erneming ekbank Deze Courant komt in vele duizenden gezinnen Gegarandeerde oplage 6500 ex ering te GOUDA NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN 72"Jaargang Zaterdag 20 Januari 1834 18505 o. BODEGRAVEN, Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen MET EEN ya ONS KAN U HET AL PROBEEREN. EERSTE BLAD. 3i 1.760 854 05 i »fle: ravenhage: Biingritpin 1OO 1UU.- - - BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE, I fQIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. i RFRGAMBACHT, BERKENWOUDE, bodegraven, boskoop, nieuwERKERK, OUDERKERK, 01 P. G. SCHARLEMAN Jr., L. Tiendeweg 75, Telef. 3202. BINNENLAND. het Wegenfonds 1 rijzen zijn i. HOORWEG. Baars e van Zuid-Holland. I tERIJ IN ZOON. JOUDA. ach en niet Fascist Het Wegenfonds zij onaantastbaar I Zelfs in dezen crisistijd mag niet met ruwe hand verstoord worden, wat in een reeks van jaren organisch gegroeid is. Juist nu beteekent min der wegenverbetering minder arbeid en in de toekomst minder welvaart. zijn van een alle i te namidd. om 3 uur. I 0.— ïvendien was de rs van motor- eds in 1921 werd -„o een jnotortran- sportbedryf in economiseren zilj uiteraard bijdragen leidde reeds tot vele tegenwerpin gen en lange debatten. Ten aanzien van de hoofdzaak: veiligstelling van het „wegen- geld” meende men, dat gevaar ten eenen- male uitgesloten was. De Regeering had de plannen overgenomen, was veilig! Het cadeaustelsel. Bezwaren tegen het rapport van den Nijverhcidsraad. Het Nationaal Comité tot beteugeling van het Cadeaustelsel, waarbij thans lbo instellingen en organisaties op nandeis- en mjverneidsgebied zijn aangesloten, publiceert deeer dagen zijn bezwaren tegen oovengenoemd rapport in een uit voerige brochure. De bezwaren en bedenkingen van dit Comité zijn in het kor^e volgende; de Nijverheidsraad stelt door zijn ad vies aan den minister voor om vooralsnog geen ingrijpende maatregelen ten op zichte van net cadeaustelsel te treilen, ondanks zijn erkenning, dat aan dit verkoopsysteem iouten kleven, de groeps belangen gaan boven het algemeen be- iang van handel en nijverheid, welke te van dit Het wegennet omstreeks 1920. Het spreekt vanzelf, dat onze wegen in de verste verte niet in staat waren, om deze auto-invasi€ zelfs maar in het eerste begin te verwerken. Ons wegennet, ontwor pen en onderhouden volgens negentiende- eeuwsche grondslagen, was absoluut onvol doende zelfs om het verkeer uit die dagen eenigermate soepel en veilig te verwerken. Al spoedig klonken dan ook stemmen uit de kringen der belanghebbenden, die voor een nieuwe wegenpolitiek pleitten. Het toen malige beheer geschiedde door veelal te week 17 cent, met Zondagsblad le bezorging per looper geschiedt. We schrijven 1920. Nauwelijks is het krijgsrumoer in Europa verstomd, nog slechts enkele maanden is het geleden, dat verdragen een einde maakten aan een pe riode van ellende en tevens het toen nog niet vermoede begin beteekenden van een nieuwen tijd van rampspoed en achteruit gang in Europa. Wel stond er een korte spanne tijd van schijnwelvaart voor de deur, maar daardoor werd de eerste terugslag, de crisis van omstreeks 1923, des te scherper voelbaar. Het was in dezen tyd, dat de stille wegen met hun vorige-eeuwsche karakter in ons ld nd langzamerhand weer beteekenis gingen krygen voor het verkeer. De benzinetekor ten, welke het automobilisme tijdens de oor logsjaren in ongekende mate hadden ge breideld, waren vergeten, de tijden, waarin rubberbanden van de slechts denkbare kwa liteit om de wielen van auto’s en fietsen werden gelegd, bleven slechts in de herin nering bestaan. De scheepvaart, die jaren nagenoeg stil had gelegen en slechts met groot levensgevaar door enkele dappere mannen voortgezet was, kreeg een over vloed van vrachtaanvragen. De automobiel begon haar zegetocht. Dat hét een zege tocht was, die in groote lijnen voornamelijk voordeelen heeft gebracht, zal wel door niemand ontkend worden. Het platteland werd uit een isolement verlost, dat ondanks meer dan een halve eeuw spoor- en tram weg ontwikkeling niet noemenswaardig aan getast was; in handel en bedrijfsleven nam het motorische vervoermiddel weldra een be langrijke plaats in; toerisme en internatio naal verkeer leefden op, dank zij de auto mobiel. tische beweging hier in het leven hebben geroepen. De fascistische strooming hier te lande is gebaseerd op de economische ver twijfeling. De zeer moeilijke omstandighe den waarin velen verkeeren, het gemis aan perspectief voor vele jongeren om zich ten goede plaats in de maatschappij te verze keren, de kans voor vele mislukkelingen, om zonder geregelden arbeid onderdak te kun nen krijgen, heeft velen tot de fascistische party gevoerd, waarvan de uniform hen bekoort. Het program der nationaal-socia- listen belooft naast goede dingen, die ieder niet-fascist ook nastreeft, veel ónmogelijks, waarvan de totstandkoming practisch en fi nancieel niet uitvoerbaar is. Het fascisme viaagt om de macht. Die macht is veiliger bij de huidige regeering van verantwoor delijke mannen, die doet wat zy kan om land en volk te behoeden voor nog grooter moeilijkheden dan er thans reeds zijn. De oorzaak der moeilijkheden, welke ligt in de internationale verhoudingen, kan zeker niet door een fascistisch bestuur van onbeken den, dat op Duitschen leest is geschoeid, en geen verantwoordelijkheid kent, worden weggenomen. Aanvaarding van een fascistisch regiem beteekent onderdrukking van alle vrijheden. Dat druischt in tegen he^ gezond begrip van eiken goeden Nederlander; die houdt zich aan zijn vrijheidslied: „Hier duldt de grond geen dwinge. -- landij „Waar vrijheid eeuwen stond!” Naar aanleiding van deze met groote aan ducht gevolgde rede had een zeer geanimeer de gedachtenwisseling plaats. Liberaal of Fascist. Een causerie van Dr. Mr. J. Smit. Dr. Mr. J. Smit heeft gisterenavond op uitnoodiging van de afd. Gouda van de fc Liberale Staatspartij „De Vrijheidsbond” voor vele belangstellenden in een der zalen f van de Sociëteit ,4e Réunie” in een interes- p santé causerie een uiteenzetting gegeven L van <le beteekenis van het liberalisme en I liet fascisme. f Na een kort inleidend woord van den voorzitter der afdeèling, de heer H. de Groot, ving Dr. Smit zyn betoog aap met I ten terugblik te werpen op den oorsprong an het liberalisme. Spr. verklaarde het ontstaan daarvan uit de toestanden en ver- h houdingen welke in de vorige eeuwen in ons land en de ons omringende landen beston- I den toen er van een rechtsstaat geen spra- I ke was. De liberale ideeën zijn eerst tot i uiting gekomen in den patriottentijd in 1798 toen de staatsregeling verscheen, die vrjj- heid verkondigde van persoon en vrijheid van godsdienst en op velerlei ander gebied. Uit I die patriotten is de liberale party geboren, I en is in 1848 de liberale democratie ge- A vestigd. Toen is er gekomen een tijdperk van ontwikkeling op elk gebied. De li- i be rale gedachte heeft zich baan gebroken I gedurende een reeks van jaren; spr. her innerde o.a. aan de Aprilbeweging van 1853 en aan de beëindiging van den schoolstrijd. Al heeft de party veel van zyn groot heid verloren, de liberale geest is overal en I in alle regeeringspartyen doorgedrongen. Het liberalisme is nauw verbonden met den parlementairen regeeringvorm. De demo- ciatische staat is een vorm voor een samen stel van burgers, die by elkander behooren en die worden bestuurd volgens wetten en regelen gemaakt door een regeering uit en «oor het volk gekozen. Wie den parlemen tairen regeenngsvorm aantast, tast ook het liberalisme aan. Stond de economische vrij heid aanvankelijk by de liberalen zeer sterk op den voorgrond, de snelle ontwikkeling van wetenschap, industrie en bedrijfsleven heeft het noodig gemaakt dat de staat zich ook daarmede is gaan bemoeien. Zoo zijn ook van liberale ministers sociale wetten gekomen. Naar spreker’s oordeel moet men het liberalisme beschouwen als een phase in den algemeenen ontwikkelingsgang, die een weg baant voor een nieuwe phase, die leiden kan tot den vorm van een Statenbond en uiteindelyk in de verre toekomst kan worden tot een wereldbond. By den geweldig sneUen vooruitgang Op elk gebied weet men niet waar het einde zal zyn. In den snelvliedenden tyd dien wy thans beleven zyn proefnemingen inzake het be stuur en die ingrypen in het economisch leven hoogst gevaarlijk Spr. beschouwt het fascisme als zulk een pi oef neming. Het fascisme en het nationaal socialisme, zooais zich dat in Nederland openbaart vindt zyn oorsprong in het Duit- sche Ryk. Dat die strooming daar een voe dingsbodem vond, is alleszins verklaarbaar. Duitschland had onder den keizer niet an ders dan een schynparlement. Toen kwam de oorlog waarin Duitschland zwaar heeft geleden, en nadien de republiek en den yede van Versailles, die het ryk enorme lasten heeft opgelegd. Spr. ging na hoe de r.umige rykskanselier aan het bewind is gekomen en met welke categorieën der be volking de Hitler-party de door haar inge nomen machtspositie handhaaft. Onder dat ewind is het met de persoonlijke vryheid gedaan, geloofsvrijheid is er niet, de vrije handel is weg. De Duitsche staat is een abstractie geworden. De klok is daar te ruggezet. Daar geldt wat Lodewyk XIV uit sprak: „L’état c’est moi!” (De staat ben ik). Zooais in 1918 Mr. Troelstra door de Duitsche revolutie werd beïnvloed tot het wagen eener revolutionnaire poging, zoo heeft ook de nationaal-socialistische bewe ging over onze oostgrens sterken invloed doen gelden op licht ontvlambare gemoede ren van onevenwichtige menschen in ons land, die zich achter de heeren Mussert, Baars c.s. hebben geschaard die een fascis- kleine bestuursinstanties met naar verhou ding hooge administratiekosten, onvoldoen de personeel, maar al te vhak beschikkend over te geringe deskundige gegevens. Wy hadden een hinderlijke verscheidenheid van wegtypen, wanverhoudingen tusschen de be langen bij den weg en de lasten, traagheid en omslachtigheid bij pogingen tot verbete ring van misstanden. Aldus getuigden velen op het Eerste Nederlandsche Wegen-Con- gres in 1920. Hier moesten radicale veranderingen aangebracht worden. Verschillende wegen hadden een dermate druk doorgaand ver keer gekregen, dat de belangen van de we g be he e r de r s in geen verhouding meer stonden tot de belangen van de weg gebruikers. Om deze reden begon men het billyk te vinden, dat deze laatsten mede zouden betalen aan de verbetering en het onderhoud van de wegen, van belang voor het doorgaand verkeer. Ho categorie der ondernen»! transport in opkomst en rfe de stelling verdedigd, dat alleen bestaanbaar kan zijn, wanneer dit, rekening houdende met de door dat bedrijf veroorzaakte hoogere kosten van wegonder houd, nog rendabel zou zyn; En tenslotte voelde men het als billijk aan, dat de weg gebruikers, die behoefte (nijpende behoefte zelfs) hadden aan betere wegen, waarover een weinig snelverkeer mogelyk zou zijn, daaraan zelf zouden me^betalen. Een byaai atawdpuflt. Dat de toenmalige weggebruikers verte genwoordigers en voorloopers als het ware van het nieuwe, van het verkeer der toe komst, hunnerzijds breede opvattingen hul digden, blijkt wel het beste uit het feit, dat zyzelve toen voorgesteld hebben om een wegenbelasting in te voeren, teneinde spoe dig betere wegen te krygen. Deze bereidwil ligheid was natuurlijk gebaseerd op dit prin cipe: de weg-belasting zou zyn een be- stemmingsbelasting, niet de sluitsteen van de Ryksbegrooting en zeker niet een „kurk, waarop de spoorwegen konden dryven”. (Voor de curiositeit zy eraan herinnerd, dat de Nederlandsche spoorwegen reeds in het jaar 1923 een tekort van 22.000.000 hadden!) Zoo werd dan, eerst achter de schermen, later in openbare vergaderingen door de jonge Vereeniging „Het Nederlandsche We gencongres” en anderen het nieuwe denk beeld gepropageerd. Zoo is ook het Wegen fonds ontstaan, een en ander natuurlijk in overleg met de Regeering, die terzake een commissie instelde. Op deze wyze voor kwam men ook versnippering van belasting, want het lag voor de hand, dat voor het onderhoud en de verbetering der wegen an ders allengs het Noord-Brabantsche voor beeld van een weggeldverordening zou zyn nagevolgd. Het Ryk zou de nieuwe, unifor me belasting innen en administrateeren, aan de Provincies zou een zeker, redelyk percen tage warden uitgekeerd, „niet als een gunst, maar als een haar uit de belasting toeko mend aandeel, dat haar even goed als het Ryk in staat moest stellen zjch ten deze van haar overheidstaak te kwijten". (Memo rie van Toelichting 1926). Een afzonderlijk wegenfonds. Van meet af heeft men een zekere zelf standigheid van het Wegenfonds, als af zonderlijk overzichtelijke „wegen-admini stratie”, duidelijk voor oogen gehouden. Wanneer de opbrengst van de niewe wegen belasting in den „grooten pot” gekomen zou zijn, ware de vrees gerechtvaardigd ge weest, dat dit geld ook voor andere doelein den gebruikt zou zyn geworden. De regee ring heeft zich met een afzonderlijk wegen fonds accoord verklaard en-jzich zelf ge proclameerd tot een coulante „bankier”. Bo vendien zou telkenjare een bedrag uit de Algemeene middelen in het Wegenfonds ge stort worden, gerechtvaardigd door het feit, dat anders toch ook een bedrag jaarlijks aan de wegen ten koste zou zyn gelegd. Zoo waren in het kort vermeld de grondslagen van de Wegenbelasting, welke dus op deze wijze na langdurig overleg in volle harmonie met de wenschen van de be langhebbenden, die tevens de autores intel- lectuales waren, ingevoerd. Een kleine restrictie i^n den Minister van Financiën ten aanzien van de grootte der jaarlijkse he 60UDSCBE COURANT. Zeven jaar later... In 1933 echter komt de Regeering met een voorstel om aan het Wegenfonds den doodssteek te geven. Ook de belanghebben den, de weggebruikers, begrijpen, dat dit eer abnormale tyd is, dat thans van ons Nederlanders zware offers gevraagd wor den. Zy zyn bereid ook hun ofer aan de al gemeene kas te leveren, gelyk zy voor hun auto op velerlei wyze reeds doen. Maar thans stelt men voor, het Wegenfonds hün Wegenfonds op te offeren om de mogelijkheid te scheppen een deficitaire spoorwegpolitiek verder bestaanbaar te ma ken. En het merkwaardige van dit alles is, dat zelfs de Nederlandsche Spoorwegen nooit hebben aangedrongen op de „oplos sing” van het verkeersvraagstuk, die thans floor de Regeering is voorgesteld! - Maar al.,zou een nieuwe geldel^ke bydrage van het autoverkeer noodzt.— zyn om de Rijksfinanciën te helpen veilig stellen dan nog behoeft dit niet mee te brengen, dat het Wegenfonds aangetast wordt; vandaar het algemeene verzet tegen dit wetsontwerp, vandaar dan ook, dat de groote verkeersbonden hier te lande (A. N. W. B., B. B. N. en K. N. A. C.) zich tot Uak gesteld hebben, de belangen van de weggebruikers en het voortbestaan van het Wegenfonds te verdedigen en de gevolgen van verwezenlijking dezer plannen te be lichten. In een nabije toekomst zijn veilige wegen onmisbaar, een levensbelang voor ons land. En wegenverbetering kan slechts I góed geschieden, wanneer volgens een goed gefundeerd plan, zooais in de Wegenbelas tingwet nadrukkelyk is voorgeschreven, ge werkt wordt, wanneer de financiering zeker is. Zonder „Wegenfonds” geen goede wegen. En... een land zonder goede wegen verliest evenzeker in den stryd om het bestaan als land zonder sluitende begrooting! BUITENLANDSCH NIEUWS. FRANKRIJK. De Fransche Kamer en het schandaal van Bayonne. Woordenwisseling tusschen ilerriot en minister de Monzie. Na de debatten in de Fransche Kamer over de aïialre te Bayonne is het in de wandelgangen tot heltlge tooneelen ge komen tusschen den aigvaardigde Hen- rlQt en den minister van onderwijs, de Monzie. Hennot had verklaard, dat de vrouw van Stavisky voor haar huwelijk in 1926 wegens bedrog was gearresteerd en dat twee leden van de tegenwoordige regeering, n.l. de Monzie en Boncour, verlof gekregen hadden haar |n haar cel te bezoeken. Toen de Monzie van deze verklaring hoorde, ijlde hij naar de Kamer, waar hij Henrlot In de wandel gangen ontmoette. Er ontspon zich een uiterst heftige woordenwisseling, zoodat eenlge andere afgevaardigden tusschen- beide moesten komen Het schandaal van Bayonne. De rechter van instructie te Parijs heeft aan Henrl Voix medegedeeld, dat het parket van Bayonne een bevel tot voorgeleiding wegens heling tegen hem heeft uitgevaardigd. Hetzelfde delict wordt tën laste gelegd aan Pigagllo, se cretaris en persoonlijk vriend van Sta- vlsky, die eveneens reeds gearresteerd is. Paul Boncour verdedigt zich. Tegen beschuldigingen van Kamerlid Herriot. In een telegram uit Genève heeft Paul Boncoir uiteengezet onder welke om standigheden hij zich belast had met de verdediging van de latere mevrouw Sta visky. lijden nebben van de lasten extra- concurrentiemiddel de Nijverneidsraad noemt als hooidbezwaar de vermindering werkgelegenheid als gevolg van 1delijke cadeauverbod, zonder nochtans a lakèbjk daarop 'betrekking, hebbende factoren 1 nebben onderzoent. de mjverheldsraad heeft door zijn be perkt onderzoek een rapport uitgebracht waarin verschiliendee motiveenngen niet door de thans in de practljk bestaande omstandigheden bevestigd worden, als gevolg waarvan een advies is uitge bracht, dat lijnrecht stalt tegenover de meening van óu der ó6 Kamers van Koophandel en aFbrieken, welke offi- cieele instellingen toch ook de nijver heidsbelangen tot deel van haar arbeids veld hebben. Het Nationaal Comité tot beteugeling van het cadeaustelsel zal daarom uij de legeerlng blijven aandrmgen op een spoedige regeling van het cadeaustelsel, in aansluiting op het advies van den Middenstandsraad en de verzoeken, die door verschillende Kamers van Koop handel en een aantal organisaties zijn ingediend. „Corporatie” in het leven geroepen. Samenwerking van alle bij de leder industrie betrokken groepen. Een prijs-afspraak. Volgens het Dagblad van N.-Brabant is tot stand gekomen een „corporatie” die alle groepen omvat, welke op een of andere wijze betrokken zijn bij de be werking van het Ieder: huidenhandel, leerlooierij, schoen!abrlcage, enz. Deze eerste Nederlandsche corporatie bevat 12 groepen, te weten: a. de loolstoiienhandelaren en looi stoffenfabrikanten; b) de huidenhan del; s) de importeurs van overzeesche hulden; d) de Importeurs van en agen ten In leder; e) de lederhandelaars; f) de lederfabrlkanten; g) de fabrikanten van en handelaren in rubberartikelen, h) de schoeniabrlkanten; 1) de lederwa- lenlabrikanten; j) de importeurs van en agenten in schoenen; k) de schoen- wlnkeliers en 1) de schoenmakers (waar bij nu verder nog de groepen van arbei ders en employe’s komen). De vertegen woordigers van deze groepen hebben voor den overgangstijd een algemeen bestuur gevormd en uit dit algemeen be stuur is een dagelijksch bestuur naar voren gekomen. Deze leiders zijn ten deele gekozen, ten deele aanvaard als wat men zou kunnen noemen de door de natuur en door de omstandigheden aangewezen leiders Een combinatie van het demo cratische beginsel met het nieuwe be ginsel van het organische, natuurlijke aanvoerderschap. Vanzelfsprekend zijn de noodlge be palingen getroifen ten aanzien van het doen naleven door de leden van hun verplichtingen Daartoe is een boete regeling ontworpen voor de overtredin gen van de statuten en het hulshoude- at dag wordt het <de «aa- »ed drukwerk noet worden ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per per kwartaal ƒ2.90, per week 22 cent, overal waar <1< Franco per post per kwartaal ƒ3.15, met Zondagsblad ƒ8.80. Abonnementen worden dagelyks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31 GOUDA btf onza qgenten en loopers; den boekhandel en de postkantoren. Van 9~6 UUr' - Redactie TeW. U zult dan zien, dat onze machinaal zeer dun gesneden PALING, ZALM, MAKREEL, BOKKING, enz. het fijnste is. ZIE VOORAL ONZE ETALAGE. ENORME SORTEERING. Dit nummer bestaat uit twee bladen. ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring) 1—5 regels ƒ1.30, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 15 regels 1.55, elke regel meer 0,30. Advertentiën in het Zaterdagnummer 25 bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den pry's. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels ƒ2.25, elke regel meer ƒ0.50. Op de voorpagina 50 hooger, X Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen by contract tot zeer gereduceerden prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boek handelaren, Advertentiebureaux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het Bureau zyn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1934 | | pagina 1