I
Een Regentendagboek uit de 18e eeuw.
Veilige en Economische
„Slaat op den trommele
H0NIGS BOUILLONBLOKJES thans 6 voor IOcL
Het Titania Palace.
Tulle, kant
en organdie.
Ontspanning voor iedereen.
Raadsels voor de Jeugd.
-iTiaiii
LXXXIV.
„26 January 1785 Camer
„d Hr Kerkhoven fabryk (lid van de
„commissie van toezicht pp gemeente-
„werken) en Blanken Toesiender (direc-
„teur van gerwfentewerkente
„gegeeve dat by (door) de Vi
„het Straatgeld geintroduceerd (inge-
„voerd) is geworden, haar geauthori-
„seert (gemachtigd) om de Meting te
„laten doen, en dat zy tot assistentie
„(hulp) kunne krygen om te Schryven
„de 4 Stads bodens en zulx te geschiede
„van 1 April
stedelijke fi-
geweesrj, dat
1783 een I oom-
De slechte toestand van de
nanc.ën was er oorzaak van
de vroedschap op 3 Februari 1783
missie had benoemd ten einde plannen te
beramen om uitgaven en inkomsten weer
met elkaar in evenwicht te brengen. Die
plannen waren ingediend en in verband
daarmee had de vroedschap op 15 Decembqf
1784 goedgevonden „tot redres (herstel)'
soutien (steun) en styvinge van Stads kasse
te introduceeren (in te voeren) fienige nieu
we middelen (belastingen) welke voor vetre
het grootste gedeelte, by de gegoedste en
meest vermogende ingesetenen deser Stad
zullen gedragen worden, als mede om Stads
excyns op den Haardturf en de billetten op
stads-Excynzen met eene kleyne belasting
te verhoogen". Die „nieuwe middelen" wa
ren in de eerste plaats „een, Karossen-Geld
mitsgaders van trek-zeiljachten en boeyèrs".
Deze vorm van belasting, die alleen voor
hen gold, die er een rijtuig of jacht op na
hielden, trof inderdaad alleen de meerge-
goeden. Hetzelfde kon men zeggen van iiet
„domestycque (bediende-) en dienstbode
geld". Dit was echter niet het geval met
de „tachtigste penning", die ten laste van
den kooper zóu worden geheven „op de
publycque verkoopingen van alle meubilaire
(roerende) goederen, boeken, paarden en
rytuygen daar ondpr begreepen en voorts
van alle roerende goederen, waarvan by het
gemeeneland de veertigste penning werd
geheeven".
De belasting „op alle haard-turf die bin
nen deze stad, vrydom en jurisdictie (rechts
gebied) van dien opgedaan en geconsumeert
(verbruikt) zou worden", werd „met een
grijpt het publiek alleen maar zyn eigen
belang en dat is wel gemoeid met een goede
ontwikkeling van het autoverkeer en niet
met een kunstmatige instandhouding van
een slecht béheerd bedryf. Van de z(jde van
het publiek is eer tegen dan medewerking
te wachten en daarop strandt elke over
heidsbemoeiing altyd weer. In ieder geval
is dit te hopen, dat hoe harder tegen hard
het in deze zaak gaat, des te eerder de on
vermijdelijke explosie zal komen die de baan
weer eens voor goed schoon veegt. Want
dat hier orde dient gesteld te worden be-
grypt ieder, maar het begrip orde dient
hier anders te worden opgevat dan in juri-
dischen zin. Het wanordelijke element is
niet de taxi maar is de tram, die niet meer
kan meedoen aan de eischen van het ver
keer. Deze staat een normaal gezonde ont
wikkeling van bet verkeer in den weg en
daartoe djent zy tot de orde geroepen te
worden.
De Burgemeester vertrokken.
Onze Burgemeester heeft afscheid ge-
nomèn en is naar Utrecht vertrokken om
daar als Commissaris der Koningin een
provincie té beheeren, die in totaal minder
zielen telt dan de gemeente welke hy ver
liet. Een opvolger voor den Haag is er op
dit oogenblik nog niet. Er zyn al namen
in de pers gelanceerd, maar het is weinig
aannemelyk dat dit juist is. Men is nog
steeds, aan het zoeken en veel voortgang zit
er niet in. Uit de genoemde namen blykt al
weer, dat men in den kleinen kring zoekt
van reeds functionneerende burgemeesters.
Het oude opschuif-systeem dus met aanvoe
ring van jongere krachten voor de kleinere
We hebben maar af te wachten. Of het
niet gewenscht is dat een gemeente zelf
eenige bemoeiing heeft met een degelijke
k belangrijke benoeming, is een moeilijke
vraag. Helaas zit het stelsel in de politiek
vastgeroest en daar is het niet gelukkig
mee. Maar veel valt daaraan nret te doen.
Alles wat onder invloed staat van politiek
of religie, is in gevaarlijk milieu, omdat
andere motieven den doorslag geven dan
die welke aan bekwaamheid zyn ontleend.
Niet dat deze laatste ontbreekt, maar het
doorslaand argument is helaas anders, al
thans vaak. By den Haag komen nog an
dere overwegingen, o.a. aan het represen
tatieve karakter ontleend en zoo gaat het
voort.
Het aantrekkelijke van de functie is niet
heel groot meer. Te veel wordt den burge
meester door dagelyksche d ngen in beslag
genomen dan dat hij zich veel kan vertoo-
nen en laten gelden in andere aangelegen
heden dan die van bestuursaard. Buiten het
dagelyksche bestuur is hy niet veel meer
dan een stuk décor, van het oude hoogge
roemde burgervaderschap is niet veel meer
over. Hoewel de scheidende burgemeester
eenige jaren in den Haag is geweest, is
het best mogelijk dat driekwart van de be
volking hem niet van aangezicht tot aan
gezicht kent en nog grooter aantal noo t
direct met hem in aanraking is geweest.
Dat kan nu eenvoudig niet anders, maar dit
heeft wel een eenigszins ander karakter
aan zyn figuur gegeven dan vroeger het
geval was.
Het hangt natuurlijk ook veel van zyn
persoon af wat hy in dit opzicht weet te
bereiken, maar dat moet de ervaring leeren.
Wy hebben nu maar af te wachten wie ons
toegezonden wordt.
HAGENAAR.
duyt per ton verhoogd te betaalen by (door)
den veenman (vervener) of verkooper". De
practijk van deze belasting was, dat d?
turf duurder werd. Om deze belast mg te
kunnen invoeren, had de vroedschap eerst
het eerste artikel van de „ordonnantie
(keur) op de turf excyns van den 30 Maart
1694" moeten „altereeren (veranderen)"
Verder zou voor de „biljetten op Stads-ex-
cynzen" (blijkbaar zjjn bedoeld de geleide-
biljetten), waarvoor tot nu toe twaalf pen
ningen waren betaald, voortaan een stuiver
voldaan moeten worden.
De belangrijkste van de nieuwe belastin
gen was de straatbelasting. Deze echter zou
„niet zo zeer tot onderstand van Stads-
Kasse" dienen, als wel „om de slegte toe
stand van de Straaten binnen deze stad en
jurisdictie (rechtsgebied) van dien te ver
beteren en op eene egaale (gelyke) voet
te brengen". Dit laatste wilde zeggen, dat
de straten voortaan overal volgens dezelfde
beginselen zouden worden aangelegd. Dit
was tot op nu toe niet h^ geval, omdat de
stad de regeling van den straataanleg niet
in handen had. In aansluiting hieraan werd
bepaald, dat „dezelve Straaten [de kaayen
en goten langs de huyzen daar onder ech
ter niet begreepen] zouden worden genoo-
men en gehouden voor de fabriecque (voor
rekening komen van gemeentewerken;".
De eigenaren van de huizen en erven zou
den „jaarlyks voor de verschyndag die dit
loopende jaar en vervolgens van jaar tot
ja,ar op den 3-1 December wezen zou aan
(in) handen van den Ontfanger der Ver
pondingen teffens en tegelyk met het vol
doen der extraordinaire (buitengewone)
verpondingen, het klap en Lantaarn geld"
betalen „zoodanige somme van penningen
als waar op ieder Huys en Erve naar rato
(gelang) van de breedte was aangeslagen
geworden". Wie deze of de overige midde
len niet voldeed, zou „daarover paratelyk
worden geexecuteerd", d. w. z. by hem zou
zonder voorafgaand vonnis de boedel ter
zake van de belastingschuld worden ver
kocht.
De straatbelasting werd niet door den
gewonen gemeente-ontvanger, maar door
den „ontfanger van de verpondingen" ge-
ind. Dit was logisch. De „verpondingen"
waren een soort grondbelasting, die de
stad jaarlyks in den vorm van een vast
bedrag aan de provincie Holland en West-
friesland moest betalen. De stad haalde dit
geld echter, weer terug van haar inwoners,
die zy naarmate van de grootte van haar
eigendommen liet betalen. Hiervoor hield
zy er dan ook een afzonderlijken ontvanger
op na. Deze ontvanger inde ook de extra
ordinaire verpondingen (de buitengewone
grondbelastingen) en het Klap- en Lan-
taarngeld. Die laatste belasting, waaruit de
klapwakers (nachtwakers) en de straatver
lichting werden betaald, dateerde reeds uit
het begin van de vyftiende eeuw.
Het lag voor de hand den ontvanger van
de verpondingen met de inning van de
straatbelasting te beiasten; hy immers hield
de kohieren (lijsten) van de belasting op
de onroerende goederen.
De straatbelasting van 1784 was an
ders dan de onze een echte straatbelas
ting. De tegenwoordige is slechts een naam
voor een nieuw middel om de stedelijke in
komsten te vergrooten; de opbrengst ervan
dient niet speciaal voor de verbetering van
de straten.
„D Hr Burgemeester van der Hoeve
„geeft te kenne dat hy op den 20 dezer
„Savonts in de 3 Nagtegaalties op de
„X weg op verre gaande manier met
„woorde was gebrutaliseerd door eene
„Anth Barends
„Versogt eclatante satisfactie (open-
„baar eerherstel) en dat de 4 Luyde die
„eau attestatie (verklaring) hadde ge
hoeven mogte gehoord worden
„t laaste geaceordeert (toegestaan),
„en t le in Statu gehouden (aangehou
den) tot de thuyskomst van de 4e
„Burgemeester
„De luyde hebben volmondig verklaart
„en gepresenteert (aangeboden) onder
„Eede het te verklaare
Hoéwei „geaccordeerd" was, „dat de 4
Luyde die een attestatie hadde gegeeven
mogte gehoord worden", heeft dit verhoqr
blykbaar niet op de officieele wyze plaats*
gehad, want in het „Informatie boek (het
boek, waarin de getuigenverhooren staan
opgeteekend)" is hierover niets te vinden.
De aanteekening „De luyde hebben volmon
dig verklaart en gepresenteert onder Eede
het te verklaare" zal dan ook waarschynlyk
wel beteekenen, dat deze burgemeester van
der Hoeve hadden beloofd in de tegen An
thony Barends aan te spannen strafzaak
als getuigen te zullen optreden.
,,De declaratie (rekening) van de Cas-
„telein int Harthuys op 3 Kon nge avond
„beloopt 54—16— alles en alles
In 1785 had de vroedschap, zooals reeds
in een vroeger artikel is medegedeeld, ge
broken met den maaltyd op driekoningen
avond; de stedelijke financiën lieten een
dergelyke, jaarlyks terugkeerende, groote
uitgave niet langer toe. Behalve voor de
Edele Groot Achtbare Heeren was dit een
strop voor de „Castelein int Harthuys". Ten
einde dezen geleidelijk aan het gemis van
dien maaltyd te wennen, had de vroedschap
voor ditmaal by hem nog een eenvoudig
„glasie wyn" gedronken. Met wat daarbij
kwam, had dit de stad toch nog 54 gulden
en 16 stuivers gekost. Dit was evenwel aan
zienlijk minder dan het bedrag vqflj#304
gulden en 16 stuivers, waarop de maaltyd
was komen te staan, waarmee de carrière
van Van der Hoeve in 1762 was ingewijd.
„37 January Camer
„d Hr Secretaris van der Burch ver
sogt by dH Burgemeester de Moor te
„gaan om de propositie (het voorstel)
„van de Ampte off dien Heer dezelve al
De burgemeesters zonden den secretaris
van der Burch naar hun collega de Moor,
die door ziekte verhinderd Was om de zit
tingen by te wonen, ten einde dezen te
vragen wat hy van het voorstel betreffende
de vergeving van de stedelijke ambten
dacht.
„29 January by occasie (gelegenheid)
„dat de Souverain géordonneerd had (de
„Staten van Holland hadden bevolen) de
„weerbaare Mannen ten platte lande Op
„te Schryven, en de 3e Man te doen
„loten en voorts te Exerveeren (doen
„oefenen), zoo zyn ten platte lande veele
„ongeregeldheeden voorgévallen, en niet
„willen loten, waardoor den Bailliu dezer
„Stad onaangenaamheden heeft geleden
„in Gouderak, Brouck Thuyl ent Wee-
„chie en Bloemendaal t geen door Hee-
„ren Burgemeesteren gehoort zynde, en
„in dit jaar een vriendelyke Eendragt
„zynde, dat Heeren Burgemeesteren
Zondags Savonts, by den andere (el-
„kaar) zoude komen, om met den andere
„overte leggen wat in Saake voorkomen
de te doen, waren de (Heeren aan myn
„Huys vergadert, en lieten aan de Heer
„Bailliu vragen, off zyn Ed: gelieve te
„kómen, dog de Bootschap was zulx hem
„ontmogelyk was, Wy lieten hem ander-
„maal vragen tegen Smorgens ten 11
„Uuren, dogt antwoord syn Ed op Gou
derak moest zyn en Zoo t wese mogt
„ten 4 Uure Zoude komen, hebben wy
„zyn Ed laten zeggen wy op t Stadhuys
„zoude zyn
„30 January Camer
„Is gecompareert (verschenen) dHr
„Bailliu van Gouderak en te kenne ge
geeven wat le in Syn régthuys is voor-
gevalle namentlyk dat de Ingesetene
„niet ^ilde Loten en dus die gestaakt
„2 dat Willem Verwey en Willem de
„Lange voerlieden zig Brutaal hebben
„aangesteld en Oranje droege, en ver
sheide anderen
„3e dat de Ingesetene [van Gouderak j
„een Oranje Vlag op den Toren hadden
„geset, en meer ongeregeltheden hadde
„gedaan, dat 2 van de voornaamste wa-
„ren geapprehendeert (in hechtenis ge-
„nomen)
„Dat 4e in Brouck Thuyl de Inge-
„setene mede niet hadde willen Loten,
„dat zy met geweld waren in gedronge,
„en hy met de bloote degen de selve
„hadde uytgedrewn
„dat die van Bip.uckhuysen naderhand
„vrywillig hadden geloot
„versogt mammen over (in hechtenis
te mogen nemen) die voerluyde,
„nadat den Heer Bailliu was affge-
„gaan (vertrokken), hebbe Heeren Bur-
„gemeesteren gefesolveert (besloten) de
„2 voerluyde tegens Sanderendaags te
„ontbieden
„Blanke toesiender (directeur van ge
meentewerken) ontboden en hem ge-
„last de Scherpe patroone na te zien
„In gansch Rynland en andere plaat-
„sen waren de boeren zeer oproerig en
„wildé niet loten
Voor een juist inzicht in het verband tus-
schen het weigeren om te loten en het dra
gen van oranje, is het noodig terug te
grypen naar bepaalde gebeurtenissen, die
in het vorige jaar hadden plaats gehad:
Van den zevenden tot den tienden Juni
1784 waren er in Leiden ernstige relletjes
geweest, gericht tegen de patriottische
schutters en officieren. Naar aanleiding
hiervan hadden Gecommitteerde Raden het
Leidsche garnizoen met „4 Compagnien
Cavallerie uit de Militie van het Guarni-
soen" van den Haag verstrekt. De patriot
ten in de Staten van Holland hadden even
wel nog strengere maatregelen gewenscht.
Dit streven was tot uiting gekomen in een
voorstel van de „Goudsche Gedeputeerdens"
van 16 Juni 1784, waarbij deze er by hun
Edel Groot Mogenden op aandrongen hun
gezag te doen gelden en „by een generaale
Publicatie (algemeene openbare afkondi
ging) nadrukkelyk teegens het draagen van
alle teekenen van Partyschap, of oproer te
voorsien".
Het voorstel van Gouda was bij de Staten
in goede aarde gevallen. Reeda denzelfden
dag werd besloten in het openbaar af te
kondigen, dat „allen en een ieder, ernstig
zouden worden vermaand, omme zig als
stille en vreedsame in en opgezeetenen te
gedragen met èxpresse last (uitdrakkelyk
bevel) zig ten sorgvuldigste té wagten van
alle oproerige gesprekken, bewegingen en
't samenrottingen en alles wat verder aan
leiding zoude kunnen geven tot stooring van
onderlinge rust en eendragt". In aanslui
ting hieraan werd „wel bysonderlyk ver-
„boden het draagen van eenige teekenen of
leusen van Partyschap of oproer, veel meer
het forceeren (dwingen) van anderen tot
het draagen van dien, alles voor de over-
treeders op poene (straffe) van Onse hoog
ste Indignatie (verontwaardiging), mits
gaders van als Perturbateurs (verstoorders)
der gemeene rust rigoureuselyk (gestren-
gelyk) te worden gestraft".
Ten gevolge van deze publicatie was
„oranje" tot oproerkleur verklaard.
Zooals m«n ziet, komt er**»»ar hoogst
zelden iets nieuws onder de zon; het tegen
woordige uniformverbod en het verbod van
dragen van insignes, die uitdrukking geven
aan een bepaalde politieke gezindheid, zyn
geen uitvindingen van onzen tijd.
In Januari 1786 waren de omstandigheden
echter geheel anders. Zoowel de patriotten
alB de prins begrepen, dat er in velband met
het dreigend oorlogsgevaar maatregelen
moesten worden genomen. Een van die
maatregelen was, zooals rèeds'hierboven is
besproken, de bevolking ten platte lande te
doen loten en van elke drje weerbare man
nen er een in den wapenhandel te oefenen.
Dit viel by de boeren niet in den smaak.
Zy verzetten zich, heschen' als teeken van
oproer op de dorpstorens oranjevlaggen en
verschenen op de lotingsplaatsen met
oranjestrikken op de borst. Hiermee be
wezen zy den 'Prins van Oranje, die de nood-
zakelykheid van de loting wel degelyk in
zag, geen dienst. Want inderdaad was onder
deze omstandigheden, anders dan by de
Leidsche relletjes, oranje wel degelyk een
oproerkleur. De Prins zelf was hier zoo
sterk van doordrongen, dat hy op 31 Januari
1785 de Staten van Holland verzocht goed
te willen keuren, dat hy een proclamatie
richtte tot de bevolking van Holland, waar
in hy het verzet tegen de loting ten sterkste
afkeurde. In deze proclamatie, waar van hy
een ontwerp aan de Staten deed toekomen,
zfei hy onder anderen: „en daar Wy, wel
verre van de Couleur (kleur) van Onsen
Naam immer (ooit) te hebben willen dienen
tot eene leuse van Oproer en ongehoor
zaamheid, Zo als Wy met hartzeer gehoord
hebben, dat zy daar voor is verklaard ge
worden, nooit iemand met genoegen daar-
meede hebben zien pronken (pryken) dan
[hen] die zich distingeerde (onderscheid
den) door liefde tot vryheid, eendragt en
gehoorzaamheid, en daar door zich betoonde
een waar Vriend te zyn zoo van Ons ab
van het Vaderland". De Prins zelf be
schouwde alzoo het dragen van oranje onder
deze omstandigheden als een teeken van
oproer.
Ook in dit opzicht beleven wy tegenwoor
dig op politiek gebied niets nieuyra. Ook nu
weer zyn er nieuwe politieke partyen, waar
van de leden door het gezag als vyanden
van den Staat worden beschouwd en die
toch optrekken onder de nationale vlag en
de oranjevaan.
Onbewust volgen de aanhangers van die
partyen het voorbeeld van de Hollandsche
boeren van het jaar 1785 en even instinctief
als deze trachten zy hun staatsgevaarlyke
bedoelingen door onze nationale kleuren te
verhullen.
De volgende maal het verhaal van de
gebeurtenissen in het „Régthuys" van Gou
derak.
(Wordt vervolgd.)
Nadruk verboden. Dr. Mr. J. SMIT.
belegging van Uw Kas- en Spaargelden.
Spaarbank8
GEMEENTE Giro-, Storting»-)
en Ophaaldienst) lx>i
GOUWE 2 GOUDA.
GROOTE LANDEN DIE HUN SCHULDEN
NIET BETALEN.
De schuldeischer al even incompetent
als de schuldenaar.
Oorlogsschulden een hard gelag.
Zy zyn soms al eeuwen oud!
Wie de geschiedenis der oorlogsschulden
bestudeert, zal spoedig merken, dat hier,
evenals in het gewone leven, de schuld-
eischers, die de meeste drukte hadden als
schuldenaren het diepste stilzwygen be
waarden. Betalen van schulden en speciaal
van oorlogsschulden is niet prettig, zoodat
iedere mogelykheid om hieraan te ontko
men altyd met beide handen werd aange
grepen.
Het klassieke voorbeeld van een onbe
taalde oorlogsschuld is die van Frankryk
aan de Vereenigde Staten. Het gaat hier
om de betaling van de schade, die in de
Napoleontische oorlogen aan de Amerikaan -
sche vloot berokkend werd. By de vredes
onderhandelingen vroeg Amerika 90 mil-
lioen dollar schadevergoeding. Deze eisch
werd door de Fransche regeering aanvaard,
het transfer van de schuld werd echter on
der allerlei voorwendselen uitgesteld.
Twintig jaar later intusschen was
Louis Philippe op den troon gekomen -
werden de Amerikanen ongeduldig. Presi
dent Andrew Jackson drong energiek aan
op betaling. De Franschen verklaarden zich
onmiddeliyk bereid de oude schuld te del
gen, vroegen echter om hen tegemoet te
komen door verlaging van de invoerrech
ten op wy'n.
De invoerrechten werden verlaagd, maar
Washington zag geen cent. Over deze hou
ding werden de Amerikanen met recht heel
boos en by'na kwam het in 1834 tot een oor
log. Eert Amerikaansch oorlogsschip had
reeds een bombardement geopend op Tou
lon, toen op het laatste oogenblik de En
gelsche minister van buitenlandsche zaken,
Lord Palmerson erin slaagde om het drei
gend gevaar te keeren.
Tenslotte werd in 1836 een som van 18
mjliioen franc betaald, gevolgd door een
'aflossing van 7 millioen franc. Deze bedra
gen dekten echter nog niet öens de renten
van. de dertig jaar, waarin, de schulddelging
steeds was uitgesteld. 65 millioen franc en
daarby de rente over 130 jaar is de Fran
sche regeerïng thans nog schuldig aan de
Federal Reserve Bank.
Maar ook de Amerikanen hebben lang
niet altyd hun'sthülden betaald. Hun oudste
I schuld dateert uit de jaren 1690 tot 1718
''uit den strijd tegen de Franschen in Ca
nada. Deze stryd leverde den Engelschen
kolonisten Arcadië en Nieuw-Schotland op.
'Het was van de Engelsche regeering niet
meer dan biliyk, toen ze eischte, dat de
kolonisten een deel >van de kosten zelf zou-
den dragen, aangezieq zy toch het voor
deel van het nieuw verworven gebied had.
den. Gedurende dertien jaren zeiden deze
«cjhter ja nog neen, tenslotte antwoordden
'zy- met een onafhankelykheidsverklaring.
Langen tyd wefden de koloniën, die zich nu
Vereenigde Staten noemden, niet door het
moederland erkend. Integendeel dreigde
Engeland nog lang met sancties tot schuld-
delging. Zy, die zich nu onder den eeuwig
blauwen hemel van Florida zonnen, danken
dit geluk aan de goedheid van de Bank van
Engeland, die de verovering van deze streek
geheel financierde .zonder er ooit een cent
van terug te zien.
Spoedig begonnen de aparte «taten lee
ningen te sluiten, evenwel meer voor civiele
doeleinden. Omstreeks 1830 hadden Ala-
barna, Georgia, Louisiana, Missisippi en
New Carolina schulden die een totaal be
drag van meer dan 70 millioen dollar vorm
den. Het geld werd voor een klein gedeelte
terugbetaald; Missisippi kwam zyn ver
plichtingen in het geheel niet na. Toen de
schuldeischers klachten indienden, hield
men hun de paragraaf van de grondwet der
V. S. voor, dat particulieren geen klacht
kunnen indienen tegen een afzonderlyken
staat. Nu, na meer dan 100 jaar, zyn drie
schuldeischers op het idee gekomen om hun
rechten te verkoopen aan een staat, die wel
het recht heeft om te klagen. Zy hebben
hiervoor het Vorstendom Monaco gekozen.
Het resultaat moet nog worden afgewacht.
Nog meer schulden hebben de Amerika
nen echter in den schoorsteen van de Fede
ral Reserve Bank geschreven. Het gaat hier
om Engelsche leeningen gedurende den
Amerikaanschen burgeroorlog ten bedrage
van 95 millioen pond. Daarenboven hadden
de Engelschen het oorlogsschip Alabama
uitgerust en ter beschikking van de Zuid-
Amerikaansche staten gesteld. Hierin zagen
de Noord-Amerikaansche staten, toen de
krijg voor hen gunstig afgeloopen was, een
gewapende interventie en eischten vergoe
ding van de hun door de Alabama berok
kende schade, die ze op 15 millioen dollar
becyferden. De Engelsche regeering erken
de deze - eisch en betaalde onmiddeliyk.
Daarentegen wacht ze thans nog op de 10
millioen dollar, die ze nog van de Noorde-
lyke staten te vorderen heeft na de ver
rekening van de oorlogsleeningen.
NIEUWE UITGAVEN.
Slaat op den trommele.
By de N.V. Uitgevers Maatschappy C.
A. J, van Dishoeck te Bussnm is onder dezen
titel verschenen een historische roman van
onzen oud-stadgenoot J. W. van Cittert, die
hiermee getoond heeft, dat hy z^n ge
boorteplaats nog niet heeft vergeten.
Op „De heks van Gouda" heeft de heer
Van CfEtert 'nuj.een nieuw -verhaal laten vol
gen, dat eveneens hier ter stede speelt. In
dezen roman, die niet de vrucht is van
archievenstudie, heeft de heer van Cittert
op styivolle wyze den strijd beschreven van
de Goudsche calvinisten in de jaren onmid
deliyk voorafgaande aan den overgang van
Gouda naar den Prins. HM algemeen men-
schelyke is hierby niej/verloren gegaan,
want onder den stry^oor wikkelt zich de
geschiedenis af van Barbara en den jonker
van Montfoort.
Het boek heeft lokale kleur, «1 zijn vele
daarin vermelde feiten niet in overeen
stemming met de historie. Zoo laat de
schryver in het jaar 1572 het klooster van
Steyn nog steeds door Augustijner monni
ken bewonen, hoewel de vroegere bewoners
geen Augustynen reeds gedurende
langen tyd naar .het voormalige Brigitten-
klooster op den Alaam waren verhuisd.
Bezwaren WWrt dit echter niet op; het
boek is'zeer/yesbaar en voor Gouwenaars
by zonder ajurêrekkelyk.
Dr. Mr. J. SMIT.
J. W. VAN CITTERT
Ing. ƒ2.—, Geb. ƒ2.90.
Voorhanden bij:
Bo«khand«l «I. DË V1H
WIJDSTRAAT 4 - TELEF. 2155.
RECHTZAKEN.
Het karnen van boter thuis
en de Crislszulrerwel.
De Hooge Raad heeft arres gewézen
inzake het beroep van den officier van
justitie te 's-Gravenhage tegen een von
nis van de rechtbank aldaar, waarDll
met vernietiging van een vonnis van den
kantonrechter te Aphen a. d. RUn s-
P., melkboer te Woubrugge, is ontslagen
van rechtsvervolging ter zake dat hy te
Woubrugge in zijn woning een lnrichtü#
tot het bereiden van boter heeft geb»-
zonder te zijn Ingeschreven bij de Crlstf-
zuivelcentrale. De rechtbank heeft over
wogen, dat art. ibis van het Nieuw Cri-
siszuivelbeslult 1932 verbindende krafbt
mist, omdat het de grenzen van de Cn-
siszuivelwet, waarop het steunt, over
schrijdt.
De Hooge Raad heeft thans in cassatie
overwogen, dat al moge de Crisiszulvei-
wet de verdeeling van de daarin genoem
de producten, waaronder boter, regelen
en niet de voortbrenging daarvan, niet
temin het hebben van een karn als regei
zal leiden tot het verkoopen en afleveren
derhalve tot het verdeelen daarvan. OP
dezen grond werd het vonnis vernietigd»
het bewezen verklaarde strafbaar gesteld
en de gerequireerde veroordeeld tot one
gulden boete subs. 1 dag hechtenis.
Een schepping van Sir Neville Wilkinson.
Engeland's groote kindervriend.
In het Carlton Hotel in Amsterdam
jn de Blauwe Salon is tot en met 24
Juni a.s. tentoongesteld Titania's Pa-
lace„het sprooKjespaleis, van SHl Ne-_
ville Wilkinson.
SlV Neville Wilkinson, Engeland^
groote kindervriend, heeft 17 jair
noodig gehad om dit paleis te vjJ-
tooien en het te doen maken tot een
meesterwerk van onschatbare waar
de In 1932 werd het officieel geopend
door Koningin Mary Van Engeland
en sindsdien heeft het gereisd door
het geheele Ver. Koninkrijk en Noord
en Zuid-Amerika. Titania's Palace
heeft reeds £43.000 opgebracht voor
'liefdadige instellingen ten bate van
het misdeelde kind.
Het paleis is ontworpen en gede
coreerd door Sir Nevile Wilkinson en
bevat zijn particuliere collectie mi-
natuur meubelen ter waarde van
20.000.
De ingang tot het feeënland is de
Gilden hal. Bukkend kunnen volwas
senen door de tegenoverliggende deur
de Paarlen- en Pauwentroon zien. De
wandtapijten stellen meisjes voor die
de schilden vasthouden met de wa
pens der groote handwerksgilden in
middeleeuwsch Florence.
Er zjjn zeer veel miniatuur bloe
men vervaardigd door Miss Hindley,
en voor de zilveren ingang welke
naar de JCapel voert staat een ge
beeldhouwd scherm van jade.
Het kostte Sir Nevile Wilkinson
4 jaar om het altaarscherm, met Mu-
rillo's Prado hemelvaart in het mid
den, te voltooien. Vlak er voor staat
een copie van het Kruis van Cong, en
tronder de Ardagh Chalice in minia
tuur; de origineelen zjjn oud Iersch
werk. Het ontwerp van het plafond
is overgenomen uit het boek van Kells
in Trinity College, Dublin. De ven
sters van doorzichtig email, gemaakt
door Miss Kathleen Quigly, zijn eenig
in hun soort. Links staat een boks-
houten groep van de Heilige Familje,
die zijn oorsprong vond in Zuid-
Duitschland en omstreeks 1600 werd
uitgesneden. Een origineel verlicht
Boek der Uren, geschreven omstreeks
1450 ligt open op den Katheder v$n
het Koor. Het doopvont was eens het
particulier bezit van den Hertog van
Leinster, en de kleinste rozenkrans
ter wereld hangt opzij van de Prie-
Dieu (of bidstoel). Verschillende bui
tengewoon interessante voorwerpen
zjjn op den voorgrond in een toon-
kast uitgestald. Het kamer-orgel,
Waarop gespeeld kan worden, is een
geschenk van Mrs. Sillars uit Glas
gow.
Titania's boudoir is met de kapel
verbonden door een geheim paneel.
De satjjnhouten tafel is een meester
werk van Mr. Fred. Early; zelfs de
sloten zijn volmaakt. Het spinet is
een werk-copie van dat hetgeen door
Handel in het Vondelingenhuis ge
bruikt werd.
In het Paleis bevinden zich verder
de slaapkamer van de Prinsessen,
een eetzaal, ochtendkamer en bad
kamer.
In de eetzaal staat een stel Bristol
glazen, meer dan 100 jaar oud, op de
VOOR DE VROUW.
Ter completeering en voor het gar-
neeren van de kleeding, wordt nog
steeds groote waarde gehecht aan de
harmonie tusschen de verschillende
details. Dit geldt vooral voor de hoed
en halsgarnituren. De garneering van
japon, blouse en hoed met lichte,
doorzichtige, geweven stoffen en met
kant is zooals wel bekend zal zijn,
zeer gewild. Met deze moderichting
komen ook de midzomerhoeden over
een, welke geheel van die materialeh
vervaardigd zijn. Men gebruikt niet
alleen wazige tulle stoffen, doch ook
katoenen kant, waardoor de kleeding
nieuw zomersch karakter krijgt.
tafel. Het satijnhouten buffet, ver
vaardigd door Mr. Early, is volmaakt
tot in de kleinste bijzonderheden; en
het William en Mary-buffet van Mr.
Uphill i is merkwaardig. Dq, twee
pronkkasten bevatten een collectie
miniatuur artikelen; let op de zilve
ren figuurtjes te paard. Aan het ein
de van de kamer bevinden zich twee
tafels uitgevoerd door Mr. Tommy
Lennon. De haard is het werk van Sir
Nevile Wilkinson. Rondom in de Ka
mer zyn origineele miniatuur schil
derijen van Claes Molinaer, een ze
ventiende eeuwsche Hollandsche kun
stenaar.
Het poppenhuis van de feeën staat
in den hoek van de kinderkamer, een
vierentwintigste van natuurlijke kin
derkamergrootte. Voor het vuur staat
de wieg van Prins Kristal. Hier kan
men ook de kjpk zien, waardoor de
muis wegliep. Hier is zeer veel speel
goed uit alle deelen der wereld, als
ook interessante voorbeelden van
oud Fransch meubilair.
In de ochtendkamer is een merk
waardige collectie lak-meubilair te
bewonderen, twee schilderijen van
Horace Vernet, en een landschap van
Samuel Palmer. De boekenkast bevat
een collectie van 75 zeer kleine boe
ken, gedrukt, geïllustreerd en in
kalfsleer gebonden.
In de Koninklijke slaapkamer z\jn
de wanden opmerkelijk door het in
gelegde werk van Colonel Gillespie.
Oberon's studeerkamer, kleedkamer
én museum zijn mede zeer interes
sant.
In Oberon's museum staat een kast
waarin zich de mooisUl collectie klein
Bristol glas ter wereld bevindt. Ieder
stuk is op zijn minst honderd jaar
oud, terwijl de soeplepel en het ei al
gemeen als uniek beschouwd worden.
De kasten opzij bevatten voorwerpen
van blauw kristal, Nailsea, Bohemian
en Murano (Venetiaansch) glas en
tevens een Chineesche Tempelbei en
feefaigè uitgesneden amber CKineé's|Ke
«tukken. Op den achtergrogd- bevin
den zich een Grieksche vaas uitge
sneden uit een solide topaas, en een
bed van kralen werk uit den tijd van
Charles II.
De troonkamer is wel het schoonste
van allen. De diamanten pauw achter
in den troon geplaatst ^erd gemaakt
door den heer Baugrand, de Fransche
juwelier, voor de Parjjsche tentoon
stelling van 1856 en werd cadeau ge
geven aan Keizerin Eugenie. De gou
den figuurtjes op de armen van den
troon waren door Benvenuto Cellini
zelf gemaakt en de witte plaquette
erboven is van Sèvres „biscuit". Op
het baldakijn is een tweede diaman
ten pauw, die eens toebehoorde aan
een Britsch-Indische vorstin.
De opbrengst van de ongetwijfeld
voor de jeugd zeer interessante be
zienswaardigheid, komt ten goede aan
instellingen voor arme en kreupele
kinderen, waarvoor het Paleis ook
gebouwd werd. Immers in het mosaiq
van den troon is ingegraveerd, in het
Grieksch geschreven„Zilver en goud
heb ik niet, maar wat ik heb geef ik
Thans tracht men niet alleen de hals-
garneering'van tulle en kant te ver
vaardigen, doch ook den hoed daar
mee in overeenstemming te brengen.
Naast tulle en kant mag zich tot dit
doel ook organdie in een groote popu
lariteit verheugen.
Een nieuw idee bestaat volgens de
Manufacturier daarin, dat men vier
kante dragen van gesteven kant ver
vaardigt en deze completeert met
kleine kappen in Breton-genre van
hetzelfde materiaal, waardoor een
bijzonder verrassend effect verkregen
wordt. Deze combinatie zal vooral bij
jonge dame» zeer in den smaak val-
Twee gemakkelijk te maken h andiverkjes voor vacanlictqd.
len. Ook plissées en ruches van kant
zullen ter garneering van japonnen
en hoeden toegepast worden. Steeds
moet men er dan voor zorgen, de gar
neering op japon en hoed precies ge-
iijk te houden.
In de nieuwste collecties, welke
door 'de Parjjsche hoedenindustrie
zijn uitgebracht, zijn hoeden met vee-
rengarneering tamelijk sterk ver
tegenwoordigd. Men tracht, zooals
steeds, hierin nieuw ideeën te bren
gen. Zoo zagen we langwerpige vee-
ren in mesvorm van, struismateriaal.
Bij een hoed met breeden rand met op
•Chineesche wijze gë^ormden bol van
zwart en koningsblauw picotstroo,
was vóór op den rand zulk een veer
plat aangebracht.
Nieuw zjjn fantasie-touffes, samen
gesteld uit veeren en cellophane-lin-
ten. Op een toque van marineblauw
en wit stroo, met klein ruitdessin, wa
ren twee fantasie-touffes, bestaande
uit marineblauwe veeren en witte
cellophane verwerkt, ï)e touffes wa
ren spiraalvormig uitgevoerd en be
vonden zich van voren aan beide kan
ten op den bol. Ophierking verdienen
verder de veelkleurige uitvoeringen,
b.v. fantasieën van marineblauwe, coq
de roche-kleurige en, groene veeren,
welke aan den linkerkant zoodanig
door den hoedbol waren gestoken, dac
de veeren op den rand rustten. Ori
gineel was een kleine canotier met
zwarte cellophane-stikkerij, waaraan
van voren kleine Mercuriusvleugels
ih marinebiauw en zwart waren aan
gebracht.
In de collecties ziet "men ook reeds
vilthoeden. Vermelding verdient een
DE TARWESTEUN EN DE BROODPRIJS.
Kunnen de bereidingskosten worden
verlaagd?
Door Dr. H. MOLHUYSEN,
Secr. Kon. Nederl. Landbouw-Comité.
Zoo vaak heeft men in het dagelyksch
leven de gelegenheid te hooren van degenen,
die op het eenzydige verbruikersstandpunt
staan, dat de steunmaatregelen ter behoeve
van den landbouw als de oorzaak van de
hooge kosten voor levensonderhoud zijn te
beschouwen. Reeds meermalen is er op ge
wezen, dat dit niet het geval is.' Maar het
Srfchynt, dat deze legende een taai leven
heeft.
De Tarwewet b.v. wordt zoo gaarne als
de oorzaak genoemd, dat het brood duurder
is dan vóór den oorlog. Aan 4e hand van
eenige cyfers willen we trachten deze ver
keerde meening de wereld uit te helpen en
aan te tonnen, dat niet de Tarwewet de oor
zaak is, dat het brood duurder is dan vóór
den oorlog, ja, dat dit „überhaupt" niet van
den grondstoffenpry s afhangt.
Volgens ons verstrekte gegevens kostte
het waterbrood in Januari 1934 20 cent per
K.G., hetgeen zeer goed klopt met het cyfer
van het Centraal Bureau voor de Statistiek,
grys mode], waarvan de rand als een
revers gevormd is en links opzij, bo
ven aan den rand door een houten
knoop in rood, zwart en goud gegar
neerd was.
In modekringen, dus ook in de da
meshoedenbranche houdt men zich
reeds lang met de modellen en kleuren
voor den herfst bezig. En al is het
momenteel nog te vroeg om reeds een
definitief kleurengamma te geven,
omdat nog steeds de algemeene opinie
zich kan wijzigen, toch kan wel als
vaststaand worden aangenomen, d^t
rood en groen een z^er mooie kans
•maken. De meeste belangstelling gaat
uit naar groene kleuren, daar deze
voor modern doorgaan, terwijl rood
reeds in den vorigen winter veel werd
gebracht. De nieuwe nuances in groen
zijn donkere olijf tinten, welke zich
uitstrekken tot lichte, geelgroene
nuances. Verder komen in aanmer
king blauwgroene schakeeringen, ta
melijk donkere nuances met grijzen
weerschijn.
Naast groen is bruin zeer gewild en
hieronder bevindt zich een aantal
tinten met rooden inslag. In de eer
ste plaats dient genoemd een honing-
kleur en daarnaast goudbruin.
Onder de roode tinten neemt wijn-
moer een belangrijke plaats in; ver
der zal het grootste gedeelte der roo
de tinten in den komenden herfst
krachtig en niet te donker zyn.
Voor de straathoedjes verwacht
men veel succes van staalgrijs, terwijl
by de avondkleeding de rose en blau
we nuances een groote rol zullen
dat voor Januari 1934 een gemiddelde wa-
terbroodprys van 20.2 cent per K.G. aan-
gTnt1913 was volgens het Centraal Bureau
voor de Statistiek de gemiddelde water-
broodprys 14.7 cent.
Het verschil is dus 20.2—14.7 is 5.5 cent
per K.G. waterbrood.
In Januari 1934 kostte 1 K.G. waterbrood
dus 5.5 cent meer dan in 1913.
De broodtarwe, welke voor de bereiding
van waterbrood wordt gebruikt bestaat uit
35 c/c inlondsche tarwe en 65 buiten
landsche tarwe.
100 K.G. broodtarwe bestaat dua uit:
35 K.G. inlandsche tarwe, kostende 5.5125
65 K.G. buitenl. tarwe, kostende „3.2275
Totaal... 8.74
Uit deze 100 K.G. broodtarwe wordt ver
kregen: 74 KjG. bloem en voor 100 K.G.
bloem heeft men dus 135 K.G. broodtarwe
noodig, welke koeten 1.35 x 8.74 iS 11.80.
100 K.G. bloera correspondeert met 180
brooden van 800 gram, wegende 144 K.Cx.
1 K G. brood vertegenwoordigt dus een
bedrag aan broodtarwe van 11-80
Had nu de tarwe niets gekost, dam had
de prijs van 1 K.G. waterbrood in Januari
zou in dat geval geweest zy'n 20.28.2 is
12 cent per K.G. waterbrood.
Nu was de prijs in 1913 van 1 t.G. water
brood 14.7 cent. De conclusie is dus, dat,
«l zou de tarwe niets kosten, 1 K.G. water
brood toch nog maar 2.7 cent goedkooper
zou zyn dan vóór den oorlog.
Het zit dus niet in den tarweprys, dat
het waterbrood in 1934 5,5 cent per K.G.
duurder was dan in 1913.
Waar het echter wel inzit, dfit zyn de
kosten van de broodbereiding.
Om dit aan te toonen, kunnen de volgen
de cyfers dienen:
In 1913 bedroeg de gemiddelde t%ódiirys
11.76 cent per 800 gram; in 1913 bedroeg
de gemiddelde bloemprys 11.865'per 100
K.G.
Thans echter is: de gemiddelde broodprijs
ƒ0.16 per 800 gram; de gemiddelde bloem
prys f 11.90 per 100 K.G.
Practisch is dus de bloemprys van vóór
rden oorlog gélyk aan dien vart thans, ter-
wyl ile broodprys per 800 gram 4.24 cent
per K.G.5.3 cent hooger is.
Als gevolg van de Hoogere arbeldsloonen,
de sociale lasten, belastingen, wetteiyke
voorschriften, Warenwet enz., welke de be
reidingskosten beheerschen, is dus thans de
broodprys 5.3 cent hoóger dan in 1913.
dus de bereidingskosten van
thans teruggebracht tot het peil van 1913,
dan zal ook de broodprys weer gelyk wor-
sn aan dien in 1913.
We bevelen het bovenstaande zeer aan by
degenen, die meenen, dat de landbouwsteun
een noodlottigen invloed op de kosten van
levensonderhoud heeft.
De oplossing vart' het raad
sel, opgenomen in ons blad van
Zaterdag j.l., is doör Vele leze
ressen opgelost. *t Was ook
zeer eenvoudig. Bedoelde jonge
dame had de [rallóVer niet zelf
gebreid, zag er dus absoluut
geen kans toe ont hem zoo snel
te repareereh.
De pry s, een bon ter waarde Van ƒ1.50,
te besteden by een in dit Blad adverteerende
firma, viel bjj loting ten deel aan Mej. A.
DE JONG, Achter de Kerk 2.
EEN NIEUWE PUZZLE.
Vul in
- -.«X1 -• -•
XXX ,IfJ
X X X X x J
X X X X X X X,
XxxxXxxXx
X X X X X X X
x x x x x
X XX
X
Een der laatste letters v. h. alphabet.
Umburgsche snoepery.
Heel dun huidje.
Doelbewuste yver.
Groote kunstvogel.
Granaatsoort.
Ontplofbare stof.
Koud, onbehaaglyk.
Een der tien eerste letters van het
alphabet.
Het langste woord vindt men ook
verticaal!
lery
2e
7e
8e
9e
n.b'.
Nog een tweede puzzle.
lie....... Zonder liefde.
.lie.;.... Waardevolle landstreken (mi
nerale).
..lieScheepswerktuigen met takels
...lieMaisveld (Zuid-Afrika)
lie... Verkeerd aangewende liefde.
.....lie.. Doorsneden
.lie. De Byde Boodschappen.
........lie Soepgroente.
Als prys stellen wy weder beschikbaar
een bon ter waarde van ƒ1.50, te besteden
by een in dit blad adverteerende firma.
Oplossingen inzenden aan de redaetie van
de Goudsche Courant, Markt 31. Op de en
velop zetten „Ontspanning voor liedereen".
1. Myn geheel wordt met 6 létters ge
schreven en noemt een mdn, (lie dage-
lyks voor ons zyn beroep uitoefent.
Een 1, 2, 6, 4 is een vaartuig.
Een 3, 5, 6, 4 ifc eén gebouw;
Een 6, 2, 4, 3, 5, 6 is een ondeugd of
bengel.
Een 3, 6/2, 1 is een schaaldier.
2. Met h ben ik een plarft, met k een
lichaamsdeel van een difer, mét t het
hoogste punt, met i nooit droog en met
p kinderspeelgoed.
3. Haal hieruit een bekend Nederiandsch
spreekwoord:
„Als ik het eeriyk moet bekennen, vind
i]c dat het ontzaggelyk lang duurt, voor
dat Jan het winkeltje uitkomt; hy is het
langst weggebleven van alle anderen."
4. Wat xs het sterkste dier?
5-. Waar eind'gt het vuur en begint de
rook?
6. Ik ben een Nederiandsch spreekwoord
van drie woorden en dertien letters.
Myn 11, 9, 2, 8 is een reddingsmiddel.
Myn 1, 3, 7, 5 is een hoofddeksel.
Myn 4, 12, 13 is éel|i schryfmiddel.
Myn 6, 5, 10 is «én^èeredichtwerk.
OpÜossingenXinMmden aan de Redactie
van (fe^QötxdsoheyCourant, Markt 31.
Vórjge ipeek Kon geen prijs worden toe-
gekénd.