenen yan de
Oostzee onder Gods zeegen tot hier toe vry
en onbesmet waren gebleeven en dat ook
by (<joor) de Mogendheden over welkers
Territoir (gebied) de Goederen uit Polen
moesten passeerén seer goede en heilsaame
maatregelen waren genoomen teegens de
verdere communicatie (verspreiding) van
deese verschrikkelyke Plaage".
De Staten-Generaal brachten in verband
daarmee ter kennis, dat zy „aan de eene
kant soo veel van de Menschelyke sorg en
voorsigtigheid afhangt willende voorsien
teegens alle oorsaak van de verspreiding
deeser Plaage en aan de andere Kant de
Commercie (handel) Vaart en Haydel met
en op deese Landen sooverre sulks geraaden
schynt willende bevorderen", hadden goed
gevonden „by provisie (voorloopig) en tot
nader orde te renoveeren (hernieuwen)" het
plakaat van den 28 Augustus 1770.
Op grond daarvan werd het verboden, dat
„Landloopers of Bedelaars en insonderheid
Pakdraagende Joodën Mans of Vrouwen
haar geneerende (zich onderhoudende) met
beedelen of met koopen en verkoopen en
met omdraagen van oude Kleederen Vodden
en diergelyke Waaren aan besmetting on-
derheevig hier te Lande in het gantsche Dis
trict van den Staat inkoomen of ingebragt
worden het sy te Lande het sy te Water
met Vaartuygen uit de kleine Oost van de
Elve Weeser Eems of daar omtrent als
meede langs den Rhyn Maase het Scheld of
andere Rivieren". Bovengenoemde personen
moesten „op de eerste Plaatse van haar
aankomste daar sy bekend sullen worden
aangehoudep worden en de Goederen die sy
by haar hebben worden verbrand". Boven
dien moest hun worden gelast „binnen see-
keren korten tyd te reguleeren (regelen)
na de distantie (afstand) dat de Plaatsen
der aanhoudinge af geleegen zyn van de
uitterste Frontieren (grenzen) die de naaste
zyn van het Territoir (gebied) van den
Staat te verlaaten sonder weeder daar inne
te koomen op poene (straffe) dat weeder
daar in gevonden (bevonden) wordende sul
len worden gegeesseld en gebrandmerkt en
belegging van Uw Kas- en Spaargelden.
Spaarbank 3
GEMEENTE Giro-, Stortings-) 2.62
I en Ophaaldienst;
GOUWE 2 GOUbA.
voor altoos verbannen".
Aan de „Voerluyden op de Veeren van
de Rivieren en Stroomen langs de Fron
tieren (grenzen) sig strekkende" en aan
„alle Herbergiers Waarden of Slaaphou-
ders" werd gelast hun medewerking by het
uitvoeren van de bovenstaande bepalingen
te verleenen. Voldeden deze daaraan niet,
dan zouden zij „veertien daagen te Waater
en te Brood "gevangen worden geaet". De
„voerluyden" mochten dan bovendien hun
veren niet langer bedienen en de „Herber
giers Waarden of Slaaphouders" werden van
haare Neringen ontset".
Aan alle „Officieren (baljuws) en Ge-
regten" werd bovendien gelast een nauw
keurig signalement van al die uitgewezen
personen op te maken ten einde deze te
verhinderen „voor de tweede reysê weder
om in het Land te komen".
De Staten-Generaal bepaalden verder, dat
„binnen de tyd van Ses maanden geen oude
Kleederen, Vodden tot Lompen, Bedden en
Veeren, mitsgaders geen Schryfpennen uit
eenige Plaatsen in Poolen of uit de OostzSw
in deese Landen over Zee of langs de Rivie
ren souden werden ingebragt als onder
beneficie van behoorlyke en wettige Certi
ficatie (dan met een behoorlyke en aan de
wettelyke vereischten voldoende verklaring)
dat de voorszegde Kleederen oude Vodden
tot Lompen Bedden Veeren en Schryfpen
nen koomen uit Plaatsen alwaar geen be
smetting is of dat deselve behoorlyk syn
gesuivert". Voldeden die goederen niet aan
de hierboven gestelde eischen, dan werden
ze verbrand en de „Scheepen Schuyten
Waagens of Karren waarmede deselve syn
ingebragt geconfisqueert (verbeurd, ver
klaard)".
Gedurende een tydvak van zes maanden
moesten bovendien „alle Scheepen koomen-
de vanoHamburg of andere Plaatsen aan de
Elve geleegen als meede van Koningsber
gen Dantsig en uit de geljeele Oostzee in
de Zeegaten blyven leggen tot dat der sel-
ver Papieren geexamineert (onderzocht) en
der sèèva^tquioagie (bemanning) door de
Chirurgyns\N|^ateurs (contröleerende dok
ters) ge visiteert Jollen syn".
Ook hier was dtTstraf by overtreding
„Confiscatie (verbeurdverklaring) van het
Schip". Bovendien werden lyfstraffen be
dreigd tegen „den Schipper en Loots welke
sonder visitatie sullen zyn opgeseyld". Een
uitzondering was gemaakt voor de schepen
„voorsien met volkoomen Gesondheids-
brieven" en met een gezonde bemanning.
Ook wanneer er geen gezondheidsbrieven
wdren mochten de schepen „sonder eenige
quarantaine" de reis stroomopwaarts voort
zetten, behalve wanneer de inhoud bestond
uit goederen „suspect (verdacht) van be
smetting of wit Wolle of wolle Manufac-
tuuren ruwe Zyde Hair de Jugten (jucht
leer) en het bereide Leer hieronder niet be-
greepen Pelteryen of diergelyke. In dat ge
val „sullen deese Scheepen gehouden moeten
worden onder quarantaine van veertig daa
gen en de Goederen Soo veel doenlyk ver-
lugt (gelucht) worden in de groote Schee
pen in een oud Oorlogschip of in Ligters".
Daarna moest bovendien nog een visitatie
van de bemanning plaats hebben.
Kwam een schip aan, waarvan de beman
ning besmet bleek, dan moest dat „soo
spoedig doenlyk genoodsaakt te vertrek
ken".
Ten slotte bevatte het plakaat nog een
aantal bepalingen van ondergeschikten aard.
Het plakaat moest door de zorg van de
„officieren (baljuwen)" overal worden be
kend gemaakt. Op grond van die bepaling,
werd het den I3en Mei 1771 in Gouda af
gekondigd.
„Bailliu Hoeve en Kedts benevens de
„Secretaris Boers versoeke aan Heeren
„Burgemeesteren om haar kamer om't
„vonnis ter Executie (ten uitvoer) te
„leggen aan F Bqtger en dat 't Schavot
„gereed gemaakt mag worden
„Geaccordeert (toegestaan)
„14 Mey Regtdag ten hoogsWn Pre
sent alle de Heeren
„F Butger gegeeselt met 27 Slagen
„Regtdag ten hoogsten" wil zeggen, dat
de vierschaar in deze samenkomst moest
oordeelen over het hoogste, dat voor een
mensch van belang is, zyn l(jf en leven.
Zooals hierboven reeds is medegedeeld,
stond het aantal slagen „ter discretie" van
de vierschaar. Deze oordeelde zevenentwin
tig het juiste getal te zijn.
„16 July Magistraat
„Berigt van Linkers op 't request van
„de Kaaskopers gesteld in handen van
„de Commissarissen Immerzeel, Noort-
„berg en Schippers
Op 16 Juli 1770 had Linkers het eerste
„berigt" ingediend en nu, precies op den
dag af, een jaar later, kwam hy met het
tweede. Hy begon met jiaarin het eerste
„berigt" in zyn geheel op te nemen. Ver
volgens deelde hy mede, dat hy had onder
zocht, „wat er van het weegen op de dorpen
hier omstreeks zy" en dat hy „daaromtrent
aanmerkingen had gemaakt, die hy ver
trouwde niet ongefundeerd (zonder grond)"
te zyn. Hy ving zijn „aanmerkingen" aan
met een historische beschouwing. Daaruit
bleek, dat „de Wage, Specialyk (in het bij
zonder) van deeze Stad van ouds behoord
had tot de Graaffelykheids Domainen, en
dat by (uit) de premisse (overwegingen)
van het placaat van den 8e April 1584 bleek,
dat al langen tyde te voren was geordon
neerd (bevolen) een Wage binnen der
Steede van der Goude, om aldaar gebragt
ende ghewoogen worden boter, kazen, etc:
dat alle de voorszegde waren ook in
den dorpen daar omtrent nergens gewoogen
mogten worden dan in de voorszegde wage
van der Goude". Niemand binnen „dëezer
Steede van der Goudé, nog in geenderhande
plaatzen offte dorpen daar omtrent als
Stolwyk, Haastrecht, Boskoop en Ouderkerk
mocht een „wage" hebben, „daar men meer
dan thien ponden tot eene reyse meede wee
gen mach". Bovendien was „daarbij zeer
scherpelyk bevolen, dat alle die geene die
eenige waren offte goederen hebben te
verkoopen boven de tien%ond, dezelve wa
ren ende goederen brengen\nde laten wegen
zullen in de gemelde wage éar voorszegde
Steede.van der Goude".
Later was het recht van'de waag door
de grafelijkheid verpacht en nog later was
het waaggeld een belasting geworden, die
op haar beurt ook weer verpacht was. Zoo-
wfel de pachter van het „Graaffelyk Do
main" als die van „den Impost (de belas
ting)" hadden in hun eigen „interest (be
lang)" zorg gedragen, dat er in de dorpen
om Gouda geen concurreerende wagen ont
stonden. In het jaar 1748 was echter de
verpachting van de belastingen afgeschaft
en van dien nieuwen toestand hadden de
dorpen in stryd met het Placaat van haar
Edele Groot Mogende van 12 April 4749
gebruik gemaakt om zelf te gaan wegen.
Die dorpen vonden, volgens Linkers ten
onrechte, steun in een daarbp volgende pu
blicatie van 29 Juli 1749. Voor Linkers be
stond nog steeds het plakaat van 8 April
1584 en dat eischte, dat „alle producten die
uit kragte van privilege nergens elders
mochten gewogen worden, metter daad hier
ter wage werden gebragt". Hij maande het
stadsbestuur aan de oude rechten van Gouda
te handhaven en niettegenstaande alle pu-
blicatien van Haar Edele Groot Mogende
te bepalen, dat van alle goederen, „der
Stads Wage subject (die op de Goudsche
waag gewogen hadden behooren te wor
den), by invoer in Gouda de Stads Excyns
op de Wage, mitsgaders de gewone arbeids
lonen, of waag- en wikkegelden moesten
worden betaald".
Zooals blykt, had Linkers zijn „berigt"
uit twee deelen laten bestaan. Het eerste
deel was een ongunstig advies op het rekest
van de kaaskoopers; het tweede deel wees
het stadsbestuur de middelen aan om de
inkomsten van de waag te verhoogen.
De magistraat benoemde een commissie
om over rekest en advies rapport uit te
brengen; commissarissen werden de burge
meester de Moor van Immerzeel en de
schepenen Noortberg en Schippers.
(Wordt vervolgd.)
Nadruk verboden. Dr. jtfr. J. SMIT.
Langzaam gaat zeker als gij den tijd
hebt.
FEUILLETON.
doox
HALLIWELL SUTOLIFFE
Voor Nederland bewerkt door
J 1'. Wes8eJink—van Kossum.
107 Nadruk verboden
En Griff nam den draad van zijrr verhaal
opnieuw op. Hij Beschreef, hoe hij het huis
had verlaten, waar zijn eigen geluk gestor
ven washoe hy het pad insloeg, dat naar
Bents Tost leidde, het huisje, waar Rid-
doch beest-wijf wachtte op het einde van
een dronkaard. Het pad voerde hem langs
het hui.», half boerenhuis, half heerenhuis,
dut Roddick om zijn afgelegenheid gehuurd
had en Griff was als bij ingeving blijven
staan om over de lage vensterkozijnen naar
binnen te kijken.' Daar had bij Roddick bij
den haard zien staan en naast hem een
meisje, dat mét blik en gebaar Roddick
toonde, dat 2^ hem liefhad.
Ik wachtte en luisterde, schreeuwde
Griff heesch, en leerde een andere reden
kennen, waarom Roddick naar Ling Crag
uekomen was. Dit meisje en hij hadden el
kaar in het Zuiden gekend en elkaaT daar
liefgehad, en toen haar vader haar, om aan
alle verzoeking een einde te maken, naar
zijn huis op het veen gebracht had, was
1 Roddick haar gevolgd,
r Een harde kerel, die Roddick, van
buiten, plotseling brak hij af en zijn stem
ging over in een zinneloos lachen, maar
van binnen een weifelaar, zooals wij allen
zijn. Hij kon niet van het meisje scheiden
en toch wilde hij haar niet overhalen dade
lijk met hem weg te gaan en er zoo een
einde aan te maken. Vrouwen zijn roekeloo-
zer in zulke zaken
Nell keek hem aan, om te zien of de zie-
ke man, die zulke diepzinnige woorden
sprak, eigenlijk niet wakker was. Maar
neen, hij herhaalde, als was het een van
buiten geleerd lesje, de gedachten, die eens
to zijne geweest waren jaren en jaren,
voor hij hier in Lostwithens kwam, om nog
een andere leg te leeren, een hardere les.
Vrouwen zijn roekeloozer, ging Griff
voort, en het meisje was juist, toen ik mijn
hoöfd door het vensterkozijn stad er lag
sneeuw op en deze begon te smelten door
de warmte van het vuur in de kamer -
bezig Roddick over te halen haar mee te
nemen. Ik zag, hoe Roddick streed tegen
liet dier in hem. God. het was een zware
kamp - een gevecht, we] de moeite waard
om er naar te kijken en hij dreef het
beest naar den muur; en het meisje, die
kleine dwaas, barstte in tranen uit om
dat hij meer bezorgd was voor haar dan
voor zichzelf. Toen herinnerde ik me weer
een ander beest de vrouw, daarginds te
Bents Foot en de weg, dien ik te gaan
had. was helder als op klaarlichten dag. Ik
had niets te verliezen niets dat begrijp
je, niete, wat voor rlwaasheid Gabriël Hirst
ook zeggen moge en ik kon den ouden
Roddick een dienst bewijzen. Waarom moes
ten dat meisje en bij gescheiden blijven?
Omdat een slechte vrouw maar niet wilde
sterven?
Nell Nethercliff,, ofschoon huiverend bij
de gedachte aan het beeld, dat haar op
zulk een eerlijke, recht op het doel afgaan
de wijze werd voorgehangen, huiverde niet
bij het verhaal zelf. Ze wist, wat er zou
volgen, maar ze wist ook, dat de gruwel
daad bedreven was terwille van een ander,
niet in Griff's eigen belang.
- God, hoe leehjk is het, riep hij, alsof
het terugkeerend verstand streed tegen de
ijlende koorts, alsof hij op een andere wijze
begreep, dat hij niet op een gebeurtenis uit
het tegenwoordige, maar op een uit het ver
leden terugzag. Ik zie nog het zonlicht op
de sneeuw, toen ik naar Bents Foot ging:
ik hoor nog het roodborstje zingen voor
zijn ontbijt van broodkruimels, op den lijs
terbes naast de deur van het landhuisje.
O, ik sloop heel Btil, daar kun je zeker van
zijn! Wanneer mensehen nog leven, die
eigenlijk dood moesten zijn, dan moet men
wel zachtjes naar hen toeeluipen. Ik maak
te de deur open maar ik deed dit zoo
zachtjes, dat het roodborstje zich niet be
woog, zelfs niet ophield mei zingen en
ik ging naar binnen. De verpleegster sliep
naast den haard en Roddick's vrouw een
mensch van vel en been, met lange, scher
pe nagels kwam mummelend naar me
toe. Ze wees me op den zak van de ver
pleegster, waarin de sleutels van de hoek
kast waren, en ik stal ze als een dief. Ik
deed de kast open en nam er een flesoh uit,
die nog voor drie kwart vol drank zat Ik
bedacht o, ja zeker, ik dacht er aan, -
dat deze vloeistof vergif was, tenzij ze door
de verpleegster bij uitzondering en dan in
kleine hoeveelheden gegeven werd. Ik was
blij, toen ik het bedacht, want nu zou Rod
dick vrij komen; daarom gaf ik de fleech
aan de vrouw en
Een plotselinge huivering beving hem
zijn gelaat, dat te voren droog en strak was,
werd nat. Toen opende hij verbaasd en met
l>ewustzijn de oogen en een glans van her
kenning begroette Nell.
Heb ik - heb ik me verslapen? fluis
terde hij- bunder lijkt niet zooveel om
om te spitten, maar meisje,, deze afgraying
is maar langzaam en moeilijk tot stand te
brengen.
Het. is nog geen ochtend, suste Nell.
Ga maar weer liggen en slaap nog wat.
Spoedig was hij in slaap, nu niet meer
onrustig, maar met natuurlijke kalmte, en
Nell wist, dat hij zijn zwakte en zijn zonde
in haar hoede gegeven iiad, zooals hij haar
eens zijn kracht had geschonken. En op dat
oogenblik wist ze ook, dat geen geheim van
het verleden nog langer tusschen hen kon
komen; dat ze veilig waren en eleahts
schuld hadden tegenover God. Er was nu
geen twijfel meer, dat hij zou herstellen
de kracht terugwinnen, die haar bijna even
dierbaar was als zijn zwakheid. Hij zou
blijven leven, omdat zij op zijn kus wachtte.
De zomernacht ging voorbij erf de dage
raad steeg rood en blauw boven Cranshaw
Rigg, en de zomermorgen werd krachtig en
Op zoek naar de waarhtld.
Kan de mensch een geheim bewaren?
doör
Dr. 11. G. 11UL8EBOS.
liet geieonii lieett m onzen lyu geen pyu-
iiouk meer tot zyn besuiuuurig om een ver
dachte tot bekeytenis U) brengen geiuk-
Hg, want velen hebben daardoor nusuuueu
bekend, die zy nooit haouen bedreven. Het
ia oult niet meer zoo noouig> want. met al
lerlei technische en eiiemiBohe middelen
kan er dikwijls zooveel bewijsmateriaal wor
den verzumeld, dat men geen bekentenis
uieer uoocug Heelt of dal de beklaagde er
onder den indruk van komt en uit eigeu
beweging bekent.
Toch blytt een bekentenis van groot»
waurde voor bet gereohlerlyk onderzoek.]
Men tracht haar den beklaagde te ontlok-
ken door hem te overbiutteu,, door heirf
woedend, jaloersch of wraakzuchtig te ma
ken, kot torn door zijn zellbeheeraolung te
schokken. In een dergelyken toestand „ver
geet men zich" en veuaflat daardoor dik
wijls,, wat hy rustig nadenken nooit over
de lippen zou zyn gekomen.
Zee): moeilijk is het ook, om mét een
sclujnbekentenis te verkrijgen, waarin waur-
beiA^n leugen liundig met elkaar zyn ver-
menguS-Metr" heelt het lang geleden met
hypnose geprobeerd, maar iemand, die zijn
geheim niet prya wil geven, liegt ook onder
do hypnose.
Menj beelt het beproefdmet instrumen
ten, die een versnelde 'polsslag, een ver
hoogde bloeddruk, enz. constateerden. Zul
ke veréch|jnselen gaan hiderdaadf dikwijls
met het Uitspreien van een leugeii gepaard
maar., alleen wanneer het geweten ^preekt
van den leugenaar. Er zyn genolg 'krach
tige persooyiykhedepj die bok ïnntjfiyk 'vol
komen rustig blijven ais ze liegeii en aan
den andereh kant menschel, die «|ikeldoor
een beschuicugyig reeds 111 opwinding ge
raken, ook al hebben1 zy niets jfoïrkeerds
gedaan.
De beste resultaten lieeit men tft< nu toe
verkreaffi met xopoiaimnp. Ueze'stoI verf?
oorzaakt^een lichte narcose# daarin de her
senen bepJhdde functies me meer kunnen
uitoefenen. Het. systematisch denken is on-
mogefyk en f\et geheugenJ vyjerkt zonder de
controle van het bewustzijn! Liegen wordt
moeilijk, omdat concentraitte en oplettend.
■RelcTNipn het bewustzijn w| kort sdhiaten.
Zoo kan meh oök dingen in liet géheugen
terugroepen, die .men zich Jnet den besten
wil met meer hÖrinnerery k#ijj het zyn dps
niet alleen misdadigers, waarop men de
teopoloininenarcojie met succes kan toepas
sen.
Toch is ook d$ middel met
voor het gereohf^de waarheid aan
te brengen. De Jjersoon, die onder den in
vloed van het mfdicament verkeert, vertelt
n.l. niet zoozeer (de waarheid, als wel dat
gene wat er m 'zijn binnenste lééft. Hy
spreekt, misschien zyn tfenschen en fanta
sieën uit, ïnplaate van de dingen, die wer
kelijk gebeurd zijn Bovendien kan men
nem ongemerkt euggereeren tot het doen
van een bekentenis. Een sprekend voor
beeld daarvan heelt zich voorgedaan op
Hawaï. E'en schooljongen was ontvoerd eu
vermoord, en de verdenking van de politie
viel op een Japansch chauffeur, die in
dienst wus bij zijn ouders. De man bezwoer
zyn onschuld> muar bekende onder den in
vloed van medicamenten, de misdaad ge
pleegd te hebben. Deze bekentenis was
valsch,, later werd d$ werkelijke moorde
naar gevangen. Vermoedelijk was de in zijn
geestvermogens kunstmatig geschokte ■Ja
panner zoodanig onder de suggestie geko
men van de aan zyn schuld met meer twij
felende rechercheurs, dat hij alles toestem
de wat hem gevraagd werd.
Wy zijn er dus nog steede niet aan toe,
automatisch de waarheid te ontrukken aan
iemand, die besloten is om te zwygen. De
bovengenoemde middelen kunnen het on
derzoek vergemakkelijken, doch zij kunnen
met den doorslag geven, zeker met wan
neer het gaat om het leven van den be
klaagde. De geheimste diepten van de men
schelyke ziel kan de inedemensch met door
gronden, ook met met een knap uitgevon
den middel. De menscli is en blijft een
redelijk wezen en geen machine. Men kan
slechts trachten, door middel van het ste
nogram der onder narcose afgelegde beken
tenis aan den beklaagde een werkelijke be
kentenis te ontlokken.
adliMPn an Danzig
da groota concurrantan.
lunxla bermpt Ah >'P h<t verdrag van
I u Versailles I
Bii de onderhandelingen over het verdrag
„J Versailles heelt I'olen reeds uitgespro-
dat een groove haven aan de Ooetzce
ïoor het land onmisbaar was. Het hoopte,
haven vanzelt te krflgen door een toe-
«imng van üanzig aan i'olen. l)e groote
...ogeftdheden beslisten echter anders. Dan-
L werd een onaihankelgk stadstaatje en
p0ien een haven wilde hebben, moest het
,elf maar een aanleggen. Dit gebeurde
d,„ ook. Er werden al spoedig, nadat de be-
ilisiing gevallen was, voorbereidingen ge
troffen en gaandeweg sag men op een kust-
wedeelte, waar niet eens een flink dorp aan
lag was, een groote haven en een nieuwe
havenktad ontstaan. Terwijl men in Weat-
ISuropa aan den eenen kant dese prestatie
bewonderde, twijfelde men anderzuds toch
aan de rentabiliteit van de zoo kunstmatig
in het leven geroepen havenstad.
Deze twijfel is intusschen ongegrond ge
weken, Het is waar, dat et voor twee groote
havensteden, zoo drcht bij elkaar in deze
treken geen-volle bestaansmogelijkheid be
staat, dooh (idingen heeft een deel van
Danzig's verkeer aangetrokken en er be
staat nu tusschen de beide havens een con
currentie, zoo fel, als men zich maar in kan
denkep. ZÜ ÜK«en i10» Seen 20 4'M' ™n
I elkaar. Het is dus niet te verwondèren, dat
I Daiïig door deze stand van zakop reeds
s™nadeel heeft oudervqhden en; Voor de
>mst het ergste Vreest. De' vfde stad
it zich'dan',oók reeds 4n Mei ||3li be-
gd b(j den Volkedbonjjerf wel ip grond
hef» verdrag van Versailles jjelf! Hoe
f mi mno-eiiik?i h li.
Aibtrt Schweltz*rt*Lambarene
ijciuieiu, wfeautau voor geesteiyxe eu
ïnaaiscnappeiyKe suoumtn, rieuic rn nuar
nnuuuer van Zit Jum een aaiuai brieven van
Albert bcnweïtzer opgenomen, waarin luj
zyn terugreis naar Lunibarene nescnryit en
erteu, hoe hy het terrein van zyn werx-
zaamnetien terugvond.
Wy nemen een paar stukjes uit de een-
ouuige correspondentie over.
„Werk wus'er in overvloed voorhanden",
schryit Echweitzer 28 April 1.1. uit Lam-
burene. „Reeds in het jaar 1931 was het
afdoolde,
I aan net J
om
licht
jyerdr^j jJ'Daiutjg juist
[k losgêmjLkt J
IJen ty*dë l«en
loten, vterd i'"
ivent^a dqiwal|
di| Jtot
■Ub Iiu 11IV6--U~
folgenljhet v're<
ghet Duitsche
ha jen tên
.eipgen uitgang na
öMiet verdrag,1) van
ber 1920 werd afj
„commissie voor dt
'vaiED&nzig" ingestapt, di$ to
(ielJfaven.van Danzijj te b^turen
,m§It te breiden ^4|e ontwikkele:
ten allen tyde het $*eele overzeil
keer van Polen kou yerwerken. Opr
1921 heeft dé Hooge* Commissaris -v|
Volkenbond zelfs een besluit diigeva
dat dé Poolsche regeering yer^üdlt
ter. volle gebruik té maken van
haien, onverschillig welke andere havens zy
in d.e toekpmst ook mochfc>««^jggen a?¥n de
Oostzeekust.
Al deze besluiten geven dus \iting aan
de bedoeling, dat Danzig de zeelaven van
Polen zou worden. Het aanleggenUan Gdin-
gen is met die bedoeling iu stryd en was
ook niet noodig uit economische overwegin
gen want in den tyd, toen ermee werd be
gonnen, kon Danzig Polen's goederenver
voer over zee nog gemakkelijk verwerken;
bovendien bestonden er verscheidene moge
lijkheden om de haven van Danzig te ver-
grooten. Het aanleggen van Gdingën heeft
Polen zelfs groote financieele offers gekost,
terwijl de rentabiliteit van de nieuwe haver,
door de nabijheid van Danzig aanmerkelijk
dubieus was. Zou men tegen de eeuwenoude'
relaties en ervaring van Dauzig wel de
concurrentie kunnen opnemen? Deze uit
gaven, dit risico heeft Polen zich getroost
uit politieke overwegingen. Het had er zyn
redenen voor, doch het valt miet te ontken
nen, dat ook Danzig redenen had om zich te
beklagen, want Polen trekt ^ich niets aan
van ,zjjn verplichting, om ten volle gebruik
te maken van Danzig's "Haven en doet in
tegendeel alles om te bereiken, dat de van
de regeering zeer afhankelijke buitenland-
sche handel van Polen in de eerste plaats
gebruik maakt van den haven van Gdingem.
bchitterend van het saffier in 't westen en
het donkerrood in het oosten. En nog altijd
zat Nell Nethercliff op, het gelaat tusschen
de handen en zij dankte de steeds wakende
krachten, dat Griff's verhaal op deze wijze
verteld was. Had hij haar dien dag op het
veen zijn zonde geleden> had hij zijn ge
zondheid en kraoht behouden om de laatste
bunders te voleindigen en het haar dan te
vertellen, zooals zijn voornemen was ge
weest, dan zou allee zoo heel anders heb
ben kunnen zijn. Op zijn best zou hij haar,
het volledige verhaal gegeven hebben van
wat in het landhuisje Ben te Foot gebeurd
was. en naar zijn aard zou hij zich zoo wei
nig mogelijk gespaard of verontschuldigd
hebben. Het lot had zijn verhaal en de
wijze van vertelllen in eigen handen ge
nomen in koorts kan een mensch niet lie
gen, en tot in de kleinste bijzonderheden -
kleine aanduidingen van tijd en omstandig
heden maakten het verhaal overtuigend en
begrijpelijk.
De vertelling van de werkelijke geschie
denis werd onderbroken door wilde uitbar
stingen de koorts Had Haar visioenen mee
gebracht krankzinnige, licjiaamlooze spo
ken, die nooit de werkelijkheid gekend had
den. Een zonderlinge vrees vootr neervallen
de rotsen en bruisende wateren had Griff
gekweld; soms had de „Bruine Hond" aan
zijn voeten geblaft met onwezenlijke bruta
liteit, of hij had weeT zijn hand opgeheven
en in een bepaalde riohting gewezen en uit
geschreeuwd, dat hij den dooden Bquire
hard zag komen aanrijden om zijn de1 te
halen. (Wordt i
Oplossingen van vorige week.
1. Bergen, Ede, Lisse, Eist, Alir.en, Acht.
2. Molen.
"3. Nikker, kikker, knikker.
4. Piet Hein, thee, pit, hit, tin.
Be pr(js viel by loting ten deel aan
JAN NEDERHORST, van Swretenstraat
Nieuwe raadsels.
1. Verborgen vruchten.
Moeder riep eerst Mies, daarna Tom.
Zy stond daar met een beschaamd ge
zicht.
Kom Bep, ruim deze boeken eens vlug
op!
t?. Maak eilanden van:
DAAN MEL
CEL WAN HER
EVA iLIND L
3. Kruisraadsel.
Op de beide kruisjeslynen komt de
naam van een dorp in Utrecht.
X
X
X Jr
X X X X X X X
X
X
x
le rij een medeklinker.
2e een diepe groeve,
een lengtemaat.
't gevraagde woord,
een vruchtje dat in 't wild groeit,
een rond voorwerp, waarmee dik
wijs gespeeld wordt,
een medeklinker.
4- Een balletje rood,
Een balletje rond,
Ik groei aan een boom,
Maar nooit op den grond. 4
It Ben lekker en sappig
En zelfs heel gezond.
It Weet vast: elké kleuter
Stopt my in den mond!
Oplossingen inzenden aan de redactie van
de Goudsche Courant, Markt 81, Gouda.
4e
5e
7e
aantal zieken vj
het jaar 1932!
deld door 251
nomen, lerwyj
J930 en 1931
Van 200 dagel
gerekend, ofsc
zorgde.
Dat de strt
lag deels
steeds wydei
droeg daarti
door dr. van
,de wyze
hem bereikt
bedryf een
ln troepen
kilometer afii
ren. TerwyJ
operaties
aantal in het
De gezonjj
verpleegsterl
gend.
Een allen]
Ziekenhuis
den van het j
tertje van
Lumbarene
van sips
jwas, besl
dienst*
irtdurend toegenomën. In
rd het ziekenhuis jgemid-
zwarte patiënten ïnge-
oen ik de geboiiwen in
.chtte, met een gemiddelde
te herbergen zieken had
'on ik voor plaats voor 300
der patiënten zoo toenam,
•aan, dat het ziekenhuis in
kring bekend werd. Veel
ook by, dat de chirurgie
Eist op zulk een uitsteken-
'ertegenwoordigd. Raider
deel van het zïekenhuis-
iiding als nooit te voren,
ten de ziekjen van wel 500
f om zich te laten operee-
1931 totaal 214 grootere
uitgevoerd, bedroeg dit
1932 wel 488!
lsboestand'' van artsen'
Ïr het geheerbevredii
gebeuïWiisjprof het
i 1933, llObr overly
iguëlus 1932 |eboren doch-
Van der Eist. Daar
>p) de oudj)(fs edirt plaats
hlërihnerinaèn geworden
niet vfflle ttveè jaaf
Jr huiswaarts té ref
ziekenpuis jjdeimöen
ik 'i#t onrtigldel-
zenden. 'Aoo
aantil weke]
Verricht«i.
te
•eik ,e na ëen reis mét v<
n gezelschap van
lid, den opvolger van
tl Vpril wederom zijn ge-
Asin' de aanlegplaats van
schrijft hy, juffrouw
Emma Haffiszknecht knet mevrouw Bonne-
ma en juffrouw Koch) ons op en brengt ons
in de motorboot naar het ziekenhuis.
By het landen zyn er ontelbare zwarte
handen te drukken. Ontroerd dank ik den
heer Bonnema voor alles, wat hy gedaan
heeft.
Den anderen morgen halen we met een
sleepboot en een lichter, die een bevriende
houthandelaar ons ter beschikking stelde,
onze 4800 kilo bagage van de rivierboot af.
Wat doet het ons leed, de eerste uren van
den Zondag op deze wyze te moeten door
brengen! Maar het kan niet anders. De
rivierboot wil zyn reis stroomopwaarts
v oortzetten."
Sfhweitzer begon natuurlyk dadelyk te
uispecteeren en hy is een en al dankbare
blydschap over het in zyn afwezigheid ver
richtte. Aardig en typisch vertelt hy o.a.
het volgende:
„Onze riollandsche arts Bonnema heeft
steeds groote zorgen over de geopereerde
patiënten, omdat ze de voorschriften, die
hun aanbevolen worden, niet opvolgen.
Reeds twee dagen na een operatie gaan ze,
wanneer de lust hun daartoe gvervait,
's nachts in de rivier baden, er zich niet om
bekommerend, dat zy hun verband nat en
vuil maken. Of de man, die wegens een
darmnaad, zich voorloopig van alle eten en
drinken moest onthouden, gebruikt op den
dag na de operatie, het vasten moe, heime-
iyk een rykelyken maaltyd. Byna nimmer
kunnen de geopereerden de verzoeking
weerstaan, met hun vingers onder het ver
band te komen, om de wond, door de opera
tie gemaakt, te bevoelen, waardoor deze ge
vaar loopt geïnfecteerd te worden. Het is
heusch geen grapje, chirurg by de wilden
te zijn.
De patiënten, die 4 4 500 kilometers van
ons vandaan komen om zich te laten
opereeren, komen gewoonlijk half verhon
gerd en uitgeput door de lange reis, by ons
aan. Dikwyls hebben ze een verpleging van
verscheidene weken noodig, voor ze zoover
hersteld zijn, dat men de operatie durft te
wagen.
Hedenmorgen voer een voornaam hoofd
man uit het binnenland, die hier door arts
Bonnema van een kolossale elephantiasis-
tumor was bevrijd geworden, naar huis. Hy
had my'n komst afgewacht, om mij op het
hart te drukken ook op zyn grondgebied
een ziekenhuis te openen, opdat zijn onder
danen niet zoo'n lange reis behoefden te
maken, om geopereerd te kunnen worden.
Tot mijn spijt moest ik hem zeggen, dat
daar op het oogenblik wegens de economi
sche crisis niet aan te denken viel. Doch
misschien is het nog eens mogelijk, dat ik
een arte gedurende het droge jaargetijde er
naar toe zend, om te opereeren."
Voor de eerste preek Zondags na zijn te
rugkeer koos Schweitzer 1 Thess. 5, deze
woorden: „Dankt Cod in allez, want dit ia
dc wil van God in Christus Jezus voar U.
De lange brief heeft het volgende slot:
Geachte vrienden en irevers in Europa'
wSTnz overtuigd, dut wij hier met de
middelen, die gij ons ten dienste stelt, velen
menschen, die anders zonder hulp g®*1'"'™
zonden zi|h, barmhartigheid knnnen bew«-
tun. Wy Vleten niet, hoe u daarvoor te
danken, dat ge ons de mogelijkheid ver
schaft, als -WW lasthebbers, hier den strijd te
voeren tegen, verschrikkelijke ellende.
De Zuidpooltocht
van kapltoln Scott.
De reiB over de Zuidelijke IJszee.
Evans vurtelt van «en pooltocht.
Admiraal isvans, die met Kapitein Scott
naar het Zuidpoolgebied ia geweest, heeft
een boeiende lezing gehouden over Scott's
laatste re's naar de Zuidelijke IJszee, in
itllO werd lingeland verlaten en vanaf
Kaapstad de Oceaan overgestoken naar
Australië en Nienw-Zeoland. Er was voedsel
voor Sü jaar aan boord, benevens 19 paar
den, 34 honden en een uitgebreide uitrus
ting. Voorbij Nieuw-Ze'eland maakte het
schip een hevigen storm door, die 48 uur
aanhield en zooveel golven over het schip
deed slaan, dat het water naderhand met
emmers moest borden verwijderd. Kort
daarna werden echter de ijsvelden bereikt
en nu volgde eeh zeer voorspoedige reis
hier doorheen, waarbij 400 mijl werd af
gelegd. Weliswaar raakte het schip eens
zoodanig in het ijs vast, dat men drie weken
lang niet van de plaats kon komen, maar
alles by elkaar genomen had men over de
zeereis niet te klagen.
I Nu zou er een sledetocht van 500 mijl
volgen, waarna het eerste kamp zou wor
den opgeslagen, alvorens men op weg ging
om dep resteerende 1800 mijl naar den Pool
af te leggen. TerWyl men in het winterkamp
wachtte op gunstjg weer voor.deze laatste
stelde kapitein Scoft een voor
in in de pichting van Kaap
bij hy 16 myl aflegde over
oen hy op zijn terugreis nog
T_jl vjas verwijderd van den rand
an dit ijsveld, brak de fceheele ysnias a
en dreef weg. Later' dreef de wind de
igalukten echter terug naar de veilig-
van het kamp en tok nog zes weken
ewacht te 'hebben, begon het gezelschap
>p 11 April 1911'de tocht naar Kaap Evans
'over lift puntige ij9v recht, tegen de yzige
ilrïe maanden lang kon gèen van hen sjic{i
schen. Onderweg riaalddde temperatuur
,t a graden on^er Inul. Toep' zii op 22
AugJ/tps 1911 eindelijk in de verte weer
een |j?nnestraal Jjewaar werden, bereidden
"urfadelykï&oor dp de laatste étappe,
i'leven vin Kapitek Scott heeftl ge-
Pp 24 October girig Evans met .vier
I l.r.o..oJll,n,rl 17.nl/j4ill linArilit.' l.ii
een hoeveelheid voed tel vooruit; bij
»yor effëft ijs. Daarna
elea, <He 15 mijl afleg-
Ziéjinig weer,
Sfott aansul
bijtt^r ykrAr'weer. Na öÖO mijl te hëb-
fgelegdj JSirfioetten de jjfeide afdeeün-
en 'op 4 December werd een door
ontdekte gleteclier bereikt.
Nu begon ddip^ch voor deJexpeditie. Het
regende vijf dagen aanhoudend en de fee-
heele omgeving veranderde in een glad moe-
as. Op 10 December .werden de dieren weer
jitgegraven onder de sneeuw, maar de
paardek konden niet goed meer voprt, het
voer was op en zij moesten worden dood
geschoten. De honden hielden liet nog drie
dagen uit, nraar op 16 December moesten
zij terug naar het kamp. Zelis v^or de men
schen begon de reiB ondoenlijk te worden;
sommigen werden ziek erf Dr. Wilkinson
nadat zij reeds op 1186 mijl afstand van de
laatste tenten waren gekomen
Gp 3 J anti ar 1912 begon zelfs kapitein
öcott t0 vreezen, dat hij wel de Food zou
bereiken maar niet meer terug zou komen.
Evan kreeg bevel om terug te keeren en
Scott ging met een uitgezocht viertal de on
bekendheid tegemoet. Op 12 Januari heeft
hij de sporen van Amundsen's expeditie
gevonden en volgens zijn dagboek heeft hij
den Pool bereikt op 17 Januari 1912, pre
cies een maand na Amundsen. Hij is echter
niet levend teruggekomen.
Evans is op zijn terugtocht meermalen
ineengezonkem, zoodat twee van zijn kame
raden hem moesten voorttrekken. Eenmaal
hadden zij niets anders om hun honger te
stillen dan een stuk van een dood paard,
maar zij bereikten toch het kamp. Eerst
acht maanden later werden de lijken van
kapitein Scott en zijn heldhaftige kamera
den gevonden op 11 mijl afstand van de
naastbijgelegen voedselvoorraad. Waar hij
zijn leven op het spel heeft gezet, iB hij be
graven onder een monument van het ijs,
dat hij getrotseerd heeft om zijn idealen
verwezenlijkt te zien.
De nieuwe Opereiie fan Fritz Hiraeh.
Kichurd Tauber dirigeert:
Fritz Hirsch en de zijnen zijn met roem
en eer uit Parijs teruggekoman en openen
op Vrijdag 21 Juli a.s. in den Princesse-
Schourfburg het zomerseizoen. Dien dag
vindt de gala-première plaats van: „Die
Dubarry", operette in negen tafereelen, door
Paul Knepler en J. M. Welleminsky, muziek
„aar melodieën van C. Millöcker door Theo
Mackeben.
De hoofdrollen zullen worden vervuld door
Mary Losseff, Claire Clairy, Elly Krasser,
Fritz Hirsch, Paul Harden, Albert May,
Herbert Weissbach, Walter Triebei, enz.
Een bijzondere verrassing wordt gevormd
door het feit, dat Richard Tanber met al
leen de gansche muzikale studie leidt,
ook het orkest eiken avond zal dmgeeren.
Tanber, die oorspronkelijk de loopbaan van
dirigent gekozen had, vervult hiermede een
zijner lievelingsbezigheden. Ter gelegenhaid
van zijn tournés met „Friedenke en „Das
Land des Liichelns" heeft Richard Tauber
telkens een maand zomerverblijf te Scheve-
ningen genoten, hetgeen hem dermate is
bevallen, dat hy telkens na een inspannen
der winter zuil een „Erholung" in onze
hadplaats zoeken wil. Nu, na zyn ^arhsche
triomfen, heeft hij wederom tot een ver
blijf te Scheveningen besloten en het is de
Fritz Hirsch-operette gelukt, hem te win
nen voor de leiding der bijzonder zware mu
ziek van „Die Dubarry". Daarom heeft
Fritz Hirsch zijn repertoirë omgezet en de
aanvankelijk aangekondigde operette „Das
weisze Rözsl" tot later uitgesteld.
van VRIJDAG t.e.m. WOENSDAG vertooningen
van de nieuwste Aafa Operettefilm
Muziek van JOHANN STRAUSZ
met in de hoofdrollen
en SZÖKE SZAKALL HANSI NIESE PAUL HÖRBIGER
FRITZ KAMPERS TRUDE BERLINER.
Een dol amusante film. Heerlijke muziek. M«oie zang.
In ons bijprogramma:
OUVERTURE WILHELM TELL
gespeeld door het beroemde orkest van de Staatsopera te Berlijn.
Aanvang weekdagen 8.15 uur. Zaterdag 8 uur.
Zondag doorloopend vanaf 3.30 uur.
Entréeprijzen vanaf 25 ct.
ZOMERFEEST 1933
WOENSDAG 19, DONDERDAG 20, VRIJDAG 21 en ZATERDAG 22 JULI
lederen avond 8 UUR precies
N.V. Nationale Revue presenteert
DE GROOTELACHREVUE
j!i in 1 proloog en 18 tafereelen.
Auteur JjACQ. VAN TOL Muziekarr. PIM DE LA FUENTE
i i met
i ILOU BAWDïl
WIEKJE BOUWMEESTER
'i in. AIKET'i'E HAMMé
J i i
- BEPPY RAMEAU
JEAN DU BELA.
WILLY WALDEN
~FRANS bogaerts
Het bekende Fransche Danspaar
MADO et CHAINOF1
12 NATIONAAL WHIRLWIND GIRLK
"If MANNEQUINK
orkest onder leiding van PIM DE LA FUENTE.
EEN OVERWELDIGENDE MONTEERING.
ZES GROOTE FINALES. GROOTE BALLETTEN.
HET GROOTSTE SUCCES VAN 1933.
Prijzen der plaatsen: Loge en Stalles ƒ2.25, Leden 1.80: Frontbalcon
ƒ1.75, Leden ƒ1.35; Balcon ƒ1.50; Galerij 0.75 per persoon, incl. alle
belastingen.
Plaatsbespreking op den dag van elke voorstelling vanaf 9 uur s mor
gens a 0.10 per plaats.
Voorbespreking ^oor leden der Sociëteit: Dinsdag 18 Juli, des avonds
8 uur. -
eerste klas materiaal en
tot Uw volle tevredenheid
worden bediend?
Wendt U dan tot de
VEST 35 TELEF. 2386
BILLIJKE TARIEVEN.
lessen aangeboden, op zeer billijke voor
waarden, voor leerlingen H. B. S. ®n
Gymnasium, voor candidaten BOUWKUN
DIG OPZICHTER, enz. door
Ml 11 B. I4ABTEN38INGBL 12.
van den Haag, Voorburg, Rot
terdam, Gouda, Leiden, Alphen
a. d. Rijn, Bodegraven en Woer
den naar
ARNHEM EN
NIJMEGEN
op de ZONDAGEN t.m. 3 SEPT.
(behalve Zondag 6 Aug.)
Strooibiljetten met alle gegevens
kosteloos aan de stations.