ememing
--4-
Vijf en dertig jaren regeering van
Koningin Wilhelmina
e en
issen
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
Na. 18380
Dinsdag 5 September 1833
72» Jaargang
3ruk
JD
BODEGRAVEN
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
Ditblad verschijnt dagelijks behalve op Zon enFeestdagen
;ids
i Kracht
Leven van plichtsbetrachting en opoffering
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
i stadgenoot
UUlVtirilUUXl Vil 1 J L» aUAWKXAJl IIVUL/U, Uv/JL/IUVHVZ* V &XLN, UU0HW1 UV»J Mluivrill, linriij IlkUVll X, ITAKZ
plassen be
its
Gastvrijheid voor den ex-keizer.
Koningin
van
Een aangrijpend oogenblik.
De sombere 19e eeuw.
November 1918.
Veranderde mentaliteit.
Sannogen in da ge-
beoordeeld wordt:
t beste Nederlandse!)
lofl»" m oeralartHMl
e prijzen zijn
„Je Maintendrai!”
huizen
r.UllMM,
H ■■rH.rUni
Uitgevers
GOUDA.
gebruik, omdat
:haam vanuit de
het de aan-
>ed drukwerk
noet worden
iERIJ
iN ZOON.
SOUDA.
Op den 6den September 1933 is het vyf-
en-dertig jaren geleden, dat in de Nieuwe
kerk te Amsterdam de laatste Oranjetelg
bezit nam van Neêrlands troon.
De Nederlandsche onzijdigheid was on
veranderd gehandhaafd, maar breede lagen
van het Nederlandsche volk hadden het ge
baar van de Koningin begrepen .en... ge
waardeerd.
Moeilijke taak voor Haar op
volgster.
groot, telt
KATIES en
ITJES van
et eene de
r E R, het
TE LAND
imgewerkt,
lan vroeger
6 September 1898 legde H. M. den
eed af.
it dag wordt
Symbool van eenheid!
Sanatogen te ge-
is gering als gij
ie betere gezond-
svoel, waarvan gij
genieten. Ga nog
theker of Drogist.
>gen vanaf Fl.l.-
één derde van een eeuw bewezen heeft, ge
toetst aan de onwrikbare lessen d<r erva
ring, een juist beleid te zijn geweest. Is dit
niet de hoogste roem?
Wanneer straks in het Amsterdamsche
Stadion de officieele huldiging van Hare
Majesteit de Koningin zal plaats vinden,
moet bij de herdenking van het 35-jarig re
geringsjubileum wel in de allereerste plaats
opvallen onder hoe uiterst zorgelijke om-
s'andigheden deze herder king geschiedt.
Moge tien jaren geleden, in 1923, ook niet
alles in Nederland rooskleurig zijn geweest,
vergeleken met den dag van heden, stond
Nederland er ontegenzeggelijk vesi beter
voor dan nu mag worden getuigd. Onver
mengde vreugde zal de herdenking dus met
lianen verschaffen. Niemand, die her waagt
uit te verwachten.
En het ligt allen nog versch in het ge
heugen hoe de Koningin 18 jaren later een
andér heerscher eveneens gastvrijheid op
Nederlandschen bodem verleende. Met den
vroegeren Duitschen Keizer en Koning van
Pruisen, Wilhelm II, vond ook de Duitsche
Kroonprins een onderkomen in Nederland,
al was toen de eensgezindheid over deze
daad bij het Nederlandsche volk uiteraard
niet zoo groot als in den jare 1900 bij de
komst van „Oom Paul” hier te lande.
Heeft dus de Koningin bij die gelegenhe
den getoond op het gebied van de buiten-
landsqhe politiek leiding te kunnen geven,
ook bij de binnenlandsche politieke verwik
kelingen heeft Zij steeds bewezen wijs
staatsbeleid te bezitten, zoo de ure daartoe
drong.
De ouderen onder ohs zullen zich de beide
spoorwegstakingen valt* het jaar 1903 nog
kunnen herinneren en dat toen het gezag
zich had weten te handhaven.
Somber was de toestand in de negentien
de eeuw voor het al-oude Oranje-huis ge
weest. Achtereenvolgens werd Koningin
Sophie in 1877, Prins Hendrik in 1878,' de
Prins van Oranje in 1879, Prins Frederik
Is die beweging van nu 30 jaren geleden
ai geschiedenis, de greep naar de macht van
het jaar 1918, door Mr. P. J. Troelstra on
dernomen, ligt velen nog versch in het ge
heugen. Breede lagen van het Nederlandsche
volk hebben zich in die angstige November
dagen van het jaar 1918 rondom den Troon
geschaard en het tegendeel van Mr. Troel-
stra’s bedoeling gebeurde: het Huis van
Oranje en de vertegenwoordigsters daarvan
zijn de voorwerpen geweest van een hulde-
betooging, die zonder den greep naar de
macht nooit op die openlijke wijze tot on
miskenbare uiting zou zijn gekomen.
Juist nu in deze dagen de langdurige crisis
ons volk teistert, is het goed eens even te
herinneren aan oogenblikken uit ’s Lands
Historie, waarbij gebleken is hoe ons volk,
sedert b.v. het jaar 1672, niet in wezen is
veranderd en in de ure des gevaars het ver
bond tusschen Nederland en Oranje immer
pleegt te hernieuwen.
Wanneer te eeniger tijd onvermijdelijk
het oogenblik zal zijn gekomen, dat Ko
ningin Juliana de taak van Koningin Wil-
lelmina zal hebben overgenomen, is het in
het huidig tijdsbestel wel niet anders mo-
geiyk, dan dat de taak van de mtuwe Ko
ningin nog heel wat moeilijker zal blijken
te zijn dan in 1898 bij de eedsaflegging door
oe achttienjarige Vorstin het geval was. En
aan Koningin Juliana zal men dun zonder
het te willen, maar ook zonder het te kunnen
ontwijken, den maatstaf van Haar Moeder
aanleggen.
Maar, dat het Nederlandsche Volk die
maatstaf en heusch geen andere zal
aanleggen, pleit voor de wijsheid van het
huidige regeeringsbeleid, dat in meer dan
Maar zoo de vreugde niet onvermengd
moge zijn, wel kan dit het geval zijn met
de dankbaarheid van gansch het Nederland
sche volk ten aanzien van Haar, die langer
d&n een derde gedeelte van pen eeuw de
eenheid van het Rijk heeft weten te symbo-
liseeren, die dit ten overvloede op zoo voor
treffelijke wijze heeft gedaan.
Wij, Nederlanders zijn een nuchter volk.
Wij loopen niet gauw warm. Wjj kijken bö
voorkeur zelfs alle katten uit alle boomen
Maar Gode zij dank! aan warme waar-
deering voor waarachtige groote daden ont
breekt het ons vooralsnog geenszins.
Ons land „op te stuwen in de vaart der
volkeren” gelijk een groot Nederlander
eens heeft geschreven is steeds einddoel
van het Koninklijk streven geweest. En al
moge men over bet tempo dier stuwing wel
eens verschillend hebben geoordeeld, niet te
loochenen is, dat het kleine Nederland in
1899 en in 1907 tijdens de vedesconferenties,
later door de vestiging van het Hof van Ar
bitrage, vervolgens door het Permaftente
Hof van Internationale Justitie, nog zeer
onlangs, in den zomer van 1929 en in den
winter van 1930, door de belangrijke in
ternationale conferentie dier dagen, middel
punt is geweest van gansch de huidige be
schaafde wereld.
Het is uiteraard zeer moeilijk precies na
te gaan welk het persoonlijk aandeel is ge
weest, dat de Landsvrouwe heeft gehad bij
de keuze van ’s-Gravenhage als zetel dier
instellingen en dier conferenties. Maar hij
schat niet veel mis, die het waagt te onder
stellen, dat hier een onmiskenbaar persoon
lijk element aanwezig was, dat eerst voor
den lateren geschiedschrijver zal zijn weg
gelegd geheel tot zijn recht te laten komen.
Genève moge, vooral door Fransche in
vloeden, zetel zijn geworden van den Vol
kenbond, wijl men’ te Parijs voor en boven
alles een Fransch sprekende stad als zetel
voor die nieuwe na den oorlog geschapen
instelling begeerde en men ons land er lan
ger, tijd van heeft verdacht al te zeer naar
Berlijn georiënteerd te zijn, het is de vraag,
of de rustige rust van ’s^Gravenhage niet
zoude zijn verstoord door het onderling ge
krakeel en het onvermijdelijke en nimmer
eindigende gekuip, dat nu aan Genève reeds
jarenlang de rust van eertijds van de
schoone stad aan het Lac Léman heeft ont
nomen.
Dank zy haar „staag, moeilijk beleid”
gelijk Professor J. d’Aulnis de Bourouill
heeft getuigd is het der Koningin gelukt
de onzijdigheid van Nederland in de bange
jaren 1914 tot 1918 te bewaren.
Nu vijf-en-dertig lange jaren vrede oBs
land en ons volk beschoren zijn geweest,
past het aan datzelfde land en. datzelfde
volk in ontzaglijke dankbaarheid op te blik-
,ken naar de Draagster van de Nederland
sche Kroon, die zoo groote winste voor Ne-
dreland en het Nederlandsche Volk heeft
weten te bereiken.
By de vele heilwenschen, die in deze da
gen Hare Majesteit ongetwijfeld zullen toe
vloeien, pryzen wy ons gelukkig ook de
onze te mogen voegen aan Haar, die zoo
gelukkig de wapenspreuk van Haar Door
luchtig Huis getrouw is gebleven:
ADVBBTENTUSmJsf Hit Gouda ra omatrokra (btóoorrad. tot du braorgkring)
16 regels 1.89, elke regel meear /IL25. Van buiten Gouda en den oexorgkrlngi
l—o regels 1.55, elke regel meer BJML Advertentiin in het XaUrdagnummex kg
'jjjskag op den prijs. Liefdadigheida-advortenUfai de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEK: 1—4 regels 2^5, elke regel meer 9.50. Op
ae voorpagina 59 Vb hoogex.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingun bjj contract tot zeer gereduceerde^
pifls. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van aoliede Boek
handelaren, Advevtentiebureux en onze agenten en moeten daags vóór de plaafing
aan het Bureau zjjn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zjjn.
Helaas, het valt niet te ontkennen, dat de
verhouding tusschen de Koningin der Neder
landen en het Nederlandsche volk een wijzi
ging van beteekenis heeft ondergaan. Het
al-oude aartsvaderlijke karakter, de basis
van de verhouding tusschen Vorstin en Volk
in de dagen van het Regentschap van Ko
ningin Emma, is volkomen teloor gegaan.
Hoe kon dit ook anders? De wereld is, se
dert op den Isten Augustus 1914 de oorlog
uitbarstte en sedert in November 1918 een
nieuwe vreemde wereld op oude grondvesten
diende opgebouwd, zoo algeheel veranderd,
dat ook de verhouding tusschen het Hoofd
van Staat en het Volk daarvan onvermijde
lijk de gevolgen moest ondervinden. Waar
voor wy vóór Augustus 1914 belangstelling
hadden, schijnt ons in den huidigen tyd zóó
ontzettend onbelangrijk, dat wy onszelf die
vooraf gelegen dagen niet meer vermogen
in te denken. De menschelyke mentaliteit
is op een dusdanige wijze hervormd, dat
thans in een luttele vijftien jaren een ver
andering is teweeg gebracht, die vroeger
twee, drie geslachten noodig had, aleer haar
bestel te krijgen. Ontegenzeggelyk is ook in
het denken van breede lagen van het Ne
derlandsche volk tegenover de Koningin een
wijziging gekomen. Geen, die dit beter zal
hebben beseft dan het Hoofd van den Staat.
Maar gebleven is toch wel iets: het saam-
hoorigheidsgevoel, dat zich niet kan. en niet
wil verloochenen. Juist de vreemdelingen
die langeren tijd in ons land hebben ver
toefd, zyn vry'wel eensluidend het er over
eens, dat een vrouw, die een groote mate
Wie het aangrijpend oogenblik van den
(Men September 1898 heeft medegemaakt,
toen de achttienjarige Koningsvrouwe, te
midden eener wemeling van uniformen en
toiletten, met opgeheven vingeren de
plechtige woorden sprak: „Zoo waarlijk
helpe my God Almachtig!”, voelt nog van
ontroering zich den adem in de keel stok
ken en begrijpt volkomen, dat by die eeds-
aflegging den toenmaligen Voorzitter van
de Vereenigde Vergadering van de beide
Kamers der Staten-Generaal, den heer
Van Naamen van Eemnes, de tranen over
de wangen vloeiden. Want in dat ge
denkwaardig oogenblik hadden Oranje en
Nederland het oude en hechte verbond van
zoovele eeuwen weer hernieuwd.
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad
per kwartaal ƒ2.99, per week 22 cent, overal wa»r de bezorging per looper geschiedt,
«franco per post per kwartaal ƒ8.15, met Zondagsblad 8.80.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
bij onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 96 uur. Administratie en Redactie Telef.
(nterc. 2745. Postrekening 48400.
lioenen) weet, dat
misschien wel gesproken wordt door het
Hoofd van den Nederlandschen Staat.
Immer één met haar volk.
De persoon
Wilhelmina,
GO IM1IE COURANT.
Altyd by Haar Volk.
Men hoort in eigen kring wel eens het
verwijt uiten, dat de Koningin niet meer bij
iedere gelegenheid, waar zulks maar eenigs-
zins pas zou geven, verschijnt, waardoor
haar populariteit in Nederland zou moeten
stijgen. Het verwijt schijnt reeds daarom
alleen zoo onbillijk, omdat de Eerste Vrouw
van Nederland zoo met werk van allerlei
aard overstelpt is, dat zy geen tyd en ge
legenheid zou kunnen vinden al die kleinere
en grootere plaatsen in Nederland te bezoe
ken. Maar het verwijt is er ten slotte ook
zoo algeheel naast, omdat in de nu beëindig
de periode van 35 jaar wel is bewezen, dat
er geen ramp in Nederland van eenigen om
vang kan gebeuren, of de Koningin staat
klaar het gebied van die ramp te bezoeken.
Maar op die oogenblikken, dat Haar tegen
woordigheid werkelijk vereischt wordt,
heeft nog geen instelling van werkelijk al
gemeen Nederlandsch belang tevergeefs
eer. beroep op haar aanwezigheid, bij inwij
ding of huldiging gedaan.
Wttt weinigen toentertijd wisten, heeft nu
wijlen Minister en Professor Treub in ajjn
werk: „Oorlogstijd'’ onthuld, dat in de oor
logsjaren de instelling van het Koninklijk
Nationaal Steuncomité geheel en alleen aan
het initiatief van de Koningin te danken is.
Zonder van eenig gevolg vergezeld te zyn,
verscheen de Koningin ter oprichtingsver
gadering van het Comité, waar zy de vol
gende verklaring af legde:
„De berichten, die tot my komen omtrent
de stoornis of den stilstand in de bedrijven,
ontstaan tengevolge van den oorlog en het
ten onzent bestaande oorlogsgevaar, doch
bovenal de kommer en de zorg, die my alle-
wege tegemoet treden, waar ik my beweeg
te midden van myn volk, vervullen my met
groote deernis voor de velen, die in zoo be
narde omstandigheden verkeeren. Het is
daarom, dat ik een beroep doe op al mijn
landgenooten, die tot helpen in staat zijn,
teneinde met my eendrachtig de handen in
een te .slaan en plannen te beramen en uit
te voeren, opdat aan den nood, voor zoover
dit in ons vermogen ligt, het hoofd worde
geboden.”
Hier sprak in deze voor Nederland zoo
bange ure, toen nog niemand wist, of Ne
derland al dan niet nog in den wereldoorlog
zou worden meegesleurd, de waarachtige
Landsmoeder, die het hoofd koel wist te
houden op een oogenblik, dat velen zich
door hun zenuwen lieten meesleepen en die
boven en voor alles begreep, wat nu haar
plicht gebood haar te doen.
Zooals de Koningin handelde in de dagen
van ook voor Nederland zeer naby oorlogs
gevaar, was in wezen niets anders dan de
consequente en letterlyke uitvoering var. de
v'oorden, gesproken by de aanvaarding van
Haar leventaak op den 6den September 1898
in de Nieuwe Kerk te Amsterdam: „Oranje
kan nooit neen nooit genoeg voor
Nederland doen!” In die 35 jaren van de re
geering, die nu achter Koningin Wilhelmina
en Haar Volk liggen, is wel alleszins af
doende bewezen, dat Zy getrouw is geweest
aan het zichzelf gestelde levensdoel: te re-
geeren, zooals van een Vorstin uit het Huis
van Oranje mag worden verwacht!
vleugeld woord in die dagen luidde. Onte
genzeggelyk heeft de Oranjeboom in Neêr-
land’s bodem dieper wortel geschoten. Be
halve van alleruiterst linksche zijde, hoort
men niets meer van een principieelen stryd
tegen de dynastie der Oranje’s.
faul Kruger in Nederland.
Het is Haar zin voor dat Nederlandsche
taaleigen geweest, die er ontegenzeggelyk
veel toe heeft bijgedragen, dat de Koningin,
amper twee jaren met de regeeringszorgen
belast, er toe heeft geleid een daad te ver
richten, die i*n het jaar 1900 weerklank heeft
gevonden by gansch het Nederlandsche volk.
Toen de inval van Jameson, geruggesteund
door den Zuid-Afrikaanschen Napoleon,
Cecil Rhodes, ten leste voerde tot den stryd
tusschen de beide Zuid-Afrikaansche Boe
renrepublieken tegen het machtige Britsche
Rijk, weqschte schier ieder Nederlander, dat
onze regeering door een daad de zyde zou
kiezen van de bedreigde stamverwante re
publieken. Wys regeeringsbeleid was het
toen onder iedere voorwaarde de Neder
landsche onzijdigheid te bewaren. Maar de
daad bleef toch niet uit en was in wezen
een echt Koninklijke daad: Aan boord van
H. M.’s „Gelderland” reisde Paul Kruger
van Zuid-Afrika naar Europa. Aan het ein
de van het jaar 1900 te 's-Gravenhage aan
gekomen, werd het grijze staatshoofd reeds
den volgenden dag door de Koningin ont
vangen. J
Het is bovenal de persoon van de huidige
Vorstin, die er het hare toe heeft bijgedra
gen, dat men tot de Draagster van de 'Kroon
met eerbied ópkijkt. Meer misschien dan de
eigen volksgenooten, weten de vreemdelin
gen mfet geestdrift te spreken over den con-
stitutioneelen zin, over het betoonde regee-
lingsbeleid, over het uitermate scherpzinnig
oordeel, de onmiskenbare gratie en nog tal
van andere eigenschappen, die de Koningin
sieren. Maar wat juist de Nederlanders weer
heter beseffen dan de vreemdelingen kunnen
doen, is vlekkeloosheid van het leven, de
gelouterde opvatting van de vorstelijke roe
ping en de onbuigzaamheid van eigen vasten
wil, die de Koningin zoo ten volle bezit.
Niet. voor niets heeft de Koningin zich
haar grooten voorvader Willem den Zwijger
tot voorbeeld gesteld. Diens vrijheidszin,
diens afkeer van dwang, komen bij de
Landsvrouwe van heden immer tot uiting,
wanneer het oogenblik daarvoor gekomen is.
En wat voor de thans 53-jarige vorstin ty-
peerend mag heeten, is haar groote liefde
voor de eigen taal. Wie ooit de Koningin
heeft hooren spreken (en dat zijn er na de
redevoeringen voor de radio gelukkig mil-
f
van zelfstandigheid bezit, geplaatst is aan
den top van het Nederlandsche staatsge- I
bouw. En wie b.v. met vele buitenlandsche
journalisten is omgegaan, hoort ieder
oogenblik weer bewondering uiten over het
geen onze Vorstin heeft weten te bereiken
door eigen krachtige persoonlijkheid in do
weegschaal te werpen.
m 1881, Prins Alexander in 1884 en tenslotte
Koning Willem III in 1890, in den vorste-
lyken grafkelder te Delft bijgezet. Laatste
loot van het Huis van Oranje-Nassau was
*n 1890 de toen pas negenjarige Prinses en
de toekomst scheen, èn voor Nederland, èn
voor Oranje, hoogst onzeker.
Nu reeds vyf-en-dertig lange jaren de
Koningin met vaste hand het Nederland
sche Schip «van Staat bestuurt en op die
wyze de schoonste tradities van Haar ge
slacht voortzet, nu door een Prinses van
24 jaar de instandhouding van het ge
slacht verzekerd schijnt, valt het metter
daad moeilijk te beseffen hoe groot de on
rust was, rond veertig jaren geleden, toen
de band tusschen Nederland en Oranje
dreigde te breken, slechts een jong Prin
sesje leefde, dat oude glorie aan een on
zekere toekomst moest binden.
In scherpe tegenstelling met de jaren
tusschen 1877 en 1890, toen de Delftsche
Grafkelder zich zes malen opende, is gansch
de vorstelijke familie, gedurende de 35-ja-
rige regeering van Koningin Wilhelmina ge
spaard gebleven.
Sterker is wellicht nog het verschijnsel,
dat in "Nederland de dynastie hechter met
land en volk verbonden is, sedert in het jaar
1918 de kronen van de Europeesche vorsten-
-a over de straten rolden, gelijk een ge-