H If mm m m b a <m> 3S008SB0 Een Regentendag-boek uit de 18e eeuw. Veilige en Economische le»S!de.nW00rdig arCWef 'ibrye Damrubriek. lil m m i i M 'W - Zegt het met Cijfetsl Wat de Oceaanvluchten ons leeren. fm IHwJ Cftfo <3*6 /safe ösb fffil <&t> fm <fpf> ff# ff»Ö mtt Men heeft nu nog een scherpe scheiding i tusschen mannen en vruwen en men grie- I 2elt nog van het minste. Men mag nog niet in badcostuum rondwandelen enz., het be- kende gestumper. Wij zagen echter al dat du moderne badplaats-mode van buiten-af er doorgedrongen is en dus gaat het gelei- •delijk Wel verder. De Monstersche zedepree- k". rs zullen er wat aan moeten wennen. Onze 1 hoop is in deze altyd op het komend ge slacht, dat met een schouderophalen deze oude heertjes en juffertjes wel negeeren zal. lü moeten daar in Ter Heide nog vee! leeren. Zoo heeft men er de domheid om voor het parkeeren van een auto een kwar- j tjt te vragen. Dat is afzetterij en dom om- dat men daarom het bezoek aan deze bad- J pa.ats afstoot. Laat men toch voor dat be- j waken werkloozen aanwyzen, die men over- j al in grooten getalen heeft. Op den duur za' J het aüto-verkeer zóó toenemen dat men die belasting moet opheffen. Slim is wie het aanstonds doet en daardoor een attractie maakt voor de auto-ryders. Natuurlyk is er nog tfselyke controle in 1 dat had-inrichtinkje. Toen wy er onlangs waren zat in het „directie"_bureau de bur gemeester in hoogst eigen persoon. Hy rookte een groote sigaar en keek met scher pe oogen naar de baders... By de voortdurende uitbreiding van alle btmgelegenheden zal ook Ter Heide een toe komst hebben. Zoodra het ontworsteld is aan het vermolmde gemeentebestuur zal ge leidelijk wel het moderne confort daar aan gebracht worden. Het moet maar goed zyn bost doen, om zich voor te bereiden op annexatie by den Haag. Op den duur is dat toch onvermydelyk, gelijk Kijkduin dat ge- ieerd heeft. Daar is in een paar jaar tijd een groote vlucht genomen, als men maar injjiet, dat men den wassenden stroom niet kan weerstaan. HAGENAAR. O* axpansiazucht van Japan. U overbevolking de oorzaak van de ellende belegging van Uw Kas- en Spaargelden. Door een toevallige omstandigheid waren wij dezer dagen in de gelegenheid een on derhoud te hebben met een vooraanstaand persoon uit Japansche regeeringskrmgen, wélk# zoo juist een studiereis in Europa achter den rug had. Hy verklaarde ons, dat de tegenwoordige crisis in Japan toe te Schrijven was aan overbevolking, er aan voegende, dat de eenige uitweg was de yerot oring van nieuwe gebieden. Zyn rede voering kwam hierop neer: overbevolking veroorzaakt de crisis, de crisis verwekt het verlangen naar uitbreiding van grondgebied, d* expansie-zucht leidt naar den oorlog. Dichte bevolking in Japan. Hot is zeker, dat de dichtheid van de be volking in Japan grooter ia dan in tal van andere landen. Maar het lydt ook geen twüfel, dat zy kleiner is dan die van enkele ^apoere. Het is niet te weerspreken, dat de boeren in Japan honger lyden. Het zou ech ter verkeerd zyn, te meenen, dat dit te wy'ten zou zyn aan de dichtheid der bevol king, aangezien het gemakkelyk is om aan te toonen, dat dit van andere landen, met reen groote re bevolkingsdichtheid dan die van Japan, niet het geval is, althans niet in die mate en ook zou aangetoond kunnen worden, dat het levenspeil der arbeiders in die landen belangryk uitgaat boven dat der Japansche arbeiders. Zoo is b.v. de dicht heid der bevolking van Japan 437 inwoners pei 1000 M2., die van Engeland 490, van België 088 en van Holland 607. Het is e'ven. wel bekend, dat het levenspeil van de boeren dezer landen veel beter is dan dat van hen n Japan. Men zou de tegenwerping kunnen maken, dat België, zoowel als Engeland voornamelijk industrielanden zyn en dat het grootste deel van haar bevolking leeft van de Industrie en niet van den landbouw, ter wyl in Japan 58% van de bevolking werk zaam is in den landbouw, de visschery en het boschwezen. Maar deze verklaring gaat niet op, wanneer men den toestand in Hol land onderzoekt, waar het percentage van de in den landbouw werkende arbeider^ grooter ia dan in Japan. Wat toch is het geval De Hollandsche boeren hebben een levens standaard, welke hooger is dan die der Ja pansche. En zelfs dit levenspeil is hooger "dan dat van de Poolsche boeren, waar het eyfer der bevolkingsdichtheid slechts 214 inwoners per 1000 M2. bereikt. Deze feiten nu toonen duidelyk aan, dat de dichtheid van de bevolking in dit geval niets te maken heeft met de armoede in Japan. Stryd tusschen boeren en grond bezitters. De diplomaat, wiens woorden het uit gangspunt waren voor deze uiteenzetting, verklaarde verder: Ndattnate het aantal arme boeren toe neemt, stijgt hun schuldenlast, nog ver ergerd door de zonder ophouden stijgende btüfsfingèn. De Minister van Landbouw levert hiervan i:i eetfnapport de volgende cijfers: Schulden Landeigendom (in Yen) (in ton) Grondeigenaren 2949 49.7 Pachters - 1441 15.6 Pachters en boeren 1039 6.5 BofNn'- 523 10.7 Deze'cijfers toonen aan, dat terwijl de schuld der grondeigenaren slechts 60 Yen per ton (oppervlaktemaat) is, die van de boeren en pachters 178 Yen per ton be draagt. Hier zien wy dus duidelyk de oorzaak van do vreeaelyke ellende der boeren. Het ligt voor de hand dat de fabel van de overbevol king van. Japan «lechts een voorwendsel is om de ellende en militaire avonturen goed te praten. „3 January 1774 Gaff den Bailliu mv „kennis dat ik President Scheepen was „geworden „4 January ingehaalt als Praesident „Scheepen, beedigt en geinstalleert (in Junctie gesteld/ als Schepenmeester „aangestelt „Mr H v Eyck Hz versoekt Syn di- „missie (ontslag) als Luytenant |van de „schutterij] „24 January geschouwen 't Doode Lyk „van eene (een zekeren) Booy gevonden I „in de Spieringstraat, Bailliu, Hoeve, „V Eyck, Secretaris Boers ,»S avonts in den Doele getracteert als „Kerkmeester j »lö february is haar Kon Hoogh be vallen van een Prins Snagts te 11 uuren Nu deze gelukkigè gebeurtenis zich tel kens herhaalde, werd over een „pillegift" niet meer gesproken. „22 february Magistraat „eene (een zekere) Yserdraat beklaagd „zig dat üs Blaauw weygert de geboo- „den te laten gaan van Syn Soon, „gerenvoyeert (weggezonden) om Syn t»Klagte in geschrifte te stellen Zooals reeds vroeger in deze rubriek is vermeld, werd er by het sluiten van een huwelyk en de daaraan voorafgaande plech tigheden streng onderscheid gemaakt tus schen de aanhangers van de Gereformeerde (de tegenwoordige Nederlandsch Hervorm de) en de Waalsche Kerk eenerzyds en die van de overige gezindten anderzijds. De eersten trouwden in de kerk ten overstaan van den predikant, de anderen op het stad huis ten overstaan van de overheid. Om te weten, of er bezwaren waren tegen een huwelyk, liet de betrokken predikant of de overheid drie maal „de geboden gaan". By de gereformeerden en de Walen werd hier toe in den regel op drie Zondagen vooraf gaande aan de huwelijkssluiting vanaf den kansel het voorgenomen huwelyk bekend gemaakt; bij de andere gezindten „gingen de geboden driemaal van de puye van het Stadhuis". De zoon nu van Yserdraat, die tot dé heerschende kerk behoorde, had zich tot Ds. Blaauw gewend met het versoek om in ondertrouw te mogen worden opgenomen. Aan Ds. Blaauw waren blijkbaar ernstige bezwaren tegen het huwelyk van Jan Yser- drkat ter oore gekomen em/Wel van dieii aard, dat hy weigerde de geboden te laten gaan". Vader Yöefaraat was het echter met de opvatting van Ds. Blaauw niet eens en ging het hoogerop zoeken. De Ma gistraat weigerde echter op de mondelinge klacht van Yserdraat Sr. in te gaan en zond hem weg „om Syn Klagte in geschrifte te stellen". „7 Maart Bailliu kennis geving dat „uyt de Stad gaat tot 10e dezer Van der Hoeve was „President Scheepen" en nam dientengevolge by afwezigheid van den baljuw diens functie waar. Vandaar dat hy die „kennis geving" in zyn dagboek ver meldt. „22 Maart request J Ysendraat geeft „te kenne dat Ds Blaauw de geboden „stuyt (gesteld in handen van Ds Blaauw „om te berigten) De jonge Yserdraat had er eerst nog eens een maandje over nagedacht, of hij tegen Ds. Blaauw,in hooger beroep zou gaan of niet. Ten slotte was hy dan toch maar tot het eerste besloten In zyn rekest deelde hy mede, dat Ds. Blaauw „den 12 february deeses Jaars zyn geboden geweygert had en geseyt, als dat er twee vrouws persoonen by hem geweest waren, die haar klagte gedaan hadden". Die klacht hield in, dat Jan Yserdraat in zeer nauwe betrekking tot een andere vrouw had gestaan. Yserdraat zei naar aanleiding daarvan, dat hy niet wist „dat daarom de heer Blaauw tot zulks recht had buyten aan- seggen van Haar Edele Groot Agtbaaren Heeren". Hij verzocht dan ook de geboden te laten voortgaan onder opmerking, dat „zyn Aanklagers Actie al rees vervallen was". Yserdraat bedoelde daarmee, dat die vorige juffrouw tegenover hem geen rech ten meer kon doen gelden. Het rekest was slim in elkaar gezet; Yserdraat wilde de verontwaardiging van de Magistraat tegen Ds. Blaauw opwekken door mede te deelen, dat deze laatste zich had ingelaten met iets, waarover alleen aan het- stadsbestuur de beslissing was voorbe- De Magistraat stelde het rekest in han den van Ds. Blaauw om daarop inlichtingen te verstrekken. Zeven dagen later was het uitvoerige „berigt" van Ds. Blaauw binnen. Uit dat „berigt" bleek, dat Willem Yser draat, de vader van Jan, reeds den 22sten Maart 1774 het rekest by dominee Blaauw aan huis had gebracht. Het was voorzien van een aanteekening van den secretaris Boers, luidende, dat de Magistraat op 23 Maart 1774 had besloten Ds. Blaauw om inlichtingen te verzoeken-. Een by zonder nette manier om een predi kant om inlichtingen te verzoeken was dit niet. Bljjkbftar was het aldus gegaan: Wil lem Yserdraat was by den secretaris Boers met het rekest van zyn zoon gekomen. De secretaris had het rekest gelezen en er namens dé Magistraat een onderschrift on der gezet, zonder evenwel dat college daar in te kennen. Aangezien het den volgenden dag magistraatszitting was, had hQ dat onderschrift maar vast van den datum van dien dag voorzien. Hy, Boers, zou dan wel zorgen, dat het officiëele besluit dien vol genden dag zou worden genomen. Tot top punt van gemoedelijkheid had Boers het rekest zelfs niet eens in ontvangst genomen, het door vader Yserdraat by GEMEENTE Spaarbank Giro-, - 3 2.52 GOUWE 2 - GOUDA. Ds. Blaauw laten bezorgen, alwaar het op „dingsdag den 22 Maart deeses Jaars tus schen een en half twee Uuren na den mid dag" aan den dominee ter hand werd ge steld. Ds. Blaauw, die evenals z(jn collega's, van de overheid afhankelijk was en niet al te veel durfde zeggen, vond dit toch wel wat derselver rechtveerdig en goedertieren be stuur een stil leven mogen leyden, vol van eerbaerheid en waare Godzaligheid. Hy be- vestige U Edele Groot Achtbare en der selver nakomelingen op de Stoelen der eere op welke zich U Ed: Groot Achtbare door zijne goede hand geplaatst zien, en vervulle U Edele Groot Achtbare met allen, die den- te kras. Vandaar dan ook, dat hy aan h «elven dierbaer zyn, met zijnen ryken zegen. zyn eigenlijke „berigt" de navolgende in. leiding liet voorafgaan: „Zonder, Wel Ed: Gr: Achtbare Heeren, eenige aanmerkinge te maken op den weg langs welke my dit request ter hand ge komen is, nochte op de» geringen feil (fout) die in den datum is ingeslopen, Heb ik de Eer en neem de Vryheid (ten bewyse myner bereidveerdigheid, om UEd Groot Achtbare, die ik naast God als myne hooge4 et wettige Overigheid van ganscher herten eerbidige rekenschap te geven van myne Openbare handelinge Zo in de Zaak van den Suppliant (verzoeker) voornoemt als in alle andere) UEd Gr Achtbare op derselver Tiooge ordres Zo spoedig my mogelyk was het volgende berigt over te geven". Daarna volgde dan het eigenlijke „berigt". „Daaruit bleek, „dat op den 11 february deezes Jaars, zich des avonds tusschen 7 en 8 Uuren ten huysen van Ds Blaauw had den vervoegd twee vrouws persoonen, met name Neeltje de Wilde wonende alhier in de doelésteeg, en Annigje Koolmees, hier woonagtig in de Vrouwesteeg, welke beide tesamen en elk vaor haar hooft, genoemden Ds Blaauw hadde kennisse gegeven, dat den volgenden dag zekere Jan Yzerdraat J. M. en een Caatje van der Spelt J, D. zich by hem zouden aangeven om in ondertrouw te worden opgenomen". De dairies de Wilde en Koolmees hadden in verband daarmee „in het zekere kunnen berigten", dat Jan Yser draat in zeer nauwe betrekking had gestaan tot „zekere vrouwspersoon met name Jo hanna Groenevelt ook Jdr". Neeltje en An nigje wisten dat absoluut zeker, want Neeltje was een volle nicht van Johanna Groeneveld en Annigje „stond over Johanna Moey (was een tante van Johanna)". Inderdaad waren den volgenden dag voor Ds. Blaauw „verschenen Jan Yserdraat en Caatje van der Spelt, geadsisteert (bijge staan) elk van derselver Vader Willem Yserdraat en Corpelis van der Spelt: ver- soekende de Jongelieden in ondertrouw te mogen opgenomen worden, en in dit ver soek ondersteunt wordende door derselver respective vaders". Ds. Blaauw had, naar hy mededeelde, daarop „ingevolge de pla- caaten van den lande en de particuliere in structie (het bijzondere voorschrift) van Haar Edele Groot Achtbare ten behoeve van de Heeren Commissarissen tot de Hu- welyksche Zaken, uitgegeven den 30 Juny 1668 by (door)'t Collegie van de Magi straat, beide deèze personen te samen en elk voor hun hpofd, onder anderen afge vraagd, off beyde vrye personen waeren en met niemand anders iets uytstaande had den". Hy had daarop van beiden tot ant woord bekomen, „dat sy vry waren en met niemand iets uitstaenden haddén". Vervol gens had hij „beide vooral den Jongman vermaant zich wel te bedenken dewijl (om dat) hy anders was onderricht". Jan Yser draat was toen nog niet door de mand ge vallen. Pas toen Ds. Blaauw met het ver haal van Johanna Groeneveld voor den dag kwam, „had Jan Yserdraat terstond be leden, dat de gegëeven berichten echt wa ren". Ook Willem Yserdraat gaf de juist heid daarvan toe, „zonder dat hy iets tot Zynes Zoons verdeediging inbracht, maar alleen zich beklaagde dat men hem langs dezen weg wilde noodsaaken om te accor- deeren (toe te stemmen) in het huwelyk van Zynen Zoon met Johanna Groenevelt, waarin hy echter nimmer bewilligen zoude". Caatje van der Spelt en haar vader Cor- I nelis van der Spelt „hadden op dit alles een diep Stilswygen bewaard". Ds. Blaauw had daarop „beide den vader en den zoon ern stig bestraft over zulx eene schandelyke en hemeltergende levenswyze" en hun mede gedeeld, dat „zolang hem niet bleek, dat Jan Yserdraat zich van het eerste vrouws persoon ontslagen en haar te vreeden ge steld had of dat Haar Edele Groote Acht bare hem uitdrukkelyk zouden gelasten Jan Yserdraat en Caatje van der Spelt in onder trouw op te nemen, hy voor zich zelve swa- righeid maakte de aanteekening der huwe- lyks geboden te doen en Zy dus bij hem niet konden te recht raken". Ds. Blaauw hield vervolgens in zyn „be rigt" een beschouwing over de onbetame lijkheid van de handelingen van Jan Yser draat. Om evenwel den schijnt te vermijden, dat hij „despotice (willekeurig) en naar eigen goed dunken in het stuk der huwlyks zaaken zou handelen" gaf hy „deeze gan- sche Zaak over in handen van Haar Edele Groot Achtbare om daar in Zo te handelen als Haar Edele Groot Achtbare naar der zei ver hooge wysheid zouden bevinden te hehoorpn" Het „berigt" eindigde aldus: „Alleen bidde ik dien God door wien de Koningen regeeren en de Richters der aerde gerechtigheid stellen, dat Hy UEd. Gr. Achtbare als handhavers van de beide tafe len van de Goddelijke wet, meer en meer, bekwaam make, om zoveel mogelyk, alle ergernissen onder ons te weeren, naar de hooge macht hun van God geschonken, tot grootmakinge van zynen Allerheiligsten naam, bevordering van veler tijdelijk en eeuwig geluk en kwjjtinge van het gewisse. De algenoegsame make U Edele Groot Achtbare loffelijke regeeringe meer en meer in zyne Gunst voorspoedig, op dat wy onder I Ik ben intusschen met de diepste gevoelens van eerbied. Wel Edele Groot Achtbare Heeren, Myne Heer pp, U Edele Groot Acht baren Ootmoedigste en gehoorzaamste Die naar (was geteekend) Pieter Blaauw". In het rekestboek volgen rekesten en by- behoorende berichten steeds onmiddellijk achter elkaar. In den regel komt dan ach ter een bericht weer de beslissing van de Magistraat. By dit rekest en bericht staat echter niets vermeld. Ook in het dagboek is geen verdere aanteekening omtrent Jan Yserdraat en Caatje van der Spelt te vin den. Wy zouden bijgevolg omtrent den ver deren afloop van deze historie in het on zekere zyn gebleven, indien in het Kamer boek niet de volgende aanteekening voor kwam: „Saturdag den 2e April 1774 Collegie van de Magistraat Gedelibreert (beraadslaagd) wesende op de Requeste van Jan Ysendraad, als meede op het Schriftelyk berigt van ds Pieter Blaauw, predikant alhier, en in agting ge nomen Synde de quade conduites (in aan merking nemende het slechte gedrag) van gemelde Jan Yserdra'ad, is goedgevonden en verstaan denselve Ysendraad voor den tyd van veertien agter een volgende dagen te doen Setten te water en te brood in een van de Castimenthuisjes (arrestantenlokalen) deser Stede" Voor Jan Yserdraat had het rekest geen succes opgeleverd; in plaats van in den „hou- welycken Staet", was hy in een „Castiment- huisje" terecht gekomen. „6 September Magistraat „Burgemeesteren vraage wat dag de „Nieuwe Reympsalmen geintroduceert „(ingevoerd) zullen worden, vastgesteld „9 October 1774 Ook hieruit blykt weer welke nauwe ban den er bestonden tusschen overheid en ge reformeerde kerk; de Magistraat moest be slissen, wanneer de nieuwe psalmen voor het eerst zouden worden gezongen. Van deze- beslissing deden de burgemeesters dan weer mededeeling aan den kerkeraad. In Engeland bestaat een dergelijke toe stand als hierboven is omschreven nog. Daar kreeg het Lagerhuis voori eenige jaren nog over de vraag te beslissen, of een nieuw „common prayef book (gebedenboek) worderi ingevoerd. „22 December Is Justus van der Hoe- „ve gepromoveert van de Schoole en tot „belooning een vergulde penning ont- „fangen Justus van der Hoeve, geboren 17 Fe bruari 1760, was het derde kind van den dagboekschrijver. By zyn „promotie van de Schoole", ol zooals wy nu zouden zeggen, by zyn eindexamen gymnasium, was hij dus nog geen vijftien jaar oud. Dit feit wyst echter niet op vroegtijdige buitengewone ge leerdheid, aangezien de Latynsche school, of zooals deze reeds in dien tyd in de offi ciëele stukken werd genoemd, het gymna sium, uit slechts vier klassen bestond. Wel moet Justus een knappe jongen "zijn ge weest. Dat is uit het navolgende af te lei den: De „leges" (wetten reglementen)" van het gymnasium bepaalden, dat bij de officiëele promoties niet meer dafc twee leerlingen een openbare rede mochten hou den. Dat wilde evenwel niet zeggen, dat er by elke promotie redevoeringen door leer lingen werden uitgesproken. Dit geschiedde slechts, wanneer zeer begaafde leerlingen hun eindexamen deden. En alleen die leerlingen, die een rede hielden, kregen de vergulde penning. Op die penning werd de roemrijke gebeurtenis door de woorden „oratione ha- bita (na gehouden rede)" herdacht. Justus van der Hoeve behoorde dus on getwijfeld tot de twee knapste jongens van zyn klas en het was met gerechtvaardigden vaderlijken trots, dat Willem van der Hoeve deze aanteekening in zyn dagboek stelde. Justus ging, nadat hij het gymnasium had verlaten, rechten studeeren. Hij werd doctor -in de beide rechten en woonde in 1781 in 's Hertogenbosch. Deze laatste feiten blij ken uit een acte, die in dat jaar te Gouda voor notaris Pieter Daesdonck werd ge- De vergulde promotiepenningen bestonden reeds lang voor 1774 en hebben de Fran- sche revolutie overleefd. In het notulenboek van „Heeren Scholar- chen (curatoren)" vindt men reeds in 1714 de navolgende aanteekening: „Vergadering gehouden by de Heeren Schol ar chen den 13 Aug 1714 present alle de Heeren Is naar voorgaande deliberatie (beraad slagingen) goetgevonden en verstaan dat geen vergulde penninge die gegeven worden aan de Studenten uyt deeze Schoole gepro moveert (bevorderd) werdende tot de acca- demische Studie, sullen werden gemaakt, als piet Consent (toestemming) van de Heeren Schol archen, En dat die penningen niet hooger sullen j ge Stuyvers onbegrepen, en sal de indertyt (die er op dat tijdstip ia) J*" ren Scholarchen tijdelijk (tijdig) vJr tweeden keer in den winter, vlak voor W mis. De mogelijkheid bestond dus groote plechtigheid omgeven- ten tM °*t het dagboek hadden zü Plaats XtlZ van de „Fransche- of Gasthu.vs kerk» w In het Goudsche Museum bevinden aU een tweetal van die penningen, respttli^. luk bp de winterpromotie van 1787 - d, zomerpromotie van 1807 uitgereikt aan J Elias Backer en Gerhardns CaSi! Drooglever Fortuin. De penningen zjjn „j groot. Aan den eene kant staat het G<J sche wapen aan den anderen een ilucri^ üe°aldus" TCr 'Uidt 'leZe „Ingenuo Optimaeque spei adoleaceas Gerhard! Catharine Droog,ever tï Scholast,co stadie decurso et oratione blic habita A Willet V D M M W van den Kerckhoven van Groenendvck J. U. D. J van Steel Senior J van den Burch J. U. D. Scholae Goudanae curatores Hoe numisma Rectore Joanne van Laar Examine aestiva MDCCC VII" of in de Hollandsche vertaling: „De curatoren van het Goudsche gynuu- sium, A Willet V D M (verbi divim minis- ter dienaar des goddelijken woords), M W van den Kerckhoven van Groenendyek 1 U. D. (Juris utriusque doctor doctor ii de beide rechten, J van Steel Senior en I van den Burch J. II. D. schenken onder het rectoraat van Johannes van Laar bij de zomerpromotie van het jaar 1807 deze pen ning aan den schranderen jongeling, o wiens toekomst groote hoop is gevestigd, Gerhardus Cathariiius Drooglever Fortuin nadat deze de school heeft doorloopen en een openbare rede heeft gehouden". Hoofdpersonen bij de promotie waren, behalve de leerlingen, die in het Latijn uit gesproken, redevoeringen hielden, de cura toren. Het was steeds vaste regel, dat drie van de vier curatoren tot de regeering be- hoorden en dat de vierde een gereformeerd (d.w.z. Nederlandsch Hervormd) pftdikant was. Drie van de vier curatoren, die bjj de promotie van Gerhard Drooglever tegen woordig waren, hadden een academische graad; de vierde Jacobus van Steel' was „stads-chirurgyn". Ten aanzien van dezen laatsten kon nog een merkwaardige by zonderheid worden medegedeeld. Een van zyn dochters trouwde met een baron von Morgen en deze von Morgen was een overgrootvader van burge meester Gaarlandt. Onze burgemeester is dus niet alleen door zyn positie als over heidspersoon, maar ook door de banden des bloeds met Gouda verbonden. (Wordt vervolgd.) Nadruk verboden. Dr. Mr. J. SMIT, Gedurende de maand September zal dit artikel niet worden vervolgd. Onder redactie van de Damclub „Gouda" Secretaris de la Retflaan 14, lokaal dar club, Markt 49. Probleem No. 903. ym i^g 'Mm m Wk\ Zwart schyven op 4, 7, 9, 11, 14, 21,27, 31, dam op 2. Wit schyven op: 15, 18, 20, 22. 23, 32, 33, 38, 40, 48. Probleem No. 904. Zwart schyven op: 9, 18, 10, 23, 29. dam op 32. Wit schyven op: 27, 38, 40, 42/44, 47, 48- 28:89, Oplossing van Probleem No. 399^ Wit speelt: 4944, 3934, 38:29, 21—17, 32—28, 26:17, 39—34, 37—32, 42 2. Oplossing van Probleem No. 900. Wit speelt: 28-22 (zw. 9-18), 32-#< mogen Loopen als op vflftlen guldens, eeni- 40 9, 22 24. Sterke stijging van het aantal motorische voertuigen in ons land. Toename met bijna 60 pCt. in 4 jaren! riifern en statistieken zyn nooit erg po- „uWr geweest. De gemiddelde menech gunt Jen heeren statistici gaarne „l'art de grou- np, les "chiffres". Toch gelooven wij, aldus schrqft ons de 4 N W B -Toeristenbond voor Nederland, r,'„verzicht van de toename van het aantal motorische voertuigen (motorrgwie- leu auto's, enz.) in ons land door menigeen wil' zal worden gelezen, omdat nu eenmaal bet snelverkeer in het brandpunt der pu blieke belangstelling is gekomen. Daarom „even wii hier enkele grepen uit de zeer on- faags verschenen „Statistiek der Motorrij tuigen", een uitgave van het Centraal Bu reau voor de Statistiek. De meest belang wekkende gegevens hebben wg „smakelijk" trachten voor te stellen in bijgaande aan schouwelijke overzichten. Vóór <fcn oorlog. Wanneer wy bedenken, d»t er in 1909 nog slechts een goede 4.500 motorrijtuigen jn ons land geteld werden, welk aantal steeg tol bijna 13.000 in. 1915, terwijl het thans de 200.000 begint te naderen, dan hebben »ii eigenlijk de grondoorzaak gevonden voor het verkeersprobleem. Want tot 1927* werd er practisch niets aan de wegen ge daan. In 1928 begon de wegenverbetering pas goed, en toen was het aantal motorrij tuigen reeds bijna vertienvoudigd in ver gelijking met 1916! Het spreekt wel van zelf, dat er op ons wegennet voor een der gelijke toename geen plaats was. Nadien trachtte men verbetering in de wanverhou ding tusschen weg-kwahteiten en aantal auto's te brengen door de wegen te verbe teren, maar aangezien er aan de stijging nog voerloopig geen einde komt, spreekt het vanzelf, dat eerst over geruimen tyd van een redelijke verhouding tusschen de beide genoemde factoren gesproken zal kunnen worden. Wanneer cijfers een taal vermogen t, spreken, dan zeggen zy wel in de eerste plaats: „schiet op, schiet op met den aanleg van wegen en met den bruggenbouw"! De toename in 4 jaar tyd. En thans verzoeken wy onzen lezers, oni do nu volgende getallen eens even te willen bekijken. De stijging van het aantal yiotor- rijtuigen is wel zéér opvallend. Aantallen personenauto's (telkens op 1 Aug.) 1928 1929 1930 1931 1932 Van 1928 tot 1932 is dug het aantal per sonenauto's in ons land toegenomen met byna 30.000 stuks, of, anders uitgedrukt: met bijna 60 procent! Aantallen motorrijwielen (telkens op 1 Aug.) 27.786 1929 30.226^ 1930 31.314 1931 33.378 1932 37.694 I„ vier jaar tijd kwamen er dus rond 10.000 motorfietsen hg: een stiigin* van rond 35 procent Aantallen vrachtauto'B (telken op 1 Aug.) 1928 - 1929 36.040 1930 4'-22: 1931 46.012 1932 48-494 Bijna 20.000 vrachtauto'B kwamen er van 1928 tot 1932 dua bij: een stijging van meer dan 70 procent. Aantallen autobussen (telkens op 1 Aug.) 1928 3.159 1929 3-367 1930 3-636 f 1931 3-625 1932 3.783 Hier is de toename het kleinst, wat na tuurlijk samenhangt met het feit, dat de ontwikkeling van het autobusverkeer ge- -«~i wordt door de wettelijke bepalingen, toename met slechts ruim 600 bussen 20 procent, is èn relatief èn absoluut ig t« noemen in vergelijking met de andere cijfers. De totale aantallen motorrijtuigen 1928 111.600 1929 128.884 1930 143.922 1931 158.384 1932 171.248 Hier zien we dus een toename van rond 60.000 motorvoertuigen, dat is met onge veer 56 procent. Aantal inwoners per motorrijtuig. We kunnen hieruit gemakkelyk nagaan, hoeveel inwoners er in ons land per motor rijtuig aanwezig zyn. Daarbij moet echter rekening gehouden worden met het bevol- kingsaccres. Wanneer wij deze berekening ma^en, blijkt, dat er (telkens op 1 Augus tus) aanwezig waren: lp .1928 één motorrijtuig per 69 inw. 1929 60, 1930 64 1981 60 1932 47 Men ziet hieruit wel heel duidelyk, dat de auto (hier als verzamelnaam gebezigd) nog steeds belangryk veld wint, crisis en ma laise ten spijt. Redelijkerwijze mag ver wacht worden, dat er een geweldige stij ging zal komen, zoodra de conjunctuur om slaat. De auto is vóór alles: het transport middel van de toekomst! 51.922 60.262 67.845 75.369 81.277 «1.S77 (b75 45 30707 19SO 1994 (995 <930 >959 Elk» it*U voor! 5.000 auto's. (01 S6.7I4 >7(594 27735 SO.779 rftf) I9SOI9S4 1988 I9J0195Ï Balbo's vlucht kostte 7 millioen. Post gebruikte duizenden liters benzine, door MARINUS HEYL. De laatste sensatie op het gebied van het vliegwezen vormen de vluchten over den Oceaan en over groote afstanden, die met succes zijn bekroond. Het groote publiek kon ongeveer tegelijkertijd drie vluchten volgen, die toch in wezen volkomen ver schillend waren. Het echtpaar Jpes en Amy Mollison vloog als tweetal, Willej Post als eenling en de Italianen onder gene raal Balbo als eskader. Het echtpkar Mol lison beproefde van het Oosten naar het Westen den Atlantischen Oceaan over te steken, de vlucht ging van Engeland over Nieuw-Schotland naar New-York, maar ein digde, wegens volkomen uitputting van het echtpaar, ongeveer 600 K.M. voor het eind doel New-York was bereikt, door een noodlanding, waarbij het vliegtuig werd vernield. Het eskader van Balbo. (Doel van de vlucht van het Italiaansche eskader, onder leiding van Generaal Balbo was te' trachten een luchtweg te vinden waarlangs in de toekomst het. vervoer van de post en van vrachtgoed mogelyk zou kunnen zyn. Natuurlijk speelde de propa ganda ook een groote rol, ten bate van de in de Vereënigde Staten zoo talrijk levende Italianen. En uit den aard der zaak lag er nog een organisatorische en militaire be doeling aan de.vlucht ten grondslag. Het pleit'in hooge mate voor het kunnen van de Italianen, dat zij er in geslaagd zyn met een eskader van 24 groote vliegtuigen, met meer dan 100 man bemanning aan boord, een tocht te volbrengen, die vele tienduizen den kilometers lang was, zonder dat er, be trekkelijk gesproken, ernstige ongevallen hebben plaats gevonden. 7 millioen gulden onkosten. Italië heeft zich voor het welslagen van ae vlucht van het eskader van generaal Balbo groote financieele offers getroost. Ieder der 24 vliegbooten was uitgerust met 2 motoren van 700 P.K., zoodat de vlieg- boot bij aankoop een waarde vertegenwoor digde van ongeveer 55.000 dollar. De oji- spronkelyke 25 vliegbooten hebben dua aan Italië gekost een som van bijna 4 millioen dollar. De vlucht van Reykjavik naar La brador, over een afstand van rond 3.000 K.M., heeft bij een gemiddelde snelheid van 225 K.M. ongeveer 13 uur geduurd. Op dit traject is verbruikt een hoeveelheid van 4000 K.G. brandstof; het eskader in zyn geheel genomen heeft dus noodig gehad rond 100.000 K.G. brandstof. De onkosten alleen voor deze brandstof, die men in 10 spoor wegwagons had kunnen laden, gedroeg e som van 24.000 gulden. Een breed opge zette organisatie "was ontworpen om deze vlucht mogelyk te maken Door het slechte weer konden sommige schepen met brand stof niet ee"n bepaalde haven binnenvallen, zoodat men de tocht «e hit te steUen. Ook was overal langs Jen weg, die het es kader zou volgen, gezorgd ™oreenvol- doende hoeveelheid onderdeden, md.en de vliegbnöten averij mochten bekomen. Het valt dus niet te Verwonderen, dat de gezamenlijke onkosten een bedrag van millioen gulden hebben verslonden. t De vlucht van Post. De vlieger Willey Post had zich ten doel gesteld den Oceaan van het Westen naar het Oosten over te vliegen. Hy heeft voor zyn wereldvlucht noodig gehad 7 dagen, 18 uur en 49.5 minuut. Afgelegd is door hem een afstand van 26.100 K.M. Daardoor is Post erin geslaagd het vroegere wereldrecord van Gatty te verbeteren met 21 uur en 1.5 minuut. Vloog Gatty mét een gemiddelde.snelheid van 233 K.M. per uur, Post bracht; het slechts tot 194 K.M. per uur. Maar Post verkortte zyn (oponthoud zooveel mogelyk, in totaal had hy daarvoor niet meer noodig dan 63 uur rust, zoodat hy er op die manier in slaagde het record vaft Gatty op zyn naam te bren- gen. 30 H.L. benzine voor het traject New-Vork—Berlijn. Voor lange afstanden dient men bijzon dere eisehen te steUen aan de automatische stabiliteit en een gemakkelijke manier van starten van het .vliegtuig. Beide voorwaar den zijn volkomen begrijpelijk, indien men in aanmerking neemt hoe zwaar 't vliegtuig I bg het begin van iedere etappe met brand stof is beladen. Zoo had Post voor het tra ject van New-York naar Berlijn, dat onge veer 6342 K.M. lang is, noodig een tgd van rond 25 uur. Per uur gebruikte zgn motor 90 K.G. brandstof, zoodat hij mede moest nemen minstens 2250 K.G. brandstof, waar voor noodig was een tankruimte van dan 3000 Liter. Daardoor is het ook te begrgpen, dat de vliegers Èody en Johansen, die men leege tanks op den Oceaan bg New- Foundland moesten dalen, 127 uur drijven de konden blijven, aleer zg gered werden. Want de ledige tanks, ten deele in den romp hï Vliegtuig, ten deele in de draag vlakken ondergebracht, werkten op het wa ter in volkomen ledigen toestand natuurlgk als zwemblazen voor het vliegtuig. Het gevaar voor bevriezing. Post bad oen mot gekozen van 550 PX tegen bü vroegere vluchten een motor van rpv waarddor hij de hoogte, waarop hTwut'vhegen, beteer kon uitkiezen en aar zich luchtlagen bevinden, die minder gevaar voor bevriezing bieden. De bevriezing is een der grootste geva- rem Jant niet alleen bevriezen dd inatru- J^ten en worden deze dus onbruikbaar, laar ten overvloede ondergaat het profiel var. het vliegtuig een verandering, slaat de schroef niet regelmatig met gs aan, ver meerden ten overvloede het gewicht van het vliegtuig in bedenkelijke mate. Geen won der, dat deze ijsvorming het naar bened. storten van het vliegtuig ten gevolge kan gebreid® organisatie eisehte on groote on kosten verslond. Maar Wiley Post vloog in ongeveer 25 uur, zonder al die afzettingen en onkosten, een afstand van 6342 K.M., derhalve met een snelheid, die de snelheid van een auto drievoudig overtreft. Overal vliegvelden. Met dat al is de organisatie op den grond voor het vliegwezen van buitengemeen be lang. Zonder vliegvelden, zonder tankstations, zonder werkplaatsen en zonder radio-sta tions kan zelfs de beste vlieger niet vliegen. Het vraagstuk van de vliegvelden is der halve zeer recent. Dwars door Siberië be-, vinden zich réeds overal vliegvelden. Daar door is het ook mogelyk geweest den ver ongelukten vlieger Mattern te vinden. Een Russische vlieger vond hem in een onher bergzaam oord en bracht hem naar Alaska- Vliegvelden zyn er nu reeds in Perzië, in Achter-Indië, evenals midden in de Sahara. Maar steeds zal toch de vlieger voor lange afstand-vLucliten eigen persoon op het spel hebben te zetten, wil hy iets bereiken. (Nadruk verboden.) Elk* 2.000 motorrijwielen LANDBOUW. Stand der Landbouwgewassen. Op 16 Augustus. Het onderstaand overzicht betreffende den stand der landbouwgewassen op 16 Augus- tuB is, onder medewerking der Ryksland- bouwconsulenten, samengesteld naaé ge gevens, verstrekt door de correspondenten der directie van den Landbouw, en, wat de weersgesteldheid betreft, door het Konink lijk Nederlandsch Meteorologisch Instituut. De weersgesteldheid. Gemiddeld over de geheele maand Jul» waren de overdagtemperatuur, het gemiddel de dagelyksche maximum en het gemiddelde minimum respectievelijk 1.4 gr. C., 1.5 gr. C. en 1.0 gr. C boven normaal. De hoogste temperatuur gedurende Juli werd waargenomen te Maastricht, namelijk 36.1 gr. C., op den 27e de laagste, 6.6 gr. C., tej^amsveld op den eerste. Te Winterswijk w£rd de hoogste temperatuur geconstateerd, die sedert 1894 aldaar werd waargenomen. Van 110 Aug. was de temperatuur 2 gr. C. boven normaal en daarna weinig van de normale verschillende. Het aantal dagen met een maximum temperatuur boven 25 gr C. bedroeg in Juli gemiddeld 9, tegen 6 normaal. In Juli bedroeg de hoeveelheid neerslag gemiddeld over het geheele land 69 m.lft., tegen 71 normaal. In enkele deelen van het land was de neerslag belangrijk beneden normaalin Limburg ongeveer 50 pet., m Noord-Holland ongeveer 40 pet. en in Zuid- Holland ongeveer 30 pet. In Friealand, Zee land en bet midden van bet land was de neerslag 10 tot 15 pet. beneden, in de overi ge deelen gelijk aan of «enigszins boven of beneden het gemiddelde. Van 1-7 Augustus vie) nog eenige neerslag, zij net in mindere mate dan ih Juli- Van 7 12 Aug. was het weer droog; tot 16 Augustus vielen kléine regenbuien van 36 m.M. in het midden en van 16—20 m.M. in het Noorden. Het aantal uren zonneschijn bedroeg in Juli gemiddeld 221, tegen 206 normaal, en van 116 Augustus te De Bilt 107, tegen 90 normaal. De stand der gewassi De berichten omtrent den stand der bouwgewassen luiden over het alge gunstig. Het vrij droge weer heeft vooral in de ontwikkeling der granen verbetering gebracht. De oogst van tarwe is goed. Het gewas heeft over het algemeen weinig hinder van legeren ondervonden, terwijl over het op treden van voetziekte minder klachten wer den vernomen dan in het vorige jaar. Ook in de veenkoloniën heeft hJt gewas zich goed ontwikkeld. Men verwacht aldaar een hoogere opbrengst dan in 1982. Behoudens een enkele. uitzondering is ook de roggeoogst goed. In sommige deelen des lands hebben de zware regen in de maand Mei legering veroorzaakt, waardoor te dier plaatse de verwachtingen ten aanzien vnn de korrelopbrengst minder boeg gesteM worden. Hetzelfde geldt in het algemeen voor de haver, welke van alle granen het meest gelegerd is. Minder goed zgn de bermhtentent aan kortheid van ^et stroo. In noordelijk Gro- de Znid-Hollandsche eilanden Jordt het aantal peulen goed genoemd, vn Zeeland echter schijnt de oogst .tegen te V"veWboonen tijn goed vrÜ fed' stamboonen vertoonen een goeden stand. Hetzelfde kon gezegd worden van he.t vlas, hetwelk echter eveneens kort van stengel Blauwmaanzaad, koolzaad en mosterd zaad geven eveneens een goed beschot. De opbrengst van het karwijzaad is over het algemeen genomen meegevallen, m Zee land was de oogst matig, tengevolge van den dunnen stand en het optreden van de Het spinaziezabd belooft goed tot vrij goed en het suikerbietenzaad goed tot zeer g°De stand van de fabrieksaardappelen en ponsumDtie-aardappelen is goed. Door het vochtig warme weer in bet eind van Juli vond in de veenkoloniën en elders een vroeg tijdige afsterving van het loof plaats, bet geen hoofdzakelijk moet worden toegeschre ven aan het optreden van Phytopthora. De latere soorten hadden Jiertan minder te lij den. Waarschijnlijk heeft de mindere aan wending van kali en fosforznnrmeststoffen eveneens een vroege afsterving ten gevolge gehad. De oogst belooft in de veenkoloniën, vooral van de latere soorten, goed te wor- den. De stand der consumptie-aardappelen in Friesland is goed tot zeer goed, in Zuid- Holland, Zeeland en westelijk Noord-Bra bant over het algemeen goed. De suikerbieten zullen, voor zoover het zich laat aanzien, een zeer goed gewas leve ren. Evenwel is de invloed van de weers gesteldheid gedurende de komende weken te groot om d« opbrengst zonder meer naar den tegenwoordigen stand van het gewas te kunnen beoordeelen. Als minder gunstig moet worden be schouwd de omstandigheid, dat gedurende de laatste dagen berichten binnenkomen over het voorkomen van de vergelingaziek- te De stand der voederbieten is eveneens goed, terwijl die van uien ver beneden het gemiddelde is. Hoe bepaalt men de koers op zee? Om de hoogte te berekenen heeft de vlie ger twee hoogtemeters, een met g»oote ver deelstrepen voor groote hoogten, een met een kleine verdeeling voor het vliegen vlak b°Voo- de richting gebruikt de vlieger na tuurlijk een kompas. Verder heeft hij een instrument, dat iedere afwijking van de ge nomen koers onmiddellijk registreert,zoo dat hij door een verandering van de stuur inrichting weer in goede banen kan brengen. Bij lange vluchten over den Oceaan vlieg men niet in een rechte lgn, doch met een boog, die vooruit nauwkeurig berekend is. Daarvoor is noodig, dat de vlieger voorzien is van een zéér precies loopend uurwerk, om kleine koerswijzigingen op vooruit krach tons bepaalde tabellen berekende afwijkin gen van de oorspronkelijke koers op bet juiste oogenblik te kunnen uitvoeren. Daar bij dient de vlieger ook eigen snelheid te kennen, die hij van zijn snelheidsmeter kan aflezen. Deze snelheid corrigeert hij weer volgens bep»alde tabellen, die een weerkun dig tostituut hem verschaft. Ten overvloede dient de vlieger dan nog rekening te bon den met het afdrijven van het vliegtuig door zijwinden en moet hij met een sextant eigen plaats boven de zee kunnen bepalen, wan neer hem ieder uitzicht mocht ontbreken. Als hulpmiddel kan hij zijn koers bepalen door per radio de naam te vragen van een passeerend zeeschip, want de groote oceaan- stoomers varen met een dergelijke regelma tigheid, dat hij daardoor reeds zeer nauw keurig de lengte en breedte, waar het schip zich op een bepaalden dag en op een bepaald De geschiedenis ven John Tranum. Do man, die zich 5300 M. heeft laten vallen zijn parachute te openen John Trail um ia een bekend, pui a ehuleapringer. In liet vojgenaa geven wij de indrukken weer, cue hij tydena een paiachute-aprong van groote hoogte opdeed. Toen wy met het vliegtuig op ongeveer 7.000 Meter hoogte iwaien gekomen, begon nen Wij daar rond te cirkelen, om een gat in de wolkefl te vinden, waardoor wy ,ae aarde zouden kunnen zien. Op dat Hjogenblik begreep ik, dat ïktnu de reaervoira met zuurstof had te gek ruften en kroop langzaam op da eene vleugel van bet vliegtuig verder. Voor tien minuten had ik voldoende zuurstof te mijner beschik king, lang talmen was dus uitgesloten. De liestuurder vtui liet vliegtuig wees mij een opening in de wolken en ik begreep, dat rk thans den sprong moest wagen. Van dpn vleugel van het. vliegtuig afspringende/ kan ik getuigen, dat de gebruikelijke meeRiflg onjuist is, als zou men dan oiunrddejhjk het bewustzijn verliezen. Zelfs op dat oogen blik had ik mijii volle verstand behouden. De nog steeds met geopende parachute hield ik stevig vast en op de chronometer, die ik bij het doen van mijn sprong hkd afgedrukt, nam ik nauwkeurig den tyd op Bemerkende, dat ik reeds ongeveer een hoogte van 1.600 Meter moest hebben ge vallen, draaide ik mij in de luchtlaag ean^ beetje terzijde, om mijn val iete te vertra gen. De chronometer, Uie mijn linkerpols was bevestigd, hield ik nauwkeurig in hat oog, en de eenige last, die ik bemerkte, was een ongewone pijn aan de oogen, ai had ik een volledig afgesloten bril opgelet. Al vallende kon ik duidelijk gevoelen, dat de temperatuur steeg, niet te verwonderen, want ik was op 7000 Meter hoogte uit het vliegtuig gesprongen en bevond mij nu reeds halfweg de aarde. De snelheid van mijn val verminderde, aanvankelijk bedroeg de«e ongeveer 920 K.M. per uur, misschien zelfs nog iets imn- 'ar. Na ongeveer 5.250 Meter gevallen te zijn, besloot ik, dat ik nu dadelijk de parachute openen, iwilde ik heelhuids aanko- Zoo gezegd, zoo gedaan. Het, gevolg was een ontzettende schok. Het was of al mijn lichaamsdeelen uiteen werden go- echeurd, veroorzaakt' natuurlijk door de groote vermindering, zoo plotseling, van daf snelheid van mijn val. Misschien duurde de heele vreeselijke schok niet langer dan een halve, of hoogstens driekwart seconde. Later heb ik van dien schok geen enkel# last meer gevoeld, behalve een ietwat atijv# linkersohouder, die de schok moet hebben opgevangen, omdat daar de parachute was bevestigd. Mijn verdere val was nu heel langzaam en regelmatig. Volgens mijn chronometer ik misschien nog een paar honderd diepflr kunnen vallen, aleer mijn parachute te openen, maar ik had, het ze- here voor het onzekere gekozen en was in de allereerste plaats op^ mijn lijfsbehoud bedacht. Ten leste daalde ik langzaam, met geen grootere snelheid dart hoogstens 2fl K-M per uur, midden op een, door hooge hoo rnen omringde weide. Mijn tocht was ten einde, ik had de vei lige Moeder Aarde weer bereikt! (Nadruk verboden). Het vliegen by nevel Het moeilykst is het vliegen by dichte ntvellagen, die over de zee hangen. Dan rest den vlieger niets anders dan zoogenaamd iblind te vliegen. Daarbij kan hem slechts een bepaald instrument van dienst zijn, een soort horizont, die iedere afwijking van het vliegtuig, naar links, naar rechts, naar bo ven, naar beneden registreert. En verder moet de vlieger trachten in radio-verbinding te komen met schepen, die den vlieger hun lengte en breedte mededee len. Driemaal sneller dan een auto. Hoe snel een vliegtuig zich kaA verplaat sen, komt duidelyk voor den dag, indien men de snelheid van een auto en die van een vliegtuig vergelijkt. Bij den rit van 2000 K.M. door Duitschland heeft de overwinnaar gereden met een gemiddelde snelheid van 88 K.M. pér uur, daar hij voor het geheele traject iets minder dan 25 uur noodig had gehad. Maar daarvoor was dan ook noodig, dat de straatwegen door duizenden militai ren waren afgezet, wat natuurlijk een uit- i»n tonnl^v sQé tomordaq» een lange vegiï^SETvan vroeg Q) in den morgen tot 'a avonds Lat 0 achter •t stuur (Q en misschien ook nog een paar biertjes DAM DREIGT DE5LAAP A en die heeFt al menig, on q e l u k °P geweten l lijn

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1933 | | pagina 2