H If
mm
m m b a
<m>
3S008SB0
Een Regentendag-boek uit de 18e eeuw.
Veilige en Economische
le»S!de.nW00rdig arCWef 'ibrye
Damrubriek.
lil
m m i i
M 'W -
Zegt het met Cijfetsl
Wat de Oceaanvluchten ons leeren.
fm
IHwJ
Cftfo
<3*6
/safe
ösb
fffil
<&t>
fm
<fpf>
ff#
ff»Ö
mtt
Men heeft nu nog een scherpe scheiding i
tusschen mannen en vruwen en men grie- I
2elt nog van het minste. Men mag nog niet
in badcostuum rondwandelen enz., het be-
kende gestumper. Wij zagen echter al dat
du moderne badplaats-mode van buiten-af
er doorgedrongen is en dus gaat het gelei-
•delijk Wel verder. De Monstersche zedepree-
k". rs zullen er wat aan moeten wennen. Onze 1
hoop is in deze altyd op het komend ge
slacht, dat met een schouderophalen deze
oude heertjes en juffertjes wel negeeren zal.
lü moeten daar in Ter Heide nog vee!
leeren. Zoo heeft men er de domheid om
voor het parkeeren van een auto een kwar- j
tjt te vragen. Dat is afzetterij en dom om-
dat men daarom het bezoek aan deze bad- J
pa.ats afstoot. Laat men toch voor dat be- j
waken werkloozen aanwyzen, die men over- j
al in grooten getalen heeft. Op den duur za' J
het aüto-verkeer zóó toenemen dat men die
belasting moet opheffen. Slim is wie het
aanstonds doet en daardoor een attractie
maakt voor de auto-ryders.
Natuurlyk is er nog tfselyke controle in 1
dat had-inrichtinkje. Toen wy er onlangs
waren zat in het „directie"_bureau de bur
gemeester in hoogst eigen persoon. Hy
rookte een groote sigaar en keek met scher
pe oogen naar de baders...
By de voortdurende uitbreiding van alle
btmgelegenheden zal ook Ter Heide een toe
komst hebben. Zoodra het ontworsteld is
aan het vermolmde gemeentebestuur zal ge
leidelijk wel het moderne confort daar aan
gebracht worden. Het moet maar goed zyn
bost doen, om zich voor te bereiden op
annexatie by den Haag. Op den duur is dat
toch onvermydelyk, gelijk Kijkduin dat ge-
ieerd heeft. Daar is in een paar jaar tijd
een groote vlucht genomen, als men maar
injjiet, dat men den wassenden stroom niet
kan weerstaan.
HAGENAAR.
O* axpansiazucht van Japan.
U overbevolking de oorzaak van de ellende
belegging van Uw Kas- en Spaargelden.
Door een toevallige omstandigheid waren
wij dezer dagen in de gelegenheid een on
derhoud te hebben met een vooraanstaand
persoon uit Japansche regeeringskrmgen,
wélk# zoo juist een studiereis in Europa
achter den rug had. Hy verklaarde ons, dat
de tegenwoordige crisis in Japan toe te
Schrijven was aan overbevolking, er aan
voegende, dat de eenige uitweg was de
yerot oring van nieuwe gebieden. Zyn rede
voering kwam hierop neer: overbevolking
veroorzaakt de crisis, de crisis verwekt het
verlangen naar uitbreiding van grondgebied,
d* expansie-zucht leidt naar den oorlog.
Dichte bevolking in Japan.
Hot is zeker, dat de dichtheid van de be
volking in Japan grooter ia dan in tal van
andere landen. Maar het lydt ook geen
twüfel, dat zy kleiner is dan die van enkele
^apoere. Het is niet te weerspreken, dat de
boeren in Japan honger lyden. Het zou ech
ter verkeerd zyn, te meenen, dat dit te
wy'ten zou zyn aan de dichtheid der bevol
king, aangezien het gemakkelyk is om aan
te toonen, dat dit van andere landen, met
reen groote re bevolkingsdichtheid dan die
van Japan, niet het geval is, althans niet
in die mate en ook zou aangetoond kunnen
worden, dat het levenspeil der arbeiders in
die landen belangryk uitgaat boven dat der
Japansche arbeiders. Zoo is b.v. de dicht
heid der bevolking van Japan 437 inwoners
pei 1000 M2., die van Engeland 490, van
België 088 en van Holland 607. Het is e'ven.
wel bekend, dat het levenspeil van de boeren
dezer landen veel beter is dan dat van hen
n Japan. Men zou de tegenwerping kunnen
maken, dat België, zoowel als Engeland
voornamelijk industrielanden zyn en dat het
grootste deel van haar bevolking leeft van
de Industrie en niet van den landbouw, ter
wyl in Japan 58% van de bevolking werk
zaam is in den landbouw, de visschery en
het boschwezen. Maar deze verklaring gaat
niet op, wanneer men den toestand in Hol
land onderzoekt, waar het percentage van
de in den landbouw werkende arbeider^
grooter ia dan in Japan. Wat toch is het
geval
De Hollandsche boeren hebben een levens
standaard, welke hooger is dan die der Ja
pansche. En zelfs dit levenspeil is hooger
"dan dat van de Poolsche boeren, waar het
eyfer der bevolkingsdichtheid slechts 214
inwoners per 1000 M2. bereikt.
Deze feiten nu toonen duidelyk aan, dat
de dichtheid van de bevolking in dit geval
niets te maken heeft met de armoede in
Japan.
Stryd tusschen boeren en grond
bezitters.
De diplomaat, wiens woorden het uit
gangspunt waren voor deze uiteenzetting,
verklaarde verder:
Ndattnate het aantal arme boeren toe
neemt, stijgt hun schuldenlast, nog ver
ergerd door de zonder ophouden stijgende
btüfsfingèn.
De Minister van Landbouw levert hiervan
i:i eetfnapport de volgende cijfers:
Schulden Landeigendom
(in Yen) (in ton)
Grondeigenaren 2949 49.7
Pachters - 1441 15.6
Pachters en boeren 1039 6.5
BofNn'- 523 10.7
Deze'cijfers toonen aan, dat terwijl de
schuld der grondeigenaren slechts 60 Yen
per ton (oppervlaktemaat) is, die van de
boeren en pachters 178 Yen per ton be
draagt.
Hier zien wy dus duidelyk de oorzaak van
do vreeaelyke ellende der boeren. Het ligt
voor de hand dat de fabel van de overbevol
king van. Japan «lechts een voorwendsel is
om de ellende en militaire avonturen goed
te praten.
„3 January 1774 Gaff den Bailliu mv
„kennis dat ik President Scheepen was
„geworden
„4 January ingehaalt als Praesident
„Scheepen, beedigt en geinstalleert (in
Junctie gesteld/ als Schepenmeester
„aangestelt
„Mr H v Eyck Hz versoekt Syn di-
„missie (ontslag) als Luytenant |van de
„schutterij]
„24 January geschouwen 't Doode Lyk
„van eene (een zekeren) Booy gevonden
I „in de Spieringstraat, Bailliu, Hoeve,
„V Eyck, Secretaris Boers
,»S avonts in den Doele getracteert als
„Kerkmeester
j »lö february is haar Kon Hoogh be
vallen van een Prins Snagts te 11 uuren
Nu deze gelukkigè gebeurtenis zich tel
kens herhaalde, werd over een „pillegift"
niet meer gesproken.
„22 february Magistraat
„eene (een zekere) Yserdraat beklaagd
„zig dat üs Blaauw weygert de geboo-
„den te laten gaan van Syn Soon,
„gerenvoyeert (weggezonden) om Syn
t»Klagte in geschrifte te stellen
Zooals reeds vroeger in deze rubriek is
vermeld, werd er by het sluiten van een
huwelyk en de daaraan voorafgaande plech
tigheden streng onderscheid gemaakt tus
schen de aanhangers van de Gereformeerde
(de tegenwoordige Nederlandsch Hervorm
de) en de Waalsche Kerk eenerzyds en die
van de overige gezindten anderzijds. De
eersten trouwden in de kerk ten overstaan
van den predikant, de anderen op het stad
huis ten overstaan van de overheid. Om te
weten, of er bezwaren waren tegen een
huwelyk, liet de betrokken predikant of de
overheid drie maal „de geboden gaan". By
de gereformeerden en de Walen werd hier
toe in den regel op drie Zondagen vooraf
gaande aan de huwelijkssluiting vanaf den
kansel het voorgenomen huwelyk bekend
gemaakt; bij de andere gezindten „gingen
de geboden driemaal van de puye van het
Stadhuis".
De zoon nu van Yserdraat, die tot dé
heerschende kerk behoorde, had zich tot
Ds. Blaauw gewend met het versoek om in
ondertrouw te mogen worden opgenomen.
Aan Ds. Blaauw waren blijkbaar ernstige
bezwaren tegen het huwelyk van Jan Yser-
drkat ter oore gekomen em/Wel van dieii
aard, dat hy weigerde de geboden te
laten gaan". Vader Yöefaraat was het echter
met de opvatting van Ds. Blaauw niet
eens en ging het hoogerop zoeken. De Ma
gistraat weigerde echter op de mondelinge
klacht van Yserdraat Sr. in te gaan en
zond hem weg „om Syn Klagte in geschrifte
te stellen".
„7 Maart Bailliu kennis geving dat
„uyt de Stad gaat tot 10e dezer
Van der Hoeve was „President Scheepen"
en nam dientengevolge by afwezigheid van
den baljuw diens functie waar. Vandaar dat
hy die „kennis geving" in zyn dagboek ver
meldt.
„22 Maart request J Ysendraat geeft
„te kenne dat Ds Blaauw de geboden
„stuyt (gesteld in handen van Ds Blaauw
„om te berigten)
De jonge Yserdraat had er eerst nog eens
een maandje over nagedacht, of hij tegen
Ds. Blaauw,in hooger beroep zou gaan of
niet. Ten slotte was hy dan toch maar tot
het eerste besloten
In zyn rekest deelde hy mede, dat Ds.
Blaauw „den 12 february deeses Jaars zyn
geboden geweygert had en geseyt, als dat
er twee vrouws persoonen by hem geweest
waren, die haar klagte gedaan hadden". Die
klacht hield in, dat Jan Yserdraat in zeer
nauwe betrekking tot een andere vrouw
had gestaan. Yserdraat zei naar aanleiding
daarvan, dat hy niet wist „dat daarom de
heer Blaauw tot zulks recht had buyten aan-
seggen van Haar Edele Groot Agtbaaren
Heeren". Hij verzocht dan ook de geboden
te laten voortgaan onder opmerking, dat
„zyn Aanklagers Actie al rees vervallen
was". Yserdraat bedoelde daarmee, dat die
vorige juffrouw tegenover hem geen rech
ten meer kon doen gelden.
Het rekest was slim in elkaar gezet;
Yserdraat wilde de verontwaardiging van de
Magistraat tegen Ds. Blaauw opwekken
door mede te deelen, dat deze laatste zich
had ingelaten met iets, waarover alleen aan
het- stadsbestuur de beslissing was voorbe-
De Magistraat stelde het rekest in han
den van Ds. Blaauw om daarop inlichtingen
te verstrekken. Zeven dagen later was het
uitvoerige „berigt" van Ds. Blaauw binnen.
Uit dat „berigt" bleek, dat Willem Yser
draat, de vader van Jan, reeds den 22sten
Maart 1774 het rekest by dominee Blaauw
aan huis had gebracht. Het was voorzien
van een aanteekening van den secretaris
Boers, luidende, dat de Magistraat op 23
Maart 1774 had besloten Ds. Blaauw om
inlichtingen te verzoeken-.
Een by zonder nette manier om een predi
kant om inlichtingen te verzoeken was dit
niet. Bljjkbftar was het aldus gegaan: Wil
lem Yserdraat was by den secretaris Boers
met het rekest van zyn zoon gekomen. De
secretaris had het rekest gelezen en er
namens dé Magistraat een onderschrift on
der gezet, zonder evenwel dat college daar
in te kennen. Aangezien het den volgenden
dag magistraatszitting was, had hQ dat
onderschrift maar vast van den datum van
dien dag voorzien. Hy, Boers, zou dan wel
zorgen, dat het officiëele besluit dien vol
genden dag zou worden genomen. Tot top
punt van gemoedelijkheid had Boers het
rekest zelfs niet eens in ontvangst genomen,
het door vader Yserdraat by
GEMEENTE
Spaarbank
Giro-, -
3
2.52
GOUWE 2 - GOUDA.
Ds.
Blaauw laten bezorgen, alwaar het op
„dingsdag den 22 Maart deeses Jaars tus
schen een en half twee Uuren na den mid
dag" aan den dominee ter hand werd ge
steld.
Ds. Blaauw, die evenals z(jn collega's, van
de overheid afhankelijk was en niet al te
veel durfde zeggen, vond dit toch wel wat
derselver rechtveerdig en goedertieren be
stuur een stil leven mogen leyden, vol van
eerbaerheid en waare Godzaligheid. Hy be-
vestige U Edele Groot Achtbare en der
selver nakomelingen op de Stoelen der eere
op welke zich U Ed: Groot Achtbare door
zijne goede hand geplaatst zien, en vervulle
U Edele Groot Achtbare met allen, die den-
te kras. Vandaar dan ook, dat hy aan h «elven dierbaer zyn, met zijnen ryken zegen.
zyn eigenlijke „berigt" de navolgende in.
leiding liet voorafgaan:
„Zonder, Wel Ed: Gr: Achtbare Heeren,
eenige aanmerkinge te maken op den weg
langs welke my dit request ter hand ge
komen is, nochte op de» geringen feil
(fout) die in den datum is ingeslopen, Heb
ik de Eer en neem de Vryheid (ten bewyse
myner bereidveerdigheid, om UEd Groot
Achtbare, die ik naast God als myne hooge4
et wettige Overigheid van ganscher herten
eerbidige rekenschap te geven van myne
Openbare handelinge Zo in de Zaak van den
Suppliant (verzoeker) voornoemt als in alle
andere) UEd Gr Achtbare op derselver
Tiooge ordres Zo spoedig my mogelyk was
het volgende berigt over te geven".
Daarna volgde dan het eigenlijke „berigt".
„Daaruit bleek, „dat op den 11 february
deezes Jaars, zich des avonds tusschen 7
en 8 Uuren ten huysen van Ds Blaauw had
den vervoegd twee vrouws persoonen, met
name Neeltje de Wilde wonende alhier in
de doelésteeg, en Annigje Koolmees, hier
woonagtig in de Vrouwesteeg, welke beide
tesamen en elk vaor haar hooft, genoemden
Ds Blaauw hadde kennisse gegeven, dat den
volgenden dag zekere Jan Yzerdraat J. M.
en een Caatje van der Spelt J, D. zich by
hem zouden aangeven om in ondertrouw te
worden opgenomen". De dairies de Wilde en
Koolmees hadden in verband daarmee „in
het zekere kunnen berigten", dat Jan Yser
draat in zeer nauwe betrekking had gestaan
tot „zekere vrouwspersoon met name Jo
hanna Groenevelt ook Jdr". Neeltje en An
nigje wisten dat absoluut zeker, want
Neeltje was een volle nicht van Johanna
Groeneveld en Annigje „stond over Johanna
Moey (was een tante van Johanna)".
Inderdaad waren den volgenden dag voor
Ds. Blaauw „verschenen Jan Yserdraat en
Caatje van der Spelt, geadsisteert (bijge
staan) elk van derselver Vader Willem
Yserdraat en Corpelis van der Spelt: ver-
soekende de Jongelieden in ondertrouw te
mogen opgenomen worden, en in dit ver
soek ondersteunt wordende door derselver
respective vaders". Ds. Blaauw had, naar
hy mededeelde, daarop „ingevolge de pla-
caaten van den lande en de particuliere in
structie (het bijzondere voorschrift) van
Haar Edele Groot Achtbare ten behoeve
van de Heeren Commissarissen tot de Hu-
welyksche Zaken, uitgegeven den 30 Juny
1668 by (door)'t Collegie van de Magi
straat, beide deèze personen te samen en
elk voor hun hpofd, onder anderen afge
vraagd, off beyde vrye personen waeren
en met niemand anders iets uytstaande had
den". Hy had daarop van beiden tot ant
woord bekomen, „dat sy vry waren en met
niemand iets uitstaenden haddén". Vervol
gens had hij „beide vooral den Jongman
vermaant zich wel te bedenken dewijl (om
dat) hy anders was onderricht". Jan Yser
draat was toen nog niet door de mand ge
vallen. Pas toen Ds. Blaauw met het ver
haal van Johanna Groeneveld voor den dag
kwam, „had Jan Yserdraat terstond be
leden, dat de gegëeven berichten echt wa
ren". Ook Willem Yserdraat gaf de juist
heid daarvan toe, „zonder dat hy iets tot
Zynes Zoons verdeediging inbracht, maar
alleen zich beklaagde dat men hem langs
dezen weg wilde noodsaaken om te accor-
deeren (toe te stemmen) in het huwelyk
van Zynen Zoon met Johanna Groenevelt,
waarin hy echter nimmer bewilligen zoude".
Caatje van der Spelt en haar vader Cor- I
nelis van der Spelt „hadden op dit alles een
diep Stilswygen bewaard". Ds. Blaauw had
daarop „beide den vader en den zoon ern
stig bestraft over zulx eene schandelyke en
hemeltergende levenswyze" en hun mede
gedeeld, dat „zolang hem niet bleek, dat
Jan Yserdraat zich van het eerste vrouws
persoon ontslagen en haar te vreeden ge
steld had of dat Haar Edele Groote Acht
bare hem uitdrukkelyk zouden gelasten Jan
Yserdraat en Caatje van der Spelt in onder
trouw op te nemen, hy voor zich zelve swa-
righeid maakte de aanteekening der huwe-
lyks geboden te doen en Zy dus bij hem niet
konden te recht raken".
Ds. Blaauw hield vervolgens in zyn „be
rigt" een beschouwing over de onbetame
lijkheid van de handelingen van Jan Yser
draat. Om evenwel den schijnt te vermijden,
dat hij „despotice (willekeurig) en naar
eigen goed dunken in het stuk der huwlyks
zaaken zou handelen" gaf hy „deeze gan-
sche Zaak over in handen van Haar Edele
Groot Achtbare om daar in Zo te handelen
als Haar Edele Groot Achtbare naar der
zei ver hooge wysheid zouden bevinden te
hehoorpn"
Het „berigt" eindigde aldus:
„Alleen bidde ik dien God door wien de
Koningen regeeren en de Richters der aerde
gerechtigheid stellen, dat Hy UEd. Gr.
Achtbare als handhavers van de beide tafe
len van de Goddelijke wet, meer en meer,
bekwaam make, om zoveel mogelyk, alle
ergernissen onder ons te weeren, naar de
hooge macht hun van God geschonken, tot
grootmakinge van zynen Allerheiligsten
naam, bevordering van veler tijdelijk en
eeuwig geluk en kwjjtinge van het gewisse.
De algenoegsame make U Edele Groot
Achtbare loffelijke regeeringe meer en meer
in zyne Gunst voorspoedig, op dat wy onder
I Ik ben intusschen met de diepste gevoelens
van eerbied. Wel Edele Groot Achtbare
Heeren, Myne Heer pp, U Edele Groot Acht
baren Ootmoedigste en gehoorzaamste Die
naar (was geteekend) Pieter Blaauw".
In het rekestboek volgen rekesten en by-
behoorende berichten steeds onmiddellijk
achter elkaar. In den regel komt dan ach
ter een bericht weer de beslissing van de
Magistraat. By dit rekest en bericht staat
echter niets vermeld. Ook in het dagboek
is geen verdere aanteekening omtrent Jan
Yserdraat en Caatje van der Spelt te vin
den. Wy zouden bijgevolg omtrent den ver
deren afloop van deze historie in het on
zekere zyn gebleven, indien in het Kamer
boek niet de volgende aanteekening voor
kwam:
„Saturdag den 2e April 1774
Collegie van de Magistraat
Gedelibreert (beraadslaagd) wesende op
de Requeste van Jan Ysendraad, als meede
op het Schriftelyk berigt van ds Pieter
Blaauw, predikant alhier, en in agting ge
nomen Synde de quade conduites (in aan
merking nemende het slechte gedrag) van
gemelde Jan Yserdra'ad, is goedgevonden en
verstaan denselve Ysendraad voor den tyd
van veertien agter een volgende dagen te
doen Setten te water en te brood in een van
de Castimenthuisjes (arrestantenlokalen)
deser Stede"
Voor Jan Yserdraat had het rekest geen
succes opgeleverd; in plaats van in den „hou-
welycken Staet", was hy in een „Castiment-
huisje" terecht gekomen.
„6 September Magistraat
„Burgemeesteren vraage wat dag de
„Nieuwe Reympsalmen geintroduceert
„(ingevoerd) zullen worden, vastgesteld
„9 October 1774
Ook hieruit blykt weer welke nauwe ban
den er bestonden tusschen overheid en ge
reformeerde kerk; de Magistraat moest be
slissen, wanneer de nieuwe psalmen voor
het eerst zouden worden gezongen. Van
deze- beslissing deden de burgemeesters dan
weer mededeeling aan den kerkeraad.
In Engeland bestaat een dergelijke toe
stand als hierboven is omschreven nog. Daar
kreeg het Lagerhuis voori eenige jaren nog
over de vraag te beslissen, of een nieuw
„common prayef book (gebedenboek)
worderi ingevoerd.
„22 December Is Justus van der Hoe-
„ve gepromoveert van de Schoole en tot
„belooning een vergulde penning ont-
„fangen
Justus van der Hoeve, geboren 17 Fe
bruari 1760, was het derde kind van den
dagboekschrijver. By zyn „promotie van de
Schoole", ol zooals wy nu zouden zeggen,
by zyn eindexamen gymnasium, was hij dus
nog geen vijftien jaar oud. Dit feit wyst
echter niet op vroegtijdige buitengewone ge
leerdheid, aangezien de Latynsche school,
of zooals deze reeds in dien tyd in de offi
ciëele stukken werd genoemd, het gymna
sium, uit slechts vier klassen bestond. Wel
moet Justus een knappe jongen "zijn ge
weest. Dat is uit het navolgende af te lei
den: De „leges" (wetten reglementen)"
van het gymnasium bepaalden, dat bij de
officiëele promoties niet meer dafc twee
leerlingen een openbare rede mochten hou
den. Dat wilde evenwel niet zeggen, dat er
by elke promotie redevoeringen door leer
lingen werden uitgesproken. Dit geschiedde
slechts, wanneer zeer begaafde leerlingen hun
eindexamen deden. En alleen die leerlingen,
die een rede hielden, kregen de vergulde
penning. Op die penning werd de roemrijke
gebeurtenis door de woorden „oratione ha-
bita (na gehouden rede)" herdacht.
Justus van der Hoeve behoorde dus on
getwijfeld tot de twee knapste jongens van
zyn klas en het was met gerechtvaardigden
vaderlijken trots, dat Willem van der Hoeve
deze aanteekening in zyn dagboek stelde.
Justus ging, nadat hij het gymnasium had
verlaten, rechten studeeren. Hij werd doctor
-in de beide rechten en woonde in 1781 in
's Hertogenbosch. Deze laatste feiten blij
ken uit een acte, die in dat jaar te Gouda
voor notaris Pieter Daesdonck werd ge-
De vergulde promotiepenningen bestonden
reeds lang voor 1774 en hebben de Fran-
sche revolutie overleefd.
In het notulenboek van „Heeren Scholar-
chen (curatoren)" vindt men reeds in 1714
de navolgende aanteekening:
„Vergadering gehouden by de Heeren
Schol ar chen den 13 Aug 1714
present alle de Heeren
Is naar voorgaande deliberatie (beraad
slagingen) goetgevonden en verstaan dat
geen vergulde penninge die gegeven worden
aan de Studenten uyt deeze Schoole gepro
moveert (bevorderd) werdende tot de acca-
demische Studie, sullen werden gemaakt, als
piet Consent (toestemming) van de Heeren
Schol archen,
En dat die penningen niet hooger sullen j
ge Stuyvers onbegrepen, en sal de
indertyt (die er op dat tijdstip ia) J*"
ren Scholarchen tijdelijk (tijdig) vJr
tweeden keer in den winter, vlak voor W
mis. De mogelijkheid bestond dus
groote plechtigheid omgeven- ten tM °*t
het dagboek hadden zü Plaats XtlZ
van de „Fransche- of Gasthu.vs kerk» w
In het Goudsche Museum bevinden aU
een tweetal van die penningen, respttli^.
luk bp de winterpromotie van 1787 - d,
zomerpromotie van 1807 uitgereikt aan J
Elias Backer en Gerhardns CaSi!
Drooglever Fortuin. De penningen zjjn „j
groot. Aan den eene kant staat het G<J
sche wapen aan den anderen een ilucri^
üe°aldus" TCr 'Uidt 'leZe
„Ingenuo Optimaeque spei adoleaceas
Gerhard! Catharine Droog,ever tï
Scholast,co stadie decurso et oratione
blic habita
A Willet V D M
M W van den Kerckhoven van Groenendvck
J. U. D.
J van Steel Senior
J van den Burch J. U. D.
Scholae Goudanae curatores
Hoe numisma
Rectore Joanne van Laar
Examine aestiva
MDCCC VII"
of in de Hollandsche vertaling:
„De curatoren van het Goudsche gynuu-
sium, A Willet V D M (verbi divim minis-
ter dienaar des goddelijken woords), M W
van den Kerckhoven van Groenendyek 1
U. D. (Juris utriusque doctor doctor ii
de beide rechten, J van Steel Senior en I
van den Burch J. II. D. schenken onder het
rectoraat van Johannes van Laar bij de
zomerpromotie van het jaar 1807 deze pen
ning aan den schranderen jongeling, o
wiens toekomst groote hoop is gevestigd,
Gerhardus Cathariiius Drooglever Fortuin
nadat deze de school heeft doorloopen en
een openbare rede heeft gehouden".
Hoofdpersonen bij de promotie waren,
behalve de leerlingen, die in het Latijn uit
gesproken, redevoeringen hielden, de cura
toren. Het was steeds vaste regel, dat drie
van de vier curatoren tot de regeering be-
hoorden en dat de vierde een gereformeerd
(d.w.z. Nederlandsch Hervormd) pftdikant
was.
Drie van de vier curatoren, die bjj de
promotie van Gerhard Drooglever tegen
woordig waren, hadden een academische
graad; de vierde Jacobus van Steel' was
„stads-chirurgyn".
Ten aanzien van dezen laatsten kon nog
een merkwaardige by zonderheid worden
medegedeeld. Een van zyn dochters trouwde
met een baron von Morgen en deze von
Morgen was een overgrootvader van burge
meester Gaarlandt. Onze burgemeester is
dus niet alleen door zyn positie als over
heidspersoon, maar ook door de banden des
bloeds met Gouda verbonden.
(Wordt vervolgd.)
Nadruk verboden. Dr. Mr. J. SMIT,
Gedurende de maand September zal dit
artikel niet worden vervolgd.
Onder redactie van de Damclub „Gouda"
Secretaris de la Retflaan 14, lokaal dar
club, Markt 49.
Probleem No. 903.
ym i^g 'Mm m Wk\
Zwart schyven op 4, 7, 9, 11, 14, 21,27,
31, dam op 2.
Wit schyven op: 15, 18, 20, 22. 23, 32, 33,
38, 40, 48.
Probleem No. 904.
Zwart schyven op: 9, 18, 10, 23, 29. dam
op 32.
Wit schyven op: 27, 38, 40, 42/44, 47, 48-
28:89,
Oplossing van Probleem No. 399^
Wit speelt: 4944, 3934,
38:29, 21—17, 32—28, 26:17,
39—34, 37—32, 42 2.
Oplossing van Probleem No. 900.
Wit speelt: 28-22 (zw. 9-18), 32-#<
mogen Loopen als op vflftlen guldens, eeni- 40 9, 22 24.
Sterke stijging van het aantal motorische voertuigen in ons land.
Toename met bijna 60 pCt. in 4 jaren!
riifern en statistieken zyn nooit erg po-
„uWr geweest. De gemiddelde menech gunt
Jen heeren statistici gaarne „l'art de grou-
np, les "chiffres".
Toch gelooven wij, aldus schrqft ons de
4 N W B -Toeristenbond voor Nederland,
r,'„verzicht van de toename van het
aantal motorische voertuigen (motorrgwie-
leu auto's, enz.) in ons land door menigeen
wil' zal worden gelezen, omdat nu eenmaal
bet snelverkeer in het brandpunt der pu
blieke belangstelling is gekomen. Daarom
„even wii hier enkele grepen uit de zeer on-
faags verschenen „Statistiek der Motorrij
tuigen", een uitgave van het Centraal Bu
reau voor de Statistiek. De meest belang
wekkende gegevens hebben wg „smakelijk"
trachten voor te stellen in bijgaande aan
schouwelijke overzichten.
Vóór <fcn oorlog.
Wanneer wy bedenken, d»t er in 1909 nog
slechts een goede 4.500 motorrijtuigen jn
ons land geteld werden, welk aantal steeg
tol bijna 13.000 in. 1915, terwijl het thans
de 200.000 begint te naderen, dan hebben
»ii eigenlijk de grondoorzaak gevonden
voor het verkeersprobleem. Want tot 1927*
werd er practisch niets aan de wegen ge
daan. In 1928 begon de wegenverbetering
pas goed, en toen was het aantal motorrij
tuigen reeds bijna vertienvoudigd in ver
gelijking met 1916! Het spreekt wel van
zelf, dat er op ons wegennet voor een der
gelijke toename geen plaats was. Nadien
trachtte men verbetering in de wanverhou
ding tusschen weg-kwahteiten en aantal
auto's te brengen door de wegen te verbe
teren, maar aangezien er aan de stijging
nog voerloopig geen einde komt, spreekt
het vanzelf, dat eerst over geruimen tyd van
een redelijke verhouding tusschen de beide
genoemde factoren gesproken zal kunnen
worden. Wanneer cijfers een taal vermogen
t, spreken, dan zeggen zy wel in de eerste
plaats: „schiet op, schiet op met den aanleg
van wegen en met den bruggenbouw"!
De toename in 4 jaar tyd.
En thans verzoeken wy onzen lezers, oni
do nu volgende getallen eens even te willen
bekijken. De stijging van het aantal yiotor-
rijtuigen is wel zéér opvallend.
Aantallen personenauto's (telkens
op 1 Aug.)
1928
1929
1930
1931
1932
Van 1928 tot 1932 is dug het aantal per
sonenauto's in ons land toegenomen met
byna 30.000 stuks, of, anders uitgedrukt:
met bijna 60 procent!
Aantallen motorrijwielen (telkens
op 1 Aug.)
27.786
1929 30.226^
1930 31.314
1931 33.378
1932 37.694
I„ vier jaar tijd kwamen er dus rond
10.000 motorfietsen hg: een stiigin* van
rond 35 procent
Aantallen vrachtauto'B (telken op 1 Aug.)
1928 -
1929 36.040
1930 4'-22:
1931 46.012
1932 48-494
Bijna 20.000 vrachtauto'B kwamen er van
1928 tot 1932 dua bij: een stijging van meer
dan 70 procent.
Aantallen autobussen (telkens op 1 Aug.)
1928 3.159
1929 3-367
1930 3-636 f
1931 3-625
1932 3.783
Hier is de toename het kleinst, wat na
tuurlijk samenhangt met het feit, dat de
ontwikkeling van het autobusverkeer ge-
-«~i wordt door de wettelijke bepalingen,
toename met slechts ruim 600 bussen
20 procent, is èn relatief èn absoluut
ig t« noemen in vergelijking met de
andere cijfers.
De totale aantallen motorrijtuigen
1928 111.600
1929 128.884
1930 143.922
1931 158.384
1932 171.248
Hier zien we dus een toename van rond
60.000 motorvoertuigen, dat is met onge
veer 56 procent.
Aantal inwoners per motorrijtuig.
We kunnen hieruit gemakkelyk nagaan,
hoeveel inwoners er in ons land per motor
rijtuig aanwezig zyn. Daarbij moet echter
rekening gehouden worden met het bevol-
kingsaccres. Wanneer wij deze berekening
ma^en, blijkt, dat er (telkens op 1 Augus
tus) aanwezig waren:
lp .1928 één motorrijtuig per 69 inw.
1929 60,
1930 64
1981 60
1932 47
Men ziet hieruit wel heel duidelyk, dat de
auto (hier als verzamelnaam gebezigd) nog
steeds belangryk veld wint, crisis en ma
laise ten spijt. Redelijkerwijze mag ver
wacht worden, dat er een geweldige stij
ging zal komen, zoodra de conjunctuur om
slaat. De auto is vóór alles: het transport
middel van de toekomst!
51.922
60.262
67.845
75.369
81.277
«1.S77
(b75 45
30707
19SO 1994 (995 <930 >959
Elk»
it*U voor! 5.000 auto's.
(01
S6.7I4
>7(594
27735
SO.779
rftf)
I9SOI9S4 1988 I9J0195Ï
Balbo's vlucht kostte 7 millioen.
Post gebruikte duizenden liters benzine,
door MARINUS HEYL.
De laatste sensatie op het gebied van het
vliegwezen vormen de vluchten over den
Oceaan en over groote afstanden, die met
succes zijn bekroond. Het groote publiek
kon ongeveer tegelijkertijd drie vluchten
volgen, die toch in wezen volkomen ver
schillend waren. Het echtpaar Jpes en
Amy Mollison vloog als tweetal, Willej
Post als eenling en de Italianen onder gene
raal Balbo als eskader. Het echtpkar Mol
lison beproefde van het Oosten naar het
Westen den Atlantischen Oceaan over te
steken, de vlucht ging van Engeland over
Nieuw-Schotland naar New-York, maar ein
digde, wegens volkomen uitputting van het
echtpaar, ongeveer 600 K.M. voor het eind
doel New-York was bereikt, door een
noodlanding, waarbij het vliegtuig werd
vernield.
Het eskader van Balbo.
(Doel van de vlucht van het Italiaansche
eskader, onder leiding van Generaal Balbo
was te' trachten een luchtweg te vinden
waarlangs in de toekomst het. vervoer van
de post en van vrachtgoed mogelyk zou
kunnen zyn. Natuurlijk speelde de propa
ganda ook een groote rol, ten bate van de
in de Vereënigde Staten zoo talrijk levende
Italianen. En uit den aard der zaak lag er
nog een organisatorische en militaire be
doeling aan de.vlucht ten grondslag. Het
pleit'in hooge mate voor het kunnen van
de Italianen, dat zij er in geslaagd zyn met
een eskader van 24 groote vliegtuigen, met
meer dan 100 man bemanning aan boord,
een tocht te volbrengen, die vele tienduizen
den kilometers lang was, zonder dat er, be
trekkelijk gesproken, ernstige ongevallen
hebben plaats gevonden.
7 millioen gulden onkosten.
Italië heeft zich voor het welslagen van
ae vlucht van het eskader van generaal
Balbo groote financieele offers getroost.
Ieder der 24 vliegbooten was uitgerust met
2 motoren van 700 P.K., zoodat de vlieg-
boot bij aankoop een waarde vertegenwoor
digde van ongeveer 55.000 dollar. De oji-
spronkelyke 25 vliegbooten hebben dua aan
Italië gekost een som van bijna 4 millioen
dollar. De vlucht van Reykjavik naar La
brador, over een afstand van rond 3.000
K.M., heeft bij een gemiddelde snelheid van
225 K.M. ongeveer 13 uur geduurd. Op dit
traject is verbruikt een hoeveelheid van 4000
K.G. brandstof; het eskader in zyn geheel
genomen heeft dus noodig gehad rond
100.000 K.G. brandstof. De onkosten alleen
voor deze brandstof, die men in 10 spoor
wegwagons had kunnen laden, gedroeg e
som van 24.000 gulden. Een breed opge
zette organisatie "was ontworpen om deze
vlucht mogelyk te maken Door het slechte
weer konden sommige schepen met brand
stof niet ee"n bepaalde haven binnenvallen,
zoodat men de tocht «e hit te steUen.
Ook was overal langs Jen weg, die het es
kader zou volgen, gezorgd ™oreenvol-
doende hoeveelheid onderdeden, md.en de
vliegbnöten averij mochten bekomen.
Het valt dus niet te Verwonderen, dat de
gezamenlijke onkosten een bedrag van
millioen gulden hebben verslonden.
t De vlucht van Post.
De vlieger Willey Post had zich ten doel
gesteld den Oceaan van het Westen naar
het Oosten over te vliegen. Hy heeft voor
zyn wereldvlucht noodig gehad 7 dagen, 18
uur en 49.5 minuut.
Afgelegd is door hem een afstand van
26.100 K.M. Daardoor is Post erin geslaagd
het vroegere wereldrecord van Gatty te
verbeteren met 21 uur en 1.5 minuut. Vloog
Gatty mét een gemiddelde.snelheid van 233
K.M. per uur, Post bracht; het slechts tot
194 K.M. per uur. Maar Post verkortte zyn
(oponthoud zooveel mogelyk, in totaal had
hy daarvoor niet meer noodig dan 63 uur
rust, zoodat hy er op die manier in slaagde
het record vaft Gatty op zyn naam te bren-
gen.
30 H.L. benzine voor het traject
New-Vork—Berlijn.
Voor lange afstanden dient men bijzon
dere eisehen te steUen aan de automatische
stabiliteit en een gemakkelijke manier van
starten van het .vliegtuig. Beide voorwaar
den zijn volkomen begrijpelijk, indien men
in aanmerking neemt hoe zwaar 't vliegtuig
I bg het begin van iedere etappe met brand
stof is beladen. Zoo had Post voor het tra
ject van New-York naar Berlijn, dat onge
veer 6342 K.M. lang is, noodig een tgd van
rond 25 uur. Per uur gebruikte zgn motor
90 K.G. brandstof, zoodat hij mede moest
nemen minstens 2250 K.G. brandstof, waar
voor noodig was een tankruimte van
dan 3000 Liter.
Daardoor is het ook te begrgpen, dat de
vliegers Èody en Johansen, die
men leege tanks op den Oceaan bg New-
Foundland moesten dalen, 127 uur drijven
de konden blijven, aleer zg gered werden.
Want de ledige tanks, ten deele in den romp
hï Vliegtuig, ten deele in de draag
vlakken ondergebracht, werkten op het wa
ter in volkomen ledigen toestand natuurlgk
als zwemblazen voor het vliegtuig.
Het gevaar voor bevriezing.
Post bad oen mot gekozen van 550 PX
tegen bü vroegere vluchten een motor van
rpv waarddor hij de hoogte, waarop
hTwut'vhegen, beteer kon uitkiezen en
aar zich luchtlagen bevinden, die minder
gevaar voor bevriezing bieden.
De bevriezing is een der grootste geva-
rem Jant niet alleen bevriezen dd inatru-
J^ten en worden deze dus onbruikbaar,
laar ten overvloede ondergaat het profiel
var. het vliegtuig een verandering, slaat de
schroef niet regelmatig met gs aan, ver
meerden ten overvloede het gewicht van het
vliegtuig in bedenkelijke mate. Geen won
der, dat deze ijsvorming het naar bened.
storten van het vliegtuig ten gevolge kan
gebreid® organisatie eisehte on groote on
kosten verslond.
Maar Wiley Post vloog in ongeveer 25
uur, zonder al die afzettingen en onkosten,
een afstand van 6342 K.M., derhalve met
een snelheid, die de snelheid van een auto
drievoudig overtreft.
Overal vliegvelden.
Met dat al is de organisatie op den grond
voor het vliegwezen van buitengemeen be
lang.
Zonder vliegvelden, zonder tankstations,
zonder werkplaatsen en zonder radio-sta
tions kan zelfs de beste vlieger niet vliegen.
Het vraagstuk van de vliegvelden is der
halve zeer recent. Dwars door Siberië be-,
vinden zich réeds overal vliegvelden. Daar
door is het ook mogelyk geweest den ver
ongelukten vlieger Mattern te vinden. Een
Russische vlieger vond hem in een onher
bergzaam oord en bracht hem naar Alaska-
Vliegvelden zyn er nu reeds in Perzië, in
Achter-Indië, evenals midden in de Sahara.
Maar steeds zal toch de vlieger voor lange
afstand-vLucliten eigen persoon op het spel
hebben te zetten, wil hy iets bereiken.
(Nadruk verboden.)
Elk*
2.000 motorrijwielen
LANDBOUW.
Stand der Landbouwgewassen.
Op 16 Augustus.
Het onderstaand overzicht betreffende den
stand der landbouwgewassen op 16 Augus-
tuB is, onder medewerking der Ryksland-
bouwconsulenten, samengesteld naaé ge
gevens, verstrekt door de correspondenten
der directie van den Landbouw, en, wat de
weersgesteldheid betreft, door het Konink
lijk Nederlandsch Meteorologisch Instituut.
De weersgesteldheid.
Gemiddeld over de geheele maand Jul»
waren de overdagtemperatuur, het gemiddel
de dagelyksche maximum en het gemiddelde
minimum respectievelijk 1.4 gr. C., 1.5 gr.
C. en 1.0 gr. C boven normaal.
De hoogste temperatuur gedurende Juli
werd waargenomen te Maastricht, namelijk
36.1 gr. C., op den 27e de laagste, 6.6 gr. C.,
tej^amsveld op den eerste. Te Winterswijk
w£rd de hoogste temperatuur geconstateerd,
die sedert 1894 aldaar werd waargenomen.
Van 110 Aug. was de temperatuur 2 gr.
C. boven normaal en daarna weinig van de
normale verschillende. Het aantal dagen
met een maximum temperatuur boven 25
gr C. bedroeg in Juli gemiddeld 9, tegen
6 normaal.
In Juli bedroeg de hoeveelheid neerslag
gemiddeld over het geheele land 69 m.lft.,
tegen 71 normaal. In enkele deelen van het
land was de neerslag belangrijk beneden
normaalin Limburg ongeveer 50 pet., m
Noord-Holland ongeveer 40 pet. en in Zuid-
Holland ongeveer 30 pet. In Friealand, Zee
land en bet midden van bet land was de
neerslag 10 tot 15 pet. beneden, in de overi
ge deelen gelijk aan of «enigszins boven
of beneden het gemiddelde. Van 1-7
Augustus vie) nog eenige neerslag, zij net
in mindere mate dan ih Juli- Van 7 12 Aug.
was het weer droog; tot 16 Augustus vielen
kléine regenbuien van 36 m.M. in het
midden en van 16—20 m.M. in het Noorden.
Het aantal uren zonneschijn bedroeg in
Juli gemiddeld 221, tegen 206 normaal, en
van 116 Augustus te De Bilt 107, tegen
90 normaal.
De stand der gewassi
De berichten omtrent den stand der
bouwgewassen luiden over het alge
gunstig. Het vrij droge weer heeft vooral
in de ontwikkeling der granen verbetering
gebracht.
De oogst van tarwe is goed. Het gewas
heeft over het algemeen weinig hinder van
legeren ondervonden, terwijl over het op
treden van voetziekte minder klachten wer
den vernomen dan in het vorige jaar. Ook
in de veenkoloniën heeft hJt gewas zich
goed ontwikkeld. Men verwacht aldaar een
hoogere opbrengst dan in 1982.
Behoudens een enkele. uitzondering is ook
de roggeoogst goed. In sommige deelen des
lands hebben de zware regen in de maand
Mei legering veroorzaakt, waardoor te dier
plaatse de verwachtingen ten aanzien vnn
de korrelopbrengst minder boeg gesteM
worden. Hetzelfde geldt in het algemeen
voor de haver, welke van alle granen het
meest gelegerd is.
Minder goed zgn de bermhtentent aan
kortheid van ^et stroo. In noordelijk Gro-
de Znid-Hollandsche eilanden
Jordt het aantal peulen goed genoemd, vn
Zeeland echter schijnt de oogst .tegen te
V"veWboonen tijn goed vrÜ fed'
stamboonen vertoonen een goeden stand.
Hetzelfde kon gezegd worden van he.t vlas,
hetwelk echter eveneens kort van stengel
Blauwmaanzaad, koolzaad en mosterd
zaad geven eveneens een goed beschot.
De opbrengst van het karwijzaad is over
het algemeen genomen meegevallen, m Zee
land was de oogst matig, tengevolge van
den dunnen stand en het optreden van de
Het spinaziezabd belooft goed tot vrij
goed en het suikerbietenzaad goed tot zeer
g°De stand van de fabrieksaardappelen en
ponsumDtie-aardappelen is goed. Door het
vochtig warme weer in bet eind van Juli
vond in de veenkoloniën en elders een vroeg
tijdige afsterving van het loof plaats, bet
geen hoofdzakelijk moet worden toegeschre
ven aan het optreden van Phytopthora. De
latere soorten hadden Jiertan minder te lij
den. Waarschijnlijk heeft de mindere aan
wending van kali en fosforznnrmeststoffen
eveneens een vroege afsterving ten gevolge
gehad. De oogst belooft in de veenkoloniën,
vooral van de latere soorten, goed te wor-
den.
De stand der consumptie-aardappelen in
Friesland is goed tot zeer goed, in Zuid-
Holland, Zeeland en westelijk Noord-Bra
bant over het algemeen goed.
De suikerbieten zullen, voor zoover het
zich laat aanzien, een zeer goed gewas leve
ren. Evenwel is de invloed van de weers
gesteldheid gedurende de komende weken
te groot om d« opbrengst zonder meer naar
den tegenwoordigen stand van het gewas te
kunnen beoordeelen.
Als minder gunstig moet worden be
schouwd de omstandigheid, dat gedurende
de laatste dagen berichten binnenkomen
over het voorkomen van de vergelingaziek-
te De stand der voederbieten is eveneens
goed, terwijl die van uien ver beneden het
gemiddelde is.
Hoe bepaalt men de koers op zee?
Om de hoogte te berekenen heeft de vlie
ger twee hoogtemeters, een met g»oote ver
deelstrepen voor groote hoogten, een met
een kleine verdeeling voor het vliegen vlak
b°Voo- de richting gebruikt de vlieger na
tuurlijk een kompas. Verder heeft hij een
instrument, dat iedere afwijking van de ge
nomen koers onmiddellijk registreert,zoo
dat hij door een verandering van de stuur
inrichting weer in goede banen kan brengen.
Bij lange vluchten over den Oceaan vlieg
men niet in een rechte lgn, doch met een
boog, die vooruit nauwkeurig berekend is.
Daarvoor is noodig, dat de vlieger voorzien
is van een zéér precies loopend uurwerk, om
kleine koerswijzigingen op vooruit krach
tons bepaalde tabellen berekende afwijkin
gen van de oorspronkelijke koers op bet
juiste oogenblik te kunnen uitvoeren. Daar
bij dient de vlieger ook eigen snelheid te
kennen, die hij van zijn snelheidsmeter kan
aflezen. Deze snelheid corrigeert hij weer
volgens bep»alde tabellen, die een weerkun
dig tostituut hem verschaft. Ten overvloede
dient de vlieger dan nog rekening te bon
den met het afdrijven van het vliegtuig door
zijwinden en moet hij met een sextant eigen
plaats boven de zee kunnen bepalen, wan
neer hem ieder uitzicht mocht ontbreken.
Als hulpmiddel kan hij zijn koers bepalen
door per radio de naam te vragen van een
passeerend zeeschip, want de groote oceaan-
stoomers varen met een dergelijke regelma
tigheid, dat hij daardoor reeds zeer nauw
keurig de lengte en breedte, waar het schip
zich op een bepaalden dag en op een bepaald
De geschiedenis
ven John Tranum.
Do man, die zich 5300 M. heeft laten vallen
zijn parachute te openen
John Trail um ia een bekend, pui a
ehuleapringer. In liet vojgenaa
geven wij de indrukken weer, cue
hij tydena een paiachute-aprong
van groote hoogte opdeed.
Toen wy met het vliegtuig op ongeveer
7.000 Meter hoogte iwaien gekomen, begon
nen Wij daar rond te cirkelen, om een gat
in de wolkefl te vinden, waardoor wy ,ae
aarde zouden kunnen zien.
Op dat Hjogenblik begreep ik, dat ïktnu
de reaervoira met zuurstof had te gek ruften
en kroop langzaam op da eene vleugel van
bet vliegtuig verder. Voor tien minuten had
ik voldoende zuurstof te mijner beschik
king, lang talmen was dus uitgesloten. De
liestuurder vtui liet vliegtuig wees mij een
opening in de wolken en ik begreep, dat rk
thans den sprong moest wagen. Van dpn
vleugel van het. vliegtuig afspringende/ kan
ik getuigen, dat de gebruikelijke meeRiflg
onjuist is, als zou men dan oiunrddejhjk
het bewustzijn verliezen. Zelfs op dat oogen
blik had ik mijii volle verstand behouden.
De nog steeds met geopende parachute
hield ik stevig vast en op de chronometer,
die ik bij het doen van mijn sprong hkd
afgedrukt, nam ik nauwkeurig den tyd op
Bemerkende, dat ik reeds ongeveer een
hoogte van 1.600 Meter moest hebben ge
vallen, draaide ik mij in de luchtlaag ean^
beetje terzijde, om mijn val iete te vertra
gen. De chronometer, Uie mijn linkerpols
was bevestigd, hield ik nauwkeurig in hat
oog, en de eenige last, die ik bemerkte,
was een ongewone pijn aan de oogen, ai
had ik een volledig afgesloten bril opgelet.
Al vallende kon ik duidelijk gevoelen, dat
de temperatuur steeg, niet te verwonderen,
want ik was op 7000 Meter hoogte uit het
vliegtuig gesprongen en bevond mij nu
reeds halfweg de aarde.
De snelheid van mijn val verminderde,
aanvankelijk bedroeg de«e ongeveer 920
K.M. per uur, misschien zelfs nog iets imn-
'ar.
Na ongeveer 5.250 Meter gevallen te zijn,
besloot ik, dat ik nu dadelijk de parachute
openen, iwilde ik heelhuids aanko-
Zoo gezegd, zoo gedaan. Het, gevolg
was een ontzettende schok. Het was of al
mijn lichaamsdeelen uiteen werden go-
echeurd, veroorzaakt' natuurlijk door de
groote vermindering, zoo plotseling, van daf
snelheid van mijn val. Misschien duurde
de heele vreeselijke schok niet langer dan
een halve, of hoogstens driekwart seconde.
Later heb ik van dien schok geen enkel#
last meer gevoeld, behalve een ietwat atijv#
linkersohouder, die de schok moet hebben
opgevangen, omdat daar de parachute was
bevestigd.
Mijn verdere val was nu heel langzaam
en regelmatig. Volgens mijn chronometer
ik misschien nog een paar honderd
diepflr kunnen vallen, aleer mijn
parachute te openen, maar ik had, het ze-
here voor het onzekere gekozen en was in
de allereerste plaats op^ mijn lijfsbehoud
bedacht.
Ten leste daalde ik langzaam, met geen
grootere snelheid dart hoogstens 2fl K-M
per uur, midden op een, door hooge hoo
rnen omringde weide.
Mijn tocht was ten einde, ik had de vei
lige Moeder Aarde weer bereikt!
(Nadruk verboden).
Het vliegen by nevel
Het moeilykst is het vliegen by dichte
ntvellagen, die over de zee hangen. Dan rest
den vlieger niets anders dan zoogenaamd
iblind te vliegen. Daarbij kan hem slechts
een bepaald instrument van dienst zijn, een
soort horizont, die iedere afwijking van het
vliegtuig, naar links, naar rechts, naar bo
ven, naar beneden registreert.
En verder moet de vlieger trachten in
radio-verbinding te komen met schepen, die
den vlieger hun lengte en breedte mededee
len.
Driemaal sneller dan een auto.
Hoe snel een vliegtuig zich kaA verplaat
sen, komt duidelyk voor den dag, indien
men de snelheid van een auto en die van
een vliegtuig vergelijkt. Bij den rit van 2000
K.M. door Duitschland heeft de overwinnaar
gereden met een gemiddelde snelheid van
88 K.M. pér uur, daar hij voor het geheele
traject iets minder dan 25 uur noodig had
gehad. Maar daarvoor was dan ook noodig,
dat de straatwegen door duizenden militai
ren waren afgezet, wat natuurlijk een uit-
i»n tonnl^v sQé tomordaq»
een lange vegiï^SETvan
vroeg Q) in den morgen tot
'a avonds Lat 0 achter
•t stuur (Q en misschien
ook nog een paar biertjes
DAM DREIGT DE5LAAP A
en die heeFt al menig,
on q e l u k °P
geweten l
lijn