I Een Regentendagboek uit de 18e eeuw. Veilige en Economische „Slaat op den trommele H0NIGS BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOcL Het Titania Palace. Tulle, kant en organdie. Ontspanning voor iedereen. Raadsels voor de Jeugd. -iTiaiii LXXXIV. „26 January 1785 Camer „d Hr Kerkhoven fabryk (lid van de „commissie van toezicht pp gemeente- „werken) en Blanken Toesiender (direc- „teur van gerwfentewerkente „gegeeve dat by (door) de Vi „het Straatgeld geintroduceerd (inge- „voerd) is geworden, haar geauthori- „seert (gemachtigd) om de Meting te „laten doen, en dat zy tot assistentie „(hulp) kunne krygen om te Schryven „de 4 Stads bodens en zulx te geschiede „van 1 April stedelijke fi- geweesrj, dat 1783 een I oom- De slechte toestand van de nanc.ën was er oorzaak van de vroedschap op 3 Februari 1783 missie had benoemd ten einde plannen te beramen om uitgaven en inkomsten weer met elkaar in evenwicht te brengen. Die plannen waren ingediend en in verband daarmee had de vroedschap op 15 Decembqf 1784 goedgevonden „tot redres (herstel)' soutien (steun) en styvinge van Stads kasse te introduceeren (in te voeren) fienige nieu we middelen (belastingen) welke voor vetre het grootste gedeelte, by de gegoedste en meest vermogende ingesetenen deser Stad zullen gedragen worden, als mede om Stads excyns op den Haardturf en de billetten op stads-Excynzen met eene kleyne belasting te verhoogen". Die „nieuwe middelen" wa ren in de eerste plaats „een, Karossen-Geld mitsgaders van trek-zeiljachten en boeyèrs". Deze vorm van belasting, die alleen voor hen gold, die er een rijtuig of jacht op na hielden, trof inderdaad alleen de meerge- goeden. Hetzelfde kon men zeggen van iiet „domestycque (bediende-) en dienstbode geld". Dit was echter niet het geval met de „tachtigste penning", die ten laste van den kooper zóu worden geheven „op de publycque verkoopingen van alle meubilaire (roerende) goederen, boeken, paarden en rytuygen daar ondpr begreepen en voorts van alle roerende goederen, waarvan by het gemeeneland de veertigste penning werd geheeven". De belasting „op alle haard-turf die bin nen deze stad, vrydom en jurisdictie (rechts gebied) van dien opgedaan en geconsumeert (verbruikt) zou worden", werd „met een grijpt het publiek alleen maar zyn eigen belang en dat is wel gemoeid met een goede ontwikkeling van het autoverkeer en niet met een kunstmatige instandhouding van een slecht béheerd bedryf. Van de z(jde van het publiek is eer tegen dan medewerking te wachten en daarop strandt elke over heidsbemoeiing altyd weer. In ieder geval is dit te hopen, dat hoe harder tegen hard het in deze zaak gaat, des te eerder de on vermijdelijke explosie zal komen die de baan weer eens voor goed schoon veegt. Want dat hier orde dient gesteld te worden be- grypt ieder, maar het begrip orde dient hier anders te worden opgevat dan in juri- dischen zin. Het wanordelijke element is niet de taxi maar is de tram, die niet meer kan meedoen aan de eischen van het ver keer. Deze staat een normaal gezonde ont wikkeling van bet verkeer in den weg en daartoe djent zy tot de orde geroepen te worden. De Burgemeester vertrokken. Onze Burgemeester heeft afscheid ge- nomèn en is naar Utrecht vertrokken om daar als Commissaris der Koningin een provincie té beheeren, die in totaal minder zielen telt dan de gemeente welke hy ver liet. Een opvolger voor den Haag is er op dit oogenblik nog niet. Er zyn al namen in de pers gelanceerd, maar het is weinig aannemelyk dat dit juist is. Men is nog steeds, aan het zoeken en veel voortgang zit er niet in. Uit de genoemde namen blykt al weer, dat men in den kleinen kring zoekt van reeds functionneerende burgemeesters. Het oude opschuif-systeem dus met aanvoe ring van jongere krachten voor de kleinere We hebben maar af te wachten. Of het niet gewenscht is dat een gemeente zelf eenige bemoeiing heeft met een degelijke k belangrijke benoeming, is een moeilijke vraag. Helaas zit het stelsel in de politiek vastgeroest en daar is het niet gelukkig mee. Maar veel valt daaraan nret te doen. Alles wat onder invloed staat van politiek of religie, is in gevaarlijk milieu, omdat andere motieven den doorslag geven dan die welke aan bekwaamheid zyn ontleend. Niet dat deze laatste ontbreekt, maar het doorslaand argument is helaas anders, al thans vaak. By den Haag komen nog an dere overwegingen, o.a. aan het represen tatieve karakter ontleend en zoo gaat het voort. Het aantrekkelijke van de functie is niet heel groot meer. Te veel wordt den burge meester door dagelyksche d ngen in beslag genomen dan dat hij zich veel kan vertoo- nen en laten gelden in andere aangelegen heden dan die van bestuursaard. Buiten het dagelyksche bestuur is hy niet veel meer dan een stuk décor, van het oude hoogge roemde burgervaderschap is niet veel meer over. Hoewel de scheidende burgemeester eenige jaren in den Haag is geweest, is het best mogelijk dat driekwart van de be volking hem niet van aangezicht tot aan gezicht kent en nog grooter aantal noo t direct met hem in aanraking is geweest. Dat kan nu eenvoudig niet anders, maar dit heeft wel een eenigszins ander karakter aan zyn figuur gegeven dan vroeger het geval was. Het hangt natuurlijk ook veel van zyn persoon af wat hy in dit opzicht weet te bereiken, maar dat moet de ervaring leeren. Wy hebben nu maar af te wachten wie ons toegezonden wordt. HAGENAAR. duyt per ton verhoogd te betaalen by (door) den veenman (vervener) of verkooper". De practijk van deze belasting was, dat d? turf duurder werd. Om deze belast mg te kunnen invoeren, had de vroedschap eerst het eerste artikel van de „ordonnantie (keur) op de turf excyns van den 30 Maart 1694" moeten „altereeren (veranderen)" Verder zou voor de „biljetten op Stads-ex- cynzen" (blijkbaar zjjn bedoeld de geleide- biljetten), waarvoor tot nu toe twaalf pen ningen waren betaald, voortaan een stuiver voldaan moeten worden. De belangrijkste van de nieuwe belastin gen was de straatbelasting. Deze echter zou „niet zo zeer tot onderstand van Stads- Kasse" dienen, als wel „om de slegte toe stand van de Straaten binnen deze stad en jurisdictie (rechtsgebied) van dien te ver beteren en op eene egaale (gelyke) voet te brengen". Dit laatste wilde zeggen, dat de straten voortaan overal volgens dezelfde beginselen zouden worden aangelegd. Dit was tot op nu toe niet h^ geval, omdat de stad de regeling van den straataanleg niet in handen had. In aansluiting hieraan werd bepaald, dat „dezelve Straaten [de kaayen en goten langs de huyzen daar onder ech ter niet begreepen] zouden worden genoo- men en gehouden voor de fabriecque (voor rekening komen van gemeentewerken;". De eigenaren van de huizen en erven zou den „jaarlyks voor de verschyndag die dit loopende jaar en vervolgens van jaar tot ja,ar op den 3-1 December wezen zou aan (in) handen van den Ontfanger der Ver pondingen teffens en tegelyk met het vol doen der extraordinaire (buitengewone) verpondingen, het klap en Lantaarn geld" betalen „zoodanige somme van penningen als waar op ieder Huys en Erve naar rato (gelang) van de breedte was aangeslagen geworden". Wie deze of de overige midde len niet voldeed, zou „daarover paratelyk worden geexecuteerd", d. w. z. by hem zou zonder voorafgaand vonnis de boedel ter zake van de belastingschuld worden ver kocht. De straatbelasting werd niet door den gewonen gemeente-ontvanger, maar door den „ontfanger van de verpondingen" ge- ind. Dit was logisch. De „verpondingen" waren een soort grondbelasting, die de stad jaarlyks in den vorm van een vast bedrag aan de provincie Holland en West- friesland moest betalen. De stad haalde dit geld echter, weer terug van haar inwoners, die zy naarmate van de grootte van haar eigendommen liet betalen. Hiervoor hield zy er dan ook een afzonderlijken ontvanger op na. Deze ontvanger inde ook de extra ordinaire verpondingen (de buitengewone grondbelastingen) en het Klap- en Lan- taarngeld. Die laatste belasting, waaruit de klapwakers (nachtwakers) en de straatver lichting werden betaald, dateerde reeds uit het begin van de vyftiende eeuw. Het lag voor de hand den ontvanger van de verpondingen met de inning van de straatbelasting te beiasten; hy immers hield de kohieren (lijsten) van de belasting op de onroerende goederen. De straatbelasting van 1784 was an ders dan de onze een echte straatbelas ting. De tegenwoordige is slechts een naam voor een nieuw middel om de stedelijke in komsten te vergrooten; de opbrengst ervan dient niet speciaal voor de verbetering van de straten. „D Hr Burgemeester van der Hoeve „geeft te kenne dat hy op den 20 dezer „Savonts in de 3 Nagtegaalties op de „X weg op verre gaande manier met „woorde was gebrutaliseerd door eene „Anth Barends „Versogt eclatante satisfactie (open- „baar eerherstel) en dat de 4 Luyde die „eau attestatie (verklaring) hadde ge hoeven mogte gehoord worden „t laaste geaceordeert (toegestaan), „en t le in Statu gehouden (aangehou den) tot de thuyskomst van de 4e „Burgemeester „De luyde hebben volmondig verklaart „en gepresenteert (aangeboden) onder „Eede het te verklaare Hoéwei „geaccordeerd" was, „dat de 4 Luyde die een attestatie hadde gegeeven mogte gehoord worden", heeft dit verhoqr blykbaar niet op de officieele wyze plaats* gehad, want in het „Informatie boek (het boek, waarin de getuigenverhooren staan opgeteekend)" is hierover niets te vinden. De aanteekening „De luyde hebben volmon dig verklaart en gepresenteert onder Eede het te verklaare" zal dan ook waarschynlyk wel beteekenen, dat deze burgemeester van der Hoeve hadden beloofd in de tegen An thony Barends aan te spannen strafzaak als getuigen te zullen optreden. ,,De declaratie (rekening) van de Cas- „telein int Harthuys op 3 Kon nge avond „beloopt 54—16— alles en alles In 1785 had de vroedschap, zooals reeds in een vroeger artikel is medegedeeld, ge broken met den maaltyd op driekoningen avond; de stedelijke financiën lieten een dergelyke, jaarlyks terugkeerende, groote uitgave niet langer toe. Behalve voor de Edele Groot Achtbare Heeren was dit een strop voor de „Castelein int Harthuys". Ten einde dezen geleidelijk aan het gemis van dien maaltyd te wennen, had de vroedschap voor ditmaal by hem nog een eenvoudig „glasie wyn" gedronken. Met wat daarbij kwam, had dit de stad toch nog 54 gulden en 16 stuivers gekost. Dit was evenwel aan zienlijk minder dan het bedrag vqflj#304 gulden en 16 stuivers, waarop de maaltyd was komen te staan, waarmee de carrière van Van der Hoeve in 1762 was ingewijd. „37 January Camer „d Hr Secretaris van der Burch ver sogt by dH Burgemeester de Moor te „gaan om de propositie (het voorstel) „van de Ampte off dien Heer dezelve al De burgemeesters zonden den secretaris van der Burch naar hun collega de Moor, die door ziekte verhinderd Was om de zit tingen by te wonen, ten einde dezen te vragen wat hy van het voorstel betreffende de vergeving van de stedelijke ambten dacht. „29 January by occasie (gelegenheid) „dat de Souverain géordonneerd had (de „Staten van Holland hadden bevolen) de „weerbaare Mannen ten platte lande Op „te Schryven, en de 3e Man te doen „loten en voorts te Exerveeren (doen „oefenen), zoo zyn ten platte lande veele „ongeregeldheeden voorgévallen, en niet „willen loten, waardoor den Bailliu dezer „Stad onaangenaamheden heeft geleden „in Gouderak, Brouck Thuyl ent Wee- „chie en Bloemendaal t geen door Hee- „ren Burgemeesteren gehoort zynde, en „in dit jaar een vriendelyke Eendragt „zynde, dat Heeren Burgemeesteren Zondags Savonts, by den andere (el- „kaar) zoude komen, om met den andere „overte leggen wat in Saake voorkomen de te doen, waren de (Heeren aan myn „Huys vergadert, en lieten aan de Heer „Bailliu vragen, off zyn Ed: gelieve te „kómen, dog de Bootschap was zulx hem „ontmogelyk was, Wy lieten hem ander- „maal vragen tegen Smorgens ten 11 „Uuren, dogt antwoord syn Ed op Gou derak moest zyn en Zoo t wese mogt „ten 4 Uure Zoude komen, hebben wy „zyn Ed laten zeggen wy op t Stadhuys „zoude zyn „30 January Camer „Is gecompareert (verschenen) dHr „Bailliu van Gouderak en te kenne ge geeven wat le in Syn régthuys is voor- gevalle namentlyk dat de Ingesetene „niet ^ilde Loten en dus die gestaakt „2 dat Willem Verwey en Willem de „Lange voerlieden zig Brutaal hebben „aangesteld en Oranje droege, en ver sheide anderen „3e dat de Ingesetene [van Gouderak j „een Oranje Vlag op den Toren hadden „geset, en meer ongeregeltheden hadde „gedaan, dat 2 van de voornaamste wa- „ren geapprehendeert (in hechtenis ge- „nomen) „Dat 4e in Brouck Thuyl de Inge- „setene mede niet hadde willen Loten, „dat zy met geweld waren in gedronge, „en hy met de bloote degen de selve „hadde uytgedrewn „dat die van Bip.uckhuysen naderhand „vrywillig hadden geloot „versogt mammen over (in hechtenis te mogen nemen) die voerluyde, „nadat den Heer Bailliu was affge- „gaan (vertrokken), hebbe Heeren Bur- „gemeesteren gefesolveert (besloten) de „2 voerluyde tegens Sanderendaags te „ontbieden „Blanke toesiender (directeur van ge meentewerken) ontboden en hem ge- „last de Scherpe patroone na te zien „In gansch Rynland en andere plaat- „sen waren de boeren zeer oproerig en „wildé niet loten Voor een juist inzicht in het verband tus- schen het weigeren om te loten en het dra gen van oranje, is het noodig terug te grypen naar bepaalde gebeurtenissen, die in het vorige jaar hadden plaats gehad: Van den zevenden tot den tienden Juni 1784 waren er in Leiden ernstige relletjes geweest, gericht tegen de patriottische schutters en officieren. Naar aanleiding hiervan hadden Gecommitteerde Raden het Leidsche garnizoen met „4 Compagnien Cavallerie uit de Militie van het Guarni- soen" van den Haag verstrekt. De patriot ten in de Staten van Holland hadden even wel nog strengere maatregelen gewenscht. Dit streven was tot uiting gekomen in een voorstel van de „Goudsche Gedeputeerdens" van 16 Juni 1784, waarbij deze er by hun Edel Groot Mogenden op aandrongen hun gezag te doen gelden en „by een generaale Publicatie (algemeene openbare afkondi ging) nadrukkelyk teegens het draagen van alle teekenen van Partyschap, of oproer te voorsien". Het voorstel van Gouda was bij de Staten in goede aarde gevallen. Reeda denzelfden dag werd besloten in het openbaar af te kondigen, dat „allen en een ieder, ernstig zouden worden vermaand, omme zig als stille en vreedsame in en opgezeetenen te gedragen met èxpresse last (uitdrakkelyk bevel) zig ten sorgvuldigste té wagten van alle oproerige gesprekken, bewegingen en 't samenrottingen en alles wat verder aan leiding zoude kunnen geven tot stooring van onderlinge rust en eendragt". In aanslui ting hieraan werd „wel bysonderlyk ver- „boden het draagen van eenige teekenen of leusen van Partyschap of oproer, veel meer het forceeren (dwingen) van anderen tot het draagen van dien, alles voor de over- treeders op poene (straffe) van Onse hoog ste Indignatie (verontwaardiging), mits gaders van als Perturbateurs (verstoorders) der gemeene rust rigoureuselyk (gestren- gelyk) te worden gestraft". Ten gevolge van deze publicatie was „oranje" tot oproerkleur verklaard. Zooals m«n ziet, komt er**»»ar hoogst zelden iets nieuws onder de zon; het tegen woordige uniformverbod en het verbod van dragen van insignes, die uitdrukking geven aan een bepaalde politieke gezindheid, zyn geen uitvindingen van onzen tijd. In Januari 1786 waren de omstandigheden echter geheel anders. Zoowel de patriotten alB de prins begrepen, dat er in velband met het dreigend oorlogsgevaar maatregelen moesten worden genomen. Een van die maatregelen was, zooals rèeds'hierboven is besproken, de bevolking ten platte lande te doen loten en van elke drje weerbare man nen er een in den wapenhandel te oefenen. Dit viel by de boeren niet in den smaak. Zy verzetten zich, heschen' als teeken van oproer op de dorpstorens oranjevlaggen en verschenen op de lotingsplaatsen met oranjestrikken op de borst. Hiermee be wezen zy den 'Prins van Oranje, die de nood- zakelykheid van de loting wel degelyk in zag, geen dienst. Want inderdaad was onder deze omstandigheden, anders dan by de Leidsche relletjes, oranje wel degelyk een oproerkleur. De Prins zelf was hier zoo sterk van doordrongen, dat hy op 31 Januari 1785 de Staten van Holland verzocht goed te willen keuren, dat hy een proclamatie richtte tot de bevolking van Holland, waar in hy het verzet tegen de loting ten sterkste afkeurde. In deze proclamatie, waar van hy een ontwerp aan de Staten deed toekomen, zfei hy onder anderen: „en daar Wy, wel verre van de Couleur (kleur) van Onsen Naam immer (ooit) te hebben willen dienen tot eene leuse van Oproer en ongehoor zaamheid, Zo als Wy met hartzeer gehoord hebben, dat zy daar voor is verklaard ge worden, nooit iemand met genoegen daar- meede hebben zien pronken (pryken) dan [hen] die zich distingeerde (onderscheid den) door liefde tot vryheid, eendragt en gehoorzaamheid, en daar door zich betoonde een waar Vriend te zyn zoo van Ons ab van het Vaderland". De Prins zelf be schouwde alzoo het dragen van oranje onder deze omstandigheden als een teeken van oproer. Ook in dit opzicht beleven wy tegenwoor dig op politiek gebied niets nieuyra. Ook nu weer zyn er nieuwe politieke partyen, waar van de leden door het gezag als vyanden van den Staat worden beschouwd en die toch optrekken onder de nationale vlag en de oranjevaan. Onbewust volgen de aanhangers van die partyen het voorbeeld van de Hollandsche boeren van het jaar 1785 en even instinctief als deze trachten zy hun staatsgevaarlyke bedoelingen door onze nationale kleuren te verhullen. De volgende maal het verhaal van de gebeurtenissen in het „Régthuys" van Gou derak. (Wordt vervolgd.) Nadruk verboden. Dr. Mr. J. SMIT. belegging van Uw Kas- en Spaargelden. Spaarbank8 GEMEENTE Giro-, Storting»-) en Ophaaldienst) lx>i GOUWE 2 GOUDA. GROOTE LANDEN DIE HUN SCHULDEN NIET BETALEN. De schuldeischer al even incompetent als de schuldenaar. Oorlogsschulden een hard gelag. Zy zyn soms al eeuwen oud! Wie de geschiedenis der oorlogsschulden bestudeert, zal spoedig merken, dat hier, evenals in het gewone leven, de schuld- eischers, die de meeste drukte hadden als schuldenaren het diepste stilzwygen be waarden. Betalen van schulden en speciaal van oorlogsschulden is niet prettig, zoodat iedere mogelykheid om hieraan te ontko men altyd met beide handen werd aange grepen. Het klassieke voorbeeld van een onbe taalde oorlogsschuld is die van Frankryk aan de Vereenigde Staten. Het gaat hier om de betaling van de schade, die in de Napoleontische oorlogen aan de Amerikaan - sche vloot berokkend werd. By de vredes onderhandelingen vroeg Amerika 90 mil- lioen dollar schadevergoeding. Deze eisch werd door de Fransche regeering aanvaard, het transfer van de schuld werd echter on der allerlei voorwendselen uitgesteld. Twintig jaar later intusschen was Louis Philippe op den troon gekomen - werden de Amerikanen ongeduldig. Presi dent Andrew Jackson drong energiek aan op betaling. De Franschen verklaarden zich onmiddeliyk bereid de oude schuld te del gen, vroegen echter om hen tegemoet te komen door verlaging van de invoerrech ten op wy'n. De invoerrechten werden verlaagd, maar Washington zag geen cent. Over deze hou ding werden de Amerikanen met recht heel boos en by'na kwam het in 1834 tot een oor log. Eert Amerikaansch oorlogsschip had reeds een bombardement geopend op Tou lon, toen op het laatste oogenblik de En gelsche minister van buitenlandsche zaken, Lord Palmerson erin slaagde om het drei gend gevaar te keeren. Tenslotte werd in 1836 een som van 18 mjliioen franc betaald, gevolgd door een 'aflossing van 7 millioen franc. Deze bedra gen dekten echter nog niet öens de renten van. de dertig jaar, waarin, de schulddelging steeds was uitgesteld. 65 millioen franc en daarby de rente over 130 jaar is de Fran sche regeerïng thans nog schuldig aan de Federal Reserve Bank. Maar ook de Amerikanen hebben lang niet altyd hun'sthülden betaald. Hun oudste I schuld dateert uit de jaren 1690 tot 1718 ''uit den strijd tegen de Franschen in Ca nada. Deze stryd leverde den Engelschen kolonisten Arcadië en Nieuw-Schotland op. 'Het was van de Engelsche regeering niet meer dan biliyk, toen ze eischte, dat de kolonisten een deel >van de kosten zelf zou- den dragen, aangezieq zy toch het voor deel van het nieuw verworven gebied had. den. Gedurende dertien jaren zeiden deze «cjhter ja nog neen, tenslotte antwoordden 'zy- met een onafhankelykheidsverklaring. Langen tyd wefden de koloniën, die zich nu Vereenigde Staten noemden, niet door het moederland erkend. Integendeel dreigde Engeland nog lang met sancties tot schuld- delging. Zy, die zich nu onder den eeuwig blauwen hemel van Florida zonnen, danken dit geluk aan de goedheid van de Bank van Engeland, die de verovering van deze streek geheel financierde .zonder er ooit een cent van terug te zien. Spoedig begonnen de aparte «taten lee ningen te sluiten, evenwel meer voor civiele doeleinden. Omstreeks 1830 hadden Ala- barna, Georgia, Louisiana, Missisippi en New Carolina schulden die een totaal be drag van meer dan 70 millioen dollar vorm den. Het geld werd voor een klein gedeelte terugbetaald; Missisippi kwam zyn ver plichtingen in het geheel niet na. Toen de schuldeischers klachten indienden, hield men hun de paragraaf van de grondwet der V. S. voor, dat particulieren geen klacht kunnen indienen tegen een afzonderlyken staat. Nu, na meer dan 100 jaar, zyn drie schuldeischers op het idee gekomen om hun rechten te verkoopen aan een staat, die wel het recht heeft om te klagen. Zy hebben hiervoor het Vorstendom Monaco gekozen. Het resultaat moet nog worden afgewacht. Nog meer schulden hebben de Amerika nen echter in den schoorsteen van de Fede ral Reserve Bank geschreven. Het gaat hier om Engelsche leeningen gedurende den Amerikaanschen burgeroorlog ten bedrage van 95 millioen pond. Daarenboven hadden de Engelschen het oorlogsschip Alabama uitgerust en ter beschikking van de Zuid- Amerikaansche staten gesteld. Hierin zagen de Noord-Amerikaansche staten, toen de krijg voor hen gunstig afgeloopen was, een gewapende interventie en eischten vergoe ding van de hun door de Alabama berok kende schade, die ze op 15 millioen dollar becyferden. De Engelsche regeering erken de deze - eisch en betaalde onmiddeliyk. Daarentegen wacht ze thans nog op de 10 millioen dollar, die ze nog van de Noorde- lyke staten te vorderen heeft na de ver rekening van de oorlogsleeningen. NIEUWE UITGAVEN. Slaat op den trommele. By de N.V. Uitgevers Maatschappy C. A. J, van Dishoeck te Bussnm is onder dezen titel verschenen een historische roman van onzen oud-stadgenoot J. W. van Cittert, die hiermee getoond heeft, dat hy z^n ge boorteplaats nog niet heeft vergeten. Op „De heks van Gouda" heeft de heer Van CfEtert 'nuj.een nieuw -verhaal laten vol gen, dat eveneens hier ter stede speelt. In dezen roman, die niet de vrucht is van archievenstudie, heeft de heer van Cittert op styivolle wyze den strijd beschreven van de Goudsche calvinisten in de jaren onmid deliyk voorafgaande aan den overgang van Gouda naar den Prins. HM algemeen men- schelyke is hierby niej/verloren gegaan, want onder den stry^oor wikkelt zich de geschiedenis af van Barbara en den jonker van Montfoort. Het boek heeft lokale kleur, «1 zijn vele daarin vermelde feiten niet in overeen stemming met de historie. Zoo laat de schryver in het jaar 1572 het klooster van Steyn nog steeds door Augustijner monni ken bewonen, hoewel de vroegere bewoners geen Augustynen reeds gedurende langen tyd naar .het voormalige Brigitten- klooster op den Alaam waren verhuisd. Bezwaren WWrt dit echter niet op; het boek is'zeer/yesbaar en voor Gouwenaars by zonder ajurêrekkelyk. Dr. Mr. J. SMIT. J. W. VAN CITTERT Ing. ƒ2.—, Geb. ƒ2.90. Voorhanden bij: Bo«khand«l «I. DË V1H WIJDSTRAAT 4 - TELEF. 2155. RECHTZAKEN. Het karnen van boter thuis en de Crislszulrerwel. De Hooge Raad heeft arres gewézen inzake het beroep van den officier van justitie te 's-Gravenhage tegen een von nis van de rechtbank aldaar, waarDll met vernietiging van een vonnis van den kantonrechter te Aphen a. d. RUn s- P., melkboer te Woubrugge, is ontslagen van rechtsvervolging ter zake dat hy te Woubrugge in zijn woning een lnrichtü# tot het bereiden van boter heeft geb»- zonder te zijn Ingeschreven bij de Crlstf- zuivelcentrale. De rechtbank heeft over wogen, dat art. ibis van het Nieuw Cri- siszuivelbeslult 1932 verbindende krafbt mist, omdat het de grenzen van de Cn- siszuivelwet, waarop het steunt, over schrijdt. De Hooge Raad heeft thans in cassatie overwogen, dat al moge de Crisiszulvei- wet de verdeeling van de daarin genoem de producten, waaronder boter, regelen en niet de voortbrenging daarvan, niet temin het hebben van een karn als regei zal leiden tot het verkoopen en afleveren derhalve tot het verdeelen daarvan. OP dezen grond werd het vonnis vernietigd» het bewezen verklaarde strafbaar gesteld en de gerequireerde veroordeeld tot one gulden boete subs. 1 dag hechtenis. Een schepping van Sir Neville Wilkinson. Engeland's groote kindervriend. In het Carlton Hotel in Amsterdam jn de Blauwe Salon is tot en met 24 Juni a.s. tentoongesteld Titania's Pa- lace„het sprooKjespaleis, van SHl Ne-_ ville Wilkinson. SlV Neville Wilkinson, Engeland^ groote kindervriend, heeft 17 jair noodig gehad om dit paleis te vjJ- tooien en het te doen maken tot een meesterwerk van onschatbare waar de In 1932 werd het officieel geopend door Koningin Mary Van Engeland en sindsdien heeft het gereisd door het geheele Ver. Koninkrijk en Noord en Zuid-Amerika. Titania's Palace heeft reeds £43.000 opgebracht voor 'liefdadige instellingen ten bate van het misdeelde kind. Het paleis is ontworpen en gede coreerd door Sir Nevile Wilkinson en bevat zijn particuliere collectie mi- natuur meubelen ter waarde van 20.000. De ingang tot het feeënland is de Gilden hal. Bukkend kunnen volwas senen door de tegenoverliggende deur de Paarlen- en Pauwentroon zien. De wandtapijten stellen meisjes voor die de schilden vasthouden met de wa pens der groote handwerksgilden in middeleeuwsch Florence. Er zjjn zeer veel miniatuur bloe men vervaardigd door Miss Hindley, en voor de zilveren ingang welke naar de JCapel voert staat een ge beeldhouwd scherm van jade. Het kostte Sir Nevile Wilkinson 4 jaar om het altaarscherm, met Mu- rillo's Prado hemelvaart in het mid den, te voltooien. Vlak er voor staat een copie van het Kruis van Cong, en tronder de Ardagh Chalice in minia tuur; de origineelen zjjn oud Iersch werk. Het ontwerp van het plafond is overgenomen uit het boek van Kells in Trinity College, Dublin. De ven sters van doorzichtig email, gemaakt door Miss Kathleen Quigly, zijn eenig in hun soort. Links staat een boks- houten groep van de Heilige Familje, die zijn oorsprong vond in Zuid- Duitschland en omstreeks 1600 werd uitgesneden. Een origineel verlicht Boek der Uren, geschreven omstreeks 1450 ligt open op den Katheder v$n het Koor. Het doopvont was eens het particulier bezit van den Hertog van Leinster, en de kleinste rozenkrans ter wereld hangt opzij van de Prie- Dieu (of bidstoel). Verschillende bui tengewoon interessante voorwerpen zjjn op den voorgrond in een toon- kast uitgestald. Het kamer-orgel, Waarop gespeeld kan worden, is een geschenk van Mrs. Sillars uit Glas gow. Titania's boudoir is met de kapel verbonden door een geheim paneel. De satjjnhouten tafel is een meester werk van Mr. Fred. Early; zelfs de sloten zijn volmaakt. Het spinet is een werk-copie van dat hetgeen door Handel in het Vondelingenhuis ge bruikt werd. In het Paleis bevinden zich verder de slaapkamer van de Prinsessen, een eetzaal, ochtendkamer en bad kamer. In de eetzaal staat een stel Bristol glazen, meer dan 100 jaar oud, op de VOOR DE VROUW. Ter completeering en voor het gar- neeren van de kleeding, wordt nog steeds groote waarde gehecht aan de harmonie tusschen de verschillende details. Dit geldt vooral voor de hoed en halsgarnituren. De garneering van japon, blouse en hoed met lichte, doorzichtige, geweven stoffen en met kant is zooals wel bekend zal zijn, zeer gewild. Met deze moderichting komen ook de midzomerhoeden over een, welke geheel van die materialeh vervaardigd zijn. Men gebruikt niet alleen wazige tulle stoffen, doch ook katoenen kant, waardoor de kleeding nieuw zomersch karakter krijgt. tafel. Het satijnhouten buffet, ver vaardigd door Mr. Early, is volmaakt tot in de kleinste bijzonderheden; en het William en Mary-buffet van Mr. Uphill i is merkwaardig. Dq, twee pronkkasten bevatten een collectie miniatuur artikelen; let op de zilve ren figuurtjes te paard. Aan het ein de van de kamer bevinden zich twee tafels uitgevoerd door Mr. Tommy Lennon. De haard is het werk van Sir Nevile Wilkinson. Rondom in de Ka mer zyn origineele miniatuur schil derijen van Claes Molinaer, een ze ventiende eeuwsche Hollandsche kun stenaar. Het poppenhuis van de feeën staat in den hoek van de kinderkamer, een vierentwintigste van natuurlijke kin derkamergrootte. Voor het vuur staat de wieg van Prins Kristal. Hier kan men ook de kjpk zien, waardoor de muis wegliep. Hier is zeer veel speel goed uit alle deelen der wereld, als ook interessante voorbeelden van oud Fransch meubilair. In de ochtendkamer is een merk waardige collectie lak-meubilair te bewonderen, twee schilderijen van Horace Vernet, en een landschap van Samuel Palmer. De boekenkast bevat een collectie van 75 zeer kleine boe ken, gedrukt, geïllustreerd en in kalfsleer gebonden. In de Koninklijke slaapkamer z\jn de wanden opmerkelijk door het in gelegde werk van Colonel Gillespie. Oberon's studeerkamer, kleedkamer én museum zijn mede zeer interes sant. In Oberon's museum staat een kast waarin zich de mooisUl collectie klein Bristol glas ter wereld bevindt. Ieder stuk is op zijn minst honderd jaar oud, terwijl de soeplepel en het ei al gemeen als uniek beschouwd worden. De kasten opzij bevatten voorwerpen van blauw kristal, Nailsea, Bohemian en Murano (Venetiaansch) glas en tevens een Chineesche Tempelbei en feefaigè uitgesneden amber CKineé's|Ke «tukken. Op den achtergrogd- bevin den zich een Grieksche vaas uitge sneden uit een solide topaas, en een bed van kralen werk uit den tijd van Charles II. De troonkamer is wel het schoonste van allen. De diamanten pauw achter in den troon geplaatst ^erd gemaakt door den heer Baugrand, de Fransche juwelier, voor de Parjjsche tentoon stelling van 1856 en werd cadeau ge geven aan Keizerin Eugenie. De gou den figuurtjes op de armen van den troon waren door Benvenuto Cellini zelf gemaakt en de witte plaquette erboven is van Sèvres „biscuit". Op het baldakijn is een tweede diaman ten pauw, die eens toebehoorde aan een Britsch-Indische vorstin. De opbrengst van de ongetwijfeld voor de jeugd zeer interessante be zienswaardigheid, komt ten goede aan instellingen voor arme en kreupele kinderen, waarvoor het Paleis ook gebouwd werd. Immers in het mosaiq van den troon is ingegraveerd, in het Grieksch geschreven„Zilver en goud heb ik niet, maar wat ik heb geef ik Thans tracht men niet alleen de hals- garneering'van tulle en kant te ver vaardigen, doch ook den hoed daar mee in overeenstemming te brengen. Naast tulle en kant mag zich tot dit doel ook organdie in een groote popu lariteit verheugen. Een nieuw idee bestaat volgens de Manufacturier daarin, dat men vier kante dragen van gesteven kant ver vaardigt en deze completeert met kleine kappen in Breton-genre van hetzelfde materiaal, waardoor een bijzonder verrassend effect verkregen wordt. Deze combinatie zal vooral bij jonge dame» zeer in den smaak val- Twee gemakkelijk te maken h andiverkjes voor vacanlictqd. len. Ook plissées en ruches van kant zullen ter garneering van japonnen en hoeden toegepast worden. Steeds moet men er dan voor zorgen, de gar neering op japon en hoed precies ge- iijk te houden. In de nieuwste collecties, welke door 'de Parjjsche hoedenindustrie zijn uitgebracht, zijn hoeden met vee- rengarneering tamelijk sterk ver tegenwoordigd. Men tracht, zooals steeds, hierin nieuw ideeën te bren gen. Zoo zagen we langwerpige vee- ren in mesvorm van, struismateriaal. Bij een hoed met breeden rand met op •Chineesche wijze gë^ormden bol van zwart en koningsblauw picotstroo, was vóór op den rand zulk een veer plat aangebracht. Nieuw zjjn fantasie-touffes, samen gesteld uit veeren en cellophane-lin- ten. Op een toque van marineblauw en wit stroo, met klein ruitdessin, wa ren twee fantasie-touffes, bestaande uit marineblauwe veeren en witte cellophane verwerkt, ï)e touffes wa ren spiraalvormig uitgevoerd en be vonden zich van voren aan beide kan ten op den bol. Ophierking verdienen verder de veelkleurige uitvoeringen, b.v. fantasieën van marineblauwe, coq de roche-kleurige en, groene veeren, welke aan den linkerkant zoodanig door den hoedbol waren gestoken, dac de veeren op den rand rustten. Ori gineel was een kleine canotier met zwarte cellophane-stikkerij, waaraan van voren kleine Mercuriusvleugels ih marinebiauw en zwart waren aan gebracht. In de collecties ziet "men ook reeds vilthoeden. Vermelding verdient een DE TARWESTEUN EN DE BROODPRIJS. Kunnen de bereidingskosten worden verlaagd? Door Dr. H. MOLHUYSEN, Secr. Kon. Nederl. Landbouw-Comité. Zoo vaak heeft men in het dagelyksch leven de gelegenheid te hooren van degenen, die op het eenzydige verbruikersstandpunt staan, dat de steunmaatregelen ter behoeve van den landbouw als de oorzaak van de hooge kosten voor levensonderhoud zijn te beschouwen. Reeds meermalen is er op ge wezen, dat dit niet het geval is.' Maar het Srfchynt, dat deze legende een taai leven heeft. De Tarwewet b.v. wordt zoo gaarne als de oorzaak genoemd, dat het brood duurder is dan vóór den oorlog. Aan 4e hand van eenige cyfers willen we trachten deze ver keerde meening de wereld uit te helpen en aan te tonnen, dat niet de Tarwewet de oor zaak is, dat het brood duurder is dan vóór den oorlog, ja, dat dit „überhaupt" niet van den grondstoffenpry s afhangt. Volgens ons verstrekte gegevens kostte het waterbrood in Januari 1934 20 cent per K.G., hetgeen zeer goed klopt met het cyfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek, grys mode], waarvan de rand als een revers gevormd is en links opzij, bo ven aan den rand door een houten knoop in rood, zwart en goud gegar neerd was. In modekringen, dus ook in de da meshoedenbranche houdt men zich reeds lang met de modellen en kleuren voor den herfst bezig. En al is het momenteel nog te vroeg om reeds een definitief kleurengamma te geven, omdat nog steeds de algemeene opinie zich kan wijzigen, toch kan wel als vaststaand worden aangenomen, d^t rood en groen een z^er mooie kans •maken. De meeste belangstelling gaat uit naar groene kleuren, daar deze voor modern doorgaan, terwijl rood reeds in den vorigen winter veel werd gebracht. De nieuwe nuances in groen zijn donkere olijf tinten, welke zich uitstrekken tot lichte, geelgroene nuances. Verder komen in aanmer king blauwgroene schakeeringen, ta melijk donkere nuances met grijzen weerschijn. Naast groen is bruin zeer gewild en hieronder bevindt zich een aantal tinten met rooden inslag. In de eer ste plaats dient genoemd een honing- kleur en daarnaast goudbruin. Onder de roode tinten neemt wijn- moer een belangrijke plaats in; ver der zal het grootste gedeelte der roo de tinten in den komenden herfst krachtig en niet te donker zyn. Voor de straathoedjes verwacht men veel succes van staalgrijs, terwijl by de avondkleeding de rose en blau we nuances een groote rol zullen dat voor Januari 1934 een gemiddelde wa- terbroodprys van 20.2 cent per K.G. aan- gTnt1913 was volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek de gemiddelde water- broodprys 14.7 cent. Het verschil is dus 20.2—14.7 is 5.5 cent per K.G. waterbrood. In Januari 1934 kostte 1 K.G. waterbrood dus 5.5 cent meer dan in 1913. De broodtarwe, welke voor de bereiding van waterbrood wordt gebruikt bestaat uit 35 c/c inlondsche tarwe en 65 buiten landsche tarwe. 100 K.G. broodtarwe bestaat dua uit: 35 K.G. inlandsche tarwe, kostende 5.5125 65 K.G. buitenl. tarwe, kostende „3.2275 Totaal... 8.74 Uit deze 100 K.G. broodtarwe wordt ver kregen: 74 KjG. bloem en voor 100 K.G. bloem heeft men dus 135 K.G. broodtarwe noodig, welke koeten 1.35 x 8.74 iS 11.80. 100 K.G. bloera correspondeert met 180 brooden van 800 gram, wegende 144 K.Cx. 1 K G. brood vertegenwoordigt dus een bedrag aan broodtarwe van 11-80 Had nu de tarwe niets gekost, dam had de prijs van 1 K.G. waterbrood in Januari zou in dat geval geweest zy'n 20.28.2 is 12 cent per K.G. waterbrood. Nu was de prijs in 1913 van 1 t.G. water brood 14.7 cent. De conclusie is dus, dat, «l zou de tarwe niets kosten, 1 K.G. water brood toch nog maar 2.7 cent goedkooper zou zyn dan vóór den oorlog. Het zit dus niet in den tarweprys, dat het waterbrood in 1934 5,5 cent per K.G. duurder was dan in 1913. Waar het echter wel inzit, dfit zyn de kosten van de broodbereiding. Om dit aan te toonen, kunnen de volgen de cyfers dienen: In 1913 bedroeg de gemiddelde t%ódiirys 11.76 cent per 800 gram; in 1913 bedroeg de gemiddelde bloemprys 11.865'per 100 K.G. Thans echter is: de gemiddelde broodprijs ƒ0.16 per 800 gram; de gemiddelde bloem prys f 11.90 per 100 K.G. Practisch is dus de bloemprys van vóór rden oorlog gélyk aan dien vart thans, ter- wyl ile broodprys per 800 gram 4.24 cent per K.G.5.3 cent hooger is. Als gevolg van de Hoogere arbeldsloonen, de sociale lasten, belastingen, wetteiyke voorschriften, Warenwet enz., welke de be reidingskosten beheerschen, is dus thans de broodprys 5.3 cent hoóger dan in 1913. dus de bereidingskosten van thans teruggebracht tot het peil van 1913, dan zal ook de broodprys weer gelyk wor- sn aan dien in 1913. We bevelen het bovenstaande zeer aan by degenen, die meenen, dat de landbouwsteun een noodlottigen invloed op de kosten van levensonderhoud heeft. De oplossing vart' het raad sel, opgenomen in ons blad van Zaterdag j.l., is doör Vele leze ressen opgelost. *t Was ook zeer eenvoudig. Bedoelde jonge dame had de [rallóVer niet zelf gebreid, zag er dus absoluut geen kans toe ont hem zoo snel te repareereh. De pry s, een bon ter waarde Van ƒ1.50, te besteden by een in dit Blad adverteerende firma, viel bjj loting ten deel aan Mej. A. DE JONG, Achter de Kerk 2. EEN NIEUWE PUZZLE. Vul in - -.«X1 -• -• XXX ,IfJ X X X X x J X X X X X X X, XxxxXxxXx X X X X X X X x x x x x X XX X Een der laatste letters v. h. alphabet. Umburgsche snoepery. Heel dun huidje. Doelbewuste yver. Groote kunstvogel. Granaatsoort. Ontplofbare stof. Koud, onbehaaglyk. Een der tien eerste letters van het alphabet. Het langste woord vindt men ook verticaal! lery 2e 7e 8e 9e n.b'. Nog een tweede puzzle. lie....... Zonder liefde. .lie.;.... Waardevolle landstreken (mi nerale). ..lieScheepswerktuigen met takels ...lieMaisveld (Zuid-Afrika) lie... Verkeerd aangewende liefde. .....lie.. Doorsneden .lie. De Byde Boodschappen. ........lie Soepgroente. Als prys stellen wy weder beschikbaar een bon ter waarde van ƒ1.50, te besteden by een in dit blad adverteerende firma. Oplossingen inzenden aan de redaetie van de Goudsche Courant, Markt 31. Op de en velop zetten „Ontspanning voor liedereen". 1. Myn geheel wordt met 6 létters ge schreven en noemt een mdn, (lie dage- lyks voor ons zyn beroep uitoefent. Een 1, 2, 6, 4 is een vaartuig. Een 3, 5, 6, 4 ifc eén gebouw; Een 6, 2, 4, 3, 5, 6 is een ondeugd of bengel. Een 3, 6/2, 1 is een schaaldier. 2. Met h ben ik een plarft, met k een lichaamsdeel van een difer, mét t het hoogste punt, met i nooit droog en met p kinderspeelgoed. 3. Haal hieruit een bekend Nederiandsch spreekwoord: „Als ik het eeriyk moet bekennen, vind i]c dat het ontzaggelyk lang duurt, voor dat Jan het winkeltje uitkomt; hy is het langst weggebleven van alle anderen." 4. Wat xs het sterkste dier? 5-. Waar eind'gt het vuur en begint de rook? 6. Ik ben een Nederiandsch spreekwoord van drie woorden en dertien letters. Myn 11, 9, 2, 8 is een reddingsmiddel. Myn 1, 3, 7, 5 is een hoofddeksel. Myn 4, 12, 13 is éel|i schryfmiddel. Myn 6, 5, 10 is «én^èeredichtwerk. OpÜossingenXinMmden aan de Redactie van (fe^QötxdsoheyCourant, Markt 31. Vórjge ipeek Kon geen prijs worden toe- gekénd.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1934 | | pagina 2