ÏT ERS ilasse INRIT lividueel t e 'AND [DDEL 73" Jaargang Het politieke testament van Von Hindenburg Hulde aan de Rtjksweer. Vast geloof aan de Duitsehe toekomst. 0* man, die de troeven had Waar het Amerikaansch bewerkt door H«. 18879 Donderdag 18 Augustus 1834 BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT,/MOER^APELLÉ, NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWUK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. 31, GOUDA, ID :yl.-inhoud) ANDERS: OSTHUMUS R MARK EDAILLE: RELBRINCK ‘11 *en Hen tweeden 43 to VIJK - INXVEEN teit. BUREAU i in ome bewoners t brengen i soliede Boek, iór de plaatsing z(j eraan, dat stilstaande egenwoordig weder Herleving en hereeniging van Duitschland onder Hitler. Denkt auto's verlich moeten zijn? dezen geest, zij bewonderden hem in onze werkzaamheid in den vrede, zij stonden er verbaasd over en vreesden hem op de slagvelden van den grooten oorlog Zij zochten onze sterkte voor hun volken begrijpelijk te maken met het leege woord „organisatie". Van den geest, die zich dat omhulsel schiep, die erin leefde en werk te, spraken zij echter niet. Met dezen geest en in hem willen wij echter op nieuw moedig opbouwen. Duitschland, het centrum van opne ming en uitstraling van zeer veel onuit puttelijke waarden van menschelijke be- schaving, zal niet ten gronde gaan zoo- BUITENLANDSCH NIEUWS. DUITSCHLAND. Göring maakt het goed. Onbeteekenende kwetsuren. De toestand van minister Göring is naar omstandigheden zoo goed mogelyk. Vast is komen te staan, dat de rug aan de rechter zijde slechts gekneusd is. Medische hulp is niet noodig geweest. Men verwacht, dat de minister in 8 A 10 dagen weer geheel her steld zal zyn. Vanmorgen is hij op den ge wonen tijd opgestaan ,na een goede nacht rust. In opdracht van kolonel Von Hinden burg heeft vice-kanselier b.d. Von Papen aan Rijkskanseller Hitler een document overhandigd, dat het politieke testament van wijlen Rijkspresident generaal-veld- maarschalk Von Hindenburg bevat. In opdracht van den Rijkskanseller heeft Von Papen het document thans gepubli ceerd. De door den Rijkspresident verzegelde omslag draagt het opschrift: „Aan het Duitsehe Volk en zijn Kanselier. Mijn testament. Deze brief moet door mijn soon aan den Rijkskanseller worden over handigd" De inhoud van het document luidt als volgt: Als ge wilt wat ge kunt, en zorgt dat willen en kunnen samengaan, zult ge zeker Slagen. man de stoep af komen, heel stil en voor zichtig. Hij kwam eerst mijn kant uit, maar verdween toen tusschen twee hui zen no. 5 en no. 7. Heb Je die worsteling gezien? vroeg Braceway scherp. Brlstew keek boos over de onderbre king. Welke worsteling? vroeg Morley, zijn starende oogen in de richting van Bra- ceway. Dat weet je wel! Die worsteling tus schen twee mannen onderaan de stoep van no. 5. Ik heb geen worsteling gezien, zei Morley. Er was heelemaal geen worste ling. - Je zoudt beter doen, nu maar dade lijk de waarheid te zeggen. Was je daar ook in die worsteling gemoeid? Neen. Luister nu eens! Wij weten, dat er zoo’n worsteling was. Als je er was. zoo- als je zegt, dan moet je die gezien heb ben Dat kan niet missen. Morley ontkende opnieuw en bleef ont kennen, niettegenstaande alle pogingen van Braceway Er was geen worsteling geweest, geen ontmoeting tusschen twee personen. Daar bleef hij zich halsstarrig aan vasthouden. Brlstew wist, hoe groot Braceway s te leurstelling was. Hij was ervan overtuigd, dat Braceway gehoopt had in Washing ton een bevestiging>|e zullen krijgen van het verhaal van Withers. Maar in plaats van een bevestiging, kreeg hij een strak ke, besliste ontkenning te hooren. „Aan het Dültsche yolk en zijn Kanselier! Wij waren aan het eind! Zooals Sieg fried neerstortte ender den verraderlij ken speerworp van den grlmmigen Ha gen, zoo is ook ons afgemat front ineen gestort. Vergeefs had het getracht, uit de opdrogende bron der vaderlandsche kracht nieuw leven te putten. Onze taak was het nu. het bestaan van de overblijf selen van ons leger te redden voor den lateren opbouw* van het vaderland. Het heden was verloren. Zoo bleef ons slechts de hoop op de toekomst. Ik begrijp de gedachte, die zich van vele officieren meester maakte bij het zien van de ineenstorting van allels, wat hun Hef was. Het verlangen om „niet meer te wiflen weten” van eei\ wereld, waarin de in beweging gebrachte harts tochten den waren waardekern evan ons volk tot onherkenbaar wordens vermink ten. is voor het menschenverstand be grijpelijk en toch ik moet het openlijk uitspreken wat ik denk: Kameraden van het eens zoo groote en trotsche Duitsehe leger! Hebt gij van verzaken kunnen spreken? Denkt aan de mannen, die ons voor méér dan honderd jaar een inner lijk nieuw vaderland schiepen. Hun reli gie was het geloof aan zichzelf en aan de heiligheid hunner wapenen. Zij schiepen het nieuwe vaderland, het opbouwend op de grondslagen van vrije ontwikkeling van het individu en met de verplichting van de volksgemeenschap. Dezen zelfden weg zal ook Duitschland weer gaan, wan neer het eerst maar weer in staat is te gaan Ik heb het vaste vertrouwen, dat ook thans evenals toen, de samenhang met ons groote. rijke verleden bewaard, en waar hij vernietigd werd, hersteld zal worden De oude Duitsehe geest zal weer naar voren komen, zij het ook eerst na allermoeilijkste loutering in dan gloed- oven van lijden en hartstochten. Onze tegenstanders kenden de kracht van FEUILLETON. J. VAN DER SLUYS. Nadruk verboden Een nieuw hoofdstuk. Brlstew boog zich over hem heen, hem aandrijvend en forceerend tot spreken. Braceway en majoor Ross, die er zenuw- achtig uitzagen, leunden in hun stoelen voorover, leder woord opvangend, dat de Bevangene sprak. Hij ging de treden ai en liep Man- mston Road op, in de richting van de Avenue. Heel goed, moedigde Brlstew aan. En toen? Dat Was eigenlijk alles. Ik bleef zit ten. Het kwam mij wel vreemd voor, maar ik ging hem niet achterna. Ik ?°®g af, wat hij had gedlhn Ik “acht geen oogenblik aan moord of iets. Daar kan ik een eed op doen! HU bevochtigde zijn lippen en slikte ■bet moeite. Ik bleef zitten, ik weet niet hoe lang -- tamelijk lang, denk ik. Ik hield mijn du i nlet op no- 5 <evestl8tf Toen ik ep *ant weer uitkeek, zag ik weer een OOSTENRIJK. Starliemberg naar Parijs? Een gerucht dat tegengesproken wordt. Uit Weenen wordt gemeld, dat vice- kanselier starhemberg een bezoek aan Parijs zal brengen om daar de .kwestie ook Uw gedrag eenmaal traditie wordt. Al de mannen, die den opbouw der Rijks- weer hebben voltrokken, hebben recht op den dank van den veldmaarschalk uit den wereldoorlog en hun lateren opper bevelhebber." In huitenlandsch politiek opzicht had het Duitsehe volk een lijdensweg te gaan. Een ontzettend verdrag drukte op dit volk en dreigde in zijn steeds zwaar der wordenden last onze natie tot ineen storting te brengen Langen tijd heeft de wereld niet begrepen, dat Duitschland niet slechts terwille van zichzelf maar ook als de vaandeldrager van de cultuur van het avond land ook terwille van Europa moest leven. De banden die ons omgaven, konden dan ook slechts gelei delijk worden lasser gemaakt, zonder een overmachtigen weerstand te verwekken. Indien vele mijner kameraden dezen ge dwongen weg indertijd niet hebben be grepen, dan zal toch de geschiedenis rechtvaardiger oordeelen, hóe bitter, maar ook hoe noodzakelijk in het belang van de handhaving van het Duitsehe leven, menige staatsacte geweest is, die door mij geteekend werd. In overeen stemming met de groeiende innerlijke saneering en de versterking van het Duitsehe volk kon op de basis van eigen nationale eer en waardigheid gestreefd worden naar een voortschrijdende en zoo God wil zegenrijke medewerking in de geheel Europa betreffende kwesties. Ik dank de Voorzienigheid, dat zij mij op mijn levensavond het uur van beginnend herstel, heeft laten beleven Ik dank al diegenen die in onbaatzuchtige vaderlandsliefde hebben meegewerkt aan den wederop bouw van Duitschland. Rijkskanseller Adolf Hitler en zijn beweging hebben een beslissenden stap van historische draag wijdte gedaan naar •'het groote doel om het Duitsehe -volk te zamen te brengen tot onderlinge eenheid met overbrugging van alle stand- en klasseverschillen. Ik weet dat er nog veel te doen is en ik wensch van harte dat achter de daad der nationale opleving en van de aan eensluiting van het volk de daad der ver zoening staat, die het geheele Duitsehe vaderland omvat. Ik scheid van mijn Duitsehe volk in de sterke hoop, dat datgene, waarvan ik in 1919 sprak en wat in een langzaam rijp worden tot den óósten Januari 195ó heeft gevoerd, zal rijpen tot algeheele vervul ling der historische zending. In dit vaste geloof aan de toekomst van het vaderland kan ik gerust mijn oogen sluiten.” Het testament is gedateerd op 11 Mei 19M en draagt dC handteeklning van Von Hindenburg. Het Duitsehe Keizerschap! Indien zoo weer de nationale gedachte, het nationale bewustzijn ontstaat, dan zullen voor ons uit den grooten oorlog, waarop geen volk met gerechtvaardiger trots en zuiverder geweten kan terugblik ken dan het onze, zoolang het trouw was, alsook uit den bitteren ernst van deze dagen waardevolle vruchten rijpen. Het bloed van al diegenen, die gevallen zijn in het geloof aan Dultschlands grootheid, is daarom niet vergeefs ge vloeid. In dit vertrouwen leg ik de pen uit de hand en bouw vast op U, Duitsehe jeugd!” „Deze woorden schreef ik in 1919, in het donkerste uur en in het vermeende be wustzijn, dat ik in het afsluiten van mijn leven de goedheid van het vaderland zag Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen ADVERTENTIEPRIJS Uit Gouda en om«treken (behorende tot den bezorgkring) 15 regels 1.30, elke regel meer O.z5. V an buiten Gouda en den bezorgkring 1—5 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnummer 25 bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 14 regels ƒ2.25 elke regel meer 0.50. Op de voorpagina 50 hooger. Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen bij contract tot zeei gereduceerden prijs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van handelaren, Advertentiebureau* en onze agenten en moeten daags vóe' aan het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te der versterking van ‘de Oostenrijksche weermacht en eventueel ook de kwestie van de invoering van een militieleger ter sprake te brengen. In toonaangevende kringen wordt ver zekerd, dat van een dergelijke reis niets bekend is. Men verklaart voorts, dat de kwestie van de legerversterklng slechts door bondskanselier Schuschnigg kan worden behandeld In diens kwaliteit van minis ter van defensie. Intusschen verneemt Reuter dat in po litieke kringen te Londen het hardnek kige gerucht loopt dat sinds de recente gebeurtenissen in Oostenrijk de regeerlng te Weenen stappen heeft ondernomen te Londen, Parijs, Rome en de hoofdsteden der Kleine Entente-staten om vergun ning te krijgen het Oostenrij ksche leger belangrijk te versterken. Volgens dezelf de geruchten zouden de regeeringen te Londen, Parijs en Rome reeds tot over eenstemming zijn gekomen om geen hin dernissen in den weg te stellen aan deze voorzorgsmaatregelen. De begrafenis van prins Gonzalo. Op het kerkhof van Poertschach. Reuter meldde gisteren uit Poertschach in Karinthië: Prins Gonzalo zal hier vandaag begraven worden volgens den wensch zyner moeder. Gonzalo zal rusten op het schilderachtige kerkhof van Poertschach dat uitziet op het prachtige meer van Woerthar. De koning en de koningin van Engeland, president Miklas en Minister Fqy hebben hun deelneming betuigd. Von Papen te Weenen. Gezant von Papen kwam gistermiddag half zes met een speciaal vliegtuig uit Berchtesgaden op het vliegveld Aspern te Weenen aan. Hij was in gezelschap van den legatie-jiecretaris von Tschirsky. Hij werd ontvangen door den Duitschen zaakgelas tigde Prins Erbach en eenige andere leden van de legatie. Von Papen begaf zich on middellijk naar het legatiegebouw, waar hij z'ijn intrek neemt. van Withers over die worsteling de groote, sterke man, die hem het pad af wierp? Er moet een andere, een derde man, t de stoep afgekomen zijn, antwoordde i Braceway kalm. Een veronderstelling, merkte Bris- tew op, die mij nogal uit de lucht gegre pen lijkt. Braceway zei niets. Ik geloof, zei Brlstew weer, dat wat Morley vertelde, waar was. Geloof je dat? hernam Braceway zonder zich bloot „te geven. Hoe dan ook. Se vraag blijft, wie de Wlthers-juweelen vanmiddag beleende. Misschien is dat geen probleem, merkte Braceway op. Het is heel goed mogelijk, dat. het de Wlthers-juweelen heelemaal niet waren O. daar had ik niet aan gedacht. Zij liepen het hotel binnen en gingen in de hall zitten, die nu bijna leeg was. Ik geloof, kondigde Brlstew aan. terwijl hij zorgvuldig zijn triomph on derdrukte. dat ik morgenochtend naar Turmville terugkeer. Hij geeuwde en rek te zich uit. Ik ben doodop, zoo slap als een vaatdoek. Wat zijn uw plannen? Braceway's kin stak naar voren. Hij zag er vechtlustig en kwaad uit. Ik ga morgen naar Baltimore. Ik ben van plan om ieder spoor te volgen, dat ik heb of vinden kan. Ik ga iedere verklaring, die hij vanavond afgelegd heeft, ontleden ieder punt Ik moet al de feiten hebben, allemaal! (Wordt vervolgd). maar maar ik geloof, dat de eerste man een lange regenjas droeg, of anders was hij zwaar gebouwd. Toen ik den vol genden dag van den neger hoorde, dacht| ik. dat de eerste gestalte, die ik had ge zien, de neger moest geweest zijn. De tweede zag er vrijwel relijk uit. Hij had misschien een baard; misschien was hij een beetjè slanker. Dat zijn eenige ver schillen die Ik mij kan herinneren. Droeg de tweede een regenjas? Ik meen van wel. En had de eerste geen baard? Misschien, maar ik geloof van niet. En nu over de worsteling onder aan de stoep Zooals ik up reeds zei ik ik heb geen worsteling gezien. Die man of belde mannen gingen onhoorbaar heen. Braceway probeerde nog Iets verder te komen, maar hun vereenigde pogingen leverden weer niets op. Zij probeerden hem van de wijs te brengen door de be schuldiging, dat hij de villa op Maandag nacht binnengegaan was: zij zelden hem ook. dat ze hem weer mee naar Turm- ville terug zouden nemen, onder beschul diging van moord Het kan mij niet schelen, zei hij met een zwakke poging tot lachen. Het komt er nu toch niet meer op aan. Toen werden zijn zenuwen hem de baas. Hij wierp zich achterover in zijn stoel en sloeg de handen voor het ge zicht. Zijn lichaam schokte van het snik ken en hij trapte wild met de voeten. Zij lieten hem alleen met majoor Ross. Op den terugweg naar het hotel vroeg lang het het geloof behoudt aan zijn groote historische 'zending. Ik heb het va^te vertrouwen, dat het-der kracht en der 'diepte der gedachten van de besten van ons vaderland zal gelukken, nieuwe denkbeelden te versmelten met de kost bare schatten van vroeger tijd en uit die vereenlging duurzame waarden te bren gen tot heli van ons vaderland. Dit is de rotsvaste overtuiging, met welke ik het bloedige slagveld van den wlkerenstrijd verliet. Ik heb de heldhaf tige worsteling van mijn vaderland ge zien en geloot nooit en nimmer meer dat het zijn doodstrijd is geweest. Op het oogenblik heeft een stormvloed van wilde politieke hartstochten en luid schallende leuzen on^a, geheele vroegere staatsopvatting onder zuÜl begraven en naar het schijnt alle heilige overleverin gen vernietigd. Maar deze vloed zal weer verloopën. Dan zal uit de eeuwig bewo gen zee van ons volksleven weer de rots opduiken,waaraan zich eens de hoop onzer vadereen heeft vastgeklemd en waarop bijna een halve eeuw geleden door onze kracht de toekomst van het vaderland met vertrouwen werd gegrond vest: ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, met Zondagsblad oer kwartaal 2.90, per week 22 cent, overal waar de bezorging per looper geschiedt. Franco per post per kwartaal ƒ3.15, met Zondagsblad ƒ3.80. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT bü onza agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. - Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—G uur. Administratie en Redactie Telef. Interc. 2745. Postrekening 48400. Het lot heeft adders over mij beschikt. In het voorjaar van 1925 werd een nieuw hoofdstuk in mijn leven opgeslagen. Nog eenmaal zou ik medewerken aan het lot van mijn volk. Slechts mijn vaste vertrouwen op Dultschland’s onopdroogbare bronnen gaf mij den moed, mij candldaat te stel len voor de eerste en tweede verkiezin gen voor het Rijkspresldentschap. Dit rotsvaste geloof verleende mij ook de in nerlijke kracht mijn moeilijk ambt zon der dwalingen waar te nemen. Het laatste deel van mijn leven Is tegelijk het zwaarste voor mij geweest, Velen hebben mij in deze verwarde tijden niet begrepen en niet Ingezien, dat het mijn eenige zorg was het verscheurde en ontmoedigde Duitsehe volk terug te bren gen tot zelfbewuste eenheid. Ik aanvaardde mijn aïnbt in het be wustzijn dat in Ue binnenlandsche en buitenlandsche politiek een onthoudende voorbereidingstijd noodzuKelljk was. Van af de Paaschboodschap van het jaar 1925, waarin Ik de natie opriep tot godsvrucht en sociale gerechtigheid, tot onderllngen vrede en politieke onbedorvenheid, ben ik het niet moede gewoiden de Innerlijke eenheid van het volk en de zelfbezinning als zijn besté eigenschappen te bevorde ren. Daarbij was ik mij ervan bewust, £at, de grondwet en de regeerlngsvorm, welke de natie zich in het uur van hoog- sten nood en van inwendige zwakheid had gegeven» niet voldoet aan de wa^e behoeften en eigenschappen van net volk. Het uur moest rijpen, waarin dit inzicht algemeen goed zou worden. Daar om scheen 't mij mijn plicht, dat ik het land door hefr dal van onderdrukking en vernedering van buiten, innerlijken nood en zelfverscheuring van binnen, zonder gevaar voor zijn bestaan moest voeren, tot dit uur zou komen. Symbool en burcht voor dezen op houw .moest de beschermster van den staat, de Rljksweer zijn. In haar moesten de oud-IJruisische deugden van eenvoud, kameraadschap en plichtgetrouwheid als vast funda ment van den staat rusten. De Duitsehe Rijksweer heeft na de ineenstorting op voorbeeldige yjjiiwa^ezorgd voor het voort zetten der hooge traditie van het oüBe leger. Altijd moet de weermacht het In strument van het opperste staatsgezag blijven, dat, onaangetast door alle poli tieke ontwikkeling, zijn hooge taak der landsverdediging recht moet doen weder varen. Wanneer ik zal zijn teruggekeerd tot mijn kameraden daarboven, met wie ik op zoovele slagvelden heb gestreden voor de grootheid en de eer van de natie, dan roep ik de jonge generatie toe: „Toont Uw waarde aan^ Uw voorvade ren en vergeet niet dat gij, Indien gij den vrede en de welvaart van Uw vaderland wilt waarborgen, bereid moet zijn, voor dezen vrede en de eer van het land ook het laatste te geven! Vergeet niet dat HOOFDSTUK XXIII Op de pijnbank. Braceway wuifde achteloos met de hand en deed afstand van zijn rol als ondervrager. Brlstew team de/e van hem over. Wat deed Je toen man zag? Eerst bleef ik stil zitten. Na een poosje, niet heel lang, kwam het in mij op, dat de twee vrouwen In no. 5 moge lijk in gevaar verkeerden. Ik liep terug naar de villa, maar Ik hoorde niets en zag ook geen licht. Ik bleef even op de bovenste trede- van de stoep, luisterde, maar alles was stil. Toen ging Ik naar het hotel terug neen, ik ging eerst naar het station, haalde mijn handba gage en wandelde toen naar het hotel. Had je geen idee van moord of roof, toen je die twee n^Btmen op de stoep zag? Och neen; ik kan niet zeggen, dat ik aan zoo iets dacht. Waar dacht Je dan aan? Ik wist, dat Withers zijn vrouw on verwachts bezocht had, een of tweemaal van te voren, laat in den avond. Waarom? Dat weet ik niet Ik dacht, dat hij jaloersch was, wantrouwend. Was het beide keeren Withers? Het zou hem belde keeren geweest kunnen zijn, antwoordde Morley ver moeid. Ik kon het. niet duidelijk zien, Brlstew: Hoe staat het nu met het verhaal 1 HM

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1934 | | pagina 1